Commissie voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen

Commission de la Mobilité, des Entreprises publiques et des Institutions fédérales

 

van

 

Dinsdag 1 juli 2025

 

Namiddag

 

______

 

 

du

 

Mardi 1 juillet 2025

 

Après-midi

 

______

 

De openbare commissievergadering wordt geopend om 13.24 uur en voorgezeten door de heer Frank Troosters.

La réunion publique de commission est ouverte à 13 h 24 et présidée par M. Frank Troosters.

 

De teksten die cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

 

01 Vraag van Charlotte Verkeyn aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De cashautomaten van bpost en het 8ste beheerscontract" (56004344C)

01 Question de Charlotte Verkeyn à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "Les distributeurs de billets de bpost et le 8e contrat de gestion" (56004344C)

 

01.01  Charlotte Verkeyn (N-VA): Mevrouw de minister, in het zevende beheerscontract, dat afloopt, is bepaald dat bpost enkel verplicht is een bankautomaat te plaatsen in gemeenten waar geen andere automaten aanwezig zijn, dus niet in deelgemeenten. Lokale besturen die bijkomende automaten wensen, moeten daarvoor zelf de kosten dragen. Dat is toch wel problematisch. Wij krijgen daarover heel veel vragen van lokale besturen die met problemen kampen.

 

Hoe ver staat het met de onderhandelingen over het achtste beheerscontract?

 

Er zou ook een evaluatie hebben plaatsgevonden. Klopt dat? Kunnen de resultaten desgevallend worden gedeeld? Zijn er bijsturingen gepland?

 

Wat is het meest recente aantal operationele cashautomaten? Overweegt u om dat minimumaantal in de onderhandelingen te actualiseren?

 

Wordt overwogen om de verplichting uit te breiden naar de deelgemeenten, aangezien het om een terugkerende problematiek gaat?

 

Hoe ziet u de verhouding met het orgaan Batopin in het kader van de bankautomatenproblematiek?

 

Ik dank u alvast voor uw antwoorden.

 

01.02 Minister Vanessa Matz: Mevrouw Verkeyn, het netwerk van geldautomaten van bpost zal worden besproken tijdens de onderhandelingen over het volgende beheerscontract. De huidige parameters moeten immers worden aangepast aan de noden van de burgers en aan de budgettaire beperkingen. Ik wil een evenwicht vinden tussen de kwaliteit van de dienstverlening, de economische haalbaarheid voor bpost en een verantwoord gebruik van publieke middelen.

 

Momenteel beschikt bpost over 528 automaten.

 

De evaluatie die in het contract overeengekomen was, had weinig effect door het beperkte aantal aanvragen van gemeenten. Het akkoord van 31 maart 2023 en de beslissing van 24 maart 2025 verplichten Batopin en de banken om tegen eind 2026 in elke gemeente minstens in één automaat te voorzien. In sommige deelgemeenten kreeg bpost hiervoor ook geen specifieke financiering.

 

01.03  Charlotte Verkeyn (N-VA): Dank u wel, mevrouw de minister. Ik begrijp dat er volop onderhandelingen zullen plaatsvinden voor het volgende beheerscontract en dat u effectief openstaat om de parameters aan te passen aan de noden van de burgers. U sluit dus ook niet uit dat er bijkomende voorwaarden zullen worden opgelegd, in casu een plaatsing van automaten in deelgemeenten.

 

Wij willen alvast beklemtonen dat er naast de problematiek van de deelgemeenten uiteraard ook heel wat andere problemen zijn. We hopen dan ook dat u in uw volgende onderhandelingen over de parameters meer voorwaarden zult kunnen opleggen om tegemoet te komen aan de problemen van onze burgers.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

02 Question de Éric Thiébaut à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "L’état du bâtiment du tribunal du travail du Hainaut" (56005099C)

02 Vraag van Éric Thiébaut aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De staat van het gebouw van de arbeidsrechtbank van Henegouwen" (56005099C)

 

02.01  Éric Thiébaut (PS): Madame la Ministre, cela fait plusieurs semaines que le monde judiciaire exprime sa grogne face au sous-investissement chronique et ses conditions de travail particulièrement difficiles.

 

S'il y a la réforme des pensions ou encore le manque de personnel qui sont au cœur des préoccupations, l'état déplorable des bâtiments de justice est aussi une des raisons principales de la colère.

 

A cet égard, je vous invite à aller visiter le tribunal du travail de Mons qui est dans un état catastrophique. Vous y verrez des plafonds qui menacent de s'effondrer à tout moment; vous pourrez y voir la présence importante de champignons ainsi que de nombreuses pièces où l'air est quasiment irrespirable et qu'il est obligatoire de condamner.

 

Ce que vous y verrez, ce sont surtout des conditions de travail absolument indignes.

 

Face à cette situation, Madame la Ministre, la colère est légitime. Les attentes du personnel le sont aussi. Voici dès lors mes questions:

Etes-vous consciente de l'état déplorable dans lequel se trouve le tribunal du travail de Mons?

Quelle réponse structurelle comptez-vous apporter à court et long terme pour l'entretien du bâtiment et permettre au personnel d'y travailler dans des conditions acceptables?

Des initiatives en coordination avec votre collègue en charge de la Justice sont-elles prévues en ce sens? Si oui, pourriez-vous me préciser lesquelles?

 

02.02  Vanessa Matz, ministre: Monsieur Thiébaut, la Régie des Bâtiments est bien au courant de la situation du bâtiment du tribunal du travail du Hainaut et comprend parfaitement que les conditions de travail sont difficiles. Dans le cadre du master plan Mons, le déménagement du tribunal du travail a été mis à l'agenda et est à l'étude depuis quelques années. Toutefois, en raison du manque de budget disponible dans le cadre du plan pluriannuel d'investissement de la Régie, celui-ci a dû être reporté. À court terme, un déménagement provisoire du tribunal du travail est prévu en septembre 2025, dans un bâtiment situé rue des Trois Boudins.

 

Des travaux préparatoires sont en cours dans ce bâtiment. La remise en état des installations électriques et de l'éclairage de secours se terminera début juillet. La réparation des ascenseurs est prévue pour août 2025. Le remplacement des sanitaires défectueux a fait l'objet d'un appel d'offres qui vient d'être clôturé. Les offres sont en cours d'examen. Le déménagement des dossiers et du mobilier est à charge du SPF Justice.

 

Un autre marché sera bientôt publié pour les travaux d'aménagement dans les locaux définitifs du tribunal du travail dans un bâtiment situé rue Verte. Ces travaux seront exécutés en 2026 afin de pouvoir mettre le bâtiment à disposition début 2027. Des réunions mensuelles ont lieu entre la Régie des Bâtiments, le SPF Justice et l'occupant afin de trouver les meilleures solutions aux problèmes d'occupation réels du bâtiment actuel, et ce, en attendant le déménagement provisoire du tribunal du travail prévu en septembre 2025.

 

Je reste attentive et déterminée à améliorer la situation des bâtiments occupés par la Justice et par la police.

 

02.03  Éric Thiébaut (PS): Merci beaucoup, madame la ministre, pour votre réponse rassurante. Je constate des avancées concrètes dans ce dossier que je ne manquerai évidemment pas de suivre, s’agissant d’une institution implantée dans ma région. Je veillerai à ce que tout se déroule comme vous nous l’annoncez. J’ose espérer que c’est une bonne nouvelle.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

De voorzitter: De samengevoegde vragen nrs. 56005221C en 56005984C van mevrouw Almaci zijn uitgesteld. Vervolgens behandelen we de samengevoegde vragen over het gerechtsgebouw van Mechelen. Aangezien mevrouw Van den Bosch haar vraag heeft ingetrokken, blijft enkel de vraag van mevrouw Dillen over.

 

03 Samengevoegde vragen van

- Marijke Dillen aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De slechte staat van het gerechtsgebouw van Mechelen" (56005234C)

- Annik Van den Bosch aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "Het justitiepaleis van Mechelen" (56005342C)

03 Questions jointes de

- Marijke Dillen à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "Le piètre état du palais de justice de Malines" (56005234C)

- Annik Van den Bosch à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "Le palais de justice de Malines" (56005342C)

 

03.01  Marijke Dillen (VB): Voor de derde week op rij hebben de Antwerpse en Limburgse magistraten actie gevoerd tegen de onderfinanciering van Justitie. Deze keer stond de slechte toestand van de gebouwen centraal, in het bijzonder het gerechtsgebouw van Mechelen.

 

In Mechelen komt het water via elektriciteitsleidingen binnen gesijpeld wanneer het regent en moeten overal emmers worden geplaatst. Verschillende ruiten zijn gebroken. Op vele muren is er schimmel. Er is een muizenplaag. Het zijn maar enkele voorbeelden die de toestand schetsen. Deze toestand is onhoudbaar en heeft ook gevolgen voor de gezondheid van iedereen die hier werkt. Het gebouw moet dringend worden hersteld en onderhouden.

 

Is de minister op de hoogte van de schrijnende toestand van dit gerechtsgebouw waar dringend de nodige werkzaamheden moeten worden uitgevoerd? Zijn er reeds initiatieven genomen om een overzicht te krijgen van alle werken die dienen te worden uitgevoerd?

Welke initiatieven gaat de minister nemen om hier bij hoogdringendheid het nodige te doen teneinde ervoor te zorgen dat de werkomstandigheden voor iedereen die werkzaam is in dit gerechtsgebouw terug leefbaar worden? Kan u mij een stappenplan bezorgen? Zullen hiervoor de nodige budgetten worden vrijgemaakt om dit ten gronde aan te pakken?

 

03.02 Minister Vanessa Matz: Mevrouw Dillen, ik dank u voor uw vraag. De Regie der Gebouwen hanteert een andere klantrelatie waarin de wederzijdse rechten en plichten van de Regie der Gebouwen en haar klanten worden vastgelegd. Er moet daarbij een onderscheid worden gemaakt tussen de werken die onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar vallen, de Regie der Gebouwen, en die welke onder de verantwoordelijkheid van de huurder vallen, namelijk de FOD Justitie.

 

Zo is het verwijderen van onder andere bladeren, mos en ander afval uit de dakgoten ten laste van de FOD Justitie. Dat onderhoud is essentieel om waterinfiltratie te vermijden, zoals bijvoorbeeld in het gerechtsgebouw in Mechelen. Ook de uitvoering van maatregelen ter bestrijding van ongedierte valt onder de verantwoordelijkheid van de FOD Justitie.

 

De operationele diensten van de Regie der Gebouwen staan bijna dagelijks in contact met de FOD Justitie. Problemen kunnen door de FOD Justitie worden gemeld via een specifieke applicatie. Die meldingen worden eveneens overlopen tijdens de vergaderingen van de operationele taskforce. De Regie der Gebouwen en de FOD Justitie werken dus nauw samen om de problemen op te lossen.

 

Voor de gerechtsgebouwen waar zich grotere structurele problemen voordoen, wordt een plan van aanpak opgesteld, bijvoorbeeld renovatie of nieuwbouw, dat wordt opgenomen in het meerjarig investeringsplan van de Regie der Gebouwen. Dat gebeurt telkens in samenspraak met de FOD Justitie via de bestaande overlegstructuren. De uitvoering van het meerjarig investeringsplan hangt af van de budgettaire mogelijkheden en neemt de nodige tijd in beslag.

 

03.03  Marijke Dillen (VB): Dank u vriendelijk, mevrouw de minister. Ik weet dat er een verschil is tussen werken die uitgevoerd moeten worden door de eigenaar, zijnde de Regie der Gebouwen, en die welke uitgevoerd moeten worden door de huurder, Justitie. Voor gewone huurders geldt dat ook.

 

Maar in het gerechtsgebouw van Mechelen bemerk ik een aantal fundamentele structurele herstellingen die aan het gebouw moet worden uitgevoerd om de werkomstandigheden van het gerechtspersoneel – de magistraten, de griffiers en natuurlijk ook de omstandigheden voor de bezoekers en de advocaten - opnieuw aanvaardbaar te maken. Men moet in Mechelen weer op een normale manier kunnen werken.

 

U zegt dat er een meerjarenstappenplan is. Ik heb uit uw antwoord echter niet begrepen wanneer het gerechtsgebouw van Mechelen daarvoor – ik wil er op aandringen: prioritair – in aanmerking komt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Marijke Dillen aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De verkoop van een stuk grond naast de gevangenis van Merksplas" (56005235C)

04 Question de Marijke Dillen à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "La vente d'un terrain adjacent à la prison de Merksplas" (56005235C)

 

04.01  Marijke Dillen (VB): In een interview in het Laatste Nieuws verklaarde Vlaams minister van Justitie Zuhal Demir in het kader van de discussie betreffende de overbevolking in de gevangenissen en de financiering van de enkelbanden dat “de Regie der Gebouwen opdracht gegeven heeft om een stuk grond dat naast de gevangenis van Merksplas ligt te koop te zetten. Dit is nochtans een plek die perfect te gebruiken is voor extra capaciteit." 

 

In antwoord op mijn vraag aan Minister van Justitie Verlinden betreffende uitspraken van Vlaams Minister van Justitie Demir antwoordde ze dat ze geen weet heeft betreffende de beweerde verkoop door Vlaams Minister Demir.

 

Graag had ik toelichting. Heeft de Regie der Gebouwen een stuk grond dat naast de gevangenis van Merksplas ligt in eigendom en wordt dit te koop gezet? Zo ja, waarom?

 

Indien dit inderdaad eigendom is van de Belgische overheid, is dit een stuk grond dat in aanmerking kan komen voor het bouwen van extra capaciteit? Graag meer toelichting.

 

04.02 Minister Vanessa Matz: Mevrouw Dillen, naast de gevangenis van Merksplas zijn er inderdaad gronden, eigendom van de Staat, die heden geen nut hebben voor de FOD Justitie. Er staan momenteel echter geen terreinen te koop in de nabije omgeving van de gevangenis van Merksplas. Het geldend provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan legt beperkingen op aan de bestemming van de terreinen aanpalend aan de gevangenis van Merksplas, waardoor deze niet zomaar in aanmerking komen voor een uitbreiding van de capaciteit van de gevangenis.

 

04.03  Marijke Dillen (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw duidelijke antwoord, dat trouwens hetzelfde was als dat van uw collega-minister van Justitie, mevrouw Verlinden. Het komt er dus eigenlijk op neer dat de Vlaamse minister van Justitie zich vergist.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Petra De Sutter aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "Gender mainstreaming en wetenschapsbeleid" (56005365C)

05 Question de Petra De Sutter à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "L'approche intégrée de l'égalité entre les femmes et les hommes et la politique scientifique" (56005365C)

 

05.01  Petra De Sutter (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, in essentie gaat mijn vraag over hoe we meer vrouwen bij het wetenschapsbeleid kunnen betrekken. Als we op de universiteiten de instroom vergelijken met het aantal mensen dat hoge posities bereikt, bijvoorbeeld de functie van hoogleraar, dan hebben we daar echt met een afvallingsrace te maken.

 

In ons onderzoek doen wij het in het algemeen eigenlijk niet zo goed. Volgens OESO-cijfers is België de vierde slechtste leerling op het vlak van onderzoekers in de overheidssector. Mijn vraag zoomt uiteraard in op het wetenschapsbeleid dat op federaal niveau wordt ondersteund.

 

Overigens hebben we niet alleen op het vlak van gender een probleem, want slechts 1,4 % van het overheidspersoneel heeft een beperking, terwijl de verhouding in de samenleving veel hoger is.

 

Ik wil graag van u vernemen hoe u dat gaat verbeteren. In de beleidsnota’s en de begrotingstabellen – want ambities en verklaringen zijn één zaak, de bijbehorende financiering is, zeker in besparingstijden, een andere – zien we dat ook voor acties inzake gendermainstreaming, diversiteit en handicaps dezelfde lineaire besparing van 1,8 % geldt. Ik heb minister Beenders daarover ondervraagd, maar gezien uw bevoegdheid wil ik mijn vragen ook rechtstreeks aan u stellen.

 

Mevrouw de minister, is het probleem van het genderonevenwicht en de ondervertegenwoordiging van personen met een beperking in de wetenschappelijke overheidsinstellingen minder prioritair of minder belangrijk geworden in het licht van de budgettaire besparingen? Minister Beenders zei dat België op dat punt absoluut een voorbeeldrol wil spelen, maar de cijfers tonen eerder het tegendeel. Wat is uw visie daarop? Hoe wilt u dat aanpakken? Wilt u die achterstand wegwerken? Hoe wilt u dat doen met minder budget? Dat is toch altijd de paradox die we vaststellen.

 

Hoe rijmt u het sanctioneren van publieke instellingen wanneer ze hun doelstellingen niet halen met het feit dat er zal worden bespaard? Is het voor die instellingen überhaupt mogelijk om dat te doen?

 

Kunt u ook enkele cijfers geven, desnoods schriftelijk, over de genderverdeling en inclusie van mensen met een beperking binnen de verschillende wetenschappelijke instellingen op dit moment en de doelstellingen die u hebt opgelegd?

 

05.02 Minister Vanessa Matz: Mevrouw De Sutter, het blijft belangrijk om te werken aan meer vrouwen en meer personen met een handicap in de federale wetenschappelijke instellingen. Dat blijft een van mijn prioriteiten. Als minister zorg ik voor concrete actie om daarin verbetering te brengen, bijvoorbeeld door meer mensen met een handicap aan te werven.

 

Organisaties die hun doelstellingen niet halen, moeten meer inspanningen leveren. Ze worden daarbij ondersteund en moeten onder meer gebruikmaken van lijsten met kandidaten met een handicap en gerichte opleidingen aanbieden.

 

Daarnaast zetten we in op maatwerk. Er komt een expertenteam dat hulp biedt bij het doorvoeren van gepaste aanpassingen op de werkvloer voor personen met een handicap.

 

We willen ook de opvolging van de cijfers verbeteren. We verbeteren de manier waarop we gegevens verzamelen over wie er werkt.

 

Verder willen we meer samenwerken met de sociale economie. We bouwen een databank uit voor openbare aankopers zodat er gemakkelijker samengewerkt kan worden met maatwerkbedrijven. Inclusie blijft daarbij een cruciaal aspect. Iedereen die kan en wil werken, moet daarvoor ook echt de kans krijgen. Instellingen die goede resultaten voorleggen, worden aangemoedigd om hun ervaring te delen met andere instellingen.

 

We hanteren een realistische aanpak. We voorzien de nodige ondersteuning en begeleiding om overheidsinstellingen te helpen hun integratiedoelstellingen te realiseren. Sancties mogen pas als laatste redmiddel worden toegepast.

 

Tot slot, aanwervingen bij de overheid gebeuren altijd op een neutrale en eerlijke manier via de officiële website werkenvoor.be. Ook de wetenschappelijke instellingen volgen die regels, ook al beheren zij hun eigen aanwervingen.

 

Ik nodig u uit om de cijfers per schriftelijke vraag op te vragen.

 

05.03  Petra De Sutter (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik dank u om dat op het einde te vermelden. Ik zal de cijfers schriftelijk opvragen, dat is een goed idee.

 

Ik heb gehoord wat u wilt doen en welke ambitie u hebt. Ik kan dat alleen maar ondersteunen, dat spreekt voor zich. Laat mij echter toch toe om enige ongerustheid te uiten wanneer we naar de budgetten kijken. We vragen immers steeds meer van onze mensen, met steeds minder middelen. Het idee om efficiëntiewinsten te boeken botst op een bepaald moment met de realiteit. Op een bepaald moment is de citroen helemaal uitgeperst.

 

Ik hoop oprecht dat u uw plannen op dat vlak zult kunnen realiseren en dat de verschillende instellingen dat zullen doen, want het is bijzonder belangrijk. Ik heb het zelf ook geprobeerd en het is goed dat u dat wilt voortzetten. Het is inderdaad de opdracht van de overheid om het voorbeeld te geven en extra inspanningen te leveren in de samenleving. Dat kan echter niet zonder mensen en middelen. Ergens dreigt het dus wel vast te lopen of te botsen.

 

Ik kijk in elk geval uit naar de resultaten van wat u voorstelt en hoop samen met u dat die zullen worden behaald.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Samengevoegde vragen van

- Sofie Merckx aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De huisvesting(svergoeding) van ministers" (56004058C)

- Sarah Schlitz aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "Het kadaster van de Regie der Gebouwen" (56006458C)

06 Questions jointes de

- Sofie Merckx à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "Le logement et l'indemnité de logement des ministres" (56004058C)

- Sarah Schlitz à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "Le cadastre de la Régie des Bâtiments" (56006458C)

 

06.01  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, op 1 april stelde ik al een vraag over de huisvestingsvergoeding aan de eerste minister, maar hij verwees mij naar u. Wij hebben ook schriftelijke vragen gesteld aan alle ministers en we ontvingen een antwoord van 10 ministers en van 4 niet. Daarom stel ik u volgende vraag mondeling.

 

Een aantal weken gelden brachten wij aan het licht dat alle federale ministers boven op hun loon een vergoeding van 1.962 euro onbelast krijgen voor huisvesting- en huishoudkosten. Wij waren verbaasd, want heel wat ministers hebben een dienstwoning bij hun kabinet die reeds betaald is en onderhouden wordt door de Regie der Gebouwen. Dat bevestigden 7 ministers in hun antwoord van de 10 ondervraagde ministers.

 

Mevrouw de minister, hoeveel bedragen de kosten voor de ambtswoningen? U hebt niet geantwoord op mijn vraag of u een ambtswoning hebt of niet. Hebben ministers Quintin, Clarinval, Francken en Crucke, die evenmin hebben geantwoord, al of niet een dienstwoning?

 

Vorige legislatuur betaalde de Regie der Gebouwen voor minister Clarinval een woning op de privémarkt, goed voor 17.000 euro, boven op de huisvestingsvergoeding. Worden er deze legislatuur woningen voor ministers gehuurd op de privémarkt?

 

Wat vindt u ervan dat ministers zowel een ambtswoning als een huisvestingspremie krijgen? Zult u dat voordeel eventueel afschaffen?

 

06.02  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Madame la ministre, pouvez-vous nous informer de l'état d'avancement de la mise en place de votre cadastre?

Avez-vous une information claire sur les bâtiments occupés par des ministres?

Cette occupation est elle compatible avec les revenus et indemnités perçues par les ministres? Pour quelle raison un loyer n'est il pas perçu sur ces logements? Comptez-vous apporter une modification dans ce régime?

 

06.03  Vanessa Matz, ministre: Je pense que Mme Merckx a déjà posé cette question à de multiples reprises. Nous y avons déjà répondu très amplement. En ce qui me concerne, j'ai effectivement, comme le permet la législation, un logement de fonction qui se trouve dans le bâtiment de mon cabinet.

 

Madame Merckx, pour tout le reste, les indemnités de logement, etc., ce n'est pas de ma compétence. Vous devez interroger le premier ministre. Vous l'avez fait d'ailleurs et j'ai entendu sa réponse.

 

S'agissant de la question sur le cadastre, madame Schlitz, dès le mois d'octobre 2025, la Régie des Bâtiments mettra les premières données du cadastre à disposition des parlementaires. Outre les données d'inventaire déjà communiquées annuellement, cette première version sera complétée d'informations sur les superficies des bâtiments, leurs occupants, les surfaces inoccupées ou encore les bâtiments qui sont loués. À plus long terme, et je m'y suis engagée, notre objectif est clair: automatiser davantage la gestion des données immobilières avec les outils informatiques appropriés et centraliser l'ensemble des informations dans une base de données cohérente. Le calendrier des phases ultérieures est en cours de préparation, avec comme point d'attention les informations sur les consommations d'énergie et les équipements techniques de ces bâtiments.

 

Au fur et à mesure de cette intégration, nous disposerons d'une vision claire, intégrée et opérationnelle du patrimoine immobilier de l'État ainsi que – point très important – de l'accessibilité à ces bâtiments aux personnes en situation de handicap.

 

Une première étape va être franchie. Comme je l'ai dit dans ma note de politique générale, j'ai souhaité que ce cadastre soit accessible aux parlementaires, parce que cela me semble relever de la transparence. Il reprendra les bâtiments dont l'État dispose, ce qu'il loue ou non et les surfaces inoccupées. Il permettra de savoir s'il faut renégocier des contrats de location, s'il faut vendre une partie, qui sont les occupants de ces bâtiments et les superficies. Nous prévoyons donc cette première vue pour le mois d'octobre. Des données supplémentaires seront intégrées au fur et à mesure pour aboutir au cadastre complet. Je songe par exemple à l'énergie, aux PEB ou encore à l'accessibilité aux personnes en situation de handicap.

 

06.04  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Madame la ministre, vous m'avez répondu que vous avez un logement de fonction et je vous en remercie. Je constate cependant que je suis renvoyée de l'un à l'autre. J'entends bien qu'il relève de la compétence du premier ministre de décider si l'indemnité de logement est octroyée ou pas, mais il a clairement dit que le coût des logements de fonction dépendait justement de la Régie des Bâtiments. Or vous ne m'avez pas répondu sur coût des différents logements de fonction. Reste encore à savoir si MM. Crucke, Francken, Clarinval et Quintin disposent d'un logement de fonction ou pas. Nous avons le droit d'avoir cette transparence.

 

Quant à ma deuxième question, elle relève aussi, me semble-t-il, de votre compétence. La Régie des Bâtiments, loue-t-elle, oui ou non, des logements privés dans le privé? Un simple oui ou non m'aurait déjà éclairée un tout petit peu. Si c'est non, c'est qu'il n'y a pas de logements loués dans le privé. Mais on sait que c'était le cas lors de la législature précédente. M. Bihet, par exemple, m'a dit clairement qu'il avait renoncé à cela ici. Dès lors, pourquoi ce manque de transparence à cet égard? Je ne comprends pas très bien, d'autant plus qu'on avait pensé qu'avec les Engagés, on aurait de la politique autrement – et la transparence en fait partie. Je vois que certains ministres jouent le jeu correctement. Ils ont répondu à ma question écrite, contrairement à d'autres.

 

Madame la ministre, vous ne m'avez pas répondu ni sur le coût des logements de fonction pour la Régie des Bâtiments ni sur d'éventuelles locations de logements dans le privé.

 

06.05  Vanessa Matz, ministre: Madame Merckx, nous avions convenu avec le premier ministre que c'est lui qui faisait la coordination, en ce compris de ce que vous demandez, à savoir quel ministre dispose de quel bâtiment. Je n'ai aucun problème à fournir cela. Je vous transmettrai la réponse par écrit. Je pense d'ailleurs que certains me l'ont déjà demandé par écrit, parce que j'ai signé des courriers reprenant des questions écrites visant à savoir qui, où, à quel endroit, quel logement et si des logements privés sont effectivement pris en location. Cela ne me pose aucun problème. Comme mon collaborateur me le dit, il y a vraisemblablement eu maldonne. Il était convenu que le cabinet du premier ministre coordonne l'ensemble de la réponse, en ce compris la liaison avec les indemnités de logement.

 

Je n'ai donc aucun problème à vous fournir cela par écrit, d'autant plus que certains de vos collègues m'ont sollicitée également. Et je le ferai très rapidement, dans les jours qui viennent, parce que je ne souhaite rien cacher dans ce dossier.

 

06.06  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Madame la ministre, je vous remercie et j'attends avec impatience votre réponse écrite aux questions restées en suspens ainsi qu'à la question de savoir si des logements sont loués dans le privé.

 

06.07  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Merci pour votre réponse, madame la ministre.

 

Que ce cadastre puisse être réalisé est une bonne nouvelle. Comme je vous l'ai déjà dit, sous la précédente législature, les écologistes ont porté un texte qui demandait la mise en place de ce cadastre. Il est grand temps que ce cadastre existe du point de vue tant de bonne gouvernance que de rationalisation des deniers publics, ainsi que sur le plan de la performance énergétique. Dans une période de raréfaction des moyens, où l'on demande beaucoup d'efforts à une grande majorité de la population, il est essentiel que l'État puisse voir à quel endroit il y a des fuites dans les tuyaux.

 

Un autre aspect de ma question, qui rejoignait celle de Mme Merckx, concerne les logements occupés par des ministres. Nous n'avons en effet pas eu de réponse de votre part, mais vous nous renvoyez vers le premier ministre, sur la compatibilité entre l'indemnité de logement et la possibilité d'occuper ce logement. J'entends que vous vous ralliez à une réponse coordonnée par le premier ministre. Mais dans la disposition actuelle des choses, avec cinq partis ne partageant pas forcément la même vision de la Régie, c'est une très bonne nouvelle que ce soit une personnalité des Engagés qui ait pu reprendre en main ce dossier. Il était depuis des années dans les mains du même parti. Celui-ci faisait régner une forme d'opacité autour de ce dossier. Ce qu'on attend justement de la part d'une nouvelle ministre est qu'elle reparte sur de bonnes bases et qu'elle fasse toute la transparence sur cette question. S'il y a un cumul entre indemnité et logement mis gratuitement à disposition, ce n'est pas normal. Il faut de la transparence à ce sujet, remettre de l'ordre, et faire en sorte que la législation soit respectée. J'espère donc que c'est la mission que vous vous assignez et que vous vous inscrivez comme leadeuse dans ce dossier, vis-à-vis de l'ensemble du gouvernement, plutôt que d'attendre que le premier ministre le gère parmi 200 autres dossiers. Nous continuerons donc à suivre ce dossier avec attention. 

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Questions jointes de

- Khalil Aouasti à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "L’ouverture prochaine du Kanal" (56005401C)

- Nele Daenen à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "Les collections fédérales des anciens MRBAB" (56006210C)

07 Samengevoegde vragen van

- Khalil Aouasti aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De aanstaande opening van Kanal" (56005401C)

- Nele Daenen aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De federale collecties van de vroegere KMSKB" (56006210C)

 

07.01  Khalil Aouasti (PS): Madame la ministre, bientôt devrait arriver l'ouverture tant attendue du Centre Kanal Pompidou à Bruxelles, fixée pour le 28 novembre 2026. Le public bruxellois, belge, mais aussi international pourra donc découvrir ce nouveau musée et les espaces ouverts à toutes et tous en bordure de canal, laquelle est complètement réaménagée.

 

Récemment, lors de sa fermeture pour travaux jusqu'en 2030, le Musée d'Art moderne au Centre Pompidou à Paris a annoncé qu'une partie de ses collections serait bientôt présentée dans divers autres lieux, dont le Kanal à partir de novembre 2026. Cette future ouverture relance notamment le débat sur les collections d'art moderne et contemporain des Musées royaux des Beaux-Arts – dont, hélas, une grande partie des collections dorment dans les réserves depuis de trop nombreuses années. Des collaborations potentielles avec ce nouveau musée ont été annoncées. Pour rappel, sous le gouvernement MR-NVA, la secrétaire d'État qui occupait vos fonctions avait purement et simplement fermé la porte à une telle collaboration.

 

Madame la ministre, envisagez-vous des collaborations entre les institutions fédérales dont vous avez la charge et le futur Kanal? Des rencontres en ce sens ont-elles déjà eu lieu? Plus globalement, pourriez-vous m'indiquer quelles sont vos intentions concernant les collections d'art moderne et contemporain des Musées royaux des Beaux-Arts? Dans votre note de politique générale, vous annoncez plusieurs investissements pour les Musées royaux des Beaux-Arts. Le but est-il d'enfin rouvrir le "puits de lumière" pour exposer les collections d'art moderne?

 

07.02  Nele Daenen (Vooruit): Mevrouw de minister, ik heb eigenlijk vrijwel dezelfde vraag als mijnheer Aouasti. Ik wil echter aandringen dat er in het kader van de federale collecties van het vroegere Koninklijk Museum voor Schone Kunsten eindelijk werk van wordt gemaakt. Daarom heb ik de volgende vragen.

 

Bent u van plan om als minister met de Brusselse regering het project Kanaal Pompidou op te starten of nieuw leven in te blazen, zodat de federale collecties moderne en hedendaagse kunst gedeeltelijk of tijdelijk ter beschikking kunnen worden gesteld?

 

Zijn er al contacten gelegd met de Stichting Kanaal of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Zo ja, welke scenario’s worden momenteel door uw diensten bestudeerd?

 

Als er nog geen contact is, acht u een dergelijke samenwerking opportuun, gezien de noodzaak om de federale collecties, die momenteel niet zichtbaar zijn, te promoten?

 

En meer algemeen, wat is uw visie op het promoten van federale collecties van moderne en hedendaagse kunst, die grotendeels onzichtbaar blijven voor het grote publiek? Dank u.

 

07.03 Minister Vanessa Matz: Mevrouw Daenen, mijnheer Aouasti, de instellingen waarvoor ik verantwoordelijk ben, zullen de leningsaanvragen van Kanaal Pompidou op dezelfde manier behandelen als aanvragen van andere instellingen. Hierbij wordt erop toegezien dat de tentoonstellingsvoorwaarden de werken niet in gevaar brengen.

 

Op dit moment kunnen de instellingen nog geen toezeggingen doen voor leningen, aangezien de werkzaamheden nog niet voltooid zijn.

 

Le directeur général des Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique (MRBAB) a déjà eu une conversation informelle avec Kasia Redzisz, la directrice artistique de Kanal-Centre Pompidou, mais pas avec la Région de Bruxelles-Capitale. Il est trop tôt pour parler en détail de scénarios concrets. Nous ne pourrons réellement commencer ce type de réflexion qu’une fois que les conditions d’exposition seront définitives et que les institutions auront reçu des demandes formelles de collaboration.

 

Een dergelijke samenwerking is zeker een opportuniteit om moderne kunst te promoten. In dit kader werken de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (KMSKB) al aan een meerjarenprogramma van tijdelijke tentoonstellingen om de niet-permanent zichtbare federale collectie te promoten.

 

La prochaine grande collaboration internationale est une exposition en partenariat  avec le Petit Palais à Paris autour de Bruxelles 1900. En outre, une nouvelle salle permanente dédiée aux XVe jusqu’au XXe siècles ouvrira ses portes en octobre 2025. Il est donc inexact d’affirmer que les collection des MRBAB ne sont pas visibles. Les œuvres sont en effet présentées via un système de rotations, dans le cadre d’expositions temporaires ou dans des institutions partenaires.

 

Geen enkel museum ter wereld toont zijn volledige collectie permanent aan het publiek. Zoals uiteengezet in mijn algemene beleidsnota wordt de museumroute van het Old Masters Museum momenteel grondig herzien in het kader van een bredere dynamisering van de instelling.

 

L’objectif est de proposer un nouveau dialogue entre l’art allant du XVe siècle au XIXe siècle. Cette refonte répond à l‘intérêt croissant du public pour la redécouverte de nos collections d’art moderne et d’art contemporain.

 

Na afloop van die ingrijpende werkzaamheden zullen werken uit alle perioden in de permanente collectie te zien zijn. De werkzaamheden zijn al gestart en werpen nu al hun vruchten af met de opening van de nieuwe Spilliaertzaal.

 

Par ailleurs, le musée continue à mettre en valeur l’art moderne et l’art contemporain à travers des présentations régulières et des expositions temporaires. Une réflexion est en cours pour améliorer la visibilité de l’espace depuis la place du Musée, notamment par le retrait des panneaux occultants.

 

Dat zou evenwel belangrijke structurele werkzaamheden vereisen, vooral ter hoogte van de vloeren.

 

07.04  Khalil Aouasti (PS): Je suis au moins heureux d’entendre qu’une porte est ouverte, car elle avait été fermée par votre prédécesseure. Il semblait en effet plus facile pour Bruxelles de travailler avec Paris que de travailler avec Bruxelles, ce qui est assez surréaliste dans notre capitale et notre pays. Il est dès lors intéressant qu’il soit prévu de lancer des discussions.

 

Faisons en sorte que tous les musées s’autoalimentent. Je prends l’exemple de la réussite du Musée d’art moderne et contemporain de Bilbao. Plusieurs centaines de milliers de touristes par an se rendent dans la ville pour le visiter. Kanal-Centre Pompidou peut être une belle opportunité pour Bruxelles, mais aussi pour les Musées royaux des Beaux-Arts puisqu’une excellente collaboration permettra d’avoir un musée phare dédié à l’art moderne et à l’art contemporain à Bruxelles, et d’attirer les touristes qui pourront aller voir les collections permanentes des MRBAB par ailleurs. Il n’y a donc pas de concurrence à générer, mais une complémentarité à organiser. J’ose espérer que celle-ci pourra se réaliser le plus rapidement possible, au bénéfice de la culture, des Bruxellois et des Bruxelloises, de la Belgique et de son rayonnement international.

 

07.05  Nele Daenen (Vooruit): Mevrouw de minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik ben blij dat er initiatieven op het getouw werden gezet en dat er al met KANAL-Centre Pompidou is overlegd. Ook al is het vandaag misschien nog te vroeg om met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overleg te plegen, we verzoeken u alvast om daaraan de nodige aandacht te besteden.

 

Ik verneem dat er initiatieven zijn genomen in het kader van tijdelijke tentoonstellingen en dat er denkoefeningen zijn om de zichtbaarheid structureel te verbeteren. Ik zal het dossier in elk geval op de voet volgen, omdat de federale collecties getoond moeten worden en daaraan de nodige aandacht moet worden besteed.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 56005404C van de heer Vander Elst is omgezet naar een schriftelijke vraag.

 

08 Questions jointes de

- Julien Ribaudo à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "L'incendie à la prison de Lantin" (56005413C)

- Julien Ribaudo à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "L'incendie dans la prison de Lantin et le rapport du major Charbon de 2019" (56005473C)

- Sarah Schlitz à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "L'incendie mortel à la prison de Lantin" (56005674C)

08 Samengevoegde vragen van

- Julien Ribaudo aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De brand in de gevangenis van Lantin" (56005413C)

- Julien Ribaudo aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De brand in de gevangenis van Lantin en het rapport van majoor Charbon uit 2019" (56005473C)

- Sarah Schlitz aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De dodelijke brand in de gevangenis van Lantin" (56005674C)

 

08.01  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Madame la ministre, nous avons déjà abordé ce sujet en plénière lors d'une interpellation. Un mois et demi après l'incident, j'aurais voulu savoir si vous aviez davantage de réponses à m'apporter. Certains aspects n'avaient évidemment pas encore été éclaircis lors de la semaine suivant les faits. Pouvez-vous m'informer du bon déroulement des activités actuellement dans la prison? Sont-elles toujours impactées par les conséquences de l'incendie? Quelles mesures – vous en aviez annoncées – ont pu être prises pour assurer la sécurité du bâtiment? Toute information complémentaire est la bienvenue. Je vous remercie.

 

08.02  Vanessa Matz, ministre: Madame Schlitz, j’ai eu l'occasion lors d'une interpellation le 12 juin de répondre en détail, et de mettre en évidence certains éléments. Comme vous le savez, l'enquête judiciaire est toujours en cours. Je n'ai donc pas substantiellement d’éléments très neufs à vous apporter, sinon que la régie est toujours occupée à procéder à des études, notamment sur la stabilité suite aux dommages provoqués par l'incendie et nous n'en disposons pas encore des conclusions. Pour le reste, je pense que vous pouvez interroger le ministre Quintin. Il nous a sollicité dans le cadre d’une forme de groupe de travail de réflexion sur l’aspect sécurité afin d’en retirer des recommandations pour le futur. Nous participerons évidemment aux travaux pour lesquels il nous a sollicités.

 

08.03  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Merci pour les informations. Une enquête judiciaire est en cours, c'est la moindre des choses étant donné qu’un pompier est décédé. Nous interrogeons Mme Verlinden qui nous renvoie vers ses collègues. Vous nous renvoyez vers le collègue Quintin. J'espère qu’au sein du gouvernement, vous collaborez étroitement à la fois pour dégager les responsabilités et pour trouver des solutions. Actuellement, les services de pompiers en ont assez. Le fait qu'il y ait eu un décès dans le cadre d'une intervention somme toute banale est vraiment la goutte d'eau qui a fait déborder le vase.

 

Au-delà des attaques, sur la prolongation du travail des pompiers au-delà de l'âge actuel, toute une série d'éléments font qu'aujourd'hui, ils ne se sentent plus en capacité de faire leur travail en sécurité, dans de bonnes conditions.

 

Ces choix sont faits par le gouvernement fédéral. Il faut donc apporter des réponses à ces personnes, qui sont mobilisées pour sauver la vie des autres, mais pas à n'importe quel prix, ni lorsque l'État est défaillant et met leur vie en danger. Cela devrait être notre première préoccupation.

 

Il en est de même pour la vie des détenus, qui sont dépendants des conditions dans lesquelles ils sont incarcérés, et pour lesquels je ne peux qu'imaginer que c'est extrêmement angoissant de savoir que nous n'avons pas su protéger un pompier lors d'une intervention. Quelle sera la prochaine étape? Aujourd'hui, il y a évidemment le futur pour lequel il faut agir, mais il y a aussi les responsabilités du passé.

 

Je vous remercie pour les suites que vous pourrez donner à ce dossier. Nous y reviendrons à la rentrée, j'imagine.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Question de Dimitri Legasse à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "La commercialisation de produits télécoms par bpost" (56005505C)

09 Vraag van Dimitri Legasse aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De verkoop van telecomproducten door bpost" (56005505C)

 

09.01  Dimitri Legasse (PS): Madame la Ministre, bpost a lancé une phase test de vente d’abonnements de téléphonie et d’Internet dans une centaine de ses bureaux. Visiblement, du personnel a été spécifiquement formé pour répondre aux questions de la clientèle dans un secteur où, malgré son utilisation à grande échelle, l’usage du smartphone et d’internet reste encore difficile pour une frange de la population.

 

Il ne suffit pas d’aller sur les réseaux sociaux ou prendre des photos avec son appareil pour être utilisateur confirmé de ces deux technologies.

 

Le personnel de bpost a-t-il été formé pour conseiller au mieux la clientèle? Est-il poussé à faire du chiffre ou est-il là pour prendre en considération les besoins effectifs de la clientèle? Il n’est pas rare – mon papa en a fait l’expérience – qu’on vende à des personnes mal informées des abonnements bien trop onéreux pour l’usage qu’elles en ont.

 

Après les service financiers de BNP Paribas Fortis, bpost vend donc des abonnements de Digi, Scarlet et Hey, soit un abonnement par opérateur, en attendant peut-être Voo et Telenet.

 

Avez-vous connaissance d’autres initiatives qui seraient prises prochainement par bpost pour faire face à la baisse du travail "classique" des agents de guichet? Assurez-vous que ce personnel soit bien formé et ne soit pas récompensé en fonction des chiffres de vente?

 

Si cette phase test est concluante, savez-vous dans quel délai bpost compte étendre son offre à l’ensemble de ses bureaux? Le personnel de chaque bureau recevra-t-il la formation adéquate?

 

09.02  Vanessa Matz, ministre: Merci, monsieur Legasse, et les autres parlementaires qui veulent nous faire gagner du temps en se référant à leur question écrite.

 

Sachez que bpost s'appuie sur ses atouts historiques, en particulier sa proximité avec la population, pour faire évoluer son modèle dans un contexte de transformation des usages et des attentes. À travers sa stratégie 2023-2029, l'entreprise entend assurer l'avenir de son réseau de bureaux en diversifiant les services de proximité en partenariat avec des acteurs publics et privés. Je considère que cette démarche peut contribuer utilement à l'accompagnement des publics éloignés du numérique et à la réduction de la fracture numérique, dès lors qu'elle s'inscrit dans une logique de services et de conseils personnalisés.

 

Dans le cadre du septième contrat de gestion, l'État confie à bpost un ensemble de missions de service public, dont le maintien d'un réseau dense de bureaux. La compensation versée par l'État couvre une partie du surcoût lié à cette obligation. Il est donc légitime que bpost explore en complément des pistes de financement hors du contrat de gestion à travers des partenariats commerciaux, comme celui conclu avec BNP Paribas Fortis qui permet aux clients d'accéder à des services bancaires via les bureaux de poste.

 

Bpost teste également la vente d'abonnements télécoms dans un nombre limité de bureaux, avec du personnel spécifiquement formé. Aucune infrastructure supplémentaire n'est requise, et ces projets sont gérés avec les ressources internes existantes. Je resterai particulièrement attentive à ce que les formations dispensées permettent aux agents de répondre de manière adéquate aux besoins spécifiques de chaque client, en tenant compte notamment de leur niveau de familiarité avec les outils numériques.

 

Ce projet pilote sera évalué d'ici à l'automne 2025, avant toute généralisation éventuelle. Dans ce cas, j'attacherai une attention particulière à la qualité du service rendu, à l'adéquation avec les besoins des citoyens et à l'accompagnement du personnel.

 

Enfin, dans le cadre des discussions à venir sur le prochain contrat de gestion, j'aurai à cœur de garantir un modèle durable, qui concilie accessibilité, responsabilité sociale et pérennité du modèle.

 

09.03  Dimitri Legasse (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Toutefois, vous n'avez pas répondu à l'ensemble des questions. J'imagine que nous en saurons plus à l'automne 2025.

 

Quant à la phase de test concluante ou pas et le délai dans lequel l'offre sera étendue, le cas échéant, à l'ensemble des bureaux, de formation adéquate, il est bien question. Vous vous en portez garante. C'est important, car on ne parle pas des mêmes services. On parle d'agents qui restent en place et il s'agit de leur donner du travail et non de les remplacer.

 

Après les services financiers de BNP Paribas Fortis, bpost vend donc maintenant des abonnements DIGI, Scarlet et bientôt sans doute Voo et Telenet. Avouez quand même que ce n'est pas le même métier et que cela nécessite effectivement un accompagnement et des formations!

 

Par ailleurs, une question concernait l'éventuelle récompense en fonction du chiffre. Je suppose que nous aurons l'occasion d'en reparler.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Samengevoegde vragen van

- Alexander Van Hoecke aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "Het niet langer kunnen binnenbrengen van geschrapte nummerplaten bij bpost vanaf augustus" (56005513C)

- Tine Gielis aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "Het schrappen van nummerplaten via bpost" (56005784C)

- Aurore Tourneur aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De gevolgen voor bpost van de nieuwe procedure voor de schrapping van kentekenplaten" (56005936C)

10 Questions jointes de

- Alexander Van Hoecke à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "L'impossibilité, à partir d'août, d'encore déposer des plaques d'immatriculation auprès de bpost" (56005513C)

- Tine Gielis à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "La radiation de plaques d'immatriculation en passant par bpost" (56005784C)

- Aurore Tourneur à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "L'impact sur bpost de la nouvelle procédure de radiation des plaques d'immatriculation" (56005936C)

 

10.01  Alexander Van Hoecke (VB): Mevrouw de minister, wie een nummerplaat wil laten schrappen, kan die vandaag eenvoudigweg inleveren in een lokaal postkantoor. Vanaf 1 augustus zal dat echter niet langer mogelijk zijn, vanaf dan moet de nummerplaat opgestuurd worden naar de Dienst Inschrijving Voertuigen, de DIV. De verzendingskosten daarvoor bedragen minstens 6 euro. Het enige alternatief is om zelf naar Brussel te gaan en de nummerplaat daar te deponeren bij de DIV of bij de FOD Mobiliteit.

 

Het leveren en schrappen van nummerplaten was een van de drie overheidscontracten waarvoor bpost in opspraak kwam, omdat het bedrijf te veel zou hebben aangerekend voor die diensten. Voor de levering van nummerplaten verandert er trouwens niets, die zal nog steeds door bpost gebeuren. Bpost zegt akte te nemen van de beslissing van de FOD Mobiliteit, maar CEO Chris Peeters zegt dat het bedrijf zal vechten om bij een volgende aanbesteding de nummerplaten opnieuw te mogen leveren.

 

Ik hier enkele vragen over. Wat is de reden voor die wijziging? Waarom is het vanaf 1 augustus niet langer mogelijk om een nummerplaat eenvoudigweg te laten schrappen door deze binnen te brengen in een lokaal postkantoor? Deze maatregel maakt het schrappen van een nummerplaat omslachtiger en minder gebruiksvriendelijk. Is het de bedoeling om er op deze manier voor te zorgen dat er minder nummerplaten geschrapt worden?

 

Bent u bereid om inzamelpunten te creëren per regio, bijvoorbeeld via de autokeuringscentra of via een ander kanaal?

 

Werd bpost vooraf ingelicht over deze beslissing en wat was de reactie van het postbedrijf daarop?

 

10.02  Tine Gielis (cd&v): Mevrouw de minister, ik zal niet de volledige inleiding herhalen, want het is duidelijk waar het probleem zich situeert. Ik beperk mij tot enkele bijkomende vragen, aangezien deze beslissing bijkomende rompslomp creëert voor de burger. Ook dreigen de ontvangstbevestiging en de directe melding aan de DIV te verdwijnen. Daarnaast neemt de onzekerheid voor de burgers toe. Zoals mijn collega al aangaf, dit zal gepaard gaan met hogere onkosten, omdat het om een zending buiten formaat betreft, met een hoger tarief.

 

Mevrouw de minister, ik wil u polsen over de wijziging van de rol en klantgerichtheid van bpost. Hoe evalueert u dit als minister? Ziet u hierin geen aantasting van de maatschappelijke opdracht van bpost als publieke dienstverlener?

 

Als het nieuwe systeem toch wordt doorgezet, kan bpost zich dan inspannen om alsnog een vorm van ontvangstbewijs of verzendzekerheid te voorzien?

 

10.03  Aurore Tourneur (Les Engagés): Madame la ministre, à partir de ce 1er août 2025, la radiation des plaques d'immatriculation se fera directement auprès de la Direction de l'Immatriculation des Véhicules (DIV), sans plus passer par un point bpost. Le SPF Mobilité a en effet décidé de confier à nouveau cette mission à la DIV. Deux options s'offriront aux automobilistes pour restituer leur plaque: l'envoi postal ou le dépôt physique à la DIV à Bruxelles.

 

Outre le fait que cela risque d'alourdir le travail des entreprises qui disposent de nombreux véhicules – mais cela s'éloigne un petit peu de vos compétences –, quel sera l'impact concret de ce changement sur bpost en termes opérationnels et financiers?

 

10.04 Minister Vanessa Matz: Bpost neemt akte van de beslissing van de FOD Mobiliteit om het beheer van de schrapping van nummerplaten over te nemen en een eigen proces in te voeren.

 

Bpost werd door de FOD Mobiliteit geïnformeerd dat de lopende commerciële overeenkomsten met betrekking tot de productie en levering van Europese nummerplaten met een jaar worden verlengd, maar zonder het onderdeel betreffende de schrapping van nummerplaten, waarvoor bpost momenteel een kwalitatieve en klantvriendelijke dienst levert.

 

Het schrappen van nummerplaten vormt een klein onderdeel van de lopende overeenkomst met de Staat. De levering van nieuwe nummerplaten blijft dus een opdracht van bpost. Bpost zal die opdracht verder uitvoeren overeenkomstig de bestaande afspraken.

 

Bpost zal zich kandidaat stellen om bij de volgende aanbesteding die dienst met toegevoegde waarde te blijven uitvoeren.

 

À partir du 1er août, le client pourra choisir la méthode pour renvoyer sa plaque d’immatriculation à la Direction pour l’Immatriculation des Véhicules (DIV). Bpost accorde une grande importance au service aux clients et souhaite, comme indiqué, continuer à offrir un service dans lequel elle excelle et qui est pertinent. C’est pourquoi elle proposera  un produit alternatif adapté, afin de permettre aux citoyens de remettre leur plaque d’immatriculation à la DIV de manière aussi efficace que possible, facilement et en toute sécurité, afin que celle-ci puisse procéder elle-même à la radiation effective en interne.

 

Bpost souhaite ainsi répondre aux besoins des citoyens qui ne peuvent pas se rendre à la DIV et qui souhaitent continuer à bénéficier de la commodité du dépôt au bureau de poste le plus proche. Cette nouvelle option d’envoi est toutefois payante. Grace à ce nouveau service retour, les citoyens pourront renvoyer leur plaque d’immatriculation sans emballage, avec une preuve de dépôt lié à la plaque et un envoi entièrement traçable, contrairement aux citoyens qui choisissent d’utiliser d’autres méthodes d’envoi, ou de déposer eux-mêmes la plaque d’immatriculation.

 

10.05  Alexander Van Hoecke (VB): Dank u wel voor uw antwoord, mevrouw de minister. Tot 1 augustus 2025 kan men zijn nummerplaat binnenbrengen in een postkantoor om deze te laten schrappen. Vanaf die datum kan men zijn nummerplaat binnenbrengen in een postkantoor om ze te laten verzenden door bpost naar de DIV tegen een kostprijs. Dat is toch een heel klein beetje kafkaësk, als ik dat zo mag zeggen.

 

Mijn belangrijkste vraag was welke de reden van deze beslissing was. Die vraag werd helemaal niet beantwoord. Als het doel is om minder nummerplaten te laten schrappen, zeg dat dan ook eerlijk. Communiceer daar eerlijk over in plaats van halve en hele pestmaatregelen te nemen. Het is mij immers nog steeds niet duidelijk waarom die beslissing precies genomen werd. Waarom kan men zijn nummerplaat niet meer binnenbrengen bij bpost om ze te laten schrappen? Waarom is dat kleine onderdeel van het contract weggenomen bij bpost?

 

Het beste dat u volgens mij kunt doen, is de beslissing gewoon terugdraaien. Dat lijkt me het eenvoudigst voor iedereen. Bovendien is het ook aangewezen om minstens regionale inzamelpunten te creëren. Zorg er bijvoorbeeld voor dat mensen hun nummerplaat ook kunnen laten schrappen bij keuringscentra. Dat zou een en ander al iets eenvoudiger maken dan de huidige situatie want die is ronduit kafkaësk.

 

10.06  Tine Gielis (cd&v): Mevrouw de minister, dank u wel voor uw antwoord. Het is enerzijds een halfslachtige oplossing, maar anderzijds maak ik me zorgen dat er geen sprake meer is van een administratieve vereenvoudiging en dat het grotere aanbod van de manier waarop mensen hun zaken op orde krijgen, alleen maar verwarring zal stichten. In dat opzicht zou ik durven pleiten om te opteren voor een meer structurele oplossing, met de meerkosten die daaraan verbonden zijn, waarbij iedereen op dezelfde manier zijn zaken weer op orde kan krijgen en er weer een duidelijke rol aan bpost kan worden gegeven, waar iedereen mee vertrouwd is.

 

Le président: Mme Tourneur n'est plus avec nous.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Question de Dimitri Legasse à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "La prison de Nivelles" (56005596C)

11 Vraag van Dimitri Legasse aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De gevangenis van Nijvel" (56005596C)

 

11.01  Dimitri Legasse (PS): Madame la ministre, "prison poubelle", cela vous parle-t-il? Tel est le vocable utilisé! Voilà comment la prison de Nivelles a été décrite dans le rapport remis par la Commission de surveillance pénitentiaire.

 

Je souhaitais vous interroger sur cette prison vétuste. Je vous passe les détails du rapport et tous les éléments. Vous les avez sans doute en tête après l'avoir parcouru. C'est certainement ce que l'on peut appeler une honte et singulièrement pour les agents pénitenciers, pour celles et ceux qui y travaillent mais aussi pour celles et ceux qui y sont détenus. Ce sont des êtres humains avant tout.

 

Dans de telles conditions, la prison, au regard de ce rapport, doit être rénovée et non rafistolée, madame Matz! La Régie des Bâtiments est responsable de l'entretien et des réparations dans nos prisons. Pouvez-vous faire le point sur l'état du bâtiment et les conclusions tirées par la Régie, à la lecture de ce rapport, et sur les travaux urgents et structurels que vous comptez engager? Dans quels délais? Auriez-vous, par ailleurs, une estimation du coût de ces travaux, qui seraient nécessaires, pour ne pas dire indispensables, pour que Nivelles, comme d'autres prisons, ne soit plus rangée dans la catégorie "prison poubelle"?

 

11.02  Vanessa Matz, ministre: Je vous remercie, monsieur Legasse, pour cette question. Avant toute chose, je rappelle que je suis entrée en fonction il y a cinq mois. Je précise également qu'en ma qualité de parlementaire, j'ai bien évidemment souligné à de nombreuses reprises l'état déplorable de nos prisons. Aussi, je ne saurais pas avoir fait en cinq mois ce que plusieurs gouvernements n'ont pas fait depuis 10, 15 voire 20 ans.

 

En ce qui concerne l'état de la prison de Nivelles, les systèmes de production de chaleur et d'eau chaude sanitaire sont récents. Quant à l'installation électrique, même si des corrections doivent être apportées, elle est globalement en ordre.

 

De légères infiltrations ont été constatées très ponctuellement, auxquelles la Régie remédie immédiatement. Le système du réseau caméra et sécurisation vient d'être intégralement rénové pour un budget de plus de 3,2 millions d'euros et les caillebotis sont en cours de remplacement pour un montant de 300 000 euros.

 

La prison de Nivelles a été partiellement rénovée, fin des années '90 dans la zone administrative ainsi que dans deux ailes. De manière générale, il convient de faire la distinction entre les travaux d'entretien et de réparation liés à l'utilisation normale des locaux, dont la responsabilité incombe à la prison, et les travaux plus importants touchant la structure du bâtiment, dont la responsabilité incombe à la Régie des Bâtiments.

 

De même, la plupart des équipements de sécurité ainsi que le mobilier sont à la charge du SPF Justice. La gestion des ateliers et des équipements mis à disposition dans les ateliers ne sont pas non plus à charge de la Régie des bâtiments.

 

Les projets proposés sur la liste d'investissements en 2025 pour la prison de Nivelles concernent la rénovation des douches de l'aile 3000 pour un montant de 600 000 euros et l'installation d'un nouveau système de communication DECT pour un montant de 80 000 euros. Les principaux travaux prévus à partir de 2026, en fonction des moyens et des ressources humaines qui seront mis à disposition de la Régie, sont la rénovation des douches pour un montant de 600 000 euros, la rénovation des cuisines détenus pour un montant de 500 000 euros, la rénovation des cellules d'isolement pour un montant de 300 000 euros, et la levée des remarques du contrôle des installations basse tension dont l'étude est en cours.

 

Je reste évidemment attentive à la situation et ne manquerai pas de relayer ces inquiétudes en étroite collaboration avec ma collègue Verlinden. Je vais encore le rappeler, comme je l’ai fait pour Lantin et pour tous les bâtiments de justice, comme un propriétaire, la Régie des bâtiments, et ce n'est pas pour me dédouaner. Ce n'est tout simplement pas nous qui pouvons le faire.

 

Nous, c'est la structure et ce sont les obligations qui incombent à un propriétaire. Le locataire, je le mets entre guillemets, c'est le SPF Justice. Il a dans ses obligations un certain nombre de travaux qui incombe à un locataire. Nous allons avoir très prochainement avec la ministre Verlinden des réunions de coordination sur un certain nombre de dossiers concernant les prisons, notamment avec le budget complémentaire dégagé par l'accord de Pâques par ce gouvernement.

 

Concernant d’autres situations, il est important de savoir qui est concerné: SPF Justice, Régie des bâtiments, etc. Encore une fois, je me dédouane pas. Il faut que nous sachions quand le SPF Justice fait des demandes. C’est lui qui nous fait part de ses besoins en tant qu'occupant. Quand il s'agit de grosses infrastructures, c'est du domaine de la Régie des Bâtiments. Mais ce n’est pas satisfaisant pour les utilisateurs de manière générale, ni comme réponse que je peux vous donner. L'objectif principal est, je me retourne vers ma cheffe de cabinet adjointe qui suit les dossiers de la Régie, d’avoir la volonté, tout comme le cabinet de la Justice, de collaborer de manière beaucoup plus étroite et ne pas se renvoyer la balle. J'ai été un peu longue mais cela méritait cette explication.

 

11.03  Dimitri Legasse (PS): La fin de votre intervention, madame la ministre, me réconforte un peu. C'est effectivement très insatisfaisant, et je comprends votre insatisfaction. Je ne sais pas si elle est au moins égale à celle du personnel de la prison de Nivelles, mais elle a l'air sincère.

 

Ceci étant, vous avez raison. Dans une commune, et j'en sais quelque chose en tant que bourgmestre, le citoyen ne cherche pas à savoir quel est le service responsable. Les pouvoirs publics forment un tout, la demande doit être rencontrée et on ne cherche pas à savoir, au final, d'où vient le budget et qui est à l'initiative.

 

Vous parlez d'une grosse rénovation qui a eu lieu à la fin des années 1990, sur deux ailes. Nous sommes en 2025 et, même s'il y a des choses qui ont été effectuées, il reste fort à faire au vu du vocable énoncé dans le rapport: "prison poubelle".

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Vraag van Petra De Sutter aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De samenwerking van de federale wetenschappelijke instellingen met Israël" (56005602C)

12 Question de Petra De Sutter à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "La coopération des établissements scientifiques fédéraux avec Israël" (56005602C)

 

12.01  Petra De Sutter (Ecolo-Groen): De oorlogsdaden van Israël in Gaza worden zowat elke dag grotesker, net als de kolonisering van de Westoever. Sinds de Oslo-akkoorden zijn er minstens 200 nieuwe illegale nederzettingen en outposts gebouwd; het aantal kolonisten is verdrievoudigd. Vorige week kondigde de Israëlische minister van Defensie 22 nieuwe nederzettingen aan, expliciet bedoeld om de oprichting van een Palestijnse staat te verhinderen.

 

Hoewel er in Europa stilaan bereidheid groeit om het beleid te herzien, blijft concrete actie vaak uit. Lidstaten blijven wapens leveren, en producten uit bezet gebied circuleren nog steeds vrij op de Europese markt.

 

Uit een artikel in Apache blijkt dat 23 Belgische wetenschappelijke instellingen via Horizon Europe betrokken zijn bij 46 projecten met Israëlische partners – tien daarvan gestart na 7 oktober 2023. Drie projecten worden gecoördineerd door Belgische instellingen.

 

Ik heb dan ook de volgende vragen:

 

- Kunt u een lijst bezorgen van alle lopende samenwerkingen tussen Federale Wetenschappelijke Instellingen en Israëlische partners? Graag met info over looptijd, inhoud en eventuele interne evaluaties.

- Er ontbreekt vaak een duidelijk kader voor internationale samenwerkingen. De Gazaresolutie van de federale meerderheidspartijen gaat bijvoorbeeld niet dieper in op de vraag of wetenschappelijke instellingen en universiteiten al dan niet mogen samenwerken met Israëlische partners die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen. Ook Europees blijft zo een kader uit, tot frustratie van onze Belgische universiteiten. Bent u bereid een dergelijk federaal kader uit te werken? Zo ja, hoe en wanneer? Zo niet, waarom niet?

- De focus ligt momenteel vaak op het opschorten van nieuwe samenwerkingen zolang de oorlog in Gaza woedt. Maar hoe zit het met de nederzettingenpolitiek? Bent u bereid om federale richtlijnen op te stellen die samenwerking uitsluiten zolang Israël zich niet volledig uit bezet gebied terugtrekt? Het internationaal gerechtshof roept hier alvast toe op in haar niet-bindend advies van juli 2024.

- De federale resolutie over Gaza stelt dat België op EU-niveau voor sancties zal pleiten. Welke specifieke sancties bepleit u binnen uw bevoegdheden? Hoe wilt u mee druk uitoefenen binnen Europa?

- Tot slot: de resolutie belooft een kritische herziening van de samenwerking met Israël via een formeel onderzoek naar het associatieverdrag. Intussen blijkt uit een gelekt rapport dat de EU sinds november weet heeft van Israël's strafbare daden en van hun eigen verplichtingen. Waarom wacht Arizona nog af? Welke andere elementen is ze nog aan het afwachten?

 

12.02 Minister Vanessa Matz: Mevrouw De Sutter, alle betrokken wetenschappelijke samenwerkingen verlopen in het kader van een traditionele internationale wetenschappelijke samenwerking. De projecten zijn verbonden aan internationale en Europese organisaties, consortia en andere wetenschappelijke verenigingen, waaraan tal van andere landen deelnemen, waarin ze uitwisselen of waarvan ze gezamenlijk lid zijn.

 

Het opstellen van een specifiek federaal kader staat vandaag niet op de agenda. Een dergelijk kader veronderstelt definities, maar die zijn moeilijk vast te leggen. Het is niet eenvoudig om de betrokkenheid vast te stellen voor veel Israëlische publieke partners. Ik vrees dat de invoering van een dergelijk bindend kader op federaal niveau meer vragen zou oproepen dan antwoorden bieden. Bovendien is de federale overheid niet bevoegd om te antwoorden op dergelijke vragen met betrekking tot de Belgische universiteiten.

 

Wat het wetenschappelijk en cultureel domein betreft, geldt dat wetenschappelijke en culturele diplomatie normaal gezien het laatste is wat stopgezet wordt en het eerste wat opnieuw op gang komt. Uiteraard zal ik mij echter neerleggen bij elke duidelijke federale of Europese richtlijn ter zake, zoals enkele jaren geleden het geval was met de Russische Federatie.

 

Binnen het kader van mijn bevoegdheden ben ik niet van plan om specifieke sancties uit te vaardigen tegen Israëlische bedrijven of instellingen. Ik ben echter wel van plan om bij mijn collega bevoegd voor Defensie na te gaan welke samenwerkingen er bestaan in de ruimtevaartsector en of bepaalde ontwikkelingen zogenaamd dual-use, dus dubbele doeleinden, kunnen hebben. In dat geval zal ik uiteraard handelen in overeenstemming met de instructies van Buitenlandse Zaken.

 

12.03  Petra De Sutter (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, we weten dat de regering een evenwicht zoekt als het gaat over samenwerking met Israël. We verschillen over die samenwerking van mening, denk ik. Net zoals de universiteiten dat zelf moeten doen – u hebt daarnaar verwezen – valt dat inderdaad buiten het federaal kader. Toch wordt het uitgevoerd door de universiteiten. Daarnaast kan ook elk van de federale wetenschappelijke instellingen die onder uw bevoegdheid vallen, die oefening maken.

 

Ik verwijs naar de resolutie van uw meerderheid, die duidelijk stelt dat u op Europees niveau zult pleiten voor sancties. Via de discussie over het associatieverdrag zou onder Horizon Europe een aantal samenwerkingen kunnen worden stopgezet. Het is duidelijk dat artikel 2, dat mensenrechtenschendingen verbiedt, wordt geschonden. Het associatieverdrag zou op basis daarvan kunnen worden opgeschort.

 

U hebt eigenlijk meer instrumenten tot uw beschikking dan u wellicht denkt, ook binnen uw regering en binnen uw eigen bevoegdheid. Het zou passend zijn om die discussie te voeren en op die manier verantwoordelijkheid te nemen aangaande de samenwerking met instellingen in een land dat duidelijk het internationaal humanitair recht schendt.

 

Elke dag zien we de berichtgeving en beelden uit Gaza. Door te blijven samenwerken met die instellingen rijst de vraag in welke mate wij daaraan bijdragen of zelfs medeplichtig zijn.

 

Daarom vraag ik u om te overwegen om via uw bevoegdheid in overleg te gaan met uw wetenschappelijke instellingen. Misschien zijn zij zelf vragende partij, maar ze kunnen niet zonder uw toestemming handelen. Het associatieverdrag, de Europese ontwikkelingen en uw eigen federale resoluties zijn wellicht hulpmiddelen die daartoe kunnen worden ingezet.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag 56005738C van mevrouw Jacquet is omgezet in een schriftelijke vraag.

 

13 Question de Anthony Dufrane à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "Le contrat du consortium Proximus-Thales pour l'OTAN" (56005835C)

13 Vraag van Anthony Dufrane aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "Het door het consortium van Proximus en Thales binnengehaalde NAVO-contract" (56005835C)

 

13.01  Anthony Dufrane (MR): Madame la ministre, l'entreprise publique Proximus a remporté, via un consortium avec Thales, un contrat "majeur" auprès de l'OTAN et le NATO Communications and Information Agency (NCIA). La valeur du contrat n'a pas été communiqué mais une somme supérieure à 100 millions d'euros a été évoquée.

 

Ils devront assurer la gestion du réseau et fournir un écosystème technologique fiable via un cloud sécurisé.  Le choix de l'OTAN de sélectionner notre opérateur national montre que ce dernier est qualitatif dans les domaines de sécurité informatique et de réseau.

 

Dès lors, on peut se demander si Proximus va recruter pour assurer ces missions et si les avancées technologiques créées seront aussi aux bénéfices des clients. De plus, ce contrat en plus de la finalisation de l'accord avec Nextensa pour les tours va permettre l'arrivée de liquidité dans les caisses et donc d'investir dans de nouveaux domaines.

 

Mes questions, madame la ministre, sont:

 

Comment est réparti le contrat entre Proximus et Thales?

Comment se porte la santé financière de Proximus?

La vente des tours a-t-elle assaini les finances?

L'opérateur compte-t-il investir dans de nouveaux secteurs avec l'argent gagné?

Des recrutements sont-ils prévus pour répondre au contrat de l'OTAN?

 

13.02  Vanessa Matz, ministre: Monsieur Dufrane, je me réjouis que Proximus ait été sélectionné aux côtés de Thales pour un contrat stratégique avec l'OTAN, illustrant son excellence technologique en communications sécurisées et cybersécurité. Le contenu du contrat reste confidentiel. Ce partenariat vise à offrir à l'OTAN un écosystème technologique robuste fondé sur des solutions cloud de pointe afin de renforcer la sécurité de ses infrastructures numériques.

 

Sur le plan financier, la situation de Proximus demeure saine, soutenue par la vente de ses tours à hauteur de 62,5 millions d'euros ainsi que par un versement de 30 millions d'euros par Immobel pour ne pas avoir exercé son option d'achat.

 

Ces ressources permettent de soutenir ses investissements, notamment dans la fibre, tout en poursuivant une stratégie d'innovation dans des domaines clés comme la cybersécurité et les solutions cloud. Proximus veille aussi à disposer des compétences requises pour honorer ses engagements, y compris via des recrutements ciblés si nécessaire, dans le respect des standards de qualité et de sécurité.

 

13.03  Anthony Dufrane (MR): Je tiens à remercier Mme la ministre pour ses réponses, notamment par rapport au montant de la vente des tours, ainsi que de m'avoir rassuré par rapport à la situation financière de Proximus et d'avoir souligné l'importance pour l'avenir des investissements dans le cloud.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Vraag van Britt Huybrechts aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De restauratie van het Chinees paviljoen" (56005903C)

14 Question de Britt Huybrechts à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "La restauration du Pavillon chinois" (56005903C)

 

14.01  Britt Huybrechts (VB): Diane Hennebert leidt de restauratie van het verwaarloosde Chinees Paviljoen in Laken, dat sinds 2013 gesloten is wegens stabiliteitsproblemen. Ze richtte een vzw op die het gebouw 30 jaar mag beheren en met privégeld renoveert. De opening is gepland in 2028, met tentoonstellingen rond de Zijderoute en verhuur voor evenementen. Hennebert verzamelde al het eerste miljoen van de benodigde 6 à 7 miljoen euro. Ze benadrukt dat sponsors, ook Chinese, geen zeggenschap krijgen. Later wil ze ook de Japanse Toren aanpakken.

 

Hieromtrent volgende vragen aan de minister:

 

Waarom heeft de Regie der Gebouwen het Chinees Paviljoen jarenlang laten verkommeren, ondanks de monumentenstatus sinds 2019?

Welke concrete acties heeft de Regie sinds 2013 ondernomen om het gebouw te stabiliseren of te onderhouden? Hoeveel heeft dit gekost?

Waarom was er geen transparante communicatie over de sluiting van het Paviljoen en de Japanse Toren richting het publiek?

Waarom heeft de Regie pas actie ondernomen na ingebrekestelling door de minister van Erfgoed?

Hoe wordt de waarde van de erfgoedsite beschermd bij commerciële exploitatie door een private vzw?

Werd er een openbare aanbesteding of andere vorm van transparantie toegepast bij het toekennen van de concessie aan de vzw?

Is er een langetermijnplanning of monitoringmechanisme opgezet om de toestand van zowel het Paviljoen als de Japanse Toren te bewaken?

Wie is aansprakelijk bij schade of nieuwe structurele problemen tijdens of na de restauratie?

Ziet de Regie mogelijkheden om ook de Japanse Toren in concessie te geven, bijvoorbeeld aan dezelfde vzw?

Hoe wordt gegarandeerd dat het Chinees Paviljoen toegankelijk blijft voor het brede publiek, ook op langere termijn?

Welke rol speelt de Regie bij het toezicht op de inhoudelijke invulling van de tentoonstellingen en het publieke karakter van de site?

 

14.02 Minister Vanessa Matz: Mevrouw Huybrechts, in 2016 heeft de Regie der Gebouwen een overheidsopdracht gelanceerd voor een restauratiestudie van de site, die eind 2017 werd gegund. Dit gebeurde dus voor de inschrijving van de site op de lijst van beschermde monumenten.

 

Tussen februari en augustus 2021 zijn dringende conserverings- en beschermingswerken uitgevoerd voor een totaal bedrag van 183.715 euro. Het oorspronkelijke doel was om de site na restauratie opnieuw in gebruik te laten nemen door de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis.

 

Op 21 november 2022 heeft de staatssecretaris van Wetenschapsbeleid echter aangekondigd dat de KMKG zich opnieuw zouden concentreren op de site van het Jubelpark en het Muziekinstrumentenmuseum, waardoor de site van het Chinese Paviljoen geen directe federale bestemming meer had. Als gevolg daarvan heeft de ministerraad op 20 december 2024 beslist om een publiek-private samenwerking op te richten in de vorm van een vzw om de site te beheren.

 

De sluiting van de site werd aangekondigd in oktober 2013 door de Regie der Gebouwen en de KMKG. Op de site zelf informeert een bord het publiek dat de gebouwen van de site om velerlei redenen gesloten zijn. Het park zelf is toegankelijk gebleven en zal dat ook blijven. Een Brussels toerismekantoor werd gecontacteerd met het verzoek om de nodige aanpassingen te doen aan de communicatie naar toeristen die Brussel bezoeken.

 

De concessieovereenkomst verbiedt commerciële activiteiten die niet stroken met de erfgoedbestemming van het goed. De commerciële exploitatie is ondergeschikt en dient enkel om de werkzaamheden, de activiteiten en de werking te financieren. De vzw is verantwoordelijk voor het beheer en de financiering van de werken, het behoud van het erfgoed en de opstelling van het publiek met de verplichting om haar culturele activiteiten te organiseren.

 

De Regie der Gebouwen, als effectief lid van de vzw, beschikt over beslissingsbevoegdheid binnen de organen ervan. Zij behoudt ook een permanent toegangsrecht tot de site om toe te zien op de naleving van de overeenkomst, met controle- en sanctiebevoegdheden.

 

De mededelingsprocedure was reëel. Er werden initiatieven genomen, zoals het versturen van een brochure via de Belgisch-Chinese Kamer van Koophandel. Sinds 2019 werd slechts één blijk van interesse geregistreerd, namelijk die van mevrouw Hennebert.

 

Alleen het Chinese Paviljoen valt onder deze concessie. Op dit moment is er geen voorstel om de Japanse Toren via eenzelfde vzw in concessie te geven.

 

14.03  Britt Huybrechts (VB): Mevrouw de minister, dank u wel voor uw zeer uitgebreid antwoord. Ik zal het nog eens in detail herbekijken, want ik heb niet alles kunnen noteren. Vervolgens zal ik eventueel nog extra vragen stellen. Ik vind het wel jammer dat er voor de Japanse Toren nog geen concrete plannen zijn. Misschien kunnen die er in de toekomst nog komen.

 

Desnoods moeten we daarvoor opnieuw op zoek gaan naar een trekker, zoals mevrouw Hennebert dat was, maar dat zal de toekomst uitwijzen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

De voorzitter: Vraag nr. 56005958C van de heer Piedbœuf is omgezet in een schriftelijke vraag. Dan zijn er samengevoegde vragen nr. 56005994C van mevrouw Delcourt en nr. 56005964C van de heer Daerden, die beiden niet aanwezig zijn.

 

15 Vraag van Tine Gielis aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "Het gebrek aan afstemming tussen Proximus en Fiberklaar" (56006044C)

15 Question de Tine Gielis à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "Le manque de coordination entre Proximus et Fiberklaar" (56006044C)

 

15.01  Tine Gielis (cd&v): Fiberklaar werd in 2021 opgericht als een joint venture tussen EQT en Proximus. In juli 2024 nam Proximus het resterende belang over en werd het voor 100 % eigenaar. Sindsdien opereert Fiberklaar als zelfstandige entiteit in de Proximus Groep, als motor voor de uitrol van glasvezel in Vlaanderen.

 

Er bereiken ons hierover alarmerende signalen van het werkveld, met name dat de afstemming tussen Proximus en Fiberklaar op het terrein vandaag te wensen overlaat. Bij grote infrastructuurwerken zoals de heraanleg van wegen of rioleringswerken worden bestaande kopernetwerken niet langer hernieuwd, omdat men ervan uitgaat dat de aansluiting in de toekomst via Fiberklaar zal verlopen en de kopernetwerken dus niet vervangen zullen worden. Dat resulteert in eigenaardige situaties op het terrein. Zo ontstaan er op plaatsen waar Proximus de enige aanbieder is, nieuwe witte zones, waar er geen Proximusaansluiting is. Dat staat haaks op het federale beleid, dat net inzet op het wegwerken van dergelijke zones.

 

Bent u op de hoogte van de problematiek en ontvangt u gelijkaardige signalen vanuit het werkveld? Hebt u hierover reeds overleg gevoerd met Proximus? Kunt u een systematische afstemming van Proximus met Fiberklaar garanderen, zodat er geen nieuwe witte zones ontstaan, zelfs niet tijdelijk, wanneer het kopernetwerk wordt afgesloten?

 

15.02 Minister Vanessa Matz: Mevrouw Gielis, zowel om economische als ecologische redenen wil Proximus vermijden dat het zijn oude kopernetwerk blijft vernieuwen op plaatsen waar al glasvezel beschikbaar is. Waar Proximus zelf glasvezel uitrolt, gebeurt dat via een gestructureerd en transparant migratieproces.

 

Klanten worden ruim op tijd geïnformeerd en het BIPT wordt twee jaar of een jaar bij versnelde procedures op voorhand verwittigd. De meeste klanten stappen vlot over. In enkele gevallen kiest men voor een andere operator.

 

Slechts een heel klein aantal koperleidingen wordt afgesloten na meerdere herinneringen. Waar Fiberklaar het netwerk heeft uitgerold, heeft Proximus het kopernetwerk nog niet stopgezet. Een uitzondering is een proefproject in Berlaar omdat daar over zes maanden rioleringswerken van start gaan en Proximus wil vermijden om het kopernetwerk opnieuw aan te leggen, terwijl Fiberklaar al glasvezel heeft uitgerold. De dertig betrokken klanten werden geïnformeerd net als de groothandelsklanten. Nog drie klanten moeten overstappen, maar Proximus verwacht geen problemen. Alles verloopt daar in goede samenwerking met Fiberklaar. Het BIPT werd op 6 maart 2025 op de hoogte gebracht.

 

Ik wil u, ten slotte, geruststellen. Proximus wil absoluut blijven samenwerken met Fiberklaar, zodat klanten steeds correct worden bediend zonder onderbreking van hun aansluiting.

 

15.03  Tine Gielis (cd&v): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik ben enigszins gerustgesteld, want het signaal dat wij hebben opgevangen, kwam uit Berlaar, waarnaar u hebt verwezen als een piloot- of proefproject. U garandeert dus dat de gebruikers geen hindernissen of wachttijden zullen ondervinden. Ik zal dat aan de betrokkenen terugkoppelen en wij zullen erop toezien dat zij inderdaad geen hinder ondervinden. Mocht dat wel het geval zijn, dan zullen wij u daar opnieuw over bevragen.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

16 Question de Dimitri Legasse à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "La politique spatiale belge" (56006265C)

16 Vraag van Dimitri Legasse aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "Het Belgische ruimtevaartbeleid" (56006265C)

 

16.01  Dimitri Legasse (PS): Madame la ministre, votre budget prévoit 250 millions d'euros pour l'Agence Spatiale Européenne (ESA), financés par la défense. Nous avons déjà évoqué ce sujet.

 

Pour notre groupe, ce financement, s'il est ponctuel en 2025, ne peut devenir structurel. C'est un non-sens de vouloir militariser l'espace. De notre point de vue, il est essentiel que la politique scientifique conserve son autonomie et que les priorités militaires ne viennent pas absorber ou polluer les moyens destinés à la recherche civile.

 

Je voudrais revenir, aujourd'hui, avec vous sur les solutions structurelles envisagées et prévues pour continuer à maintenir le budget actuel de l'ESA jusqu'à la fin de la législature, en faisant abstraction évidement de la défense au niveau de vos crédits?

 

16.02  Vanessa Matz, ministre: Monsieur Legasse, je pense que l'on ne peut faire abstraction du fait qu'il y a un certain nombre d'applications qui sont duales, tant pour le secteur civil que militaire. J'en veux pour preuve le programme que l'ESA est occupé à mettre au point. Vous connaissez leurs missions: développer un programme spatial civil (observation de la terre, phénomènes climatiques) et participer à des programmes spatiaux militaires. Par conséquent, l'ESA met lui-même en place un programme spécifique où sont mélangés sécurité-défense et civil.

 

Mon but n'est certainement pas de militariser l'espace, loin s'en faut. Je me permets simplement de rappeler que c'est mon prédécesseur, Thomas Dermine, avec lequel j'ai encore discuté, il y a trois semaines environ, qui est à l'origine de ce protocole avec la Défense. Le pied a été mis dans la porte évidemment bien avant mes prises de fonction. Cela ne signifie pas que la Défense a une tutelle sur la politique scientifique et la politique spatiale. Il s'agit d'indiquer qu'un certain nombre d'activités liées à l'observation de la terre, peuvent aussi servir à la défense dans un contexte géopolitique tel que nous le connaissons, c'est-à-dire essayer d'avoir une souveraineté eu égard aux satellites, aux télécommunications, aux applications GPS, etc.

 

Je suis en discussion avec la Défense pour déterminer dans quelle mesure le protocole BELSPO-Défense peut être prolongé sur une base pluriannuelle. Pour l'instant, aucun montant n'a été déterminé. C'est dans le cadre du budget supplémentaire que je demande pour l’année 2026. J'ai évidemment besoin d’aller aussi à la ministérielle du mois de novembre, où seront effectivement déterminés les montants dédiés à l'Agence Spatiale Européenne (ESA). J’ai donc en effet besoin d’un budget à la hauteur des ambitions que nous avons toujours eues en Belgique, à savoir celle d’être le cinquième contributeur à l’ESA.

 

Toutes ces demandes de budget complémentaire visent à définir les partenariats que nous pouvons nouer avec la Défense mais, en dehors de cela, j'ai également sollicité des budgets complémentaires pour pouvoir être à la hauteur des ambitions que nous avons en Belgique, qui sont avant tout des ambitions de recherche scientifique et civile, avant des ambitions de défense.

 

Cela étant dit, il est clair qu’il existe des applications dual use, pour lesquelles nous devons pouvoir collaborer avec la Défense. Je vous remercie.

 

16.03  Dimitri Legasse (PS): Tout à l'heure, madame la ministre, vous me parliez de la Régie en évoquant Mathieu Michel, sans le citer, je pense. Maintenant, vous me parlez de Thomas Dermine. Vous n'êtes ministre que depuis quelques mois et j'entends bien que avez une forme de continuité à assumer ou à assurer par rapport à ce qui a été fait par le passé.

 

Toutefois, ici, il est vraiment question de financement structurel, qu'on aperçoit à peine, voire pas du tout, si ce n'est via BELSPO, ou un protocole avec la Défense, ou une sollicitation de budget complémentaire.

 

Très sincèrement, il faudra en faire davantage. C’est vous qui êtes ministre, pas moi. Je vous y engage, comme diraient d'autres. Je vous demande vraiment, qu’il s’agisse de démilitarisation de la défense ou de protocoles d’accord ou de demandes complémentaires, d’assurer structurellement un financement. Nous sommes peut-être le cinquième contributeur de l’ESA, mais, à ce rythme, nous risquons de ne plus l’être.

 

Il y a aussi d'autres éléments... Je ne vais pas vous citer le télescope Einstein, c’est autre chose, mais il y a lieu vraiment de s’inquiéter de la partie civile. Je sais que le contexte géopolitique, aujourd’hui, est prétexte à beaucoup de choses, mais il ne faudrait pas que l’argument devienne une ficelle trop visible. Je vous remercie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

17 Vraag van Nele Daenen aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De alarmerende toestand van meerdere beschermde federale gebouwen in het Brussels Gewest" (56006313C)

17 Question de Nele Daenen à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "L'état alarmant de plusieurs immeubles fédéraux classés dans la Région bruxelloise" (56006313C)

 

17.01  Nele Daenen (Vooruit): Mevrouw de minister, u hebt daarnet reeds een vraag van mevrouw Huybrechts beantwoord met betrekking tot het Chinees Paviljoen en de Japanse Toren. Uw antwoord was zeer duidelijk. Natuurlijk zijn er nog beschermde gebouwen die vandaag in slechte staat verkeren. Zo zijn er onder meer het zwembad van de Résidence Palace in de Europese wijk, de Orangerie en het domein Hertoginnedal in Oudergem. In die context wil ik u enkele vragen stellen.

 

Welke concrete onderhouds-, restauratie- en instandhoudingsmaatregelen werden er genomen, zijn er aan de gang of zijn er gepland, met name voor de sites van Laken, Résidence Palace en Hertoginnedal? Wat zijn de bevindingen van uw diensten, in het bijzonder de Regie der Gebouwen, over de huidige staat van die verschillende beschermde federale gebouwen in het Brussels Gewest?

 

Welke stappen onderneemt u naar aanleiding van de vordering tot staking die het Brussels Gewest in april 2024 heeft ingesteld? Hoe denkt de federale regering haar wettelijke verplichtingen inzake erfgoedbehoud na te komen? Wat is het standpunt van de federale regering in het kader van de lopende milieustakingsvordering? Overweegt u bemiddeling of een uitgebreid actieplan om verdere juridische stappen te vermijden?

 

Meer in het algemeen, wat is uw visie op het beleid inzake het onderhoud en de opwaardering van federaal beschermd erfgoed, met name in Brussel? Welke financiële en menselijke middelen worden daarvoor momenteel ingezet?

 

17.02 Minister Vanessa Matz: De Regie der Gebouwen hecht veel belang aan het beheer en de instandhouding van het architecturale erfgoed. Ze is zich bewust van de historische, culturele en symbolische waarde van die gebouwen en zet zich actief in voor hun onderhoud, restauratie en beveiliging.

 

Ook de in hetzelfde park gelegen Japanse Toren krijgt voortdurend aandacht. Na het vaststellen van huiszwam in de kelder werden beschermende maatregelen genomen en werd in overleg met urban.brussels een definitieve sanering gepland. De ventilatie werd aanzienlijk verbeterd en de vernieuwing van het bordes is gepland in 2026.

 

Het park zelf wordt onderhouden door Leefmilieu Brussel en blijft toegankelijk voor het publiek.

 

In de Résidence Palace werden in 2023 en 2024 onderhouds- en renovatiewerken uitgevoerd, onder meer in de spiegelzaal, de sanitaire voorzieningen en de gemeenschappelijke ruimtes. Een nieuwe opdracht wordt voorbereid voor het onderhoud van het zwembad. In Hertoginnedal waakt de Regie der Gebouwen over de beveiliging van de gebouwen en het onderhoud van de groene zones. Er werden gerichte werken uitgevoerd aan de orangerie en de priorij.

 

De Regie der Gebouwen hanteert een langetermijnvisie. Goed erfgoedbeheer vereist niet alleen blijvende investeringen, maar ook duurzaam en passend gebruik van de gebouwen. De samenwerking met partners zoals urban.brussels maakt deel uit van deze actieve en doordachte benadering van erfgoedzorg.

 

17.03  Nele Daenen (Vooruit): Dank u wel, mevrouw de minister, voor uw antwoorden. Ik ben zeker blij dat er belang wordt gehecht aan heel wat beschermde gebouwen en dat er een langetermijnvisie zal worden uitgewerkt of al wordt uitgerold om tot duurzame gebouwen te komen.

 

Ook de renovatiewerken die reeds zijn gebeurd in de bewuste beschermde gebouwen doen me alleszins geloven dat er inderdaad vorderingen zullen zijn. Het is gewoon heel erg belangrijk dat hier voortdurend aandacht aan wordt besteed, want beschermde gebouwen vergen nu eenmaal veel onderhoud, vandaar mijn vraag.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

18 Vraag van Nele Daenen aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De toekomst van de gevangenissites van Vorst en Sint-Gillis" (56006314C)

18 Question de Nele Daenen à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "L'avenir des sites pénitentiaires de Forest et Saint-Gilles" (56006314C)

 

18.01  Nele Daenen (Vooruit): Mevrouw de minister, de gevangenissite van Vorst staat al sinds eind 2022, dus meer dan twee jaar, leeg, wat een groot risico op verloedering, vandalisme en structurele schade meebrengt. Oorspronkelijk zou de gevangenis van Sint-Gillis eind 2024 sluiten, maar volgens recente berichtgeving is de nieuwe sluitingsdatum nog onduidelijk, terwijl de levensomstandigheden er erbarmelijk zijn.

 

Ten eerste heb ik vragen over de langetermijnvisie. Wat is uw federaal strategisch plan voor de definitieve herbestemming van de sites van Vorst en Sint-Gillis?

 

Bestaat er een formele samenwerking met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in dat verband en tegen wanneer wordt een concreet kader verwacht?

 

Er is ook veel onzekerheid over de sluiting van de gevangenissite van Sint-Gillis. Kunt u verduidelijken tot wanneer de gevangenis van Sint-Gillis openblijft en welke criteria de planning bepalen? Wat betekent die onzekerheid voor het traject van herbestemming en tijdelijke invulling?

 

Bent u, gelet op het feit dat de site van Vorst al meer dan twee jaar leegstaat, en gelet op de beperkte antikraakbewoning, bereid om op zeer korte termijn over te gaan tot een tijdelijke invulling? Welke concrete initiatieven acht u mogelijk? Binnen welk tijdskader kunnen ze worden opgestart? Bent u bereid om daarvoor samen te werken met Brusselse actoren?

 

18.02 Minister Vanessa Matz: De beslissing over een verlenging van de gevangenisactiviteit op de site van Sint-Gillis moet op het niveau van de federale regering worden genomen. In een context die wordt gekenmerkt door de aanhoudende overbevolking in onze gevangenissen, heeft de Regie der Gebouwen de opdracht gekregen om te onderzoeken welke technische en financiële gevolgen een tijdelijke verlenging zou hebben. Het gaat dan vooral om de minimale investeringen die nodig zijn om de gevangenis veilig en werkbaar te houden.

 

Voor de site van Vorst die sinds 2022 leegstaat, is er in een antikraakbewoning voorzien. Die maatregel helpt om het gebouw te beschermen tegen vandalisme en schade in afwachting van een nieuwe bestemming. Daarnaast werkt de Regie der Gebouwen aan een overeenkomst van tijdelijke bezetting met de vzw Negen vierkante meter.

 

Het pilootproject moet tijdelijk invulling geven aan de site verenigbaar met de staat van de infrastructuur. De regie staat ook open voor andere voorstellen voor tijdelijke invullingen, zolang die veilig, juridisch correct en financieel haalbaar zijn.

 

Het strategische doel blijft om de site van Vorst te verkopen. Door de ligging en de ruimte biedt het terrein veel potentieel voor een nieuwe bestemming. De federale overheid wil die verkoop voorbereiden in overleg met het Brussels Gewest en de betrokken gemeenten. In afwachting van de verkoop zijn tijdelijke projecten welkom, op voorwaarde dat zij bijdragen aan het behoud van het gebouw in goede staat en bij de overgang naar een nieuwe functie passen.

 

18.03  Nele Daenen (Vooruit): Dank u wel, mevrouw de minister, voor uw uitgebreide toelichting.

 

Indien het noodzakelijk is om de gevangenis van Sint-Gillis langer open te houden, dan moeten er effectief noodzakelijke investeringen worden gedaan. Het is dus afwachten wat er met die gevangenis zal gebeuren.

 

Wat de site van Vorst betreft: u geeft aan dat die in afwachting van een definitieve verkoop tijdelijk zal worden gebruikt door de vzw Negen vierkante meter. Dat is alvast positief, want u vermijdt leegstand. We zijn ook tevreden dat er strategisch wordt nagedacht over een eventuele verkoop van Vorst.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

19 Question de Dimitri Legasse à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "La réouverture du palais de justice de Nivelles" (56006322C)

19 Vraag van Dimitri Legasse aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De heropening van het gerechtsgebouw te Nijvel" (56006322C)

 

19.01  Dimitri Legasse (PS): Madame la ministre, nous avons récemment appris que le bourgmestre de Nivelles avait levé la fermeture du palais de justice de Nivelles le 17 juin dernier et que les audiences y reprendraient dès ce 1er juillet. Pour rappel, le bâtiment n’était plus en conformité en matière de sécurité et les archives stockées dans les caves et les combles présentaient des risques importants d’incendie.

 

On doit évidemment se réjouir d’une telle issue. Depuis le mois de décembre dernier, le travail tant du personnel que des magistrats et avocats était plus compliqué, les audiences étant déplacées sur le site de l’annexe du palais de justice.

 

Les travaux qui doivent permettre au bâtiment d’être en conformité ont pris du retard et le bourgmestre a mis la Régie des Bâtiments en demeure de réaliser des travaux de compartimentage pour le 30 novembre. L’arrêté met également en demeure la Régie de mettre l’électricité en conformité pour la fin du mois de janvier 2026.

 

Madame la ministre, pouvez-vous nous assurer que les travaux demandés et qui sont nécessaires seront réalisés dans les délais prévus?

 

Avez-vous eu connaissance du rapport de la zone de secours du Brabant wallon, qui dit en substance qu’elle décline toute responsabilité en cas d’incendie dans le palais? Si oui, avez-vous donné votre aval à cette réouverture, malgré les risques pointés par la zone de secours? En cas de problème, qui serait tenu pour responsable?

 

19.02  Vanessa Matz, ministre: Monsieur Legasse, tout d'abord, je précise que je n'ai pas de feu vert à donner pour cette réouverture.

 

Il faut évidemment se réjouir de la réouverture du palais de justice de Nivelles. Elle permettra de tenir des audiences dans des conditions plus adaptées, au bénéfice des magistrats, du personnel judiciaire, des avocats et des justiciables. Je suis bien consciente des contraintes importantes que le déplacement temporaire des audiences dans l'annexe a engendrées depuis le mois de décembre dernier. Je me suis personnellement rendue sur place en compagnie de la ministre de la Justice pour constater la situation et échanger avec les acteurs concernés.

 

Lors d'une réunion en présence du bourgmestre, des représentants de la Régie des Bâtiments, du SPF Justice et de la zone de secours du Brabant wallon, qui s'est tenue le 13 juin 2025 sur site, il a été constaté que les archives des combles et caves avaient été évacuées.

 

Un rapport de stabilité favorable a été émis. Le système de détection incendie est en ordre, conforme et entretenu. Le souci de champignons dans la cave est résolu.

 

À l'issue de cette réunion, la Régie des Bâtiments a confirmé la fin des travaux de compartimentage pour novembre 2025 et la fin des travaux de mise en conformité pour janvier 2026.

 

S'agissant des travaux, je peux vous confirmer qu'ils avancent conformément au planning convenu à la suite des échanges entre les différentes parties prenantes. La Régie des Bâtiments suit activement le chantier afin de respecter les délais fixés. Je reste par ailleurs régulièrement informée de l'évolution du chantier par les services compétents.

 

Soyez assurés que la sécurité des personnes reste une priorité absolue et que je continuerai à suivre ce dossier avec toute l'attention requise.

 

19.03  Dimitri Legasse (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses.

 

Vous nous rassurez quant aux échéances exigées en quelque sorte dans l'arrêté du bourgmestre et aux délais qu'ils a donnés au propriétaire pour mettre son bâtiment en ordre. Le propriétaire, si je ne m'abuse, est la Régie des Bâtiments. Que vous n'ayez pas d'aval à donner est une chose, que vous soyez particulièrement attentive en est une autre – et fort heureusement. Moi aussi, je me réjouis que les conditions vont s'améliorer et que l'on puisse imaginer que d'ici la fin de l'année, ou en tout cas d'ici au mois de janvier au plus tard, tout cela rentre dans l'ordre.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

20 Question de Aurore Tourneur à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "La parité linguistique dans les hautes fonctions de direction des entreprises publiques" (56006347C)

20 Vraag van Aurore Tourneur aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De taalpariteit voor de hoge leidinggevende functies bij overheidsbedrijven" (56006347C)

 

20.01  Aurore Tourneur (Les Engagés): Madame la ministre, la récente nomination du nouveau CEO de Proximus a relancé le débat quant à l'équilibre linguistique au sein des hautes fonctions de direction des entreprises publiques belges. En effet, une majorité de CEO actuellement en poste à la tête des entreprises publiques est néerlandophone.

 

Sans remettre en question les compétences des personnes nommées, cette situation interroge sur la représentativité de toutes les composantes de notre pays au sein des organes dirigeants de nos entreprises publiques, qui jouent un rôle stratégique et sont financées par tous les citoyens.

 

Madame la ministre,

 

- En tant que ministre de tutelle de bpost et de Proximus, comment pouvez-vous veiller au respect de l'équilibre linguistique à la tête de ces entreprises publiques?

 

- Des critères relatifs à la représentativité communautaire sont-ils actuellement pris en compte dans les processus de sélection et de nomination à ces hautes fonctions de direction?

 

- Envisagez-vous, dans un avenir proche, de renforcer les mécanismes garantissant un meilleur équilibre linguistique, dans le respect des principes de compétence?

 

Je vous remercie pour vos réponses.

 

20.02  Vanessa Matz, ministre: Je tiens tout d'abord à rappeler que les conseils d'administration de ces entreprises reposent sur le principe de la triple parité: parité hommes-femmes parmi les administrateurs; équilibre linguistique entre francophones et néerlandophones; équilibre entre administrateurs indépendants et administrateurs désignés par l'État. Ces équilibres structurels contribuent à garantir une représentativité et une pluralité des points de vue dans les instances de gouvernance. Concernant le processus de sélection du nouveau CEO de Proximus, la priorité absolue était de désigner le meilleur candidat en fonction de ses compétences et de son expérience, indépendamment de son sexe ou de sa langue. Il s'agit d'un poste hautement stratégique pour lequel l'intérêt de l'entreprise et de l'ensemble des usagers doit primer. Néanmoins, je suis très attentive à l'équilibre linguistique global à la tête de l'entreprise, sachant que ce n'est pas une obligation légale mais une recommandation. Comme vous l'indiquez, avec la désignation d'un nouveau CEO néerlandophone, le nouveau président du conseil d'administration devra être francophone. Le départ annoncé de M. Stefaan De Clerck ouvre cette possibilité. Conformément au statut, une prolongation exceptionnelle d'un an maximum de son mandat a pour but d'assurer une transition stable en attendant de désigner son successeur. Je m'attelle désormais à trouver un successeur francophone à M. De Clerck dans le respect des différents équilibres et de l'intérêt de l'entreprise.

 

20.03  Aurore Tourneur (Les Engagés): Merci, madame la ministre pour votre réponse. Je pense en effet que dans un souci de cohésion fédérale et d'équilibre institutionnel, il est important de veiller à une juste représentation des différentes communautés au sein de ces structures, sans pour autant, comme vous l'avez très bien souligné, sacrifier l'exigence de la compétence dans les recrutements.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

21 Vraag van Lieve Truyman aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De modernisering van het vastgoedpatrimonium" (56006359C)

21 Question de Lieve Truyman à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "La modernisation du patrimoine immobilier" (56006359C)

 

21.01  Lieve Truyman (N-VA): Mevrouw de minister, ook al is mijn vraag niet nieuw, het is belangrijk om daarop een volledig antwoord te krijgen. De Regie der Gebouwen kampt al jaren met de uitdaging om de gebouwen van onder andere justitie, politie, musea en administraties, die ze in beheer heeft en die vaak in slechte staat zijn, waar er dus heel wat werk aan de winkel is, terwijl ze net het uithangbord van onze overheid moeten zijn, op een transparante manier in kaart te brengen.

 

Op zich lijkt dat mij nochtans niet zo moeilijk. Elk jaar ontvangt de Regie der Gebouwen immers huurinkomsten van de diverse FOD’s van de FOD Justitie tot de FOD Economie en FOD Mobiliteit en betaalt zij belastingen op basis van het kadastraal inkomen. Daarmee heeft men dus toch een overzicht van alle gebouwen die men in het beheer heeft?

 

Daarom doe ik nogmaals een oproep om de parlementsleden sneller dan om de vier jaar een overzicht van alle gebouwen in het beheer van de Regie der Gebouwen, dus gebouwen die zij huurt of verhuurt dan wel waarvan ze eigenaar is, te bezorgen.

 

In veel steden en gemeenten staan er gebouwen van de Regie der Gebouwen leeg. In mijn eigen gemeente staat er bijvoorbeeld al vijftien jaar een gebouw leeg, waarin vroeger de federale dienst van de belastingen gevestigd was. Het lokaal bestuur heeft meermaals gevraagd naar de intenties en plannen voor dat gebouw, maar we hebben daar nooit een sluitend antwoord op gekregen of zelfs helemaal geen antwoord. Dat probleem is niet uniek; heel wat steden en gemeenten kampen ermee. Hoe langer gebouwen leegstaan, hoe groter het risico op verloedering en vandalisme. Lokale besturen worstelen daarmee en moeten daarvoor dan oplossingen zoeken.

 

Ik denk dat wij in het huis hier de sleutel in handen hebben om voor leegstaande overheidsgebouwen sneller een oplossing te vinden, bijvoorbeeld door ze te verkopen. Hoe sneller men die gebouwen verkoopt, hoe vlugger men over middelen beschikt. Ik denk dat we die middelen voor de broodnodige restauratiewerken kunnen aanwenden. Mevrouw de minister, graag kreeg ik antwoord op mijn vragen in mijn schriftelijke voorbereiding.

 

21.02 Minister Vanessa Matz: Mevrouw Truyman, ik heb bij mijn aantreden als minister al meteen het strategisch project van het vastgoedkadaster op de agenda heb gezet. Mijn doel is duidelijk: eindelijk beschikken over een geïntegreerd, volledig en operationeel overzicht van het vastgoedpatrimonium van de federale staat.

 

We werken gefaseerd. Vanaf oktober 2025 zal een eerste versie beschikbaar zijn voor het Parlement. Die versie zal gegevens bevatten over de oppervlakten, de gebruikers en de leegstand van zowel de staatseigendommen als de gehuurde gebouwen. In volgende fasen komen daar gegevens bij over onder meer het energieverbruik en de technische installaties. Dat kadaster is essentieel om het beheer van het vastgoed van de staat te moderniseren en te professionaliseren. Het wordt een onderdeel van het nieuwe beheerscontract, dat momenteel met de Regie der Gebouwen wordt besproken.

 

Wat de leegstaande gebouwen betreft, kan de regie die tijdelijk ter beschikking stellen via een kaderovereenkomst. Een externe dienstverlener staat in voor het beheer, de beveiliging en de opvolging tijdens die periode.

 

Ten slotte, de piste om de regie tot een nv van publiek recht om te vormen, werd vroeger al onderzocht, maar niet opgenomen in het regeerakkoord. Ik kies voor een efficiëntere en transparantere regie en ik zal dit jaar nog concrete voorstellen doen.

 

21.03  Lieve Truyman (N-VA): Bedankt, mevrouw de minister, voor uw antwoord.

 

Bij deze doe ik ook de suggestie om contact op te nemen met de lokale besturen. Er staan immers heel wat voormalige overheidsgebouwen leeg waarvan wij eigenaar zijn. Misschien kunnen we op die manier sneller een quick win realiseren. Ik volg het dossier verder op.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

22 Vraag van Lieve Truyman aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "De dynamisering van de FWI's" (56006360C)

22 Question de Lieve Truyman à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "La dynamisation des ESF" (56006360C)

 

22.01  Lieve Truyman (N-VA): Beste mevrouw de minister, het proces om onze FWI’s te moderniseren en te dynamiseren is een belangrijke stap in het leefbaar houden van onze instellingen.

 

Niet alleen is het essentieel dat de publieke middelen doeltreffend worden ingezet, ook een efficiënte beleidsvoering is cruciaal om de positie van onze instellingen op niveau te houden.

 

Daarom is onze fractie al lang voorstander van een vlotte en doordachte dynamisering van onze FWI’s.

 

Helaas ontbreekt een duidelijk tijdskader voor de verwezenlijkingen van dit proces.

 

Vandaar stel ik volgende vragen aan de minister:

 

1. Kunt u een overzichtelijke tijdslijn meegeven met de fasering hoe al deze hervormingen gepland staan? Welke hervormingen zullen hierbij eerst opgestart worden?

 

2. Is er een ultieme datum wanneer al deze projecten dienen afgewerkt en dus operationeel te zijn?

 

3. Wordt er op maat van iedere FWI afzonderlijk gewerkt en/of gaat u tewerk met een algemene aanpak?

 

22.02 Minister Vanessa Matz: De tien federale wetenschappelijke instellingen zullen worden samengevoegd in twee nieuwe entiteiten. Door deze hergroepering kunnen bepaalde ondersteunende diensten worden gebundeld en kunnen de verwachte begrotingsinspanningen worden opgevangen. Het betreft een voortzetting van de synergie die tijdens de vorige legislaturen al op gang is gebracht. Het hoofdidee is om hun aantrekkelijkheid en reactief vermogen te vergroten en de betrokken entiteiten meer strategische en operationele verantwoordelijkheden te geven.

 

De precieze vorm van deze nieuwe entiteiten moet nog worden bepaald. Dit traject zal gepaard gaan met een reeks andere maatregelen, zoals het voorstel voor een fiscaal model dat gunstiger is voor particulier mecenaat in onze instellingen. Die maatregelen moeten nog worden uitgewerkt. De details ervan en het tijdsschema worden momenteel uitgewerkt in de nieuwe strategische en operationele plannen van het wetenschapsbeleid.

 

De hervorming zou operationeel moeten zijn tegen 2027. Er zijn administratieve, operationele, juridische en personeelsmatige werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om het doel te bereiken. Als het mogelijk is om bepaalde fases te versnellen, zal ik het nodige doen om de overgang te vergemakkelijken en de operatie te versnellen, met inachtneming van het regelgevend kader en het overleg dat voor een dergelijk complexe operatie vereist is.

 

Het doel is te komen tot een globaal model dat alle federale wetenschappelijke instellingen onder mijn bevoegdheid omvat. Er wordt daarbij rekening gehouden met het behoud van de namen en merken van de huidige instellingen, die bij het grote publiek goed gekend zijn.

 

22.03  Lieve Truyman (N-VA): Bij deze heb ik wat meer informatie, waarvoor dank.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

23 Vraag van Nele Daenen aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "Het onderzoek naar locaties voor het forensisch psychiatrisch centrum door de Regie der Gebouwen" (56006381C)

23 Question de Nele Daenen à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "L'étude de la Régie des Bâtiments sur les sites d'implantation pour le centre de psychiatrie légale" (56006381C)

 

23.01  Nele Daenen (Vooruit): Mevrouw de minister, mijn vraag gaat inderdaad specifiek over de forensisch-psychiatrische instellingen en het onderzoek naar geschikte locaties. Momenteel is de opvangcapaciteit voor geïnterneerden in België volstrekt ontoereikend. Sommige geïnterneerden worden verplicht in een gevangenis ondergebracht. We weten allemaal dat zij daar niet op hun plaats zijn en dat er prioritair moet worden ingezet op nieuwe projecten met bijkomende opvangcapaciteit.

 

De Regie der Gebouwen onderzoekt daarom in opdracht van de federale overheid potentiële locaties voor de vestiging van een nieuw forensisch-psychiatrisch centrum. Dat onderzoek is momenteel volop aan de gang, vandaar de volgende vragen.

 

Is er al zicht op welke locaties in aanmerking komen voor de bouw van een nieuw FPC? Over hoeveel bijkomende locaties spreken we dan?

 

Welke criteria worden gehanteerd voor de selectie van de locaties en op welke basis gebeurt de definitieve selectie?

 

Klopt het – ik ben zelf schepen in de stad Tienen – dat mogelijk twee locaties in de stad Tienen worden overwogen, namelijk de Tiense Watervelden in Goetsenhoven en een locatie op het militair domein in Vissenaken?

 

Wordt er door de Regie der Gebouwen voorafgaand overleg georganiseerd met de mogelijk betrokken lokale overheden?

 

Op welke manier wordt er rekening gehouden met de extra belasting die een dergelijk forensisch-psychiatrisch centrum legt op de lokale politie, onder meer door extra veiligheidsmaatregelen en noodzakelijke interventies?

 

Wordt er rekening gehouden met de bezorgdheden van inwoners en omwonenden?

 

Tot slot, op welke termijn voorziet de Regie der Gebouwen een beslissing? Zal er daarbij rekening worden gehouden met de adviezen van de lokale overheden?

 

23.02 Minister Vanessa Matz: De Regie der Gebouwen heeft twee openbare aanbestedingen uitgeschreven voor de bouw van twee forensische psychiatrische centra, in Wavre en in Paifve. In Vlaanderen onderzoekt de Regie der Gebouwen verschillende pistes. Ik kan daarom geen uitsluitsel geven over de locatie die uiteindelijk gekozen zal worden. De twee locaties in Tienen worden nu onderzocht.

 

Er hebben ook gesprekken plaatsgevonden voor een site in Aalst, maar de Regie der Gebouwen kon het terrein niet verwerven, gelet op de gestelde verkoopsvoorwaarden. De basisvoorwaarde om een FPC te kunnen inplanten op een site is dat het terrein, of een voldoende groot deel van het terrein, bestemd is als zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut of herbestemd kan worden via een bestemmingswijziging via een gewestelijk uitvoeringsplan.

 

De sites worden geëvalueerd op basis van hun verschillende kwaliteiten. De bestemming volgens het gewestplan en de mobiliteit moeten geschikt zijn voor de site, of het moet mogelijk zijn deze geschikt te maken. Ook de vervuiling, de bestaande aansluitingen, de aanwezigheid van het potentiële risico van overstroming en de mogelijkheid van het gebruik van hernieuwbare energie worden onderzocht. Als aan deze basisvoorwaarden voldaan is, kan het terrein aan een eindgebruikerslocactieonderzoek onderworpen worden. Het doel is na te gaan of de inplanting werkbaar is op de site.

 

Als het terrein voldoet aan de voorwaarden wordt er overleg georganiseerd met de betrokken lokale overheden. Het is cruciaal dat er op het terrein bij de betrokken overheden draagvlak is voor het bouwen van een FPC. De Regie der Gebouwen organiseert altijd voorafgaande vergaderingen en hecht veel belang aan goede communicatie met de betrokken administraties.

 

23.03  Nele Daenen (Vooruit): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord en om het proces toe te lichten. Het is heel belangrijk dat een draagvlak wordt gecreëerd als een dergelijk centrum in een bepaalde gemeente zou worden gebouwd.

 

Ik heb begrepen dat het onderzoek nog steeds loopt en dat het niet duidelijk is welke locatie er geselecteerd zal worden. Ik zal hierop dus zeker nog terugkomen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 56006412C van mevrouw Huybrechts is omgezet in een schriftelijke vraag.

 

24 Vraag van Lieve Truyman aan Vanessa Matz (Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid) over "Het samenwerkingsakkoord over het park van Tervuren" (56006467C)

24 Question de Lieve Truyman à Vanessa Matz (Action et Modernisation publiques, Entreprises publiques, Fonction publique, Gestion immobilière de l'État, Numérique et Politique scientifique) sur "L'accord de coopération concernant le parc de Tervuren" (56006467C)

 

24.01  Lieve Truyman (N-VA): Mevrouw de minister, het Park van Tervuren staat voor twee derde onder het beheer van het Agentschap voor Natuur en Bos. Het resterend gedeelte, meer bepaald het drukbezochte deel rond de site van het Afrikamuseum, staat onder het beheer van de federale Regie der Gebouwen.

 

Omdat het Agentschap voor Natuur en Bos meer expertise en middelen voor natuurbehoud heeft en omdat het onderhoud van het parkgedeelte rond het Afrikamuseum achterstand had opgelopen, hadden de respectieve regeringen tijdens de legislatuur 2014-2019 het voornemen opgevat om een samenwerkingsakkoord te sluiten om de taken anders te verdelen. De Regie der Gebouwen zou verantwoordelijk blijven voor de bouwkundige taken op haar domein en het Agentschap voor Natuur en Bos zou het structureel natuurbehoud van het federaal deel voor haar rekening nemen. In ruil zou de federale overheid een toelage aan het Agentschap voor Natuur en Bos geven voor een periode van twintig jaar.

 

De Vlaamse overheid keurde die samenwerkingsovereenkomst reeds op 16 juli 2021 goed. De federale regering heeft dat tot op heden nog niet gedaan. Intussen blijft het onderhoud van het parkgedeelte dat onder het beheer van de Regie valt ondermaats. De Regie investeert momenteel wel in de restauratie van de brug over de spiegelvijvers, maar de oevers van die vijvers blijven ongemoeid en brokkelen verder af. De contracten voor bijvoorbeeld het ledigen van vuilbakken zijn beperkt, met als gevolg dat er op drukke dagen steevast klachten over zwerfvuil en dergelijke bij de gemeente Tervuren binnenkomen.

 

Mevrouw de minister, waarom werd de samenwerkingsovereenkomst tot op heden niet door de vorige federale regering goedgekeurd?

 

Herbevestigt u het engagement namens de huidige federale regering om het samenwerkingsakkoord af te sluiten?

 

Wat is de laatste stand van zaken over de federale goedkeuring van dat akkoord? Welke stappen moeten op het federaal niveau nog worden gezet? Tegen wanneer zou dat samenwerkingsakkoord ondertekend kunnen worden?

 

Aangezien de overeengekomen afspraak al vier jaar oud is, vraagt het lokaal bestuur van de gemeente Tervuren of de nodige indexatie op de federale toelage kan worden toegepast.

 

Het is de bedoeling dat er opnieuw een consensus met de verschillende betrokken partijen wordt bereikt.

 

24.02 Minister Vanessa Matz: Mevrouw Truyman, de overeenkomst tussen de Regie der Gebouwen en het Agentschap voor Natuur en Bos is nog niet goedgekeurd. De Regie der Gebouwen wenst nog altijd dat die overeenkomst wordt gesloten, gezien de voordelen van de samenwerking. De Regie der Gebouwen wordt daardoor niet alleen ontlast van het dagelijks onderhoud van het park, maar ook van de opmaak van bestekken en aanbestedingsprocedures voor de noodzakelijke investeringen, zoals die zijn opgenomen in het parkbeheerplan.

 

De Regie der Gebouwen beschikt niet over veel expertise inzake het dagelijks onderhoud van een openbaar park. Het Agentschap voor Natuur en Bos bezit die expertise wel en de Regie der Gebouwen wenst die aan te wenden om uitvoering te geven aan het parkbeheerplan. De aangepaste overeenkomst moet nog voor advies worden voorgelegd aan de Inspectie van Financiën, voordat de minister ze kan ondertekenen.

 

De geraamde jaarlijkse onderhoudskosten en investeringen moeten worden geactualiseerd bij de afronding van de overeenkomst. In de overeenkomst is niet in een indexatie voorzien, maar zijn wel verschillende evaluatiemomenten ingelast om te controleren of de geraamde onderhoudskosten overeenstemmen met de werkelijke kosten. Het jaarlijks bedrag voor de onderhoudswerken kan op verzoek van een van de partijen worden herzien, zowel naar boven als naar beneden, mits het bedrag wordt verantwoord en de stuurgroep het goedkeurt.

 

24.03  Lieve Truyman (N-VA): Mevrouw de minister, dat is een heel positief antwoord. Het klinkt goed in de oren. Hebt u enig idee hoeveel tijd de Inspectie van Financiën nodig zal hebben om een advies uit te brengen? (Nee)

 

Dat blijft dus een vraagteken. We zullen de kwestie blijven opvolgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Alle vragen zijn gesteld. Ik wil mevrouw de minister en haar team bedanken voor hun aanwezigheid, ook alle vraagstellers, het commissiesecretariaat, de diensten en uiteraard ook de tolken voor hun uitstekend werk.

 

La réunion publique de commission est levée à 15 h 31.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.31 uur.