Commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen |
Commission
de la Santé et de l'Égalité des chances |
van Dinsdag 1 juli 2025 Namiddag ______ |
du Mardi 1 juillet 2025 Après-midi ______ |
La réunion publique de commission est ouverte à 15 h 15 et présidée par Mme Ludivine Dedonder.
De openbare commissievergadering wordt geopend om 15.15 uur en voorgezeten door mevrouw Ludivine Dedonder.
01.01 Sam Van Rooy (VB): Mijnheer de minister, na de bloedige jihadistische terreuraanslag in Kashmir, waarbij 26 hindoes werden vermoord, laaide het gewelddadige historische conflict tussen India en Pakistan opnieuw op. In Nederland is een duidelijke toename zichtbaar van haat en bedreigingen tegen hindoes. Die escalatie komt niet uit het niets.
Hindoehaat of hindoefobie speelt al decennialang, vooral in de vorm van scheldpartijen, pesterijen en vernielingen. Betrokkenen vertellen dat de daders grotendeels uit islamitische hoek komen. Hindoes die zich uitspreken over die jihadistische aanslag krijgen te maken met grove beledigingen, scheldpartijen en haatcampagnes op sociale media. Naast termen als koelie, apenaanbidder en koeienpisdrinker klinken er ook harde bedreigingen, zoals "als ik jou ooit zie op straat, steek ik je helemaal lek, kankerkoelie" en "koelies en joden zijn de kanker van de wereld". Einde citaat.
De Nederlandse Hindoeraad opende dan ook een meldpunt voor discriminatie. Binnen 24 uur kwamen er al 50 meldingen binnen. Een week na de opening van dat meldpunt ontving de Hindoeraad echter een anonieme dreigbrief waarin stond: ʺDenk maar niet dat jullie veilig zijn in Nederland bij de volgers van de valse profeten Jezus en Mozes. Jullie zijn munafiqun" – dat zijn hypocrieten of valse gelovigen volgens de islam. "Wij weten waar jullie allemaal bijeenkomen.ʺ Einde citaat uit die dreigbrief. Er zijn ondertussen ook heel wat Hindoestaanse studenten en hindoepriesters die getuigen dat ze te maken krijgen met haat en bedreigingen. Er zijn ook heel wat aangiftes binnengekomen bij de Nederlandse politie.
Mijnheer de minister, wat is uw reactie daarop? Wilt u nagaan hoe het staat met de haat en bedreigingen tegen hindoes in ons land? Hoe wilt u die hindoefobie desgevallend aanpakken? Tot slot, hoe wilt u voorkomen dat het jihadistische conflict tussen India en Pakistan geïmporteerd wordt in België?
01.02 Minister Rob Beenders: Mijnheer Van Rooy, ik dank u voor uw vraag.
De beleidsbrief die we gepresenteerd hebben en het regeerakkoord, waren steeds duidelijk: met deze regering, en uiteraard ook als bevoegd minister voor Gelijke Kansen, zullen we elke vorm van discriminatie veroordelen. Of het nu gaat om haat of geweld tegen een persoon op basis van een of meerdere beschermde criteria, zoals geloofsovertuiging, seksuele geaardheid of andere, ze zijn voor ons allen gelijkwaardig en zullen wat discriminatie betreft altijd ten strengste veroordeeld worden.
Geloofsovertuiging en ook levensbeschouwing zijn beschermde criteria, die overeenkomstig de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie zijn opgenomen. Dat criterium kan in dit geval met name van toepassing zijn op hindoes. Het beleid dat ik voer, met de bevoegdheden waarover ik beschik in de strijd tegen discriminatie, richt zich tot alle burgers en betreft alle door de antidiscriminatiewetten beschermde criteria.
Wanneer het gaat over optreden in concrete gevallen, dient men zich te richten tot de minister van Justitie of de minister van Buitenlandse Zaken, die eveneens bevoegdheden hebben inzake deze materie. Wat het optreden tegen discriminatie betreft, ben ik steeds zeer duidelijk geweest en zal ik dat ook blijven.
01.03 Sam Van Rooy (VB): Mijnheer de minister, u beseft toch dat hindoes historisch gezien systematisch vervolgd worden door moslims? Historicus Will Durant bestempelt de islamitische verovering van India als waarschijnlijk het bloedigste verhaal in de geschiedenis. De islamitische leer staat zeer vijandig tegenover de niet-moslim en zeker tegenover polytheïsten of moeshrikien, waartoe hindoes behoren.
Deze regering, met name u, wil de zogenaamde islamofobie aanpakken – u zegt dat letterlijk –, maar dat is een jihadistische strijdterm, afkomstig van moslimfundamentalisten zoals de Moslimbroederschap, bedoeld om onze samenleving te islamiseren. Tegelijkertijd zwijgt u, en deze regering, in alle talen over christianofobie of hindoefobie, die nochtans inherent zijn aan de islamitische doctrine. In feite voert u, mijnheer de minister, en voert deze regering, een discriminerend beleid dat in de kaart speelt van de talloze moslimfundamentalisten op ons grondgebied.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02.01 Sam Van Rooy (VB): Mijnheer de minister, u hebt het vast gezien. Op videobeelden is te zien dat op het Brusselse Bethlehemplein – nota bene het Bethlehemplein – een re-enactment plaatsvond waarbij jihadistische terreur werd verheerlijkt. Het betrof het zogenaamde Resistance Festival op 6, 7 en 8 juni. Daar werd door gemaskerde moslims ook opgeroepen tot het vermoorden van joden – intifada, weet u wel – en tot de vernietiging van Israël from the river to the sea. Ik citeer enkele andere leuzen op dat festival: "Fuck the police" en "ACAB", wat all cops are bastards betekent.
Een van de organisatoren was het antisemitische Samidoun, dat dodelijke jihadistische terreur verheerlijkt en dat, dacht ik toch, door de regering verboden zou worden. Het festival vond bovendien plaats in samenwerking met de, met belastinggeld gesubsidieerde, culturele centra TK en de Pianofabriek in Sint-Gillis. De minister van Defensie, Theo Francken, noemde dat – ik citeer – "shockerend en onaanvaardbaar" en veroordeelde met klem – ik citeer opnieuw – "de haatperformance waarbij terreur wordt verheerlijkt".
De burgemeester van Sint-Gillis, de heer Spinette, stelde dat – ik citeer – "sommige beelden geïnterpreteerd kunnen worden als een oproep tot geweld of een verheerlijking van terrorisme". Mogelijk zou het dossier aan het parket worden overgemaakt. Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken hieromtrent?
Begrijpt u als minister van Gelijke Kansen en bevoegd voor discriminatie dat talloze mensen, zeker joden, compleet geschokt zijn bij het zien van deze beelden en het horen van die antisemitische en jihadterreurverheerlijkende leuzen?
Bent u evenzeer geschokt en beaamt u de woorden van uw collega, minister Francken?
Wat vindt u ervan dat zoiets gesubsidieerd werd met belastinggeld?
Bent u het met mij eens dat een dergelijk evenement antisemitisme en jihadistische radicalisering stimuleert? Zo neen, waarom niet?
Tot slot, wilt u er, als minister bevoegd voor discriminatie, voor proberen te zorgen dat een dergelijk antisemitisch en jihadistisch evenement nooit meer kan plaatsvinden op ons grondgebied?
02.02 Minister Rob Beenders: Ik dank u voor uw vraag.
België is een rechtsstaat die fundamentele vrijheden, zoals de vrijheid van meningsuiting en het recht op betoging, waarborgt. Die vrijheden zijn echter niet absoluut en mogen nooit worden misbruikt voor het zaaien van haat of het verheerlijken van geweld. Ik veroordeel dan ook ten stelligste elke vorm van verheerlijking van terrorisme of oproep tot geweld. Dergelijke uitingen zijn onaanvaardbaar en hebben geen plaats in onze samenleving.
Voor de specifieke gebeurtenissen waarnaar u verwijst, kan ik u enkel doorverwijzen naar de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de beoordeling en indien nodig voor het ondernemen van gepaste juridische stappen. Ik heb het volste vertrouwen in onze rechterlijke macht dat die zijn werk naar behoren verricht. Ook voor de subsidiëring van de culturele centra waarnaar u verwijst, ben ik niet bevoegd. Ik verwijs u door naar de bevoegde instanties.
02.03 Sam Van Rooy (VB): Mijnheer de minister, u bent misschien niet bevoegd, maar ik had toch verwacht wat stevigere woorden van u te mogen horen over de kwestie.
Dit hier is België anno 2025. (De spreker toont beelden aan de minister.) Ik toon de beelden nogmaals, omdat ze veelzeggend zijn. We zijn inmiddels Belgistan geworden, maar ik hoor van u geen zware woorden daarover. Vindt u het normaal dat zoiets plaatsvindt in onze straten anno 2025? Ik mag hopen van niet. Ik heb hier nog een foto die even veelzeggend is. (De spreker toont ook nog een foto aan de minister.)
Na 60 jaar van ongecontroleerde massa-immigratie en oeverloos gepamper door partijen zoals de uwe is dat dus België anno 2025. Het is werkelijk een schande!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitster: Mevrouw De Knop is afwezig.
03.01 Ayse Yigit (PVDA-PTB): Geachte minister, de regering moet terugkomen op haar besluit om 25 % van de werkingsmiddelen van Unia af te pakken. We hebben herhaaldelijk onze bezorgdheid geuit over de impact hiervan op de dringende aanpak van discriminatie en racisme in ons land. Een laagdrempelig meldpunt dreigt te verdwijnen, terwijl de meeste gevallen van discriminatie nu al onder de radar blijven.
Tijdens de bespreking van de begroting van dit jaar zei u dat de dramatische impact, die ik samen met mijn partij schets, overdreven is. Volgens u blijven de kerntaken van Unia behouden ondanks de besparingen en zal er nauwelijks sprake zijn van enige impact.
Het recente interview in De Morgen met directeur Els Keytsman schetst een heel ander beeld. Zij spreekt onomwonden van een aanval op Unia, een levensnoodzakelijke airbag voor de democratie in ons land. Mevrouw Keytsman licht de impact concreet toe. Met 25% minder middelen zou Unia selectiever moeten optreden in rechtszaken. 14 voltijdse medewerkers dreigen te verdwijnen en ook op de werkingskosten moet stevig worden bespaard. Dat zou onder resulteren in de stopzetting van het Beschermingsfonds, dat bedoeld is voor wie geen recht heeft op een pro-Deoadvocaat, en mogelijk ook van het project Equality Data. Dat is bijzonder zorgwekkend, zeker in het licht van recente bevindingen van een onafhankelijk VN-panel, dat wees op de tekortkomingen in de structuren en bevoegdheden van mensenrechteninstellingen en op de gebrekkige data in ons land.
Ik hoor graag uw reactie op die uitspraken.
03.02 Minister Rob Beenders: Ik heb hier in commissie steeds gezegd dat ik heel open zal communiceren over de besparing ten belope van 25 % bij Unia, die in het regeerakkoord is opgenomen. In de filosofie dat iedereen zijn steentje moet bijdragen, ook Unia, hebben wij met Unia een traject doorlopen om te bekijken op welke manier de besparing kan worden doorgevoerd, met één duidelijke ambitie, namelijk dat er niet geraakt mag worden aan de taken die zijn opgenomen in het samenwerkingsakkoord tussen België en Unia.
De samenwerkingsovereenkomst is de leidraad voor wat Unia moet doen voor de overheid. Ik kan u bevestigen dat zelfs met de besparing van 25 % er niet geraakt wordt aan de taken die in de samenwerkingsovereenkomst tussen de overheid en Unia zijn vastgelegd.
De besparing van 25 % is goed voor 1 miljoen euro minder voor tijdelijke projecten, die sowieso zouden worden stopgezet en dus geen verlenging krijgen. Op dat vlak doet België wat het moet doen, namelijk ervoor zorgen dat de samenwerkingsovereenkomst wordt uitgevoerd en dat de essentiële taken die wij van Unia verwachten, ook zonder problemen voortgezet kunnen worden. We blijven de dienstverlening van Unia ondersteunen. Dat betekent ook dat Unia nog steeds hulp kan bieden aan wie dat echt nodig heeft en dat de essentiële opdrachten nog steeds binnen het beschikbare budget worden uitgevoerd.
Om misverstanden te vermijden, u verwijst naar het beschermingsfonds, dat bedoeld was voor personen die net niet in aanmerking komen voor een pro-Deoadvocaat en moeilijk zelf een advocaat kunnen betalen. Het is juist dat Unia in het kader van de besparingen keuzes moest maken. Zo werd dat fonds stopgezet. Dat betekent echter niet dat degenen die nog steeds voldoen aan de voorwaarden voor een pro-Deoadvocaat, geen pro-Deoadvocaat meer kunnen krijgen.
Wij blijven ook samenwerken met Unia via financiering van specifieke projecten op basis van onze overeenkomst met Unia. We zetten bijvoorbeeld het project Equality Data voort, in een vierde editie, project dat nauw aansluit bij ons project rond leeftijdsdiscriminatie, dat eindigt in 2025. Ik kijk ernaar uit op welke manier Unia daaraan verder invulling zal geven en ik blijf ook met Unia in overleg over de manier van samenwerken en de inzet van de middelen.
Kortom, er is geen verschil in samenwerking op grond van de overeenkomst. Wel werden er tijdelijke projecten stopgezet, maar die heten niet voor niets tijdelijk te zijn.
03.03 Ayse Yigit (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
U doet wel een aantal stappen, maar het doet mij toch pijn dat u de besparingen relativeert. Het is uw taak om uw bevoegdheden te verdedigen en niet om de afbouw goed te praten.
Laat het duidelijk zijn, het is geen efficiëntieoefening of een neutrale budgetkwestie, het is een politieke aanval gericht tegen instellingen die onze fundamentele rechten net beschermen. Net daarom blijven wij ons standpunt. In een land waar discriminatie op basis van beperking, afkomst, huidskleur of seksuele oriëntatie nog elke dag realiteit is, mag Unia niet afgebouwd worden, maar moet het worden versterkt als een interfederaal instituut, met een sterk netwerk van lokale meldpunten in gemeenten, bedrijven en scholen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitster: Vraag nr. 56006211C van mevrouw Désir is uitgesteld.
Mme Schlitz est retenue dans une autre commission, elle arrivera plus tard. Il en est de même pour Mme Van Hoof.
04.01 Rajae Maouane (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, un groupe d’experts de l’ONU, le Mécanisme d'experts de l'ONU chargé de promouvoir la justice et l'égalité raciales dans le contexte du maintien de l'ordre, a publié un rapport glaçant sur la Belgique. Le constat est sans détour: le racisme est systémique en Belgique. Il est présent partout, dans les écoles, dans l'emploi, dans le logement mais aussi et surtout au sein de la police et du système judiciaire. C'est un constat accablant. Ce n'est pas une opinion. C'est un constat international, un constat objectif et documenté. Ce n'est malheureusement pas nouveau mais, cette fois, c'est la communauté internationale qui nous le dit, noir sur blanc.
Ce que ce rapport demande, ce ne sont pas des paroles. Et ce que nous demandons aussi, ce sont des réparations concrètes, structurelles et une vraie remise en question du fonctionnement de nos institutions et de ce racisme systémique. Or, sur le terrain, malheureusement, on constate un Plan interfédéral de lutte contre le racisme qui stagne et qui est bloqué par les querelles entre les différents niveaux de pouvoir. Sur papier, le plan fédéral avance mais cela change-t-il réellement la réalité pour celles et ceux qui vivent le racisme tous les jours? Je ne le pense pas. Pendant ce temps, les violences policières continuent avec beaucoup trop de morts, comme vous l'avez également vu dans l'actualité, les prisons débordent et l'impunité reste malheureusement la norme.
Monsieur le ministre, je souhaiterais dès lors vous adresser trois questions très simples. Comment lèverez-vous les blocages politiques pour faire avancer enfin un vrai Plan interfédéral ambitieux, coordonné et suivi? Quelles mesures nouvelles prendrez-vous au niveau fédéral à la lumière de ce rapport? Travaillerez-vous main dans la main avec les ministres de la Justice et de l’Intérieur pour attaquer le problème du racisme systémique à la racine, y compris dans nos prisons, dans nos tribunaux et nos commissariats?
04.02 Ayse Yigit (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, uw regering zegt dat ze iedereen een eerlijke kans wil geven, maar de realiteit is zorgwekkend. Begin juni sprak een onafhankelijk VN-panel klare taal. Het stelde vast dat er sprake is van systemisch racisme in alle sectoren van de samenleving, ook in de rechtshandhaving en het strafrechtelijk systeem. Mijn collega heeft dat al aangehaald.
De experten roepen België op om zo snel mogelijk werk te maken van een nationaal actieplan tegen racisme. Die oproep is niet nieuw. De Belgische middenveldorganisaties, en met hen duizenden burgers, vragen al meer dan twintig jaar om zo'n plan. Intussen blijven de structurele problemen bestaan.
In het regeerakkoord staat dat er een interfederaal actieplan tegen racisme zou komen, maar in de begroting zien we nauwelijks extra middelen. Nochtans leert het VN-rapport ons opnieuw dat de uitdaging enorm is. Dat het voorziene budget onvoldoende zal zijn, is vandaag al duidelijk. Bovendien is er nog steeds geen deadline voor de afronding van het plan.
Mijnheer de minister, welke lessen trekt u uit dat recent VN-rapport? Zult u uw beleid bijsturen? Komt er een versnelling van het interfederaal actieplan tegen racisme en wordt het budget daarvoor verhoogd?
04.03 Minister Rob Beenders: Geachte Kamerleden, bedankt voor uw vragen en ook bedankt om het bezoek van de VN-experten via deze weg onder de aandacht te brengen.
Ik had inderdaad het genoegen om de experten van het VN-EMLER-mechanisme in Brussel te ontmoeten tijdens hun bezoek aan België. Het was een zeer constructieve en waardevolle uitwisseling, waarin onze gedeelde bekommernissen open, constructief en transparant werden besproken. Ik heb mij in dat overleg geëngageerd om de aanbevelingen van het eindrapport, dat in het najaar wordt verwacht, mee te nemen in de verdere uitwerking van het interfederaal actieplan tegen racisme.
Aangezien we nog moeten wachten op dat definitief rapport, kan ik op dit moment nog niet zeggen welke concrete lessen daaruit zullen voortvloeien. Wat ik wel kan zeggen, is dat hun voorlopige bevindingen het belang onderstrepen van een doordacht, gedragen en ambitieus plan. Daar blijven we onverkort aan werken.
Er zijn dus op dit moment geen bijsturingen voorzien in onze aanpak. We werken verder zoals vooropgesteld door de uitwerking van een solide methodologische nota die inzet op efficiëntie, haalbaarheid en duurzaamheid en waarin we alle betrokken actoren zullen betrekken, zowel federaal als deelstatelijk. Zij moeten zich daarin kunnen vinden en voldoende ruimte krijgen om hun eigen prioriteiten in te brengen.
Op budgettair vlak zijn wel alle nodige middelen voorzien. Er is dus geen reden om te vrezen voor een onderfinanciering. Het bestaand budgettair kader biedt ons de ruimte om de fundamenten te leggen voor een ambitieus, realistisch en transversaal beleid.
Je n’ai pas l'intention d'élaborer ce plan à la hâte ni de l'orienter sous la pression. Bien au contraire, je reste fidèle à la méthode que nous avons adoptée depuis le début. Nous travaillons à la finalisation d’une note méthodologique robuste qui permet à chaque niveau de pouvoir d'y inscrire ses priorités tout en assurant une coordination interfédérale. C'est précisément en surmontant les blocages constatés par le passé, notamment liés à des méthodologies trop rigides ou imposées, que nous avons aujourd'hui une chance d'aboutir à un véritable plan cohérent et durable.
Puisque ce plan est inscrit dans l'accord de gouvernement, il verra le jour en concertation étroite avec l'ensemble des ministres compétents, y compris mes collègues de la Justice et de l'Intérieur. Cette collaboration est essentielle, notamment pour répondre aux enjeux signalés par les experts de l'ONU, y compris dans le domaine du système judiciaire et carcéral. Nous analyserons les recommandations des experts de l'ONU dès leur publication afin d'évaluer, en concertation avec les ministres fédéraux compétents, les mesures fédérales supplémentaires qui pourraient s'avérer nécessaires.
04.04 Rajae Maouane (Ecolo-Groen): Merci, monsieur le ministre, pour vos réponses et vos engagements.
Vous dites qu'il ne faut pas agir sous pression et je vous rejoins. Effectivement, il ne faut pas agir à la hâte ni sous pression, mais il faut quand même aller vite parce que malheureusement, le racisme systémique aujourd'hui est une réalité en Belgique.
Plus inquiétant encore, c'est le cas dans des institutions publiques comme la police, la justice, qui sont censées protéger les citoyennes et les citoyens. À un moment donné, il faut arrêter de détourner le regard. J'entends vos ambitions et je les respecte mais je pense qu'il faut aller plus loin. Nous ne pouvons plus être dans le déni. Nous sommes dans une réalité très concrète qui a été soulignée par des rapports indépendants. Il faut agir rapidement, vraiment, avec des actions concrètes. Nous ne manquerons pas de vous réinterroger.
Le volet fédéral de ce plan adopté en 2022 prévoit 81 mesures de lutte contre le racisme. Selon le premier rapport intermédiaire de suivi qui a été présenté à la société civile en 2023, 80 % de ces mesures sont déjà mises en œuvre ou sont en cours de mise en œuvre. Ce n'est malheureusement pas encore votre bilan – vous n'êtes là que depuis quelques mois – mais c'est le bilan du gouvernement précédent. Nous ne manquerons pas de revenir vers vous pour vous interroger sur la fiabilité de ce plan et pour qu'il y ait des actions concrètes pour lutter contre le racisme systémique qui sévit dans notre pays.
04.05 Ayse Yigit (PVDA-PTB): Geachte minister, voor het middenveld moet het uitwerken van acties centraal staan, niet de methodologie. De middenveldorganisaties hebben al veel werk geleverd tijdens de voorafgaande consultatierondes en het is nu tijd voor resultaten.
De voorbereidingen voor het vastleggen van een gezamenlijke methodologie zouden zeker in 2026 starten, maar wanneer zal er geland worden? In de vorige legislatuur gebeurde dat immers ook pas in 2022, na een zeer late start.
Met de voorziene budgetten voor de opmaak van het actieplan tegen racisme kunnen we verwachten dat ze niet zullen volstaan. Er is een stijging, maar die is onvoldoende gelet op de omvang van de uitdagingen.
We zijn dus niet gerustgesteld en blijven dit van nabij opvolgen.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
05.01 Ludivine Dedonder (PS): Monsieur le ministre, ce samedi, Tournai a accueilli sa toute première Pride. Près de 1 000 personnes ont pris part à ce cortège haut en couleurs et riche de sens. Cette marche des fiertés, organisée par le collectif citoyen Les Durs à Cuire et plusieurs partenaires locaux, a mis en lumière des réalités encore trop souvent invisibilisées en Wallonie picarde: absence d’infrastructures dédiées, manque de services psycho-médico-sociaux formés, déficit de reconnaissance et d’espaces sécurisants pour les personnes LGBTQIA+.
Pour les organisateurs, trois revendications principales demeurent: la formation de l’ensemble des services en contact avec le public, la sensibilisation dans les écoles, et l’inscription d’un symbole permanent dans l’espace public en soutien à la communauté.
À l’heure où les rapports d'Unia confirment une recrudescence inquiétante des actes de discrimination, de harcèlement et de violence envers les personnes LGBTQIA+, cette mobilisation locale doit nous interpeller.
Monsieur le ministre, quel regard portez-vous sur l’organisation de cette première Pride à Tournai? Quelle importance accordez-vous à ce type d’initiatives citoyennes dans des territoires où cette communauté reste souvent peu visible ou mal accompagnée? Comment le gouvernement fédéral soutient-il la visibilité et la défense des droits de ces personnes dans des régions moins dotées en infrastructures ou en réseaux d’associations, comme la Wallonie picarde? Quels subsides fédéraux ont-ils été octroyés cette année à la Brussels Pride? Un soutien fédéral aux Pride est-il prévu pour des initiatives locales comme celle de Tournai? Si oui, sous quelle forme? Des moyens spécifiques sont-ils mobilisables pour appuyer la création de lieux dédiés à l’accueil, à l’écoute et à l’accompagnement de ces personnes dans des zones actuellement sous-dotées, comme c’est le cas dans cette ville de Tournai? Enfin, entendez-vous favoriser une meilleure coordination entre les niveaux de pouvoir pour répondre aux besoins exprimés par les collectifs LGBTQIA+, dans des territoires souvent oubliés des politiques publiques?
05.02 Rob Beenders, ministre: Madame Dedonder, je suis très heureux qu’une toute première Pride ait eu lieu à Tournai. C’est un moment important. Je lance un appel à d’autres villes et communes, grandes ou petites, à suivre cet exemple.
Dans le contexte européen et international actuel, où les droits des personnes LGBTQIA+ sont sous pression, il est plus que jamais essentiel de s’unir et de porter le message clair que les droits humains ne sont pas négociables; qu’ils ne sont ni un luxe, ni une opinion, mais un fondement de notre démocratie. Ce type d’événements, comme la Pride à Tournai, permet de célébrer l’identité LGBTQIA+ sous toutes ses facettes et dans toute sa diversité, et revêt dès lors une signification toute particulière lorsqu’ils sont célébrés dans des régions où cette identité demeure invisibilisée au quotidien.
Le gouvernement fédéral prend ses responsabilités pour soutenir la communauté LGBTQIA+ dans tout le pays. Ce soutien se traduit de plusieurs façons. Au niveau fédéral, le gouvernement soutient le milieu associatif LGBTQIA+ au travers du financement structurel des associations-coupole çavaria, Prisme et Rainbow House Brussels, qui ont notamment pour but de renforcer les services fournis à leurs membres, y compris aux associations locales. En 2025, ces associations recevront un total de 525 030 euros de subsides. Ceux-ci sont destinés à contribuer financièrement aux frais annuels liés à l’exécution de leur programme de travail en lien avec les compétences fédérales en matière de lutte contre les discriminations à l’égard des personnes LGBTQIA+. Dans cette matière, et pour leur propre niveau de compétence, les entités fédérées octroient également divers subsides à la société civile LGBTQIA+, dans le cadre de la politique liée à l’égalité des chances. Une concertation a régulièrement lieu au niveau administratif entre les différents niveaux de pouvoir, notamment sur ce point, afin d’éviter les risques de double financement.
Au niveau fédéral, le gouvernement a déjà octroyé un soutien financier à diverses associations de terrain dans le cadre d’un appel à projets lancé sous la précédente législature, sur la thématique de l’accroissement durable de la visibilité des personnes LGBTQIA+ dans l’espace public. Dans le cadre de cet appel, huit projets ont été subsidiés, notamment au niveau local, comme des projets de fresques murales à Verviers ou encore à Ath, spécifiquement en zone rurale. Une subvention a été accordée à visit.brussels en vue de contribuer à la réalisation de la Brussels Pride en 2024 et 2025. Un financement équivalent est à l’étude pour d’autres Pride belges, à la demande des associations concernées.
Comme annoncé dans ma note de politique générale, nous travaillons sur la préparation de nouveaux plans d'action LGBTQIA+ (que je souhaite interfédérale), élaborés en concertation avec les entités fédérées pour garantir une approche cohérente et ambitieuse sur l'ensemble du territoire.
Une concertation régulière a également lieu entre les différentes administrations compétentes. Le combat pour l'égalité est collectif. Ce n'est pas un combat réservé aux personnes concernées. Il engage toute la société. Des initiatives telles que la Pride de Tournai ne sont pas un point d'arrivée, c'est un signal de départ. Nous continuerons à soutenir et financer, à coordonner et, surtout, à faire entendre haut et fort que la Belgique restera un pays de liberté, d'égalité et de solidarité.
05.03 Ludivine Dedonder (PS): Merci, monsieur le ministre, pour votre réponse.
En effet, je pense que c'est un combat qui engage toute la société, raison pour laquelle je soutiens particulièrement aussi l'organisation de ces prides dans d'autres régions plus reculées, afin de permettre à chacun de s'exprimer et de sensibiliser l'ensemble de la population.
J'ai entendu qu'un appel à projet avait permis à huit projets locaux ruraux de voir le jour. J'espère qu'il y aura un nouvel appel tout prochainement. J'ai également entendu que d'autres financements étaient à l'étude. Je vous remercie pour cela et vous invite, bien évidemment et avec grand plaisir, dans cette belle ville de Tournai. Je pourrai vous servir de guide!
Het incident is
gesloten.
L'incident est clos.
06.01 Ayse Yigit (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, eind september 2024 dienden verschillende organisaties hun subsidieaanvraag in om in 2025 projecten tegen racisme op te zetten. We zijn nu negen maanden verder en nog steeds hebben zij geen antwoord ontvangen. Nochtans bedraagt de officiële termijn voor een antwoord 30 dagen. Dat veroorzaakt niet alleen grote onzekerheid bij het personeel en de vrijwilligers, maar het betekent ook dat waardevolle projecten on hold staan op een moment dat de strijd tegen racisme net meer slagkracht nodig heeft en niet minder.
Tijdens de bespreking van de beleidsnota gaf u aan dat er gewerkt wordt aan een nieuw subsidieregister, met een gerichte screening van de federale subsidies. De nieuwe evaluatiecriteria zouden pas worden goedgekeurd tegen de begrotingsopmaak van 2026, op voorstel van de minister van Begroting. Een herziening is op zich terecht, maar mag geen impact hebben op aanvragen die reeds zijn ingediend.
Kunt u toelichting geven bij de begrotingstabel? Er is in 1.966.000 euro per jaar voorzien voor de financiering voor privéorganisaties. Dat is hetzelfde bedrag als voor 2024. Het is niet geïndexeerd, dus het is de facto een besparing. Hoeveel van dat bedrag gaat naar de bestrijding van racisme? Zal dat bedrag jaarlijks geïndexeerd worden?
Wanneer mogen de betrokken organisaties eindelijk een antwoord op hun vraag verwachten?
Wat gebeurt er met dat budget indien het dit jaar niet kan worden opgebruikt door de organisaties?
Tot slot, de begrotingsopmaak is voorzien voor september. Wanneer kan het Parlement het plan van aanpak over de nieuwe evaluatiecriteria inkijken?
06.02 Minister Rob Beenders: Dank u wel voor uw vragen, die terecht het belang van het middenveld in de strijd voor gelijke kansen en de strijd tegen racisme onderstrepen. Ik deel dat belang volledig. Het is ook mijn vaste overtuiging dat de middenveldorganisaties verder financieel ondersteund moeten worden. Ik heb mij geëngageerd om die inspanningen te erkennen en daadwerkelijk financieel te faciliteren. Vanuit die optiek zie ik het als een verantwoordelijkheid om in de nieuwe legislatuur werk te maken van een stabiel, transparant en impactgericht financieringskader.
Op dit moment werk ik aan de uitwerking van het interfederaal actieplan ter bestrijding van racisme. De momenteel voorziene bedragen zijn dezelfde als die onder de vorige legislatuur. Eventuele wijzigingen moeten worden besproken in het kader van de besprekingen van het actieplan zelf.
Wat betreft het bedrag van 1.966.000 euro, wil ik erop wijzen dat de basiskredieten voor de financiering van privéorganisaties niet automatisch worden geïndexeerd. Als de bevoegde minister de kredieten van een begrotingspost wil verhogen, moet daarvoor expliciet een aanvraag worden ingediend bij de opstelling van een nieuwe begrotingswet of bij een begrotingscontrole.
Zoals u weet, is de regering het jaar 2025 begonnen in lopende zaken, waarbij de regel van drie twaalfden werd toegepast op basis van de kredieten van de basisallocaties van 2024. De begrotingswet voor 2025 is zojuist goedgekeurd. Daarin is in geen wijziging of significante verhoging voorzien voor gelijke kansen. In 2024 werden de verenigingen die strijden tegen racisme structureel gefinancierd voor een bedrag van 980.000 euro. In 2025 bedraagt het totale voorziene bedrag voor de structurele financiering van verenigingen die strijden tegen racisme 933.027,04 euro. Aangezien die begrotingswet net is goedgekeurd, zullen de betrokken verenigingen in de komende dagen worden geïnformeerd over de beslissing inzake de toekenning van de hen betreffende subsidies.
Mijn administratie en ook ikzelf zijn ons bewust van de moeilijkheden die die situatie voor de verenigingen heeft kunnen veroorzaken. De traagheid van de procedures bij afwezigheid van een begroting was echter de belangrijkste oorzaak van die vertraging. De verenigingen die structurele subsidies ontvangen, kunnen de kosten die zij in het kader van hun opdrachten hebben gemaakt van 1 januari tot 31 december 2025 nog altijd rechtvaardigen. De middelen die zij te veel hebben ontvangen en die zij niet kunnen verantwoorden, moeten uiteraard worden terugbetaald.
Tot slot, moet ik u wat het actieplan van de minister van Begroting betreft naar mijn collega doorverwijzen, aangezien dat tot zijn bevoegdheid behoort.
06.03 Ayse Yigit (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, Ik dank u voor uw antwoord. We zullen dezelfde vragen ook stellen aan de minister van Begroting.
Het is belangrijk dat er snel duidelijkheid en transparantie komt voor die waardevolle organisaties. Het is dan ook positief dat er in de komende dagen een antwoord wordt verwacht.
De organisaties hebben hun huiswerk in oktober 2024 gemaakt op basis van de toenmalig afgesproken criteria. Het slagen van uw beleid hangt af van het moment waarop zij uit de startblokken kunnen schieten. De enorme vertraging is dus te betreuren.
We dringen er ook op aan om de organisaties nauw te betrekken bij de herziening van de criteria. Het zou bijzonder jammer en niet transparant zijn om hun expertise daarbij niet te benutten.
Uiteraard verzetten wij ons tegen het feit dat opnieuw wordt bespaard op de middelen, aangezien het budget niet wordt geïndexeerd. We dringen er dan ook op aan om die beslissing te herzien.
We gaan fundamenteel niet akkoord met het idee dat iedereen een duit in het zakje moet doen en al zeker niet de groepen in onze samenleving die structurele discriminatie ondergaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.56 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15 h 56.