Commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken

Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives

 

van

 

Woensdag 02 juli 2025

 

Voormiddag

 

______

 

 

du

 

Mercredi 02 juillet 2025

 

Matin

 

______

 

Le développement des questions et interpellations commence à 11 h 11. La réunion est présidée par M. Ortwin Depoortere.

De behandeling van de vragen en interpellaties vangt aan om 11.11 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.

 

01 Questions et interpellation jointes de

- Khalil Aouasti à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "Les demandes de visas humanitaires introduites par des Gazaouis" (56005688C)

- Sarah Schlitz à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La délivrance de visas par la Belgique à des Palestiniens de Gaza" (56005722C)

- Greet Daems à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "L'évacuation de Gaza de membres de la famille de Belges d'origine palestinienne" (56000086I)

01 Samengevoegde vragen van

- Khalil Aouasti aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De door Gazanen ingediende aanvragen om humanitaire visa" (56005688C)

- Sarah Schlitz aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "Het uitreiken door België van visa aan Palestijnen uit Gaza" (56005722C)

- Greet Daems aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De evacuatie van familieleden van Palestijnse Belgen uit Gaza" (56000086I)

 

01.01  Khalil Aouasti (PS): Madame la ministre, vous le savez, le canal du visa humanitaire est vital en matière de migration pour les personnes palestiniennes qui vivent l'enfer d'un génocide organisé par le gouvernement et l'armée israéliens dans la bande de Gaza. Étant donné la fermeture du centre VFS – qui a été bombardé par l'armée israélienne –, qui est un opérateur privé qui assurait le suivi des demandes de visas humanitaires pour le compte du consulat belge de Jérusalem, la seule possibilité qui s'offre aujourd'hui aux populations palestiniennes de la bande Gaza est l'introduction d'une demande de visa en ligne.

 

Or les autorités belges n'acceptent pas ce mode d'introduction pour ce type de visa, sauf lorsqu'une juridiction leur impose d'accueillir une telle demande de visa en ligne ou dans certaines conditions, s'il s'agit d'une demande hybride, c'est-à-dire d'une demande de visa humanitaire pour certains membres de la famille qui est introduite en même temps qu'une demande de regroupement familial pour un autre membre de la cellule familiale. Cela rouvre tout le débat, notamment la question de la mise en œuvre de l'arrêt Afrin sur laquelle nous avons longuement débattu et pour la laquelle il n'y a pas encore de réponse.

 

Madame la ministre, quel est le nombre de demandes de visas humanitaires pendantes ou clôturées introduites par des Palestiniens entre le 1er janvier 2023 et le 7 octobre 2023? Quel est le nombre de demandes de visas humanitaires non hybrides introduites par des Palestiniens après les massacres du 7 octobre 2023 et jusqu'à aujourd'hui? Quels sont les chiffres disponibles? Quel est le nombre de demandes de visas humanitaires hybrides introduites par des Palestiniens après cette même date et jusqu'à aujourd'hui? Quel est le nombre de visas octroyés sur la base d'une demande visée au point D et quelle est la ventilation? Finalement, quelles seront vos directives en la matière?

 

01.02  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Madame la ministre, ma question concerne la délivrance de visas par la Belgique à des Palestiniens vivant à Gaza. La population de Gaza vit un véritable enfer, assaillie par les bombes et la faim depuis des mois. Et le gouvernement belge a le pouvoir, et le devoir, de venir en aide à ces populations.

 

Or force est de constater que votre gouvernement empêche actuellement toute aide à ces hommes, femmes et enfants. Des citoyens belges ou des Palestiniens reconnus réfugiés tentent de venir en aide à leurs parents proches se trouvant à Gaza. Ces familles ont introduit des demandes de visas humanitaires afin qu’ils et elles puissent les rejoindre sur le territoire belge.

 

Il me revient que les procédures introduites par des Gazaouis pour obtenir un visa humanitaire sont soit rejetées, soit restent sans réponse. Pour quelles raisons? Quelles consignes avez-vous données en la matière?

 

Quant aux personnes qui ont demandé des visas sur d’autres bases, comme le regroupement familial, ces demandes font l’objet d’une interprétation très stricte qui empêche ces personnes de sortir de Gaza.

 

Madame la ministre, confirmez-vous ces informations très graves? Combien de visas humanitaires ont été délivrés par la Belgique depuis le 7 octobre 2023? Combien ont été exécutés? Combien de procédures de regroupement familial ont été introduites? Combien ont été acceptées? Combien ont été rejetées? Combien de regroupements familiaux ont pu avoir lieu concrètement depuis le 7 octobre 2023?

 

01.03  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, we krijgen heel veel getuigenissen binnen van Palestijnse Belgen die machteloos moeten toekijken hoe hun familieleden in Gaza gevaar lopen.

 

Ondertussen werden al 56.000 Palestijnen vermoord. De werkelijke cijfers liggen naar alle waarschijnlijkheid nog veel hoger.

 

De voorbije weken zien we bovendien een enorme toename van geweld tijdens de voedselbedelingen. Israëlische soldaten openen het vuur op mensenmassa’s die aanschuiven voor het schaarse voedsel. Volgens Artsen Zonder Grenzen werden daarbij al zeker 500 mensen gedood en werden bijna 4.000 mensen verwond. Dat is volgens Artsen Zonder Grenzen geen hulp maar een slachtpartij, vermomd als humanitaire actie. Nog steeds blijven de Israëlische autoriteiten humanitaire organisaties verbieden om voedselpakketten uit te delen in de Gazastrook. Daardoor blijft het tekort aan voedselhulp enorm, terwijl 95 % van de bevolking met ernstige tekorten kampt.

 

Al die horror en al dat leed zien wij hier dagelijks passeren in het nieuws en op sociale media. Iedereen wordt ermee geconfronteerd. Stel u maar eens voor dat uw familieleden – uw man of vrouw, kinderen, mama of papa, broers of zussen – vastzitten in Gaza, terwijl u elke dag opnieuw wordt geconfronteerd met verschrikkelijke beelden en moet vrezen voor het leven van uw geliefden. Die mensen zijn echt ten einde raad. Ze doen alles wat ze kunnen om hun familie in veiligheid te brengen.

 

België is erin geslaagd om 24 mensen naar België te evacueren, maar die inspanning volstaat niet. Volgens het crisiscentrum van het Belgisch ministerie van Buitenlandse Zaken wachten bijna 500 Palestijnen in Gaza sinds 7 oktober 2023 om zich bij hun familie in België te voegen.

 

Wij werden gecontacteerd door tientallen mensen. De aanvragen voor gezinshereniging zijn in bijna alle gevallen goedgekeurd. De familieleden beschikken over de nodige papieren om naar België te komen, sommigen al van vóór 7 oktober 2023. Anderen waren gewoon op bezoek en wachten intussen al een jaar en acht maanden op evacuatie.

 

Op het VRT-nieuws zagen wij recent nog de getuigenis van Zuhour en Rawan. De man en kinderen van Rawan hebben een visum en staan op de evacuatielijst, maar er gebeurt gewoon niets. Ze hebben al meerdere keren aangeklopt bij de overheid, maar krijgen telkens weinig duidelijkheid. Ze vertelt hoe haar familie in Gaza mentaal gebroken is. Rawan zelf slaapt nauwelijks nog.

 

Ook van mensen ter plaatse in Gaza horen we dat ze het niet meer aankunnen. Ze lijden honger en zijn totaal hopeloos.

 

Bij al die mensen werd de aanvraag voor gezinshereniging goedgekeurd. Niettemin zitten ze nog steeds vast in Gaza. Dat valt gewoon niet meer uit te leggen.

 

Bovendien ondervinden heel veel families enorme moeilijkheden bij het indienen van een aanvraag voor gezinshereniging. Volgens advocaten worden Palestijnen uit Gaza geconfronteerd met bijzonder omslachtig en vaak onhaalbaar papierwerk. Een elektronische aanvraag wordt vaak geweigerd. Ze moeten zich dan fysiek aanbieden bij de Belgische ambassade in Israël, hoewel ze Gaza niet kunnen verlaten.

 

Die procedure is dan ook haast onmogelijk. De nodige documenten, zoals huwelijksakten of geboorteakten, zijn bij velen vernietigd door de bombardementen. Ook DNA-testen vormen een bijna onmogelijke opdracht. Wanneer zij die documenten niet kunnen voorleggen, wordt hun aanvraag geweigerd of ondervindt die aanzienlijke vertraging.

 

Zo werd ook de elektronische aanvraag van een jongen van twaalf geweigerd. De jongen ligt in het ziekenhuis nadat hij tijdens een raketaanval zijn rechterarm, -been en -oog verloor. Zijn broer verblijft in België als erkend vluchteling. Zijn advocaat heeft de Dienst Vreemdelingenzaken gecontacteerd na de weigering van de aanvraag, maar kreeg nooit een antwoord.

 

Advocaten pleiten dan ook voor een vereenvoudigde aanpak. Visumaanvragen moeten per e-mail kunnen worden ingediend, zonder dat daarvoor telkens een gerechtelijke procedure moet worden opgestart.

 

Mevrouw de minister, er moet toch iets zijn dat u kunt doen. Daarom stel ik u de volgende vragen.

 

Welke inspanningen levert u om ervoor te zorgen dat de betrokkenen zich met hun familie kunnen herenigen?

 

Hoeveel mensen met een goedgekeurd visum wachten nog op evacuatie? Waarom bleef het bij de evacuatie van slechts 24 personen? Waarom gebeurde er daarna niets meer?

 

Zult u ervoor zorgen dat aanvragen automatisch per e-mail kunnen gebeuren in plaats van telkens geval per geval te worden behandeld, of zullen advocaten steeds een gerechtelijke procedure moeten opstarten om dat af te dwingen?

 

Hoelang zullen de betrokkenen nog moeten wachten om hun familie, hun kinderen, opnieuw te kunnen zien?

 

01.04 Minister Anneleen Van Bossuyt: Mevrouw Daems, M Aouasti et Mme Schlitz, eerst en vooral, de oorlog in Gaza heeft verschrikkelijke proporties aangenomen. Het menselijk leed is werkelijk gigantisch. Het is onmogelijk om daar onbewogen onder te blijven. Dat is zeer duidelijk.

 

Ik begin met de vragen naar concrete cijfers. Daarvan heb ik gemerkt dat u andere gegevens vraagt dan wat in de ingediende tekst van de vragen staat. Hopelijk begrijpen jullie dat ik die cijfers niet uit het hoofd ken.

 

Monsieur Aouasti, vous avez demandé la répartition entre les visas hybrides et les autres. Je ne connais pas ces chiffres par coeur. En revanche, je dispose des chiffres correspondant aux questions que vous avez transmises par écrit. Si vous souhaitez obtenir d’autres données, je peux naturellement vous les fournir par écrit.

 

Mevrouw Daems, de Dienst Vreemdelingenzaken behandelt het dossier na de visumaanvraag. Het zal u niet ontgaan zijn dat door de immense migratiedruk onder de vorige regering onze asiel- en migratiediensten overbelast zijn geraakt. Toch doen zij er alles aan om onder de huidige omstandigheden de dossiers, ook die van de Palestijnen, zo snel mogelijk te behandelen. Meer nog, van de aanvragen voor erkenning van Palestijnen op Europees niveau, gebeurt 53 % in België. We kunnen dus zeker zeggen dat België meer dan zijn deel doet.

 

Het is onze eerste prioriteit om de asielinstroom terug te dringen en te investeren in extra personeel bij de Dienst Vreemdelingenzaken en het CGVS om de behandeling van aanvragen te kunnen versnellen. De visumaanvraag en wat er na een eventuele goedkeuring gebeurt, vallen onder de bevoegdheid van Buitenlandse Zaken, dus die vragen moeten worden gericht aan minister Prévot. Dat is ook het geval voor uw vraag wanneer personen hun familie en kinderen zullen kunnen terugzien.

 

In de ingediende tekst van uw vraag staat ook een vraag over het bestaan van zogenaamde nepmails. Volgens de laatste informatie heeft de DVZ geen weet van dergelijke mails.

 

Wat betreft uw vraag over de mogelijkheid om een visumaanvraag via elektronische weg in te dienen, heb ik de vorige keer in het kader van de discussie over de wetsontwerpen rond gezinshereniging al geantwoord dat er een mogelijkheid bestaat om een visumaanvraag via e-mail in te dienen.

 

Wat de originele documenten betreft, wordt geval per geval bekeken of een afwijking eventueel kan worden toegelaten als de originele documenten niet bezorgd kunnen worden. Dan kan bijvoorbeeld worden gekozen voor een gesprek met de persoon in kwestie of voor een DNA-test.

 

Monsieur Aouasti, vous m'avez demandé quel était le délai moyen de traitement des demandes de visa humanitaire, tous pays confondus et spécifiquement pour les Gazaouis. En règle générale, l'Office des Étrangers respecte l'ordre chronologique (First In, First Out). Plusieurs facteurs peuvent toutefois perturber cet ordre, par exemple l'injonction du tribunal de première instance de prendre une décision dans un délai déterminé, l'obligation de prendre une nouvelle décision après un arrêt d'annulation du Conseil du Contentieux des étrangers (CCE) ou une plainte auprès du Médiateur fédéral.

 

Le 31 mai 2025, l'Office des Étrangers comptabilisait 1 224 demandes de visa en attente d'une décision. Aucune statistique n'est ventilée selon la nationalité, la présence d'enfants ou la combinaison avec une demande de regroupement familial. Une telle ventilation supposerait en effet un pré-examen des demandes lors de leur réception. Par souci d'équité, l'Office des Étrangers examine les demandes de visa pour raison humanitaire par ordre chronologique (First In, First Out). En effet, ces demandes sont généralement formulées par des personnes qui se trouvent dans des régions en proie à différents types de conflits (internes, ethniques, régionaux, etc.) ou dans des situations personnelles, familiales ou sanitaires difficiles.  

 

Vous m'avez demandé si je pouvais garantir que les demandes introduites par e-mail étaient traitées avec la même diligence que celles qui sont introduites par voie classique. Je peux le confirmer: le mode d'introduction de la demande n'a pas d'incidence sur les critères d'examen ou le délai de traitement.

 

Madame Schlitz et monsieur Aouasti, en ce qui concerne les chiffres que vous avez sollicités dans la version que j'ai reçue, je puis vous indiquer que de janvier jusqu'en avril dernier, 279 demandes de visa humanitaire ont été introduites par des Gazaouis, 737 demandes l'ont été en 2024 et 162 en 2023. Donc, vous voyez que leur nombre augmente. Jusqu'en avril dernier, 788 demandes de regroupement familial ont été introduites par des Gazaouis, 1 424 l'ont été en 2024 et 614 en 2023.

 

Madame Schlitz, j'attire votre attention sur le fait qu'en dépit de son usage fréquent, le concept de visa humanitaire n'apparaît nulle part dans la loi du 15 décembre 1980. Ceci dit, les demandes de visas motivées par des raisons humanitaires sont également examinées régulièrement. Toutefois, la loi ne fixant pas de critères, l'examen de ces demandes est généralement plus complexe et nécessite davantage de temps. En ce qui concerne le regroupement familial, une demande de visa peut être approuvée lorsque les conditions prévues par la loi sur les étrangers sont remplies. Dans les deux  cas, un contrôle d'identité et de sécurité est également effectué. Chaque demande doit faire l'objet d'un examen approfondi.

 

Enfin, une distinction doit être faite entre la décision de l'Office des étrangers d'accorder un visa et l'exécution de cette décision. La délivrance effective d'un visa par un poste diplomatique ou consulaire belge dans la région est en effet empêchée depuis de longs mois en raison de la fermeture des frontières.

 

01.05  Khalil Aouasti (PS): Je vous remercie pour vos réponses, madame la ministre. Si vous préférez que je vous adresse les demandes de statistiques par écrit, je le ferai avec plaisir.

 

Concernant les demandes de visas humanitaires, si cela a une base légale, c'est inquiétant. Mais vous dites qu'il n'y a pas de base légale, que le terme est tronqué.

 

C'est l'article 9 de la loi du 15 décembre 1980 qui prévoit que les personnes peuvent introduire, depuis un poste diplomatique, des demandes qui sont examinées dans un cadre humanitaire. Ce sont effectivement des demandes de séjour, par le biais d'un visa, qui sont examinées à la discrétion du ministre. C'est d'ailleurs la règle, et les 9bis et 9ter sont des dérogations puisqu'ils supposent l'impossibilité pour la personne d'avoir un retour, même bref, pour pouvoir déposer sa demande de séjour depuis le poste diplomatique.

 

Donc l'article 9 de la loi du 15 décembre 1980 existe, il a une base légale. Il est effectivement peu utilisé, et l'expression "visa humanitaire" peut être un terme tronqué. Mais cet article 9 existe et donne la compétence à l'Office des étrangers d'examiner des demandes humanitaires adressées par des personnes étrangères qui ne peuvent pas entrer dans une formule de regroupement familial ou autre depuis le poste diplomatique. Et c'est ce qu'on appelle communément "visa humanitaire".

 

Deuxièmement, il y a une réponse que je n'ai pas reçue, ou à moitié. Il s'agit de la faculté de pouvoir introduire ces demandes en ligne. Vous nous avez garanti que c'était possible pour le regroupement familial. On sait que dans la pratique administrative, c'est le cas pour les demandes hybrides. Mais pour les demandes qui sont purement basées sur l'article 9 de la loi du 15 décembre 1980, cette faculté de les introduire en ligne existe-t-elle?

 

Comme nous en avons déjà débattu, les pratiques divergent d'un poste diplomatique à l'autre, d'un centre à l'autre, d'un pays à l'autre. Et il faut aussi tenir compte de la difficulté d'avoir ce qu'on appelle les dossiers incomplets et les dossiers complets. C'est une question technique, qui est vraiment importante dans ce cadre-là. Comme je l'ai dit dans ma question, le centre VFS a été bombardé et n'existe pas.

 

01.06  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Vous nous avez seulement donné des chiffres pour ce qui concerne les demandes introduites. Par contre, on n'a pas de chiffres sur les octrois de visas ni sur les exécutions des visas. Vous n'avez donc pas répondu à la plupart de mes questions. Vous nous dites que c'est traité dans l'ordre chronologique mais qu'il y a des moments d'urgence où il peut y avoir une injonction.

En l'occurrence, n'y a-t-il pas une urgence prioritaire à faire passer les dossiers des Gazaouis en haut de la pile? Chaque jour qui passe, il y a des décès supplémentaires et, par conséquent, une impossibilité d'exécuter et de délivrer ces visas.

 

Madame la ministre, quelles initiatives avez-vous prises pour faire en sorte d'exfiltrer ces personnes de Gaza pour leur venir en aide et sauver leur vie? Voici en fait la traduction de toutes mes questions. Et là, ce que j'entends, c'est que vous n'avez rien fait. Vous n'avez rien fait. Vous vous en foutez complètement.

 

Vous nous dites au début de votre intervention que ce qui se passe à Gaza est terrible. J'imagine qu'on vous oblige à dire cela pour ne pas faire scandale. Mais, en fait, vous n'en avez rien à faire et vous n'avez manifestement rien fait pour venir en aide à ces personnes qui ont, notamment dans le cas du regroupement familial, des membres de leur famille en Belgique qui sont des ressortissants belges. C'est inadmissible!

 

01.07  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik had enkele woorden verwacht waaruit de Palestijnen in Gaza hoop zouden kunnen putten, maar ik heb ze helaas niet gehoord. U zegt dat de DVZ er alles aan doet om de visumaanvragen zo snel mogelijk te behandelen, maar tegelijkertijd zegt u dat uw prioriteit ligt bij het terugdringen van de migratiecijfers. Uw prioriteit zou echter moeten liggen bij de evacuatie van mensen uit Gaza, gezinsleden van Palestijnen die een verblijf hebben in België, mensen die een hoog risico lopen om te sterven.

 

U zit aan de knoppen. U bepaalt wat prioritair is. U hebt de macht om sneller te schakelen. Terwijl de situatie in Gaza verschrikkelijk is en nog steeds escaleert – wat we live op beeld kunnen volgen – blijft u vasthouden aan de procedure. Er worden documenten gevraagd die al maanden onder het puin liggen. Gaza is zo goed als volledig platgebombardeerd. Er worden medische attesten gevraagd. Vind maar eens een dokter die zich daarmee wil bezighouden. De zorginfrastructuur van Gaza staat amper nog overeind. Hetzelfde geldt voor de DNA-testen. Zodra één document ontbreekt, wordt de aanvraag gewoon geweigerd.

 

U kunt het ook anders aanpakken. U kunt de aanvragen behandelen zonder al die documenten, documenten waarvan de meerderheid vernietigd is. U kunt uw diensten instructies geven dat de aanvragen van mensen uit Gaza boven op de stapel komen te liggen.

 

Ik denk dat het wel duidelijk is hoe ernstig de situatie in Gaza is. Elke dag dat mensen langer moeten wachten, is een dag te veel. Mevrouw de minister, u kunt hier het verschil betekenen tussen leven en dood. Ik reken op uw menselijkheid om zo snel mogelijk familieleden te evacueren, om ervoor te zorgen dat zij niet sterven.

 

U beweert ook dat elektronische aanvragen wel kunnen, dat het geval per geval wordt bekeken, maar in de pers lezen wij toch andere dingen. Ik sprak u daarnet ook over die jongen van 12 die in het ziekenhuis ligt en een been, een arm en een oog heeft verloren. Dat is geen alleenstaand geval. Wij horen dezelfde verhalen bij heel veel mensen die ons contacteren. Ook tal van advocaten bevestigen dat. Dan kunt u toch niet ontkennen dat er een probleem is met die elektronische aanvragen.

 

Daar stopt het trouwens niet. Als de aanvraag eenmaal is goedgekeurd, betekent dat nog niet dat er sprake is van evacuatie. Die mensen sturen ons berichten in de hoop dat die u bereiken. Ze vragen u om hen te helpen, om hun kinderen te redden uit Gaza. Die berichten, mevrouw de minister, zijn bijzonder hard om te lezen. Ik vermoed dat u ze ook ontvangt.

 

Velen onder hen zijn echt ten einde raad. Zo is er iemand die al 18 maanden wacht op zijn kinderen, al 18 maanden zitten die kinderen vast. Dat is onmenselijk lang, zeker met dagelijkse bombardementen en wanneer nagenoeg alle kinderen ondervoed zijn. Die man is zo radeloos dat hij geen andere uitweg meer ziet dan zelfmoord te plegen. Dat zijn enorm heftige situaties.

 

Er moet toch iets zijn wat u kunt doen, u moet toch meer kunnen doen. Ik hoop dan ook dat zij op uw empathie en menselijkheid mogen rekenen en dat u er alles aan zult doen om hen te helpen.

 

Moties

Motions

 

De voorzitter:

 

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées.

 

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Greet Daems en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellatie van mevrouw Greet Daems

en het antwoord van de minister van Asiel, Migratie en Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid,

- overwegende dat Palestijnen uit Gaza elke dag moeten vrezen voor hun leven;

- overwegende dat Israël al zeker 56.000 Palestijnen vermoordde;

- overwegende dat er een enorme toename van geweld is tijdens de voedselbedeling, georganiseerd door Israël;

- overwegende dat er een hongersnood is, en dat Israël hulp nog steeds tegenhoudt;

- overwegende dat de humanitaire crisis in Gaza onverminderd doorgaat;

- overwegende dat er volgens het crisiscentrum van het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken bijna 500 Palestijnen in Gaza wachten sinds 7 oktober 2023 om zich bij hun familie in België te voegen;

- overwegende dat er heel wat problemen zijn met de elektronische aanvragen van gezinshereniging;

- overwegende dat het heel lang duurt vooraleer een visumaanvraag behandeld wordt;

vraagt de regering

- om alles in het werk te stellen om de evacuatie van de familieleden van Palestijnen in België zo snel als mogelijk te volbrengen;

- om alles in het werk te stellen om de resterende visumaanvragen met spoed te behandelen;

- om alles in het werk te stellen zodat elektronische aanvragen automatisch kunnen voor mensen die nog in Gaza verblijven."

Une motion de recommandation a été déposée par Mme Greet Daems et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu l'interpellation de Mme Greet Daems

et la réponse de la ministre de l’Asile et de la Migration, et de l’Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes villes,

- considérant que les Palestiniens de Gaza doivent craindre chaque jour pour leur vie;

- considérant qu'Israël a déjà tué au moins 56 000 Palestiniens;

- considérant qu'on assiste à un regain de violence démesuré lors de la distribution de nourriture, organisée par Israël;

- considérant qu'une famine sévit et qu'Israël retient toujours l'aide;

- considérant que la crise humanitaire se poursuit sans relâche à Gaza;

- considérant que, selon le centre de crise du SPF Affaires étrangères, près de 500 Palestiniens attendent à Gaza, depuis le 7 octobre 2023, de rejoindre leur famille en Belgique;

- considérant que les demandes électroniques de regroupement familial posent de nombreux problèmes;

- considérant que le délai de traitement des demandes de visa est très long;

demande au gouvernement de prendre les mesures nécessaires afin

- de tout mettre en œuvre pour procéder, dans les plus brefs délais, à l'évacuation des membres de la famille de Palestiniens en Belgique;

- de tout mettre en œuvre pour traiter d'urgence les demandes de visa restantes;

- de tout mettre en œuvre pour permettre le traitement automatique des demandes électroniques pour les personnes qui séjournent encore à Gaza."

 

Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Maaike De Vreese.

Une motion pure et simple a été déposée par Mme Maaike De Vreese.

 

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

 

02 Vraag van Sam Van Rooy aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "Het uitzetten van Hamassupporters" (56003389C)

02 Question de Sam Van Rooy à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "L'expulsion de partisans du Hamas" (56003389C)

 

02.01  Sam Van Rooy (VB): Dank u, mijnheer de voorzitter. Ik merk dat ook in deze commissie een aantal spreekbuizen van Hamas aanwezig zijn. Het gaat echt snel bergaf met dit land, helaas, maar dat terzijde.

 

"We will be revoking the visas and/or green cards of Hamas supporters in America, so they can be deported," zei de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio. Hij sprak die woorden naar aanleiding van de arrestatie van Mahmoud Khalil, die een prominente rol speelde in de pro-Hamasprotesten aan de Columbia-universiteit. Khalils activiteiten ondersteunden de genocidale, antisemitische jihadisten van Hamas. Zijn studentenvisum of green card werd dan ook ingetrokken. Een woordvoerder van Homeland Security benadrukte dat dat past in de strijd tegen antisemitisme.

 

Ook bij ons, op straat in Antwerpen en Brussel, en in onze scholen en universiteiten, zijn Joden steeds minder welkom en zelfs minder veilig als gevolg van dat soort Hamaspropagandisten.

 

Mevrouw de minister, vindt u dat een goede en na te volgen maatregel?

 

Wilt u in het kader van de strijd tegen antisemitisme en tegen de verheerlijking van jihadistische terreur, met name op onze universiteiten, de verblijfsvergunning of, in het geval van dubbele nationaliteit, de Belgische nationaliteit van zulke Hamassupporters intrekken en hen het land uitzetten?

 

Ten slotte voeg ik daaraan toe dat ik de lat voor u niet al te hoog leg. Alleen al door uit te spreken dat u wenst om dat te doen, want ik begrijp uiteraard dat het niet evident is, zou u een sterk signaal geven dat antisemitisme en de verheerlijking van jihadterreur geen plaats hebben in dit land en al zeker niet op onze universiteiten.

 

02.02 Minister Anneleen Van Bossuyt: Mijnheer Van Rooy, tijdens een vorige mondelinge vragensessie hebt u een gelijkaardige vraag gesteld. Ik heb toen heel duidelijk elke vorm van antisemitisme sterk veroordeeld en dat wil ik graag opnieuw doen.

 

Wat betreft de concrete vraag die u vandaag stelt, een studentenvisum of de verlenging van een studentenverblijf kan worden geweigerd of een studieverblijf kan worden beëindigd indien de betrokkene wordt geacht een bedreiging te vormen voor de openbare orde of de nationale veiligheid van het land. Die afweging kan niet in het algemeen, maar zal steeds geval per geval moeten worden gemaakt.

 

02.03  Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw kort antwoord. Ik denk dat u van goede wil bent, maar ik had toch een iets steviger antwoord verwacht.

 

U ziet blijkbaar niet in hoe ernstig de situatie op dit moment is. Ik zal dat beschrijven met een persoonlijke noot, die helaas veelzeggend is. Mijn Iraanse partner is ooit naar België gekomen met een studentenvisum. Dat is prima, maar zij en ook seculiere Iraanse vrienden van ons werden geconfronteerd met Iraans-islamitische aanhangers van het jihadistische shariaregime van de Iraanse ayatollahs, die hier ook gewoon mochten en mogen studeren en wier opvattingen en intenties duidelijk niet koosjer zijn. Vindt u dat normaal? Vindt u dat goed voor onze samenleving? Blijft u dat toestaan? Als ik uw antwoord hoor, vrees ik van wel en dat vind ik werkelijk niet te geloven.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Sam Van Rooy aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "Het beleid ten aanzien van Syrische moslims en moslimmigranten" (56003399C)

03 Question de Sam Van Rooy à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La politique à l'égard des musulmans syriens et des migrants musulmans syriens" (56003399C)

 

03.01  Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de minister, ik weet niet in hoeverre de situatie in Syrië door u wordt opgevolgd, maar sinds de regimewissel daar zijn jihadisten en moslimfundamentalisten met de Koran in de hand niet-moslims beginnen te onderdrukken en soms ook af te slachten. De vraag rijst dan ook welke houding u, de Belgische regering, tegenover Syriërs aanneemt.

 

Sinds 2012 staan Syriërs jaar na jaar in de top tien van het aantal asielaanvragen. In de voorbije tien jaar hebben ongeveer 35.000 Syriërs bescherming in ons land gekregen. Elke maand opnieuw, ook nu nog, staan Syriërs in de top vijf of de top tien van het aantal asielaanvragen. In ons land wonen zo’n 30.000 mensen met de Syrische nationaliteit, hoewel de cijfers niet altijd even duidelijk zijn. Aangezien jaarlijks duizenden Syriërs de Belgische nationaliteit verkrijgen, ligt het werkelijke aantal uiteraard nog een stuk hoger.

 

De overgrote meerderheid van de Syriërs is moslim. De hamvraag zou dan ook moeten zijn waar hun loyaliteit ligt en welke islamitische denkbeelden zij aanhangen. Vandaag circuleren er immers video’s van Syrische moslims in West-Europa, ook in ons land, waarin wordt toegejuicht dat jihadisten in Syrië niet-moslims afslachten, zoals christenen en de als niet-moslim beschouwde alawieten.

 

Mevrouw de minister, in het licht van het nieuwe islamitische regime in Syrië, van de islamitische onderdrukking en de moordpartijen die daar plaatsvinden – er was recent nog een jihadistische aanslag op een kerk in Damascus – welk beleid ontwikkelt de Belgische regering ten aanzien van Syrische moslims op ons grondgebied en ten aanzien van Syrische moslims die naar dit land wensen te komen?

 

03.02 Minister Anneleen Van Bossuyt: Mijnheer Van Rooy, ik dank u voor uw vraag. U stelt natuurlijk een heel algemene vraag over het beleid ten aanzien van Syrische moslims op ons grondgebied of Syrische moslims die naar Europa of België willen komen. Het is zo dat vreemdelingen van Syrische nationaliteit, net zoals alle andere vreemdelingen, ongeacht hun geloofsovertuiging, aan de Belgische vreemdelingenwet en ook aan de Europese asiel- en migratieregels onderworpen zijn. Syriërs met onwettig verblijf zijn onderworpen aan de terugkeerrichtlijn, die ook voor andere vreemdelingen geldt. Syriërs die een verblijfsaanvraag indienen, zijn onderworpen aan de bestaande regelgeving en de voorwaarden, net als iedereen.

 

Als u in uw vraag doelt op de verzoeken om internationale bescherming, dan kan ik u meedelen dat alleen de interviews en de beslissingen van personen uit Syrië die reeds internationale bescherming genieten in een andere Europese lidstaat worden voortgezet.

 

De overige interviews en beslissingen voor Syriërs zijn momenteel on hold, omdat er nog geen duidelijkheid is over de huidige veiligheidssituatie in Syrië na de val van de regering. Deze opschorting is uiteraard tijdelijk. Het CGVS beschikt op dit moment over onvoldoende objectieve informatie om de situatie in Syrië accuraat te kunnen beoordelen, maar volgt de ontwikkelingen nauwgezet op. Het zal tijdig communiceren of deze opschorting wordt opgeheven dan wel verlengd. Het is de opdracht van het CGVS om bescherming te bieden aan personen die bij terugkeer naar hun land van herkomst het risico lopen op vervolging of ernstige schade.

 

In overeenstemming met de Belgische, Europese en internationale normen onderzoekt het CGVS elk verzoek om internationale bescherming op een individuele, objectieve en onpartijdige wijze. Voor alle verzoeken om internationale bescherming vindt er bovendien een systematische screening plaats door de Dienst Vreemdelingenzaken bij de veiligheidsdiensten, op basis van de identiteit van de betrokkene. Indien het dossier aanwijzingen bevat van ernstige misdrijven, betrokkenheid bij internationaal terrorisme, een misdrijf tegen de vrede, een oorlogsmisdrijf, een misdrijf tegen de menselijkheid of een gevaar voor de samenleving, wordt het toegewezen aan gespecialiseerde protection officers die hiervoor specifiek zijn opgeleid. Zij onderzoeken vervolgens of een uitsluiting van internationale bescherming tot de mogelijkheden behoort. Vermoedens of bewijzen die uitsluitend gebaseerd zijn op geheime informatie rechtvaardigen echter geen beslissing tot uitsluiting van de status. Het verkrijgen van voldoende bewijs is daarvoor cruciaal.

 

03.03  Sam Van Rooy (VB): Hoe men het ook wendt of keert, Syrische moslims blijven in groten getale naar ons land komen. Daar zitten ongetwijfeld fatsoenlijke mensen bij, maar het gros van de Syrische moslims huldigt verwerpelijke islamitische opvattingen die hier niet thuishoren of zelfs gevaarlijk zijn voor onze vrije, democratische samenleving, voor vrouwen, voor homoseksuelen en voor niet-moslims. Uit een recent onderzoek blijkt, minister, dat de overgrote meerderheid van de soennitische moslims in Syrië voorstander is van de islamitische wet of sharia. Ik kan dus helaas alleen concluderen dat ook u, net als de vivaldiregering, massaal de sharia blijft binnenhalen in ons land.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- Achraf El Yakhloufi aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "Het Dublincentrum" (56003988C)

- Maaike De Vreese aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De werking van het Dublincentrum en het toekomstige extra centrum" (56006508C)

04 Questions jointes de

- Achraf El Yakhloufi à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "Le centre Dublin" (56003988C)

- Maaike De Vreese à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "Le fonctionnement du centre Dublin et le futur centre supplémentaire" (56006508C)

 

De voorzitter: De heer El Yakhlouf is niet aanwezig.

 

04.01  Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de minister, in deze legislatuur zetten we maximaal in op het indijken van de instroom en het verhogen van de uitstroom. Een aanzienlijk deel van de asielzoekers heeft reeds in een andere EU-lidstaat een aanvraag ingediend. Zojuist keurden we een wetsontwerp goed om dat asielshoppen tegen te gaan.

 

Een ander belangrijk element in het regeerakkoord is de opening van een nieuw Dublincenter. Dat terugkeercentrum is bedoeld voor personen die ook hier asiel aanvragen, maar hier dus niet horen te zijn.

 

Daarnaast verwelkomen we alvast de beslissing van de Europese Commissie van april, waarbij werd geconcludeerd dat Griekenland opnieuw volwaardig kan deelnemen aan het Dublinsysteem. Momenteel is er een Dublincentrum in Zaventem waar 200 personen terechtkunnen. Tegen eind 2026 zal er een bijkomend Dublincentrum worden opgericht. Fedasil en de DVZ onderzoeken momenteel welke locaties hiervoor geschikt zijn.

 

Kunt u de werking van het huidige Dublincentrum toelichten? Op welke manier zorgt dat voor een efficiëntere en professionelere procedure? Hoe resulteert dat in een kortere verblijfduur van personen met een Dublinbeslissing? Wat is de gemiddelde doorlooptijd qua verblijf in een Dublincentrum ten opzichte van een regulier opvangcentrum?

 

Aangezien Griekenland weer volwaardig kan deelnemen aan het Dublinsysteem, in welke mate schat u een verhoogde terugkeer naar Griekenland in? Hoeveel overnameverzoeken zijn er momenteel lopende? Kunt u toelichting geven over de toekomstige plannen voor het extra Dublincentrum? Welke type locaties worden er onderzocht? Hoeveel plaatsen zullen er komen in het nieuwe centrum?

 

04.02 Minister Anneleen Van Bossuyt: Mevrouw De Vreese, ik dank u voor uw vraag.

 

Een nieuwe locatie voor een Dublincentrum moet beantwoorden aan de basisbehoeften waaraan de opvang moet voldoen. De opvang is sober. De begeleiding is uitsluitend gericht op terugkeer. Aangezien een Dublincentrum de facto schaalvoordelen oplevert door het samenbrengen van opvang en procedure, wordt ook expliciet aandacht besteed aan voldoende gespreksruimtes waar mensen in alle privacy kunnen worden begeleid.

 

U vroeg naar de doorlooptijd in een Dublincentrum. Die tijd is tien keer korter dan wanneer mensen in een regulier collectief opvangcentrum verblijven. Ik heb het centrum in Zaventem bezocht en de Dublincentra bieden echt wel een meerwaarde op het vlak van de snelheid waarmee mensen effectief terugkeren en dus de opvang verlaten.

 

Wanneer een locatie geschikt wordt bevonden, is het evident dat de lokale besturen worden ingelicht. Bovendien is het wenselijk om toekomstige centra niet te concentreren in één regio, maar om ze geografisch te spreiden. Er wordt gestreefd naar een bijkomende capaciteit van maximaal 200 plaatsen.

 

Alleenstaande minderjarigen worden niet opgevangen in een Dublincentrum. Zij blijven onder de opvangstructuur van Fedasil. Voor gezinnen wordt de gezinseenheid zoveel mogelijk gegarandeerd door maximaal één gezin per kamer toe te wijzen.

 

Ik heb de instructie gewijzigd over het aantal alleenstaande mannen en gezinnen in het Dublincentrum. Wij leggen de focus opnieuw op alleenstaande mannen, omdat wij vaststellen dat de terugkeer in die groep veel sneller verloopt. Voor gezinnen blijft dat moeilijk. Daarom heb ik de instructie gegeven om in het Dublincentrum in Zaventem een verhouding van 60 % alleenstaande mannen en 40 % gezinnen te hanteren.

 

De doelstelling van het centrum in Zaventem is een versnelde procedure te voeren met kortere behandelingstermijnen, waarbij de bevoegde lidstaat volgens de Dublinverordening zo snel mogelijk wordt bepaald, het verblijf in de opvang zo kort mogelijk is en de overdrachten effectief kunnen worden gerealiseerd. Ik herhaal dat dat die procedure tien keer sneller verloopt dan in een reguliere opvangstructuur.

 

De versnelde procedure en de daarmee gepaard gaande maatregelen, waaronder een opvangcentrum in het beheer van de DVZ, hebben een impact op de secundaire migratiestromen richting België. Sinds de invoering van de versnelde procedure stellen wij een daling vast van het aantal terugnameverzoeken, zijnde verzoeken tot terugname van personen die reeds een verzoek om internationale bescherming hebben ingediend.

 

In 2024 waren er 8.328 terugnameverzoeken. In het jaar daarvoor, 2023, waren dat er nog 9.049 en in 2022, het jaar waarin de versnelde procedure van start ging, nog 12.012. Ik vroeg mij af hoe het mogelijk is dat die lagere aantallen eigenlijk een goede evolutie vormen. Wel, het toont vooral aan dat mensen minder snel naar hier komen omdat ze weten dat ze het risico lopen om in dat Dublincentrum terecht te komen en dus sneller te moeten terugkeren naar het land waar ze hun aanvraag hebben ingediend. We zien dus dat het bestaan van dat Dublincentrum al een invloed heeft.

 

Om efficiënt te zijn, moet blijvend worden ingezet op het realiseren van effectieve overdrachten naar de bevoegde lidstaat. Dat vergt een verdere aanpak en de wegwerking van de bekende capaciteitsproblemen inzake vasthoudingen en gedwongen verwijderingen. We zetten volop in op de uitvoering van het Masterplan gesloten centra en op de uitbreiding van de pool van escorteurs. Samen met de minister van Binnenlandse Zaken bereiden we de koninklijke besluiten voor die nodig zijn om Frontexescorteurs en DVZ-escorteurs te kunnen inzetten.

 

De kostprijs van een nieuw Dublincentrum zal afhangen van de bewonerscapaciteit van het nieuwe centrum, die we, zoals gezegd, op 200 hebben vastgelegd. Die capaciteit hangt dan weer af van de locatie en het gebouw waarin het centrum kan worden ingericht. Mijn diensten werken op het ogenblik nauw samen aan het uitzetten van de krijtlijnen voor een tweede Dublincentrum, waarbij de focus uiteraard ligt op het vinden van een geschikte locatie. We zorgen ook voor een goede samenwerking met het betrokken lokaal bestuur. De vooropgestelde timing om eind 2026 een tweede Dublincentrum operationeel te hebben, is realistisch. Zolang er geen contra-indicaties zijn waaruit blijkt dat dat niet haalbaar is, zijn alternatieve pistes niet nodig.

 

04.03  Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoorden. De focus in de Dublincentra moet inderdaad liggen op terugkeer. In het verleden zagen we dat men daar alsmaar meer gezinnen met kinderen opving als een soort alternatief voor de reguliere opvangplaatsen. Dat is uiteraard absoluut niet de bedoeling. U legt terecht de klemtoon op de terugkeer van alleenstaande mannen. Het gaat hier om misbruik van de procedure met asielshoppen om hierheen te komen.

 

We stellen hetzelfde overigens vast met visumvrije landen. Denk bijvoorbeeld aan reizigers uit de Balkan, zoals Albanië. Ook daarvoor moeten we inzetten op een zeer snelle procedure en moeten we een krachtig signaal geven dat visumvrij reizen niet mag worden misbruikt. Mevrouw de minister, ik vraag u dan ook met aandrang om daarop in te zetten. Maak daarbij een duidelijk onderscheid, zodat we een sterk ontradend signaal kunnen geven en de instroom eindelijk kunnen stoppen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Samengevoegde vragen van

- Matti Vandemaele aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "Het rapport van Amnesty over de gevolgen van de opvangcrisis" (56004032C)

- Greet Daems aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "Het rapport van Amnesty International over de Belgische opvangcrisis" (56004362C)

05 Questions jointes de

- Matti Vandemaele à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "Le rapport d'Amnesty sur les conséquences de la crise de l'accueil" (56004032C)

- Greet Daems à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "Le rapport d'Amnesty International sur la crise de l'accueil en Belgique" (56004362C)

 

05.01  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Amnesty International heeft een onderzoek gepubliceerd over de impact van het feit dat mensen op straat belanden door een gebrek aan opvangcapaciteit. Daarvoor hebben ze gesproken met betrokkenen, advocaten en humanitaire organisaties. Er stond een citaat in van Infirmiers de rue: "De straat wordt zo het grootste psychiatrische ziekenhuis van Brussel". De psychosociale problemen die ontstaan door een gebrek aan opvang hebben een blijvende impact op de toekomstkansen van asielzoekers.

 

Het rapport gaat ook in op de schaduwkosten, waarover we het hier al een paar keer hebben gehad. Het rapport vertrekt vanuit de situatie zoals die vandaag is.

 

Ik wil ook zeggen dat u hiervoor niet alleen verantwoordelijk bent, mevrouw de minister. De situatie was al problematisch toen u aantrad. Daar mogen we niet flauw over doen.

 

Amnesty International wijst erop dat de plannen die op tafel liggen doen vermoeden dat nog meer mensen in een dergelijke situatie zullen terechtkomen. Dat wordt natuurlijk bijzonder moeilijk en de impact wordt alleen maar groter.

 

We dachten dat er een pakket crisismaatregelen zou komen, maar de crisismaatregelen die we tot nu toe gezien hebben, hebben geen enkele impact op de mensen die vandaag op straat leven. Dat is voor mij toch een ontgoocheling. Ik had verwacht dat een regering met cd&v, socialisten en Les Engagés crisismaatregelen zou nemen om dit probleem aan te pakken, maar dat is niet gebeurd.

 

Mevrouw de minister, hoe reageert u op dat rapport? Wanneer krijgen we concrete acties om mensen die op straat belanden minimale ondersteuning op medisch, juridisch en sociaal vlak te bieden? Zullen we organisaties in Brussel die daar vandaag al actief mee bezig zijn, zoals de Humanitaire Hub, extra ondersteunen zodat we op zijn minst een minimaal niveau van menswaardigheid voor de betrokkenen kunnen garanderen?

 

05.02  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, Amnesty International publiceerde op 2 april een rapport over de aanhoudende opvangcrisis in ons land.

 

Ik citeer: "Sinds oktober 2021 hebben de Belgische autoriteiten nagelaten om duizenden asielzoekers adequaat op te vangen en hun mensenrechten te beschermen, inclusief toegang tot gezondheidszorg en hygiënische voorzieningen voor alle asielzoekers. Deze publicatie is een oproep tot actie en een vernietigende aanklacht tegen de manier waarop de Belgische autoriteiten een beleid blijven voeren dat de rechten van asielzoekers schendt, rassendiscriminatie bestendigt en ellende en armoede creëert, en dit alles terwijl de rechtsstaat wordt ondermijnd." Dat is niet niks.

 

Het rapport eindigt met een reeks aanbevelingen. De belangrijkste en meest prioritaire is ervoor te zorgen dat niemand nog op straat moet slapen. Zo wordt gevraagd om onmiddellijk stappen te ondernemen om voldoende tijdelijke opvangplaatsen te voorzien voor alle personen die internationale bescherming in België hebben aangevraagd, zonder discriminatie. Ik begrijp dat dit in de eerste plaats gericht is aan uw voorganger, maar dat betekent uiteraard niet dat daarmee de problemen opgelost zijn, vandaar mijn vraag.

 

Welke stappen onderneemt u om de mensen die momenteel nog wachten op een opvangplaats in tussentijd al onderdak te bieden en zo hun dak- en thuisloosheid aan te pakken en te voorkomen?

 

05.03 Minister Anneleen Van Bossuyt: Mijnheer Vandemaele, mevrouw Daems, net als u heb ik het rapport van Amnesty International gelezen. Veel van wat daarin staat, is jammer genoeg niet nieuw. De structurele druk op het opvangnetwerk en het tekort aan opvangplaatsen zijn al jarenlang gekende problemen. Wij hebben deze crisis geërfd van de vorige regering. Die realiteit wordt ook volledig erkend in het regeerakkoord. Wij aanvaarden niet dat mensen die in ons land die bescherming zoeken en effectief bescherming nodig hebben op straat moeten overleven.

 

Wat doen we concreet? Mensen die momenteel geen opvangplaats krijgen, worden niet aan hun lot overgelaten. Zij krijgen informatie over medische hulp, uitleg over de procedure en hoe die via Fedasil kan worden aangevraagd. Ze ontvangen ook een flyer over het infopunt in Bordet en krijgen informatie over juridische bijstand, met contactgegevens van juridische hulpkantoren en uitleg over hoe een pro-Deoadvocaat kan worden aangevraagd. Daarnaast zijn er andere initiatieven zoals het Refugee Medical Point, de Humanitaire Hub en ook het infopunt in Bordet.

 

Fedasil werkt ook samen met de Brusselse overheid om extra noodopvangplaatsen te voorzien. Laten we niet vergeten dat ook wie geen opvangplaats krijgt het recht behoudt op medische begeleiding via Fedasil, zoals bepaald in de wet van 12 januari 2007.

 

De huidige situatie noopt ons tot urgentie. Ik hoop oprecht dat de crisismaatregelen die we daarnet hebben goedgekeurd snel effect zullen hebben. We kunnen ook niet negeren dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de instroom, de opvangnood en de capaciteit. Minder instroom betekent minder mensen in het opvangnetwerk en dus minder druk op het terrein.

 

Tot slot, zodra de maatregelen hun vruchten afwerpen, zal een geleidelijke afbouw van het opvangnetwerk plaatsvinden, zoals ik hier al vaker heb gezegd: eerst de hotels, dan de LOI's en vervolgens de collectieve centra.

 

05.04  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, dank u wel voor uw antwoord. We moeten eerlijk zijn over de schaduwkosten: de impact op de betrokkenen en op onze samenleving is enorm. Als mensen naderhand toch in ons land mogen blijven, maar ze dragen een rugzak van het thuisland, een rugzak van hun tocht naar ons land en nog eens rugzak doordat ze in ons land op straat moesten leven, dan zal de samenleving uiteindelijk die kosten toch moeten dragen. Wat me het meest ontgoochelt, is dat het pakket crisismaatregelen voor dat probleem geen enkele oplossing biedt.

 

U verklaart dat u de mensen die op straat leven niet aan hun lot overlaat. Bent u ooit al in de humanitaire hulp geweest? Misschien moeten we dat met de hele commissie eens doen. De situatie is er bijzonder schrijnend. Hulpverleningsorganisaties doen hun uiterste best om de situatie zo menselijk mogelijk te maken: een douche aanbieden, medisch toezicht enzovoort. Die organisaties verrichten geweldig werk, maar de situatie blijft bijzonder schrijnend en pijnlijk. Ik blijf het dus onbegrijpelijk vinden dat de regering, met ook sociaalvoelende partijen, niet in staat is om op zijn minst ook maatregelen af te dwingen die de situatie van de mensen die op straat leven op korte termijn kunnen verbeteren. Het is bijzonder pijnlijk, maar ik kan u niet overtuigen. Het is jammer dat we niet in staat zijn om op korte termijn de mensen die echt in nood verkeren en op straat leven minimale ondersteuning te geven. Blijkbaar is dat voor cd&v, Les Engagés en Vooruit niet belangrijk genoeg.

 

05.05  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, u zegt dat u deze crisis hebt geërfd. Dat klopt ook. U zegt ook dat mensen niet op straat zouden mogen leven. Anderzijds heb ik u al een paar keer in de pers horen verklaren dat het beleid ten aanzien van alleenstaande mannen niet zal worden gewijzigd. Ik hoor bovendien dat er LOI’s worden afgebouwd. Dat staat ook in het regeerakkoord. Welke gevolgen denkt u dat dit zal hebben?

 

U zet gewoon het beleid van uw voorganger voort, waardoor deze crisis blijft aanhouden. Hoe langer de opvangcrisis aanhoudt, hoe groter ook de kost voor onze samenleving. Van een leven op straat, zonder hulp of ondersteuning, wordt niemand beter, zeker niet mensen die vaak al kampen met zware trauma’s. Wie op straat aan zijn lot wordt overgelaten, is vatbaarder voor criminele bendes, kwetsbaarder voor ziektes en zal bijkomende trauma’s ontwikkelen, bovenop de rugzak die ze nu al dragen. Hen zo snel mogelijk van de straat halen, is dus in ieders belang.

 

Ik wil u er ook aan herinneren dat er voor de Oekraïense vluchtelingen op korte termijn nooddorpen werden opgericht, om hen op te vangen. Dat was terecht, het was een logische en noodzakelijke reactie. Daarmee hebt u aangetoond dat het wel mogelijk is om snel te schakelen en opvang te voorzien. Die dorpen worden nu echter gesloten.

 

Op een eerdere vraag hierover antwoordde u dat het niet uw bevoegdheid is, dat dit een Vlaamse bevoegdheid is, en dat men daar bekijkt wat ermee moet gebeuren. Nochtans is duidelijk dat dergelijke dorpen heel nuttig zouden kunnen zijn voor de mensen die nu op de wachtlijst staan en op straat slapen, om hen dus van de straten van Brussel te halen, te begeleiden en tijdelijk onderdak te bieden. Ik denk dat u dit nog eens moet bekijken en gesprekken daarover moet opstarten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Samengevoegde vragen van

- Matti Vandemaele aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De evaluatie van het opsluiten van kinderen in gesloten centra" (56004197C)

- Francesca Van Belleghem aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De evaluatie van het onderbrengen van gezinnen in gesloten terugkeercentra" (56006431C)

06 Questions jointes de

- Matti Vandemaele à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "L'évaluation de la détention d'enfants en centres fermés" (56004197C)

- Francesca Van Belleghem à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "L'évaluation de l'hébergement de familles dans les centres de retour fermés" (56006431C)

 

06.01  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): De regering wil dus onderzoeken of ze op termijn toch niet kinderen kan opsluiten in gevangenissen. Daar komt het eigenlijk op neer. Het enige misdrijf dat die kinderen dan zouden hebben gepleegd, is het feit dat hun ouders niet over de juiste papieren beschikken. Er zijn bibliotheken volgeschreven met onderzoeken die aantonen dat de schade die kinderen daarbij oplopen, zelfs al gaat het om een heel korte detentie, bijzonder ernstig en mogelijk blijvend is. Het is schadelijk voor hun gezondheid, hun ontwikkeling en hun algemeen welzijn.

 

De vorige regering, waar wij deel van uitmaakten, heeft beslist om wettelijk te verankeren dat we kinderen nooit opsluiten, maar dat was blijkbaar een doorn in het oog van de N-VA, cd&v en Vooruit. Zij willen onderzoeken of het toch geen goed idee zou zijn om kinderen op te sluiten in gevangenissen. In het regeerakkoord staat dat men binnen de twee jaar zal evalueren of het nodig is.

 

Welke criteria zullen worden gehanteerd? Op basis waarvan zal beslist worden om toch kinderen op te sluiten? In welke mate zult u bij het opstellen van die criteria het belang van het kind laten doorwegen? Of meent u dat het belang van een individueel kind ondergeschikt is aan het belang dat u als regering naar voren schuift?

 

Mijn laatste vraag is eenvoudig. Welke kennis, feiten of inzichten zullen er binnen twee jaar beschikbaar zijn die er vandaag nog niet zijn en die u zullen toelaten te beslissen om die kinderen al dan niet op te sluiten? Ik ben zeer benieuwd naar uw antwoord.

 

06.02  Francesca Van Belleghem (VB): Mijnheer Vandemaele, u zegt dat het slecht is voor kinderen om hen tijdelijk onder te brengen in gesloten terugkeercentra, maar het is natuurlijk de verantwoordelijkheid van de ouders die zich illegaal in het land bevinden om terug te keren naar het land van herkomst. Het zijn dus de ouders die hun verantwoordelijkheid niet nemen, waardoor zij tijdelijk in gesloten terugkeercentra – die trouwens aangepast zouden moeten zijn – zouden kunnen belanden. Het is dus duidelijk een kwestie van verantwoordelijkheid.

 

Ik had ook enkele vragen met een andere insteek.

 

We kennen de gevolgen al van het verbod op het opsluiten van gezinnen met kinderen in gesloten terugkeercentra. Waarom moeten we dan nog anderhalf jaar wachten om conclusies te trekken? Bent u op dit moment al bezig met het uitwerken van een strategie om de gesloten terugkeercentra aan te passen, zodat ze een rechterlijke toets in de toekomst kunnen doorstaan met het oog op een eventuele opvang van gezinnen met kinderen?

 

Hoeveel gezinnen met kinderen keerden sinds uw eedaflegging vrijwillig terug naar het land van herkomst en hoeveel werden er gedwongen teruggestuurd? Ik dank u.

 

06.03 Minister Anneleen Van Bossuyt: Dank u wel, mevrouw Van Belleghem en mijnheer Vandemaele, voor uw vragen. De doelstelling van de evaluatie is om ook voor gezinnen de efficiëntie van het terugkeerbeleid te verhogen. Onder meer de resultaten van de vrijwillige terugkeer van gezinnen via Fedasil en ICAM-coaching zullen worden geanalyseerd.

 

Daarnaast vergelijken we het slaagpercentage vanuit de woonunits met het slaagpercentage van gedwongen verwijderingen van gezinnen vanuit de gezinswoningen op het terrein van 127bis. Ook het verdwijningspercentage vanuit de FITT-woningen zal als parameter worden opgenomen. Ik denk dat u het met mij eens bent, mijnheer Vandemaele, dat een gezin dat in de illegaliteit verdwijnt en een precair bestaan tegemoet gaat, te allen tijde vermeden moet worden, niet in het minst in het belang van de kinderen.

 

De Dienst Vreemdelingenzaken moet steeds het belang van het kind vooropstellen bij het nemen van de beslissing tot terugkeer, zoals artikel 74/13 van de Vreemdelingenwet voorschrijft. Die beslissing wordt bovendien steeds getoetst door een rechter van de RVV.

 

Ook wat de infrastructuur betreft, moet worden voldaan aan de voorwaarden die werden opgelegd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De infrastructuur dient ook aangepast te zijn aan de noden van de kinderen, zoals voorzien in een eigen ruimte en onderwijs. U spreekt over gevangenissen, mijnheer Vandemaele. Ik weet niet of u de gezinswoningen op de site 127bis al hebt bezocht. Ik denk niet dat dat een gevangenis is. Ik nodig u dan ook uit om die te gaan bekijken.

 

We beschikken over voldoende kennis en gegevens om een grondige evaluatie te maken. Dat principe werd op die manier opgenomen in het regeerakkoord en we zullen het dan ook naleven.

 

Mevrouw Van Belleghem, u vroeg naar cijfers. Voor vrijwillige terugkeer zijn er geen cijfers beschikbaar, omdat gezinnen niet als teleenheid worden geregistreerd. Dat gebeurt op het niveau van individuele personen. Daarom bestaan er geen cijfers over vrijwillige terugkeer van gezinnen.

 

Wat de gedwongen terugkeer betreft, is er sinds mijn aantreden als minister één gezin dat via een gedwongen terugkeer vertrokken is vanuit een FITT-woning.

 

06.04  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, dank u wel voor uw antwoord.

 

Als ik de criteria hoor, zit daar weinig empathie in ten aanzien van de kinderen. Voor mij moeten kinderen kunnen spelen, naar school gaan, bij hun vriendjes en familie zijn. Dat is wat kinderen moeten kunnen doen zolang ze kind zijn. Bovendien blijft het zo dat de enige 'misdaad' die die kinderen begaan hebben, is dat hun ouders niet over de juiste papieren beschikken.

 

Zelfs al maken de ouders een fout, dan nog is de impact op die kinderen veel te groot. Er zijn heel wat studies – er bestaan trouwens geen studies die het tegendeel aantonen – die duidelijk maken dat die impact gigantisch is.

 

Ik kan er met de beste wil van de wereld niet bij dat we het belang van het kind niet laten doorwegen. Ik mag hopen dat als die beslissing op tafel komt binnen de regering de sociaalvoelende partijen de rug rechten en ervoor gaan liggen. De meerwaarde, die potentieel bijzonder klein is, weegt immers absoluut niet op tegen de schade die we aanbrengen aan de kinderen waarover het gaat.

 

Mevrouw de minister, ik hoor u vragen of ik al eens in die woningen ben geweest. Wel, als men niet kan kiezen waar men gaat en staat en als men door tralies naar buiten moet kijken, spreken we over een gevangenis. Zo werkt dat. Als men moet uitkijken over de start- en landingsbanen van de luchthaven, waarlangs men gedeporteerd zal worden, spreken we van een gevangenis

 

U mag het nog zo mooi verpakken als u wil. Het is en blijft een gevangenis. Ik mag hopen dat het belang van het kind hier zal doorwegen wanneer er effectief beslist wordt.

 

06.05  Francesca Van Belleghem (VB): Dank u wel voor uw antwoord, mevrouw de minister.

 

Sinds uw aantreden, zei u, is er één gezin gedwongen teruggestuurd naar het land van herkomst. Dit toont genoeg aan dat er wel degelijk snel werk gemaakt moet worden van de opheffing van het verbod gezinnen tijdelijk onder te brengen in gesloten terugkeercentra. De cijfers bewijzen dat.

 

De heer Vandemaele zei dat de impact op kinderen die in een gesloten terugkeercentrum verblijven, gigantisch is. Maar de impact op kinderen van illegaal verblijf tout court is gigantisch. Wat is het alternatief? Alle illegale gezinnen regulariseren? Dan geeft men aan elke illegaal het signaal dat hij een kind moet maken om geregulariseerd te worden.

 

Het is ook een kwestie van ouderlijke verantwoordelijkheid. Er zijn genoeg redenen waarom het humaner is gezinnen tijdelijk in aangepaste centra onder te brengen met het oog op gedwongen terugkeer, dan ze hier te laten aanmodderen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Matti Vandemaele aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De trage behandeling van visumaanvragen voor studiedoeleinden" (56004247C)

07 Question de Matti Vandemaele à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La lenteur du traitement des demandes de visa à des fins d'études" (56004247C)

 

07.01  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, het is een probleem dat niet nieuw is. Uw voorgangster had er eveneens mee te maken. De federale ombudsman ontvangt al jarenlang tal van klachten van buitenlandse studenten over de behandeling van hun visumaanvragen. Dat probleem wordt dus reeds geruime tijd aangekaart.

 

De klachten gaan onder meer over het niet tijdig verwerken van visumaanvragen. In principe beschikt de DVZ over een termijn van 90 dagen om die aanvragen te behandelen, maar die termijn wordt niet altijd gerespecteerd. Het gevolg is dat sommige studenten hierdoor dreigen studievertraging op te lopen. Een ander pijnpunt is het niet tijdig verlengen van de verblijfsvergunningen. Studenten kunnen in dat geval een bijlage 15 ontvangen, maar daarmee ondervinden zij heel wat administratieve problemen.

 

Het uitwisselen van studenten op mondiale schaal biedt academisch gezien aanzienlijke voordelen, ook voor de landen van herkomst, waar deze studenten nadien naar terugkeren. Dat systeem biedt dus een belangrijke meerwaarde voor de ontwikkeling van die thuislanden. Als rijk westers land moeten wij dat systeem daadwerkelijk faciliteren zodat het goed functioneert, in plaats van louter te focussen op het respecteren van termijnen of het creëren van bijkomende moeilijkheden, zoals gesteld in het regeerakkoord.

 

Wanneer ik in mijn schriftelijke vragen naar cijfers vis, krijg ik steevast als antwoord dat er geen gegevens beschikbaar zijn over de tijdige verwerking van visumaanvragen en -verlengingen. Waarom bestaan er geen cijfers over de tijdige verwerking van visumaanvragen en -verlengingen met betrekking tot studieverblijven? Hoe wordt de situatie dan gemonitord, als dergelijke gegevens ontbreken? Hoe kan men beoordelen of een systeem werkt als men geen cijfers ter beschikking heeft? Erkennend dat er een probleem bestaat, hoe gaan we dat aanpakken? Hoe gaan we ervoor zorgen dat studentenvisa op een goede, correcte en degelijke wijze zullen worden behandeld binnen de bestaande procedure?

 

Ik kijk uit naar uw antwoord.

 

07.02 Minister Anneleen Van Bossuyt: Mijnheer Vandemaele, uw eerste vraag luidde waarom er geen cijfers bestaan over het tijdig verwerken van visumaanvragen en verlengingen. De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) houdt statistieken bij over het aantal visumaanvragen per nationaliteit, met een onderscheid tussen de inschrijving en de toelating in een instelling voor hoger onderwijs, hetzij openbaar, hetzij privé, en over het aantal en het soort genomen beslissingen. Om de behandelingstermijnen te kunnen bijhouden zou voor elke aanvraag moeten worden berekend hoeveel dagen er verstrijken tussen de indiening en de beslissing. Met het huidige systeem kan dat niet automatisch.

 

De behandelingstermijn wordt sterk beïnvloed door de snelheid waarmee de student reageert wanneer er om bijkomende stukken of informatie wordt gevraagd. Zolang het merendeel van de beslissingen binnen de voorgeschreven termijn wordt genomen, verkies ik de beschikbare middelen in te zetten voor de behandeling van dossiers, in plaats van voor het omslachtig bijhouden van de behandelingstermijnen. Ik wil er verder op wijzen dat enkel die dossiers worden doorgestuurd naar de DVZ waarin een diplomatieke post of gemeente niet zelf een beslissing kan nemen. De student draagt dus zelf een grote verantwoordelijkheid om het dossier zo volledig mogelijk in te dienen.

 

U vraagt ook hoe de situatie gemonitord wordt als er geen cijfers beschikbaar zijn. De situatie wordt wel degelijk opgevolgd via maandelijkse rapporten. Die rapporten zijn beschikbaar op de website van de Dienst Vreemdelingenzaken en geven een overzicht van het aantal ontvangen aanvragen, het aantal genomen beslissingen, het aantal dossiers dat wacht op een eerste beslissing en het aantal dossiers waarvoor op bijkomende informatie wordt gewacht. Sinds mei 2025 worden ook de beslissingen geregistreerd die buiten de termijn worden genomen.

 

Wat uw derde vraag betreft, namelijk welke maatregelen er worden genomen om de problemen op te lossen, de DVZ wordt geconfronteerd met een sterke toename van het aantal aanvragen in de periode vlak voor de start van het academiejaar. Dat is logisch.

 

Die tijdelijke sterke stijging zorgt voor een overweldiging van het personeel en leidt tot een piek in de behandelingstermijn. Er worden al maatregelen genomen om die piek zoveel mogelijk af te vlakken. De dienst die de aanvragen verwerkt, wordt bijvoorbeeld tijdelijk versterkt via interne verschuivingen. We proberen ook de aanvragers zo goed mogelijk te sensibiliseren voor het belang van een tijdige indiening, onder andere door het gebruik van disclaimers op de website. Zeer veel extra flexibele middelen zouden nodig zijn om die piek volledig af te vlakken.

 

07.03  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, dank u wel. Ik kan inderdaad aannemen dat het in het huidige systeem zeer omslachtig is om cijfers bij te houden. Ik kan alleen maar hopen dat, als er ooit een nieuw systeem wordt ingevoerd, dat dan wel mogelijk zal zijn. De prioriteiten liggen nu inderdaad elders binnen uw departement.

 

Ik kom nog eens terug op het belang van de internationale samenwerking en de buitenlandse studenten die in ons land komen studeren. De positieve impact daarvan op de thuislanden zou ons moeten stimuleren om dat te faciliteren en stappen vooruit te zetten op dat vlak door de procedures te vereenvoudigen en te versnellen en ervoor te zorgen dat die op tijd worden afgerond. Dat is ook een kwestie van klantgerichtheid. De overheid moet er namelijk voor zorgen dat ze in haar contacten met burgers haar eigen regels en tijdsschema's kan respecteren. Men weet op voorhand dat er een piek zal komen, dan is het een kwestie van zich daarvoor te organiseren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Matti Vandemaele aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De fast-trackprocedure bij verzoekers uit landen met een hoge erkenningsgraad" (56004256C)

08 Question de Matti Vandemaele à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La procédure fast track pour les personnes originaires de pays à taux de reconnaissance élevé" (56004256C)

 

08.01  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, het begint hier op een onemanshow te lijken, waarvoor mijn excuses.

 

Er bestaat een fasttrackprocedure voor wie een lage slaagkans heeft om erkend te worden. Er valt daar zeker iets voor te zeggen, want op die manier kunnen we er procedureel voor zorgen dat de zaken sneller gaan en dat men in dossiers sneller tot een finale beslissing komt. Ik ben het daar helemaal mee eens, maar ik vroeg mij af waarom men ook niet het omgekeerde doet. Asielaanvragen waarvan de slaagkans bijzonder groot is, zouden we ook in een fasttrackprocedure kunnen steken, omdat men op die manier heel snel een beslissing kan nemen. Dat lijkt mij eenvoudig.

 

Wat vindt u van dat idee? Dat getuigt immers van gezond boerenverstand. Als we dat doen, denkt u dat dat een impact zou hebben op het aantal dossiers, de opvangcapaciteit, de uitstroom en de behandeltermijnen?

 

08.02 Minister Anneleen Van Bossuyt: Mijnheer Vandemaele, u zegt dat het hier op een onemanshow begint te lijken. U wilt er graag een show van maken. Ik heb geen probleem met het feit dat u veel vragen stelt, wel met de hele show errond.

 

Het CGVS behandelt dossiers volgens het principe van first in, first out, met uitzondering van dossiers die volgens de wet versneld of met voorrang moeten worden behandeld, zoals de dossiers van de niet-begeleide minderjarigen, van de verzoekers die in gesloten centra verblijven, en van de verzoekers van fasttrackprocedures.

 

Hoe meer prioritaire procedures worden aangenomen, hoe groter het risico op vertraging bij de behandeling van andere zogenaamde standaarddossiers, die ook binnen een redelijke termijn moeten worden behandeld, gelet op de werklast en de beschikbare personeelsmiddelen.

 

Men kan iteraard niet alles per definitie prioritair behandelen. Ik kies er dan ook voor, zoals in het regeerakkoord is bepaald, om asielzoekers met weinig kans op slagen zo snel mogelijk duidelijkheid te geven. Zo leggen zij geen langdurige druk op ons asiel- en opvangsysteem.

 

Gezien de werklast en de personeelsmiddelen zou uw voorstel niet noodzakelijk een positief effect hebben, aangezien het zou kunnen leiden tot meer vertragingen bij de behandeling van andere dossiers, langere wachttijden voor die verzoekers en dus ook een langer verblijf in de opvangfaciliteiten.

 

Conform het regeerakkoord zal het CGVS tijdelijk worden versterkt en zal het blijven inzetten op efficiëntiemaatregelen om meer en snellere beslissingen te kunnen nemen. Met onze crisismaatregelen zou de instroom echter moeten dalen, waardoor meer tijd vrijkomt voor de behandeling van de huidige verzoekers, waarvoor er al een enorme werkachterstand is.

 

08.03  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Ik dacht dat ik vandaag weinig show had toegevoegd aan mijn uiteenzettingen, maar dat is nu eenmaal mijn karakter.

 

Het leek mij logisch dat dossiers van asielzoekers met een heel hoge of een heel lage slaagkans het snelst van het tableau moeten verdwijnen, zodat we sneller en efficiënter kunnen werken. Blijkbaar staat u daarvoor echter niet open, want dan zouden, volgens uw argumentatie, andere zaken in het gedrang komen. Ik begrijp dat niet goed. Ik hoor immers net van medewerkers van de betrokken diensten dat mijn suggestie het tegenovergestelde zou kunnen bewerkstelligen, namelijk een versnelling van de procedures en een snellere afbouw van de achterstand.

 

U kijkt er anders naar en dat mag. Dat is democratie, nietwaar?

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Greet Daems aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De moeilijkheden om een visum te verkrijgen" (56004361C)

09 Question de Greet Daems à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La difficulté d'obtenir un visa" (56004361C)

 

09.01  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, verschillende mensen hebben onze fractie gemaild met hun bezorgdheden omtrent het verkrijgen van een visum uit Burundi, Marokko en Libanon. Het betreft personen die hier een permanent verblijf hebben en wier familieleden uit die landen op bezoek willen komen naar België. Zij hebben steeds de nodige stappen gevolgd en de juiste documenten voorgelegd, maar toch wordt hun aanvraag geweigerd. Ze begrijpen niet goed waarom hun familieleden niet op bezoek mogen komen, hoewel ze wel over de juiste documenten beschikken. Volgens hen is die weigering dan ook ongegrond.

 

In het regeerakkoord staat dat visa voor kort verblijf gefaciliteerd worden voor mensen die bijvoorbeeld regelmatig naar de Europese Unie reizen voor familiebezoek. Dat lijkt mij voor de genoemde situaties niet anders.

 

Mevrouw de minister, is de beoordeling van een visumaanvraag voor kort verblijf strenger naargelang het land waar de aanvraag wordt gedaan? Op basis waarvan worden die criteria bepaald? Hoe vaak kan een visumaanvraag geweigerd worden, ook al beschikt de aanvrager wel over de juiste documenten? Hoe verhoudt dat zich tot de gemaakte afspraken in het regeerakkoord over visa voor kort verblijf?

 

Op een menselijk niveau, betekent dat dat familieleden nooit op bezoek zullen kunnen komen? Kunnen zij beter geholpen worden, zodat ze toch nog een visum kunnen verkrijgen?

 

09.02 Minister Anneleen Van Bossuyt: Mevrouw Daems, de visumaanvragen voor een kort verblijf worden, zoals steeds, volgens de voorschriften van de Visumcode onderzocht, ongeacht het land van indiening en ongeacht het land dat de aanvraag behandelt. De motieven voor een weigering worden in artikel 32 van de Visumcode opgesomd.

 

U kunt de toegangsvoorwaarden tot het Schengengrondgebied en de vereiste documenten terugvinden op de websites van de Dienst Vreemdelingenzaken, van de ambassades en consulaten en van de externe dienstverleners.

 

Iedere aanvraag wordt onderzocht, conform artikel 21 van de Visumcode. Daarin wordt duidelijk vermeld dat een eerdere visumweigering niet automatisch tot de weigering van een nieuwe aanvraag leidt. Een nieuwe aanvraag wordt op basis van alle beschikbare informatie beoordeeld.

 

Wanneer een persoon een weigeringsbeslissing ontvangt, wordt dat steeds aan de aanvrager via een standaardformulier meegedeeld. De weigeringsbeslissing wordt steeds gemotiveerd, zowel in rechten als in feiten.

 

Als de aanvrager van oordeel is dat de weigering onterecht is, staat het die persoon vrij om beroep in te dienen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Indien men vervolgens overweegt om een nieuwe aanvraag in te dienen, is het derhalve aangeraden om daarbij rekening te houden met de motieven van de weigering van de eerdere aanvraag.

 

Voor meer informatie daarover en voor hulp bij het indienen van de aanvraag kan men terecht op de eerder vermelde websites. Via die kanalen vindt men voldoende informatie over de inreisvoorwaarden voor het Schengengebied en over de nodig in te dienen documenten.

 

09.03  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik wil enkel nog benadrukken dat het over mensen gaat die heel graag hun familie willen terugzien. De procedures moeten dus duidelijk zijn en de toegang daartoe moet eerlijk verlopen. Ik hoop dan ook dat u daarop als minister zult toezien.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Samengevoegde vragen van

- Greet Daems aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De Palestijnen in gesloten centra" (56004363C)

- Sarah Schlitz aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De Palestijnen in gesloten centra in België" (56005724C)

10 Questions jointes de

- Greet Daems à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "Les Palestiniens détenus dans les centres fermés" (56004363C)

- Sarah Schlitz à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "Les Palestiniens détenus dans des centres fermés belges" (56005724C)

 

10.01  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, mijn vraag dateert al van even geleden, want ik heb ze ingediend in april. Ik wil ze toch nog stellen, omdat er heel weinig informatie over beschikbaar is.

 

Wij horen van verschillende vertrouwde bronnen dat er in de gesloten centra van Steenokkerzeel en Merksplas Palestijnen worden of werden vastgehouden. Zo werd er in het weekend van 5 april 2025 een Palestijnse jongen opgepakt na een manifestatie. Hoewel de rechter besloot dat hij de daaropvolgende maandag moest worden vrijgelaten, werd hij opgesloten in het gesloten centrum van Merksplas. Daar werd hij ook in isolatie geplaatst. Een dag later is hij dan toch vrijgelaten na een tussenkomst van zijn advocaat.

 

In het gesloten centrum in Merksplas bevonden zich op het moment dat ik deze vraag heb ingediend volgens onze bronnen nog drie andere Palestijnen. In Steenokkerzeel bevonden zich 20 Palestijnen, van wie 6 in procedure in Caricole.

 

Ik heb hierover enkele vragen.

 

Kunt u exacte cijfers geven van het aantal Palestijnen die op dit moment opgesloten worden in gesloten centra?

 

Waarom worden of werden zij vastgehouden? Waarom werd die ene jongen in isolatie geplaatst en waarom werd er niet geluisterd naar de uitspraak van de rechter?

 

Wat is de verblijfsstatus van de betrokkenen? Zitten ze vast met oog op terugkeer? Naar waar wilt u ze terugsturen? Zijn ze beschermd onder het non-refoulementprincipe?

 

10.02 Minister Anneleen Van Bossuyt: Uw vraag dateert inderdaad van april, maar ik geef u de meest recente cijfers waarover ik beschik.

 

Op 4 juni bevonden zich 26 Palestijnen in de gesloten centra, 15 van hen werden vastgehouden in het kader van de grensprocedure, 11 op basis van la procédure territoire. Ze verkeren allen in illegaal verblijf in België. Van de personen die vastgehouden worden onder de binnenlandprocedure, dus die procédure territoire, zijn er 9 personen vastgehouden met het oog op de organisatie van de terugkeer naar het land waar zij als vluchteling erkend zijn. Alle 9 hebben elementen van openbare orde in hun dossier. 4 personen werden in België veroordeeld tot een gevangenisstraf, 1 persoon werd vastgehouden onder aanhoudingsmandaat, 4 personen hebben een of meerdere processen-verbaal wegens inbreuken op de openbare orde en 2 personen worden bijkomend opgevolgd door de cel Radicalisme. 2 personen worden vastgehouden met het oog op de organisatie van hun overdracht naar de verantwoordelijke lidstaat voor de behandeling van hun verzoek om internationale bescherming, in toepassing van de Dublin III-verordening.

 

Vandaag is er geen enkele gedwongen terugkeer richting Gaza. Het spreekt vanzelf dat het principe van non-refoulement wordt gerespecteerd.

 

10.03  Greet Daems (PVDA-PTB): Dank u wel, mevrouw de minister, voor uw antwoorden.

 

Ik spreek uiteraard voor de Palestijnen die geen zware criminele feiten hebben gepleegd. Ik begrijp niet waarom die mensen überhaupt vastzitten of vastzaten. Als ze in procedures zitten, horen ze niet thuis in een gesloten centrum en als ze onder het Dublinakkoord vallen, evenmin.

 

Ze kunnen worden overgebracht naar een Dublincentrum; dat is veel minder ingrijpend dan een vasthouding in een gesloten centrum. Als ze hier bescherming hebben of in procedures zitten, kunt u hen niet terugsturen. Palestijnen uit Palestina, de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook worden beschermd door het principe van non-refoulement. Niemand kan op dit moment iemand terugsturen naar de Gazastrook, ook u niet. Een vasthouding in gesloten centra lijkt in die zin louter een manier te zijn voor de diensten om de mensen duidelijk te maken dat ze niet mogen protesteren voor een vrij Palestina. Dat lijkt me wel duidelijk.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Question de Xavier Dubois à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La lutte contre les abus en matière d'asile" (56004660C)

11 Vraag van Xavier Dubois aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De bestrijding van misbruik van de asielprocedure" (56004660C)

 

11.01  Xavier Dubois (Les Engagés): Madame la ministre, depuis 2023, un projet a été mis en œuvre afin d’accélérer le traitement des demandes d’asile. Ce projet s’appuie notamment sur la norme européenne visant une décision dans un délai de six mois. Il intègre également pour objectif de lutter contre les demandes jugées abusives. Ce point a d’ailleurs été abordé ce matin. C'est important, et nous avançons en la matière.

 

Plus concrètement, j’aimerais poser quelques questions afin de mieux cerner le problème. Pouvez-vous préciser de manière exhaustive les différentes catégories de demandes d’asile que le gouvernement peut considérer comme abusives?

 

D’après les chiffres qui ont circulé dans la presse et que nous avons pu consulter, si l’on additionne les demandes introduites par les bénéficiaires de la protection internationale et celles déjà identifiées comme ultérieures et abusives, cela représenterait 20 % des demandes introduites en 2024. Sur l’ensemble des dossiers en attente, à savoir 30 000, les demandes d'asile abusives représenteraient pratiquement un tiers de la charge de travail. C’est considérable. Pouvez-vous confirmer ces chiffres? Pouvez-vous également fournir les données pour le premier trimestre 2025?

 

Enfin, quel sera l’impact de cette lutte contre les abus sur le réseau d’accueil?

 

11.02  Anneleen Van Bossuyt, ministre: Monsieur Dubois, sur les deux premières questions, toutes les procédures spéciales sont reprises dans la loi, plus précisément aux articles 57/6 et 57/6/1 de la loi du 15 décembre 1980. Ces deux articles définissent les situations dans lesquelles le CGRA décide en priorité, dans lesquelles le CGRA peut déclarer la demande irrecevable ou dans lesquelles le CGRA peut traiter la demande selon une procédure accélérée.

 

Il s'agit de plusieurs pages de textes juridiques. Je pense qu’il n'est pas utile de les énumérer ici de manière exhaustive, mais je résumerai brièvement quelques exemples de situations dans lesquelles le CGRA décide en priorité: si le demandeur se trouve en centre fermé; ou si le ou la ministre ou l'Office des Étrangers demande de traiter la demande en priorité.

 

Quelques exemples de situations dans lesquelles le CGRA peut déclarer la demande irrecevable: lorsque le demandeur bénéficie déjà d'une protection internationale dans un autre État membre de l'Union Européenne; ou lorsque le demandeur introduit une demande ultérieure pour laquelle aucun élément ou fait nouveau n'apparaît ni n'est présenté.

 

Finalement, quelques exemples de situations dans lesquelles le CGRA peut traiter une demande selon une procédure accélérée: il existe de sérieuses raisons de considérer que le demandeur représente un danger pour la sécurité nationale ou l'ordre public; le demandeur provient d'un pays d'origine sûr; ou le demandeur a fait des déclarations manifestement incohérentes et contradictoires.

 

L'application de ces articles affecte par exemple le délai de traitement de ces demandes et/ou le délai d'introduction d'un recours. Comme vous l'avez dit, on souhaite que le traitement ne prenne que six mois contrairement à aujourd'hui où la durée est en moyenne d'un an et demi. Ce sont 18 mois pendant lesquels les gens sont dans l'insécurité et dans des circonstances dont personne ne veut.

 

Dans tous les cas, chaque demande de protection internationale est traitée et évaluée individuellement en tenant compte de tous les éléments pertinents du dossier lors de la prise de décision.

 

Enfin, pour ce qui est des demandeurs de protection internationale ayant déjà obtenu une demande de protection internationale dans un autre État membre, je renvoie à ma réponse aux deux premières questions. Actuellement, ces demandes peuvent déjà être déclarées irrecevables par le CGRA. Par contre, les mesures de crise convenues prévoient deux modifications pour cette catégorie. On limite l'accueil et le traitement de la demande car il s'agit d'une demande ultérieure. Et, comme vous le savez, c'est prévu ainsi dans le Pacte migratoire européen qu'on met en avant.

 

11.03  Xavier Dubois (Les Engagés): Madame la ministre, merci pour vos réponses. Effectivement, un an et demi, c’est beaucoup trop long. Nous ne pouvons pas laisser les personnes dans cette situation aussi longtemps.

 

Merci pour la référence au pacte migratoire ainsi qu'aux réglementations et modifications en cours.

 

Par contre, je n'ai pas obtenu de réponse sur les chiffres, plus particulièrement sur la proportion de dossiers, pour évaluer la charge de travail que ces demandes abusives représentent pour nos différents services qui contribuent à un accueil correct des demandeurs d’asile.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Question de Xavier Dubois à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La politique d'accueil du gouvernement" (56004661C)

12 Vraag van Xavier Dubois aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "Het opvangbeleid van de regering" (56004661C)

 

12.01  Xavier Dubois (Les Engagés): Madame la ministre, nous vivons une crise de l'accueil depuis 2021 au moins. Je pense que ce qu'on vit – un collègue a cité le chiffre de 3 000 hommes seuls qui vivent dans la rue – est le résultat de la politique menée par les gouvernements précédents, dont faisait partie Groen, notamment. Il importe de le relever. C'est un peu facile de parler des partis sensibles à gauche, mais il y en avait aussi qui étaient fortement présents au sein des gouvernements précédents et qui n'ont pas trouvé de solution immédiate et correcte pour répondre aux difficultés que rencontrent ces personnes vivant dans la rue.

 

Face à ce constat, il faut prendre des décisions et des mesures. Et nous prenons nos responsabilités afin de régler le problème de la manière la plus pérenne possible. Je me réfère à ma question écrite pour les développements. J'axerai ici ma question sur l'objectif de réduction du nombre de places d'accueil.

 

L'accord prévoit une réduction progressive du nombre de places d'accueil. C'est indispensable pour éviter la réduction abrupte intervenue sous la Suédoise. Nous ne voulons pas revivre cette situation, nous la refusons catégoriquement.

 

Madame la ministre, de manière très concrète, comment procéderez-vous pour atteindre cet objectif et selon quel timing allez-vous mettre en œuvre cet objectif de réduction progressive du nombre de places d'accueil?

 

Ces dernières années, notre pays connaît une augmentation constante du nombre de demandeurs d’asiles. D’ailleurs, les sites du CGRA et de Fedasil nous renseignent que durant la période du 1er janvier 2021 au 1er avril 2025, la capacité d’accueil est passée de 28 180 places à 36 205 places; soit une augmentation de 8 025 places; le nombre de demandes enregistrées est passé à 147 136.

 

Le nombre élevé des demandeurs d’asile sur notre territoire engendre une crise de l’accueil depuis 2021 malgré les efforts des ministres successifs. Celle-ci se traduit par l’incapacité pour les services d’asile d’accueillir l’ensemble des demandeurs. Faute de places, la politique adoptée par l’ancien gouvernement consiste à laisser 3 000 hommes seuls dans la rue. Il s’agit d’une situation humaine intolérable. Il est temps de venir avec des solutions qui permettent à notre État de remplir ses engagements internationaux. Le cadre européen est clair à ce sujet: nous sommes tenus d’offrir une vie digne à chaque demandeur; à savoir leur offrir un gîte, un couvert et un accompagnement et cette règle ne peut souffrir aucune exception.

 

Notre groupe se réjouit, par conséquence, des avancées qui ont été engrangées dès l’entame de gouvernement et qui visent à désengorger le réseau en limitant notamment les arrivées.

 

Madame la ministre, pouvez-vous détailler les mesures qui ont été adoptées dans le package lié à la crise de l’accueil? Quel est le timing prévu pour mettre en place les mesures adoptées? L’accord du gouvernement prévoit une réduction progressive du nombre de places d’accueil évitant ainsi une réduction abrupte comme cela avait été le cas sous la Suédoise; ce qui avait mis sous pression les services de l’asile et les acteurs de terrain. Nous refusons catégoriquement un épisode similaire. Avez-vous un planning plus détaillé de cette réduction progressive des places d’accueil?

 

12.02  Anneleen Van Bossuyt, ministre: Monsieur Dubois, je suis tout à fait d’accord qu'il est très facile de critiquer aujourd’hui. D'aucuns semblent avoir oublié que leur parti a fait partie pendant cinq ans d'un gouvernement dont plusieurs membres semblaient dormir.

 

Ik vind het echt niet om te lachen, mijnheer Vandemaele. Elke keer opnieuw voert u hier dezelfde show op en spreekt u bepaalde partijen in de regering aan. Maar u vergeet blijkbaar dat uw partij zelf één van de partners in de vorige regering was waar ik echt niet het label van "een zeer humaan asiel- en migratiebeleid" op zou plakken.

 

12.03  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): (…)

 

12.04 Minister Anneleen Van Bossuyt: Het is dus de schuld van een ander? Amai, proficiat.

 

Monsieur Dubois, plusieurs mesures concrètes ont été prises récemment pour répondre à la crise de l'asile et de l'accueil. Le gouvernement a mis en place un véritable paquet de crise qui repose sur trois grands axes.

 

Tout d'abord, il y a eu une limitation de l'accès à l'accueil. Concrètement, certaines catégories de demandeurs ne pourront plus bénéficier automatiquement d'une place, par exemple ceux qui ont déjà obtenu une protection dans un autre pays européen ou encore les mineurs qui introduisent une nouvelle demande alors qu'une décision définitive a été déjà prise pour leurs parents.

 

Ensuite, nous avons limité le traitement de certaines demandes. Par exemple, lorsqu'un demandeur a déjà été débouté ou protégé dans un autre État membre, sa demande est considérée comme non recevable, sauf s'il y a de nouveaux éléments très sérieux, notamment un risque réel de traitement inhumain.

 

Le délai pour justifier une absence à une audition a aussi été réduit de 15 à 8 jours afin d'éviter les abus et d'accélérer les procédures. C'est vraiment nécessaire, car cette procédure prend un an et demi, ce qui est beaucoup trop long.

 

Enfin, une mesure importante a été l'abolition du droit au revenu d'intégration pour les demandeurs d'asile. Désormais, seule une aide matérielle comme l'hébergement, la nourriture et l'accompagnement est proposée et uniquement par l'agence fédérale compétente. Les CPAS ne sont plus responsables de cette aide. Le durcissement de la procédure de regroupement familial doit aussi avoir un impact important sur les demandes d'asile.

 

Ces mesures fortes sont destinées à désengorger le réseau d'accueil, à mieux cibler l'aide sur ceux qui en ont vraiment besoin et à respecter nos engagements internationaux de manière réaliste et soutenable.

 

Concernant le timing, la réduction du nombre de places d'accueil ne se fera qu'une fois que les mesures de limitation de l'afflux auront produit leurs effets. À ce moment, la priorité sera réservée à la suppression progressive de l'accueil en hôtel et des initiatives locales d'accueil (ILA).

 

Depuis la crise syrienne de 2015, les gouvernements précédents ont pris conscience de la nécessité de développer une politique dynamique de buffer, prévoyant des places d'accueil inoccupées, mais disponibles, afin de pouvoir répondre à des afflux soudains dans le réseau d'accueil.

 

Conformément à l'accord de gouvernement, je souhaite poursuivre et optimiser cette politique au cours de cette législature, y compris en ce qui concerne le personnel des instances d'asile.

 

12.05  Xavier Dubois (Les Engagés): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse complète.

 

Le planning n'est pas encore précisé. Nous entendons les différentes priorités d'action qui sont prévues. En tout cas, des mesures concrètes sont prises. On ne les prend pas toujours de gaîté de cœur, mais c'est au nom de la responsabilité qu'elles sont prises. C'est ce qui fait la différence avec l'inaction des gouvernements précédents, et il faut bien le mettre en avant.

 

S'agissant de la réduction des places, plusieurs collègues ont déjà évoqué la question des ILA. Il faudra informer le plus vite possible les collectivités locales, notamment les CPAS puisque les impacts budgétaires qui pourraient en résulter vont apparaître rapidement. Nous pensons déjà au budget 2026. Dès que des informations concrètes seront disponibles, il faudra donc revenir vers les CPAS pour les rassurer quant à leurs obligations et contraintes liées à la location de certains bâtiments. C'est vraiment primordial. Merci d'avance pour la suite de votre travail!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Samengevoegde vragen van

- Kjell Vander Elst aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De Europese regelgeving over het doorzenden van asielzoekers richting 'veilige derde landen'" (56005153C)

- Matti Vandemaele aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "Het voorstel van de Europese Commissie betreffende het concept van veilige derde landen" (56005201C)

- Greet Daems aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De plannen van de Europese Commissie met betrekking tot het begrip 'veilig derde land'" (56005528C)

- Sarah Schlitz aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "Het voorstel van de Europese Commissie met betrekking tot het concept veilige derde landen" (56005727C)

13 Questions jointes de

- Kjell Vander Elst à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La réglementation européenne sur le renvoi de demandeurs d'asile vers des "pays tiers sûrs"" (56005153C)

- Matti Vandemaele à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La proposition de la Commission européenne relative au concept de pays tiers sûrs" (56005201C)

- Greet Daems à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "Les projets de la Commission européenne concernant les pays tiers sûrs" (56005528C)

- Sarah Schlitz à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La proposition de la Commission européenne relative au concept de pays tiers sûrs" (56005727C)

 

De voorzitter: De heer Vander Elst is verontschuldigd.

 

13.01  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, mijn excuses als ik u irriteer met mijn vragen. Nog twee vragen te gaan en dan bent u voor vandaag van mij verlost.

 

Ik wil het met u hebben over het concept van het veilige derde land. Vooralsnog geldt de voorwaarde dat er een band of een link moet zijn met dat veilige derde land. Nu wil de Europese Commissie die voorwaarde schrappen, zodat mensen kunnen worden gedeporteerd naar een land waarmee zij geen enkele band hebben. Er zijn voorbeelden, zoals de Rwandadeal van het Verenigd Koninkrijk. Degenen die dromen van het zogenaamde Australische model, verheugen zich al op de ambitie ter zake van de Europese Commissie. Dat voorstel moet echter nog worden besproken, zowel in de Raad als in het Europees Parlement.

 

Gevraagd naar een reactie van u als minister, gaf u aan dat het zeker een debat waard is. Ik heb echter het regeerakkoord opnieuw doorgenomen en daarin staat hierover niets vermeld. Ik heb eveneens de eerdere versies van het regeerakkoord nagelezen, waarin het wel vermeld stond. Het is er dus blijkbaar uit onderhandeld.

 

Wanneer zal het voorstel worden besproken in de Raad van ministers?

 

Wat wordt daar het Belgische standpunt met betrekking tot het voorstel, gelet op het feit dat het uit het uiteindelijke regeerakkoord weg is onderhandeld?

 

Hoe denkt u met een dergelijk voorstel vergeetputten, waar asielzoekers jarenlang in vluchtelingenkampen in landen zonder toekomstperspectief en zonder enige band met de betrokken personen worden gedumpt, te vermijden?

 

Ik ben benieuwd hoe u daarnaar kijkt.

 

13.02  Greet Daems (PVDA-PTB): Ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag.

 

Mevrouw de minister,

 

De Europese Commissie wil asielzoekers kunnen doorsturen naar een land waar ze geen enkele band mee hebben. Lidstaten kunnen in het voorstel zelf akkoorden sluiten met deze "veilige derde landen". U liet al weten dat België bereid is actie mee te werken.

 

11.11.11 zegt dat de Europese Commissie mensen wil dumpen, en haar verantwoordelijkheid doorschuift naar landen met minder middelen. Ook dat het beroep tegen zo'n beslissing niet langer opschortend zou zijn botst op kritiek.

 

Daarom mijn vragen:

 

Welke landen worden door de EC beschouwd als "derde veilige land?"

 

Met welke landen wenst u een akkoord te bereiken om hen te beschouwen als derde veilige land?

 

Wat is uw reactie op de kritiek van 11.11.11?

 

Hoe verhoudt dit voorstel van de EC tot hun vorstel om terugkeerhubs te installeren in derde landen?

 

13.03 Minister Anneleen Van Bossuyt: Mijnheer Vandemaele, om alle misverstanden uit de wereld te helpen, u ergert mij geenszins met uw vragen. Ik beantwoord ze zelfs graag. U trekt graag de kaart van de morele verontwaardiging en wijst graag met het vingertje. Ik denk wel dat het soms niet slecht zou zijn om de hand ook eens in eigen boezem te steken, al is dat soms moeilijk.

 

Over het concept van veilige derde landen, waarover ook mevrouw Daems een vraag stelde, geef ik graag het volgende mee. De Europese Commissie publiceerde op 20 mei een voorstel over dat concept. In het kader van een eerdere plenaire vraag zei ik al dat het daarbij niet om een nieuw concept gaat; met haar voorstel wil de Europese Commissie enkel het toepassingsgebied ervan uitbreiden.

 

Het voorstel heeft als doel het concept in de praktijk bruikbaarder, efficiënter en flexibeler te maken, zodat het kan bijdragen aan een snellere en effectievere verwerking van asielaanvragen. Daarvoor worden twee elementen van het concept aangepast. Ten eerste zou de toepassing van het zogenaamde connectiecriterium, dat erin bestaat dat de verzoeker een band moet hebben met het veilige derde land, op Europees niveau niet langer verplicht zijn. Lidstaten krijgen voortaan de keuze om het veiligederdelandenconcept toe te passen wanneer er sprake is van een connectiecriterium. Ze kunnen transit ook opnemen als connectiecriterium in hun nationale wetgeving en ze kunnen het concept ook toepassen op basis van een akkoord dat ze sluiten met een derde land dat daadwerkelijk bescherming kan bieden aan de verzoeker.

 

In dat geval is een individueel connectiecriterium niet nodig. De maatregel is niet van toepassing op niet-begeleide minderjarigen.

 

Daarnaast wordt het automatische opschortende effect in geval van een beroep geschrapt. Die aanpassing is evenwel niet van toepassing op niet-begeleide minderjarigen, noch op mensen waarvoor een grensprocedure loopt.

 

We bevinden ons in de eerste fase van het Europees wetgevingsproces. Dat proces verloopt via de medewetgevingsprocedure, wat inhoudt dat de lidstaten in de Raad moeten onderhandelen over het voorstel van de Europese Commissie. Ook het Europees Parlement doet dat op zijn niveau. Zodra beide instellingen een onderhandelingsmandaat hebben bereikt, kunnen ze de triloogonderhandelingen met de Commissie aangaan. Pas als er tussen die drie instellingen een akkoord bereikt wordt, kan op nationaal niveau worden onderzocht hoe een en ander kan worden geïmplementeerd.

 

Het is dus nog veel te vroeg om te spreken over overeenkomsten met derde landen. Los daarvan kan ik alvast meedelen dat de regering voorstander is van Europese maatregelen die het asielsysteem ontlasten door de instroom te beperken en de uitstroom te versnellen, inclusief het onderzoeken van innovatieve oplossingen in de externe dimensie, zoals de veiligelandenconcepten.

 

Daarbij moeten de fundamentele rechten steeds gewaarborgd blijven. Dat is ook het uitgangspunt van de Europese Commissie voor de voorstellen. Dat wordt letterlijk zo gezegd.

 

De inschatting op ons asielsysteem van de impact van een gewijzigd concept, met inbegrip van de mogelijke overeenkomsten met derde landen, kan pas nuttig worden gemaakt, als duidelijk wordt hoe de nieuwe regels er na de onderhandelingen zullen uitzien, als er een akkoord met een derde land tot stand komt en welke vorm dat zal aannemen.

 

In ieder geval is het doel van het voorstel met de veiligelandenconcepten bij te dragen aan een snellere en effectievere verwerking van de asielaanvragen. Dat is zowel op Europees als op Belgisch niveau het uitgangspunt. Ik lees nogal onheilspellende berichten – ik herhaal wat ik in plenaire vergadering naar aanleiding van een vraag van mevrouw Vandeberg antwoordde – over het concept, namelijk dat men met dat Rwandamodel mensen dumpt en de mensenrechten overboord gooit. Maar waarover gaat het eigenlijk? Het voorstel van de Europese Commissie, waarvan u beweert dat het tijdens de regeringsonderhandelingen weg werd onderhandeld - quod non; ik heb u niet gezien aan die onderhandelingstafel en mevrouw De Vreese zal veel beter weten of ze u daar heeft gezien of niet -, betreft niet meer, maar ook niet minder dan de uitbreiding van het toepassingsgebied van een bestaand concept.

 

De Europese Commissie en de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen hebben trouwens verklaard dat het concept in overeenstemming is met zowel het internationale als het Europese recht. Bovendien worden de nodige rechten gevrijwaard en is er in garanties voor het respecteren van die rechten voorzien.

 

We bespreken het voorstel van de Europese Commissie momenteel op het niveau van de regering. Op Europees niveau zullen we actief bijdragen aan de onderhandelingen, zonder taboes.

 

13.04  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Bedankt voor uw antwoord, mevrouw de minister. Ik ben blij dat ik u niet irriteer.

 

De voorbije maanden heb ik vaak verwezen naar de adviezen van experten en academici en de conclusies tijdens eerdere hoorzittingen. U legt dat echter allemaal netjes naast u neer. U hebt daar blijkbaar een broertje dood aan.

 

Ik dacht u dus op een andere manier te proberen te overtuigen en daarvoor een ander vaatje open te trekken. Maar ik heb al lang begrepen dat het met morele argumenten uiteraard niet zal lukken. Toch zal ik de rest van de legislatuur blijven proberen Les Engagés, Vooruit en cd&v een beetje te kietelen, in de hoop dat er alsnog iets beweegt. Ze zijn hier vandaag niet aanwezig. Dat zegt natuurlijk ook iets.

 

Wat introspectie betreft, ben ik het met u eens. Men kan inderdaad alleen groeien, als men aan introspectie doet. Dus als u een vriendenboekje hebt, zal ik daarin schrijven dat ik spijt heb dat we dat in de vorige regering onvoldoende hebben gedaan. Ik wil dat hier gerust zeggen en dat ook opschrijven, als u daar gelukkig van wordt. U kunt dat echter natuurlijk niet uitentreuren blijven herhalen. Ja, ik geef toe: het had beter gemoeten. Het zal echter niet aan mij gelegen hebben en ook niet aan mijn partij, maar goed.

 

Ik vroeg u ook nog welk standpunt de Belgische regering zou innemen. U hebt in antwoord daarop een stukje uit het regeerakkoord voorgelezen, maar dat helpt me niet echt verder. Zult u het voorstel steunen of niet? Ik vind dat u daar wat omheen draait. Ik leid daaruit ook af dat er in de regering nog geen eensgezindheid over bestaat. Ik kan me niet inbeelden dat de heer Dubois van Les Engagés, die intussen ook vertrokken is, vrolijk dansend zou meegaan in het idee van Rwanda-achtige deals. Dat zou me echt verwonderen. Maar goed, de toekomst zal het uitwijzen.

 

13.05  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Zomaar mensen naar landen sturen waarmee ze geen enkele band hebben, lijkt mij niet bepaald de oplossing. In plaats daarvan zouden de Europese Unie en u beter inzetten op een eerlijke verdeling in de Europese Unie en ervoor zorgen dat mensen op de vlucht voor oorlog en vervolging overal een even goede bescherming en behandeling krijgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 56005167C van de heer El Yakhloufi is omgezet in een schriftelijke vraag. Vraag nr. 56005260C van mevrouw De Vreese wordt op haar verzoek ook omgezet in een schriftelijke vraag.

 

14 Samengevoegde vragen van

- Maaike De Vreese aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De gesprekken met Kosovo inzake een buitenlandse gevangenis" (56005279C)

- Francesca Van Belleghem aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De buitenlandse detentiecapaciteit voor illegale criminelen" (56006432C)

14 Questions jointes de

- Maaike De Vreese à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "Les pourparlers avec le Kosovo au sujet d'une prison à l'étranger" (56005279C)

- Francesca Van Belleghem à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La capacité de détention à l'étranger pour les criminels en séjour illégal" (56006432C)

 

14.01  Maaike De Vreese (N-VA): Een tijdje geleden hielden de eerste minister en de Kosovaarse president in de marge van de top van de Europese Politieke Gemeenschap een gesprek. Dat gesprek ging onder andere over Kosovo. Kosovo zou open staan om gedetineerden zonder wettige verblijfspapieren – die momenteel in onze gevangenissen verblijven – in een Kosovaarse penitentiaire instelling onder te brengen.

 

We weten allemaal dat er een zeer grote druk is op onze gevangenissen. Een ongelooflijke overbevolking, die onhoudbaar is. Gisteren is er in eerste lezing een noodwet over goedgekeurd binnen de regering. Bijkomende maatregelen zijn absoluut nodig. Iedereen weet dat het bij een heel groot deel van de mensen in onze gevangenissen om illegale criminelen gaat. Die moeten absoluut zo snel mogelijk terug naar hun land.

 

In het regeerakkoord staat ook dat we, gelet op de enorme druk, ook in het buitenland gevangenissen willen bouwen of huren om er veroordeelde criminelen in illegaal verblijf onder te brengen. Denemarken heeft in het verleden reeds een akkoord gesloten met Kosovo voor 300 plaatsen. Nu maakte de Kosovaarse president een opening in de marge van die Top.

 

Kunt u toelichting geven over de gesprekken tussen dit land en Kosovo? Wat zijn de volgende stappen?

 

Hoever staat Denemarken met de uitrol van hun deal? Wanneer zal het gedetineerden kunnen overbrengen? Welke juridische stappen zouden er moeten worden genomen? In hoeverre is er reeds zicht op het financieel plaatje?

 

Wanneer heeft u hierover voor het laatst overleg gepleegd met uw collega-ministers? Ik ben me er wel degelijk van bewust dat dit een gedeelde bevoegdheid is, maar, mevrouw de minister, het zou ons ten goede komen, mochten we daar capaciteit vrij krijgen.

 

14.02  Francesca Van Belleghem (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, tijdens de beleidsverklaring verklaarde u dat u Cedoca de opdracht hebt gegeven om een lijst op te stellen van Europese staten die in aanmerking komen voor buitenlandse of Belgische detentiecapaciteit. De volgende landen zouden worden onderzocht: Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Montenegro, Noord-Macedonië, Servië, Litouwen en Estland.

 

Is er intussen een beslissing genomen over welke landen formeel of informeel in aanmerking komen? Dit is immers de lijst van landen die onderzocht werden. Is er dus al een beslissing genomen?

 

Vond het aangekondigde overleg met minister Verlinden reeds plaats?

 

Lopen er gesprekken met bepaalde specifieke landen? Collega De Vreese zei dat er reeds gesprekken lopen met Kosovo. Wat is de laatste stand van zaken daaromtrent?

 

14.03 Minister Anneleen Van Bossuyt: Mevrouw De Vreese, mevrouw Van Belleghem, dank u voor uw vragen. Voor de vraag over de gesprekken tussen de premier en de Kosovaarse president verwijs ik u graag door naar de premier.

 

Denemarken heeft op 27 april 2022 een verdrag met Kosovo ondertekend over de huur van een gevangenis met 300 plaatsen om veroordeelde gedetineerden in onwettig verblijf daar hun straf te laten uitzitten en om vanuit Kosovo de terugkeer te organiseren. Na ratificatie door de verschillende parlementen is dit verdrag op 24 juni 2024 in werking getreden. Momenteel wordt de gevangenis in Gjilan volgens de Deense standaarden en regelgeving gerenoveerd.

 

De overeenkomst voorziet ook in de aanstelling van Deense ambtenaren in de gevangenis, om te garanderen dat de behandeling van de gedetineerden in overeenstemming met de Deense en internationale normen is. Mevrouw De Vreese, de ingebruikname van de gevangenis is gepland voor april 2027.

 

In het regeerakkoord staat dat ook België overeenkomsten met andere Europese rechtsstaten zal trachten te sluiten om daar gevangenissen te huren of te bouwen. Er zijn verschillende analyses opgevraagd bij Cedoca, de onderzoeksdienst van het CGVS. Momenteel analyseren we de resultaten. We zullen in de regering de verschillende bevindingen bespreken.

 

Ja, mevrouw Van Belleghem, we hebben hierover al een gesprek gehad met het kabinet van de minister van Justitie.

 

14.04  Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor het antwoord. De vragen aan de premier heb ik drie of vier weken geleden al gesteld. De opening die uit dat gesprek is voortgekomen, zo lees ik toch in de pers, is een goed aanknopingspunt om verdere diplomatieke contacten met de Kosovaren uit te bouwen en ook om ter plaatse gesprekken met de ministers aan te knopen. Ik heb in het verleden gezien dat gezamenlijke missies naar derde landen vaak zeer constructief verlopen.

 

In Kosovo is die gevangenis er al. We moeten dus niet van nul beginnen met het bouwen van een gevangenis. Dat lijkt mij een kans die tot op het bot moet worden onderzocht. Ik wens u daar veel succes mee.

i

14.05  Francesca Van Belleghem (VB): Dank u wel voor uw antwoorden, minister. Ik heb gisteren toevallig een antwoord ontvangen op een schriftelijke vraag waaruit blijkt dat 3.985 van de gedetineerden illegaal in dit land verblijven. Daarnaast zijn er 1.505 niet-Belgen met een geldige verblijfstatus. Samen vormen zij meer dan 46 % van de gevangenispopulatie. Het aantal niet-Belgen, het aantal vreemdelingen, in onze gevangenissen is dus gigantisch. We moeten dan ook zoveel mogelijk nieuwe immigratie beperken. Illegalen moeten worden teruggestuurd naar het land van herkomst. Voor die 3.985 mensen moeten we er maximaal op inzetten om hen effectief terug te sturen. Ook het uitzitten van straffen moet zoveel mogelijk in het land van herkomst gebeuren, al valt dat uiteraard niet onder uw bevoegdheid.

 

Wat mij verder opviel, is dat meer dan 1.000 van de gedetineerden de Marokkaanse nationaliteit hebben, dus 8 % van de gevangenispopulatie heeft de Marokkaanse nationaliteit, van wie velen illegaal in dit land verblijven. De deal die vorig jaar werd gesloten door de vivaldiregering, waarvoor heel wat vivaldiministers naar Marokko zijn gereisd, kan dus zeker worden aangescherpt. Er moet nog veel sterker worden ingezet op de terugkeer van illegale Marokkanen naar het land van herkomst. En hetzelfde geldt voor Algerijnen, 5 % van de gevangenispopulatie is van Algerijnse afkomst. Ook onder hen verblijft een groot deel, 4,5 %, illegaal in België.

 

Ik zou dan ook willen pleiten voor een nieuwe terugkeerdeal, niet alleen met Marokko, maar ook met Algerije.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

15 Vraag van Matti Vandemaele aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De ambulante begeleiding van verzoekers om internationale bescherming zonder opvangplaats" (56005526C)

15 Question de Matti Vandemaele à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "L'accompagnement ambulatoire des demandeurs de protection internationale sans place d'accueil" (56005526C)

 

15.01  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, we hebben het daarnet al even gehad over de ambulante begeleiding van verzoekers om internationale bescherming zonder opvangplaats.

 

U wil ervoor zorgen dat mensen die geen plaats krijgen in de opvangstructuren toch enige ondersteuning krijgen in hun leven op straat. Dat is toch de ambitie. Vooral in de centrumsteden zorgt dat voor druk. Uiteraard in de eerste plaats in Brussel, maar ook in andere steden zoals uw geliefde Gent, leidt dat onmiskenbaar tot problemen.

 

We stellen vast dat dat een grote druk legt op hulporganisaties, op de noodopvanginitiatieven en op de sociale diensten. Ik heb zelf een bezoek gebracht aan de Humanitaire Hub in Brussel. Daar wordt men niet gelukkig van. Het is er bijzonder druk en men moet er regelmatig mensen weigeren, gewoon omdat er geen plaats meer is.

 

In de beleidsnota staat dat er voorzien wordt in ambulante medische en psychosociale begeleiding en dat u wil instaan voor de basisnoden, zoals voedsel. Ik vraag mij af hoe dat concreet wordt aangepakt. Kunt u mij een stand van zaken geven over de uitbouw van die ambulante ondersteuning? Welke actoren zullen daarvoor instaan? Zal Fedasil dat zelf doen of wordt dat door andere spelers gedaan? Welke middelen zijn hiervoor voorzien? Hoe wordt ervoor gezorgd dat de mensen die recht hebben op ondersteuning dat recht ook effectief kunnen laten gelden? Ik kijk uit naar uw antwoord.

 

15.02 Minister Anneleen Van Bossuyt: Dank u voor uw vraag, mijnheer Vandemaele.

 

Er is een infopunt van Fedasil geopend in Brussel, in het gebouw aan Bordet. Daarnaast is daar sinds kort ook een Refugee Medical Point voor medische hulp gehuisvest. Op die manier wordt er sociojuridische en medische begeleiding georganiseerd voor mensen die vrijwillig of onvrijwillig buiten de opvangstructuren verblijven. We evalueren nu of deze aanpak verdere uitbreiding behoeft, aangezien het aantal mensen op de wachtlijst aan het dalen is, maar er wel een grote groep vrijwillig buiten de opvangstructuren verblijft.

 

De begeleiding in het infopunt wordt verzorgd door Fedasil en Caritas. Deze initiatieven zijn laagdrempelig en voorzien in voldoende vrije inloopmomenten. Zoals vermeld in het regeerakkoord, voorzien we in de huidige situatie op het terrein in ambulante sociojuridische en medische begeleiding, evenals in basisnoden zoals voedsel.

 

De federale overheid financiert de Humanitaire Hub niet. Wel wordt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gefinancierd voor de organisatie van 2.000 opvangplaatsen voor asielzoekers binnen de Brusselse daklozenopvang. In het kader van de begrotingscontrole 2025 heeft Fedasil een akkoord gevraagd om het Refugee Medical Point en het infopunt duurzaam te kunnen organiseren.

 

In 2025 is een jaarbudget van 1,7 miljoen euro voorzien voor het Refugee Medical Point en 1,9 miljoen euro voor sociojuridische begeleiding. Dat budget werd al deels ter beschikking gesteld in het kader van de voorlopige twaalfden.

 

15.03  Matti Vandemaele (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

U zegt dus dat er nog wachtlijsten zijn, maar dat die in dalende lijn gaan. Ik vind dat interessant. Dat strookt niet met wat ik hoor, maar ik ben niet alwetend, dus misschien hebt u wel gelijk. Ik ben benieuwd en zal daarover ook schriftelijke vragen indienen. Ik ben geïnteresseerd in die cijfers over de wachtlijsten en of die al dan niet in dalende lijn gaan.

 

U zegt dat er geen federale financiering voor humanitaire hulp is voorzien en dat dit via het Brussels Gewest gaat. Ik vind de situatie echt schrijnend. De wachtlijsten dalen bij Fedasil en DVZ, maar dan is de vraag of de mensen wel de weg vinden. Er zit volgens mij een grote discrepantie tussen uw antwoord, waarvan ik graag zou hebben dat het juist is, en de signalen die wij vanop het terrein opvangen.

 

Ik zal mij de volgende weken en maanden informeren om te zien aan wiens kant de waarheid het meeste ligt en vooral hoe we ervoor kunnen zorgen dat de mensen die er recht op hebben dat recht ook kunnen laten gelden. Dat is immers het allerbelangrijkste.

 

15.04 Minister Anneleen Van Bossuyt: Misschien kunt u even wachten, want een van de laatste punten op de agenda is een vraag van mevrouw Van Belleghem over de concrete cijfers. Dan zult u meteen uw antwoorden krijgen.

 

De voorzitter: Of u kunt het verslag erop nalezen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

16 Vraag van Greet Daems aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De problemen met de leeftijdstesten voor NBMV's" (56005726C)

16 Question de Greet Daems à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "Les problèmes liés aux tests visant à déterminer l'âge des MENA" (56005726C)

 

16.01  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, onlangs werd België door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens veroordeeld, omdat de procedure inzake leeftijdstesten niet correct werd nageleefd. Een niet-begeleide minderjarige vluchteling werd onterecht meerderjarig verklaard. De rechter onderstreept dat medische leeftijdstesten te invasief zijn en dat betrokken minderjarigen niet voldoende geïnformeerd worden.

 

In het Europees migratiepact staat duidelijk dat een medische leeftijdstest de allerlaatste optie moet zijn. Eerst moet men proberen om op basis van verklaringen, documenten en psychosociale analyses een beeld te krijgen van de leeftijd. Pas als dat niet lukt, kan worden overgegaan tot een medische test. In geval van een medische test moet de niet-begeleide minderjarige vluchteling altijd goed geïnformeerd zijn en worden bijgestaan door een voogd, een advocaat.

 

Vandaag gebeurt de leeftijdsbeoordeling onder een enorme tijdsdruk. Vaak duurt die maar twintig minuten per jongere. We vernemen dat de jongeren een document voor hun neus krijgen waarin wordt gevraagd of ze akkoord gaan met een medische test. Dat gebeurt tegenwoordig zonder advocaat of voogd. Dus in amper twintig minuten worden ze geïnformeerd, moeten ze een document ondertekenen en worden ze naar het ziekenhuis gebracht voor die medische test. Dat is overduidelijk in strijd met het arrest.

 

Vooral alleenstaande jongens die verklaren minderjarig te zijn, worden niet altijd correct behandeld, wat de kwetsbaarheid van die groep verder vergroot, zeker gelet op het feit dat ze nog altijd de laatste in de rij zijn voor een opvangplek.

 

Mevrouw de minister, zult u ervoor zorgen dat de rechten van de jongeren gewaarborgd worden?

 

Zult u het arrest naleven en de werkwijze aanpassen, zodat het beleid in overeenstemming is met het Europees recht?

 

Momenteel ligt de expertise inzake de leeftijdstesten bij de Dienst Voogdij, maar in het regeerakkoord stonden plannen voor een aparte dienst, de FOD Migratie. Wat is daarover al besloten? Wie zal de leeftijdstesten uitvoeren? Hoe zal de onafhankelijkheid van die instantie gegarandeerd worden, zodat de procedure in overeenstemming is met het Europees migratiepact?

 

16.02 Minister Anneleen Van Bossuyt: Mevrouw Daems, het regeerakkoord zegt duidelijk dat, om kinderen en jongeren zo snel mogelijk en met de juiste begeleiding te kunnen helpen, wij de procedures versnellen en de identificatie en de leeftijdsbepaling van verklaarde minderjarigen overhevelen van de Dienst Voogdij naar een aparte dienst ter bescherming van niet-begeleide minderjarigen op de vlucht. Op die manier willen wij de huidige versnippering over de verschillende beleidsdomeinen tegengaan.

 

In die nieuwe structuur worden de identificatieprocedures en leeftijdsbepaling gecentraliseerd. Bovendien worden de samenwerking en informatiedoorstroom rond opvang en jeugdhulp met de gemeenschappen gecoördineerd.

 

Ook de regeling rond de voogdij van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen wordt herbekeken. Een permanentiedienst wordt wettelijk verankerd om te verzekeren dat elke geïdentificeerde minderjarige zo snel mogelijk kan worden geholpen via opvang en voogdij.

 

De leeftijdstesten moeten zo snel mogelijk worden uitgevoerd. Er wordt een regeling uitgewerkt met voldoende waarborgen voor de minderjarige, waarbij een medische test niet nodig is om de meerderjarigheid vast te stellen wanneer er overtuigende elementen zijn die wijzen op manifeste meerderjarigheid. Indien uit de leeftijdstest blijkt dat de betrokkene duidelijk niet minderjarig is, worden de kosten op hem of haar verhaald.

 

Op uw derde vraag kan ik antwoorden dat bij de verzoekers om internationale bescherming de testen zullen worden uitgevoerd door het CGVS, in overeenstemming met wat in het Europese Asiel- en Migratiepact is voorzien.

 

De overige modaliteiten worden verder uitgewerkt. Zoals u weet, moet het pact tegen juni 2026 volledig zijn geïmplementeerd, dus we hebben nog een klein jaar om een en ander nader uit te werken.

 

16.03  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik heb een deel niet goed begrepen; misschien was ik even afgeleid. Klopt het dat u hebt geantwoord dat een regeling wordt uitgewerkt, zodat leeftijdstesten in eerste instantie toch niet nodig zijn? Hoe hebt u dat precies aangegeven?

 

16.04 Minister Anneleen Van Bossuyt: Wat ik heb geantwoord, is, ten eerste, dat de leeftijdstesten zo snel mogelijk moeten plaatsvinden en, ten tweede, dat momenteel een regeling wordt uitgewerkt om de meerderjarigheid te bepalen zonder medische test wanneer er overtuigende elementen zijn die wijzen op manifeste meerderjarigheid. In dat geval is de test dus niet nodig.

 

16.05  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord.

 

Het arrest stelt echter heel duidelijk dat de psychosociale analyse voorrang moet krijgen op een leeftijdstest.

 

Dat gaat verder dan alleen die manifeste aanwijzingen van meerderjarigheid. De psychosociale analyse kan plaatsvinden in bijvoorbeeld de oriëntatie- en observatiecentra, zoals in Steenokkerzeel. Daar kan geobserveerd worden hoe iemand zich gedraagt. Zo kan ook vastgesteld worden of iemand al dan niet minderjarig is. Dat is een veel minder invasieve en vaak correctere manier dan de medische leeftijdstest. Weliswaar vraagt dat tijd en inspanning, en dat is in tegenspraak met wat u zegt, namelijk dat u zo snel mogelijk de medische leeftijdstest wilt laten uitvoeren. Daarvan zult u toch moeten afstappen.

 

Bovendien vind ik het problematisch dat indien de medische leeftijdstest aantoont dat de jongere toch meerderjarig is, de kosten op hem zullen worden verhaald. U legt zodoende de schuld bij de jongeren, bij mensen die net te oud zijn om als NBMV te worden beschouwd. Ook zij hebben echter heel wat meegemaakt onderweg naar hier.

 

Sinds 2021 is er voor alleenstaande mannen amper hulp, terwijl de oplossing voor de hand ligt. Als u hen opvangt, zullen zij niet in de verleiding komen om zich als minderjarige op te geven. Mensen voelen zich dan niet genoodzaakt om te liegen over hun leeftijd. Ik denk dus niet dat u de schuld alleen bij hen mag leggen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

17 Question de Sarah Schlitz à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "Les propos du premier ministre sur les politiques migratoires en Belgique" (56005734C)

17 Vraag van Sarah Schlitz aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De uitspraken van de eerste minister over het Belgische migratiebeleid" (56005734C)

 

17.01  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Madame la ministre, en séance plénière, j’ai interrogé le premier ministre sur la lettre qu’il a cosignée avec plusieurs dirigeants européens, dont certains sont peu fréquentables, demandant notamment aux juges de la Cour européenne des droits de l'homme de ne plus appliquer aussi strictement certaines règles et le respect de principes.

 

Madame la ministre, il a déclaré aux parlementaires que les règles de la Belgique seraient beaucoup trop rigides, empêchant par exemple la Belgique d'expulser des pères d'enfants belges n’ayant pas construit de lien avec leur enfant.

 

Madame la ministre, confirmez-vous ces propos? Selon vous, y a-t-il en Belgique, comme le dit le premier ministre, des hommes qui sont parents d'enfants belges et qu'on ne peut pas expulser pour cette raison? C'est quelque chose qui n'arrive jamais, selon lui. Dites-nous quelle est la réalité du terrain.

 

17.02  Anneleen Van Bossuyt, ministre: Madame Schlitz, l'Office des étrangers ne procède au retour du parent qu'en cas d'infraction grave à l'ordre public et après une évaluation approfondie et une motivation fondée sur l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme. Le Conseil du Contentieux des Étrangers (CCE) y veille très attentivement. De plus, ces retours sont souvent suspendus par des procédures de regroupement familial introduites pendant la détention.

 

17.03  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie. Je vois que vous êtes prudente. En Belgique, nous expulsons donc des pères. Ceux-ci ne sont pas des pères biologiques sans aucun lien avec leurs enfants. Non, nous expulsons des pères qui ont un lien avec leurs enfants qui sont de nationalité belge, en prétendant notamment dans certains dossiers que ces pères n'auraient qu'à entretenir le lien familial et que le droit à la vie familiale des enfants pourrait être respecté en cas d'expulsion, simplement grâce aux nouvelles technologies, notamment par visioconférence.

 

Madame la ministre, les propos du premier ministre sont faux. Ce qu'il a déclaré en séance plénière sont des mensonges. Vous le savez très bien. Et, aujourd'hui, vous venez de le confirmer.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

18 Question de Victoria Vandeberg à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La proposition de la CE de prolonger la protection temporaire pour les réfugiés ukrainiens" (56005735C)

18 Vraag van Victoria Vandeberg aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "Het EC-voorstel over de verlenging van de tijdelijke bescherming voor Oekraïense vluchtelingen" (56005735C)

 

18.01  Victoria Vandeberg (MR): Madame la ministre, le Conseil de l'Union européenne a approuvé à l'unanimité, le vendredi 13 juin, la prolongation jusqu'au 4 mars 2027 de la protection temporaire que l'Union européenne a accordée depuis mars 2022 à plus de 4 millions d'Ukrainiens ayant fui la guerre d'agression de la Russie. Ils ont pleinement accès au logement, aux soins, à la santé, à l'éducation, à l'emploi, aux services sociaux.

 

Outre l’objectif humanitaire compréhensible par tous, vu que la guerre d’agression russe perdure, cette procédure permet aux Ukrainiens de ne pas demander l'asile et évite les risques de surcharge des systèmes d'asile nationaux. C'est un problème dont nous parlons assez souvent.

 

Madame la ministre, combien d’Ukrainiens bénéficient-ils de ce cadre juridique en Belgique?

 

Les États membres bénéficieront de 4 milliards d'euros supplémentaires au titre des programmes Affaires intérieures, en plus des 15 milliards d'euros déjà débloqués à cet effet au titre du Fonds de cohésion. Quelle somme la Belgique a-t-elle reçue au titre de ces deux programmes, sachant qu’une somme supplémentaire est mobilisée par le gouvernement à travers les fonds russes gelés en Belgique? Quel est également ce montant depuis 2022?

 

Êtes-vous favorable à une recommandation de la Commission européenne qui propose de promouvoir et de faciliter la transition vers d'autres statuts juridiques comme la possibilité d'accéder à des statuts juridiques nationaux ou européens mieux adaptés à leur nouvelle situation, comme des permis de séjour fondés sur l'emploi, les études, la recherche ou le statut de résident national de longue durée?

 

Enfin, la Belgique active-t-elle des leviers pour élaborer un concept de retour des Ukrainiens via des visites exploratoires en Ukraine pour guider les décisions des personnes envisageant un retour par exemple?​

 

18.02  Anneleen Van Bossuyt, ministre: Madame Vandeberg, la Belgique peut soutenir la prolongation de la protection temporaire jusqu'en mars 2027. L'agression russe se poursuit sans relâche et l'Union européenne reste déterminée à soutenir l'Ukraine ainsi que ses ressortissants sur le territoire européen. La protection temporaire offre toujours un cadre juridique solide qui peut garantir à des millions de réfugiés ukrainiens une protection harmonisée et une sécurité identique. La directive de 2001 prévoit également la possibilité de mettre fin à la protection temporaire à tout moment par une décision du Conseil adoptée à la majorité qualifiée.

 

Concernant les chiffres, en 2022, 63 356 attestations de protection temporaire ont été délivrées. Il y en a eu 15 626 en 2023, 13 277 en 2024 et 3 092 de janvier à avril de cette année. Au total, 95 351 attestations – soit presque 100 000 – ont été délivrées par l'Office des étrangers pour la période couvrant les années 2022 à 2025.

 

L'Union européenne soutient les États membres qui accueillent des personnes déplacées d'Ukraine grâce à des financements européens, notamment au titre des fonds pertinents des Affaires intérieures et de la politique de cohésion. Ces possibilités de financement offrent la souplesse nécessaire pour tenir compte des contextes nationaux spécifiques et des besoins financiers, y compris pour l'intégration des personnes bénéficiant d'une protection temporaire.

 

La politique de cohésion a fourni 13,6 milliards d'euros de liquidités supplémentaires aux États membres qui accueillent des personnes originaires d'Ukraine et 1,4 milliard d'euros supplémentaires ont été réaffectés dans le cadre des programmes de financement existants afin d'apporter une aide directe aux personnes déplacées originaires d'Ukraine.

 

La Belgique accueille favorablement la proposition de la Commission. Notre pays a toujours été favorable à une transition coordonnée et à une vision à long terme qui apporte de la clarté aux États membres, aux bénéficiaires de la protection temporaire ainsi qu'aux autorités ukrainiennes.

 

Les recommandations du Conseil constituent une première étape importante pour établir un cadre commun. Nous examinons les détails du texte, mais souhaitons déjà formuler certaines remarques.

 

Premièrement, les flux secondaires ou un basculement vers les procédures d'asile doivent être évités à tout prix. Je pense que vous comprenez pourquoi; il nous est matériellement impossible d'accueillir 100 000 personnes de plus.

 

Deuxièmement, un retour durable, progressif et ordonné doit être l'objectif d'une telle transition dans l'intérêt des personnes déplacées, des autorités ukrainiennes et des États membres.

 

Troisièmement, la plateforme d’enregistrement doit être utilisée de manière systématique, non seulement pour procéder aux enregistrements, mais également à long terme afin de suivre rigoureusement les retours.

 

Enfin, la coordination avec les autorités ukrainiennes demeure cruciale tout au long du processus de transition. À cette fin, la création d’un Unity Hub en Belgique est actuellement envisagée. Une page web spécifique détaille d’ailleurs les modalités du retour volontaire aujourd’hui possibles.

 

La Belgique a été approchée par les autorités ukrainiennes en vue de la mise en place de ce Unity Hub. Ce dernier serait installé et cogéré par les autorités ukrainiennes (Ministry of National Unity) et les États membres, dans un cadre bilatéral. L’objectif est de constituer un véritable guichet unique à destination des Ukrainiens déplacés désireux d’obtenir des informations sur les possibilités qui leur sont offertes, y compris celles relatives au retour en Ukraine.

 

À plus long terme, dans l’hypothèse d’une désactivation du dispositif de protection temporaire, la directive prévoit la possibilité de mettre en œuvre des programmes de retour volontaire. La proposition de recommandation du Conseil, publiée récemment par la Commission, élabore plusieurs orientations visant à coordonner ces programmes à l’échelle européenne.

 

18.03  Victoria Vandeberg (MR): Je vous remercie, madame la ministre, pour vos réponses, notamment concernant les chiffres communiqués. Je suis particulièrement heureuse d’entendre la dernière partie de votre réponse, car outre l’accueil à mettre en place en Belgique avec les moyens que nous connaissons, il est essentiel d’assurer un accompagnement pour la suite du parcours. En effet, certaines personnes expriment le souhait de pouvoir regagner leur pays d’origine. Il est donc important de leur fournir les informations utiles et de leur faciliter la tâche, notamment via des informations regroupées en un seul endroit.

 

Ces situations sont extrêmement stressantes et difficiles à vivre pour les populations concernées. Si la Belgique peut les aider du mieux qu'elle peut, pour au moins obtenir des informations, c'est évidemment primordial.

 

Voorzitster: Maaike De Vreese.

Présidente: Maaike De Vreese.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

19 Question de Victoria Vandeberg à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La sécurité du centre Fedasil de Spa" (56005736C)

19 Vraag van Victoria Vandeberg aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De veiligheid in het Fedasilcentrum te Spa" (56005736C)

 

19.01  Victoria Vandeberg (MR): Madame la ministre, je souhaite attirer votre attention sur un triste fait d'actualité qui s'est déroulé à Spa au début du mois de juin. Un jeune homme s'est vu asséner plusieurs coups de couteau qui ont entraîné son décès. Les personnes avec qui cette altercation a eu lieu seraient hébergées au centre Fedasil de Spa.

 

Ce centre d'accueil et la sécurité aux alentours ont déjà posé question, d'autant plus que le nombre de personnes accueillies dans les trois centres de la zone de police Fagnes (Spa-Theux-Jalhay) est très élevé, mettant sous pression les services de police, situation que je connais bien grâce à mon mandat de bourgmestre.

 

Avez-vous été informée de ces faits et quelles mesures avez-vous prises immédiatement?

 

À plus long terme, comment envisagez-vous la suite de l'encadrement de ce centre Fedasil?

 

Qu'adviendra-t-il des auteurs des faits et d'un éventuel retour dans leur pays d'origine?

 

Aussi, vous avez annoncé qu’un Masterplan accueil serait en préparation concernant les bâtiments. Un aspect de ce plan pourrait-il envisager d'étudier la sécurité des personnes accueillies dans ces centres, des travailleurs des centres et également des riverains?

 

19.02  Anneleen Van Bossuyt, ministre: Madame Vandeberg, avant tout, je tiens à exprimer mes condoléances à la famille et aux amis de la victime. Je souhaite également beaucoup de courage aux collaborateurs du centre sur qui cet événement a sans doute eu un impact très profond.

 

J'ai bien entendu immédiatement été informée de ce fait par Fedasil. La direction du centre est venue directement sur place et le centre a augmenté le nombre de ses travailleurs le week-end. Un gardien a également été rappelé au centre. Le bourgmestre a également été informé de la situation. Les auteurs en question ont été définitivement exclus du réseau d'accueil.

 

Je déplore profondément de tels incidents, mais ceux-ci ne peuvent être imputés ni au centre ni à son personnel. L'événement s'étant déroulé à l'extérieur du centre, l'encadrement du centre n'est actuellement pas à remettre en cause. D'ailleurs, le centre est resté calme durant tout le week-end et n'a souffert que des répercussions de cet événement, des commentaires dans la presse et sur les réseaux sociaux. Tant la police locale que le bourgmestre ont jugé les dispositions prises par le centre suffisantes.

 

Les résidents incriminés ont été privés de liberté et mis à la disposition de la justice. Entre-temps, les personnes concernées ont été libérées. Néanmoins, elles se sont vues notifier une décision d'exclusion définitive ou temporaire du réseau d'accueil. L'Office des étrangers, responsable des expulsions du territoire, a été mis au courant. Le CGRA a également été informé de cette situation. Il a reçu les informations relatives aux faits en question et traitera ce dossier en priorité.

 

Le Masterplan accueil concerne principalement une coopération plus structurelle entre Fedasil et la Régie des Bâtiments. L'objectif est de permettre une collaboration plus efficace en matière d'offre et d'entretien des bâtiments que la Régie met à la disposition de Fedasil pour servir de centres d'accueil.

 

Je reste bien entendu ouverte aux suggestions visant à améliorer la sécurité des résidents et des employés. Néanmoins, étant donné que ce Masterplan est essentiellement axé sur les infrastructures, il ne constitue pas nécessairement le cadre adéquat pour intégrer une politique de sécurité globale à destination des personnes se trouvant dans ces centres. Des aspects tels que la sécurité incendie et la sécurité générale des bâtiments y trouvent toutefois leur place.

 

19.03  Victoria Vandeberg (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses.

 

J'entends qu'une exclusion du réseau d'accueil a été décidée pour les auteurs. Cela semble évidemment logique, vu les faits qui leur sont reprochés et le décès qui leur est consécutif. Bien entendu, j'attends la suite de la procédure relative à leur présence sur notre territoire. Je suivrai attentivement la décision prise à cet égard par l'Office des étrangers et le CGRA. Il est en effet évident que ces actes ne peuvent rester impunis. Je pense que vous en êtes bien consciente.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

De voorzitter: Vraag nr. 56005887C van mevrouw Maaike De Vreese wordt omgezet in een schriftelijke vraag.

 

20 Vraag van Frank Troosters aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "Het asielcentrum in Hasselt" (56005902C)

20 Question de Frank Troosters à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "Le centre pour demandeurs d'asile de Hasselt" (56005902C)

 

20.01  Frank Troosters (VB): Mevrouw de minister, in oktober 2020 werd in Hasselt een tijdelijk asielcentrum geopend voor 12 maanden, éénmalig verlengbaar met 6 maanden. Intussen is het asielcentrum in Hasselt nog steeds open en werd er in meerdere fasen een verlengde openingsduur voorzien. Tijdens de ministerraad van vrijdag 13 juni jongstleden werd er opnieuw beslist de openingsduur van het asielcentrum te verlengen tot 30 september 2025. Het beheer van het centrum is al sinds de opening in handen van cateringbedrijf Umami.

 

Zal de nieuwe verlengde uitbating van het asielcentrum van Hasselt opnieuw verlopen via Umami? Onder welke voorwaarden zal dit dan gebeuren? Kunt u de totale kostprijs van het asielcentrum in Hasselt duiden sinds de opening in oktober 2020? Op welke wijze garandeert u dat de nieuwe vooropgestelde sluitingsdatum deze keer wel zal gerespecteerd worden en er dan tot effectieve sluiting van het asielcentrum in Hasselt zal worden overgegaan? Hoe zult u dat bewerkstelligen?

 

20.02 Minister Anneleen Van Bossuyt: Mijnheer Troosters, Umami staat momenteel nog steeds in voor het beheer van de site, aangezien het hier gaat om een verlenging van de bestaande opdracht voor private operatoren. Er is dus voorlopig geen wissel van operator.

 

Wat de kosten betreft: sinds de start in 2020 tot en met dit jaar, 2025, gaat het in totaal om een bedrag van ongeveer 14,4 miljoen euro. De jaarlijkse kosten zijn daarbij geleidelijk toegenomen, met een piek van ruim 3,4 miljoen euro in 2024. Voor 2025 ligt het bedrag voorlopig op ongeveer 1,46 miljoen euro.

 

Intussen bereidt Fedasil de toewijzing voor van een nieuwe opdracht voor private operatoren, die de huidige kaderovereenkomst, waaronder ook de uitbating van het opvangcentrum in Hasselt valt, zal vervangen. Omdat die gunningsprocedure momenteel nog loopt, kan ik daarover voorlopig geen verdere details geven.

 

20.03  Frank Troosters (VB): Ik kan uit het laatste deel van uw antwoord afleiden dat het centrum voorlopig helemaal niet zal worden gesloten eind september en dat Umami blijkbaar zal worden meegenomen in een nieuwe globale overeenkomst.

 

Ik vind dat heel ontgoochelend en ik ben daar niet alleen in. De mensen in Hasselt hebben destijds van de vivaldiregering te horen gekregen dat het iets tijdelijks zou zijn. We zijn intussen vijf jaar verder en het werd steeds verlengd. Die mensen zijn daar uiteraard niet blij mee.

 

Nu komt er een nieuwe regering die in het begin aankondigde dat ze de lokale opvanginitiatieven zou afbouwen. In de praktijk moeten we echter vaststellen dat er ook bijkomend wordt verlengd en dat er dus eigenlijk geen enkel verschil is met wat de vorige regering deed. Ik begrijp dus dat de mensen in Hasselt ontgoocheld zijn, want ik ben dat eigenlijk ook. Dank u wel.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

21 Samengevoegde vragen van

- Francesca Van Belleghem aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "Grenscontroles" (56006043C)

- Maaike De Vreese aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De binnenkomstcontroles" (56006085C)

- Kjell Vander Elst aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De binnenkomstcontroles tegen illegale en secundaire migratie" (56006295C)

21 Questions jointes de

- Francesca Van Belleghem à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "Les contrôles aux frontières" (56006043C)

- Maaike De Vreese à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "Les contrôles à l'entrée" (56006085C)

- Kjell Vander Elst à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "Les contrôles à l'entrée contre les illégaux et la migration secondaire" (56006295C)

 

21.01  Francesca Van Belleghem (VB): Deze ochtend las ik in De Tijd dat intussen tien landen binnen de Europese Unie grenscontroles hebben ingevoerd. U kondigde twee weken geleden verscherpte binnenkomstcontroles aan. Ik heb daar heel wat vragen over.

 

Mijn eerste vraag is natuurlijk wanneer die binnenkomstcontroles van start zullen gaan? De vakantie is inmiddels begonnen, dus ik neem aan dat de controles ook zijn gestart.

 

Hoe lang zullen die controles duren? In De Standaard van 25 juni stond dat u twee extra acties per week plant. De binnenkomstcontroles die u met veel publiciteit hebt aangekondigd, zouden volgens dat bericht slechts twee extra controles per week betekenen. Kunt u dat bevestigen of ontkrachten? Volgens hetzelfde bericht wordt er geen extra geld vrijgemaakt voor die controles, maar zou de focus van de politiediensten verschuiven. Kunt u dat bevestigen?

 

Waarom legt u de focus op ‘asielshoppers’? Die personen melden zich immers zelf aan bij de Dienst Vreemdelingenzaken om een asielaanvraag in te dienen. Het heeft dus weinig zin om op asielshoppers te focussen, aangezien u ze dan versneld zult tegenkomen. Dat is het enige verschil dat ik in de praktijk zie.

 

Toen u de binnenkomstcontroles aankondigde, bleek bovendien dat de politievakbond niet officieel op de hoogte was. De VSOA was dus blijkbaar niet geïnformeerd. Zijn zij intussen wel op de hoogte? Wat is hun reactie op de binnenkomstcontroles? Kunt u ook concrete informatie geven over het aantal manschappen of het aantal uren dat voor die controles wordt vrijgemaakt?

 

U stelde twee weken geleden dat wie illegaal naar België wil komen, niet langer welkom is. Welke concrete acties koppelt u daaraan? In Duitsland worden asielzoekers en illegalen aan de grens teruggestuurd. Welke concrete acties zult u ondernemen? We weten dat u het Duitse model niet volgt, maar wat zal er in de praktijk veranderen?

 

Zonder goede opvolging zijn de controles zinloos. De vraag is natuurlijk of het CGVS en de Dienst Vreemdelingenzaken voldoende capaciteit hebben om de personen die u mogelijk zult oppakken, te behandelen. Zijn er op dit moment genoeg plaatsen in de gesloten terugkeercentra om mensen terug te sturen? Is er voldoende capaciteit? Hetzelfde geldt voor de Dublin-centra voor asielzoekers.

 

De voorzitter: Mevrouw Van Belleghem, u zit ruim boven de toegestane spreektijd. Mag ik u vragen om af te ronden?

 

21.02  Francesca Van Belleghem (VB): Ik heb nog een laatste vraag. Mevrouw de minister, u hebt zelf gezegd dat de grenscontroles in Nederland en Duitsland nuttig zijn. Waarom voeren wij dan geen echte grenscontroles in?

 

De voorzitter: Mevrouw De Vreese, ik geef u ook wat extra spreektijd.

 

21.03  Maaike De Vreese (N-VA): Collega Van Belleghem en ikzelf hebben in Terzake al over die binnenkomstcontroles gediscussieerd. Ik denk dat dit een zeer sterk signaal is. We zien inderdaad dat andere landen binnen de Europese Unie hun controles verscherpen. Dat zullen wij nu ook doen waar het moet, gericht en efficiënt, met de mensen en middelen die ter beschikking zijn.

 

Als het op een bepaald moment noodzakelijk zou zijn om naar de grenzen te kijken, dan vraag ik u om dat ook te doen, mevrouw de minister. In het verleden, in 2016 en 2017, hebben we dat ook gedaan aan de grens met Frankrijk, toen het kamp in Calais werd ontruimd. We wisten dat die mensen richting België zouden komen. Toen hebben we ook verscherpte grenscontroles ingevoerd. Ik denk dat dat geen taboe binnen de regering mag zijn. Zo staat het ook in het regeerakkoord.

 

Er zullen dus absoluut plaatsen in de gesloten centra noodzakelijk zijn. Er zijn ook meer mensen nodig bij de Dienst Vreemdelingenzaken. Ik weet dat de gerechtelijke sectie, die onder andere bijstand op het terrein verleent, op dit moment onderbemand is. Het regeerakkoord voorziet ook in de versterking van die sectie. Dat moet dus absoluut gebeuren. Ondertussen kunnen andere mensen misschien bijspringen, zodat het werk toch kan gebeuren. Ik denk dat dat geen probleem mag zijn.

 

Mevrouw de minister, kunt u extra toelichting geven bij de maatregelen die u hebt aangekondigd? Kunt u de timing en de uitrol van de acties verduidelijken? Kunt u ook toelichten hoe de samenwerking tussen de Dienst Vreemdelingenzaken en de andere diensten verloopt? De politievakbond heeft daar immers op gereageerd. Collega Quintin zal dus zeker zijn bijdrage moeten leveren en samenwerken.

 

Op welke manier zal er met de buurlanden worden samengewerkt? In Nederland en Duitsland willen ze ook extra controles uitvoeren. Ik denk dat daar mogelijkheden zijn om samen controles te organiseren.

 

21.04  Kjell Vander Elst (Open Vld): Mevrouw de minister, ik ga de context niet opnieuw schetsen. Dat is al gedaan. Er is al veel over gezegd en geschreven, ook in Terzake, waarbij ik jammer genoeg niet aanwezig was. Hoewel wij als partij ook voorstander zijn van het principe, zeker in uitzonderlijke omstandigheden, zijn er toch nog een aantal praktische vragen over de uitwerking die ik vandaag wil stellen.

 

Hebben deze controles een tijdelijk of een permanent karakter? Is het de bedoeling dat u dit de volledige legislatuur zult volhouden? Als ik het regeerakkoord lees, zou het immers gebeuren in uitzonderlijke omstandigheden. Een van die uitzonderlijke omstandigheden zijn massale illegale migratiestromen. Dat staat zo in het regeerakkoord, dus is aan die voorwaarden volgens u voldaan?

 

Welke politiediensten of welke diensten in het algemeen zullen deze controles, met medewerking van de DVZ, uitvoeren? Dat zal betekenen dat de politie zal moeten bijspringen. Ook daar zijn echter personeelstekorten bij bepaalde diensten, dus welke politiediensten zullen dat doen?

 

Werd hiervoor extra personeel en budget voorzien bij zowel de bevoegde politiediensten als bij de DVZ? Indien niet, welke taken zullen dan niet meer worden uitgevoerd? Op een bepaald moment zult u immers keuzes moeten maken. Als men geen budgettaire keuzes maakt, dan zal het in het takenpakket moeten gebeuren.

 

Wat zal de kostprijs zijn van het systeem? Wat is uw doelstelling? U spreekt over het verminderen van de asielinstroom. Wilt u daar een percentage op plakken? Is er een benchmark gebeurd met Duitsland, Nederland of andere buurlanden, waarbij men kan aantonen dat de maatregel gewerkt heeft? Wat heeft daartoe geleid? Hoeveel minder asielinstroom is er geweest? Hoeveel mensen zijn uitgezet? Kunt u daar wat cijfermateriaal over geven?

 

Hoe zal men te werk gaan? Wat zullen de bevoegde diensten ondernemen als ze iemand onderscheppen? Wat zal het proces zijn dat men dan zal volgen? Waar zullen deze personen, gelet op de overvolle Dublincentra en gesloten terugkeercentra, al dan niet worden opgevangen als men ze onderschept?

 

Als ik het goed gelezen heb, zou men hiermee starten vanaf deze zomer. We zijn 2 juli. Als men even naar buiten gaat, voelt men dat de zomer is aangebroken. Vanaf wanneer zullen de binnenkomstcontroles dus worden uitgevoerd?

 

21.05 Minister Anneleen Van Bossuyt: De versterkte controles zijn gisteren gestart op 1 juli. Vandaag is het 2 juli. De controles zijn niet systematisch, maar wel punctueel en gericht op de instroom vanuit andere lidstaten van personen die geen recht hebben op verblijf. Naast de crisismaatregelen, waarvan we vanochtend enkele hebben goedgekeurd, wil ik met de gerichte acties de instroom ontraden en ook inperken.

 

De instroom blijft een hoge belasting leggen op de opvangcapaciteit en ook op de administratieve werklast van de asiel- en migratiediensten. We stellen vast dat ook de secundaire migratie hoog blijft en in mei zelfs is toegenomen. Ik sta niet toe dat België een toevluchtsoord is voor mensen zonder verblijfsrecht die doorreizen vanuit andere lidstaten.

 

De acties worden gezamenlijk bepaald en georganiseerd door de dienst Vreemdelingenzaken en de politie. Na zes maanden zal er een evaluatie plaatsvinden. Intussen worden de maatregelen voortdurend opgevolgd door een werkgroep van DVZ en de politie.

 

Indien uit de permanente monitoring blijkt dat een eerdere opheffing verantwoord is, zal daartoe worden overgegaan. DVZ zal bij de acties ondersteuning op het terrein geven en ook plaatsen voorbehouden in de gesloten centra. Als vastgesteld wordt dat mensen in illegaal verblijf zijn, kunnen zij vastgehouden worden met het oog op terugkeer naar het herkomstland of overdracht naar de lidstaat waar zij een verzoek hebben ingediend of waar zij verblijfsrecht hebben.

 

Personen die aangeven dat zij een verzoek om internationale bescherming willen indienen, zullen, net als iedereen, doorverwezen worden naar het registratiecentrum. De overdrachten naar andere lidstaten gebeuren in het kader van de Dublinverordening en ook de bestaande re-admissieovereenkomsten.

 

Uit respect voor het Schengenacquis roepen wij geen controles in volgens artikel 25 van de Schengengrenscode. Wij beroepen ons wel op artikel 23 van die code, die toelaat om acties te voeren om illegale immigratie terug te dringen en criminaliteit te bestrijden.

 

We hebben een schrijven gericht aan onze buurlanden en de Europese Commissie om hen te informeren over onze acties. In bilaterale contacten met de buurlanden lichten we de acties uitgebreider toe en we blijven in alle transparantie met onze buurlanden in contact.

 

Mijnheer Vander Elst, voor uw vragen 2, 7 en 8 moet ik u doorverwijzen naar mijn collega-minister Quintin, minister van Binnenlandse Zaken.

 

21.06  Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord op de vragen.

 

Mevrouw De Vreese zei dat als het noodzakelijk is, ze van de minister verwacht dat ze effectief grenscontroles laat plaatsvinden. De huidige massale toestroom van immigranten is blijkbaar nog niet voldoende om grenscontroles te houden. Dat lees ik tussen de lijnen.

 

Nochtans, dit jaar zijn waarschijnlijk al meer dan 15.000 asielaanvragen ingediend. Dit is het derde piekjaar op rij. Als dat niet voldoende is voor grenscontroles, als dat niet voldoende is om het Duitse model van grenscontroles over te nemen, weet ik het ook niet meer.

 

Mevrouw de minister, u bevestigde letterlijk dat het voor mensen die opgepakt worden, nog steeds mogelijk zal zijn om een asielaanvraag in te dienen. Dan vraag ik me af wat het nut van de binnenkomstcontroles is. Die mensen zullen gewoon versneld naar de DVZ gebracht worden, misschien zelfs met een privétaxi.

 

U moet de asielzoekers natuurlijk weren aan de grens, zoals Duitsland dat doet. Dan zal de toestroom van asielzoekers en van secundaire migranten, van wie u zei dat het aantal in mei nog toegenomen is, dalen. Duitsland heeft dat gedaan en daar is de instroom van asielzoekers met de helft gedaald.

 

21.07  Maaike De Vreese (N-VA): Mevrouw Van Belleghem, ik heb al verschillende keren geprobeerd het uit te leggen: als we op dit moment, met deze hitte, de grenzen volledig toedoen, zou de Vlaming en de toerist u niet dankbaar zijn om in de hitte in de file te moeten staan.

 

Mevrouw de minister, Ik meen dat het zeer slim is om zeer punctueel te controleren en ondertussen enkel op de plaatsen waar het echt nodig is extra controles uit te voeren. De controles moeten zeer gericht gemonitord worden.

 

Ik hoop daar binnenkort resultaten van te zien, net als van het wetgevend werk dat hier verricht is. Met de verscherping van de gezinshereniging, welk wetgevend werk nog op komst is, vind ik dat we met een zeer sterk pakket het zomerreces ingaan. Daarna staan we nog voor grote uitdagingen. Maar, mevrouw de minister, ik meen dat u binnen het regeerakkoord ook heel wat middelen hebt, middelen die al afgesproken zijn, die ervoor zullen zorgen dat de instroom stopt. Ik wens u daar veel succes mee.

 

21.08  Kjell Vander Elst (Open Vld): Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord. Ik maak me toch zorgen over de effectiviteit van de maatregel als ik hoor dat onderschepte illegale migranten naar de DVZ zullen worden gebracht, enzovoort, met allerlei tussenstappen. Als mensen worden onderschept die illegaal op het grondgebied verblijven, hoop ik dat men hen zo snel mogelijk kan uitwijzen, in plaats van hen opnieuw door een heel lang proces van paperassen en administratie te sturen. Ik hoop dus dat er aan de effectiviteit gewerkt wordt.

 

Voor de vragen over de politiediensten verwijst u me door naar minister Quintin, maar ik heb ook gepolst naar de frequentie van de maatregelen. Ik heb u goed gehoord toen u zei dat alles gecoördineerd gebeurt, samen met de politie en de medewerkers van de DVZ. Zij gaan samen op pad om die controles uit te voeren. Ik zal daar later nog op terugkomen.

 

U zult extra plaatsen voorzien, of u zult plaatsen reserveren voor mensen die worden gecapteerd tijdens de binnenkomstcontroles. Hopelijk lukt u dat, want de beschikbare plaatsen zitten overvol. Bovendien wilt u binnenkort starten met de afbouw van de opvangcapaciteit. Daarmee zult u in de toekomst eveneens rekening moeten houden.

 

Binnen zes maanden volgt de eerste evaluatie. Dan zullen we zeker moeten terugkomen op dit verhaal en peilen naar de effectiviteit van die maatregelen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Mevrouw Bury is niet aanwezig; haar vraag nr. 56006226C is zonder voorwerp. Vraag 56006238C van mevrouw Daems wordt uitgesteld.

 

Mijnheer Van Tigchelt, uw geduld wordt beloond.

 

22 Vraag van Paul Van Tigchelt aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De communicatie tussen het kabinet-de Moor en de DVZ over de zaak Aalter" (56006255C)

22 Question de Paul Van Tigchelt à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La communication entre le cabinet de Moor et l'OE à propos de l'affaire Aalter" (56006255C)

 

22.01  Paul Van Tigchelt (Open Vld): Mevrouw de minister, ik heb mij in stilte beziggehouden. De commissievergadering is echter wel interessant. Ik heb hier veel interessante zaken gehoord.

 

U hebt mijn vraag gezien. Het woord show is hier gevallen. Het gaat mij niet om show, het gaat mij ook niet om karaktermoord of een intentieproces, het gaat mij gewoon om de waarheid. Dat is immers wat het Parlement en zeker een parlementslid van de oppositie, zoals u weet, moet doen. Iedereen voelt immers dat er in het dossier iets niet klopt. Elk normaal denkend mens die weet wat daar is gebeurd tussen de administratie en het kabinet van de voormalige minister, beseft dat dat niet normaal is. Ik ben tot nader order ook een normaal denkend mens, met veel kabinetservaring bovendien.

 

Wij proberen dus antwoorden te krijgen op onze vragen. Die antwoorden krijgen wij niet. Daarom proberen wij ze via de parlementaire weg te krijgen. Ik heb u een aantal precieze vragen gesteld over uw dienst of de dienst waarvoor u verantwoordelijk bent, zijnde de DVZ. De meeste klachten over de vermeende wanpraktijken in Aalter kwamen immers via de DVZ binnen. Ik hoop dus via de parlementaire weg wat meer informatie te bekomen. Dat mag ik op die manier doen.

 

Ik ben er zeker van dat u uw best zult doen om een heel precies antwoord te geven op al mijn vragen. Dat zal mij hopelijk iets wijzer maken. Ik kijk dan ook met heel veel verlangen uit naar uw antwoord.

 

22.02 Minister Anneleen Van Bossuyt: Mijnheer Van Tigchelt, geduld is een schone deugd. Dat hebben ze mij ook altijd geleerd. Ik had trouwens zelf uw consequente gedrag al gemerkt, want u bent hier effectief de hele tijd blijven zitten. Als ik proficiat zou zeggen, zou dat evenwel enorm paternalistisch klinken en dat wil ik niet doen. Ik zal echter zo goed mogelijk op uw vraag proberen te antwoorden.

 

Op 4 december 2023 werd de DVZ via de infodesk op de hoogte gebracht van moeilijkheden voor vreemdelingen met verblijfrechten om te worden ingeschreven en een verblijfskaart te krijgen in Aalter. De gemeente werd op diezelfde dag, dus 4 december 2023, gecontacteerd.

 

De volgende dag, 5 december 2023, meldde het kabinet-de Moor aan de DVZ dat het ook gelijkaardige klachten over Aalter ontving. De verdere communicatie over het dossier verliep steeds via kabinetsmedewerkers en niet rechtstreeks met de staatssecretaris.  Of en wanneer mevrouw De Moor al dan niet zelf op de hoogte werd gebracht, kan ik u dus niet meedelen.

 

Op 6 december 2023 nam de Dienst Vreemdelingenzaken telefonisch contact op met de Algemene Directie Identiteit en Burgerzaken om te informeren of zij op de hoogte was, aangezien het voornamelijk een inschrijvingsproblematiek betrof. De DVZ bleef in dit dossier overleggen met de Algemene Directie Identiteit en Burgerzaken, maar heeft zelf geen contact opgenomen met het kabinet-Verlinden. Documenten en communicatie kunnen, zoals u weet, in het kader van de wet op de openbaarheid van bestuur worden opgevraagd bij de betrokken diensten.

 

22.03  Paul Van Tigchelt (Open Vld): Bedankt, dat was veel informatie op korte tijd. We zullen goed nakijken wat u hebt gezegd. Ik dank u alleszins voor uw antwoord.

 

Ik zal mijn schoonmoeder laten weten dat u mij proficiat hebt gewenst. Zij zal daar zeer trots op zijn.

 

We zullen uw antwoorden dus goed bekijken, mevrouw de minister, en desgevallend komen we erop terug.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 56006326C van mevrouw Dillen wordt omgezet in een schriftelijke vraag.

 

23 Vraag van Sam Van Rooy aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De vraag of de in Antwerpen opgepakte illegalen uitgezet werden" (56006410C)

23 Question de Sam Van Rooy à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La question de savoir si les illégaux interpellés à Anvers ont été expulsés" (56006410C)

 

23.01  Sam Van Rooy (VB): Mevrouw de minister, ik heb een vraag over de grootschalige politieactie in Antwerpen-Noord, in de geïslamiseerde en verloederde Diepestraat. Ik raad u trouwens aan daar eens op bezoek te gaan. Dan ziet u wat het desastreuze beleid van massa-immigratie de voorbije decennia heeft bewerkstelligd. Het is er totaal verloederd en geïslamiseerd. Niemand voelt zich daar goed of veilig, althans de autochtone Antwerpenaar niet.

 

Daar werden op zaterdag 28 juni 13 illegalen gearresteerd. De Antwerpse politie blijft dweilen met de kraan open - we hadden het er daarnet ook over -, wat zeer frustrerend is voor zowel de agenten als de burgers, die lijden, soms dagelijks, onder de overlast of criminaliteit van illegalen in Antwerpen.

 

Mevrouw de minister, werden de 13 opgepakte illegalen opgesloten en worden ze het land uitgezet? Of kregen ze, zoals helaas meestal het geval is, een bevel om het grondgebied te verlaten en zijn ze alweer op vrije voeten?

 

23.02 Minister Anneleen Van Bossuyt: Mijnheer van Rooy, het klopt inderdaad dat er op 28 juni een actie van de politie in Antwerpen-Noord plaatsvond, waarbij 13 personen in illegaal verblijf werden aangetroffen. Zes personen kregen een bevel om het grondgebied te verlaten. Vijf anderen kregen de herbevestiging van een eerder ontvangen bevel om het grondgebied te verlaten. Twee personen konden beschikken.

 

23.03  Sam Van Rooy (VB): Minister, illegaliteit is niet alleen een misdrijf op zich of het zou dat toch moeten zijn, illegaliteit leidt ook vaak tot overlast, criminaliteit en zelfs – zo hebben we de afgelopen weken gezien - tot dodelijke slachtoffers. Naar schatting zijn er niet minder dan 150.000 tot 200.000 illegalen op ons grondgebied. Dat is een hele stad.

 

Als een illegaal al wordt opgepakt, dan wordt hij in het overgrote deel van de gevallen niet het land uitgezet. U hebt het net bevestigd; dat is onvoorstelbaar. Dat is net hetzelfde als dat u, minister, zou tolereren dat vreemden zich illegaal toegang tot uw woning zouden verschaffen.

 

Zolang illegalen niet actief worden opgespoord en opgesloten en direct het land worden uitgezet, faalt u als minister van Asiel en Migratie en faalt de regering.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

24 Question de Sarah Schlitz à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "Le plan national de mise en œuvre du Pacte européen sur l’asile et la migration" (56006421C)

24 Vraag van Sarah Schlitz aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "Het nationale implementatieplan voor het Europese migratie- en asielpact" (56006421C)

 

24.01  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Madame la ministre, dans le cadre de la mise en œuvre du Pacte européen sur la migration et l’asile, les États membres de l’Union européenne étaient tenus de soumettre à la Commission européenne pour le 12 décembre 2024 leur plan national de mise en œuvre. Ce document est destiné à préciser comment chaque État compte adapter son système d’asile et de migration aux exigences du nouveau cadre législatif européen, notamment en ce qui concerne le filtrage, les procédures à la frontière, la détention, le retour et les mécanismes de solidarité.

 

Il nous revient que la Belgique aurait transmis ce plan à la Commission européenne en date du 12 juin 2025. À ce jour, ce plan ne semble pas avoir été rendu public. Aucun échange n’a été engagé avec les parlementaires ni avec les acteurs spécialisés de la société civile à ce sujet, alors même que l’entrée en vigueur du Pacte approche, prévue pour mi-2026.

 

Dans ce contexte, madame la ministre, la Belgique a-t-elle bien transmis son plan national de mise en œuvre à la Commission européenne? Ce plan sera-t-il rendu public, et selon quel calendrier? Quelles sont les grandes lignes du contenu de ce plan? Des mécanismes de concertation sont-ils prévus avec les parlementaires, les entités fédérées et la société civile dans le cadre de sa mise en œuvre?

 

24.02  Anneleen Van Bossuyt, ministre: Madame Schlitz, vous êtes apparemment très bien informée. Je peux vous confirmer que j'ai bien transmis la version définitive du plan national de mise en œuvre du Pacte en juin 2025.

 

J'ai effectivement l'intention de partager le document au moment opportun. À la suite de la transmission du document, des consultations bilatérales ont lieu avec la Commission européenne afin de fournir des clarifications. Dès que je le jugerai opportun, je partagerai le document.

 

Tous les instruments législatifs du Pacte de l'Union européenne, à l'exception de la directive sur l'accueil, sont des règlements. Cela signifie qu'ils ont un effet direct et qu'ils ne laissent qu'une faible marge de manœuvre au niveau national. L'implémentation sera donc de nature plutôt administrative et technique. Le plan de mise en œuvre est par conséquent principalement un document administratif et technique.

 

Le document est basé sur un modèle fourni par la Commission européenne et est basé sur 10 thèmes tels que Eurodac, la procédure d'asile, la responsabilité, la solidarité, etc. Par thème, les actions spécifiques à réaliser sont définies.

 

Les concertations avec les parlementaires auront lieu en commission après que les différentes propositions de loi auront été soumises. J'envisage d'introduire les premières propositions de loi d'ici la fin de l'année.

 

En juin 2024, un comité de pilotage national a été créé par l'ancienne secrétaire d'État, Mme Nicole de Moor. Ce groupe de pilotage est composé de représentants des principales administrations telles que l'Office des étrangers, le CGRA, Fedasil, le CCE, etc.

 

Puisque certaines dispositions du Pacte relèvent de la compétence des entités fédérées, elles ont été impliquées dans les travaux de ce comité de pilotage à plusieurs reprises.

 

De plus, une communication sera faite aux entités fédérées afin de répéter les dispositions qui relèvent de leurs compétences. Si des modifications légales ou autres sont nécessaires, c'est à elles de le faire selon leur processus de décision.

 

Plusieurs concertations avec plusieurs organisations de la société civile ont eu lieu afin de recevoir leur input.

 

24.03  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Merci pour ces précisions. J'aurais aimé avoir une idée du calendrier selon lequel nous pourrons avoir accès aux documents. Il me semble quand même important pour les parlementaires de pouvoir savoir ce que contient ce plan, même si vous me dites que ce sont des éléments plutôt techniques.

 

Encore juste une précision. Vous dites: "Je vais venir avec les propositions de loi." Je suppose que ce sont des projets de loi et que vous n'allez pas passer par le Parlement.

 

(Assentiment de la ministre)

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De laatste vragen van vandaag zijn van mevrouw Van Belleghem, die de onemanshow van de heer Vandemaele probeert te overtreffen.

 

25 Vraag van Francesca Van Belleghem aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "Het terugkeer- en beschermingsbeleid ten aanzien van Syrië en Afghanistan" (56006428C)

25 Question de Francesca Van Belleghem à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La politique de retour et de protection à l'égard de la Syrie et de l'Afghanistan" (56006428C)

 

25.01  Francesca Van Belleghem (VB): Als ik de onemanshow van de heer Vandemaele wil overtreffen, zal ik nog veel persoonlijke aanvallen moeten doen.

 

Mijn vraag betreft asielzoekers en illegalen uit Syrië en Afghanistan. Ik heb die in één vraag gebundeld, louter uit efficiëntieoverwegingen. Hoe staat het voor beide landen met de gedwongen en de vrijwillige terugkeer? Is er een daling van de asielinstroom? Wat is momenteel de erkenningsgraad inzake asielbeslissingen voor beide landen?

 

25.02 Minister Anneleen Van Bossuyt: Dank u wel, mevrouw Van Bellegem. De verschillende mogelijkheden om een terugkeer naar Afghanistan te organiseren worden nog steeds onderzocht. Ik heb al gezegd dat er achter de schermen stappen worden gezet. Sommige denksporen worden concreter, maar op dit moment kan ik daar nog geen specifieke details over geven.

 

Wat de instroom van verzoekers om internationale bescherming betreft, zien we voor Afghanistan een stijgende lijn. Elke maand lag het aantal ingediende verzoeken door Afghanen hoger dan in dezelfde maand van 2024. In de eerste vijf maanden van 2025 werden 30 % meer verzoeken ingediend dan in dezelfde periode in 2024.

 

Als u dat wil, kan ik u de exacte cijfers geven, zodat u ze naast elkaar kunt zetten. In 2024 ging het in de maanden januari tot en met mei om respectievelijk 286, 215, 268, 268 en 304 verzoeken. In 2025 waren dat er 355, 338, 285, 378 en 385.

 

In 2024 waren 53 % van verzoeken eerste verzoeken, in dezelfde periode van 2025 ging het om 54 %. Sinds 1 januari 2025 zijn er 4 personen vrijwillig teruggekeerd naar Afghanistan.

 

Het aantal verzoeken om internationale bescherming ingediend door Syrische onderdanen is in dalende lijn. Door de tijdelijke opschorting van de dossiers van verzoekers afkomstig uit Syrië kan het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) geen beschermingsgraad voor dit jaar geven. In 2024 bedroeg de beschermingsgraad voor Syrische verzoekers 77,3 %. Ik geef u de aantallen van de verzoeken om internationale bescherming door Syriërs voor de eerste vijf maanden van 2024 in vergelijking met 2025. In 2024 ging het om 433, 403, 400, 370 en 514 verzoeken. In 2025 ging het om 211, 216, 109, 142 en 120 verzoeken. Sinds 1 januari 2025 zijn 83 personen vrijwillig teruggekeerd naar Syrië.

 

25.03  Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de minister, dank u wel voor uw uitgebreide antwoorden. Wat is de erkenningsgraad voor mensen uit Afghanistan? Misschien heb ik dat gemist.

 

25.04 Minister Anneleen Van Bossuyt: Mevrouw Van Belleghem, ik heb wel gezegd hoeveel verzoeken eerste verzoeken waren, maar de erkenningsgraad heb ik niet gegeven. Dat cijfer moet ik u nog bezorgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

26 Vraag van Francesca Van Belleghem aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De cel Ketenmonitoring" (56006429C)

26 Question de Francesca Van Belleghem à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La cellule de monitoring de la chaîne" (56006429C)

 

26.01  Francesca Van Belleghem (VB): Mevrouw de minister, deze vraag had ik aanvankelijk als schriftelijke vraag ingediend, meer bepaald om te vernemen of u het rapport van de cel Ketenmonitoring met de mogelijke scenario’s betreffende de asielinflux voor 2025 kunt bezorgen aan het Parlement. Ik heb niet echt een duidelijk antwoord gekregen op mijn vraag. Ik kreeg een korte samenvatting, maar ik vroeg om het volledige rapport, dus bij dezen herhaal ik het verzoek in mijn mondelinge vraag om dat rapport te ontvangen.

 

26.02 Minister Anneleen Van Bossuyt: Mevrouw Van Belleghem, de diensten binnen asiel, migratie en opvang maken op geregelde tijdstippen nota’s over aan het kabinet. Die nota’s worden beschouwd als beleidsaanbevelingen. Het is uiteraard niet mijn intentie om die aanbevelingen met het Parlement te delen, maar ik ben wel beschikbaar om de beleidskeuzes die voortvloeien uit die adviezen toe te lichten en te verdedigen.

 

In mei 2025 werden 12 % minder aanvragen tot internationale bescherming ingediend dan in april, en zelfs 26 % minder dan in mei vorig jaar. Dat is deels te verklaren door de feestdagen en brugdagen, waardoor er in mei dit jaar slechts 18 registratiedagen waren. In de eerste vijf maanden van 2025 werden tot dusver 14.502 verzoeken ingediend in België, waardoor België voor het eerst dit jaar onder het aantal van vorig jaar is gezakt, met een daling van 4 %. Ter vergelijking, we liggen daarmee nog ver onder het Europees cijfer, of erboven, afhankelijk van hoe men het bekijkt, maar niet in positieve zin.

 

26.03  Francesca Van Belleghem (VB): Dat is inderdaad de vergelijking die we moeten maken. Als op Europees niveau de asielinstroom met 14 tot 15 % daalt, dan moeten we bij ons minstens dezelfde beweging zien. Zeker als we zeggen dat we behoren tot de club van migratiekritische landen, zouden we eigenlijk nog onder het Europees gemiddelde moeten zitten. Dat is op dit moment echter verre van het geval.

 

Ik begrijp niet goed waarom u die nota met de prognoses een beleidsaanbeveling noemt, want het is eigenlijk gewoon een nota waarin de prognoses van de asielinstroom staan. U kunt ons eventueel de prognoses bezorgen en de aanbevelingen eruit schrappen. Ik begrijp dan ook niet waarom u dat document niet aan het Parlement kunt bezorgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

27 Vraag van Francesca Van Belleghem aan Anneleen Van Bossuyt (Asiel, Migratie, Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid) over "De asielcrisis" (56006430C)

27 Question de Francesca Van Belleghem à Anneleen Van Bossuyt (Asile, Migration, Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes) sur "La crise de l'asile" (56006430C)

 

27.01  Francesca Van Belleghem (VB): Mijn laatste vraag is de kers op de taart, mevrouw de minister. Kunt u de jongste stand van zaken over de asielcrisis geven? Hoeveel asielzoekers staan er op de wachtlijst? Hoeveel verblijven er in de hotelopvang? Wat is het aantal asielaanvragen in mei? Hoe zit het met de dwangsommen en de veroordelingen? Zij blijven wellicht nog komen.

 

Er zijn ook plannen om bijkomende asielcentra te openen. Ik bedoel dan zowel eigenlijke asielcentra bij Fedasil als oneigenlijke plaatsen. Komt er nu een asielcentrum in Schilde of niet? Hoe zit het met de bouwvergunning die is verkregen voor een asielcentrum nabij Lodelinsart, een deelgemeente van Charleroi?

 

Daarnaast heb ik ook een vraag die mij vanochtend nog werd toegespeeld door onze fractievoorzitter, mevrouw Pas. Gisteren was er een discussie over de lokale opvanginitiatieven in de gemeenteraad van Dendermonde en de burgemeester zou hebben verklaard dat Fedasil de lokale besturen schriftelijk expliciet heeft gevraagd om geen lokale opvanginitiatieven te sluiten. Kunt u bevestigen dat die brief is verstuurd? Is dat onder uw verantwoordelijkheid of onder die van voormalig staatssecretaris de Moor gebeurd?

 

27.02 Minister Anneleen Van Bossuyt: Mevrouw Van Belleghem, wat uw laatste vraag betreft, weet ik het antwoord zelf niet, dus ik zal het moeten navragen.

 

Er staan momenteel 1.840 asielzoekers op de wachtlijst. Op 29 juni 2025 verbleven er 362 mensen in de hotelopvang. In mei dienden 2.496 personen een verzoek om internationale bescherming in. Daarvan waren er 2.038 eerste verzoekers en 458 volgende verzoekers.

 

Sinds januari 2022 heeft het agentschap in 10.834 individuele dossiers betekeningen ontvangen. Het bedrag aan verschuldigde dwangsommen bedraagt op 17 juni van dit jaar 7.331.500 euro.

 

Het agentschap bekijkt de reeds gekende winterplaatsen, rekening houdend met de nood aan opvangplaatsen en met de vastgelegde maximale opvangcapaciteit.

 

Voor Schilde zijn de gesprekken tussen het agentschap en de eigenaars van de site lopende. Wat Lodelinsart betreft, werkt het agentschap dat dossier verder uit.

 

27.03  Francesca Van Belleghem (VB): Dank u wel voor uw cijferantwoorden.

 

Wat Schilde en Charleroi betreft, bevat uw antwoord natuurlijk weinig woorden om nog minder te zeggen. We bekijken dat en zullen zeker vragen blijven stellen, zowel over Schilde als over Lodelinsart.

 

De mensen hebben het recht om te weten of er een asielcentrum in hun buurt komt of niet. Ik blijf erbij dat het in Schilde om een nieuw asielcentrum gaat; zo'n centrum staat immers niet op wieltjes, men kan dat niet zomaar verplaatsen. Als u dus een bijkomend asielcentrum in Schilde opent, dan weet u dat de bevolking daar tegen is. Ik hoop dat u daarmee rekening houdt.

 

Ik dank u omdat u zo lang aanwezig bent gebleven.

 

De voorzitter: Dat laatste is evident, anders zouden we weinig antwoorden krijgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

We zijn aan het einde gekomen van onze werkzaamheden. Dank u, mevrouw de minister, voor uw talloze antwoorden. Bedankt ook aan de leden voor hun inbreng. Ik sluit de vergadering.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.17 uur.

La réunion publique de commission est levée à 14 h 17.