Commissie
voor Landsverdediging |
Commission de la Défense nationale |
van Woensdag 02 juli 2025 Voormiddag ______ |
du Mercredi 02 juillet 2025 Matin ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.03 uur en voorgezeten door de heer Peter Buysrogge.
La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 03 et présidée par M. Peter Buysrogge.
De voorzitter: Collega's, er staat vandaag veel op de agenda. Het eerste punt is een gedachtewisseling met de minister over de Strategische Visie voor Defensie die vorige week werd goedgekeurd door het kernkabinet.
Er zijn daarover al heel wat vragen ingediend en ik heb samen met de minister bekeken hoe onze commissie het best wordt geïnformeerd. Ik heb begrepen – maar het komt de minister toe om daar toelichting bij te geven – dat er nog geen finaal document is goedgekeurd door de ministerraad, maar dat de minister wel bereid is om daarover met ons van gedachten te wisselen. Het voorstel aan de vergadering is dus dat de minister en generaal Van Pee een toelichting geven bij de Strategische Visie en dat we er daarna een gedachtewisseling over hebben. Kunnen we dat zo afspreken?
01.01 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik heb een praktische vraag.
Er staat vandaag inderdaad veel op de agenda, met een gedachtewisseling, drie actualiteitsdebatten en 32 vragen. Tot hoe laat zal deze commissievergadering duren? Ik heb gezien dat deze zaal daarvoor ook deze namiddag is gereserveerd, maar om dat allemaal af te werken, hebben we een hele dag nodig.
Ik wil meteen ook een oproep doen voor de komende maanden, na het zomerreces. Kunnen we bekijken of de mondelinge vragen aan de minister sneller behandeld kunnen worden? Het is ondertussen al van 23 april geleden dat we nog een vragensessie hadden in de commissie voor Landsverdediging. Ik wil erop aandringen om dat op meer geregelde tijdstippen te doen.
Wat is er immers gebeurd op 23 april? Er vonden drie actualiteitsdebatten plaats en we zijn niet aan de 30 toegevoegde mondelinge vragen geraakt. Op die manier is het moeilijk om de meer specifieke thema's te bespreken. We hebben het telkens over de grote dossiers, uiteraard belangrijk, maar de parlementsleden steken hun tijd ook in de meer specifieke vragen en ik zou het fijn vinden mochten we die sneller kunnen opvolgen. De minister zegt altijd dat hij ter beschikking staat van het Parlement, dus ik hoop dat we naar een hoger vergaderritme kunnen gaan.
De voorzitter: Het is niet enkel de verantwoordelijkheid van de minister. Ook wij dragen een verantwoordelijkheid voor de organisatie van ons parlementair werk. Verschillende commissievergaderingen zijn al doorkruist door plenaire vergaderingen en ik hou er stilletjes rekening mee dat dat volgende week opnieuw het geval zal zijn. In elk geval hebben we afgesproken dat we op 16 juli, dus over twee weken, een vragensessie organiseren. Ik hoop dat we dan de mogelijkheid hebben om het volledige programma af te werken en tot het einde te gaan.
Het klopt dat er
momenteel veel op de agenda staat. Dat toont aan dat defensie een belangrijk
thema is. Gisteren vond al een extra commissievergadering plaats; vandaag
hebben we een vragensessie. De vergaderig zou normaal gezien tot omstreeks 12.30 uur
duren; dus het is onmogelijk om de volledige agenda te behandelen.
01.02 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de voorzitter. Ik sluit me daar graag bij aan. Op onze agenda staan mondelinge vragen die we soms al maandenlang meeslepen. We hebben intussen wel de bespreking van de beleidsnota gehad, waarbij ineens alle vragen werden gebundeld. Toch moeten we erkennen dat we niet op alle vragen antwoord hebben gekregen, tenzij na aandringen, waarop we dan de antwoorden schriftelijk ontvingen.
Ik betreur die
werkwijze. We moeten op korte termijn werk maken van een echte afhandeling van
alle vragen die momenteel op de agenda staan. Ik besef dat defensie op het
moment hot is en dat er veel te bespreken valt. De gewone vragen dreigen echter
voortdurend naar de achtergrond te verdwijnen door de actualiteitsdebatten.
Daarom vraag ik met aandrang, mijnheer de voorzitter, om de achterstand zo snel
mogelijk weg te werken.
Dat brengt me bij
mijn volgende punt. De minister heeft hier de strategische visie voor de
komende jaren toegelicht. Ik denk dat alle collega’s het erover eens zijn dat
dat een belangrijk beleidsdocument is. Toch beschikken we als commissieleden
voorlopig over geen enkel document ter zake. Dat kan ook niet, aangezien het
document nog niet officieel werd goedgekeurd, maar het begint toch sterk te
lijken op de werkwijze van de vivaldiregering.
Toen de N-VA in de
vorige zittingsperiode in de oppositie zat, zou die zich allerminst met die
aanpak hebben kunnen verzoenen. Het is bedroevend dat zo’n fundamentele
beleidsbeslissing druppelsgewijs via de pers wordt gelekt, terwijl wij daar
slechts akte van kunnen nemen, alsof alles al vastligt, alsof het parlementaire
debat daarover slechts een formaliteit is.
Dat mag allerminst het geval zijn voor de strategische visie, die een prognose voor de komende jaren voor het defensiebeleid omvat. Ik betreur ten zeerste dat we het richtinggevend meerjarenplan voor defensie uit persartikels moeten destilleren.
Ik dring erop aan dat we het debat ten gronde voeren. Dat is op het moment niet mogelijk: wat we bespreken, is nog steeds voorwaardelijk, want het dossier moet nog in de Ministerraad worden besproken.
Mijnheer de voorzitter, ik weet niet wat uw mening daarover is. Vermoedelijk zou u de vorige vijf jaar in uw andere positie tegen die gang van zaken hebben gefulmineerd, terecht. Dat is wat ik nu doe. Ik vermoed dat veel collega's het daarmee eens zijn.
De voorzitter: Ik behield vijf jaar geleden als voorzitter ook mijn neutraliteit, ook al bekleedde ik toen een andere positie.
Hier past een wat dubbele reactie. Er is nog geen goedgekeurd document van de Ministerraad. Indien de minister zou hebben geweigerd tegemoet te komen aan een vraag van de commissie om een gedachtewisseling te hebben, omdat er nog geen goedgekeurd document van de ministerraad ter beschikking is, dan zou het kot ook te klein zijn. In die zin is het een goede zaak dat we nu van de minister en van de generaal toelichting over de stand van zaken en over de inhoud van de strategische visie krijgen, weliswaar onder voorbehoud van de goedkeuring en een beslissing van de ministerraad.
01.03 Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, er is op het moment zeker geen probleem met de frequentie waarmee de minister naar het Parlement komt, want hij is zeer beschikbaar. De problemen hebben vooral te maken met de agendaplanning, waarbij de plenaire vergaderingen over onder andere de programmawet de werkzaamheden van de commissie doorkruisen.
Ik ben het alvast eens met de collega's dat we vanaf september aan een andere werkwijze moeten denken, want er staan inderdaad vragen op de agenda die al maanden hangende zijn. We moeten daarmee veel meer vaart maken.
Dat neemt niet weg dat het problematisch is dat we informatie op Twitter en Facebook moeten lezen, omdat we over een aantal onderwerpen niet kunnen spreken of de minister door omstandigheden niet te pakken krijgen. Op die platforms wordt dan aangekondigd dat er een geweldig akkoord is bereikt. Ik betreur dat wij die informatie moeten vernemen via X, via sociale media. Dat is des te meer het geval omdat ik op mijn vraag naar het document ter zake van u, mijnheer de voorzitter, te horen krijg dat het wel is goedgekeurd in het kernkabinet, maar nog niet in de ministerraad en dat het nog maar een werkdocument betreft.
Enerzijds wordt dan al een groot deel van de krijtlijnen op X bekendgemaakt en anderzijds sust de minister dat hij wel eens naar het Parlement zal komen, omdat Vander Elst vorige week in de plenaire vergadering gevraagd heeft om daar eens over te spreken. Dat is een heel rare manier van werken en ik betreur die ten zeerste, zoals ik vorige week ook in de plenaire vergadering al onderstreepte. Ik denk dat de minister vier of vijf jaar geleden als commissielid dezelfde reactie zou hebben gehad en zou hebben gefulmineerd tegen zo'n werkwijze van toenmalig minister Dedonder.
Dan kom ik tot mijn derde en belangrijkste vraag, waar het vandaag eigenlijk om draait. We vroegen om het te hebben over de Strategische Visie en het investeringsplan voor de komende jaren. Ik zie op de slide echter “Vision stratégique 2025” staan. Waarover spreken we nu precies? Zullen we het hebben over de investeringen van dit jaar of over die voor de komende tien jaar? Daarover wil ik graag duidelijkheid krijgen.
Gisteren nog zei Clarinval namelijk dat het dossier rond de F-35's in orde is. Vandaag lees ik echter dat het voor Vooruit helemaal nog niet rond is. Ik zou dus graag duidelijk horen waarover we het hier vandaag hebben en welke zekerheid we hebben dat dit document of deze presentatie van de minister ook effectief is afgeklopt.
01.04 Axel Weydts (Vooruit): Ik wil de discussie niet onnodig rekken, maar ik ben nog niet zo lang actief op nationaal niveau. Ik ben wel al twaalf jaar lid van de gemeenteraad van Kortrijk en ben tien jaar schepen geweest. De discussies zijn overal en altijd dezelfde: de oppositie vraagt om transparantie en om voldoende informatie van de regering of het schepencollege. Dat is een zeer terechte vraag. Dan is het aan de regering of het schepencollege om af te wegen in hoeverre die informatie al kan worden gedeeld met het Parlement of de gemeenteraad wanneer die informatie nog niet is afgeklopt en dus nog niet officieel is.
Collega’s, ik zou me daar niet te druk over maken. Ik begrijp het standpunt van de oppositie, maar ik zou toch wat meer relativeren. Wat we vandaag zullen krijgen, is volgens mij een eerste stand van zaken, die inderdaad nog niet is afgeklopt. Voor zover ik weet, moet dat nog gebeuren in de ministerraad. Waarschijnlijk zal dat komende vrijdag gebeuren, maar wie weet wordt dat later. Als Parlement hebben wij daar weinig zicht op.
De discussie die we vandaag voeren, sluit echter niet uit, mijnheer de voorzitter, dat we, zodra de Strategische Visie is goedgekeurd en aan het Parlement is bezorgd, daarover nog in extenso een debat kunnen voeren in deze commissie. Ik ben eigenlijk tevreden dat we nu al een inkijk krijgen in iets waarvan we allemaal goed moeten beseffen dat het nog niet finaal is en dat er op de ministerraad wellicht nog het een en ander zal worden verfijnd. Dat sluit echter niet uit dat we, zodra we de Strategische Visie officieel hebben ontvangen, die hier nog eens in extenso kunnen bespreken.
In die zin zou ik me dus niet te veel zorgen maken. Hoe meer debat, hoe beter. Dat is goed voor zowel de meerderheid als de oppositie.
De voorzitter: Ik ben het daar mee eens. Wat betreft die Strategische Visie 2025, ik had alleszins begrepen dat het ruimer is dan enkel dit jaar, mocht dat u kunnen geruststellen. Ik neem aan dat we dat straks wel zullen vernemen in de toelichting.
01.05 Robin Tonniau (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, ik sluit me aan bij de kritiek van de heer Aerts. Enige tijd geleden ben ik begonnen met het indienen van mondelinge vragen via Twitter. Jammer genoeg heeft de minister mij daar inmiddels geblokkeerd. Hij blokkeert de oppositie dus niet enkel via het Parlement, maar ook via Twitter, eigenlijk het kanaal bij uitstek om alles te weten te komen over onze nationale defensie.
Dit debat, deze voorstelling, is louter voor de show. Dat weten we allemaal. Alles is immers al beslist binnen het kernkabinet, en petit comité. Dit zal een mooie schijnvertoning zijn. Wij gaan daar niet mee akkoord. We verwachten op voorhand een ernstig debat. Het Parlement heeft steeds het laatste woord. We moeten onze inbreng kunnen leveren, want we vertegenwoordigen de mensen. Jammer genoeg zal dat, zoals zo vaak, opnieuw niet het geval zijn. Zoals reeds gezegd: the show must go on. Laten we er dan maar aan beginnen.
De voorzitter: Het Parlement heeft inderdaad het laatste woord, maar er zijn nog collega’s die eerst het woord vragen. Ik stel dus voor dat we er nog niet aan beginnen.
01.06 Stéphane Lasseaux (Les Engagés): Je pense que le ministre est bien souvent disponible. Les travaux parlementaires de ces derniers temps, avec toutes les séances qui se sont rajoutées, ont fait que nous l'avons eu moins près de nous. Néanmoins, il est toujours disponible pour répondre à nos questions.
Aujourd'hui, nous allons avoir une présentation. Il est bien précisé qu'il s'agit de la Vision stratégique 2025. Nous verrons ce qui va nous être présenté, si c'est un peu plus long. En tout cas, c'est ce que j'ai pu comprendre dans les informations reprises sur la convocation. Au-delà de ça, nous avons une présentation ici, avant les vacances, et nous aurons un texte après. Cela nous permettra de l'étudier sereinement et d'avoir un débat par la suite si nécessaire, selon ce que la commission souhaite.
De voorzitter: Ter afronding, mevrouw Ponthier nog.
01.07 Annick Ponthier (VB): Ter afronding en als reactie op wat u zei, mijnheer de voorzitter. Natuurlijk is het positief dat we debatten kunnen voeren. Natuurlijk is het positief dat we gedachtewisselingen kunnen organiseren. Maar we weten op dit moment eigenlijk niet wat in dit belangrijke document staat, tenzij de minister straks op al onze vragen antwoordt en alles duidelijk wordt. Wat ik betwijfel, want zelfs binnen de regering is er veel discussie over.
Het ware natuurlijk mooi geweest als we vooraf een gedachtewisseling hadden kunnen organiseren. Nu wordt dit document voorgesteld in de pers en wordt het door de minister als een fait accompli aan ons voorgelegd. Wij zitten erbij voor de schone schijn, om te knikken of om op termijn, wie weet, tegen deze visie te stemmen.
Het wordt zo voorgesteld en dat is onze kritiek. Ik wil dat dit in de toekomst anders is.
De voorzitter: Goed, collega's. Ik stel voor dat we aan het debat beginnen.
02.01 Minister Theo Francken: Goedemorgen allemaal. Ik hecht heel hard aan het parlementaire debat. U weet dat. Ik ben zelf 15 jaar lid geweest van deze assemblee. Ik heb altijd gezegd dat ik maximaal beschikbaar zou zijn en dat ik altijd zal proberen op de vragen te beantwoorden en op alle mogelijke manieren transparantie te geven.
Er is heel veel extra budget voor Defensie. We hebben als regering dus de democratische plicht daar voldoende transparant over te zijn en te antwoorden op vragen.
Wat nu wordt gezegd, is intellectueel bijzonder oneerlijk. Ik ben naar hier gekomen met het regeerakkoord. Urenlang, dagenlang zijn er vragen gesteld over wat de visie van de regering voor de komende jaren was. Ik ben naar hier gekomen met de exposé d'orientation politique. Urenlang, dagenlang hebben we gepraat, dag en nacht, over wat de beleidsnota nu eigenlijk inhield. Ik ben naar hier gekomen met het plan van het paasakkoord. We hebben urenlang gepraat over dat paasakkoord. Ik ben naar hier gekomen met de note de politique générale 2025. Urenlang, dagenlang ben ik daarover ondervraagd en voor alle vragen die nog hangende waren, zijn de antwoorden schriftelijk meegegeven aan jullie. Als jullie ze gevraagd hebben, hebben jullie die antwoorden gekregen van Jan.
Als er nog hangende vragen zijn, kunt u die doen omzetten in schriftelijke vragen. We zullen onmiddellijk het antwoord meegeven. Of ik dat voorlees of schriftelijk meegeef, maakt niets uit. Misschien kunt u er zelfs meer mee doen als ik het schriftelijk meegeef, maar dat is uw keuze. Dat kiest u zelf. U moet me niks wijsmaken over het Reglement. Ik ken dat redelijk goed.
Ik ben hier nu voor de Vision stratégique 2025, die nog niet is goedgekeurd. Het kernkabinet heeft die wel al goedgekeurd en dat is niet zomaar een clubje. Dat is een regering, mijnheer Tonniau. Die is gevormd met een democratische meerderheid na verkiezingen. Ik weet dat het misschien wat vreemd is, gezien uw gedachtegoed, maar zo werkt het nu eenmaal. Het is geen vreemd clubje dat onder elkaar wat dingen beslist, men noemt dat een federale regering.
Het dossier is besproken in het kernkabinet. Het werd daar goedgekeurd en zal vrijdag worden geformaliseerd op de ministerraad. De voorzitter heeft mij gevraagd voor de vergadering van vandaag na afloop van het debat over de NAVO-top en de strategische visie vorige donderdag. Ik was toen maximaal beschikbaar en heb vragen beantwoord. De heer De Wever was toen op de Europese top. Ik heb zijn vragen overgenomen en daarnaast waren er vragen aan mij gericht. Toen werd expliciet gevraagd om zo snel mogelijk met de strategische visie naar het Parlement te komen. Ik heb toen geantwoord dat deze nog niet formeel goedgekeurd werd door de regering, maar dat ik beschikbaar was voor een gedachtewisseling volgende week woensdag, vandaag dus. En hier ben ik dan.
Er zijn nu mensen die opmerken dat ik nog geen documenten heb bezorgd. Dat kan ook niet, want er is nog geen officiële beslissing. Ik had toen ook kunnen zeggen dat ik niet kom zolang er geen beslissing is van de ministerraad. Ik vertik het om te komen. Dat had ik kunnen doen. Dat heb ik niet gedaan, want dan had u natuurlijk het omgekeerde gezegd van wat u nu zegt. Op een bepaald moment moet men weten wat men wilt. U krijgt transparantie. Er is nog nooit zoveel over defensie gesproken in dit Parlement als de voorbije vier maanden. Kijk het gerust na.
Ik ben steeds beschikbaar. Ik hoor nu dat er over twee weken nog een vragensessie gepland is. Persoonlijk denk ik dat op de laatste woensdag en donderdag voor 21 juli plenaire vergaderingen zullen plaatsvinden. Dan kan ik opnieuw niet komen, omdat er plenaire vergaderingen plaatsvinden. Het spijt me, maar dan moet u niet op mij schieten. Ik kan er niets aan doen dat op de Conferentie van voorzitters wordt beslist om twee dagen plenaire vergadering te organiseren, terwijl er een vergadering van de commissie voor Defensie zou moeten plaatsvinden, en dat daardoor uw vragen niet beantwoord geraken.
De Conferentie van voorzitters beslist in consensus, over de grenzen van oppositie en meerderheid heen. Als uw fractieleider akkoord gaat met een plenaire vergadering op woensdag, in plaats van een vergadering van de commissie voor Defensie, geen probleem, maar verwijt mij dan niet dat ik niet beschikbaar ben voor het Parlement. Dat kan niet, dat is gewoon bijzonder intellectueel oneerlijk, collega's.
Ik ben beschikbaar. Ik heb gevraagd om maandag een briefing te geven over de NAVO-top. Dat mocht niet van de Conferentie van voorzitters. Dat mocht niet, omdat er op maandag geen vergaderingen plaatsvinden, aangezien sommige collega's dan naar hun schepencollege moeten. Geen probleem, allemaal goed, ik schik mij naar de organisatie van het Parlement. Ik kan komen op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag, zondag. Het maakt mij niet uit. Ik sta tot uw beschikking, van het Parlement, de eerste macht. Ik ben slechts lid van de regering, de uitvoerende macht.
U moet controleren wat wij doen. Doe dat goed. U bent daar goed mee bezig, denk ik, maar u moet niet intellectueel oneerlijk zijn, want dat pik ik niet. Sorry.
02.02 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, toch nog even de puntjes op de i. Als er op woensdag in de plenaire vergadering wordt vergaderd, kunnen er volgens mij nog altijd commissievergaderingen plaatsvinden op dinsdag. Daar zijn voldoende mogelijkheden voor.
Waarom dan...
02.03 Minister Theo Francken: (…)
02.04 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Excuseer, ik heb u laten uitspreken. Laten we dat misschien om de beurt doen.
Niet op maandag vergaderen… Dat was een briefing van een uur, anderhalf uur, niet meer. Met drie ministers. Dat is niet ernstig. Dat is niet ernstig. Dat was de reden van ons protest.
Kijk eens hoe het in andere commissies verloopt. In de commissie voor Justitie heeft men ook de beleidsverklaring en de beleidsnota besproken. Men heeft daar ook de begroting besproken. De minister komt daar ongeveer wekelijks vragen beantwoorden. Het kan dus wel degelijk anders.
Mijn oproep aan de commissievoorzitter en aan de minister is om dat hier ook vaker te doen. Dat was de aanleiding voor mijn vraag. Gezien het belang van het defensiethema en gezien het feit dat er zoveel over gecommuniceerd wordt – zelfs over dingen die niet altijd al beslist zijn – kunnen we daar best meer vragen over stellen in het Parlement.
De voorzitter: Ik denk dat de kern van het probleem ligt bij de vraag of commissievergaderingen tegelijkertijd met plenaire vergaderingen kunnen plaatsvinden. In het verleden gold dat wetgevend werk niet parallel met een plenaire vergadering kon verlopen, maar het is in het verleden wel al gebeurd dat er vragensessies werden georganiseerd tijdens extra plenaire vergaderingen. De jongste tijd is dat echter onmogelijk gemaakt, enerzijds door de Conferentie van voorzitters en anderzijds omdat er om de haverklap wordt geteld en een quorum vereist is in de plenaire vergadering, waardoor commissievergaderingen niet parallel met een plenaire vergadering kunnen plaatsvinden.
Als hier opnieuw een cultuur zou kunnen groeien waarin dat wel mogelijk is, ben ik daar alvast een sterk vragende partij voor. Dat zou ook toelaten om meer en extra commissievergaderingen in te lassen.
Heel kort graag, mijnheer Vander Elst, want ik zou graag overgaan naar de briefing zelf.
02.05 Kjell Vander Elst (Open Vld): De minister verwijst naar de oppositie. Ik heb op geen enkel moment kritiek geuit op het feit dat u hier te weinig aanwezig zou zijn. Ik denk wel dat we in september moeten bekijken hoe we de werkzaamheden van de commissie optimaal kunnen organiseren.
Ik ben ook zeer blij dat u hier bent, want ik heb u die vraag vorige donderdag ook gesteld, dus daar gaat het niet over. U maakt beleid, ik controleer beleid. De enige vraag die ik stel, is: wat controleer ik? Wat zult u presenteren? Dat is de enige vraag die ik had. Voor de rest, laat ons alstublieft van start gaan.
De voorzitter: Ik denk dat dat een perfecte overgang is naar de toelichting zelf. Mijnheer de minister?
02.06 Minister Theo Francken: Geachte commissieleden, wat we nu bespreken, gaat voor alle duidelijkheid niet over het plan voor 2025, maar, zoals afgesproken, over het plan 2026-2034.
De commissie regelt zelf haar werkzaamheden. Nogmaals, ik ben beschikbaar om op het even welk moment of op het even welke manier vragen te beantwoorden. Als men mij vraagt om naar het Parlement te komen, dan zal ik er zijn om eender welke vraag te beantwoorden. Daarover hoeft u zich geen zorgen te maken. Wat hier wordt gezegd, vind ik intellectueel dan ook bijzonder oneerlijk.
Vorige week werd de Strategische Visie principieel door het kernkabinet goedgekeurd. De kern, een vergadering van de eerste minister en zijn vice-eersteministers, is een politieke realiteit in dit land. Echter, de politieke beslissingen die daar worden genomen en de compromissen die daar worden gevonden, zijn nog geen beleid in de strikte zin van het woord. Er is immers een formele beslissing van de ministerraad nodig om van beslist beleid te kunnen spreken. Tot op heden heeft nog geen ministerraad plaatsgevonden om de principiële goedkeuring van de Strategische Visie in een officiële beslissing van de regering om te zetten. Daardoor is het onmogelijk om de tekst van de Strategische Visie vandaag aan u te bezorgen. Ik vond het echter belangrijk om de Kamer op de hoogte te brengen van de nakende regeringsbeslissing daarover.
Vrijdag aanstaande staat de strategische visie op de agenda van de ministerraad. Na de goedkeuring zal ik die zo snel mogelijk aan de Kamer bezorgen. Uiteraard ben ik dan beschikbaar om verdere vragen te beantwoorden. Als alles naar wens verloopt, ontvangt de voorzitter van de commissie vrijdagnamiddag een mail van mijn kabinet met de Strategische Visie, vergezeld van alle documenten en bijlagen.
Wat ligt er nu voor op de ministerraad? De kernopdracht van defensie blijft het beschermen van onze bevolking, het verdedigen van het nationaal grondgebied en het bijdragen aan de collectieve verdediging van onze democratische waarden.
In een context van toenemende dreigingen en geopolitieke instabiliteit is een robuuste en toekomstgerichte defensie essentieel. België neemt daarin zijn verantwoordelijkheid op, zowel binnen de NAVO als binnen de Europese Unie. De nieuwe Strategische Visie, gebaseerd op een defensiebudget van 2 % van het bbp tot en met 2033, vormt een fundamentele koerswijziging.
Die ambitie weerspiegelt het engagement van de Belgische regering, zoals vastgelegd in het regeerakkoord, en is noodzakelijk om te voldoen aan de Capability Targets CT25, die door de NAVO aan België zijn toegewezen. Die targets zijn geen vrijblijvende aanbevelingen, maar concrete capaciteitsdoelstellingen, die bijdragen aan de collectieve paraatheid en interoperabiliteit van ons bondgenootschap.
Mesdames et messieurs, la nouvelle vision stratégique est la réponse aux capability targets assignées à la Belgique par l'OTAN. La vision stratégique et les budgets qui s'y rapportent intégreront également la planification actuelle des capacités et assureront la poursuite de sa mise en œuvre. Ce faisant, le renforcement de la coopération européenne et du pilier européen au sein de l'OTAN est essentiel pour la Belgique. La vision stratégique tient compte des récentes décisions de l'OTAN à La Haye, où les alliés se sont prononcés en faveur d'une augmentation de leurs efforts de défense jusqu'à 3,5 % de leur PIB, une décision également connue sous le nom de "The Hague Defence Pledge". La Belgique reconnaît cette ambition et opte pour une trajectoire de croissance réaliste telle que décrite ci-avant et conforme à l'accord de la coalition et au contexte budgétaire national assez pénible. Cet effort vise à atteindre les capability targets de l'OTAN et à renforcer la coopération européenne au sein de l'Alliance.
Dans le cadre de la vision stratégique, les investissements suivants sont prévus. Nous évoluons vers une Défense plus grande d'ici 2034. À ce moment, la Défense comptera 34 500 militaires de profession, 850 collaborateurs civils et 12 800 réservistes. Ils bénéficieront d'un meilleur environnement de travail et occuperont des bâtiments modernes. Leur bien-être se situera au cœur de nos efforts. La participation à des exercices intenses, une logistique renforcée et des stocks de munitions plus importants contribueront à une Défense mieux préparée.
Dans le domaine Information, Intelligence, Cyber and Influence, nous prévoyons des systèmes numériques supplémentaires dans la cybersécurité et les ressources de guerre électronique, ainsi que des drones MQ-9B additionnels.
Binnen het domein landmacht ligt de focus op het volledig uitrusten van de mediane brigade en de creatie van een nieuwe lichte brigade met onder meer een gevechtsdronesbataljon. Concreet worden daarvoor meer dan 1.000 extra voertuigen en 11 zware transporthelikopters aangekocht.
Binnen het domein luchtmacht ligt de nadruk op de aankoop van 11 extra F-35-toestellen, die nog door de regering moet worden goedgekeurd, samen met de uitbouw van een performant, meerlagig luchtafweersysteem. Bovendien zullen nieuwe reddingshelikopters en transportvliegtuigen worden aangeschaft.
In het domein marine plannen we de aankoop van een derde fregat en een logistiek steunschip. Voorts rusten wij de vloot uit met moderne mijnenbestrijdingsmiddelen.
Binnen het domein command and operational support plannen wij de creatie van een medical hub ter vervanging van het huidig militair hospitaal, samen met de aankoop van bijkomende evacuatiemiddelen. Bovendien zullen antidronessystemen worden aangeschaft, wordt de individuele uitrusting van de militairen bijkomend verbeterd en zullen diverse types drones en extra transportvliegtuigen worden aangekocht.
Tot slot trekken wij 3 % van het Defensiebudget uit voor onderzoek en innovatie. Die investering is gericht op de ontwikkeling van toekomstgerichte capaciteiten met bijzondere aandacht voor cyberveiligheid, autonome systemen, civiel-militaire technologieën en alles wat met ruimtevaart te maken heeft.
Generaal Van Pee zal nadere toelichting geven aan de hand van een presentatie.
02.07 Harold Van Pee: We zijn ondertussen toe aan de derde iteratie van de Strategische Visie. De eerste Strategische Visie dateert van juni 2016 en dekte de periode 2016-2030. Die visie werd in 2022 aangepast onder de vorm van het STAR-plan met behoud van dezelfde tijdshorizon, dus tot en met 2030.
Nu bespreken we de Strategische Visie 2025, die voor alle duidelijkheid, mijnheer Vander Elst, de periode 2026-2034 dekt. Ze beslaat dus de resterende jaren van de huidige legislatuur en de volledige volgende legislatuur.
Wat bevat een dergelijk visiedocument?
Voorafgaand, het is een visie en geen plan, wat soms ten onrechte wordt verward. Het betreft dus een vrij algemene visietekst, die moet leiden tot concrete plannen zoals kwartierplannen, investeringsplannen en personeelsplannen, die later worden uitgewerkt.
Uiteraard tracht de visie zo coherent mogelijk te zijn met alle voorgaande politieke documenten, zoals de beleidsverklaring. In wezen is het eerste deel van de visietekst, het basisdocument, een beleidsverklaring die wordt doorgetrokken over twee legislaturen.
Daarnaast probeert deze visie aanpasbaar te zijn, omdat wij nu al merken dat wij moeten kunnen inspelen op veranderende omstandigheden. Daarom werken we met een basisdocument en drie bijlagen, die desgevallend vrij snel kunnen worden aangepast.
De eerste bijlage beschrijft de evolutie van de personeelseffectieven. De tweede bijlage bevat het benodigd budgettair traject. De derde en meest ontwikkelde bijlage beschrijft de capacitaire ontwikkeling in vijf dimensies, die ik zo dadelijk meer in detail zal toelichten, namelijk de dimensie ICI, wat staat voor Intelligence, Cyber, Influence, en de domeinen land, lucht, maritiem, en commando en operationele steun.
Zoals deze ochtend al herhaaldelijk werd gezegd, is er inderdaad een principeakkoord gesloten op het niveau van de kern, maar die tekst moet nog finaal en formeel door de ministerraad worden goedgekeurd. Hopelijk gebeurt dat komende vrijdag. Alles wat nu volgt, is dus onder voorbehoud van goedkeuring door de ministerraad.
Bij een dergelijke visietekst hoort enkele maanden later ook een wet op de militaire programmering, voluit officieel de wet op de programmering van militaire investeringen, personeel en technologische versterking voor de periode 2026-2034. Wat omvat een militaire programmeringswet? In grote lijnen gaat het om de bijlagen A en C van de visietekst, dus de bijlagen over de personeelseffectieven en over de capacitaire investeringen. Daar komen we zo dadelijk in detail op terug. Daarnaast zal die wet ook de financiering van de Defence Industry Research Strategy, kortweg DIRS, opnemen.
Deze keer zal dat verschillen van vorige wetsaanpassingen. We zijn toe aan de derde iteratie van die wet. In de tweede iteratie werd de eerste wet gewoon aangepast. We zijn nu tot het besef gekomen dat een aanpassing van een aanpassing legistiek gezien gewoon niet meer leesbaar zou zijn. We moeten nu dus een nieuwe wet opstellen die de oude vervangt, maar inhoudelijk zal het wel om hetzelfde type wet gaan. We gaan daar geen nieuwe elementen aan toevoegen, het komt neer op dezelfde wet, maar het zal formeel een nieuwe wet zijn die de oude vervangt. We kunnen de wet niet aanpassen en blijven aanpassen, want anders wordt die onleesbaar. Uiteraard zullen we te gepasten tijde die wet ook in het Parlement indienen. Dat biedt opnieuw de gelegenheid om meer in detail in te gaan op het investeringsluik, dus op al die capacitaire ontwikkelingen, want dat is eigenlijk de basis van die wet.
Zoals ook al door de minister werd aangehaald, zullen we dit jaar inderdaad een aantal keer naar het Parlement komen. We zijn begonnen met het regeerakkoord. Iets later volgde de beleidsverklaring, l'exposé d’orientation politique. Daarna kwam het paasakkoord, in wezen een regeringsbeslissing, maar in het Parlement toegelicht. Een paar weken geleden hebben we beleidsnota 2025 toegelicht. Nu is er de strategische visie, nogmaals, onder voorbehoud van goedkeuring door de ministerraad. Na het zomerreces volgt de militaire programmeringswet die uit die visie volgt. Na de zomer komt ook nog beleidsnota 2026, samen met het budget voor 2026. We zullen dit jaar dus nog een paar keer terugkomen.
De bedoeling is uiteraard dat de visietekst coherent is met al die andere documenten.
En ce qui concerne les annexes, on peut commencer par l'évolution des effectifs. Voilà ce que cela donne pour le personnel. Je vous laisse lire les chiffres. Au début de cette année, on avait 26 200 militaires, 2 300 civils et 2 500 réservistes. L'objectif pour 2035 est de passer à 34 500 militaires, 8 500 civils et 12 800 réservistes. C'est surtout au niveau des civils et des réservistes qu'il y a un énorme défi, parce qu'on va devoir tripler voire quadrupler les effectifs au bout de 10 ans. C'est quand même un sérieux défi.
Pour ce qui est du budget, je vous laisse lire ce slide. J'espère qu'il est également lisible pour les gens qui suivent sur leur ordinateur. Ce slide est important parce qu'il y a quand même pas mal de malentendus du fait que certaines personnes ne connaissent pas la différence entre l'effort de défense, les dépenses de défense et le budget de la Défense. Ce n'est pas la même chose et il arrive souvent qu'on mélange ces notions.
Passons par la première ligne qui donne l'évolution du PIB belge sur la base des prévisions du Bureau du Plan de février 2025. Ces chiffres sont évolutifs. Ils vont donc changer et sont indiqués à titre d'information. Ils viennent d'ailleurs de changer. Vous voyez que notre PIB devrait passer de 650 milliards l'année prochaine à 850 milliards en 2034.
La deuxième ligne représente la trajectoire budgétaire qui sera fixée au travers de cette vision, qui est de 2 % de ce PIB de 2026 jusqu'à 2033 inclus. À partir de 2034, on passe à 2,5 % du PIB. Pourquoi? Parce que l'accord de gouvernement indique qu'au plus tard en 2034, on passerait à 2,5 %. Donc, si on multiplie la première ligne par la deuxième ligne, on arrive à la troisième ligne qui représente en fait les dépenses de défense. C'est l'effort de défense traduit en chiffres absolus. Là, vous voyez qu'on passe d'environ 13,1 milliards l'année prochaine à près de 21,2 milliards en 2034. Il s'agit bien des dépenses de défense et non pas du budget de la Défense, parce que, de ce montant, il faut déduire les deux lignes qui suivent. C'est ce qu'on appelle les dépenses externes.
La ligne quatre reprend grosso modo les pensions des ex-militaires.
La ligne cinq, c'est une nouveauté introduite cette année-ci. C'est ce qu'on appelle la normalisation. Ce sont les dépenses effectuées par d'autres ministères que la Défense, mais qui ont une finalité militaire et qui peuvent être incluses dans l'objectif des 2 % pour autant qu'elles répondent à certains critères de l'OTAN.
Nous espérons identifier certaines dépenses existantes. Ce ne sont donc pas des dépenses supplémentaires. Ainsi, dans les autres ministères, pour cette année, on peut voir 150 millions, mais cela peut monter très vite vers 750 millions.
Si on soustrait les lignes quatre et cinq de la ligne trois, on arrive à la ligne huit, qui est le budget de la Défense, tel qu'il sera voté par vous dans le cadre de la loi budgétaire annuelle. Il y a quand même une énorme différence entre les dépenses de défense et le budget, de l'ordre d'environ trois milliards de plus.
Cette ligne huit, le budget de la Défense, peut alors être ventilée sur les lignes six et sept. La ligne six reprend les dépenses pour les investissements en matériel majeur. C'est ce dont nous discuterons plus tard, la fameuse annexe C de la Vision, et c'est ce qui va se trouver dans la loi par après. Cette partie-là, grosso modo, s'articule autour de 20 à 25 % de l'effort de défense. C'est la norme imposée aussi bien par l'Union européenne que par l'OTAN.
La ligne sept, c'est ce qui reste, c'est ce qu'on appelle l'enveloppe de base. Ces budgets-là servent à payer le personnel et le fonctionnement. J'espère que c'est clair.
Je voulais vous montrer qu'il y a une sérieuse différence entre les dépenses de défense et le budget de la Défense.
Les dépenses de défense pour la période 2026-2034 s'élèvent à 139 milliards d'euros, en euros courants. C'est un montant énorme, mais ce sont des euros courants, donc majorés avec le coefficient d'inflation sur neuf ans. Dans ces 139 milliards, il y a 50 milliards – j'arrondis – prévus pour les frais de personnel, pensions incluses; 38 milliards pour les dépenses de fonctionnement; 34 milliards pour les investissements, que je détaillerai plus tard; environ 7 milliards pour les investissements d'infrastructure, ce qui représente un sérieux effort pour mettre l'infrastructure de la Défense en bon ordre, parce que c'est vraiment nécessaire; 3,7 milliards pour le Research and Technology (R&T) dans le cadre du DIRS (Defence, Industry and Research Strategy), dont un tiers est affecté à la R&T dans le domaine spatial et cyber exclusivement, ce qui est énorme.
Évidemment, ces montants sont une fois de plus énormes mais ils s’étalent sur neuf ans. Bien sûr, nous ne partons pas de zéro. Actuellement, nous suivons une certaine trajectoire, celle du plan STAR. Si cette trajectoire avait été respectée – ce qui, malheureusement, n’a pas été le cas – nous aurions dû être aujourd’hui à environ 1,47 %, pour atteindre 1,55 % en 2030.
Par rapport à ce scénario théorique, approuvé il y a deux ans, ce plan nécessite 13 milliards d’euros supplémentaires au cours de cette législature et 17 milliards de plus pendant la suivante. Autrement dit, ces 30 milliards correspondent au coût de ce plan, comparé à la trajectoire STAR telle qu’elle avait été validée en 2022.
Cependant, il faut savoir qu’entre-temps, en raison du sous-financement du plan, le gouvernement a déjà dû injecter plusieurs milliards supplémentaires pour rétablir cette trajectoire.
De capaciteitsontwikkeling staat in bijlage C.
Il convient ici de parler du NATO Defence Planning Process (NDPP). En effet, tant l'accord de gouvernement que l'exposé de politique générale prévoient que ce NDPP soit notre guide pour les investissements futurs à réaliser. Le NDPP sert également de European Defence Planning Process.
Il y a une bonne raison à cela. Selon les dires de certains, tous les Européens achèteraient un peu n'importe quoi et ce serait mieux si quelqu'un coordonnait tout cela. Eh bien, cela se fait déjà. Cela s'appelle le NATO Defence Planning Process.
Au départ, comme l'OTAN a dû développer des plans régionaux suite à la demande des chefs d'État lors des sommets de Madrid (2022) et Vilnius (2023), des plans de défense collectifs très détaillés ont été élaborés. L'OTAN sait très bien ce qu'il faut pour défendre l'Europe contre une menace russe. C'est la première fois depuis des décennies que nous avons des plans si précis, si développés. Nous avons une très bonne vue sur ce qui est nécessaire.
Par ailleurs, l'OTAN sait très bien ce dont les pays européens de l'OTAN disposent. Il est assez facile de faire le delta entre les besoins et ce qui est déjà disponible sur le terrain. Ce delta est réparti entre tous les membres européens de l'OTAN, de façon à ce que le total corresponde exactement à ce qu'il faut. On essaie d'éviter le gaspillage. On essaie d'éviter d’acheter deux ou trois fois le nécessaire dans un certain domaine. C'est vraiment bien réparti entre partenaires. Tout le monde sait très bien ce qu'il doit faire. Cela se traduit alors en capability targets pour chaque pays.
Un cycle de quatre ans vient de se terminer. Aujourd'hui, il s'agit du Capability Targets 2025 (CT25) qui suit le CT21. Ces capability targets, pour la Belgique, comportent plusieurs parties. Des priorités sont données à chaque pays. Il y a des objectifs quantitatifs et environ 65 objectifs qualitatifs. Pour chaque objectif, il y a des opportunités de coopération au niveau européen. Cela va même tellement loin maintenant que pour chaque capability target, l'OTAN définit quel programme de l'Union européenne (comme PESCO et EDF) peut entrer en ligne de compte.
Il existe de nos jours une parfaite symbiose entre l'Union européenne et l'OTAN en ce qui concerne les besoins. D'ailleurs la Commission européenne demande explicitement, au travers de son White Paper publié il y a quelques mois, que les États membres européens de l'OTAN réalisent leurs capability targets de l'OTAN au plus vite, en commençant par ceux qui sont les plus prioritaires.
Il n'y a donc pas d'antagonisme entre les plans européens et ceux de l'OTAN, bien au contraire. En fait, le NATO Defence Planning Process est de facto le European Defence Planning Process. C'est notre guide pour tout ce qui suit dans le développement capacitaire.
Vous voyez sur l'écran les fameuses pie charts ou camemberts.
Bij het cirkeldiagram horen een paar kanttekeningen. U ziet daar de vijf domeinen staan: land (groen), air, SBAMD, ICI (geel), navy en command operationele steun (?). In de eerste plaats, land is niet landmacht, lucht is niet luchtmacht. Dat is geen een-op-eenverhouding. Zo staan bijvoorbeeld de zware helikopters die voorzien worden in het plan in het groene deel, dus bij land omdat ze ten dienste staan van de landmacht, ook al worden ze uitgebaat door de luchtmacht. Land of lucht zijn dus niet almachtig. We hebben ook ditmaal surface-based air and missile defense (SBAMD), het luchtafweerluik, apart vermeld, alhoewel het eigenlijk tot het domein air hoort, om te kunnen aanduiden wat die luchtafweer ons zal kosten, namelijk 4 miljard euro.
Ook heel belangrijk om weten is dat dit cirkeldiagram enkel het investeringsluik weergeeft. Zoals ik daarnet al zei, maken investeringen ongeveer 25 % uit van het geheel van de defensie-inspanningen. De andere 75 % zitten hier niet in. Dit diagram is dus geen verhouding van de kosten van die domeinen en is ook geen maatstaf voor het relatieve belang van die domeinen. Zo kan men bijvoorbeeld voor cyber, dat behoort tot het gele deel ICI, weinig materiële zaken aankopen. Het investeringsluik zal dus relatief beperkt zijn, maar de personeelskosten daarentegen zullen relatief hoog zijn omdat men vooral veel gekwalificeerd personeel nodig heeft. Men heeft werkingsbudgetten nodig om cyber te doen, men moet abonnementen kunnen kopen en dienstencontracten kunnen aangaan. Dat zit hier niet in. Dit is enkel het investeringsluik, uitgedrukt in euro's 2026, zoals dat ook het geval zal zijn in de wet die we na het zomerreces samen zullen kunnen bespreken.
Wat betrachten we met die bijlage C van de Strategische Visie? Ze is voor een groot deel didactisch opgevat. U zult hopelijk vrijdag, na de goedkeuring door de ministerraad, de teksten ter beschikking krijgen. Die bijlage C probeert een antwoord te bieden op vragen als wat nu gemotoriseerde capaciteit is, wat een surface-based air and missile defense capaciteit, wat een surface combattant capaciteit is.
We merken dat er veel verwarring bestaat bij het grote publiek en soms zelfs ook intern bij Defensie over wat een bepaalde capaciteit nu precies is. Dat proberen we te verhelpen met deze Strategische Visie door in de bijlage C op een vrij didactische manier te werk te gaan. Iedere capaciteit en subcapaciteit zal in de eerste plaats gedefinieerd worden.
Waarover hebben we het? Het volgende luik behandelt waar we vandaag staan met betrekking tot die capaciteit. Een derde luik gaat over waar we naartoe willen met behulp van deze Strategische Visie uit het nieuwe investeringsplan. Een vierde luik bespreekt hoe we daarvoor kunnen samenwerken met andere departementen binnen België of met internationale partners. Dat zijn de vier luiken die telkens zullen terugkomen in bijlage C. Samengevat geeft dat het volgende: waarover gaat het, waar staan we, waar willen we naartoe en met wie kunnen we dat doen. Dat is de opzet van die hele bijlage C.
Het volgende luik behandelt waar we vandaag staan met betrekking tot die capaciteit. Een derde luik gaat over waar we naartoe willen met behulp van deze Strategische Visie uit het nieuwe investeringsplan. Een vierde luik bespreekt hoe we daarvoor kunnen samenwerken met andere departementen binnen België of met internationale partners. Dat zijn de vier luiken die telkens zullen terugkomen in bijlage C.
Hopelijk zal dat worden gesmaakt. We trachten op die manier een antwoord te bieden op de vraag wat defensie nu juist inhoudt. Dat zal hiermee hopelijk duidelijk worden.
U moet ook weten dat die visie, en dus ook die wet, net zoals bij de vorige wet, een deel overneemt van wat er gepland werd met de vorige visie en wet. In het vorige investeringsplan, het zogenaamde STAR-plan, was ongeveer 11,1 miljard euro voorzien voor nieuwe investeringen, uitgedrukt in constante euro’s van 2022. Dat bedrag ligt intussen dus iets hoger. Van die 11 miljard euro is slechts een klein deel gerealiseerd. Een groot deel, namelijk 7,7 miljard euro, wordt nu gewoon overgenomen en zal deel uitmaken van de nieuwe Strategische Visie. Het gaat dus niet uitsluitend om nieuwe uitgaven. Een aanzienlijk deel wordt opnieuw opgenomen uit het STAR-plan.
Een visie drukt ook behoeften uit. Een visie spreekt in principe niet over het type wapensysteem en dus zal ook de wet systeemagnostisch zijn. Zij zal niet bepalen welk type wordt aangekocht, maar zal een behoefte uitdrukken. Tenzij er meer van hetzelfde wordt aangeschaft – dan is uiteraard bekend over welk systeem het gaat – of tenzij het kadert in een breder politiek raamakkoord, waarbij er slechts één type in aanmerking komt. Het CaMo-project is daarvan het beste voorbeeld. Er is in dat geval een politiek raamakkoord met Frankrijk.
We zullen dus in de wet en in de visie spreken over Serval, Jaguar, Griffon en alle voertuigen die gisteren besproken zijn, omdat die nu eenmaal kaderen binnen dat politieke raamakkoord. Daarom kunnen we ook spreken over LACM’s, want die maken deel uit van het overeengekomen beleid binnen het regeerakkoord, dat moet worden uitgevoerd in het Benelux-kader met Nederland. In dat geval moeten we aanschaffen wat zij hebben.
Los van zulke gevallen, waarin het niet anders kan, zullen de visie en de wet systeemagnostisch zijn en voornamelijk behoeften uitdrukken.
Wat ditmaal ook nieuw is, zijn de zogenoemde unsolicited development lines, oftewel geconsolideerde ontwikkelingslijnen. Dat zijn in feite budgettaire placeholders: volumes die worden vastgelegd zonder dat de inhoud ervan reeds volledig is bepaald. Die zal pas in een latere fase worden gedefinieerd.
We hanteren dat vooral in domeinen zoals cyber, drones en counterdrones. Dat doen we omdat de evolutie daar zo snel gaat, dat het geen zin heeft om vandaag reeds vast te leggen wat er over drie jaar moet worden aangekocht. Over drie jaar bestaat er misschien al een heel ander systeem. Die ontwikkelingen gaan tegenwoordig bijzonder snel. Daarom moet er voldoende flexibiliteit behouden blijven, zodat er kan worden ingespeeld op veranderende omstandigheden en nieuwe technologieën.
Die les hebben we geleerd uit het STAR-plan, waar we merkten dat we soms vastzaten aan een te specifieke omschrijving, terwijl er intussen betere en goedkopere alternatieven beschikbaar waren. Dat zal nu anders worden aangepakt, door bepaalde capaciteiten onder te brengen binnen die budgettaire placeholders.
Dat neemt niet weg dat er voor alle budgettaire placeholders of budgettaire lijnen in de wet, wanneer er sprake is van een aankoop, een gunningsdossier nodig is, dat de normale weg van politieke en administratieve controle zal volgen. De budgettaire lijnen betekenen niet dat we carte blanche krijgen. Die zullen zich vertalen in een bepaald programma dat, zoals nu het geval is, naar PCA zal gaan en een advies van de IF en een begrotingsadvies moet krijgen. Dat volgt dus de normale procedure.
Dan komen we tot de vijf domeinen. Omdat alles wat we hier zeggen nog onder voorbehoud is, willen we de gedetailleerde inhoud van wat er zal worden aangekocht, niet op slides zetten, maar ik zal dit mondeling proberen toe te lichten.
Laten we beginnen met het domein ICI: Intelligence, Cyber en Influence. Wat doen we daar? Onder het onderdeel Intelligence valt ook het geheel van ADIV-SGRS. We gaan niet in op de concrete plannen die ze hebben, maar u begrijpt dat daar in de nodige middelen zal moeten worden voorzien voor alles wat met counterintelligence te maken heeft. Daaronder valt ook een geconsolideerde ontwikkelingslijn voor open source intelligence, social media intelligence, information manipulation interference, counter FIMI, signal intelligence, human intelligence. Al die toepassingen zullen de nodige middelen krijgen. U begrijpt dat we daarover niet in detail willen treden. Dat is misschien iets voor de PCA.
Voor het onderdeel Cyber wordt heel veel ingezet op encryptietools, op toolkits voor het Cyber Rapid Response Team, updates voor het Secure Intelligence Center, op connectiviteit voor de respectieve Secure Operations Centers in de verschillende machten. Ook wordt fors geïnvesteerd in een joint electronic warfare center, samen met een partner, het Verenigd Koninkrijk. Voor Cyber is er uiteraard ook een geconsolideerde lijn, een placeholder, die ons in staat stelt om snel op nieuwe mogelijkheden in te spelen.
Het onderdeel Influence gaat over allerhande analyse- en informatiemanagementtools, maar ook over middelen voor psyops en voor civil military cooperation.
Dan hebben we het domein Space, een belangrijk domein. Daar gaat het om investeringen in space situational awareness. Het gaat over de deelname aan Europese programma’s zoals het GALO, het Global Coverage All Weather Low Earth Orbit Observation Satelliteconstellatiesysteem. Daar gaan we ook ons deel van betalen.
Voorts gaat het om microsatellieten en navigation warfare voor de Europese Galileoconstellatie, om bepaalde dagelijkse data beter te kunnen afschermen. Al die dingen vallen onder Space.
Ook daar is er een geconsolideerde ontwikkelingslijn. Maar zoals ik daarnet heb aangehaald, wat Space betreft, zit er vooral veel geld in het DIRS-budget, dat hier niet door gedekt wordt. Dat zit bij de werkingsuitgaven. Eén derde van de 3,7 miljard is specifiek voorbehouden voor Space en Cyber.
Het volgende luik dat hierbij hoort, is Remote Piloted Aircraft Systems. Dat zijn de grote drones, de drones van type 3. De Strategische Visie zal in het tactische luik duidelijk maken wat een drone van type 1, type 2, of type 3 is. Ik zal u niet vervelen met details op dit ogenblik.
Die grote drones vallen hier onder. In de praktijk gaat het over onze MQ-9B's. Daarvan zijn er nu al twee systemen besteld. Eén systeem is: twee vliegtuigen en één ground control station. Die twee systemen worden dit jaar geleverd. Met deze Visie voegen we daar een derde systeem aan toe. We zullen in totaal dus eindigen met zes vliegtuigen en 3 ground control stations.
Verder zijn er natuurlijk updates voor die vloot van zes MQ-9B's.
Dan is er Digitalisatie en Ondersteunende Communicatie. Dat is ook een belangrijk luik. Ook daar een budgettaire placeholder. Er komt heel veel IT-support voor alle nieuwe wapensystemen. Maar ook, heel belangrijk, een vrij groot project voor datacenters, voor bijna 1 miljard, om onze soevereine datacenters te kunnen bouwen. Die zijn natuurlijk redundant, dus dat zal een vrij groot project worden.
Dan is er de dimensie Land, waar er op zich maar twee capaciteiten zijn: de gemotoriseerde capaciteit en het Special Operations Regiment. U hebt gisteren de briefing over CaMo gehad, dus wat ik nu zal zeggen, zal waarschijnlijk grotendeels met die briefing samenvallen.
U weet dat de gemotoriseerde capaciteit bestaat uit drie elementen: de interwapen gemotoriseerde mediane brigade, de interwapen gemotoriseerde lichte brigade, en een Belgisch Luxemburgse divisie, een verkenningsbataljon, dat de naam Ermesinde heeft meegekregen.
Wat de mediane brigade betreft, die valt uiteen in combat, combat support, en combat service board.
Wat combat betreft, de eigenlijke
manoeuvretroepen, zijn er, zoals gisteren waarschijnlijk is uitgelegd, twee
infanteriebataljons en twee cavaleriebataljons. Voor de infanteriebataljons
worden er bijkomende Griffons gekocht. Voor de cavaleriebataljons worden er
bijkomende Jaguars en bijkomende VBAE-voertuigen gekocht, véhicules blindés d'aide à l'engagement.
In het onderdeel Combat & Support is er een geniebataljon, dat zal worden uitgerust met GRIFFON en met materiaal om mijnen te kunnen leggen en opruimen en mobile assault bridges. Er is ook een artilleriebataljon, dat bijkomende CAESAR's zal krijgen, bijkomende GRIFFON's, en GRIFFON MEPAC's, mortiervoertuigen. Zij zullen eveneens worden uitgerust met FPV-drones, zogenaamde kamikazedrones. Daarnaast krijgen ze eigen luchtafweer in de vorm van Servals met Mistralluchtmisiles. Ze ontvangen ook een hele reeks andere standaard Servals, radars, sensoren en allerhande ander materiaal. Bij het Combat & Supportluik hoort ook een verkenningseskadron. Dat zal eveneens Servals en VBAE’s krijgen, alsook grotere drones, de integratordrones van type 2.
Bij de mediale brigade is er het onderdeel Combat & Service Support, dat het logistieke bataljon omvat. Dat bataljon krijgt heel wat materiaal, waaronder honderden vrachtwagens. Ook het medische luik maakt daarvan deel uit. Daarvoor komt er bijkomende capaciteit op rol 1-niveau, dus op het niveau van het bataljon, voor evacuatie, en veldhospitalen op rol 2-niveau, dus het brigadeniveau. Daarvoor worden GRIFFON- en Servalambulanceversies voorzien. De mediale brigade krijgt daarnaast een Multiple Launch Rocket System (MLRS), maar dat is pas voorzien tegen het einde van de periode van de strategische visie.
De lichte brigade zal worden samengesteld uit twee infanteriebataljons en één bataljon gevechtsdrones. De samenstelling daarvan moet nog worden bepaald, maar dat zal ten laatste in 2028 gebeuren. Dat is de afspraak.
Het Special Operations Regiment omvat onder meer de nieuwe Light Utility Helicopters, de H-145M, die besteld zijn. Daarnaast komen er nieuwe short take-off and landing-vliegtuigen voor het regiment, evenals toekomstige medium-heavy transport helicopters. Er komt dus heel wat vliegend materiaal bij. Ook worden nieuwe tactische voertuigen voorzien, zogenaamde medium multirole tactical vehicles. Daarnaast wordt ingezet op manned-unmanned teaming. Dat wil zeggen dat we zullen samenwerken met drones, ook op de grond.
Dat ging dus over de dimensie land.
Wat de Luchtcomponent betreft, is het nieuwe element dit jaar de Surface-Based Air & Missile Defense: het luchtafweerluik, dat volledig nieuw is. Het gaat daarbij om tien luchtafweerbatterijen voor korte en middellange afstand van het type NASAMS (Norwegian Advanced Surface-to-Air Missile System), een Noors systeem dat we samen met Nederland aankopen, aangezien ook zij de NASAMS 3, de recentste versie, van dit systeem aanschaffen. Daarnaast worden ook drie luchtafweerbatterijen gepland voor lange afstand en voor Tactical Ballistic Missile Defense. Welk type dat zal worden, moet nog op een later tijdstip worden bepaald.
Wat het onderdeel Air Combat Multirole betreft, komen er zoals gezegd normaal gezien elf bijkomende F-35’s, een hele reeks wisselstukken en ook de zogenoemde continuous capability development, de toekomstige upgrades, zeg maar. Met het initiële F-35-contract was de ondersteuning verzekerd tot en met 2030; die ondersteuning moet nu worden verlengd voor de periode na 2030.
Daarnaast omvat het programma ook een reeks initiatieven die verband houden met de F-35 en die eigenlijk al vastgelegd waren in het STAR-plan. We nemen die nu gewoon over. Het gaat om programma’s die ons in staat moeten stellen autonomer te opereren, waarbij we op Europees niveau proberen samen te werken rond Operational Training Infrastructure (OTI), rond Mission Training Centers en rond de Europese planning van electronic warfare-middelen. Bij dit onderdeel hoort ook onze deelname aan het toekomstige NATO Flight Training Europe- of NFTE-programma, dat de vroegere capaciteit aan Alpha Jets zal vervangen, dus de geavanceerde opleiding van onze toekomstige F-35-piloten. Ook dat valt onder dit onderdeel.
Voorts is er het Fixed Wing Transport, ons luchttransport. Dat omvat onder meer Directional Infrared Countermeasures- of DIRCM-systemen voor onze Airbus A400M, zodat die vliegtuigen beter beschermd zijn tegen grond-luchtmissiles van korte dracht. Er is ook budget uitgetrokken om opnieuw regionale jets aan te kopen – zoals we die vroeger hadden met de Embraers, als u zich dat nog herinnert – omdat we die nu toch wel missen. Zeker in het licht van het nieuwe NAVO-concept, waarbij we bijna permanent troepen moeten stationeren aan de oostflank, is dergelijk intra-Europees transport binnen het operatiegebied steeds belangrijker.
Dat transport kan worden ingevuld met lichte tactische transportvliegtuigen – die overigens al in het STAR-plan waren opgenomen – of met een combinatie van beide types. Daarnaast is ook budget vrijgemaakt om onze Corporate Long-Range – zeg maar onze vipvliegtuigen – te vervangen zodra het Falcon 7X-contract met Dassault afloopt.
Tot slot zijn er nog twee capaciteiten die eveneens onder het luchttransport vallen, maar toch enigszins anders zijn. Enerzijds is er de air-to-air refuelingcapaciteit in Luik. Zoals u weet, hebben wij de facto twee tankervliegtuigen verworven, of het equivalent daarvan, binnen een pool van tien toestellen die samen met een aantal Europese landen wordt uitgebaat, vanuit het Nederlandse Eindhoven. Ook voor die vliegtuigen is financiering nodig voor verdere updates.
Daarnaast nemen we deel aan het Airborne Early Warning-programma, dus het AWACS-programma, dat wordt aangestuurd vanuit Geilenkirchen in Duitsland. Daarvan kopen wij ook ons deel. Dat programma loopt ten einde, de AWACS-vloot is al stokoud en moet worden vervangen. Ook daarvoor zullen budgetten worden voorzien.
Vervolgens is er een belangrijk deel Air Command and Control. Het Control and Reporting Center in Beauvechain krijgt er een deel deployable bij. Men zal dus een deel van de mensen kunnen ontplooien, met ook ontplooibare radarsystemen. Het hele CRC zal aan belang winnen, omdat het die nieuwe luchtafweer zal moeten ‘runnen’. Die capaciteit zal opgewaardeerd worden.
In Beauvechain wordt bovendien in het kader van het CRC voorzien in een multidomain targeting support cell en in een verdere versterking van het reeds bestaande National Airspace Security Center. Dat is een interdepartementaal orgaan, waarin ook politie, douane en het directoraat-generaal Luchtvaart vertegenwoordigd zijn. Het beoogt de uitbouw van een equivalent van het maritiem informatiekruispunt. Ook dat wordt voorzien.
Dan is er Force Protection Air, met onder andere commando-, transport- en verbindingscapaciteiten, CBRN-voertuigen en veel investeringen op het vlak van inbraakdetectie, om onze vliegbasissen beter te kunnen beschermen. Er komen ook investeringen in weerbaarheid, zodat, zou een vliegbasis worden aangevallen, landingsbanen snel kunnen worden hersteld. Dat zijn zaken die we hadden ten tijde van de Koude Oorlog en die komen nu terug. Daar komt het eigenlijk op neer.
Dan kom ik aan Search and Rescue. Zoals u weet, kopen we vier nieuwe search-and-rescuehelikopters. Verder zijn er nog een heel wat kleinere investeringen, onder de noemer Air Base General Support.
Dan kom ik aan de Marine. Service Combatant gaat het over de fregatten. We kopen een derde anti-submarine-warfarefregat aan. Die capaciteit krijgt drones van type 2, anti-torpedosystemen, snelle boten en maritieme sensoren voor de MQ-9B. U ziet dus dat de MQ-9B over verschillende domeinen verspreid is, zowel bij het domein ICI als in dat platform. Tegenwoordig behoort die tot het domein Air Combat, omdat die bewapend kan worden. Daarnaast zit die ook in het maritieme domein, aangezien we voor de MQ-9 maritieme sensoren aankopen. Die sensoren bevatten radar en sonar waardoor bijvoorbeeld ook sonarboeien kunnen worden uitgegooid. Er zijn eveneens updates voorzien voor de vloot NFH NH90-helikopters, die opereren vanaf de ASW-fregatten.
In het deel Naval Mine Warfare zit een logistiek ondersteuningsschip voor onze MCMV-vloot. Verder worden mijn- en lichtsystemen aangekocht, zoals reeds voorzien in het STAR-plan. De zogenaamde MCM-toolbox omvat een hele panoplie aan drones, zowel in de lucht, op het water als onder water.
Coastal Security heeft betrekking op offshore ISR-sensoren, ISR staat voor intelligence, surveillance, reconnaissance, en op updates voor de drie Coastal Patrol Vessels, de patrouillevaartuigen.
Harbor Protection betreft de aankoop van onderwatersensoren, evenals een expeditionaire havenbeschermingsmodule voor de marinefuseliers. Het is de bedoeling dat zij ook elders, waar nodig in Europa, havenbescherming kunnen aanbieden.
Daarnaast gaat het over maritieme commando- en controlemiddelen en maritime support. In dat kader zijn er diverse SATCOM-programma’s voor de MCMV-vloot, evenals IT-ondersteuning voor het Maritiem Informatiekruispunt en het Maritime Operations Centre.
Ten slotte, op de laatste slide, wordt de dimensie commando- en operationele steun toegelicht. Een belangrijk onderdeel daarvan is de medische steun. Daarbij gaat het om extra capaciteit van rol 1 en rol 2. Nogmaals, rol 1 omvat evacuatiecapaciteit op het terrein zelf, dus aan het front, en rol 2 betreft de veldhospitaalcapaciteit. Voor die capaciteit worden eigen voertuigen voorzien, met alles wat erbij hoort, zoals evacuatiekits, specifieke vrachtwagens met koelers en dergelijke. Zoals de minister reeds vermeldde, is er ook de medical hub. Die zal bestaan uit een medisch expertisecentrum, een centrum voor specialisaties, een centrum voor vorming en training, een logistiek centrum en een centrum voor onderzoek en ontwikkeling. Dat alles wordt samengebracht in de nieuwe medical hub.
Binnen het luik joint force protection worden alle systemen ter bestrijding van drones (counter-UAS-systemen) gegroepeerd voor alle machten. Dit wordt een vrij groot programma dat waarschijnlijk in de vorm van een raamcontract zal verlopen voor alle machten en dat diverse types van counter-UAS-systemen zal omvatten. Er is ook een vernieuwde explosive ordnance disposal (EOD) voor DOVO. Het gaat hierbij onder meer over een nieuwe static detonation chamber en nieuwe robots voor EOD-activiteiten. Onder dit luik valt eveneens CBRN-uitrusting voor alle machten. Nogmaals, de Koude Oorlog komt terug en daarom kopen we die capaciteiten opnieuw aan. Op termijn – dit is een werk van lange adem – komen daar ook scanners bij voor toegangscontrole en allerlei andere elementen die onder joint force protection vallen.
Vervolgens is er het luik general support. De naam is misschien verkeerd gekozen, want hieronder valt nu ook de territoriale reserve en de uitrusting daarvan. Die zal volledig worden uitgerust, net zoals de actieve militairen. Ze krijgen zowel hun individuele als collectieve uitrusting onder dit luik.
Daarnaast omvat dit luik ook een aantal
voertuigen, waaronder een eigen V/SHORAD-capaciteit. Concreet gaat het over
20 Skyrangersystemen van het Duitse Rheinmetall. Dat valt onder een
politiek raamakkoord en is een uitwerking van het memorandum of understanding inzake het European Sky Shield
Initiative, dat tijdens de vorige legislatuur werd gesloten. België heeft zich
destijds aangesloten bij dat memorandum
of understanding.
De Skyranger vormt het onderste segment in het V/SHORAD-geheel en zal worden aangekocht voor de territoriale reserve.
Daarnaast zijn er een aantal belangrijke unmanned systems. We hebben zojuist gesproken over counter drones; dit betreft het onderdeel drones, dus onze eigen drones van allerhande types. Er zijn al veel drones opgenomen in de respectieve capaciteiten, maar hiermee worden drones bijgekocht voor alle machten. Het gaat om kleine verkenningsdrones, kamikazedrones en allerhande soorten drones die vandaag op het slagveld niet meer weg te denken zijn. Die worden gefinancierd binnen deze budgettaire lijn.
Tot slot is er het belangrijke onderdeel enablement. We krijgen een belangrijke taak toegewezen: ervoor zorgen dat onze bondgenoten in geval van een groot conflict hun materieel kunnen ontschepen in de havens en luchthavens, zodat het kan worden doorgevoerd naar de plaatsen waar het nodig is. Dit onderdeel omvat bijvoorbeeld de aankoop van spoorwagons, een joint support hub en combined air terminal operations. Kortom, alles wat nodig is om onze bondgenoten de vereiste host nation support te bieden.
Ik heb slechts een aantal elementen aangeraakt in dit korte overzicht. De Strategische Visie, die u hopelijk vrijdag zult kunnen lezen, is nog veel ruimer. Ik maak toch een kanttekening: alle besproken materieel zal uiteraard niet morgen al beschikbaar zijn. De visie bestrijkt een periode van negen jaar. Sommige systemen die ik zonet heb genoemd, zullen misschien pas over zeven jaar worden besteld en over tien jaar worden geleverd. Dat moeten we goed voor ogen houden. Dit is gewoon een overzicht en hopelijk wordt alles vrijdag duidelijker wanneer u de teksten kunt inkijken na de goedkeuring van de ministerraad.
02.08 Minister Theo Francken: Dank u, generaal. Dit was op zich een extensief, volledig overzicht. Ik herhaal nogmaals dat dit nog niet is goedgekeurd, maar op de agenda staat van de ministerraad vrijdag. Principieel was er een akkoord, maar we zullen nog even moeten overleggen met de collega's. Een goed gesprek kan immers nooit kwaad.
De voorzitter: Het was niet alleen een extensieve uiteenzetting, het zijn ook intensieve dagen, mijnheer de minister.
Collega's, ik stel voor om eerst een werkafspraak te maken over hoe we de bespreking verder zullen aanvatten. Er zijn vragen ingediend die gekoppeld zijn aan deze gedachtewisseling. Het lijkt me hoffelijk dat we eerst het woord verlenen aan met de commissieleden die vragen hebben ingediend. Vervolgens kunnen we het woord geven aan wie daarover een tussenkomst wenst te doen.
Is het mogelijk om een tijdlimiet af te spreken? Ik kan me voorstellen dat sommigen bijzonder uitgebreid willen zijn, terwijl anderen misschien een kort statement wensen te maken. Misschien kunnen we daarover een werkafspraak maken?
Een voorstel is vijf minuten spreektijd per fractie. In vijf minuten kan men heel veel zeggen. Is dat te veel of te weinig? Goed, dan houden we het op vijf minuten.
Ik geef het woord aan de heer Vander Elst.
02.09 Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de minister en mijnheer Van Pee, dank u voor uw zeer uitvoerige toelichting. Ik had verwacht dat we een overzicht van de tweets van Theo zouden krijgen, maar het is veel meer geworden, dus daar ben ik blij om. We hebben toch wel een inkijk gekregen in wat er de komende jaren eventueel op de planning zal staan. Ik spreek ook onder voorbehoud. Er zitten een aantal zaken in die de goede richting uitgaan en die nodig zijn.
Ik heb zeer vlijtig genoteerd. Mijn eerste punt gaat over het budget. Er zullen budgettaire lijnen worden gecreëerd die flexibel kunnen worden ingezet of die kunnen inspelen op de actualiteit of op technologische ontwikkelingen. Ik vind dat een bijzonder verstandige keuze en een goede zaak.
Als er één positief element is aan de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, dan is het wel dat research and development en technologie en innovatie in zeer korte tijd ongelooflijke stappen vooruit zetten. We moeten daar als land, als NAVO-partner en als EU-lidstaat kort op kunnen inspelen. Ik vind het dan ook een goede zaak dat daarin zal worden voorzien.
U hebt de budgettaire lijnen gepresenteerd. Ik begrijp dat die gebaseerd zijn op een beleidsnota die dateert van voor de verhoging van de NAVO-norm. De NAVO-norm is intussen door alle lidstaten goedgekeurd. Dat betekent dat wij tegen 2035, behoudens grote wijzigingen bij de tussentijdse evaluatie in 2029, naar 5 %, maar in dit kader naar 3,5 % actieve militaire uitgaven, moeten gaan. Dan zie ik dat wij momenteel voorzien in 2 % tegen 2033, in 2,5 % in 2034 en in principe in 3,5 % in 2035.
Dat betekent dat wij op 2 jaar tijd 1,5 % moeten bijpassen, als er in 2029 geen grondige of fundamentele wijzigingen worden aangebracht in het te behalen percentage. Eerlijk gezegd verwacht ik dat niet.
Dat is wishful thinking. Dat komt zo niet goed. We schuiven het allemaal vooruit. We doen inderdaad wel alles om versneld de 2 %-norm te halen om onze afspraken na te komen en dat is goed. Dat heb ik tegen de minister ook al vaak gezegd. Als we echter op die manier blijven werken, bengelen we opnieuw achteraan het peloton. Dat is net wat we niet willen met de Europese hoofdstad en als medeoprichter van de NAVO.
We zullen dus de komende maanden echt grondig moeten spreken en debatteren over de manier waarop de regering dat traject om aan de NAVO-norm en onze verplichtingen te voldoen, zal uitbouwen. Op de manier waarop men het nu doet zullen we opnieuw achteraan bengelen en wordt de rekening doorgeschoven, niet naar de volgende regering, maar naar die daarna en naar de volgende generaties. We dragen een collectieve verantwoordelijkheid, zowel de regering als het Parlement, om dat niet toe te laten.
Ten tweede, wat het personeel betreft, ik lees dat we op die 9 jaar tijd 50 miljard zullen uitgeven aan personeel, met inbegrip van de pensioenkosten. Op het moment, als ik correct ben, geven wij jaarlijks ongeveer 4,3 miljard uit aan personeelskosten. Als men dat maal 9 of 10 doet, komt men uit rond de 40 miljard. Dat betekent – neem mij alstublieft niet op details of punten en komma’s – dat er ongeveer 10 miljard euro bij komt voor personeel, als het al zoveel is.
Daarnaast zullen we echter de personeelsaantallen drastisch optrekken. Eigenlijk klopt dat dus niet. Men kan niet het personeelsbestand fors uitbreiden, wat nodig zal zijn, en op 10 jaar tijd slechts tussen de 7 en 10 miljard extra voorzien voor personeel. Dat kan zeker niet als men weet wat de pensioenhervorming inhoudt met de beloftes in het achterhoofd die zijn gedaan over de specificiteit van het beroep en voor het militair personeel en hun statuut. We zouden dat allemaal aanpassen. Met 7 à 10 miljard zullen we dat gewoon niet kunnen realiseren, zeker niet als men het aantal personeelsleden drastisch wil optrekken in de komende jaren.
Ik had daarover dus graag duidelijkheid. Wat is de planning? Zult u nog stappen zetten om iets aan dat statuut aan te passen? Met die budgettaire middelen ten belope van 50 miljard op 10 jaar tijd zult u dat namelijk niet kunnen doen, zult u dat niet kunnen financieren.
Voorzitter, vijf minuten is zeer kort, maar goed, ik respecteer de afspraken. Ik wil toch nogmaals de heer Van Pee en de minister danken voor de toelichting. Maar ik ga ervan uit dat we voor de zomer echt nog in de diepte en zonder spreektijdbeperking met elkaar kunnen spreken.
02.10 Robin Tonniau (PVDA-PTB): Mijnheer Franken, de vraag is natuurlijk who is your daddy. Is dat Rutte of Trump, de NAVO, de Verenigde Staten of de defensie-industrie? Uw investeringsplan voor defensie is tegelijk ook een besparingsplan voor de hele bevolking. Uw strategische visie is niets meer dan het ontmantelen van onze sociale zekerheid en het doorsluizen van ons geld naar uw daddies. NAVO-baas Rutte zei het al tegen zijn daddy: Europa zal fors meer betalen. Dat betekent dat de VS fors meer zal cashen.
Onze pensioenen zullen fors meer dalen. Wie zal zich met 6.000 euro minder koopkracht per gezin per jaar veiliger voelen? Niemand. Zeker niet wanneer die 6.000 euro wordt gebruikt om offensief oorlogsmateriaal aan te kopen. U hebt een strategische visie op oorlog, maar niet op veiligheid.
Vandaag bespreken we geen officiële nota van de regering, geen strategisch plan goedgekeurd door het Parlement. Nee, we bespreken in feite een boodschappenlijstje van de heer Franken, gepost op Twitter. Daaruit blijkt vooral dat uw strategische visie neerkomt op het doorsluizen van zoveel mogelijk Belgisch belastinggeld naar de wapenindustrie, een sector die overigens bekendstaat om het hoge corruptierisico. Denk maar aan de Italiaanse Agusta-helikopters. De heer Vandenbroucke weet er alles van.
De strategische visie van Arizona is om 2 % van het bbp tot 2033 aan defensie te besteden, maar zelfs vandaag is dat nog altijd niet gefinancierd. De investering van 34 miljard euro is niets meer dan een ongedekte cheque, enkel bedoeld om die 2 % te halen, ongedekt, omdat men weet dat het verzet tegen het sociaal beleid, asociaal beleid liever, erg groot is en het verzet tegen de militarisering voelbaar groeit. In 2034 wilt u naar 2,5 % gaan om in 2035 de zogenaamde Trumpnorm van 5 % te bereiken. Daarvan zou 3,5 % naar wapens gaan, dat betekent nog eens 10 miljard extra per jaar. Wie zal die factuur betalen? Uiteraard de werkende mensen.
Als we dieper ingaan op wat hier voorligt, dan zien we een boodschappenlijstje van de wapenindustrie, goed voor 34 miljard euro, een derde oorlogsschip, terwijl onze kustlijn amper 67 kilometer lang is, een gewapende dronevloot en straks komen daar nog eens elf extra F-35’s bij. Dat zijn geen verdedigingswapens; ze zijn allemaal bedoeld voor offensieve buitenlandse NAVO-operaties. Dat militaire opbod zal de wereld niet veiliger maken, integendeel.
Wat we vandaag meemaken, is het begin van een nieuwe besparingsronde. In elke toekomstige begroting zal, door Arizona en uw defensie-engagement, het defensiebudget als excuus gelden om sociale rechten af te bouwen. Pensioenen en andere voorzieningen worden uitgehold, investeringen in zorg en onderwijs worden uitgesteld of zelfs volledig geschrapt. Op die manier ontmantelt u, steen voor steen, onze veiligheid en onze sociale zekerheid.
Defensie krijgt zoveel miljarden toegestopt dat een dossier van 1 miljard euro plots klein wordt genoemd. Met het budget van één F-35 kunnen we veertig scholen bouwen. Met vier F-35’s creëren we tienduizend extra plaatsen in de kinderopvang. Met zes van die vliegtuigen bouwen en onderhouden we een nieuw ziekenhuis. Maar nee, alles voor daddy Trump!
Trump is onbetrouwbaar. Kijk naar Zwitserland. Dat land kocht F-35’s aan via een contractuele verbintenis. En wat doen de Amerikanen nu? Ze verbreken die verbintenis en eisen meer geld van de Zwitsers. En toch zullen wij elf extra F-35’s bij dezelfde mensen bestellen.
Dus, mijnheer de minister, bedankt voor uw strategische
visie op hoe men zo snel mogelijk wapens koopt. Waar is echter uw strategische
visie voor het personeel, de vakbonden en hun pensioenen? Waar is uw
strategische visie op de financiering van uw plannen, de ongedekte cheque van
34 miljard euro? Mijnheer Van der Elst heeft namelijk gelijk: uw budget
voor personeel is ontoereikend. U wilt het aantal personeelsleden bij Defensie
verdubbelen. Maar waar is het geld om dat personeel te betalen? Wanneer zult u
daar eindelijk duidelijkheid over scheppen?
02.11 Annick Ponthier (VB): Dank u, mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister en generaal Van Pee voor uw concrete toelichting bij een aantal dossiers die aan bod komen in de strategische visie. Ik zal u niet vragen who's your daddy, want dit debat moet ernstig worden gevoerd.
Generaal Van Pee, u hebt verklaard dat de strategische visie is opgesteld met een duidelijk overzicht van de capaciteitsdriehoek: personeel, budget en investeringen. De strategische visie is ook flexibel opgesteld met het oog op eventuele toekomstige evoluties. Ik beschouw dat als een zeer positief element. We weten immers waar we nu staan, maar we weten niet waar we binnen een aantal jaar en al zeker niet aan het einde van de looptijd van deze strategische visie zullen staan.
Het is dus bijzonder goed dat men flexibel kan zijn waar nodig. Mocht ik concrete vragen stellen over elementen die u al hebt toegelicht, dan verontschuldig ik me bij voorbaat, maar er zijn veel elementen aan bod gekomen, wat op zich ook positief is.
Het zijn tenslotte maar elf extra F-35's geworden, hoewel de NAVO er meer had gevraagd. Ik zeg daarom niet dat we op de vraag van de NAVO moeten ingaan, u kent ons standpunt ter zake. Mijnheer Tonniau, na het akkoord over de meerwaardebelasting was er een compromis gevonden.
Mijnheer de minister, hoe ziet u de strategische afhankelijkheid van de Verenigde Staten in de toekomst, gelet op de huidige spanningen tussen de EU en de VS ter zake? Wat is uw visie op de Europese strategische autonomie? We merken toch wel enige tegenkanting, niet in het minst binnen uw eigen regering. Ik herinner me overigens nog de slogan van de collega’s van Vooruit in het verleden over de F-16's: "Daar vliegt uw pensioen." Wat met alle argumenten tegen de F-35 inzake afhankelijkheid, kostprijs en noodzaak?
Mijn tweede vraag betreft een visie op een nog langere termijn dan de plannen die nu voorliggen. Wat is de stand van zaken met betrekking tot het Future Combat Air System (FCAS) of het Global Combat Air Programme (GCAP)? U was daar aanvankelijk tegenstander van, mijnheer de minister, maar nadien verklaarde u dat België zou instappen in het FCAS. Vervolgens werd opnieuw twijfel gezaaid. Wat is nu de uiteindelijke visie daaromtrent?
Dan heb ik nog een vraag over het derde fregat, het logistieke steunschip. We weten allemaal dat we drie fregatten nodig hebben: een in onderhoud, een voor opleiding en een operationeel. Dat is noodzakelijk om te allen tijde een functionele marine te kunnen verzekeren.
02.12 Axel Weydts (Vooruit): Niet iedereen.
02.13 Annick Ponthier (VB): De meeste mensen met gezond verstand weten dat. De vorige twee fregatten zijn op identieke wijze uitgerust met een Vertical Launching System (VLC) om raketten te lanceren. Wordt ook het derde fregat op identieke wijze uitgerust als de vorige twee fregatten?
Dat is belangrijk met het oog op consistentie binnen het geheel.
Welk type logistiek steunschip wordt het? Hebt u al een idee van de kostprijs ter zake? Ik hoef u niet te herinneren aan het vorige vivaldidebacle, waarbij de kostprijs plots van 1 miljard euro naar het dubbele ging, zonder voorafgaande verwittiging.
Mijnheer de generaal, over het luchtafweersysteem hebt u aangegeven dat wij negen van de geavanceerde NASAM-systemen zullen aankopen.
02.14 Minister Theo Francken: Het gaat over tien systemen. Het stond verkeerd in Het Laatste Nieuws.
02.15 Annick Ponthier (VB): Wij hadden de pers dus nog grondiger moeten lezen om het juiste aantal te weten.
Ik wil u ook het volgende vragen. In de pers werd gesproken over 2,25 miljard euro, terwijl op de slide daarnet 4 miljard euro stond. Kunt u dat verschil toelichten? Dat zal ongetwijfeld een verklaring hebben.
Wij zullen daarvoor samenwerken met Nederland. Nederland heeft gekozen voor een Europese radaroplossing van het Nederlandse bedrijf Thales. Welke keuze zal België ter zake maken? Zal België dezelfde keuze maken als Nederland? Kunt u dat al dan niet bevestigen?
U hebt verklaard dat een aantal systemen veel tijd zullen vergen om aan te kopen en operationeel te maken. Wanneer zal het NASAM-systeem operationeel zijn? Kunt u dat nog kort toelichten?
Mijnheer de voorzitter er is een verschil in communicatie. Ik zal dat kort aanraken.
Mijnheer de minister, wij hebben in de pers gelezen over 1.000 nieuwe gevechtsvoertuigen en 1.000 logistieke voertuigen. In uw eigen communicatie sprak u echter over 1.500 nieuwe gevechtsvoertuigen en 2.100 logistieke voertuigen. Wat wordt het nu precies? Waarom is uw verklaring strijdig met de berichtgeving in de pers?
Welke types helikopters worden het? Kunt u daar ook iets over meegeven?
Ik ga heel snel door de vragen, want ik had heel veel vragen. Onze spreektijd is echter jammer genoeg beperkt.
Inzake de personeelsdoelstellingen hebt u heel ambitieuze doelstellingen, maar het budget dat daartegenover staat, is toch wel erg beperkt. Ik zal de uiteenzetting van de andere sprekers daarover niet herhalen, maar ik zou u het volgende willen vragen. Hoe zal de personeelsevolutie in de praktijk worden gerealiseerd?
Met die vraag beëindig ik helaas mijn vraagstelling.
02.16 Lydia Mutyebele Ngoi (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie d'avoir présenté votre note de vision stratégique avant même qu'elle soit présentée au gouvernement.
Je parlais avec mes collègues des thèmes qui reviennent fréquemment dans cette commission. Les discussions portent souvent sur l’armement et sur les achats militaires, tandis que les aspects humains sont trop peu évoqués. Nous ne parlons que trop rarement des militaires dont vous allez allonger la carrière de 11 ans. Il serait important que cette commission intègre davantage les questions sociales.
Vous avez été galvanisé par la venue de Trump au sommet de l’OTAN à La Haye, sujet sur lequel nous avons déjà eu l'occasion de débattre longuement.
Votre gouvernement a obtenu un accord pour dépenser 34,2 milliards d’euros. Comme la Suédoise, votre majorité ignore comment ces montants seront financés. Toutefois, M. Prévot a indiqué que cela passerait notamment par le prélèvement de nouveaux impôts ou la vente d’entreprises publiques.
Vous faites les mêmes erreurs que la Suédoise. Avant même d'avoir votre plan stratégique, on savait déjà qu'on achèterait des F-35 américains. Le général Van Pee, présent dans cette salle, connaît bien les problèmes liés à ces avions. Il avait été auditionné par le Parlement, plusieurs années auparavant, lorsque le ministre Vandeput avait décidé de lancer ce même marché. Il pourra donc intervenir sur cette problématique qu’il connaît.
Au-delà des considérations budgétaires, des questions importantes demeurent en matière d'autonomie stratégique européenne, d'approche globale des conflits, de retours sociétaux pour les entreprises belges et européennes, et de ressources humaines alors que vous brisez le contrat social avec nos militaires. Vous avez évoqué le personnel tout à l’heure, mais vos objectifs ne seront pas atteints, compte tenu de la politique sociale catastrophique que vous menez.
Le MR et Les Engagés parlent constamment de l'Europe de la défense, mais 11 F-35 vont être achetés à l'Amérique de Trump, alors que le budget est en train d'exploser. Il y a eu ce débat en Suisse, que nous avons suivi.
Je me permets de vous dire qu'il ne s'agit pas d'une une vision stratégique, mais d'un aveuglement stratégique. Ce qui est sûr, c'est que chaque jour, vous signez des nouveaux contrats sans vision globale, sans impliquer nos entreprises, sans vous poser la question de l'autonomie stratégique européenne.
Avec l'Arizona, il est certain que ce sont les foyers qui vont payer la facture de tout ce que vous achetez; on parle de 6 000 euros par ménage.
Monsieur le ministre, pouvez-vous nous présenter dans les grandes lignes votre vision? Il y a beaucoup de zones d'ombre par rapport à tout ce qui nous a été présenté ce matin en termes d'achats militaires, de zones géographiques prioritaires, d'autonomie stratégique européenne, de ressources humaines, de missions d'aide à la nation et d'investissements duals.
Au regard de l'approche globale, ce gouvernement diminue drastiquement les fonds consacrés à la coopération au développement. D'ailleurs, hier, le chef de la Composante Terre a indiqué que nous ne regardons pas assez vers l'Afrique.
02.17 Koen Van den Heuvel (cd&v): Mijnheer de voorzitter, mijn tussenkomst zal wat positiever klinken dan die van de vorige sprekers. Sommigen hebben namelijk wel een heel kort geheugen.
Mijnheer de minister, bedankt voor uw presentatie. Een strategische visie is absoluut nodig. We hebben een korte, maar duidelijke kijk gekregen op de grote prioriteiten en de lijnen die u voorstelt. Het is goed dat dit past binnen het NAVO-kader van de NDPP. Dat is belangrijk voor de geloofwaardigheid van ons land als partner.
Er is inderdaad al gezegd dat het om een flexibel kader gaat, met voldoende aandacht voor innovatie. De oorlog in Oekraïne toont heel duidelijk aan dat er een aantal innovaties zijn waarop we moeten inspelen, zoals drones en counterdrones. Ik denk dat dat ook effectief gebeurt.
Er wordt wel eens gezegd dat het om een boodschappenlijstje gaat, maar de publieke opinie tendeert daar bijna automatisch naar, omdat het iets concreets en spectaculairs is. De generaal heeft echter duidelijk gezegd dat capaciteit personeel betekent, maar ook investeringen en werkingskosten. Hij heeft dat drie keer herhaald, ook op een van de slides waarop dat met de bijhorende miljarden werd weergegeven. Zeggen dat het enkel om een boodschappenlijstje gaat, is dus, collega's, wel erg kort door de bocht. Uit de presentatie blijkt immers net het tegenovergestelde.
Er zijn uiteraard grote uitdagingen en er is veel geld mee gemoeid. Als we het draagvlak bij de bevolking willen behouden, moeten we zorgen voor voldoende transparantie. Dat is duidelijk. We moeten de juiste keuzes maken, duidelijke prioriteiten stellen en inzetten op efficiëntie. Voor die efficiëntie is het voor ons belangrijk dat dit past binnen het NAVO-kader van de NDPP, maar ook binnen een Europese lijn. Ik heb dat de voorbije week al herhaaldelijk gezegd.
De generaal heeft daarnet ook bevestigd dat Europa die NDPP-lijnen overneemt, wat positief is. Er is bovendien een rapport van het Europees Parlement dat stelt dat, als er meer gestandaardiseerd wordt, minder versnippering is en meer interoperabiliteit, we misschien tussen de 20 en 60 miljard – dat is een brede vork, dat weet ik – kunnen besparen op het defensiebudget. We moeten dat dus absoluut blijven nastreven en ik wil de minister aanmoedigen om daarin een voortrekkersrol op te nemen namens België binnen dat Europese orkest. We moeten daarop inzetten en proberen weg te gaan van de nationale inrichtingen, zodat de competitiviteit kan spelen en we onze defensiemiddelen op een efficiënte manier kunnen besteden.
Ten tweede, ik ga de prioriteiten niet allemaal overlopen. Het is belangrijk dat we voldoende aandacht hebben voor cyberveiligheid en innovatie. Als ik het bedrag goed heb gezien, gaat het over bijna 4 miljard euro voor de hele planperiode. Dat is heel duidelijk. We moeten van de DIRS absoluut een prioriteit maken. Ik vind het ook belangrijk – ik heb dat eerder al in een resolutie aangehaald – dat de deelstaten daarbij betrokken worden, aangezien zij het innovatiebudget beheren. Op dat vlak kunnen we samen slagkrachtiger worden.
Ik heb geen tijd genoeg om de andere prioriteiten te bespreken, maar ik wil nog twee zaken zeggen over het infrastructuurplan dat capaciteit, werkingskosten, personeel, investeringen en infrastructuur omvat. Volgens de slide die ik heb gezien, is er ongeveer 7 miljard euro voor voorzien. Daarom mijn vraag, mijnheer de minister: hoe ver staat het met uw infrastructuurplan? Er zijn heel wat militaire domeinen die daarop wachten. Hoe ver staat u daarmee? Kunt u op korte termijn een totaalvisie met een investeringsplan presenteren?
Een ander belangrijk principe is dual-use, voor ons altijd essentieel. Hoe ziet u dat? Dat woord heb ik niet gehoord in de presentatie over de strategische visie. Het zou goed zijn indien dat nog verder toegelicht kan worden, ook met betrekking tot de Medische Component en de Civiele Bescherming.
Ten slotte is er de uitdaging op het vlak van personeel. Daar staan duidelijke budgettaire middelen tegenover, maar de uitdaging blijft om op 10 jaar tijd te evolueren van 28.000 naar 43.000 personeelsleden, ook wat betreft de reservistencomponent. Dat is een hele uitdaging – we zijn ons daar allemaal van bewust – maar we moeten de moed hebben om die hervorming door te voeren.
02.18 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Deze strategische visie bevat uiteraard heel wat verschillende aspecten, maar ik wil vooral ingaan op één specifiek aspect: het personeel zelf. We kunnen natuurlijk een extra fregat aankopen, maar als het vandaag al moeilijk is om de twee bestaande fregatten te bemannen, dan vormt dat een cruciale uitdaging. Het is van essentieel belang dat we zoveel mogelijk militairen kunnen aanwerven en behouden.
Als ik kijk naar de cijfers inzake het personeel die hier zijn geschetst – u hebt daar vorige week tijdens de begrotingsbespreking ook al naar verwezen – dan is er 50 miljard euro voorzien voor personeel, inclusief de pensioenen.
Rekening houdend met de huidige personeelskosten, gaat het over ongeveer 43 miljard euro over een periode van tien jaar. Er blijft dus nog 7 miljard euro over, maar die zal worden opgesoupeerd door twee zaken. Ten eerste wordt de pensioenleeftijd opgetrokken. De vakbonden hebben ons heel duidelijk uitgelegd dat de verhoging van de pensioenleeftijd extra kosten meebrengt voor het leger. Ten tweede zal het aantal personeelsleden toenemen, wat ook extra middelen zal vereisen. Dan rijst de vraag of dat resterende bedrag van 7 miljard euro voldoende zal zijn. Er lopen immers ook onderhandelingen over een sociaal akkoord, waarnaar al herhaaldelijk is verwezen. U zou landen tegen 21 juli.
Als die 7 miljard volledig wordt opgeslorpt door de aangroei van het personeelsbestand met nieuwe reservisten en nieuwe militairen, blijft er dan nog budget over voor het sociaal akkoord zelf? Of moet er toch nog bespaard worden op die 43 miljard euro? Moet er dus nog verder worden bespaard op het personeel of op andere manieren? Ik weet niet goed op welke manier dat dan zou kunnen gebeuren, maar hoe wilt u die kloof dichten? Is er eigenlijk nog financiële ruimte binnen dit akkoord?
In de presentatie vandaag is verwezen naar de bijlage 'Evolutie personeelsbestand', die we pas maandag zullen kunnen bekijken. Bevat de strategische visie ook een specifiek hoofdstuk over personeel? De vorige keer was dat wel het geval. Dat is nu niet naar voren gekomen. De tekst is natuurlijk nog niet in deze commissie voorgesteld. Is er een specifiek hoofdstuk aan gewijd? Hoe gaan we ervoor zorgen dat onze militairen zich gewaardeerd voelen – ook de huidige militairen? Het gaat dan niet enkel om de reservisten en hoe we dat zullen bolwerken. De ongerustheid, collega's, is bijzonder groot. Af en toe verschijnen er berichten op Facebook, op X, op sociale media. Niet alleen de minister post, ook militairen posten af en toe.
Het is pijnlijk dat in dit Huis wordt verklaard dat de periode van la grande muette voorbij moet zijn en dat men nu in de televisiestudio’s het beleid moet verdedigen, terwijl de gewone militairen ondertussen de boodschap krijgen: "Beste collega, wees alsjeblieft voorzichtig met wat u op sociale media plaatst. Als u het niet eens bent met het huidige politieke beleid, weet dan dat dit kan leiden tot veiligheidsincidenten en zelfs tot verlies van uw veiligheidsmachtiging."
Dat toont de onrust. Blijkbaar is het zelfs nodig om te reageren op mensen die hun onrust uiten op sociale media en dat toont vooral het belang aan om hier werk van te maken. Nog niet zo lang geleden werd er een sociaal akkoord in het vooruitzicht gesteld tegen 21 juli. U, mijnheer de minister, hebt dat midden juni aangekondigd. Ik hoor dat er nog bijzonder weinig overleg is geweest en dat er nog geen tekst aan de vakbond is bezorgd. Hoe verhoudt zich dat tot de naar mijn gevoel te beperkte middelen op personeelsvlak?
Mijn tweede punt sluit aan bij wat gisteren tijdens de hoorzitting ook al aan bod kwam. Er zal massaal veel aangekocht worden, dat is heel duidelijk. Mijnheer de minister, tijdens de besprekingen rond Pasen, in het kader van het paasakkoord, hebt u letterlijk gezegd dat u vast blijft houden aan alle aanbestedingsprocedures: een gunstig advies van de Inspectie van Financiën, een begrotingsovereenkomst, een besluit van de Raad van ministers en een advies van de parlementaire commissie die bevoegd is voor legeraankopen.
Blijft u daarbij? Zal die procedure gevolgd blijven worden? Mogen we erop rekenen dat we op die manier onze parlementaire controle tot in de details zullen kunnen uitvoeren? Het is immers van belang voor het draagvlak; gisteren is dat ook sterk benadrukt. Ik zie het tegelijk ook als onze plicht, onze verplichting als parlementsleden, als minister, maar evengoed vanuit het leger, om ervoor te zorgen dat de vele toegekende middelen verantwoord besteed worden. Dat is cruciaal.
Ik had nog een vraag over de procenten en de hele discussie daarrond. Die laat ik even rusten. Wie weet komt dat in een volgend debat nog aan bod.
De voorzitter: Ongetwijfeld hebt u in de nabije toekomst nog tijd om dat punt aan te snijden.
02.19 François De Smet (DéFI): Merci monsieur le ministre, merci général, pour vos éclaircissements, même si nous allons décortiquer le document écrit avec beaucoup d'attention.
Ce que l'on apprend de votre vision stratégique aujourd'hui, c'est qu'en matière de défense, les milliards pleuvent en dépenses mais pas en recettes. Je ne comprends toujours pas comment le fonds de défense sera alimenté à court terme. Même ici en 2025, on n'y voit toujours pas plus clair.
Mais le gros point auquel je voudrais consacrer un peu de temps est ce fameux achat de 11 F-35 supplémentaires. On se retrouve, après toutes les polémiques que nous avons connues, avec un achat décidé au bout de la nuit, en troc, contre la taxation des plus-values. Un compromis finalement bien belgo-belge, comme quoi la N-VA elle-même peut s'adapter aux traditions baroques de ce pays qui consistent à lier des dossiers qui n'ont absolument rien à voir entre eux.
Je continue à dire que cet achat est une erreur. Je continue à penser qu'une flotte hybride était possible. Il n'est même pas nécessaire d'aller rechercher ce qui se passe en Grèce ou en Israël, où des avions de différents types existent. Même la Belgique, dans les années 70 ou 80, avait des avions de types différents. Donc, l'idée que constamment, parce que ce seraient les Américains et l'OTAN qui nous le disent, il faudrait acheter des F-35 parce que on a déjà des F-35, n'est toujours pas un argument suffisant.
Mais j'ai surtout une question technique. Elle est peut-être candide. J'ai quand même le souvenir qu'en 2018, il y avait eu un appel d'offres auquel plusieurs avionneurs avaient répondu. Il y avait eu un très grand temps d'évaluation des offres. Ici, on fait comme si il suffisait d'appuyer sur un bouton pour ajouter 11 avions à cette commande. Est-ce vraiment aussi simple que cela?
Existerait-il un avenant au contrat de 2018 qui autorise à augmenter d'un coup, des années plus tard, le nombre d'avions à produire? Parce que sinon, qu'est-ce qui autorise la Belgique à potentiellement se passer d'un appel d'offres, surtout pour un marché de plus d'un milliard? C'est peut-être une question naïve, et peut-être que l'explication technique existe et que cet avenant existe. Il permettrait d'entrevoir la raison pour laquelle on peut tout simplement acheter ces avions comme si de rien n'était. Mais j'avoue que cela me turlupine un peu. Oui ou non, une disposition technique légale – qui ne m'apparaît pas aujourd'hui – existe-t-elle pour permettre d'ajouter simplement cette commande à celle de 2018 ou la Belgique devra-t-elle repasser par un appel d'offres? Mais dans ce dernier cas, qu'est-ce qui vous autorise à dire qu'on va acheter des F-35? En effet, s'il y a appel d'offres, alors plusieurs avionneurs, comme en 2018, pourront normalement se positionner.
Enfin, avez-vous la moindre idée du prix de ces avions par pièce? N'êtes-vous pas refroidis par l'exemple suisse qui se développe cette semaine sous nos yeux? La Suisse doit combattre et ferrailler avec les Américains qui augmentent a posteriori et de manière assez brutale le prix de ces avions, ce qui démontre que ce n'est vraiment pas l'idée du siècle ni en termes budgétaires ni en termes d'indépendance européenne de notre aviation de chasse.
De voorzitter: Alle vraagstellers hebben het woord gekregen. Nu komt het woord toe aan de fracties die het woord nog niet hebben gekregen, te beginnen met de N-VA-fractie. Collega's, met uw toestemming houd ik mijn betoog vanop de voorzittersstoel.
02.20 Peter Buysrogge (N-VA): Ik wens de minister en de generaal te bedanken voor hun toelichting. Iedereen, misschien op de PVDA-fractie na, beseft dat de internationale veiligheidscontext de afgelopen jaren grondig is gewijzigd. Het is dan ook niet meer dan terecht dat deze regering een prioriteit heeft gemaakt van Defensie. We moeten de bedreigingen die er onmiskenbaar zijn en die er in de toekomst ongetwijfeld nog meer zullen zijn, het hoofd kunnen bieden.
Mijnheer de minister, u hebt de afgelopen maanden een huzarenstukje geleverd. Ik vind dat dat gezegd mag worden. We zijn erin geslaagd om het budget eindelijk op te trekken naar die 2 %-norm, waarover we in het verleden nog gefulmineerd hebben omdat het er maar niet van kwam. Deze regering – en het Parlement, want we hebben vorige week op de groene knop geduwd – heeft het budget opgetrokken naar 2 %. Die versnelling was broodnodig en zet ons trouwens opnieuw op de kaart als een betrouwbare partner in onze allianties binnen Europa, maar vooral in het kader van de veiligheidscontext binnen de NAVO.
Nu is er eindelijk die Strategische Visie, amper vijf maanden na de start van deze regering. Ondertussen is er bijzonder veel gebeurd, zoals u zelf hebt opgesomd: regeerakkoord, beleidsverklaring, paasakkoord, met daaraan gekoppeld de budgetstijging en de beleidsnota, om dan nu te komen tot de Strategische Visie. We zijn er nog niet. U hebt zelf gezegd dat er nog een beslissing moet worden genomen door de ministerraad en er komt ook nog een militaire programmeringswet, maar de realisatie van deze Strategische Visie is uiteraard het belangrijkste van al.
In die visienota, die we nog niet hebben gezien, maar waarvan we nu de toelichting hebben gekregen, zit bijzonder veel. Al wie hier het debat probeert te verengen tot die elf extra F-35's is intellectueel oneerlijk bezig als men ziet wat er allemaal in die Strategische Visie zit. Een topprioriteit ervan is om extra te investeren in personeel. Die aantallen en de budgetten die daartegenover staan, zijn gigantisch. Het is ook een gigantische uitdaging om in een moeilijke arbeidscontext voldoende gemotiveerd personeel te vinden, maar u wilt die uitdaging aangaan en ik wens u daar veel succes mee.
Sommigen zeggen dat er onduidelijkheid is en vragen of er wel voldoende budget voor personeel is. Er is 50 miljard uitgetrokken voor personeel. Het gaat echter niet alleen over personeel. Als men die personeelsbudgetten bekijkt, moet men ook naar de rest kijken. Er worden budgetten uitgetrokken voor werkingsmiddelen, voor infrastructuur en om terug in operatie te gaan. Daarop werd in de vorige regering te veel bespaard. Deze regering slaagt erin om opnieuw middelen uit te trekken voor operaties, om aldus de paraatheid van ons leger effectief te verhogen.
In een tweede punt, naast personeel, wil ik aanstippen dat deze Strategische Visie erin slaagt om de budgettaire gaten te dichten die er waren in het STAR-plan van minister Dedonder, met de onderfinanciering van heel wat militaire capaciteitsprojecten die in dat dossier zaten. Dat gat wordt nu terug gedicht. Er wordt gezorgd voor voldoende budget om de capaciteiten, zoals bepaald in de Strategische Visie van minister Dedonder en nu in deze Strategische Visie, effectief te kunnen financieren. De tekorten worden weggewerkt. Dat is een heel goede zaak.
Een derde goede zaak heeft betrekking op O&O. Er worden extra middelen uitgetrokken voor onze onderzoekscentra, voor onze bedrijven, om onze industrie te betrekken bij uw plannen, om ze opnieuw te laten excelleren, want er is veel potentieel aanwezig.
Dan kom ik aan het vierde aandachtspunt, namelijk de gedetailleerde opsomming van de verschillende capaciteiten. We kunnen en moeten daarover heel sterk in detail gaan, maar misschien moeten we hier nu in eerste instantie een algemeen overzicht hebben. Er wordt geïnvesteerd in luchtcapaciteit. We zetten in op interoperabiliteit. We zetten eindelijk in op drones, met de versterking van onze dronecapaciteit. We laten ideologische idiotieën achterwege. We investeren in cybercapaciteit, in een derde fregat voor de marine, en noem maar op. En ja, collega’s, ook in de F-35-capaciteit wordt geïnvesteerd.
Ook op het vlak van de landmacht gebeurt er heel wat. Gisteren aanhoorden we hier nog de getuigenis van de land commander over samenwerking en communicatie met andere eenheden en andere landen. Hij stelde dat dat toch moeilijk ligt. Hier wordt een antwoord gegeven om dat te proberen aan te pakken.
Mijnheer de minister, ik wil u bedanken voor uw toelichting. Dit is ook nog maar een eerste reactie, die verdere verdieping, een uitgebreidere analyse en een ruimer debat verdient. We kijken uit naar de beslissing in eerste instantie en vervolgens naar het document, om dan in het Parlement onze verantwoordelijkheid verder op te nemen en ermee aan de slag te gaan.
Mijnheer de minister, ik reken erop dat u en de staf openstaan om daarover verder in dialoog te gaan.
02.21 Luc Frank (Les Engagés): Monsieur le ministre, l'OTAN exige maintenant d'atteindre les 3,5 % pour 2035. Cependant, le gouvernement a clairement dit que cela ne sera pas pour cette législature. On pourrait dès lors se demander comment la Belgique va répondre à l'analyse annuelle prévue dans le dernier communiqué de l'OTAN et comment elle défendra un statut de mauvais élève renouvelé en 2029. Plus généralement, je pense que l'ensemble de la classe politique doit mieux préparer notre population à la réalité de la situation géopolitique actuelle.
Depuis 25 ans que je suis mandataire local, je fais ce que je dis et, mes promesses, je les tiens. Et, si c'est compliqué, je le dis aussi. Or, ici, j'ai l'impression qu'il est maintenant déjà clair qu'on ne va pas tenir ses engagements. Comment rester crédible vis-à-vis de ses partenaires et de la population? Confucius a dit que le problème n'est pas de commettre des erreurs, mais de n'avoir rien appris de ces erreurs. Or j'ai l'impression que nous sommes en train de faire la même erreur qu'en 2014. Ce n'est que de l'eau au moulin des futurs Trump, peu importe de quel horizon ils viennent.
Je suis également conscient du fait que les montants gigantesques qui doivent être investis ne tombent pas du ciel. Investir, c'est faire des choix. Et, pour cela, il faut que la plus grande part de la population adhère à ces choix. Il est donc de notre devoir de dire que les temps qui courent sont plus que sérieux. Je demande plus de courage politique dans cette communication. Les temps de la division devraient être finis.
J'ai fait un appel d'union nationale pour la défense. Ce n'est pas pour la défense en tant que telle, mais c'est un appel pour notre sécurité, notre démocratie, notre modèle sociétal, notre bien-être et notre économie. Car, sans sécurité, pas de vie! Il faut enfin le comprendre et c'est à nous de faire passer ce message. Il faut être lucide et enfin comprendre la menace. Suivons le dicton "un homme averti en vaut deux". Agissons de la sorte. La nouvelle vision stratégique doit être un outil indispensable pour cela.
Regardons d'un peu plus près ce qui est sur la table. Ma première remarque portera sur les objectifs capacitaires de l'OTAN qui nous ont été fixés. Ces objectifs partent de l'hypothèse que nous atteindrons les 3,5 % des dépenses de façon progressive d'ici 2034. Or le gouvernement a décidé de maintenir le budget à 2 % jusqu'en 2033. Quoi qu'il arrive, nous n'arriverons donc pas à remplir ces objectifs. Il faut choisir. Quels critères avez-vous utilisés dans votre vision stratégique pour effectuer ces choix? Qu'allez-vous ignorer ou reporter? Comment allez-vous vendre cela auprès de l'OTAN et de nos partenaires?
Ma seconde question porte sur la mise en place d'une deuxième brigade, comme le demande l'OTAN depuis de nombreuses années. Quel est le calendrier pour la création de cette deuxième brigade? J'imagine que cela dépendra de la livraison de véhicules supplémentaires. En tout cas, vous aviez envisagé de la créer à partir d'une subdivision de la première brigade. Il en résulterait deux petites brigades qui grossiraient ensuite. Est-ce toujours votre stratégie?
Concernant la future réserve, j'aimerais savoir si vous avez des ambitions au-delà de ce projet basé sur le service militaire qui sera offert aux jeunes. Les enseignements du conflit ukrainien démontrent l'importance de disposer d'une véritable réserve et de citoyens ayant reçu un minimum de formation militaire. Comptez-vous débuter une réflexion relative à une formation militaire de base plus étendue? Une telle formation est ainsi organisée en Communauté germanophone par les métiers de sécurité. Prévoyez-vous une formation de la Défense à destination des citoyens de tout âge, comme cela se fait en Suède pour l'utilisation des drones? De même, la réserve territoriale devrait servir principalement à la protection de nos infrastructures critiques. Ce n'est pas la fonction la plus glamour ni la plus excitante pour les jeunes. Dès lors, comment allez-vous rendre attrayants les postes à pourvoir dans la réserve territoriale?
Pour les opérations extérieures au cadre de l'OTAN, nous savons que notre voisinage sud reste instable. Les conflits récents l'ont montré. Une participation belge pourrait être sollicitée pour des opérations menées par l'Union européenne ou les Nations Unies. Quelle est l'ambition de votre vision stratégique sur ce point? Tous nos moyens vont-ils être, à terme, centrés sur la défense collective? Allons-nous conserver des moyens pour la sécurité collective pour appuyer d'autres États prêts à participer à de telles opérations? Comment le traduisez-vous en termes d'ambition capacitaire?
Concernant enfin la Defence, Industry and Research Strategy (DIRS), j'aimerais obtenir des précisions quant aux moyens qui lui seront accordés. Elle constitue en effet un outil essentiel pour traduire nos ambitions sur le plan de la recherche et du développement en vue d'assurer une extension de la base industrielle et technologique de la défense belge. Quels seront les moyens accordés? Avez-vous une idée des priorités qui seront mises en avant?
En résumé, le défi reste considérable. D'une part, nous sommes engagés. D'autre part, nous savons maintenant que le budget nécessaire ne va pas suivre le rythme auquel nous nous sommes engagés afin d'alléger la facture pour la population, au risque de ne pas pouvoir la protéger parce qu'elle garderait son confort, suivant le dicton "Tout va très bien, madame la marquise".
Restons honnêtes: c'est un compromis difficile que nous avons trouvé. Nous nous sommes battus pour ne pas renforcer trop vite ni trop fort le budget de la Défense afin d'éviter des coupes dans la santé ou de nouvelles taxes. L'enjeu est de maintenir le cap 2029-2035. Nous devons nous assurer que la trajectoire se poursuivra. J'en appelle à la responsabilité de tous les groupes politiques, y compris ceux de l'opposition, en les priant de ne pas remettre en question la norme de croissance des investissements dans la défense et de ne pas faire partie de ceux que les manuels d'histoire qualifieront d'"optimistes", de "naïfs", voire d'"irresponsables". Donc, restons lucides et francs: c'est un compromis qui tient aujourd'hui, mais qui risque de devoir évoluer vu la situation géopolitique internationale.
Désolé pour la rapidité de mon intervention!
02.22 Axel Weydts (Vooruit): Eerst en vooral, ook van mijn kant dank aan generaal Van Pee en aan de minister om op dit moment al een korte inkijk te geven in de strategische visie, die hopelijk binnenkort wordt goedgekeurd binnen de schoot van de regering. Wij van Vooruit zijn heel blij dat we het eindelijk kunnen hebben over hoe we tot meer veiligheid kunnen komen op ons Europese continent en hoe we meer veiligheid kunnen garanderen voor ons land, in plaats van te blijven discussiëren over percentages. Ik denk dat we veel te lang in zijn blijven steken in discussies over die percentages, ook in deze commissie. We zijn dus zeer blij dat we dat eindelijk een beetje achter ons kunnen laten en ons vooral kunnen richten op de manier waarop we die veiligheid willen bereiken.
De details van het debat en de spreektijd zullen we uiteraard nog behandelen, voorzitter, zodra de strategische visie effectief naar het Parlement komt.
Ik had het liever niet gedaan, maar ik kan niet anders. Ik zal toch een deel van mijn spreektijd moeten wijden aan een korte reactie op wat collega Tonniau hier heeft verkondigd. U hebt letterlijk gezegd dat dit een strategische visie op oorlog is. Ik ben die kritiek kotsbeu. Want dit is geen strategische visie op oorlog. Dit is een strategische visie om te proberen oorlog te vermijden. Er is hier niemand in deze zaal, van links tot rechts, van Franstalig tot Nederlandstalig, uit welke partij dan ook, meerderheid of oppositie, die straks de oorlog wil aangaan. Niemand. We staan hier allemaal voor vrede. Alleen zijn er mensen die naïef zijn en denken dat men vrede kan bereiken door met een boeket bloemen te zwaaien aan onze oostflank, naar Poetin, en hem dat boeket te overhandigen. En dan zijn er mensen die realistisch zijn en weten dat Poetin maar één taal verstaat, namelijk de taal van kracht. Dat betekent dat we onze krijgsmacht moeten opbouwen en een geloofwaardige defensie moeten heropbouwen. Dat is de realiteit waarin we leven. Maar natuurlijk, van wie nog niet weet dat men drie fregatten nodig heeft om er een te kunnen inzetten, kan men misschien ook niet veel meer verwachten op dat vlak. Dat wou ik toch ook even gezegd hebben.
Ik heb een aantal heel specifieke vragen die mij nauw aan het hart liggen. Mijnheer de minister, generaal, u hebt gesproken over de mediane brigade en de uitrusting ervan. Kunt u ons vandaag al bevestigen dat het de bedoeling is, met deze strategische visie, om de mediane brigade, maar ook de lichte brigades, de toekomstige eenheden en onze special forces, eindelijk op 100 % te brengen wat betreft materiaal en personeel?
Ik kom uit een tijd van pooling and sharing. Pooling and sharing zijn slecht voor het materieel. Kijk maar naar wat er met onze Piranha’s en Pandurs gebeurd is. Ze zijn niet meer inzetbaar, wegens scheurtjes. Als die voertuigen van de ene naar de andere eenheid worden versleept, permanent gebruikt worden en nooit de tijd krijgen om degelijk onderhoud te krijgen, dan blijft dat natuurlijk niet zonder gevolgen. Dat geldt niet alleen voor het materieel, maar het is ook voor het personeel enorm frustrerend om niet over een eigen voertuig te beschikken om een opdracht uit te voeren. Ik herinner me nog de tijd dat wij op oefening moesten vertrekken. Telkens opnieuw was dat een puzzel om het materieel samen te stellen, om de eenheid te kunnen laten vertrekken en op een deftige manier op oefening te gaan. Het leggen van die puzzel nam drie keer zoveel tijd in beslag als de oefening zelf.
Ik hoop dan ook dat dat voor eens en voor altijd gedaan is, dat we onze eenheden op 100 % brengen, niet alleen op het vlak van personeel, maar ook op het vlak van materieel, want het is enorm frustrerend voor ons personeel. Het is tijd om daar komaf mee te maken en het concept pooling and sharing definitief naar de vuilbak te verwijzen.
Het zal u dan ook niet verbazen dat ik het even over het personeel wil hebben. Mevrouw Mutyebele, u bent niet zo vaak aanwezig in onze commissie, maar we hebben het hier wél heel vaak over het personeel. Ik ben iemand die bijna elke week het thema van het personeel op de agenda heeft geplaatst. De voorzitter kan dat beamen. Ik heb het zelfs al aangekaart tijdens de actuele vragen in de plenaire vergadering. Er wordt dus wel degelijk over het personeel gesproken, ook in deze commissie. Dat is ook belangrijk, want wat kan men aanvangen met al dat goede materieel als er geen gemotiveerd personeel is om het in te zetten? Uiteraard beseffen wij ook – we worden allemaal gecontacteerd door de vakorganisaties en door personeelsleden van Defensie – dat er op dit moment wel wat onrust is.
Mijn vraag is dan ook of een deel van dat grote budget dat de komende jaren voor het personeel voorzien is, aangewend zal worden om te werken aan een sociaal akkoord en om het statuut van onze militairen te verbeteren. Dat is namelijk absoluut noodzakelijk.
Dan had ik nog één kleine vraag, gewoon omdat ik daar deze week toevallig enkele verontrustende berichten over heb gehoord. Het gaat over het Militair Hospitaal versus de Medical Hub. Er is op dit moment wat onrust bij het personeel van het Militair Hospitaal, dat het zou verdwijnen en dat er in de toekomst geen tewerkstelling meer mogelijk zou zijn. Kunt u daar misschien al iets over zeggen? Ik weet dat het een detailvraag is, maar ik kreeg er toevallig deze week enkele berichten over. Mocht u daar dus dieper op willen ingaan, dan zou mij dat plezieren.
Er ligt heel wat werk op de plank, niet alleen voor Defensie, maar ook voor onze commissie, mijnheer de voorzitter. Ik ben er dan ook van overtuigd dat we de komende weken, maanden en jaren nog heel wat boeiende debatten zullen voeren over onze Defensie.
De voorzitter: Ik sluit ik deze vragenronde af en ik geef het woord aan de minister en de generaal.
02.23 Minister Theo Francken: Mijnheer de voorzitter, ik wil enkele punten aanraken.
Inzake het budget klopt het dat de 3,5 % voorlopig nog niet in de budgettaire lijn zichtbaar is. Wij hebben natuurlijk tien jaar. Er komt, zoals afgesproken, een evaluatiemoment in 2029. Dat heeft onze diplomatie verkregen, niet door zoals de Spanjaarden met de fanfare op kop het bos in te trekken, maar door discreet en diplomatisch te bekijken hoe wij die periode van tien jaar kunnen realiseren, te vermijden dat wij een verplichte jaarlijkse groei van 0,2 % hebben en dat evaluatiemoment in 2029 te verkrijgen.
Het zal de volgende regering toekomen om te beoordelen of er sneller meer nodig is. Dat hebben wij met de huidige regering ook gedaan, want deze regering heeft op enkele maanden tijd beslist om onmiddellijk naar de 2 %-norm te gaan. Op een geschikt moment zal opnieuw een beslissing worden genomen.
Indien de Verenigde Staten in het najaar aankondigen dat zij hun troepen uit Europa terugtrekken, zullen die divisies moeten worden opgevuld door Europese legers en landmachten. Ik ontvang regelmatig veiligheidsbriefings, niet dagelijks maar wel meermaals per week, en ik voorspel u dat er de komende jaren nog veel zal gebeuren.
Politiek betekent ook inspelen op de actualiteit en klaarstaan. Politiek is natuurlijk ook prévoir. Met wat nu voorligt, zetten we effectief een visie op lange termijn uit. Wat gaan we doen? Hoe gaan we het aanpakken? Dat is de essentie van het verhaal.
De middelen betreffen 34 miljard euro aan investeringen. Het gaat om een plan van 140 miljard euro. Het blijft echter ook altijd deels inspelen op de actualiteit. De regering heeft de voorbije weken al meermaals bewezen daartoe in staat te zijn en dat ze uiteindelijk voldoende eendrachtig is om ook door te zetten. We zullen de komende jaren wel zien.
Iets zegt mij dat we over dat budget de komende jaren nog discussies zullen voeren. Ik verwacht immers persoonlijk niet dat de veiligheidssituatie erop zal verbeteren. Ik zie daar geen tekenen van. Ik zie eerder tekenen van ongerustheid, maar misschien vergis ik mij totaal. Misschien heerst er binnen twee jaar vrede op aarde voor iedereen, kunnen wij het bij die 2 % houden en is iedereen tevreden. We zullen wel zien.
Op zich is het niet slecht als dat een inzet wordt van de verkiezingsdebatten in 2029. In dat geval worden hopelijk ook duidelijke keuzes gemaakt. Ik heb heel veel zaken gelezen. Zo las ik dat wij uit de NAVO zouden moeten stappen volgens sommige partijen die de NAVO hebben opgericht. Ik las ook dat anderen de 5 %-norm totaal crazy vinden en van mening zijn dat wij dat nooit van zijn leven zullen doen. Met stijgende verbazing heb ik de voorbije weken nog heel andere dingen gelezen en gezien. Laten we dus maar afwachten hoe we dat tijdens de verkiezingen aan de mensen presenteren en wie er dan eerlijk is.
Het soort vergelijkingen over vliegtuigen versus ziekenhuisbedden is, opnieuw, totaal intellectueel oneerlijk en helemaal niet correct. Wie dat tijdens de campagne wil doen, moet dat dan maar doen. Iedereen moet vooral doen wat hij wil. We zullen wel zien wat de kiezer daarvan vindt in 2029.
Dat is nog altijd het gezondste in een democratie en dan zullen we wel zien hoe het verder loopt.
Wat betreft het personeel, die 50 miljard voorzien, is toch wel een aanzienlijke delta. Daarin is ook geld voorzien voor het statuut. U moet zich niet verkijken op de cijfers voor de reservisten, want die mensen zijn niet fulltime in dienst. Dat gaat maar over vijf of zes weken per jaar, dus dat komt overeen met maar 1.000 of 2.000 fulltime equivalenten. Dat is technische materie, maar als de Strategische Visie er is, zullen we diepgaander toelichten hoe we dat precies in elkaar hebben gebokst.
Er is in ieder geval voldoende geld voorzien voor de groei en voor een sociaal akkoord, dat in voorbereiding is. Ik kan daar momenteel niet veel over vertellen, want ik houd de geheimhouding in stand, aangezien we daar discreet over onderhandelen. We zijn er nog niet, maar ik ben hoopvol. Als er een akkoord is, zal ik het Parlement onmiddellijk correct inlichten en daarover in het Parlement een toelichting geven, zoals het hoort. Geef me daar nog wat tijd voor, want het is nog niet rond. Ik ben hoopvol en er is voldoende budget voorzien om een akkoord te kunnen sluiten.
Wat betreft de F-35's, vindt een hele discussie plaats. Laten we dat vrijdag in de regering finaal trancheren; daarna zal ik dat ook hier verder toelichten. Veel zaken worden herhaald, maar zijn niet juist. De finale beslissing valt vrijdag.
Wat betreft het FCAS-project, we stappen erin, maar we zijn nog niet voor 100 % zeker wat dat project zal worden. Het is een Frans-Duits-Spaanse samenwerking, dus we moeten nog wat afwachten. Dit jaar zal er daarover wel nieuws zijn.
Wat betreft het ondersteuningsschip, we weten nog niet welk type en wie dat zal bouwen, want dat moet nog aanbesteed worden. Er is daarvoor 274 miljoen euro voorzien, mevrouw Ponthier.
Wat betreft de long range missiles, die 4 miljard is bestemd voor NASAMS en drie long range missiles systems, antiballistische systemen. NASAMS met taalles, ja.
Ook over het type helikopters is er nog niets beslist. Dat zullen Chinooks of een ander type zijn, maar dient nog beslist te worden.
Wat betreft het budget voor R&D, die miljarden voor DIRS zijn heel belangrijk. De deelstaten komen daar normaal ook in tegemoet, mijnheer Van den Heuvel. We zijn daarover volop aan het onderhandelen. Het is goed dat dat afgelijnd wordt met de visie van de deelstaten, hun investeringsportefeuilles en hun prioriteiten.
Nous travaillons sur les secteurs spatial et cyber. Je pense que nous sommes vraiment dans la bonne direction. De nombreuses PME belges sont très innovantes dans ces domaines, tant en Wallonie qu’en Flandre. Ces secteurs constitueront vraiment l’une de nos priorités, monsieur Frank.
Wat betreft versnippering en interoperabiliteit: kan men miljarden uitsparen door versnippering tegen te gaan? Ja, dat kan, maar nogmaals, de versnippering is vooral het gevolg van het protectionisme van de grote landen in Europa, die hun eigen industrie sterk bevoordelen. Ze proberen op alle mogelijke manieren iedereen mee te krijgen in een verhaal waarin zogezegd gestandaardiseerde formaten bestaan, zoals een 155-millimetergranaat, terwijl er in werkelijkheid geen echt gestandaardiseerde operationele systemen zijn.
We hebben het daar al vaker over gehad en we moeten daar verder op blijven aandringen. Tegelijkertijd moeten we daar ook eerlijk in zijn. We zijn nu eenmaal een klein land, terwijl de grote landen over hun eigen schaduw zullen moeten stappen. Dat zou kunnen gebeuren, we zullen wel zien. Ik ben daar zeer benieuwd naar, want dat is essentieel. U maakt daar terecht een punt van, mijnheer Van den Heuvel.
Het infraplan komt
eraan.
Pour donner suite à la question relative aux infrastructures, je présenterai un Masterplan infrastructures cet automne.
Infrastructuur is belangrijk. Zeven miljard euro is veel geld, dus ik begrijp de bezorgdheid. We zijn allemaal parlementsleden uit een bepaalde regio. Het is interessant om te weten wat dat betekent voor de eigen regio, provincie of kieskring. In die zin moet er aandacht zijn voor voldoende spreiding en voldoende nieuwe infrastructuur. Ook een correcte behandeling van de verschillende componenten en machten is belangrijk. Dat is iets waar we volop aan werken.
Dual use zit vooral vervat in alles wat met O&O te maken heeft. Dual use is daar dus zeer prominent aanwezig.
Ik ben ook zeer tevreden met het akkoord over de medical hub, mijnheer Weydts, mijnheer Buysrogge. De generaal heeft toegelicht wat daarin precies zal worden ondergebracht. Daarover zijn er nog vragen, maar ook daarover zullen we beslissen en meer toelichting geven zodra de finale beslissingen genomen zijn. De beslissing is alvast dat er nieuwe infrastructuur komt. We zijn gisteren nog op de site van Neder-Over-Heembeek geweest. Dat is eigenlijk een schande. Dat moet absoluut zo snel mogelijk worden vernieuwd.
Zullen we eindelijk van pooling en sharing af zijn? Ja.
Wat betreft de voertuigen, het gaat minstens om duizend… Mevrouw Pontier, ik probeer op uw vragen te antwoorden.
Over de tweede brigade wordt in 2028 finaal beslist.
S'agissant de la deuxième brigade, nous allons trancher en 2028. C’est dans le plan.
Monsieur Frank, à propos de la formation "Défense et sécurité", j’ai eu l’honneur d’assister à la proclamation à Vilvorde vendredi passé, avec neuf élèves. Quatre nouvelles formations vont aussi commencer en septembre, notamment à Eupen pour la première fois. Je pense que c’est vraiment une bonne nouvelle.
Dan kom ik aan de reserve. Ja, absoluut, dat blijft een prioriteit. We zullen 20 Skyrangers aankopen. Rheinmetall en de Duitsers zullen het graag horen. We doen heel weinig met Duitsland. We moeten dat eens herzien, want Duitsland wordt een leading force op het vlak van defensie in de toekomst.
Dan kom ik aan de DIRS-budgetten. Bij de F-35's gaat het inderdaad over 1,5 miljard. Voor CaMo zit er voor 10 miljard aan nieuwe aankopen in. Daarover worden nooit vragen gesteld, wat ik altijd erg opvallend vind. F-35 is als een rode lap op een stier. Als het woord F-35 valt, staat een deel van de commissie op scherp en paraat. Voor CaMo zit er 10 miljard in het dossier en daarover worden nooit vragen gesteld. Het Rekenhof vond dat ook heel opmerkelijk. Er zijn heel veel studies en hoorzittingen geweest over de F-35 en het CaMo-project is gepasseerd zonder veel ruchtbaarheid. Dat is heel opvallend. Opnieuw zijn er heel veel vragen over de de F-35, maar over CaMo heb ik, denk ik, geen enkele vraag gekregen.
Maar goed, iedereen stelt de vragen die hij zelf wil stellen.
02.24 Annick Ponthier (VB): (…) (zonder micro)
02.25 Minister Theo Francken: In vijf minuten tijd wordt de F-35 overal genoemd en blijkbaar rest er dan geen tijd om een vraag te stellen over CaMo. Het maakt niet uit, het is gewoon een opmerking, het valt mij gewoon op. Nogmaals, u doet en zegt wat u wil. Ik vind het echter steeds opvallend dat over de budgetten die naar het CaMo-project met Frankrijk gaan bijna nooit vragen komen. Die budgetten overstijgen exponentieel het budget voor de F-35. Er komen steeds opnieuw alleen maar vragen over de F-35, ik vind dat gewoon opvallend. Dat is alles, dat mag ik toch nog wel zeggen?
Gisteren vond daarover een hoorzitting plaats. Uiteraard, dat weet ik wel. Ik ben daarvan op de hoogte. Ik probeer de werkzaamheden hier te volgen, maak u geen zorgen.
02.26 Kjell Vander Elst (Open Vld): Mijnheer de minister en generaal, dank u voor de toelichting. We hebben inderdaad een eerste inkijk gekregen in wat de toekomst ons zal brengen. Er is nog wat onduidelijkheid en er is ook nog geen akkoord. Ik kijk vooral uit naar het beleidsdocument, waarover we ten gronde zullen kunnen discussiëren.
Met betrekking tot het budget voor het personeel bent u er gerust in, zegt u, maar ik ben dat wat minder. We zullen moeten afwachten wat er op dat vlak uit de bus komt. Ik krijg heel wat ongeruste reacties van militairen die over enkele maanden op pensioen gaan. Collega Buysrogge, 50 miljard euro is inderdaad een indrukwekkend bedrag. Ik stel vast dat een groot deel van het budget momenteel al naar het personeel gaat, terwijl er nog veel personeel moet bij komen. Er moet ook aan het statuut nog een en ander worden gewijzigd.
De pensioenhervorming zal in de eerste fase dus geen geld opbrengen, maar geld kosten. Ik maak mij dus absoluut zorgen over hoeveel ruimte er nog zal overblijven om het statuut van de militair de 21ste eeuw in te loodsen en ervoor te zorgen dat het pensioen voor de militair, zeker in vergelijking met andere veiligheidsberoepen, niet te nadelig wordt. Het pensioen was immers de pay-off voor de militair, een compensatie voor de nadelen ten opzichte van andere veiligheidsberoepen. Er wordt nu aan het pensioen gesleuteld. Ik blijf erbij dat er tegelijk ook aan het statuut moet worden gesleuteld. Dat moet parallel gebeuren. Daarvoor zal geld nodig zijn. Ik vrees dat het budget waarin nu voorzien is, niet voldoende zal blijken te zijn, als we de verwachte personeelsstijging realiseren.
Tot slot nog één vraag, mijnheer de minister. Ik volg ook de opleiding Defensie en Veiligheid. In september komen er vier nieuwe opleidingen bij. U verwees naar Eupen. Kent u de andere drie locaties ook uit het hoofd?
02.27 Minister Theo Francken: Eén opleiding vindt plaats in het Duitstalige gebied en de andere drie in Wallonië. Dat heeft te maken met de infrastructuur, met de aanvragen en met de instructeurs. Ik denk dat er ook in Vlaanderen meer nodig is, maar het probleem is dat we die instructeurs niet vinden: brandweer, politie en defensie. Dat is vooral in Vlaanderen het probleem. Dat ligt niet bij defensie.
Er zijn veel vragen van scholen. Ik heb u gezien op ROBtv in Oost-Brabant. Ik deel absoluut uw bezorgdheid, maar er moeten ook mensen van andere veiligheidsdiensten zijn om les te kunnen geven. Dat is het probleem op het moment.
We zijn er volop mee bezig. Ik verwacht dit schooljaar geen verandering, maar ik hoop dat er tegen volgend schooljaar 2026-2027 een verbetering merkbaar zal zijn. Alles loopt wel goed, maar er zou meer aanbod mogelijk kunnen zijn.
02.28 Kjell Vander Elst (Open Vld): Dank u voor die aanvulling. Ik kijk uit naar het debat over het volledige beleidsdocument.
02.29 Robin Tonniau (PVDA-PTB): Mijnheer Franken, ik heb een beetje de indruk dat veel van het materiaal waarvan de aankoop hier wordt aangekondigd, vooral bedoeld is om de offensieve capaciteit van defensie te versterken. Dat heeft dus weinig te maken met onze opdracht om defensieve defensie uit te bouwen. Gisteren hebben we dat ook gehoord tijdens de hoorzitting over het project CaMo. Op de kritische vraag wat we eigenlijk met de aangekochte Griffons en Jaguars zullen doen, was het antwoord van de chef van de landmacht verbijsterend. Hij had het rover dat er oorlog in Oekraïne is en dat het Midden-Oosten op ontploffen staat, maar dat we ook Afrika niet mochten vergeten. Hij noemde Afrika een gevaar, want Afrika zou ons ook niet vergeten. Hij sprak alsof hij nog in de koloniale tijd leefde. Afrika telt 54 verschillende landen. Hij zei dat de Jaguars en Griffons eigenlijk gemaakt zijn om in de Sahel te opereren door de Fransen, met de Fransen, en dat we misschien daar wel eens naar moeten kijken. Onze defensie richt het vizier dus al op heel het Afrikaanse continent, een verzameling van 54 landen. Als dat de intentie is, is het duidelijk.
We zouden een derde fregat zogezegd nodig hebben, opdat er altijd voldoende fregatten in circulatie zijn, maar ik dacht dat we samenwerkten met Nederland. Bestaat die samenwerking dan niet meer? Ik dacht dat we net in de NAVO zaten om samen te werken. Is die samenwerking opgeblazen? Bij de marine willen ze zelfs al een vierde fregat. Dus na dat derde komt er sowieso een vierde. Wat is daar de reden voor?
We zullen superveel geld investeren in defensie, niet alleen in België, maar in heel Europa. Duitsland heeft er zelfs zijn grondwet voor aangepast. Massaal veel geld, maar er is één groot probleem: de defensie-industrie kan niet volgen. Dat is een bottleneck.
Wat zal er gebeuren? U bent ook bevoegd voor Buitenlandse Handel. De prijzen zullen stijgen. De industrie zit in een zetel. Iedereen komt met zijn geld aandraven. Dat moet gespendeerd worden van de NAVO; men moet iets aankopen. De prijzen gaan omhoog. De winsten in die sector zijn vandaag al bijzonder hoog, onvergelijkbaar met die in de reguliere economie. De winsten zullen alleen maar stijgen. Ons belastinggeld wordt geïnvesteerd in die industrie om de aandeelhouders te bedienen. We weten bovendien dat er in die sector een groot risico op corruptie bestaat.
Tot slot iets over het personeel. Het is hier al aangehaald, u wilt het personeelsbestand van defensie met 50 % doen stijgen, met een budgetverhoging van 25 %. Iedereen uit het vierde leerjaar weet dat men dan moet besparen op het personeel zelf.
Hoe zult u dat doen? Zult u mensen langer laten werken, promoties uitstellen, de lonen verlagen?
Met het akkoord, met uw visie, hebt u vandaag het sociaal overleg, dat nog niet eens bestond, al opgeblazen. Uw visie is een oorlogsverklaring aan uw eigen personeel bij Defensie. Daarom worden er nu al mails rondgestuurd om de mensen te waarschuwen dat ze niet vrijuit mogen spreken. Zo kwaad zijn ze op u, mijnheer Francken.
De voorzitter: Gelukkig mag u wel vrijuit spreken.
02.30 Annick Ponthier (VB): Bedankt aan de generaal en de minister voor de antwoorden op onze vragen.
Ik wil het eerst over het budget hebben. U hebt gezegd, mijnheer de minister, dat er nog heel wat werk op de plank ligt en dat de mensen die 5 % totally crazy vonden, misschien in de toekomst dat idee zullen moeten bijsturen of dat ze het dan wel zullen zien. Het was echter uw eerste minister, die dat in eerste instantie heeft gezegd. U had het daarstraks over intellectuele eerlijkheid. Misschien kunt u dat dan ook beter bevestigen.
Wat het personeel betreft, is het sociaal overleg nog lopende. Er is nog verre van een akkoord. Dat personeel is inderdaad het grootste kapitaal van ons defensieapparaat. We spreken hier immers over investeringen, over de uitbouw van budgetten, maar wat zijn we daarmee, als we niet de mensen hebben die die taken kunnen uitvoeren en die functies kunnen waarnemen?
U zegt over de opleiding Defensie en Veiligheid dat er een gebrek is aan instructeurs. Misschien ligt er een opportuniteit bij al die mensen die u langer wilt laten werken tot hun 67. Maak daarvan gebruik. Wij hebben u die aanbeveling in het verleden al gedaan: zorg ervoor dat die mensen, als ze dan toch langer moeten werken, een waardevolle invulling krijgen van al die extra jaren.
Wat de invulling van het personeelsbestand betreft, is dat absoluut zorgwekkend. Ik weet niet welke plannen u, buiten de installatie van de vrijwillige legerdienst, nog allemaal in uw mouw hebt zitten, maar het is echt zorgwekkend met het oog op de toekomst om dat personeelsbestand actief te houden of voldoende in te vullen.
Dan kom ik bij de investeringen. U hebt het over het F-35-dossier, dat nog moet worden getrancheerd. We hebben op het moment dus eigenlijk geen uitsluitsel over wat het uiteindelijk zal worden. Dat moet komende vrijdag in de ministerraad worden beslist. Dat zal ongetwijfeld nog verder worden opgevolgd.
Wat het FCAS-project betreft, ik heb er nota van genomen dat we daarin zullen instappen, maar dat u nog niet concreet weet wat die invulling zal betekenen.
Ten slotte zegt u dat u het heel bizar vindt dat er over het CaMO-dossier geen vragen zijn gesteld.
U was op de hoogte van de hoorzitting daarover. Dan hebt u toch kunnen vaststellen dat er gisterenvoormiddag uitgebreid over gedebatteerd is. We hebben toen reeds veel toelichting gekregen van de defensiestaf. In de luttele vijf minuten die we hier ter beschikking hebben, zult u begrijpen dat we daar niet uitgebreid op kunnen ingaan en dat we zouden herhalen wat we gisteren al hebben gezegd. Ook op dat vlak vraag ik van u intellectuele eerlijkheid.
Mijnheer de voorzitter, het debat zal
ongetwijfeld worden vervolgd. We zijn nog lang niet aan het einde van ons
Latijn en u zeker niet, mijnheer de minister. Kijk maar naar de uitdagingen die
voor ons liggen, de cyberdreiging, de budgettaire uitdagingen, de bescherming
van kritieke infrastructuur als gevolg van de hybride dreiging die dagelijks
aan onze deur staat en waarmee we moeten omgaan, en de personeelsuitdagingen. We hebben nog heel wat werk op de plank.
02.31 Lydia Mutyebele Ngoi (PS): Monsieur le ministre, monsieur le général, merci beaucoup pour vos réponses. Comme je l'ai dit pendant mes questions, je me rends compte que ce n'est pas du tout une vision, mais un aveuglement stratégique. Il n'y a aucune stratégie.
Mais je me réjouis que Les Engagés aient avoué que votre gouvernement s'était engagé au sommet de La Haye sans avoir le budget nécessaire. Mon collègue député vient de le dire. Et, franchement, j'ai trouvé que c'était une belle confession de le dire devant vous. J'ai vu votre réaction de surprise, au même titre que nous tous.
Ce que M. Trump demande, M. Francken lui donne allègrement. Ce sont des milliards que vous allez donner aux entreprises américaines pour acheter ces fameux F-35. On est loin de cette Europe de la Défense, de nos entreprises belges. Elles sont oubliées et marginalisées.
Pendant que la Suisse lance une commission d'enquête sur les F-35 à cause des surcoûts énormes, vous, monsieur Francken, avec le soutien du MR et de vos partenaires de la majorité, vous signez un chèque en blanc aux Américains, pour des milliards, les yeux fermés. Pendant ce temps, c'est la classe moyenne qui va payer la note de vos réformes; pas les grandes fortunes ni les multinationales. Ce seront les familles, les travailleurs, les pensionnés. On nous avait promis 500 euros par mois pour tous les travailleurs. L'achat des F-35 correspond à un coût de 6 000 euros par ménage. Voilà votre réforme!
Pour le personnel, ce sera un bain de sang social. Ce n'est pas le courrier que vous avez écrit aux jeunes de 18 ans qui va faire oublier les régressions sociales que vous êtes en train de préparer pour eux et pour leur avenir.
Concernant les marchés, mon collègue M. Courard posera la question la semaine prochaine au premier ministre.
02.32 Staf Aerts (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, we hebben gisteren de hoorzitting over het CaMo-project gehad en u verwijt ons dat we daarover geen vragen zouden stellen. Vandaag staan er dertien vragen over dat project op de agenda. Dertien! Hoe kunt u dan stellen dat het opvallend is dat parlementsleden geen vragen stellen over het CaMo-project? Is dertien niet genoeg? Die vragen worden voortdurend uitgesteld. Sommige staan al meer dan een maand op de agenda. Komaan, een beetje eerlijkheid zou u toch sieren in deze commissie. Wij doen ook ons uiterste best. U verwijt ons altijd intellectuele oneerlijkheid, maar dan komt u met zoiets af. Ik vind dat bijzonder laag en pijnlijk.
Inhoudelijk is er bovendien nog altijd een verschil. Bij het CaMo-project moeten we ons ernstige vragen stellen en ik heb dat van in het begin gedaan. Het gaat echter nog altijd over een samenwerking met een andere Europese lidstaat, een buurland nota bene. De F-35’s daarentegen betekenen een samenwerking met een land aan de andere kant van de oceaan, met een president die zo onbetrouwbaar is als wat en al meermaals heeft getoond dat hij niet te beroerd is om van de ene dag op de andere ergens de stekker uit te trekken. Zelfs als hij die stekker nog maar uit de toeleveringsketen trekt, zitten wij al in de problemen. Ik vind het dan ook normaal dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen die twee dossiers.
Wat betreft het personeel – de mensen die al die voertuigen en wapens zullen moeten gebruiken – klopt uw berekening niet. U zegt daarover twee dingen. Ten eerste, er is budget, maar we weten nog altijd niet hoeveel. Ten tweede, de onderhandelingen lopen en u hoopt binnenkort te landen, maar meer wou u er niet over zeggen.
Uw budget klopt echter niet, want 43 miljard van de 50 miljard euro is al vastgelegd. Er blijft slechts 7 miljard over. U wilt zodanig veel personeel aanwerven – wat nodig is – dat u met die 7 miljard euro niet zult toekomen. Daarbovenop is er nog een sociaal akkoord nodig, waarvoor ook budget vereist is. De verhoging van de pensioenleeftijd brengt eveneens extra kosten met zich mee. De som klopt dus niet.
Wat de lopende onderhandelingen betreft, klopt wat u zegt evenmin. De vakorganisaties kennen op dit moment zelfs geen overlegdatum. Nog geen halve maand geleden verklaarde u dat u op 21 juli een sociaal akkoord hoopte te hebben. Dan wordt het stilaan dringend om met de vakorganisaties aan tafel te zitten en hun teksten te bezorgen waarover ze grondig kunnen nadenken in plaats van op deze manier met de voeten te slepen.
02.33 François De Smet (DéFI): Monsieur le président, je serai bref parce que je n'ai pas vraiment reçu de réponse.
Monsieur le ministre, peut-être que si vous répondiez un peu plus souvent au sujet des F-35, vous recevriez un peu de moins de questions à leur sujet! Un contrat de plus d'un milliard est quand même cher pour un simple chiffon rouge. Mes questions étaient simplement techniques: le prix d'achat estimé à l'unité et le fait de savoir s'il fallait oui ou non passer par un appel d'offres. Vous renvoyez vers le Conseil des ministres de vendredi. Cela ne me semble pas nécessaire pour répondre à ces questions qui me semblent être des composantes très saines du débat démocratique sur ces avions, surtout s'il n'y a pas d'appel d'offres au final.
02.34 Stéphane Lasseaux (Les Engagés): Monsieur le ministre, merci pour vos éclaircissements. Contrairement à ce que notre collègue vient de dire à l'instant, en 2014, il y a eu des engagements formels. En 2025, on n'avait toujours pas de budget. Il a fallu prendre des dispositions et ce que mon collègue a précisé, c'est que pour nous, quelque part, le budget est très clairement insuffisant par rapport à la situation actuelle.
Le constat est que nous avons dû rattraper ce qui n'a pas été fait les années antérieures. On peut l'affirmer. Avançons toutefois!
Il est maintenant clair qu'il est nécessaire d'assurer la transparence maximale et le respect des procédures budgétaires et administratives dans la mise en œuvre de cette vision stratégique, notamment pour nous procurer ces capacités tellement nécessaires, comme on l'a souligné à de multiples reprises.
On peut simplifier certaines conditions ou législations – c'est ce que propose la Commission européenne dans sa récente proposition Omnibus – mais il ne faut pas les ignorer. La situation géopolitique, le retard accumulé, le sous- investissement nécessitent l'urgence, certes, mais dans un respect profond des procédures et sans forcing. Surtout, ne confondons pas vitesse, efficacité et précipitation. Comme je l'ai dit dernièrement dans une autre enceinte, les parlements ont gagné d'abord leur pouvoir en surveillant les taxes et impôts; et ainsi l'utilisation des deniers par les rois pour faire la guerre. Ici, au Parlement, nous devons suivre l'utilisation de ces fonds. Sachez monsieur le ministre, avec notre profond respect, qu'il en va de notre responsabilité envers le citoyen, et que c'est ce à quoi nous nous engageons.
De voorzitter: Collega’s we zijn aan het einde van het debat gekomen. Ik wens de minister en de generaal te bedanken. Het was goed dat wij hier vandaag dat debat hebben kunnen voeren, hoewel er nog geen formele beslissing is. Dat de minister ons vandaag enige inzage heeft geboden en dat wij onze eerste mening ter zake hebben kunnen ventileren, is een goede zaak.
Ik zou ter conclusie een aantal zaken willen afspreken.
Ten eerste, mijnheer de minister, ik stel voor dat u ons de hier gepresenteerde PowerPoint bezorgd, zodat wij ze kunnen verspreiden onder de leden.
Ten tweede, ik reken erop dat u, zoals u trouwens zelf hebt aangegeven, na de formele beslissing van hopelijk aanstaande vrijdag, het finaal goedgekeurde document aan onze commissie bezorgt. Zodra ik dat ontvang, bezorg ik het de collega's.
Ten derde, collega's, nadien kunnen we beraadslagen over het verdere plan van aanpak. Heel veel deelthema’s verdienen immers nadere verdieping. We moeten dus bekijken hoe wij een en ander in de komende weken concreet kunnen aanpakken. Er ligt veel werk op de plank. Hopelijk komt er snel een document naar ons waarmee wij verder aan de slag kunnen.
02.35 Minister Theo Francken: Mijnheer de voorzitter, geachte Kamerleden, ik wil echt niet opnieuw horen dat ik niet beschikbaar ben om vragen te beantwoorden. Alles is voor mij goed.
Veronderstel dat dat document vrijdag wordt bezorgd. Volgende week en de week daarna zijn er telkens twee dagen met plenaire vergaderingen voorzien, waarna het parlementair reces ingaat. Na twee weken is dit parlementair jaar voorbij. Dan komt het vervolg ergens eind september. Dat is voor mij geen probleem. Ik wil dan echter niet lezen dat ik niet beschikbaar ben voor de Kamer of dat ik met de beantwoording van nog honderd mondelinge vragen achtersta.
Maandag kan er ook een commissievergadering worden georganiseerd; voor mij is dat goed, dat is geen probleem. Wanneer de Conferentie van voorzitters echter beslist dat er niet gelijktijdig plenaire vergaderingen en commissievergaderingen mogen plaatsvinden en er op maandag en vrijdag niet mag worden vergaderd, omdat sommige leden een schepencollege moeten bijwonen, is dat voor mij geen probleem. Ik wil dan echter niet in de kranten lezen dat er nog een achterstand van honderd vragen is, omdat die vragen niet door de minister worden beantwoord. Dat zal ik niet nemen. Dat begrijpt u wel.
De voorzitter: Hoe dan ook moeten wij voor het zomerreces nog een vragensessie inplannen, los van de verdere behandeling van de Strategische Visie, om ervoor te zorgen dat we nog zoveel mogelijk onbeantwoorde vragen kunnen behandelen. We moeten ook bekijken hoe wij het document, dat we hopelijk binnenkort zullen ontvangen, nader bespreken.
02.36 Axel Weydts (Vooruit): Ik zou graag een kleine suggestie doen. Ik ben daarnet snel de nog openstaande vragen nagegaan. Veel vragen zijn inmiddels achterhaald, louter omdat de politieke actualiteit intussen is geëvolueerd.
Indien ieder lid van de commissie van zijn of haar vragen nagaat of die eventueel achterhaald zijn en dat vervolgens laat weten aan het commissiesecretariaat, kunnen die vragen worden omgezet in een schriftelijke vraag of geschrapt worden. Dan zouden we al een hele stap verder staan. Echt heel wat van de geagendeerde vragen doen eigenlijk niet meer ter zake.
De voorzitter: Ik waardeer uw suggestie, maar dat is uiteraard ieders eigen verantwoordelijkheid. Als commissievoorzitter beschik ik, in tegenstelling tot mijn collega’s in andere parlementen, niet over een instrument om vragen onontvankelijk te verklaren of iets dergelijks.
We komen daar binnenkort op terug. De overige geagendeerde actualiteitsdebatten worden behandeld tijdens een volgende bijeenkomst.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.44 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12 h 44.