CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 189
CRIV 51 PLEN 189
C
HAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTÉGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
jeudi
donderdag
26-01-2006
26-01-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
QUESTIONS
1
VRAGEN
1
Question de Mme Magda De Meyer à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur "la
réduction des subventions relatives à l'accueil
psychiatrique des internés" (n° P1178)
1
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
vice-eerste minister en minister van Justitie over
"de subsidievermindering voor de psychiatrische
opvang van geïnterneerden" (nr. P1178)
1
Orateurs: Magda De Meyer, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Magda De Meyer, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Bart Laeremans à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'échec de l'accord relatif au droit de la jeunesse"
(n° P1179)
2
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "het
mislukken van het akkoord inzake het jeugdrecht"
(nr. P1179)
2
Orateurs:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers:
Bart Laeremans, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Questions jointes de
4
Samengevoegde vragen van
4
- M. Filip De Man à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "les perquisitions à
Molenbeek" (n° P1180)
4
- de heer Filip De Man aan de vice-eerste minister
en minister van Justitie over "de huiszoekingen in
Molenbeek" (nr. P1180)
4
- M. Claude Marinower à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "les perquisitions à
Molenbeek" (n° P1181)
4
- de heer Claude Marinower aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
huiszoekingen in Molenbeek" (nr. P1181)
4
- M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre
et ministre de la Justice sur "les perquisitions à
Molenbeek" (n° P1182)
4
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
huiszoekingen in Molenbeek" (nr. P1182)
4
Orateurs: Filip De Man, Claude Marinower,
Melchior Wathelet, président du groupe cdH,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: Filip De Man, Claude Marinower,
Melchior Wathelet, voorzitter van de cdH-
fractie, Laurette Onkelinx, vice-eerste
minister en minister van Justitie
Questions jointes de
8
Samengevoegde vragen van
8
- Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre
et ministre des Finances sur "la réunion des
ministres européens des Finances du mardi
24 janvier 2006" (n° P1193)
8
- mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
bijeenkomst van de Europese ministers van
Financiën dinsdag 24 januari 2006" (nr. P1193)
8
- M. Georges Lenssen au vice-premier ministre et
ministre des Finances sur "la réduction de la TVA
dans le secteur horeca" (n° P1183)
8
- de heer Georges Lenssen aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
BTW-verlaging in de horecasector" (nr. P1183)
8
- M. Dirk Claes au ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Politique scientifique sur "la déductibilité des frais
de restaurant" (n° P1184)
9
- de heer Dirk Claes aan de minister van
Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de aftrekbaarheid van
restaurantkosten" (nr. P1184)
8
Orateurs:
Marleen Govaerts, Georges
Lenssen, Dirk Claes, Didier Reynders, vice-
premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Marleen Govaerts, Georges
Lenssen, Dirk Claes, Didier Reynders, vice-
eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-
première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "la reprise du
contrat de location des étages de La Poste dans
l'immeuble WTC II" (n° P1185)
13
Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de
vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de overname van het
huurcontract van de verdiepingen van De Post in
het WTC II-gebouw" (nr. P1185)
13
Orateurs: Servais Verherstraeten, Freya Van
den Bossche, vice-première ministre et
ministre du Budget et de la Protection de la
Sprekers: Servais Verherstraeten, Freya Van
den Bossche, vice-eerste minister en minister
van Begroting en Consumentenzaken
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
consommation
Question de M. Alain Courtois au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la
conformité des installations du Stade
Roi Baudouin" (n° P1186)
15
Vraag van de heer Alain Courtois aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "de gebreken aan het
Koning Boudewijnstadion" (nr. P1186)
15
Orateurs: Alain Courtois, Patrick Dewael,
vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Alain Courtois, Patrick Dewael,
vice-eerste minister en minister van
Binnenlandse Zaken
Question de Mme Zoé Genot au vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur sur
"l'absence de circulaire concernant les élections
communales" (n° P1187)
17
Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken over "het uitblijven van een omzendbrief
betreffende de gemeenteraadsverkiezingen"
(nr. P1187)
17
Orateurs: Zoé Genot, Patrick Dewael, vice-
premier ministre et ministre de l'Intérieur
Sprekers: Zoé Genot, Patrick Dewael, vice-
eerste minister en minister van Binnenlandse
Zaken
Questions jointes de
18
Samengevoegde vragen van
18
- Mme Karin Jiroflée au ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "la lutte
contre l'alcoolisme" (n° P1189)
18
- mevrouw Karin Jiroflée aan de minister van
Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de
bestrijding van alcoholisme" (nr. P1189)
18
- M. Benoît Drèze à la vice-première ministre et
ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "la lutte contre l'alcoolisme"
(n° P1190)
18
- de heer Benoît Drèze aan de vice-
eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de bestrijding van
alcoholisme" (nr. P1190)
18
Orateurs: Karin Jiroflée, Benoît Drèze, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers: Karin Jiroflée, Benoît Drèze, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Charles Michel au ministre de la
Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des
chances sur "les sanctions administratives en
matière de tags" (n° P1191)
22
Vraag van de heer Charles Michel aan de minister
van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
over "de administratieve sancties voor het
aanbrengen van tags" (nr. P1191)
22
Orateurs: Charles Michel, Christian Dupont,
ministre de la Fonction publique, de
l'Intégration sociale, de la Politique des
grandes villes, de l'Egalité des chances
Sprekers: Charles Michel, Christian Dupont,
minister van Ambtenarenzaken,
Maatschappelijke Integratie,
Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen
Question de M. Hans Bonte au ministre de
l'Emploi sur "l'ouverture des frontières du marché
de l'emploi" (n° P1192)
24
Vraag van de heer Hans Bonte aan de minister
van Werk over "het openen van de grenzen van
de arbeidsmarkt" (nr. P1192)
24
Orateurs: Hans Bonte, Peter Vanvelthoven,
ministre de l'Emploi
Sprekers: Hans Bonte, Peter Vanvelthoven,
minister van Werk
Question de M. Eric Massin au ministre des
Affaires étrangères sur "les résultats du rapport
Marty" (n° P1188)
27
Vraag van de heer Eric Massin aan de minister
van Buitenlandse Zaken over "de resultaten van
het rapport-Marty" (nr. P1188)
27
Orateurs:
Eric Massin, Vincent Van
Quickenborne, secrétaire d'Etat à la
Simplification administrative, Pieter De Crem,
président du groupe CD&V, Melchior
Wathelet, président du groupe cdH, Paul Tant
Sprekers: Eric Massin, Vincent Van
Quickenborne, staatssecretaris voor
Administratieve Vereenvoudiging, Pieter De
Crem, voorzitter van de CD&V-fractie,
Melchior Wathelet, voorzitter van de cdH-
fractie, Paul Tant
Agenda
31
Agenda
31
Orateurs: Paul Tant, Annemie Roppe, Geert
Versnick
Sprekers: Paul Tant, Annemie Roppe, Geert
Versnick
PROJETS ET PROPOSITIONS
36
ONTWERPEN EN VOORSTELLEN
36
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
Projet de loi portant approbation de l'accord de
coopération entre l'Etat, la Communauté
flamande, la Région flamande, la Communauté
française, la Région wallonne, la Communauté
germanophone, la Région de Bruxelles-capitale,
la Commission Communautaire commune et la
Commission communautaire française portant
création d'une Commission nationale pour les
droits de l'enfant, conclu à Bruxelles le
19 septembre 2005 (2086/1-2)
36
Wetsontwerp houdende goedkeuring van het
samenwerkingsakkoord houdende oprichting van
een Nationale Commissie voor de rechten van het
kind, gesloten te Brussel, op 19 september 2005,
tussen de Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het
Vlaams Gewest, de Franse Gemeenschap, het
Waals Gewest, de Duitstalige Gemeenschap, het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
en de Franse Gemeenschapscommissie (2086/1-
2)
36
Discussion générale
36
Algemene bespreking
36
Orateur: Martine Taelman, rapporteur
Spreker: Martine Taelman, rapporteur
Discussion des articles
36
Bespreking van de artikelen
36
Proposition de loi fixant des dispositions
spécifiques relatives au statut des officiers du
corps technique médical du service médical
(2090/1-6)
37
Wetsvoorstel tot vaststelling van bijzondere
bepalingen betreffende het statuut van de
officieren van het medisch technisch korps van de
medische dienst (2090/1-6)
37
Discussion générale
37
Algemene bespreking
37
Discussion des articles
52
Bespreking van de artikelen
52
Orateurs: Véronique Ghenne, rapporteur,
Brigitte Wiaux, Luc Sevenhans, Robert
Denis, David Geerts, Hilde Vautmans,
André Flahaut, ministre de la Défense
Sprekers: Véronique Ghenne, rapporteur,
Brigitte Wiaux, Luc Sevenhans, Robert
Denis, David Geerts, Hilde Vautmans,
André Flahaut, minister van
Landsverdediging
Projet de loi portant des dispositions diverses
urgentes relatives aux statuts du personnel de la
Défense (2197/1-3)
53
Wetsontwerp houdende diverse dringende
bepalingen betreffende de statuten van het
personeel van Defensie (2197/1-3)
53
Discussion générale
53
Algemene bespreking
53
Discussion des articles
55
Bespreking van de artikelen
55
Orateurs: Ingrid Meeus, rapporteur, Brigitte
Wiaux
Sprekers: Ingrid Meeus, rapporteur, Brigitte
Wiaux
Projet de loi contenant le règlement définitif des
budgets d'organismes d'intérêt public pour l'année
1996 (2153/1)
55
Wetsontwerp houdende eindregeling van de
begrotingen van de instellingen van openbaar nut
van het jaar 1996 (2153/1)
55
Discussion générale
55
Algemene bespreking
55
Discussion des articles
55
Bespreking van de artikelen
55
Proposition de loi modifiant la loi du 3 juillet 2005
relative aux droits des volontaires (2205/1-8)
56
Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers
(2205/1-8)
56
Discussion générale
56
Algemene bespreking
56
Discussion des articles
65
Bespreking van de artikelen
65
Orateurs: Annelies Storms, rapporteur,
Benoît Drèze, Greta D'hondt, Maggie De
Block, Rudy Demotte, ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique, Greet van
Gool
Sprekers: Annelies Storms, rapporteur,
Benoît Drèze, Greta D'hondt, Maggie De
Block, Rudy Demotte, minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid, Greet van Gool
Prise en considération de propositions
65
Inoverwegingneming van voorstellen
65
Journée internationale de Commémoration en
mémoire des victimes de l'Holocauste
66
Internationale herdenkingsdag van de Holocaust
66
Orateur: Herman De Croo, président
Spreker: Herman De Croo, voorzitter
VOTES NOMINATIFS
66
NAAMSTEMMINGEN
66
Motions déposées en conclusion de l'interpellation
de Mme Marie Nagy sur "les résultats de la
66
Moties ingediend tot besluit van de interpellatie
van mevrouw Marie Nagy over "de resultaten van
67
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iv
Conférence Interministérielle sur le logement"
(n° 720)
de Interministeriële Conferentie Huisvesting"
(nr. 720)
Orateurs: Charles Michel, Olivier Chastel,
David Lavaux
Sprekers: Charles Michel, Olivier Chastel,
David Lavaux
Motions déposées en conclusion de l'interpellation
de M. Roel Deseyn sur "la réduction du coût des
appels d'un téléphone fixe à un téléphone mobile"
(n° 749)
67
Moties ingediend tot besluit van de interpellatie
van de heer Roel Deseyn over "het goedkoper
maken van het bellen van vast naar mobiel"
(nr. 749)
67
Motions déposées en conclusion des
interpellations de M. Luc Goutry sur "le plan
d'action pour l'emploi des personnes
handicapées" (n°s 751+752+753)
68
Moties ingediend tot besluit van de interpellaties
van de heer Luc Goutry over "het actieplan voor
tewerkstelling van personen met een handicap"
(nrs. 751+752+753)
68
Motions déposées en conclusion de l'interpellation
de M. Bert Schoofs sur "la situation économique
au Limbourg" (n° 754)
69
Moties ingediend tot besluit van de interpellatie
van de heer Bert Schoofs over "de toestand van
de economie in de provincie Limburg" (nr. 754)
69
Projet de loi portant approbation de l'accord de
coopération entre l'Etat, la Communauté
flamande, la Région flamande, la Communauté
française, la Région wallonne, la Communauté
germanophone, la Région de Bruxelles-capitale,
la Commission Communautaire commune et la
Commission communautaire française portant
création d'une Commission nationale pour les
droits de l'enfant, conclu à Bruxelles le
19 septembre 2005 (2086/1)
69
Wetsontwerp houdende goedkeuring van het
samenwerkingsakkoord houdende oprichting van
een Nationale Commissie voor de rechten van het
kind, gesloten te Brussel, op 19 september 2005,
tussen de Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het
Vlaams Gewest, de Franse Gemeenschap, het
Waals Gewest, de Duitstalige Gemeenschap, het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
en de Franse Gemeenschapscommissie (2086/1)
69
Orateur: Gerolf Annemans, président du
groupe Vlaams Belang
Spreker: Gerolf Annemans, voorzitter van de
Vlaams Belang-fractie
Amendement et article réservés de la proposition
de loi fixant des dispositions spécifiques relatives
au statut des officiers du corps technique médical
du service médical (2090/1-6)
70
Aangehouden amendement en artikel van het
wetsvoorstel tot vaststelling van bijzondere
bepalingen betreffende het statuut van de
officieren van het medisch technisch korps van de
medische dienst (2090/1-6)
70
Ensemble de la proposition de loi fixant des
dispositions spécifiques relatives au statut des
officiers du corps technique médical du service
médical (2090/6)
70
Geheel van het wetsvoorstel tot vaststelling van
bijzondere bepalingen betreffende het statuut van
de officieren van het medisch technisch korps van
de medische dienst (2090/6)
70
Projet de loi portant des dispositions diverses
urgentes relatives aux statuts du personnel de la
Défense (2197/3)
71
Wetsontwerp houdende diverse dringende
bepalingen betreffende de statuten van het
personeel van Defensie (2197/3)
71
Projet de loi contenant le règlement définitif des
budgets d'organismes d'intérêt public pour l'année
1996 (2153/1)
71
Wetsontwerp houdende eindregeling van de
begrotingen van de instellingen van openbaar nut
van het jaar 1996 (2153/1)
71
Proposition de loi modifiant la loi du 3 juillet 2005
relative aux droits des volontaires et la loi du
27 décembre 2005 portant des dispositions
diverses (nouvel intitulé) (2205/8)
71
Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van
3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers
en van de wet van 27 december2005 houdende
diverse bepalingen (nieuw opschrift) (2205/8)
71
Adoption de l'agenda
72
Goedkeuring van de agenda
72
DÉTAIL DES VOTES NOMINATIFS
73
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN
73
ANNEXE
BIJLAGE
L'annexe est reprise dans une brochure
séparée, portant le numéro CRIV 51 PLEN
189 annexe.
De bijlage is opgenomen in een aparte
brochure met nummer CRIV 51 PLEN 189
bijlage.
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
SEANCE PLENIERE
PLENUMVERGADERING
du
JEUDI
26
JANVIER
2006
Après-midi
______
van
DONDERDAG
26
JANUARI
2006
Namiddag
______
La séance est ouverte à 14.33 heures par M. Herman De Croo, président.
De vergadering wordt geopend om 14.33 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Didier Reynders.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles
seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette
séance.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de
website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.
Excusés
Berichten van verhindering
Alexandra Colen, Daniel Ducarme, pour raisons de santé / wegens ziekte;
Stef Goris, Luc Goutry, Yvon Harmegnies, Geert Lambert, Philippe Monfils, en mission à l'étranger / met
zending buitenslands;
Sabien Lahaye-Battheu, empêché / verhinderd.
Questions
Vragen
Heren en dames ministers, collega's, het vragenuurtje begint wat later omdat wij een vrij lange
ochtendzitting hadden die pas om 13.30 uur werd gesloten.
01 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
subsidievermindering voor de psychiatrische opvang van geïnterneerden" (nr. P1178)
01 Question de Mme Magda De Meyer à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la
réduction des subventions relatives à l'accueil psychiatrique des internés" (n° P1178)
01.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, er is al heel wat inkt gevloeid over de opvang
van geïnterneerden in België.
Heel veel internationale instanties hebben aangeklaagd dat bij ons het
merendeel van de geïnterneerden nog altijd in de gevangenis wordt
gedumpt. Sinds een aantal jaren lopen er een aantal pilootprojecten
om deze geïnterneerden niet langer zonder enige behandeling in de
gevangenis te dumpen, maar om hen een echte psychiatrische
01.01 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): L'accueil des internés en
Belgique a déjà fait couler
beaucoup d'encre. La plupart
d'entre eux sont tout simplement
abandonnés à leur sort dans les
prisons. Cependant, plusieurs
projets sont en cours depuis
quelques années, visant à offrir un
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
opvang te geven in een aantal psychiatrische instellingen. In
Vlaanderen zijn er een aantal zeer belangrijke pilootprojecten, die
zeer goede resultaten afwerpen.
Er zijn met name drie pilootprojecten in Vlaanderen waarvan vriend en
vijand zeggen dat ze zeer goede resultaten hebben op het vlak van
herinschakeling, resocialisatie, enzovoort. Nu blijkt dat u van plan bent
om de subsidie van die pilootprojecten te verminderen. Dit brengt heel
wat problemen met zich mee voor die pilootprojecten, want het zou
betekenen, ten eerste, dat er heel wat begeleidend personeel zou
moeten afvloeien en, ten tweede, dat een aantal pilootprojecten
misschien zelfs gedwongen zouden worden de deuren te sluiten. Dit
kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Daarom wil ik u uitdrukkelijk
vragen, mevrouw de minister, om ervoor te zorgen dat in 2006 deze
pilootprojecten voor de psychiatrische opvang van geïnterneerden
maximaal overeind zouden blijven.
véritable encadrement
psychiatrique dans les hôpitaux
psychiatriques. En Flandre, trois
projets pilotes ont ainsi été lancés.
Quoique les résultats soient plus
que prometteurs, la ministre
envisage de réduire les
subventions octroyées à ces
projets, ce qui entraînerait la perte
de plusieurs emplois et risque
d'hypothéquer l'avenir de plusieurs
projets.
Je demande donc avec insistance
à la ministre de mettre tout en
oeuvre pour garantir l'avenir de ces
projets.
De voorzitter: Mevrouw De Meyer, mevrouw de minister zegt mij dat
zij reeds op die vraag geantwoord zou hebben in de commissie. Kan
dat?
Er zijn nochtans goede connecties tussen spirit en sp.a.
Mevrouw de minister, kunt u misschien kort uw antwoord herhalen?
Le président : La ministre aurait
déjà répondu à cette question en
commission.
01.02 Minister Laurette Onkelinx: Ik heb deze vraag effectief al
beantwoord.
Er vindt nu een dialoog plaats tussen Justitie en de drie ziekenhuizen
in Rekem, Zelzate en Bierbeek, over de prijs van de opvang van
geïnterneerden. Deze prijzen zijn uiteraard te hoog. Wij zullen deze
projecten niet stopzetten, maar we moeten absoluut komen tot een
dialoog om deze prijzen te verminderen.
01.02
Laurette Onkelinx,
ministre: C'est exact.
Des négociations entre la Justice
et les trois hôpitaux de Rekkem,
de Zelzate et de Bierbeek sont en
cours. Je n'ai pas l'intention de
supprimer ces projets mais de les
faire fonctionner avec moins de
capitaux car ils coûtent tout
simplement trop cher.
J'ai expliqué l'ensemble des raisons et j'ai fait toute la comparaison
des prix en commission de la Justice.
01.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mevrouw de minister, als ik u
goed begrijp, betekent het dat de deur nog niet toe is, dat de
onderhandelingen nog voortgaan om te kijken in hoeverre kan worden
tegemoetgekomen aan de vraag van de sector om de psychiatrische
opvang te laten voortbestaan.
01.03 Magda De Meyer (sp.a-
spirit) : Tout espoir n'est donc pas
perdu, heureusement...
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het
mislukken van het akkoord inzake het jeugdrecht" (nr. P1179)
02 Question de M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "l'échec de
l'accord relatif au droit de la jeunesse" (n° P1179)
02.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, als we de kranten van vanochtend en de
Belgaberichten van gisteren mogen geloven, is het overleg met de
02.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang) : A en croire l'agence
Belga et les articles de presse, les
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
Gemeenschappen inzake het jeugdrecht mislukt en komt er geen
fundamentele wijziging.
Dat zou rampzalig zijn. De schabouwelijke wettekst die we in de
zomer hier hebben besproken en die thans in de Senaat ter
bespreking ligt, zorgt voor nog grotere laksheid en zorgt ervoor dat het
nog veel moeilijker wordt om jonge criminelen van de straat te
plukken en jonge misdadigers op te sluiten. Dit alles in een tijd waarin
leerkrachten door hun leerlingen in de klas halfdood worden geslagen
zoals het Laatste Nieuws van vandaag meldt, in een tijd waarin de
jeugdbendes in Brussel mekaar meer dan ooit naar het leven staan
en waar Marokkaanse jongeren zwarte jongeren afslachten in het
multiculturele Molenbeeks paradijs van uw Philippe Moureaux.
Een normale minister van Justitie zou alles gedaan hebben om het
overleg met de Gemeenschappen te doen slagen om tot een akkoord
te komen. Het zijn immers de Gemeenschappen die moeten
uitvoeren. Wij stellen vast dat deze minister van Justitie gewoon met
de armen gekruist is blijven zitten en ervan uitging dat als de
Gemeenschappen een akkoord bereiken het in orde is, maar dat u
anders gewoon voortdoet. U weet nochtans zeer goed, mevrouw de
minister, dat de wetteksten die u voorstelde, quasi onuitvoerbaar zijn,
met haken en ogen aan mekaar hangen en moeten geamendeerd
worden, zeker wat betreft de extra instrumenten voor rechters om
jongeren te kunnen straffen.
Mevrouw de minister, klopt het dat er met de Gemeenschappen geen
overeenkomst is bekomen en dat u gewoon voortdoet met die
schabouwelijke tekst? Wat hebt u ondernomen om tot een akkoord te
komen? Hebt u zelf inspanningen gedaan? Welke initiatieven zult u
nog nemen om ervoor te zorgen dat er alsnog een akkoord komt?
négociations sur le droit
sanctionnel de la jeunesse entre
les Communautés et la ministre
ont échoué. Cette loi calamiteuse
devrait donc entrer en vigueur
quoique tout le monde sache très
bien qu'elle est impraticable.
La ministre constate que les deux
Communautés ne parviennent pas
à se mettre d'accord mais
n'estime pas devoir prendre elle-
même de nouvelles initiatives.
Est-il exact que les négociations
aient échoué?
Qu'a fait la ministre pour favoriser
la conclusion d'un accord et
quelles mesures envisage-t-elle de
prendre pour faire progresser ce
dossier?
02.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, er zijn
uiteraard veel inspanningen gedaan. Ik heb hierover momenteel geen
opmerkingen te geven. De discussies met de Gemeenschappen zijn
nog steeds aan de gang.
02.02
Laurette Onkelinx,
ministre: Les négociations avec
les Communautés sont encore en
cours. Je ne ferai aucun autre
commentaire.
02.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, dat is in elk geval een vrij ongeloofwaardig
antwoord. Wij hebben immers begrepen dat de zaken gisteren zijn
besproken op het kernkabinet en dat men daar tot de vaststelling is
gekomen dat er geen akkoord is met de Gemeenschappen.
Mevrouw de minister, wij lezen in elk geval en wij hebben vernomen,
dat is toch opmerkelijk, dat u met de regering maar liefst vijftig
amendementen hebt ingediend om dit ontwerp te corrigeren. Het zijn
amendementen op een wetsontwerp dat u zelf in de Kamer had
voorgelegd en waaraan niets meer moest worden veranderd, dat voor
u perfect was. Het feit dat er daarin vijftig ernstige fouten moeten
verbeterd worden, wil toch wel wat zeggen over de kwaliteit van uw
wetgevend werk.
Mevrouw de minister, ik zou u ook willen zeggen dat als u geen
akkoord vindt hieromtrent dat eerbaar is voor de Vlaamse
Gemeenschap, u met dit wetsontwerp, met dit jeugdrecht, met uw
hoofd tegen de muur zult lopen, want het is onuitvoerbaar en het gaat
in tegen hetgeen in Vlaanderen iedereen op het werkveld denkt. U
02.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Cette réponse est peu
crédible car il semblerait que le
cabinet restreint ne soit pas
parvenu à un accord hier. Le fait
que le gouvernement ait déposé
cinquante amendements dans
l'intervalle montre que le texte
n'est pas satisfaisant. En
s'attachant obstinément à ce texte
inapplicable, la ministre fait
progresser encore un peu la
scission de la Justice.
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
zult dan de splitsing van justitie, eerst van de jeugdzorg, maar nadien
ook van heel de justitie, dichterbij brengen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Samengevoegde vragen van
- de heer Filip De Man aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de huiszoekingen in
Molenbeek" (nr. P1180)
- de heer Claude Marinower aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
huiszoekingen in Molenbeek" (nr. P1181)
- de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de
huiszoekingen in Molenbeek" (nr. P1182)
03 Questions jointes de
- M. Filip De Man à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les perquisitions à
Molenbeek" (n° P1180)
- M. Claude Marinower à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les perquisitions à
Molenbeek" (n° P1181)
- M. Melchior Wathelet à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les perquisitions à
Molenbeek" (n° P1182)
03.01 Filip De Man (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, het zal
u verbazen, maar ik wil de minister proficiat wensen. Het zal de
minister nog meer verbazen.
Ik lees immers dat vanochtend niet minder dan 17 huiszoekingen
hebben plaatsgevonden in de gemeenten Molenbeek, Jette,
Anderlecht, Sint-Agatha-Berchem, Sint-Lambrechts-Woluwe,
Schaarbeek, Sint-Gillis en Elsene. De politie is zelfs binnengevallen in
het beruchte Centre islamique et culturel de Belgique in Molenbeek.
De minister zal het zich misschien herinneren, hoewel zij nog geen
minister van Justitie was. Ik heb in het voorjaar van 2002 al
geïnterpelleerd over het CIB. Naderhand ik heb de data genoteerd
zijn er nog vragen en interpellaties geweest van mijzelf en mijn
collega's in mei 2002, in november 2003, in januari 2004, in april 2004
en in maart 2005.
Daarmee wil ik enkel zeggen dat de regering toch enigszins op de
hoogte moest zijn van de problemen die het CIB deed rijzen.
Mevrouw de minister, alleen blijkt ik zou u durven aan te manen om
toch nog een kleine, extra inspanning te leveren dat het CIB nog
altijd open is. Vanmorgen heeft de politie er allerlei documenten en
computers weggehaald. Het CIB is echter tot mijn verbazing nog altijd
open.
Mijnheer de voorzitter, waarom is mijn verbazing zo groot? Het is
geweten dat in het CIB een paramilitaire militie jongeren die er staan
te pronken met nep-Kalashnikovs actief was of is. Er was op de
webstek van het CIB ook een link naar Al-Qaeda. De vernietiging van
Israël wordt er gepropageerd. Een van de moordenaars van Massoud
was er kind aan huis. Tevens was de zoon van de toenmalige leider
van het CIB mede verantwoordelijk voor aanslagen in Turkije. Qua
broeinest voor terroristen kon het dus tellen.
Mevrouw de minister, hoeveel mensen zijn vanochtend opgepakt?
Wat zijn de betichtingen? Wanneer gaat u eindelijk dat CIB sluiten?
03.01 Filip De Man (Vlaams
Belang): Je dois aujourd'hui
commencer par
féliciter la
ministre. Il y a eu ce matin pas
moins de dix-sept perquisitions
dans plusieurs communes
bruxelloises, entre autres au
Centre islamique de Belgique
(CIB) à Molenbeek. Des
interpellations à propos de ce
centre ont été développées dès
2002. Les problèmes au sein du
CIB étaient donc bien connus. La
Justice a quand même fini par
intervenir, bien que le Centre soit
toujours ouvert. Cette situation est
pour le moins étonnante car il est
clair depuis longtemps qu'il s'agit
d'un nid de terroristes.
Combien de personnes ont-elles
été arrêtées ce matin? Quelles
charges sont retenues contre
elles? Quand la ministre
ordonnera-t-elle enfin la fermeture
du CIB? Combien d'imams
fondamentalistes ont-ils été
expulsés par la Justice au cours
des 12 derniers mois? Combien
de radios fondamentalistes la
Justice a-t-elle interdit d'antenne
récemment?
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
Hoeveel fundamentalistische imams hebt u afgelopen tijd uit het land
gezet? Hoeveel fundamentalistische radiozenders hebt u de voorbije
jaren het zwijgen opgelegd?
03.02 Claude Marinower (VLD): Mevrouw de vice-premier, ik kan
niet bogen op een even lange parlementaire aanwezigheid als de heer
De Man. Ik ben teruggegaan tot de vragen die in deze legislatuur over
dit onderwerp aan u gesteld zijn. Een van de eersten die ik daarover
gehoord heb was de heer de Donnea, in november 2003. Ik ben dat
terug gaan opzoeken. Ik noteer trouwens dat collega de Donnea toen
verwees naar een artikel in "Le Vif/l'Express" uit 2002. Dat komt
ongeveer overeen met de eerste periode. Sindsdien zijn er herhaalde
vragen gesteld. Collega de Donnea, collega De Man, ikzelf en
anderen in dit Parlement hebben collega Van Parys daarover op
regelmatige tijdstippen ondervraagd.
Ik kan aannemen dat gerechtelijke onderzoeken tijd vergen. Diegenen
die daar op regelmatige basis mee geconfronteerd worden weten dat
allemaal. Wanneer men ervan uitgaat dat de eerste keer dat uw
diensten of de gerechtelijke diensten erop gewezen werden dateert
van 2002-2003 en er zich sindsdien een aantal elementen heeft
voorgedaan, kan men zich afvragen waar de prioriteiten in deze zijn
gelegd. Het spijt me dat het tot vandaag heeft geduurd, maar ik
verheug me er natuurlijk over dat er vandaag actie is ondernomen.
Wanneer men ziet voor welke feiten de onderzoeksrechter is
gevorderd, enerzijds bendevorming, mensenhandel, oplichting en
inbreuken op artikel 267 van het Strafwetboek en anderzijds een
onderzoek wegens bendevorming, schriftelijke bedreiging, met bevel
of voorwaarde, aanzetten tot het plegen van misdrijven en inbreuken
op de artikelen 1 en 3 van de wet op racisme en xenofobie, houdt het
mij bezig dat men al zo lang geduid heeft waartoe die opruiende taal
en dat extremisme kon leiden.
Ik herinner u eraan dat de heer de Donnea en ikzelf u op een gegeven
ogenblik attent hebben gemaakt op het feit dat op dagelijkse basis op
die site de vraag werd gesteld of Israël dient te verdwijnen, vandaag,
morgen, binnen een uur of binnen vijf uur en dat daar regelmatig
antwoorden op kwamen. Wij hebben gewezen op die opruiende taal.
Wij hebben er ook op gewezen wij dachten dat het element toch van
belang was dat op het ogenblik van een aanslag op een synagoge
in Istanboel de zoon van de beruchte als ik het zo mag zeggen
Bastin genoemd werd ik spreek mij zelfs niet uit over verdacht als
zijnde mede betrokken. Als antwoord zei de heer Bastin dat hij
misschien moeite had met de methode maar dat hij begrip had voor
het ik citeer "idealisme van mensen die mogelijkerwijze aan die
feiten deel zouden hebben genomen".
De vragen die ik u daarover zal stellen passen een beetje in de
vragen van mijn voorganger. Wat kunt u ons zeggen over de
gebeurtenissen van hedenmorgen? Ik zou er nog een vraag aan
willen koppelen. Zijn er andere onderzoeken aan de gang, hier in
België of in het Brusselse arrondissement, naar dergelijke feiten? Het
is immers zo dat dergelijke opruiende taal ook door andere centra en
andere sites in dit land verder wordt verspreid. Ik denk dat het plan
tegen radicalisme, dat in november 2004 door de regering is
goedgekeurd, erin voorzag om ook die sites of instellingen aan te
pakken.
03.02 Claude Marinower (VLD) :
En novembre 2003, M. de Donnea
a fait référence à un article paru
en 2002 dans Le Vif/L'Express et
a posé des questions à ce sujet.
Des questions ont encore
régulièrement été posées par la
suite.
Tout le monde sait que les
instructions judiciaires requièrent
beaucoup de temps mais, eu
égard au temps qui s'est écoulé
depuis 2002-2003 et aux faits qui
se sont produits depuis, on peut
s'interroger sur les priorités qui ont
alors été fixées. Je déplore cette
longue inertie et je me réjouis de
l'action entreprise aujourd'hui. Des
faits accablants sont mis à charge
des intéressés et je m'inquiète des
conséquences des propos
subversifs et de l'extrémisme.
Tant mon collègue M. de Donnea
que moi-même avons attiré
l'attention sur les positions
menaçantes à l'égard d'Israël et
sur le fait que le fils du fameux
Bastin a été cité en rapport avec
un attentat perpétré contre une
synagogue à Istanbul. M. Bastin
avait d'ailleurs déclaré par la suite
être défavorable à la méthode
mais comprendre l'idéalisme des
personnes qui avaient peut-être
pris part à cette action.
La ministre pourrait-elle nous
informer sur les événements de ce
matin?
A-t-elle connaissance d'autres
enquêtes similaires visant des
institutions et des sites subversifs,
conformément au plan contre le
radicalisme?
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
Le président: Monsieur Wathelet, vous êtes le troisième et dernier à poser une question sur le même sujet.
Je vous donne la parole.
03.03 Melchior Wathelet (cdH): Madame la ministre, on a entendu
ce matin qu'une vingtaine de perquisitions avaient été menées,
principalement à Bruxelles. C'est le premier effet du plan décidé au
niveau fédéral pour lutter contre le radicalisme. Dans un pays comme
le nôtre, il est effectivement positif de lutter contre toute prolifération
d'idées extrémistes, fondamentalistes, racistes de quelque origine
que ce soit, et surtout contre toute incitation à la violence, toute
incitation à la haine de l'autre. Les perquisitions réalisées ce matin
s'inscrivent dans cette logique que je comprends tout à fait et dans
laquelle le gouvernement doit s'inscrire. C'est une première démarche
accomplie aujourd'hui et je m'en réjouis.
Madame la ministre, je peux comprendre que certaines données
soient confidentielles et doivent rester secrètes. Néanmoins, pourriez-
vous nous dévoiler les axes de ces perquisitions et nous dire si
d'autres dossiers sont en cours? Je voulais également vous poser
des questions plus précises. Avez-vous le sentiment que la Belgique
a les moyens opérationnels et juridiques de mener à bien cette lutte
contre les mouvements radicaux? On parle également beaucoup de
l'interaction et des différences entre la lutte antiterroriste et la lutte
contre le radicalisme. Les informations communiquées à la presse ce
matin faisaient plus état de lutte contre le radicalisme que de lutte
antiterroriste. J'aurais voulu vous entendre sur la différence à opérer
entre les deux.
Enfin, pour le moment, le projet de loi concernant la création de
l'OCAM est en discussion à la Chambre. Je pense comme vous que
la lutte anti-radicalisme et la lutte antiterroriste ne sont pas la même
chose mais en même temps, elles sont totalement liées. Il ne faudrait
pas cloisonner les deux dossiers au risque de perdre les interactions
et les échanges d'information. En la matière, l'OCAM peut jouer un
rôle important.
03.03 Melchior Wathelet (cdH):
In het kader van het federaal plan
tegen het radicalisme vonden er
vanochtend een twintigtal
huiszoekingen plaats, het
merendeel in Brussel. We moeten
inderdaad de strijd aanbinden met
alle extremistische,
fundamentalistische en racistische
ideeën.
Op basis van welke strafbare
feiten werden die huiszoekingen
uitgevoerd en zijn er nog andere
onderzoeken aan de gang?
Beschikt ons land over de nodige
middelen om de radicale
bewegingen te bestrijden?
Welk onderscheid maakt u tussen
de strijd tegen het terrorisme en
de bestrijding van het radicalisme?
Ik denk dat de oprichting van
CODA de coördinatie van die
tweevoudige strijd zal
vergemakkelijken.
03.04 Minister Laurette Onkelinx: Zoals u hebt gezegd, is de
operatie van vanochtend de eerste concretisering van het actieplan
Antiradicalisme van de regering.
Er waren zeventien huiszoekingen in acht gemeenten in Brussel. In
het begin zijn er twee gerechtelijke onderzoeken die onder de
bevoegdheid van onderzoeksrechter Fransen vallen, met de steun
van het federaal parket en onze politie- en inlichtingendiensten.
03.04
Laurette Onkelinx,
ministre: L'opération menée ce
matin constitue la première
concrétisation du plan de lutte
contre les mouvements radicaux
que le gouvernement a décidé de
mettre en oeuvre. Dix-sept
perquisitions ont été menées dans
huit communes bruxelloises, dans
le cadre de deux instructions
menées sous la direction du juge
Fransen et bénéficant de l'appui
du parquet fédéral, de la police et
des services de renseignements.
Quels sont les chefs d'infractions potentiels qui sous-tendent une
opération de ce genre? Par là même, je réponds à la question de M.
Whatelet qui demande si on dispose d'instruments pour lutter contre
le radicalisme. Les chefs d'infractions potentiels sont nombreux:
association de malfaiteurs, escroquerie, provocations à commettre
des crimes, traite des êtres humains, incitation à la haine raciale,
incitation à l'antisémitisme. Il y a également l'article 267 du Code
De strafbare feiten op grond
waarvan deze operaties werden
georganiseerd, zijn:
bendevorming, oplichting,
mensenhandel, het aanzetten tot
rassenhaat en tot antisemitisme.
Voorts is er de inzegening van
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
pénal, à savoir la célébration de mariages religieux et de divorces en
dehors des exigences de la loi.
C'est donc la première fois qu'il y a une opération judiciaire de cette
envergure dans le cadre du terrorisme.
Il y a déjà eu pas mal de discussions et d'interpellations en
commission de la Justice. Vous savez aussi que des enquêtes
judiciaires ont vu leur instruction terminée, comme celle qui concerne
un site particulier, dont M. Marinower m'avait longuement parlé. Nous
attendons, pour ce dossier, la saisine du tribunal correctionnel. Ici,
deux nouvelles enquêtes judiciaires ont vu le jour: une qui concerne le
CIB et une autre qui concerne des sites internet.
Vous avez également dit, et je ne le nie pas, que ces dossiers
judiciaires prennent du temps. Mais d'un autre côté, vous conviendrez
qu'on se trouve, et les autorités judiciaires y sont très attentives, dans
le cadre d'un équilibre entre le droit des citoyens à la liberté
d'expression et de culte, qui font partie de notre démocratie, et la
protection de notre ordre démocratique.
Le fait de travailler sur un tel dossier implique que nous soyons
extrêmement précis avant de déférer devant une juridiction de fond.
L'opération de ce matin a permis, pour le moment, deux
interpellations et la saisie de pas mal de documents et d'ordinateurs
qui seront examinés. Les autorités judiciaires m'informeront des
suites à donner à cette affaire.
Monsieur Wathelet, l'OCAM sera un instrument important, un centre
d'analyse stratégique contre le terrorisme et l'extrémisme, c'est-à-dire
contre des faits de radicalisme qui menacent notre Etat de droit. Il
facilitera le travail de l'ensemble des services présents sur notre
territoire. C'est la raison pour laquelle j'estime que ce projet de loi est
primordial.
Il était temps d'aboutir. J'ai d'ailleurs régulièrement insisté auprès des
autorités judiciaires. Nous sommes en effet informés par nos services
de phénomènes d'endoctrinement qui posent problème. Il s'agit de
"systèmes dans le système" dont les actions contre l'Etat de droit vont
très loin, que ce soit par le biais d'un état civil parallèle, de médecine
parallèle, d'exorcisme ou d'endoctrinement. Nous savons que le lien
entre radicalisme et terrorisme doit être établi au cas par cas mais le
pas peut être franchi de l'un à l'autre, notamment par des personnes
particulièrement fragiles. Voilà pourquoi nous devons nous protéger.
Enfin, j'ai tenu à adresser un message à la communauté musulmane
qui l'a, me semble-t-il, bien compris. Si cette fois-ci il s'agissait de
radicalisme musulman, il faut savoir que le radicalisme prend
plusieurs formes. Ce n'est évidemment pas la communauté
musulmane qui est visée puisqu'elle est elle-même la première
victime de ces groupes intégristes qui jettent l'opprobre sur des
dizaines de milliers d'hommes et de femmes qui vivent leur religion
pacifiquement, sereinement. Les groupes intégristes utilisent la
religion à d'autres fins, notamment intégristes et politiques contre nos
valeurs démocratiques.
religieuze huwelijken die strijdig
zijn met de wet. Het CIB en
bepaalde websites maken het
voorwerp uit van nieuwe
gerechtelijke onderzoeken. In die
context moet een evenwicht
tussen de vrijheid van
meningsuiting en de bescherming
van de democratische orde
worden nagestreefd. Die dossiers
moeten dus met de nodige
bedachtzaamheid en
nauwkeurigheid worden
behandeld.
Vanmorgen werden er twee
aanhoudingen verricht en werden
er documenten en computers in
beslag genomen. De gerechtelijke
autoriteiten zullen me van het
verdere verloop in dit dossier op
de hoogte houden.
Het CODA, het Coördinatieorgaan
voor de dreigingsanalyse, zal alle
diensten ondersteunen die reeds
actief zijn op het Belgische
grondgebied. Het desbetreffende
wetsontwerp is dan ook van
fundamenteel belang.
Wij worden op de hoogte gebracht
van tegen de rechtsstaat gerichte
acties. Het verband tussen
radicalisme en terrorisme moet
per geval worden vastgesteld.
We hebben niet specifiek de
moslimgemeenschap op het oog.
Zelf is zij immers het grootste
slachtoffer van die
fundamentalistische groeperingen,
die haar tot schande strekken.
03.05 Filip De Man (Vlaams Belang): Dat is allemaal goed en wel, 03.05 Filip De Man (Vlaams
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
mevrouw de minister. Ik begrijp dat u uw kiezers omschrijft als
pacifisten, maar ik heb toch een heel concrete vraag gesteld. Hoe zit
het nu met dat CIB?
Uw voorganger, de heer Verwilghen, en uzelf zijn daarover talloze
keren ondervraagd. Als u naar ons niet wil luisteren, mij goed, maar er
zijn ook andere partijen die pertinente vragen stellen. Er zijn in het
verleden dingen gebeurd die absoluut onaanvaardbaar zijn en toch
blijft het CIB onder uw regering actief. Ik blijf erop aandringen dat u
daar eindelijk korte metten mee maakt en dat u het CIB eindelijk sluit.
Belang): Je peux comprendre que
la ministre dise que ses électeurs
sont des pacifistes mais elle ne
répond pas à la question de savoir
ce qu'il adviendra du CIB. Il
poursuit ses activités alors qu'il s'y
passe des choses inadmissibles.
La ministre doit fermer ce centre !
03.06 Claude Marinower (VLD): Ik dank de minister voor haar
antwoord. Ik ben het met haar eens ik meen trouwens dat heel het
Parlement het daarover met haar eens zal zijn, of dat hoop ik
tenminste dat het als signaal inderdaad belangrijk is.
Maar daarom was mijn vraag ook een vrij precieze vraag aan u,
mevrouw de minister, of u weet hebt van andere onderzoeken die in
dezelfde sfeer baden, zonder dat u te veel in detail hoeft te treden? Er
zijn andere opruiende verenigingen en er zijn andere opruiende sites.
Het zou natuurlijk een beetje te gek zijn dat iemand zich zou
blindstaren op het succes van de actie die vanmorgen ondernomen is,
terwijl dat elders blijft gebeuren.
Ik ben het met u eens dat het ook een belangrijk signaal is dat die
specifieke opruiende groeperingen of deelgroeperingen, en niet een
hele gemeenschap, daarbij geviseerd worden. Dat is daarbij ook niet
de bedoeling, maar het is belangrijk als signaal, ook voor velen die
soms het slachtoffer zijn van die opruiende taal.
03.06 Claude Marinower (VLD) :
Je suis d'accord avec la ministre
quand elle dit qu'un signal
important a été envoyé mais a-t-
elle connaissance d'autres
enquêtes similaires?
Il est très important de cibler, non
pas toute une communauté mais
seulement les sites web ou les
groupuscules radicaux.
03.07 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, madame la
ministre, je vous remercie pour votre réponse. En effet, le signal
donné ce matin est un signal fort qui va dans la bonne direction. Dans
un Etat tel que le nôtre, on ne peut accepter la prolifération d'idées
racistes ou fondamentalistes qui ne servent qu'à servir la haine de
l'autre. Cette mouvance doit être combattue sous toutes ses formes.
C'est un premier pas qu'il faut continuer à mener via les débats
engagés aujourd'hui à la Chambre. L'OCAM sera nécessairement un
instrument. Continuons dans cette voie et montrons ce signal, selon
lequel ce type d'agissements, de prolifération d'idées ne peut être
accepté dans un Etat comme le nôtre.
03.07 Melchior Wathelet (cdH):
Het signaal dat vanmorgen werd
afgegeven, gaat in de goede
richting. De verspreiding van
racistisch of fundamentalistisch
gedachtegoed is onaanvaardbaar
in een rechtsstaat. CODA zal in
die strijd een belangrijke rol
spelen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Marleen Govaerts aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
bijeenkomst van de Europese ministers van Financiën dinsdag 24 januari 2006" (nr. P1193)
- de heer Georges Lenssen aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de BTW-
verlaging in de horecasector" (nr. P1183)
- de heer Dirk Claes aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en
Wetenschapsbeleid over "de aftrekbaarheid van restaurantkosten" (nr. P1184)
04 Questions jointes de
- Mme Marleen Govaerts au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la réunion des
ministres européens des Finances du mardi 24 janvier 2006" (n° P1193)
- M. Georges Lenssen au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la réduction de la TVA
dans le secteur horeca" (n° P1183)
- M. Dirk Claes au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur et de la Politique
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
scientifique sur "la déductibilité des frais de restaurant" (n° P1184)
04.01 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, ik
had deze vraag inderdaad al ingediend op maandag, omdat u dinsdag
naar de top ging van de Europese minister van Financiën. Ik heb
gelezen dat er nog niets is beslist. De verlenging van de verlaagde
BTW voor de bouw is ook nog niet zeker. Voor de horeca is een
beslissing hoogstwaarschijnlijk helemaal uitgesteld, omdat eerst een
studie moet worden uitgevoerd en die zou pas eind 2006 klaar zijn.
Een beslissing terzake is dus nog niet voor onmiddellijk.
Horeca Vlaanderen heeft, bij monde van Jan Dehaene, maandag een
dramatische oproep gedaan. Hij zei dat een verlaging van het BTW-
tarief van 21 naar 6% een primaire voorwaarde is om te overleven in
de horecasector. Ik denk dat de meeste faillissementen in de
horecasector plaatsvinden. Ik weet dat u samen met Frankrijk
voorstander bent van de verlaging van de BTW.
Wat zijn uw intenties? Als een verlaging van het BTW-tarief voor de
horeca er niet komt en als het verlaagde BTW-tarief voor de bouw
ook niet wordt verlengd, zult u dan twee andere sectoren voorstellen.
Ik denk bijvoorbeeld aan de kappers, want ook de Unie van Belgische
Kappers is al jarenlang vragende partij voor een verlaging van de
BTW naar 6%, omdat zij vindt dat de sector ook arbeidsintensief is en
zij denkt zo het zwartwerk te kunnen tegengaan.
04.01 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang) : Après le sommet
européen des ministres des
Finances, mardi, il n'est pas
encore certain que la réduction du
taux de TVA dans le secteur de la
construction sera maintenue, alors
qu'elle est reportée pour le secteur
de l'horeca.
Lundi, la fédération Horeca
Vlaanderen a lancé un appel
poignant pour que le taux de TVA
soit ramené de 21 à 6 %. Je sais
que notre ministre et la France
sont partisans de cette réduction.
Que veut obtenir le ministre
vendredi? Va-t-il présenter deux
autres secteurs d'activité à fort
coefficient de main-d'oeuvre si la
réduction de la TVA n'est pas
maintenue pour la construction et
si elle est refusée pour l'horeca?
Les coiffeurs, qui représentent
aussi un secteur à forte intensité
de main d'oeuvre, sont également
demandeurs.
04.02 Georges Lenssen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, zowel Frankrijk als België hebben op iedere Ecofinraad
ervoor gepleit om de BTW op de horeca te verlagen.
Onlangs heeft de premier in een onderhoud met kanselier Merkel er
nogmaals op aangedrongen het strakke Duitse standpunt hierin te
herzien. Vorige week dinsdag was er een Europese Ministerraad van
Financiën en daar is men niet tot een vergelijk gekomen over het
voorliggende compromis. Dit hield in dat voor bepaalde
arbeidsintensieve diensten de BTW verlaagd zou kunnen worden tot
31 december 2010. Het standpunt van Duitsland inzake de horeca en
de vragen die Frankrijk en België hebben gesteld, is even hard
gebleven. Er was geen enkele mogelijkheid om de horeca mee in de
lijst op te nemen. Inzake het compromis gingen landen als Polen,
Tsjechië en Cyprus niet akkoord en daardoor is ook het normale
compromis op de helling komen te staan. Horeca Vlaanderen en
Unizo hebben gevraagd of, indien de BTW-verlaging voor de horeca
niet kon gerealiseerd worden, er eventueel alternatieven konden
komen.
Mijnheer de minister, ziet u nog een mogelijkheid dat de Europese
Commissie alsnog een verlaging van het BTW-tarief toelaat? Indien
niet, bent u dan bereid om eventueel alternatieve maatregelen te
treffen? Zo ja, bent u dan bereid om hiervoor eventueel budgetten aan
te wenden waarin werd voorzien voor de verlaging van de BTW?
04.02 Georges Lenssen (VLD) :
Lors de chaque Conseil Ecofin,
tant la France que la Belgique
demandent instamment une
réduction du taux de TVA
applicable dans le secteur de
l'horeca. Mais l'Allemagne persiste
à s'y opposer. Mardi, les
partenaires européens ne sont pas
parvenus à un accord sur un
compromis prévoyant la
prolongation de la baisse de la
TVA jusqu'à fin 2010 dans un
certain nombre de secteurs à fort
coefficient de main-d'oeuvre dont
ne fait toutefois pas partie
l'horeca.
Horeca Vlaanderen et l'Unizo ont
demandé si d'autres solutions
étaient possibles. Le ministre
estime-t-il qu'il est encore
envisageable de réduire le taux de
TVA?
Dans la négative, est-il disposé à
prendre des mesures de
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
rechange?
A-t-il l'intention d'utiliser à cette fin
les budgets qui devaient servir à
financer la réduction de la TVA?
04.03 Dirk Claes (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vice-
eerste minister, collega's, de regering-Verhofstadt belooft al sinds
2000 dat ze de horecasector op substantiële wijze zal steunen.
Er zijn verschillende ministers verantwoordelijk geweest, waaronder in
een vorige regering minister Daems en minister Moerman die hier
spijtig genoeg niet meer is. Ik had hierover ook graag minister
Verwilghen ondervraagd, maar die is waarschijnlijk weer in het
buitenland, en ook eerste minister Verhofstadt heeft verschillende
beloftes gedaan.
Er is een kleine verbetering gebeurd, met name de verhoging van de
aftrekbaarheid van de restaurantkosten van 50 tot 62,5% op
1 januari 2004. Er werd toen echter gezegd dat die verhoging op
1 januari 2005 naar 75% zou gaan. De regering heeft dat percentage
toen zonder overleg aangepast naar 69%. Dat wil zeggen dat we al
minstens een jaar te laat zijn om die aanpassing tot 75% te doen.
Ook op 1 januari 2006 is die aanpassing tot 75% nog altijd geen feit
en is het op dit moment nog steeds 69%. Ik kan bewijzen dat eerste
minister Verhofstadt hier twee jaar geleden, op 19 februari 2004, heeft
beloofd dat de 6% waarvan we allemaal dromen, zo goed als in orde
was. Ik kan mij niet herinneren dat toen eerste minister Merkel aan de
macht was in Duitsland, maar wel Schröder. Toen heeft eerste
minister Verhofstadt dat beloofd na een telefonische vraag van
minister Daems. Het was in orde en het zou niet lang meer duren.
Wanneer zal er nu eindelijk iets worden gedaan voor de
horecasector? Gezien het feit dat die 6% niet kan worden ingevoerd,
is de federale regering bereid de middelen die een verlaging van de
BTW in de horecasector aan de federale staatskas hadden gekost,
opnieuw en volledig te investeren in deze sector? Indien ja, welke
initiatieven zal deze federale regering op korte termijn nemen ten
voordele van de sector en welk budget staat daartegenover?
04.03 Dirk Claes (CD&V) : Depuis
2000 déjà, le gouvernement
promet un soutien substantiel au
secteur horeca. Jusqu'à présent,
en dépit des promesses de
différents ministres, on n'a pas
dépassé le stade d'une faible
augmentation de la déductibilité
des frais de restaurant.
Actuellement, 69 % des frais sont
déductibles, c'est-à-dire moins que
les 75 % qui avaient été promis
avant le 1
e
janvier 2005. Le 19
février 2004, le premier ministre a
déclaré à la Chambre que
l'abaissement de la TVA était
pratiquement chose faite.
Quand verra-t-on enfin des faits
concrets?
Le gouvernement est-il disposé à
investir dans le secteur les
moyens qui auraient été
nécessaires à l'abaissement de la
TVA?
Quelles initiatives va-t-il prendre à
court terme?
Sur quel budget peut-il se baser à
cet effet?
04.04 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mevrouw,
mijne heren, ten eerste, wij zijn sinds 1999 reeds voorstander van een
verlaagd BTW-tarief voor arbeidsintensieve diensten, maar ook voor
de horeca, ook een arbeidsintensieve dienst. Misschien kan het ook
nog op andere vlakken, zoals ik altijd al heb gezegd in deze Kamer,
zoals met betrekking tot schoolgebouwen en tuinartikelen. Er zijn
trouwens nog andere vragen van België. Het was echter geen belofte,
mijnheer Claes. Er is steeds gezegd dat wij naar de Europese Raad
moesten gaan en dat wij een unanimiteit moesten hebben na een
voorstel van de Europese Commissie. Het is niet zo gemakkelijk om
dat te bekomen.
Ik wil duidelijk zijn. Voor de horeca was het mogelijk om een verlaagd
tarief te hebben in 1992. Destijds, met de vorige regering, werd dat
niet gevraagd. Luxemburg heeft dat gevraagd en zij hebben nu een
tarief van 3%. In 1992 heeft de Belgische regering niets gevraagd en
dus leven wij nu met een tarief van 21%. Wij proberen om tot een
04.04 Didier Reynders, ministre:
Depuis 1999 déjà, nous sommes
partisans d'un taux de TVA réduit
pour les services à fort coefficient
de main d'oeuvre tels que ceux
relevant de l'horeca mais pour
appliquer cette mesure, il faut une
décision unanime du Conseil de
l'UE sur proposition de la
Commission, ce qui n'est pas une
sinécure.
En 1992, on aurait pu obtenir une
réduction de TVA pour l'horeca.
C'est le Luxembourg, où le taux
est aujourd'hui de 3 %, qui l'avait
alors demandée. Mais la Belgique,
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
verlaagd tarief te komen. Om duidelijk te zijn, het was in het verleden
mogelijk om dat te doen, maar het werd toen niet gedaan.
Mijnheer de voorzitter, ten tweede, waar staan wij nu met dat verhaal?
Het is een zeer lang verhaal. In 2000 was het mogelijk om naar een
verlaging te gaan voor arbeidsintensieve diensten, eerst en vooral
voor de renovatie van de woningen van meer dan vijf jaar oud, maar
ook voor de herstelling van fietsen en dergelijke. Het werd in de
eerste plaats evenwel ingevoerd voor de renovatie van gebouwen.
Het was mogelijk om een verlenging te krijgen tot en met nu, zonder
enig probleem. Voor de horeca was dat onmogelijk. Frankrijk en
België, waren reeds voorstander in 1999 van een verlaagd tarief,
maar wij hebben totnogtoe geen akkoord met de andere landen.
Er is nog een negatieve reactie vanuit Duitsland. Wij hebben
geprobeerd om een oplossing te vinden voor de volgende maanden.
Mijnheer de voorzitter, om kort te zijn, wij hebben nu een akkoord met
22 landen en de Europese Commissie. De Europese Commissie gaat
akkoord met ons voor een verlaagd tarief in de horeca, in restaurants,
zonder enig probleem. Duitsland gaat niet akkoord. Wij hebben nu
echter een akkoord met 22 landen en de Europese Commissie om
het volgende te doen.
Ten eerste, wij hebben een akkoord voor een verlenging van de
verlaagde tarieven van BTW voor arbeidsintensieve diensten tot en
met eind december 2010, vijf jaar meer dus zonder enig probleem.
Ten tweede, wij hebben een akkoord om een studie, een verslag, te
vragen aan een onafhankelijk orgaan, op vraag van de Commissie,
voor een aantal andere diensten, inclusief de horeca. Het is de eerste
keer dat het zo duidelijk staat in een tekst van de Europese Raad. Die
studie moet er zijn tegen juni 2007. Wij moeten dus komen tot een
beslissing in juni of juli 2007, na een verslag, om naar een verlaagd
tarief van BTW voor de horeca in te voeren.
Wij wachten nu dus tot het einde van de week om een akkoord te
bereiken met de drie resterende landen, Tsjechië, Polen en Cyprus.
Als dat mogelijk blijkt, dan willen wij verder gaan voor de
arbeidsintensieve diensten. Ik zal aan de horecasector, niet alleen in
België, maar ook in andere landen zoals Frankrijk en misschien
Nederland, vragen om samen een dossier klaar te maken voor de
Europese Commissie, waaruit blijkt dat een verlaagd BTW-tarief een
zeer positieve invloed heeft op de creatie van jobs en op de
economische groei, zonder een negatief effect te hebben op de
interne markt.
Dat moet dus mogelijk zijn. Dat verhaal loopt normaal gezien tot en
met juni 2007.
Wij hebben al een verhoging van de aftrekbaarheid van de
restaurantkosten tot 69% goedgekeurd. Bij de vorige meerderheden
was dat slechts 50%. We hebben gezegd dat we wel verder kunnen
gaan, maar dat we ook een code of conduct nodig hebben van de
sector. Daarover zijn er thans onderhandelingen aan de gang tussen
de minister van Economische Zaken en de sector.
We hebben ook een aantal beslissingen genomen in verband met de
elle, n'avait alors rien demandé...
En 2000, nous sommes parvenus
à prolonger jusqu'à aujourd'hui un
taux réduit pour certains services
à fort coefficient de travail comme
la rénovation de logements ou la
réparation de bicyclettes. Mais
pour l'horeca, cela ne s'est pas
avéré possible.
Aujourd'hui, 22 États membres et
la Commission européenne se
sont mis d'accord pour prolonger
jusqu'à fin décembre 2010 la
réduction de TVA pour les
services à fort coefficient de travail
et pour charger des experts
indépendants de rédiger un
rapport sur une réduction
analogue pour d'autres services,
en ce compris ceux relevant de
l'horeca.
Le rapport doit être prêt pour juin
2007, afin qu'une décision puisse
être prise en juin ou en juillet de
cette année. Il faudra encore
attendre de voir si les trois pays
restants la Tchéquie, la Pologne
et Chypre se rallient à cet
accord.
Nous pouvons demander au
secteur horeca de ces différents
pays de constituer un dossier
destiné à démontrer qu'une
diminution de la TVA pourrait
contribuer à la création d'emplois
et à une hausse de la croissance
économique sans effets négatifs
pour le marché intérieur.
Nous envisageons toujours
d'augmenter la déduction des frais
de restaurant, mais un code de
conduite devra d'abord être
élaboré en la matière. Nous avons
du reste déjà diminué également
les charges sociales pour le
secteur horeca.
En ce qui concerne la rénovation
d'habitations, nous devrons soit
maintenir le taux de 6 % avec
l'approbation de l'Europe, soit
rembourser 15 %.
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
verlaging van de sociale lasten voor de jobs in de horecasector. Ik
denk dat het mogelijk moet zijn om nog nieuwe initiatieven te nemen
voor de horecasector.
Ten slotte wil ik klaarheid scheppen wat betreft de renovatie van
woningen. Het is altijd mogelijk dat bijvoorbeeld Cyprus of de
Tsjechische republiek een negatieve positie innemen. Ik heb altijd
gezegd dat het tarief 6% moet blijven, ofwel met een goedkeuring,
dus een echte tarificatie van 6%, ofwel met een terugbetaling van
15% aan de mensen die renovatiewerken willen uitvoeren. Wij
hebben nu ervaring in dat verband en misschien kunnen wij dus een
tweede poging ondernemen voor de terugbetaling van een aantal
facturen. Werken met een ander tarief dan 6% is onmogelijk.
Kortom, ik hoop het verlaagde tarief voor arbeidsintensieve diensten,
inclusief de renovatie van woningen, te kunnen voortzetten tot en met
2010.
Wat de horeca betreft, moeten we nu meer doen tot en met 2007. We
moeten niet alleen bijvoorbeeld Duitsland en nog een of twee andere
landen overtuigen. We moeten ook meer doen om tot een verlaging
van de sociale lasten in de horecasector te komen, en misschien een
verhoging van de aftrekbaarheid van restaurantkosten, of andere
positieve fiscale maatregelen.
04.05 Marleen Govaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de minister, het
verlagen van belastingen is inderdaad voor iedereen goed. Het
verhaal van Duitsland klopt echter niet. Als men in Duitsland de BTW
verhoogt, is het nog altijd maar tot 19%, terwijl wij met 21% zitten, het
allerhoogste tarief van Europa.
Ook voor de petroleumsector zitten wij met 21% BTW. Dus, hoe
hoger de prijs van de petroleum, hoe meer inkomsten de Staat toch
heeft. Ik blijf daarbij en ik herhaal het: wij hebben het hoogste BTW-
tarief van Europa.
Ik herhaal nogmaals dat wij al heel lang twee voorstellen hebben
ingediend in verband met 6% BTW in de horeca en in verband met
100% aftrekbaarheid als beroepsonkosten van de kosten die gemaakt
worden in restaurants.
Het belangrijkste is dat de BTW hier in België het hoogst is in heel
Europa.
Eigenlijk heb ik ook geen antwoord gehoord inzake de kappers, maar
misschien is daar helemaal geen sprake van? In andere landen wel,
maar hier niet? Dus, hier gaat het over de horeca en de bouw?
04.05 Marleen Govaerts (Vlaams
Belang) : Si le taux de TVA était
augmenté en Allemagne, il ne
s'agirait toujours que de 19 %.
Notre taux de 21 % est le plus
élevé d'Europe. Il s'applique aussi
au secteur pétrolier, si bien que la
hausse des prix pétroliers remplit
généreusement les caisses de
l'État.
Nous avons déjà déposé deux
propositions de loi tendant à
réduire le taux de TVA et à rendre
les frais de restaurant déductibles
à 100 % à titre de frais
professionnels.
Je n'ai pas obtenu de réponse à
ma question relative aux coiffeurs.
04.06 Georges Lenssen (VLD): Mijnheer de minister, het verheugt
mij te horen dat u bereid bent maatregelen te treffen ten gunste van
de horecasector, ook indien men niet tot een vergelijk komt. Maar als
ik u goed begrepen heb, heeft België in 1992 eigenlijk een historische
kans laten liggen om voor de horeca het BTW-tarief van 6% te
verkrijgen.
Laten wij hopen dat het evaluatierapport dat voor 2007 wordt
opgemaakt, een gunstige evolutie brengt voor de horeca, zodat het
mogelijk is om vanaf juni 2007 toch het verlaagde tarief toe te passen.
04.06 Georges Lenssen (VLD) :
Nous nous réjouissons d'entendre
que le ministre est disposé à
prendre des mesures au bénéfice
du secteur de l'horeca, même en
l'absence d'accord. En 1992, la
Belgique a laissé passer une
occasion historique. J'espère que
le rapport d'évaluation aura un
effet positif.
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
04.07 Dirk Claes (CD&V): Geachte mijnheer de minister, uw
antwoord is weer een antwoord van veel beloften: u zult het allemaal
wel eens bekijken. De horeca heeft echter nood aan concrete
maatregelen.
In 2005 waren er 1.400 faillissementen en de voorbije zes jaar waren
er 7.200 faillissementen. Dat bewijst dat de maatregelen die tot nu toe
genomen zijn, onvoldoende zijn. Die maatregelen zijn niet
daadkrachtig genoeg.
Wij stellen daarom voor om concrete maatregelen te nemen.
Ten eerste, voer de 75% in, en ga desnoods naar de 100%
aftrekbaarheid.
Ten tweede, waarom denkt u niet aan het voorstel van de heer
Stevaert om de restaurantkosten voor iedereen aftrekbaar te maken,
weliswaar beperkt tot een bepaald bedrag?
Ten derde, wat betreft gelegenheidsarbeid zou u kunnen zorgen voor
een forfaitaire RSZ-bijdrage. Zorg ook voor een bevrijdende
voorheffing voor de werknemers die dat werk doen.
Dat zijn volgens mij concrete maatregelen. Het water - of liever het
schuim - staat de sector nu tot aan de lippen. Ik kan me niet
voorstellen dat de sector kalm zal blijven. Ik verwacht zeker en vast
acties indien betrokkenen op korte termijn geen resultaten zien.
04.07 Dirk Claes (CD&V) : Cette
réponse est truffée de promesses,
mais l'horeca a besoin de mesures
concrètes. Le grand nombre de
faillites démontre que les
dispositions prises jusqu'ici n'ont
pas suffi. Nous insistons pour que
la déductibilité des frais de
restaurant soit immédiatement
portée à 75 %. Pourquoi ne pas
mettre en oeuvre la proposition de
M. Stevaert de donner à chaque
contribuable la possibilité de
déduire un montant limité à titre de
frais de restaurant? Pourquoi ne
pas rendre forfaitaires les
cotisations qui sont dues à l'ONSS
pour du travail occasionnel?
Le secteur horeca connaît de très
importantes difficultés et des
actions pourraient suivre si aucune
initiative n'est prise rapidement.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en
Consumentenzaken over "de overname van het huurcontract van de verdiepingen van De Post in het
WTC II-gebouw" (nr. P1185)
05 Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la
Protection de la consommation sur "la reprise du contrat de location des étages de La Poste dans
l'immeuble WTC II" (n° P1185)
05.01 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de vice-eerste minister, de regering heeft de laatste weken
van december ijlings en schrijlings moeten zoeken naar euro's en
eurocenten om tenminste haar begroting boekhoudkundig in
evenwicht te krijgen. Ik denk aan de pensioenfondsen, de verkoop en
het terughuren van gebouwen, de doorschuif van facturen die niet
werden betaald, en uiteraard ook aan de lening van de
petroleummaatschappijen. De regering was blijkbaar niet aan haar
proefstuk. Dat las ik vanmorgen. Blijkbaar zou dit ook reeds vorig jaar
hebben plaatsgevonden.
Blijkbaar volstond dit allemaal niet. Deze regering heeft het ook nodig
geacht om huurverplichtingen die De Post had in de WTC II-toren
over te nemen. Er was reeds een engagement van deze regering in
de zomer. Tijdens het jaareinde werd er blijkbaar nog onderhandeld,
maar uiteindelijk is de kogel door de kerk. Dat lees ik in de pers en
het bleek uit een antwoord dat ik gisteren kreeg van minister
Reynders. De Belgische Staat neemt de huurverplichtingen over die
De Post had in de WTC II-toren.
05.01 Servais Verherstraeten
(CD&V): Le gouvernement a pris
toute une série de mesures
uniques afin d'équilibrer le budget
d'un point de vue comptable.
Comme cela ne suffisait
manifestement pas, le
gouvernement a repris les
obligations locatives de La Poste
dans la tour WTC II.
La ministre est-elle impliquée dans
cette opération de transfert? Quel
en est le coût? Dans quelle
mesure et à partir de quand
l'Inspection des finances est-elle
intervenue dans le dossier? Quel
était son avis? Quelles charges
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
Mevrouw de minister, als minister van Begroting, en uiteraard als
vice-eerste minister, bent u toch deels bij deze operatie betrokken,
want het is een doorschuifoperatie. Meer in het bijzonder is de vraag
hoeveel die doorschuifoperatie kost in de toekomst. In welke mate en
vanaf wanneer werd de Inspectie van Financiën, die onder uw
bevoegdheid ressorteert, bij dit dossier betrokken? Wat dacht zij
daarvan? Welk advies heeft zij daarover gegeven? Welke lasten
neemt de Belgische Staat op zich? Wat zal het de belastingbetaler
kosten? Wat zijn daartegenover de verplichtingen van De Post en
eventueel de privé-eigenaar?
seront endossées par l'Etat belge?
Quelles sont les obligations de La
Poste et éventuellement du
propriétaire privé?
05.02 Minister Freya Van den Bossche: (...) begrotingscontrole van
juli 2005 werd door de Ministerraad beslist om de huurovereenkomst
van de WTC II-toren over te nemen van De Post dat is gebeurd op
verzoek van De Post met ingang van 1 januari 2009, voor een
duurtijd van 10 jaar.
De Inspectie werd om advies verzocht toen de behoefte-invulling door
de Regie der Gebouwen werd gemaakt, op basis waarvan
vanzelfsprekend ook Begroting kan inschatten of de invulling van dat
gebouw wel of niet kostenefficiënt is. De Inspectie heeft op 8
december geoordeeld dat de scenario's die de Regie voorstelde niet
interessant waren en heeft zich daarover ongunstig uitgesproken.
Daarom heeft de Ministerraad op 23 december beslist om enerzijds
bij de beslissing van juli 2005 te blijven om de huur over te nemen,
maar anderzijds om de scenario's voor herhuisvesting niet te
aanvaarden en een nieuw behoefteprogramma aan de Regie der
Gebouwen te vragen en dat voor te leggen aan de Ministerraad voor
de begrotingscontrole 2006.
Na afloop van die beslissing op 23 december 2005 is De Post haar
laatste onderhandelingsronde met de Denen gestart. Na de afronding
daarvan heeft De Post de 20 miljoen euro in de begroting gestort. De
reden waarom dit in dit specifieke dossier in 2005 is gebeurd, is dat
de overeenkomst van juli opgenomen is in de overeenkomst die De
Post heeft gesloten met de toekomstige partner, daarvan integraal
deel uitmaakt en de toekomstige partner zich akkoord heeft verklaard
met die overeenkomst op basis van dat gegeven, namelijk dat mits de
betaling van 20 miljoen euro van De Post aan de overheid, de
overheid het contract zou overnemen voor 10 jaar vanaf 2009. Het
was om die reden absoluut noodzakelijk om die overeenkomst nog in
2005 te maken opdat zij met een nieuwe boekhouding konden starten
vanaf 1 januari 2006, zoals ook bleek uit de afspraken tussen De Post
en haar toekomstige partner. Dat is de reden van de timing. Er is
echter nog geen akkoord verleend en men heeft erop aangedrongen
dat een nieuw behoefteprogramma wordt bekeken door de Regie der
Gebouwen dat voor de begrotingscontrole 2006 moet worden
voorgelegd.
05.02 Freya Van den Bossche,
ministre: Lors du contrôle
budgétaire de juillet 2005, le
conseil des ministres a décidé de
prendre à son compte le bail de La
Poste pour la tour WTC II. A la
demande de La Poste, le bail sera
repris à partir du 1er janvier 2009
pour une durée de dix ans. L'avis
de l'Inspection des finances a été
demandé lorsque la Régie des
Bâtiments a procédé à un relevé
des besoins. L'Inspection a donné
le 8 décembre un avis défavorable
sur les scénarios proposés par la
Régie. Le 23 décembre, le conseil
des ministres a maintenu sa
décision de reprendre le loyer à
son compte mais il a refusé les
scénarios de relogement et il a
demandé à la Régie des
Bâtiments de dresser un nouveau
plan des besoins qui devra lui être
soumis en vue du contrôle
budgétaire 2006. La Poste a
ensuite entamé le dernier cycle de
négociations avec les Danois et à
l'issue de ces négociations La
Poste a versé un montant de 20
millions d'euros à l'Etat. Le
versement s'est effectué en 2005
étant donné que la convention de
juillet fait partie de la convention
conclue entre La Poste et son
futur partenaire. Une nouvelle
comptabilité a ainsi pu être mise
en route à partir du 1er janvier
2006.
05.03 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. In de plenaire
vergadering vlak voor Kerstmis heeft vice-eerste minister Reynders,
bevoegd voor de Regie der Gebouwen, duidelijk gezegd dat over die
operatie zou worden onderhandeld, maar dat de Inspectie van
Financiën daarbij tot op het laatste moment zou worden betrokken. Dit
is, dat leid ik af uit uw antwoord en dat van de minister gisteren in de
05.03 Servais Verherstraeten
(CD&V): M. Reynders a clairement
déclaré, juste avant la Noël, que
cette opération ferait l'objet de
négociations, mais que
l'Inspection des Finances y serait
associée jusqu'à la fin. Je déduis
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
commissie, niet gebeurd. U hebt alleen rekening gehouden met het
advies van de Inspectie van Financiën van 8 december 2005. Wat
stond in dat advies, mevrouw de vice-eerste minister? Dat was
vernietigend. Daarin stond: doe het niet, het gaat 3 keer meer kosten
dan de 20 miljoen euro die men van De Post zal krijgen. 60 miljoen
tegenover 20 miljoen euro.
U zegt nu dat er wijzigingen zijn. Het behoefteprogramma zal opnieuw
worden bekeken. Wat heeft de Regie der Gebouwen destijds over
deze operatie gezegd? Wij hebben dat niet nodig. Wij hebben de
behoefteprogramma's van de diverse FOD's en POD's. Wij hebben
een hoop gebouwen verkocht en opnieuw ingehuurd. Wij hebben de
oppervlaktes te onzer beschikking en met het oog op de vierkante
meters die wij nu ter beschikking hebben en dat voor lange tijd
hebben wij geen bijkomende vierkante meters meer nodig.
Niettegenstaande dit, huurt men toch in zonder rekening te houden
met het negatieve advies. Met de beperkte wijzigende elementen die
weinig relevant zijn, wordt geen rekening gehouden.
De Inspectie van Financiën wordt niet om bijkomend advies gevraagd.
Er wordt gewoon geïncasseerd. Wat is de echte reden waarom er
geïncasseerd moest worden? Er moest geïncasseerd worden voor 31
december zodat het nog kon terechtkomen in de begroting van 2005,
zodat u van uw collega van Financiën bloemen kon krijgen voor een
zogezegd evenwichtige begroting; een begroting die louter een
boekhoudkundige operatie is, maar totaal niet meer strookt met de
realiteit, mevrouw de minister.
We hebben te doen men een jonge vice-eerste minister en minister
van Begroting die een jonge generatie vertegenwoordigt. Dat siert
haar. Ik wens haar de eeuwige jeugd toe. Het siert minder deze
regering, mijnheer de voorzitter, dat precies die jonge generatie die
rekeningen allemaal zal voorgeschoteld krijgen in de toekomst. CD&V
betreurt dit.
de la réponse de la ministre
aujourd'hui ainsi que de celle de
M. Reynders en commission hier
qu'il n'a été tenu compte que de
l'avis du 8 décembre 2005. Selon
cet avis, les coûts seraient trois
fois plus élevés que les 20 millions
d'euros qui proviendraient de La
Poste. D'après les programmes
des besoins dont disposait la
Régie des Bâtiments, cette
superficie supplémentaire n'était
pas nécessaire. Pourtant, elle sera
reprise en location. On encaisse
simplement de l'argent pour le
budget 2005.
Je regrette que la prochaine
génération doive payer l'addition à
l'avenir.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Alain Courtois au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "la conformité
des installations du Stade Roi Baudouin" (n° P1186)
06 Vraag van de heer Alain Courtois aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "de gebreken aan het Koning Boudewijnstadion" (nr. P1186)
06.01 Alain Courtois (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, comme beaucoup, j'ai été assez surpris par le rapport
élaboré au sein de la cellule du ministère de l'Intérieur, chargée des
infrastructures sportives et particulièrement du stade Roi Baudouin.
En effet, elle estime que ce stade est désuet et ne peut plus répondre
aux normes de sécurité élémentaires. Pourtant, c'est cette même
cellule qui, en 1998, avait signé le document transmis à l'UEFA en
vue de l'obtention de l'organisation par la Belgique de l'Euro 2000.
Depuis cette année-là, aucune transformation en termes
d'infrastructure n'a été effectuée dans ce stade. Je me pose donc la
question de savoir si cette cellule n'adopte pas une attitude
stakhanoviste vis-à-vis de certains stades belges, ce d'autant lorsque
je considère les stades européens.
06.01 Alain Courtois (MR): De
cel die bij het ministerie van
Binnenlandse Zaken met de
sportinfrastructuur is belast, is van
oordeel dat het Koning
Boudewijnstadion verouderd is en
niet langer aan de elementaire
veiligheidsnormen beantwoordt.
Nochtans had diezelfde cel in
1998 het document ondertekend
dat aan de UEFA werd bezorgd
om Euro 2000 in België te kunnen
laten doorgaan. Sindsdien werden
in dat stadion geen nieuwe
infrastructuurwerken meer
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
Monsieur le ministre, sur quels éléments cette cellule s'est-elle basée
pour déclarer ce stade non conforme?
uitgevoerd. Op welke gegevens
baseert die cel zich nu om te
verklaren dat het stadion niet meer
aan de normen beantwoordt?
06.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, monsieur
Courtois, la cellule foot de mon département a effectivement procédé
à une inspection.
Vous devez savoir que les inspections sont basées sur les normes qui
ont été fixées dans un arrêté royal qui tient compte des textes de l'UE
en la matière.
Par ailleurs, il m'est impossible de me prononcer sur le caractère des
infractions compte tenu du fait que la procédure est toujours en cours.
Il est donc assez délicat d'évoquer cette question dans le cadre d'un
débat public.
Toutefois, je ne veux courir aucun risque lorsqu'il s'agit de sécurité.
Nous savons tous que le stade en question a été, il y a vingt ans, le
théâtre d'un drame. Vous comprendrez donc que ma priorité soit de
veiller à la sécurité offerte par les stades de football.
Par ailleurs, des constats inacceptables ont été faits et la situation doit
donc évoluer.
Le stade a été rénové en 1995; la loi football date de 1998, mais des
arrêtés royaux ont été modifiés. Compte tenu de cette évolution, il est
normal de constater aujourd'hui des éléments non constatés voilà
quelques années.
Dire que cette cellule foot est incompétente, c'est aller trop loin. Je
sais que vous ne l'avez pas dit ici mais dans la presse.
06.02 Minister Patrick Dewael:
De inspecties verlopen volgens de
normen die werden vastgelegd in
een koninklijk besluit dat rekening
houdt met de voorschriften die
binnen de Europese Raad werden
uitgewerkt. Ik kan me onmogelijk
uitspreken over de aard van de
inbreuken omdat het onderzoek
nog loopt.
Het stadion werd in 1995
gerenoveerd maar de voetbalwet
stamt uit 1998. Ondertussen
werden al enkele koninklijke
besluiten gewijzigd. Voorts werden
er onaanvaardbare toestanden
vastgesteld. Zo lag er benzine op
een onbeveiligde plek opgeslagen.
Als er ooit tijdens een evenement
slachtoffers vallen, zal men de
minister van onbekwaamheid
beschuldigen.
06.03 Alain Courtois (MR): Monsieur le ministre, je peux redire ici
cette incompétence, sans problème. En effet, vous avez fait allusion à
1995 et à 1998, mais ce stade a accueilli l'Euro 2000, le troisième
événement sportif au monde. Je vous assure que, depuis 2000, il n'y
a eu aucune modification des escaliers. Donc affirmer aujourd'hui que
la largeur des escaliers ne correspond pas aux normes exigées est
tout à fait ridicule.
Probablement que des arrêtés royaux ont été pris par la suite, encore
plus rigoureux, mais cela n'a rien à voir avec ce qui doit se passer
dans le stade.
Pour conclure, monsieur le ministre, je trouve qu'il faudrait, plutôt que
de consacrer son temps à la largeur des escaliers, s'arranger dans ce
pays pour s'occuper de la qualité des infrastructures, notamment des
stades, pour d'éventuels grands projets à venir.
06.03 Alain Courtois (MR): In dat
stadion vond Euro 2000 plaats.
Sinds 2000 werden de trappen niet
meer aangepast. Beweren dat die
trappen volgens de normen te
smal zijn, is te gek om los te
lopen.
06.04 Patrick Dewael, ministre: J'ajouterai simplement un mot. Si
l'on rédige un procès verbal, on dira que les inspecteurs sont trop
sévères et incompétents. Si, un jour, un événement a lieu, provoquant
des victimes, on dira que le ministre est incompétent.
Un élément: on a constaté à un endroit une réserve d'essence dans
un espace non sécurisé pour l'incendie. Voilà un fait au sujet duquel
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
je ne plaisante pas, surtout lorsqu'il s'agit de la sécurité des gens.
06.05 Alain Courtois (MR): Bien sûr, je n'ai aucun problème avec un
tel cas. J'ai également lu que de l'essence, des matières
inflammables étaient entreposées dans certaines parties du stade.
Ce que je veux dire, c'est que les escaliers étaient valables en 1998,
1999 et 2000 et qu'aujourd'hui, par l'effet du Saint-Esprit, ils ne le sont
plus! C'est ridicule et incompétent.
06.06 Patrick Dewael, ministre: L'arrêté royal a été modifié.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de Mme Zoé Genot au vice-premier ministre et ministre de l'Intérieur sur "l'absence de
circulaire concernant les élections communales" (n° P1187)
07 Vraag van mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
over "het uitblijven van een omzendbrief betreffende de gemeenteraadsverkiezingen" (nr. P1187)
07.01 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, monsieur le
ministre, en 2004, nous avons accordé avec plaisir en tout cas pour
certains le droit de vote aux étrangers non Européens. C'est un défi
important de permettre à tous de participer aux prochaines élections
communales, les Européens comme les non-Européens, mais les
règles du jeu ne sont toujours pas claires.
Je vous avais interrogé en juin, puis en octobre dernier et enfin le 11
janvier pour que les règles du jeu soient connues et qu'on puisse
réaliser une campagne d'information. Les campagnes d'information
ont commencé et la plupart des communes ont placé des affiches,
livré des explications dans leurs publications et demandé aux gens de
s'inscrire et de participer à la vie de leur commune, tout cela sans être
à même de donner une information exacte sur les conditions
d'inscription.
Vendredi, bonne surprise: les arrêtés ont été publiés et on a obtenu
les formulaires pour s'inscrire. Seulement, quand des personnes
viennent remplir ces formulaires, on ne peut toujours pas leur dire
exactement s'ils remplissent les conditions. Quand vous avez
répondu en commission, vous avez tracé les grandes lignes de ces
conditions. Il fallait être inscrit au moment de la demande dans le
registre de la population ou dans le registre des étrangers. Une
méthode simple pour le calcul des cinq ans par les communes
pourrait être de vérifier que ces personnes ont eu un séjour régulier et
qu'ils ont été couverts soit par le registre de la population, soit par le
registre des étrangers, soit par le registre d'attente ou par des
documents comme une annexe 35.
Mais pour leur donner ces réponses, il nous faut les documents. Vous
m'avez répondu, il y a quinze jours, que le document était prêt, qu'il
était sur votre bureau, qu'il n'attendait que votre signature. J'espère
qu'aujourd'hui vous allez m'annoncer qu'il est signé et qu'il est parti au
Moniteur.
07.01 Zoé Genot (ECOLO): In
2004 hebben wij stemrecht
verleend aan niet-Europese
vreemdelingen. Ik had u
ondervraagd naar de spelregels,
opdat iedereen zou weten waar hij
aan toe was en wij een
informatiecampagne zouden
kunnen opzetten. De bewuste
besluiten werden vrijdag
gepubliceerd, en de
inschrijvingsformulieren waren
verkrijgbaar. Alleen kan men
diegenen die die formulieren
komen invullen, nog altijd niet
precies vertellen of ze nu al dan
niet aan de voorwaarden voldoen.
In de commissie heeft u de
krachtlijnen van die voorwaarden
uiteengezet. Veertien dagen
geleden heeft u mij geantwoord
dat het document waarin een en
ander toegelicht wordt, enkel nog
door u ondertekend hoefde te
worden. Is dat intussen gebeurd,
en werd het document inmiddels
gepubliceerd?
07.02 Patrick Dewael, ministre: Monsieur le président, je voudrais
revenir sur quelques éléments. Il s'agit d'abord d'une loi votée suite à
une initiative parlementaire. À un moment donné, le gouvernement a
07.02 Minister Patrick Dewael:
Het is het Parlement dat het
initiatief genomen heeft tot die wet.
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
constaté qu'elle visait les non-Européens alors que cela n'était même
pas inscrit dans la loi et qu'il était nécessaire pour pouvoir voter dans
notre pays, de prouver un séjour légal dans notre pays. Devant
appliquer la loi, je demande un minimum de sécurité juridique. Si le
législateur a omis cette précision, il était nécessaire d'y remédier.
C'est ce qu'on a fait. C'est la loi qui a été votée par le Parlement le 23
décembre dernier. Ensuite, j'ai publié les arrêtés royaux, les arrêtés
d'exécution le 20 janvier, vendredi passé. Avouez que pour une loi
adoptée le 23 décembre 2005, ce n'est pas mal de publier les arrêtés
d'exécution dans le Moniteur le 20 janvier 2006.
A présent, il faut bien préciser les catégories. Il faut un séjour légal
pendant cinq ans dans notre pays. Il faut maintenant fixer les groupes
cibles. Ce sont les ressortissants extra-communautaires qui ont soit
un certificat d'inscription au registre des étrangers, soit une carte
d'identité d'étranger et qui sont inscrits depuis au moins cinq ans au
registre des étrangers ou au registre de la population.
Tout cela est repris dans une circulaire qui sera publiée dans les
prochains jours. Compte tenu de la modification de la loi, n'allez pas
reprocher au ministre de l'Intérieur d'aller "op zijn beloop".
De regering heeft vastgesteld dat
de wet het wettelijk verblijf niet
vermeldde als voorwaarde. Zij
heeft de nodige verbeteringen
aangebracht in een aanvullende
wettekst, die op 23 december
2005 aangenomen werd. Het
uitvoeringbesluit is op 20 januari
jongstleden in het
Belgisch
Staatsblad verschenen. Geef toe
dat dat snel is!
Dan moest de doelgroep nog
worden gedefinieerd. Het betreft
niet-EU-onderdanen die ofwel in
het bezit zijn van een bewijs van
inschrijving in het
vreemdelingenregister, ofwel van
een identiteitskaart
voor
vreemdelingen, en sinds vijf jaar in
het vreemdelingen- of
bevolkingsregister zijn
ingeschreven. Die elementen
staan in een circulaire die in de
komende dagen zal worden
gepubliceerd. Gelet op de
wetswijziging kan men de minister
van Binnenlandse Zaken moeilijk
verwijten dat hij te lang talmt.
07.03 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le ministre, je note simplement
qu'il y a quinze jours, vous disiez que le document était prêt sur votre
bureau; en fait, il n'est toujours pas signé! Je ne pense pas qu'il faille
quinze jours pour signer un document. J'espère donc le voir
paraître...
07.03 Zoé Genot (ECOLO):
Veertien dagen geleden zei u mij
dat het document klaar was; ik
hoop dan ook dat het snel zal
worden gepubliceerd zodat de
gemeenten aan de slag kunnen
gaan.
07.04 Patrick Dewael, ministre: Il est signé.
07.05 Zoé Genot (ECOLO): C'est une bonne nouvelle! J'espère
donc qu'il sera publié rapidement car ce document est indispensable
pour que nous puissions commencer réellement le travail dans les
communes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Karin Jiroflée aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over "de bestrijding
van alcoholisme" (nr. P1189)
- de heer Benoît Drèze aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken
over "de bestrijding van alcoholisme" (nr. P1190)
08 Questions jointes de
- Mme Karin Jiroflée au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur "la lutte contre
l'alcoolisme" (n° P1189)
- M. Benoît Drèze à la vice-première ministre et ministre du Budget et de la Protection de la
consommation sur "la lutte contre l'alcoolisme" (n° P1190)
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
Le président: Monsieur Drèze, M. Demotte répondra à la question que vous avez posée à Mme Van den
Bossche.
08.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, mijn vraag gaat over het alcoholisme, meer bepaald over het
alcoholgebruik bij jongeren.
Jongeren schijnen steeds meer en steeds jonger te drinken. Deze
week verschenen nieuwe cijfers, deze keer van het OIVO, die
voornoemde stelling bewijzen.
Vier op tien 10- tot 17-jarigen zouden regelmatig alcohol drinken.
Bijna 20% van de 10- tot 12-jarigen hebben al alcohol gedronken.
Daarvan doet 5% dat zelfs regelmatig.
Deze cijfers zijn niets anders dan het verlengde van wat al in andere
studies werd aangetoond. Onder andere de VAD heeft vergelijkende
cijfers. Jongeren drinken steeds meer. Wat mij vooral verontrust, zij
drinken op steeds jongere leeftijd. Het gaat dan echt over heel jonge
tieners van 10 jaar oud.
Bier schijnt daarbij de favoriete drank te zijn, gevolgd door de
alcoholpops.
Anderzijds zijn er studies die aantonen dat alcohol gebruiken voor de
leeftijd van 13 jaar kwalijke gevolgen heeft voor het volwassen leven.
Ik denk aan alcoholafhankelijkheid. Ik denk ook aan psychische
problemen en depressies.
Mijnheer de minister, we hebben de problematiek in de commissie al
meermaals besproken. In mei 2005 hebt u een aantal maatregelen
getroffen via de zogenaamde alcoholconvenant. Deze maatregelen
gingen volgens mij de juiste richting uit. Ze gingen vooral over
reclame voor kinderen. Ze verboden bijvoorbeeld ook alcohol in
automaten aan scholen.
Enerzijds ben ik het eens met de maatregelen die u toen heeft
getroffen. Anderzijds heb ik het ook nooit verheeld dat ik vond dat de
maatregelen niet echt ver genoeg gingen. Sensibilisering ontbreekt
volledig in het plan, wat nochtans heel erg belangrijk blijft. Mijnheer de
minister, ik ben er ook van overtuigd dat we in de richting moeten
gaan van een absoluut verbod op de verkoop van alcohol aan min 16-
jarigen.
Zetten de nieuwe cijfers u aan om de problematiek opnieuw te
bekijken?
Mogen we opnieuw onderhandelingen met de sector verwachten?
Welke maatregelen denkt u in de toekomst op dat vlak nog te treffen?
08.01 Karin Jiroflée (sp.a-spirit) :
Des chiffres du Centre de
recherche et d'information des
organisations de consommateurs
(CRIOC) révèlent que les jeunes
boivent de plus en plus et à un âge
de plus en plus précoce. Quatre
jeunes sur dix entre dix et dix-sept
ans boivent régulièrement.
Presque un cinquième des jeunes
de dix à douze ans a déjà
consommé de l'alcool, dont 5 %
même régulièrement. Les chiffres
se situent dans le prolongement
d'autres études, entre autres de la
`Vereniging voor Alcohol- en
andere Drugproblemen'.
Je m'inquiète surtout du fait que
les jeunes boivent à un âge de
plus en plus précoce. La bière et
les alcopops surtout sont
populaires. Les jeunes qui boivent
de l'alcool avant treize ans
peuvent en subir
les
conséquences à l'âge adulte. Ils
deviennent dépendants et
souffrent de problèmes d'ordre
psychique.
Une convention relative à l'alcool a
été conclue en mai 2005. Des
restrictions ont été imposées en
matière de publicité pour les
enfants et l'alcool a été interdit
dans les distributeurs
automatiques des écoles.
J'approuve ces mesures, mais le
plan n'évoque pas la
sensibilisation. J'estime qu'une
interdiction totale de la vente
d'alcool aux moins de seize ans
doit être instaurée.
La problématique est-elle
réexaminée sur la base des
chiffres inquiétants révélés
récemment?
De nouvelles négociations sont-
elles en cours avec le secteur ? À
quelles mesures la ministre songe-
t-elle?
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
08.02 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ma collègue, Mme Jiroflée, a cité le chiffre interpellant de
40% de jeunes de 10 à 17 ans qui consommeraient de l'alcool en
Belgique. J'ajoute que l'on sait depuis un peu plus longtemps - selon
l'Organisation mondiale de la Santé - qu'un décès sur quatre des
hommes de 15 à 24 ans en Europe serait imputable à l'alcool, ce qui
représenterait tout de même 55.000 décès par an. Ce chiffre est
également significatif.
L'enquête fédérale sur la santé des Belges recommande des
mesures de prévention pour lutter contre l'alcoolisme, en particulier
au niveau des jeunes. Je citerai notamment les propositions et les
recommandations suivantes: la limitation des points de vente,
l'interdiction de la publicité et du sponsoring, la hausse des taxes sur
l'alcool ou encore des avertissements sanitaires adéquats sur les
emballages via l'étiquetage des bouteilles par exemple.
En Communauté française, Catherine Fonck, ministre de la Santé,
vient d'annoncer des mesures de prévention notamment pour les
femmes enceintes, qui constituent un problème spécifique
extrêmement délicat.
Au niveau fédéral - Mme Jiroflée l'a rappelé -, nous avons eu, à
l'initiative de notre collègue Mme Tilmans, une réflexion en
commission de la Santé publique qui a abouti à une résolution
adoptée en séance plénière de la Chambre.
Enfin, dernier élément contextuel, la plate-forme "Les jeunes et
l'alcool", qui regroupe neuf associations et qui est encore évoquée
dans la presse de ce jour, dénonce - je la cite - "l'absence de
législation fédérale". Pourquoi? Parce qu'il existe bien une convention
sous seing privé datant de mai 2005 entre les secteurs économiques,
les consommateurs et le Jury d'éthique publicitaire mais cette
convention n'est pas contraignante.
Au vu de tout ce qui précède, ma question est la suivante.
Le gouvernement dispose-t-il d'un plan fédéral en la matière? Je dis
bien "le gouvernement". J'avais en effet posé la question à Mme Van
den Bossche car la loi sur la protection des consommateurs, qui
relève de sa compétence, n'a, à ce jour, pas trouvé d'application via
arrêté royal pour cette matière. Vous êtes sans doute compétent pour
la Santé, elle l'est également. C'est donc le gouvernement, dans son
ensemble, qui devrait envisager un plan d'action. Y en a-t-il un dans
les cartons?
08.02 Benoît Drèze (cdH): De
cijfers betreffende het
alcoholgebruik zijn verontrustend.
Volgens het federale onderzoek
naar de gezondheid van de Belgen
moet preventief worden
opgetreden, vooral ten aanzien
van de jongeren. De minister van
Volksgezondheid van de Franse
Gemeenschap heeft recentelijk
preventiemaatregelen
aangekondigd. Op het federale
niveau werd een resolutie
goedgekeurd. Het platform
"Jeunes et alcool" klaagt aan dat
daaromtrent geen federale
wetgeving bestaat. Er bestaat wel
een overeenkomst tussen de
economische sectoren, de
gebruikers en de jury voor
ethische praktijken inzake
reclame, maar ze is niet bindend.
Beschikt de regering over een plan
om het alcoholgebruik in te dijken?
08.03 Minister Rudy Demotte: Mijnheer de voorzitter, ik wil vooreerst
zeggen dat ik de verschillende cijfers via de pers heb vernomen. Wij
hebben in de commissie al meermaals de gelegenheid gehad om
terzake analyses te maken en voorstellen te doen.
Een van die voorstellen bestond erin dat de overeenkomst tussen de
verschillende federaties, de jury voor eerlijke praktijken en de
horecasector kon worden bekrachtigd door een wet. Ik kan u
aankondigen dat de wettekst momenteel bij de Raad van State is.
Zodra wij het advies van de Raad van State krijgen, zal de tekst van
de bekrachtiging via een wet aan de Kamer worden voorgelegd.
08.03 Rudy Demotte, ministre:
J'ai, moi aussi, appris ces chiffres
par l'entremise de la presse. Il a
été proposé de confirmer l'accord
entre les fédérations, le Jury
d'éthique publicitaire et le secteur
horeca par le biais d'une loi. Dès
que le Conseil d'État aura donné
son avis, le texte de loi sera
soumis à la Chambre.
En ce qui concerne les mesures
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
Ten tweede, met de complementaire maatregelen begeef ik mij op
een zeer gevoelig terrein, omdat het zich situeert op de
bevoegdheden van de federale overheid en die van de
Gemeenschappen, toch zeker wat de preventie betreft.
complémentaires, je m'engage sur
un terrain délicat, vu que la
prévention se situe quelque part à
mi-chemin entre les compétences
fédérales et communautaires.
J'ai le souci d'agir sur le terrain de la prévention en accord avec mes
collègues des Communautés. C'est la raison pour laquelle ce point a
déjà été porté à l'ordre du jour en commission interministérielle des
ministres de la Santé. L'idée est de faire en sorte qu'à côté des
missions de prévention primaire qui sont celles des Communautés,
nous ayons des actions pointues, qui ne doivent pas être basées sur
l'intuition mais sur une autre enquête, qui n'est pas celle de santé à
laquelle vous avez eu accès par la presse, il y a peu; il s'agit de
l'enquête sur les habitudes alimentaires des Belges, qui vous sera
livrée dans le courant du mois de février. Cette enquête tient
notamment compte de l'usage de l'alcool dans la consommation
ordinaire des différentes catégories de citoyens, selon des logiques
sous-régionales qui permettront éventuellement d'avoir un "fine-
tuning".
Sur cette base, nous déterminerons quelles sont les mesures bonnes
à prendre. Je dois dire que l'attitude prohibitionniste qui me colle
parfois trop à la peau en tant que ministre de la Santé ne me paraît
pas être la meilleure. Néanmoins, nous devons nous inspirer
vraisemblablement des conclusions de ces nouvelles études et revoir
alors quels sont les points sur lesquels il reste des faiblesses.
Ik wil aan preventie doen, in
overleg met mijn collega's van de
Gemeenschappen. Dit punt staat
al op de agenda van de
interministeriële conferentie. Wij
baseren ons op een onderzoek
naar de voedingsgewoonten van
de Belgen om na te gaan welke
maatregelen er getroffen moeten
worden. Prohibitie lijkt mij niet de
juiste aanpak.
08.04 Karin Jiroflée (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik ben heel
blij te merken ik had ook niets anders verwacht dat u nog steeds
zeer bekommerd bent om het probleem. Ik hoor dat er een wet in de
maak is. Ik blijf erbij dat die iets verder zal moeten gaan dan wat er
oorspronkelijk in het convenant stond. We zullen die te zijner tijd
zeker bespreken in de commissie.
Ik wil ook nog eens benadrukken dat het mij echt niet gaat om de
betutteling van jongeren en dat het mij echt niet gaat om die
zeventien- of achttienjarige die eens wat veel gedronken heeft en op
die manier leert om met alcohol om te gaan. Wel ben ik enorm
bezorgd over het feit dat het hier gaat over tien-, elf- en twaalfjarigen.
Dat zijn in mijn ogen kinderen. Ik vind dat we daarvoor voortdurend
alert moeten zijn.
08.04 Karine Jiroflée (sp.a-spirit):
Je me réjouis de constater que le
ministre est préoccupé par le
problème, mais il me semble que
la loi doit aller plus loin que la
convention. Nous y reviendrons en
commission. Il ne s'agit pas pour
moi d'adopter une attitude
paternaliste envers des jeunes de
17 ans qui font l'apprentissage de
la consommation modérée
d'alcool. Je vise plus
particulièrement les enfants de dix
à douze ans, et dans leur cas, la
plus grande vigilance s'impose.
08.05 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, je serai très bref.
La loi de 1977 sur la protection de la santé des consommateurs a
bientôt 30 ans. Monsieur le ministre, j'entends maintenant que vous
avez un plan. Un plan comporte également un calendrier. Je voudrais
savoir si vous pouvez nous transmettre un calendrier.
Quand disposerons-nous de l'enquête complémentaire que vous avez
évoquée?
Quelles mesures envisagez-vous de prendre à la suite de cette
enquête? Seront-elles adoptées avant la fin de cette législature?
08.05
Benoît Drèze
(cdH):
Wanneer zullen wij over dat
aanvullend onderzoek kunnen
beschikken? Komen er nog
maatregelen voor het einde van de
regeerperiode?
08.06 Rudy Demotte, ministre: Le plan sera sans doute présenté à
la mi-février. En ce qui concerne le texte qui donnera force de loi aux
08.06 Minister Rudy Demotte:
Het plan zal medio februari
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
mesures arrêtées avec l'horeca, le Jury d'éthique publicitaire et le
secteur des vins et spiritueux et des brasseurs, il sera sur la table
dans le trimestre qui vient. Toutes les mesures qui seront à prendre
en reliquat seront fixées en fonction de l'étude dont nous disposerions
le 15 février.
bekendgemaakt worden, en wij
zullen in de loop van het komende
kwartaal maatregelen ter tafel
brengen.
08.07 Benoît Drèze (cdH): Nous aurons alors un débat à ce
moment-là. Je plaide dès à présent pour que vous associez aux
travaux la plate-forme "Jeunes et alcoolisme" qui est très motivée sur
ce sujet.
08.07 Benoît Drèze (cdH): Ik zou
erop willen aandringen dat u het
platform "Jongeren en alcohol" bij
dit gebeuren betrekt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Charles Michel au ministre de la Fonction publique, de l'Intégration sociale, de la
Politique des grandes villes et de l'Égalité des chances sur "les sanctions administratives en matière
de tags" (n° P1191)
09 Vraag van de heer Charles Michel aan de minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen over "de administratieve sancties voor het
aanbrengen van tags" (nr. P1191)
09.01 Charles Michel (MR): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chaque jour, des centaines, voire des milliers d'incivilités
sont commises. Il s'agit de l'ensemble de ces actes qui contribuent à
enquiquiner les gens dans les quartiers, dans les rues. C'est
l'ensemble de ces actes délictueux qui jouent un rôle essentiel,
semble-t-il, dans le développement d'un sentiment d'insécurité et
d'impunité.
C'est la raison pour laquelle, dans le cadre d'un consensus politique
relativement large, ce parlement, depuis 1999, a pris différentes
initiatives parlementaires ou gouvernementales pour mettre en place
un système d'amendes administratives pour plus d'efficacité, pour
plus de rapidité, constatant que le parquet surchargé ne procédait pas
aux poursuites de ce type d'infractions.
Encore récemment, tant en commission qu'en séance plénière, dans
le cadre des travaux relatifs à la loi visant à réparer la législation
antérieure, nous avons eu l'occasion de discuter des modalités
envisagées par le gouvernement.
Aujourd'hui, je me permets de revenir avec cette question dans la
mesure où vous aviez annoncé qu'en 2006 interviendrait une
évaluation pour ce qui concerne cette législation. Au-delà des
quelques correctifs qui ont été décidés par le parlement, la Cour
d'arbitrage n'a pas manqué, il y a quelques jours, d'annuler les
dispositions qui posaient un certain nombre de difficultés. Plus
particulièrement, une des infractions ou incivilités fréquemment
commises pose aux communes et aux parquets un casse-tête
invraisemblable en termes de procédure: c'est la situation des tags.
Nous sommes, en la matière, dans le règne de l'absurdité la plus
totale. Ce débat a déjà lieu. Lorsqu'un tag est réalisé et selon l'endroit
où il est se trouve (une façade, un monument, une porte d'entrée, une
fenêtre), il sera traité différemment en termes de procédure. Pire, les
mineurs de moins de 16 ans qui tracent un tag, dans un certain
nombre de circonstances, sont en situation de totale impunité! Cet
élément n'est pas neuf. Je l'avais déjà dénoncé, notamment dans le
09.01 Charles Michel (MR): Elke
dag zijn er duizenden gevallen van
overlast en dat alles samen maakt
mensen kribbig en werkt het
gevoel van onveiligheid en
straffeloosheid in de hand. Op
grond van de vaststelling dat het
parket, dat met een te grote
werklast kampt, niet tot vervolging
overging, werd een parlementair
initiatief genomen met het oog op
de invoering van een systeem van
administratieve boetes.
Een van die misdrijven zorgt voor
heel wat hoofdbrekens: de kwestie
van de tags. Naargelang van de
regio wordt het aanbrengen van
tags als misdrijf anders behandeld
en erger nog, in sommige
omstandigheden worden 16-jarige
daders niet bestraft.
Ook in uw fractie gaan er
stemmen op om daar paal en perk
aan te stellen.
Wat vindt u daarvan?
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
cadre des travaux parlementaires.
Aujourd'hui, un certain nombre de voix se sont élevées, y compris
dans votre propre groupe, puisque le chef du groupe PS, en début de
semaine, vous a gentiment mis une fessée je le dis avec le sourire,
monsieur le président -, en constatant que cette législation posait de
sérieuses difficultés et en annonçant, quelques jours après le groupe
MR, des initiatives parlementaires calquées sur celles que nous
proposions dans le cadre des conclusions d'un colloque qui s'est tenu
la semaine précédente. Je souhaiterais ardemment vous entendre
par rapport à l'ensemble de ces questions.
09.02 Christian Dupont, ministre: Monsieur Michel, je voudrais vous
répondre ardemment aussi. Vous l'avez rappelé, la législation sur les
incivilités ne date pas d'hier. Elle a vécu trois majorités et trois
gouvernements successifs. Elle répond à une vraie demande de la
population. Je ne partage pas votre avis pessimiste sur la façon dont
elle fonctionne.
Mon collègue, Patrick Dewael, qui, je vous le rappelle, est
cosignataire avec Mme Onkelinx et moi-même de cette loi, a dit, il y a
encore quelques instants, qu'elle était très efficace dans les villes où
elle a été mise en oeuvre.
Je rappelle également que cette loi est soumise à une évaluation
sérieuse. C'est l'université de Gand qui en a été chargée. Les
résultats nous seront transmis en juin.
En ce qui concerne les tags, qui vous préoccupent tout
particulièrement comme c'est d'ailleurs le cas pour beaucoup d'entre
nous, ni M. Dewael, ni Mme Onkelinx, ni votre serviteur n'avons
connaissance d'une difficulté grave d'application de cette loi.
En tout cas, pénaliser, comme vous le proposez, sur la base de
l'ancien texte, ne répond pas aux objections que vous faites quant aux
difficultés qu'il y a ou qu'il y aurait à toucher tel ou tel type de tag porté
sur tel ou tel type de support.
Je vous ai dit en commission, après avoir pris l'avis des juristes de
l'Intérieur et de la Justice, que l'on pouvait agir sur la base des articles
526, 559 et 563 de la loi. Je n'exprime pas un avis personnel; j'ai pris
l'avis des trois cosignataires de la loi: M. Dewael, Mme Onkelinx et
moi-même et, même si c'est moi qui l'ai défendue au parlement, nous
serons trois à la changer, à moins que le parlement n'en dispose
autrement. Notre avis est donc celui-ci: tant que cette évaluation n'a
pas eu lieu, il est peut-être prématuré de procéder à des
modifications. Nous préférons tous la culture de l'évaluation plutôt que
celle de la précipitation.
Toutefois, sans doute, faut-il se pencher sur l'arrêté royal de 1946 qui
était plus applicable à des inscriptions qu'à des tags. En tout cas, je
peux vous dire que nous sommes prêts à entamer une réflexion sur la
base de cet arrêté et des peines qui peuvent être infligées.
Cinq cent soixante-six fonctionnaires "constatateurs" ont été formés
depuis que la loi a été mise en application. Selon les premiers
résultats de l'étude, au moins 200 communes y participent. Nous
recevrons d'autres résultats statistiques en février.
09.02 Minister Christian Dupont:
Met de wetgeving op de overlast
wordt ingespeeld op een echte
behoefte bij de bevolking; die
wetgeving is trouwens
doeltreffend.
Die wetgeving maakt thans het
voorwerp uit van een evaluatie,
waarvan de resultaten in juni
beschikbaar zullen zijn. Het ware
voorbarig om wijzigingen door te
voeren alvorens we die resultaten
hebben ontvangen.
Wat de tags betreft, hebben noch
de heer Dewael, noch mevrouw
Onkelinx, noch ikzelf weet van
ernstige problemen bij de
toepassing van de wetgeving.
Bovendien kan men de problemen
die u vermeldt niet oplossen door
straffen uit te spreken op grond
van de oude wettekst. Op grond
van de artikelen 526, 559 en 563
is momenteel strafrechtelijke
vervolging mogelijk, ook van
minderjarigen jonger dan 16. Dat
is wellicht niet de meest geschikte
oplossing, maar ondertussen
denken we na over een betere
formule.
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Les personnes qui réalisent des tags, y compris s'il s'agit de jeunes
de moins de 16 ans, sont susceptibles d'être poursuivies pénalement
sur la base des trois articles que je vous ai cités. Toutefois, une
meilleure formule pourrait être trouvée. Nous y réfléchissons.
09.03 Charles Michel (MR): Monsieur le président, je suis
particulièrement déçu par la réponse qui a été donnée.
Monsieur le ministre, j'ai le sentiment que l'on nie une réalité qui est
pourtant constatée de manière de plus en plus large. Ce vendredi, un
colloque a été organisé dans cette enceinte. Vous y étiez invité, mais
vous n'y avez pas participé. L'ensemble des intervenants (secrétaires
communaux, responsables des zones de police, représentants de
communes) de tous bords politiques ont constaté que la législation ne
répondait pas aux objectifs fixés.
Il ne s'agit pas ici d'un débat partisan, ni d'un débat idéologique.
Chacun souhaite que la répression des incivilités soit plus rapide, plus
efficace et qu'un message plus clair soit adressé à la population.
Vous semblez vous réjouir de la situation actuelle: je suis surpris de
cette réjouissance un peu rapide. Je note avec vous que, pour ce qui
concerne la Wallonie, par exemple, seulement 40% des communes,
selon les chiffres de l'Union des villes et communes, ont élaboré des
règlements communaux et que, parmi elles, le nombre de communes
qui les appliquent déjà est encore plus restreint.
Les représentants du parquet constatent la plus grande difficulté à
prendre en considération des règlements épars. Pour ce qui concerne
la problématique des tags, ils constatent que la situation est
kafkaïenne. Les quelques dispositions pénales que vous avez citées
permettent de réprimer les tags dans certaines circonstances; par
exemple, si un tag est tracé sur une porte, considérée comme une
clôture, le parquet peut poursuivre sur base d'une disposition, alors
que, sur d'autres supports, tels des mobiliers urbains, la procédure
sera différente et le parquet confronté à d'autres procédures. Il y aura
là impunité pour les mineurs de moins de 16 ans; c'est le parquet qui
le confirme.
Vous, vous semblez dire que vous fermez les yeux, qu'on évalue et
que l'on verra bien. Ce n'est pas pour la culture de la précipitation que
je plaide, mais pour sortir de la culture de l'impunité qui constitue
l'actuelle culture dans le cadre de cette problématique.
09.03 Charles Michel (MR): Uw
antwoord stelt me teleur.
Alle sprekers stellen vast dat de
wetgeving niet spoort met de
doelstellingen. Voor de
vertegenwoordigers van de
parketten zijn het kafkaiaanse
toestanden. Wat het aanbrengen
van tags betreft, bestaan er
weliswaar strafbepalingen die
zulks in bepaalde omstandigheden
strafbaar stellen, maar de
procedure varieert afhankelijk van
de ondergrond waarop
gegraffiteerd wordt.
Ik pleit voor het einde van de
cultuur van de straffeloosheid.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van de heer Hans Bonte aan de minister van Werk over "het openen van de grenzen van de
arbeidsmarkt" (nr. P1192)
10 Question de M. Hans Bonte au ministre de l'Emploi sur "l'ouverture des frontières du marché de
10.01 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, ik stel deze vraag vandaag omdat wij de voorbije
weken bijna dagelijks in de media getuigen zien die wijzen op het
gigantische probleem van misbruik, door bedrijven, van buitenlandse
werknemers die tegen allerlei, maar zeker niet de conventionele,
10.01 Hans Bonte (sp.a-spirit) :
Les abus commis à l'égard de
travailleurs provenant des
nouveaux États membres de
l'Union européenne posent un
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
voorwaarden worden tewerkgesteld. Er is de zaak waarbij een aantal
zakenlui misbruik blijkt gemaakt te hebben van Litouwse arbeiders.
Betrokkenen moeten zich deze week verantwoorden voor de
rechtbank. Er is de verklaring van de heer Verbeke, de coördinator
van de inspectiediensten, die boudweg verklaart dat twee op drie
bedrijven die vanuit het buitenland hier actief zijn, niet in orde zijn met
de arbeidsvoorwaarden en op illegale manier mensen uit de nieuwe
lidstaten ter beschikking stellen. Er is ook de verklaring van de
bouwbedrijven, dat 40% van de sector met oneerlijke concurrentie
kampt tengevolge van misbruik van buitenlandse werknemers. Dit
alles, mijnheer de minister, om aan te geven dat het steeds duidelijker
wordt dat het probleem van de illegale tewerkstelling van werknemers
uit nieuwe Europese lidstaten een bijzonder groot probleem creëert.
Er was ook goed nieuws. Een belangrijke vakcentrale in dit land wenst
blijkbaar zeer veel inspanningen te doen om die nieuwe werknemers
op een correcte manier te informeren over rechten en plichten.
Mijnheer de minister, ik wens een precieze en een meer algemene
vraag te stellen.
Ten eerste, de precieze vraag. Ik heb verwezen naar het positieve
nieuws dat ook vakbewegingen alert zijn en zich beginnen te
organiseren ter verdediging van deze werknemers. Heeft de
vakbeweging zoals ze thans reglementair bestaat, het recht om
rechten te vorderen in hoofde van die werknemers die zij verdedigt?
Ten tweede, de meer algemene vraag. Hoever staat het met de
besluitvorming van de regering in verband met het openstellen van de
grenzen? Meer specifiek, hoe ver staat het met de uitwerking van het
actieplan zoals u het een aantal weken geleden hebt aangekondigd?
grave problème. Des personnes
sont recrutées en masse à des
conditions scandaleuses. Dans le
secteur de la construction, 40 %
des entreprises pâtiraient de la
concurrence déloyale résultant du
recrutement illégal d'une main
d'oeuvre étrangère.
Il faut dès lors saluer l'action d'un
syndicat professionnel qui se
consacre spécifiquement à ces
étrangers pour les informer sur
leurs droits et leurs obligations.
Les syndicats peuvent-ils
également revendiquer des droits
pour ces travailleurs?
Qu'en est-il des décisions
concernant l'ouverture des
frontières et du plan d'action
annoncé par le ministre?
10.02 Minister Peter Vanvelthoven: Mijnheer de voorzitter, collega
Bonte, het proces van mensenhandel met de Litouwse arbeiders is
een schrijnend bewijs dat het hier een ernstig probleem betreft. De
problematiek werd in deze Kamer reeds een paar keer aangekaart.
Spijtig genoeg is het slechts het topje van de ijsberg. U hebt verwezen
naar de cijfers van de heer Verbeke die na analyse van de cijfers tot
de conclusie is gekomen dat bij twee derde van de inspecties,
inbreuken met betrekking tot de sociale wetgeving zijn vastgesteld.
Het gaat niet allemaal om illegale arbeid, maar het zijn toch in twee
derde van de gevallen inbreuken op de sociale wetgeving.
Het initiatief van ACV Bouw is inderdaad een goed initiatief, waarbij
men probeert om de Poolse arbeiders, die hier toch met een
taalproblematiek worden geconfronteerd, in hun eigen taal te
informeren over de voorwaarden waaronder ze hier tewerkgesteld
kunnen worden. Ik denk dat het inderdaad een goede zaak is om ze
te informeren over hun rechten, maar we moeten aan de vakbonden
inderdaad nog een extra mogelijkheid geven.
Ik kom daarmee op uw eerste concrete vraag. Ik denk dat het
inderdaad verstandig zou zijn dat we de vakorganisaties de
mogelijkheid zouden geven om de buitenlandse werknemers,
wanneer die het slachtoffer zouden zijn van inbreuken en van
uitbuiting, het recht te geven om een vordering voor de betreffende
Belgische rechtbank in te stellen. U weet ongetwijfeld dat vandaag die
10.02
Peter Vanvelthoven,
ministre: Le problème est
effectivement grave et confine
parfois véritablement à la traite
d'êtres humains. M. Verbeke,
coordinateur des services
d'inspection, affirme que des
infractions à la législation sociale
sont constatées lors de deux tiers
des inspections. Il convient donc
de saluer l'initiative de la CSC
Bâtiment qui vise à mieux informer
les ouvriers polonais.
Actuellement, les syndicats ne
peuvent pas intenter d'action
auprès d'un tribunal belge en
faveur de travailleurs étrangers
exploités. Cette situation changera
dans le cadre de l'ouverture des
frontières le 1
er
mai 2006.
Pour pouvoir intervenir plus
efficacement, il faudrait mettre en
place un système
d'enregistrement informatisé de
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
mogelijkheid niet bestaat. Die buitenlandse werknemers hebben ook
niet de mogelijkheid om voor de Belgische rechtbank hun rechten te
doen gelden. Ik denk dat dat een belangrijk element is wanneer we de
problematiek van het openstellen van de grenzen tegen 1 mei grondig
willen bekijken.
Dat is één van de elementen die van belang is: vorderingsrecht voor
de buitenlandse werknemers en vorderingsrecht voor de
vakorganisaties.
Daarnaast is het uiteraard van belang dat we via een
geïnformatiseerd registratiesysteem precies weten wie hier in België
aan het werk is, zodat we vervolgens ook middels een gecoördineerd
optreden van de inspectiediensten op het federale niveau, het
Vlaamse regionale niveau, maar ook het Europese niveau, kunnen
ingrijpen waar nodig.
Als laatste element denk ik dat we hoofdelijke aansprakelijkheid van
opdrachtgevers absoluut onder de loep moeten nemen, want het kan
niet zijn dat men zich al te gemakkelijk van zijn verantwoordelijkheid
onttrekt wanneer vastgesteld wordt dat op bepaalde werven illegalen
aan het werk zijn.
Wat is de stand van de procedure op vandaag? U weet dat de
regering aan de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid een rapport
gevraagd heeft met betrekking tot deze problematiek. We verwachten
dat rapport tegen eind februari, volgende maand dus. De bedoeling is
dat het rapport vervolgens ook wordt voorgelegd aan de sociale
partners, zodat ook zij hun zeg daarover kunnen hebben. Ik vermoed
dat we daarna wellicht nog een discussie zullen hebben hier in het
Parlement en dan zal de regering natuurlijk beslissen.
Ik heb ondertussen van de informele Europese Ministerraad vorige
week gebruikgemaakt om mijn collega-ministers van Nederland,
Luxemburg en Frankrijk over die problematiek te zien. Het is ook
belangrijk dat we weten wat daar gaande is. Zoals u wellicht weet, heb
ik voor volgende week een rondetafel gepland met de sociale partners
en de inspectiediensten, precies rond deze problematiek.
tous les travailleurs actifs en
Belgique. Il convient en outre de
se pencher sur la responsabilité
des commettants pour faire en
sorte qu'ils ne puissent s'y
soustraire.
Le gouvernement attend un
rapport du Conseil supérieur de
l'emploi à ce sujet pour la fin du
mois de février. Ce rapport sera
également soumis aux partenaires
sociaux. Le gouvernement prendra
ensuite une décision à l'issue d'un
débat au Parlement.
J'ai évoqué ce problème avec les
pays voisins lors du Conseil des
ministres européen informel de la
semaine dernière. Une table ronde
avec les partenaires sociaux et les
services d'inspection se tiendra la
semaine prochaine.
10.03 Hans Bonte (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw uitgebreid en precies antwoord. Ik denk dat het duidelijk is dat de
openstelling van de grenzen niet opportuun is zolang er geen orde op
zaken is gesteld.
Vandaar de inspanningen die de regering levert.
Ik kom even op de inspanningen die we misschien vanuit het
Parlement moeten leveren om orde op zaken te stellen.
U heeft verwezen naar uw initiatief van komende dinsdag, de
rondetafelconferentie. Net zoals het dossier dat de regering aan de
Hoge Raad voor Werk heeft gevraagd, is dat cruciaal in het debat,
zodat we effectief een beter zicht op de problematiek krijgen.
Mijn volgende opmerking betreft de werking van het Parlement,
waarvoor ik mij tot de kamervoorzitter richt. In de commissie voor de
Sociale Zaken, waar we ook al over het onderwerp hebben
gediscussieerd, hebben we tot ons ongenoegen vastgesteld dat,
10.03 Hans Bonte (sp.a-spirit) :
Le Parlement doit également
apporter sa contribution. Nous
avons constaté que si la loi du 3
mai 2003 prévoit que le Conseil
fédéral de lutte contre le travail
illégal et la fraude sociale doit faire
rapport au Parlement, cette
obligation n'est pas respectée.
Là encore, nous pourrions
organiser des auditions avec
l'inspection sociale sur la base des
conclusions de la table ronde et du
rapport du Conseil supérieur. Le
Parlement pourrait ainsi se
prononcer en connaissance de
cause sur l'opportunité d'ouvrir les
frontières.
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
hoewel de federale raad een meldingsplicht of verslagplicht heeft
ingevolge de wet van 3 mei 2003 op de Federale Raad ter Bestrijding
van Sociale Fraude en Illegale Tewerkstelling, zo'n verslag niet
beschikbaar is in ons Huis. Ik suggereer dan ook om daarop aan te
dringen. Ook de minister heeft zich daar al eerder toe geëngageerd.
Voorts zou het Parlement tevens op basis van de conclusies van de
rondetafelconferentie en het rapport van de Hoge Raad gesprekken
en hoorzittingen met de vele sociale inspecties moeten organiseren.
Op die manier kan het Parlement een gefundeerde beslissing nemen
over de opportuniteit van het openstellen van grenzen of niet.
De voorzitter: Mijnheer Bonte, als het verslag hier moet zijn, zal ik
zorgen dat het er komt. Ik heb dat beloofd en zal dat de komende
uren nakijken.
Le président : Je veillerai à ce
que nous obtenions le rapport du
Conseil fédéral.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Eric Massin au ministre des Affaires étrangères sur "les résultats du rapport Marty"
11 Vraag van de heer Eric Massin aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de resultaten van het
rapport-Marty" (nr. P1188)
Le secrétaire d'Etat M. Van Quickenborne répondra à la place de M. De Gucht.
11.01 Eric Massin (PS): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'Etat, last but not least! Monsieur Van Quickenborne, je
vous remercie de répondre en lieu et place de M. De Gucht, qui est
retenu à l'étranger.
Dans le cadre de ce dossier qui a déjà donné lieu à des questions en
séance plénière, vous n'ignorez certainement pas que le rapport de
M. Marty, présenté hier et avant-hier à Strasbourg, relève toute une
série d'éléments. Parmi ceux-ci, il est précisé qu'il ne doit pas y avoir
eu de prisons secrètes en Europe, y compris en Roumanie et en
Pologne; c'était d'ailleurs l'objet des deux précédentes questions
posées par M. Van der Maelen et moi-même. Il n'en reste pas moins
que le commissaire Marty laisse sous-entendre que les Etats de la
Communauté européenne devaient certainement être au courant de
ces transits de personnes survolant le territoire de la Communauté
européenne. Il précise même que les services des Affaires étrangères
ou, à tout le moins, les services secrets des pays en cause, c'est-à-
dire de la Communauté européenne, devaient être au courant de ces
transits.
Monsieur le secrétaire d'Etat, la Belgique a-t-elle été mise au courant
de ces différents transits?
En outre, dans le cadre de son rapport, le commissaire Marty nous
précise aussi que toute une série d'enlèvements ont eu lieu au sein
de la Communauté européenne, mettant en exergue des exemples
particulièrement précis, entre autres en Italie. En effet, une bonne
centaine de personnes suspectées terroristes auraient été enlevées
et expatriées vers d'autres endroits où l'on pratique la torture. Le
commissaire Marty laisse sous-entendre que l'ensemble des pays de
la Communauté européenne pourraient être touchés par cet
événement et en avoir connaissance. Ce type d'enlèvement a-t-il déjà
11.01 Eric Massin (PS): Volgens
het Marty-verslag is er nooit
sprake geweest van geheime
gevangenissen in Europa.
Commissaris Marty laat echter
verstaan dat de Lidstaten ervan op
de hoogte moeten zijn geweest dat
via het grondgebied van de
Europese Unie personen werden
overgebracht.
Werd België van die transit op de
hoogte gebracht?
Er zijn mensen ontvoerd. Een
honderdtal personen zou het land
uitgezet en overgebracht zijn naar
plekken waar gemarteld wordt.
Hebben er ook in België
ontvoeringen van die aard
plaatsgevonden? Werden die
mensen via het Belgisch
grondgebied overgebracht naar
die andere plaatsen?
Ik heb het kabinet van
Buitenlandse Zaken een vraag
overgelegd betreffende de transit
via de Belgische luchthavens. Het
kabinet heeft mij intussen
geantwoord dat er geen sprake is
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
eu lieu en Belgique? La Belgique a-t-elle pu être au courant? Des
personnes ont-elles transité par notre territoire?
J'en viens maintenant à un point important, qui fait suite aux deux
autres questions que j'ai déjà eu l'occasion de poser. Il s'agit
d'éléments que j'ai précisés tout à l'heure au cabinet des Affaires
étrangères avec qui j'ai été mis en contact, pour que les choses
soient bien claires et pour que vous ne soyez par pris en défaut, étant
donné que vous remplaciez M. De Gucht. En effet, l'intitulé de ma
question n'indiquait que le suivi de la commission Marty.
J'avais eu l'occasion de poser à M. le vice-premier ministre une
question relative au transit par les différents aéroports belges. A
l'époque, il m'avait répondu que pour les aéroports militaires, les
éléments d'enquête révélaient qu'il n'y avait eu aucun transit mais la
question se posait également vis-à-vis des aéroports civils.
Voilà maintenant un mois et demi que mes questions ont été posées.
Je suppose que l'enquête est terminée et que M. le vice-premier
ministre peut enfin nous dire qu'au niveau des aéroports civils il n'y a
pas eu de transit de personnes vers des Etats dans lesquels la torture
serait pratiquée.
van transit via de Belgische
militaire luchthavens, maar de
vraag rijst natuurlijk ook met
betrekking tot de
burgerluchthavens. Mijn vragen
dateren intussen van anderhalve
maand geleden. Ik neem aan dat
het onderzoek nu beëindigd is en
dat de regering ons eindelijk kan
vertellen dat er ook niemand via
burgerluchthavens overgebracht
werd naar landen waar nog
gemarteld wordt.
11.02 Vincent Van Quickenborne, secrétaire d'Etat: Monsieur
Massin, étant secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, ma
réponse sera très simple et très brève.
Je vais vous communiquer la réponse du ministre De Gucht: "Dans
les rapports des divers services, il n'y a aucune indication. Toutefois,
tous les éléments du rapport feront l'objet de recherches
supplémentaires".
11.02 Staatssecretaris Vincent
Van Quickenborne, namens
minister van Buitenlandse Zaken
Karel De Gucht: Hier zijn geen
aanwijzingen voor in de rapporten
van de onderscheiden diensten.
Alle gegevens in het rapport zullen
evenwel nader onderzocht
worden.
11.03 Eric Massin (PS): Monsieur le secrétaire d'Etat, je ne vous en
veux pas mais, en tant que parlementaire, je ne peux me satisfaire
d'une telle réponse.
J'ai été très clair: j'ai eu le cabinet du ministre des Affaires étrangères
en ligne, je lui ai fait part des trois questions bien précises que je
poserais par rapport à l'intitulé qui avait été donné par la Chambre et
j'ai détaillé mes questions. Avoir une réponse aussi laconique que
celle-là, ce n'est pas admissible.
Cela fait un mois et demi que l'on apporte ce genre de réponses par
rapport à une enquête qui doit être menée au niveau de l'utilisation
d'aéroports civils pour le transport de détenus qui seraient transférés
dans des endroits où on pratique la torture.
C'est inadmissible! Même si on se trouve à l'étranger, il y a toujours
un cabinet ministériel qui travaille et qui peut apporter des réponses.
Je ne vous en veux pas, je comprends très bien que vous veniez ici
au pied levé mais c'est le genre de réponses dont le Parlement ne
peut pas se satisfaire, quelle que soit la situation dans laquelle on se
présente.
11.03 Eric Massin (PS): Met uw
antwoord kan ik geen genoegen
nemen. Ik heb het kabinet van
Buitenlandse Zaken drie duidelijke
vragen gesteld, en zo'n lapidair
antwoord kan ik niet aanvaarden.
Zo'n antwoord krijg ik al
anderhalve maand op de vraag
over het gebruik van
burgerluchthavens voor het
transport van gedetineerden naar
plaatsen waar gemarteld wordt.
Le président: Il y a eu un petit malentendu. Par un hasard de
transmission, le cabinet en question n'a pas reçu votre question. J'ai
De voorzitter: Tengevolge van
een verzendingsprobleem heeft
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
alors fait vérifier et nous avons envoyé la question par e-mail un peu
plus tard. J'ai dit que je la gardais pour la fin afin que l'on puisse avoir
le temps de préparer la réponse.
Cela étant dit, je suis d'accord avec vous. Je vais le dire dans le style
d'Herman De Croo: ceci est un peu mince comme réponse!
het kabinet van Buitenlandse
Zaken uw vraag niet ontvangen.
De vraag werd dan iets later per e-
mail verstuurd. Los daarvan vind ik
net als u dat het antwoord nogal
magertjes is!
11.04 Eric Massin (PS): Monsieur le président, je vous remercie. Je
préciserai quand même avoir eu le cabinet du ministre des Affaires
étrangères en ligne vers 13.15 heures. Il est maintenant 16.07
heures. Je crois qu'en près de trois heures, on peut, à tout le moins,
essayer d'apporter une réponse un peu plus conséquente qu'une
réponse de deux lignes surtout lorsqu'il s'agit du respect d'une
convention, à savoir la Convention européenne des droits de
l'homme, ainsi que des conventions internationales. Des questions
bien précises ont été posées voici plus d'un mois et demi et vis-à-vis
desquelles nous n'avons toujours pas de réponse.
11.04 Eric Massin (PS): Volgens
mij moet om en bij de drie uur
volstaan om een iets uitvoeriger
antwoord te geven dan dat wat de
staatssecretaris heeft
voorgelezen. Het gaat hier om de
naleving van het Europees
Verdrag tot bescherming van de
rechten van de mens.
Le président: Il faut y revenir, vous avez raison!
De voorzitter: We zullen hierop
moeten terugkomen, daar heeft u
gelijk in.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11.05 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het gaat over
de mondelinge vraag van de heer Massin, niet over de inhoud ervan,
maar wel over de vraag zelf.
Collega Massin heeft voor honderd procent gelijk dat hij die vraag
stelt, ongeacht of we de inhoud dat hij verwacht, kennen of niet. Het
kan dus niet dat een staatssecretaris die niet bevoegd is voor de
aangelegenheden, hier komt antwoorden en bijgevolg ook geen
dekking heeft van de regering. Ik mag mij niet in uw plaats stellen,
maar ik zou graag weten wat u hieraan gaat doen. Wat vraagt collega
Massin? Blijkbaar zijn er verklaringen waardoor internationale
overeenkomsten zijn geschonden op het vlak van de mensenrechten.
De staatssecretaris komt hier zeggen: op de eerste vraag, ja en op de
tweede vraag, ik weet het niet. Dat gaat dus niet. Het gaat hier niet
om een "vermeerdering" door de media. Het kan echt niet. Ik meen
zelfs dat wij dezelfde bekommernis hebben.
11.05 Pieter De Crem (CD&V) :
M. Massin a parfaitement le droit
de poser une question. Mais il
n'est pas admissible qu'un
secrétaire d'État incompétent y
réponde, sans couverture du
gouvernement, et qu'il donne en
outre une réponse inconsistante.
Les ministres doivent donner une
réponse sensée aux questions
pendant l'heure qui leur est
consacrée. Je suppose que le
président partage mon point de
vue.
De voorzitter: Absoluut.
Le président : Absolument. La
réponse aurait en effet pu être
plus circonstanciée. Mais je
souligne toutefois que M. De
Gucht est officiellement excusé à
la suite d'une mission à l'étranger.
11.06 Pieter De Crem (CD&V): Hoe gaan we daar in het Parlement
mee om? Ik ga niet het oude verhaal van de verglijding van de waarde
van het vragenuur aanhalen. Hoe dan ook, dat kan dus niet. Ministers
moeten met een antwoord komen.
De voorzitter: In dit geval was hij tijdig en officieel verontschuldigd wegens internationale opdrachten.
11.07 Pieter De Crem (CD&V): Dat weet ik wel. Het gaat echter over
wie er antwoordt en wat er wordt gebracht. Het is immers nog altijd
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
een antwoord van de regering.
De voorzitter: Ik denk dat het antwoord wat meer geëlaboreerd geweest kon zijn.
11.08 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je voulais
soutenir M. Massin dans son désir de recevoir des réponses de la
part des ministres.
La semaine passée ou il y a deux semaines, nous avons déjà connu
ce genre de débat à l'occasion de réponses données par M. Landuyt
notamment. Par respect pour le Parlement, il faudrait au moins des
réponses circonstanciées. J'en appellerai à M. Massin puisqu'il a eu
au moins la possibilité d'avoir le cabinet en ligne pour demander une
réponse, même si cela n'est toujours pas suffisant pour en avoir. Je
lui demande d'imaginer notre situation à nous qui ne pouvons pas
appeler le cabinet pour obtenir des réponses ou au moins la certitude
d'en avoir. Dans le cas présent, le cabinet était informé de la question.
Fournir une réponse dans les trois heures, cela me semble
parfaitement faisable. Je demande que des réponses soient données
aux questions posées par les parlementaires.
11.08 Melchior Wathelet (cdH):
Ik steun de heer Massin in zijn
verzoek om omstandige
antwoorden van de ministers te
krijgen, uit respect voor het
Parlement. Wat zou hij zeggen
mocht hij net als wij deel uitmaken
van de oppositie! Hij heeft altijd de
mogelijkheid om het kabinet op te
bellen.
11.09 Eric Massin (PS): Monsieur le président, pour que les choses
soient claires et qu'on ne tire pas de plan sur la comète, je tiens à
préciser que j'ai accepté que ce soit M. Van Quickenborne qui
réponde à la question. Étant donné que M. De Gucht était à l'étranger,
cela me semblait logique et normal. Maintenant, je n'ai pas appelé
personnellement le cabinet. Comme le problème s'était déjà posé
vous venez de le rappeler , j'ai accepté de préciser quel était l'objet
de ma question par rapport au libellé donné par la Chambre à ma
question lorsqu'elle a été adressée au cabinet afin d'obtenir une
réponse ce qui me semblait tout à fait logique.
11.09 Eric Massin (PS): Ik heb
ermee ingestemd dat de heer Van
Quickenborne op de vraag zou
antwoorden aangezien de heer De
Gucht in het buitenland vertoeft.
Gelet op de formulering door de
diensten van de Kamer, heb ik het
kabinet persoonlijk opgebeld om
de strekking van mijn vraag toe te
lichten teneinde een antwoord te
krijgen.
Le président: Il y a deux choses différentes. M. De Crem soulève un
problème d'ordre plus général. Il faudra y revenir à la Conférence des
présidents. M. Wathelet quant à lui soulève un problème concernant
plus précisément la question posée.
De voorzitter: De heer De Crem
werpt een meer algemeen
probleem op en wij zullen daar
op de conferentie van voorzitters
op terugkomen terwijl de heer
Wathelet een probleem aankaart
dat meer bepaald betrekking heeft
op de gestelde vraag.
11.10 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wij hebben
natuurlijk niet het voorrecht ik dacht dat de privileges uit het ancien
régime waren afgeschaft om te worden opgebeld door de kabinetten
met betrekking tot modulering en interpretatie van vragen.
De afwezigheid van de minister van Buitenlandse Zaken in het
Parlement vormt een gigantisch probleem.
11.10 Pieter De Crem (CD&V) :
Je veux considérer cet incident
dans un contexte plus large.
L'éternelle absence du ministre
des Affaires étrangères est
devenue un réel problème.
De voorzitter: Ja, en het zal nog slechter worden met de OVSE.
11.11 Paul Tant (CD&V): Ja, maar hij moet de democratie uitvoeren,
heeft hij gezegd, voorzitter. Als we zien hoe dat hier functioneert, dan
heeft hij een waardevol product.
De voorzitter: Dan heeft hij nog veel werk.
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
11.12 Pieter De Crem (CD&V): Ja, maar hij is een groot uitvoerder
van de democratie en dan vooral in zijn eigen partij, de VLD. Dat
geheel terzijde.
Er zijn enkele internationale gegevens, waaronder de OVSE. De
aangekondigde aanwezigheid, al is het maar symbolisch of een uur,
gaat niet door. België neemt één keer op een halve eeuw het
voorzitterschap van de OVSE waar en de aanwezigheid is nu al
afgekondigd. U bent daarvan misschien nog niet op de hoogte, maar
dat is wel gebeurd.
Er is de problematiek van het Midden Oosten: hopelijk zal de toestand
niet exploderen, maar die escaleert toch wel een beetje. Vragen van
kamerleden, ook die van mevrouw Muylle, kunnen onmogelijk worden
gesteld. Voor ons mag een commissievergadering worden belegd op
maandagmorgen om 9.00 uur of op dinsdag om 22.00 uur, maar er
moet toch een mogelijkheid zijn om op zijn minst de inzichten van ons
land in die aangelegenheden te krijgen. Op een moment dat we
worden geconfronteerd met het voorzitterschap van de OVSE en het
niet-permanente lidmaatschap van de Verenigde Naties aan de einder
komt kijken, kan dat zo toch niet verder.
11.12 Pieter De Crem (CD&V):
Dans les mois à venir, la Belgique
jouera un rôle un peu plus
important à l'échelle internationale
étant donné qu'elle présidera
l'OSCE et qu'elle n'est pas
membre permanente du Conseil
de sécurité des Nations Unies.
Nous devons quand même être en
mesure d'avoir de temps à autre
un échange d'idées avec le
ministre à propos de dossiers de
cette importante et d'autres
développements sur la scène
internationale, comme la situation
au Moyen-Orient. Le ministre se
fait systématiquement porter
absent. Quoi qu'il en soit, nous
sommes prêts à nous réunir à tout
moment de la semaine et de la
journée.
De voorzitter: Mijnheer De Crem, twee opmerkingen. Ik meen dat de
minister van Buitenlandse Zaken beschikbaar moet kunnen zijn, als
het gaat natuurlijk - en ik ben zeer breed wanneer het gaat over het
moment, dag en uur - om op belangrijke vragen over
aangelegenheden die de rol van België in het wereldgebeuren doen
toenemen, te antwoorden. Ik denk aan het voorzitterschap van de
OVSE waarmee wij dit jaar behept zijn, en het feit dat we anderhalf
jaar lid van de Veiligheidsraad zullen worden. Ik zal nakijken of er
misschien volgende week al een bijzondere vergadering kan worden
belegd van eventueel meerdere commissies, en dit ongeacht de dag
of het uur. Ik zal met u contact nemen.
Le président : Le ministre des
Affaires étrangères doit en effet
être en mesure de répondre aux
questions relatives au rôle de la
Belgique sur la scène
internationale. J'examinerai si une
telle réunion peut déjà être tenue
la semaine prochaine.
12 Agenda
12 Agenda
12.01 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal het kort
houden. Ik dank u omdat u mij de kans geeft een bijzondere
bezorgdheid te formuleren.
Mijnheer de minister, collega's, het betreft de wijze waarop een wet
dezer dagen bij ons wordt gemaakt. Ik zal zeer concreet zijn. Het gaat
over de wet betreffende de precontractuele informatie bij commerciële
samenwerkingsovereenkomsten, de zogenaamde Franchisewet.
Ik zou graag hebben dat de collega's proberen volgen, ook wat de
data betreft. Het is ongelooflijk in welke situatie wij met deze wet zijn
aanbeland. Deze wet was het resultaat van constructieve
besprekingen in de commissie voor het Bedrijfsleven, waarvan ik
voorzitter ben. De bespreking heeft geleid tot een zinvolle dialoog met
amendementen van op de diverse banken en we hebben mekaar
goed verstaan.
Het is mij niet duidelijk wat er na de stemming van het wetsontwerp is
gebeurd. Mijnheer de voorzitter, ik doe een beroep op u om de
komende dagen op een aantal punten enige klaarheid te brengen.
12.01 Paul Tant (CD&V) : Je
souhaiterais aborder un problème
qui, bien que d'une tout autre
nature, est certainement tout aussi
préoccupant. Je m'inquiète de la
façon dont on légifère
actuellement dans cette
assemblée. Je veux parler de la loi
sur la franchise.
Cette loi a vu le jour dans le cadre
de discussions très constructives
en commission de l'Économie.
Après son adoption le 7 juillet
2005 et la fixation de sa date
d'entrée en vigueur au 1
er
septembre 2005, le projet a été
évoqué par le Sénat. Ce dernier
ne l'a examiné qu'en novembre
mais n'a adopté aucun
amendement pour modifier cette
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Ik wil even in herinnering brengen dat dit wetsontwerp in de Kamer
werd goedgekeurd op 7 juli 2005, dus vóór het zomerreces, en er was
bepaald dat de wet in werking zou treden op 1 september 2005.
De Senaat heeft de tekst geëvoceerd en behandeld in
november 2005. De wet moest in werking treden op 1 september en
de Senaat heeft het behandeld. Men had kunnen verwachten dat in
de Senaat een klein amendement zou worden goedgekeurd om die
datum te verbeteren. Dat is niet gebeurd. Men heeft gemeend
daarvoor te moeten gebruikmaken van de wet houdende diverse
bepalingen, de zogenaamde mozaïekwet. Daarin is inderdaad
bepaald dat de inwerkingtreding van de Franchisewet zal worden
bepaald door de Koning.
Men verkiest dus om een recente wet, die men had kunnen
verbeteren, met een andere wet bij te sturen, een omweg die volgens
mij niet nodig was. Collega's, nu komt het. De wet houdende diverse
bepalingen wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van
30 december 2005 met de ongewijzigde datum van inwerkingtreding.
Dat is opvallend omdat op dat ogenblik de oorspronkelijke tekst van
de wet nog niet was gepubliceerd. Wat doet men dus? Men wijzigt
een niet-gepubliceerde wet met een recentere wet, terwijl die
oorspronkelijke wet pas heel wat later in het Belgisch Staatsblad
wordt bekendgemaakt. Als de wet houdende de precontractuele
informatie effectief wordt gepubliceerd, is het inmiddels
19 januari 2006.
Om de verwarring nog een beetje groter te maken, wordt daarin
bepaald dat de wet in werking zal treden, althans volgens de
Nederlandse tekst, op 1 september 2008. In de Franse tekst spreekt
men nog altijd over 2006, wat het ook is. Maar daarmee zijn wij er nog
niet uit.
Het is nog niet gedaan, want op 23 januari verschijnt dan in het
Belgisch Staatsblad een koninklijk besluit dat genomen is in uitvoering
van de wet houdende diverse bepalingen en dat zegt dat de datum
van inwerkingtreding 1 februari 2006 zal zijn. Ik meen dat dat een
materiële vergissing is, maar het is er een. Het is zo gepubliceerd.
Ook juridisch lijkt het mij een wet, collega's, die totaal, in alle
opzichten, op losse schroeven staat.
Ik kom tot mijn conclusies, voorzitter.
Ten eerste, gezien de normale hiërarchie van de rechtsnormen meen
ik, collega's, dat wij het er allemaal over eens zijn dat, als er een
recentere wet is die eenzelfde materie behandelt, die recentere wet
van toepassing is. Wat wil ik daarmee zeggen? Niet wat bepaald is in
de programmawet want die is vroeger gepubliceerd , maar de
oorspronkelijke wettekst is van toepassing. Als dat juist is - en het is
juist -, is het koninklijk besluit ter uitvoering van de wet houdende
diverse bepalingen rechtens nietig is, want de Koning beschikte in het
kader van de oorspronkelijke wet niet over de bevoegdheid als
uitvoerende macht om te zeggen wanneer de wet van kracht mag
worden, bevoegdheid die trouwens zeer vaak, collega's, door de
Raad van State ter discussie wordt gesteld.
Ik herhaal: dat koninklijk besluit is eigenlijk rechtens nietig. Het kan
niet tot stand worden gebracht!
date d'entrée en vigueur. Le
gouvernement l'a toutefois modifié
par le biais de la loi « mosaïque »
de décembre 2005 qui stipule que
l'entrée en vigueur sera
déterminée par le Roi. La loi
mosaïque a été publiée au
Moniteur belge le 30 décembre
2005, avec la même date d'entrée
en vigueur. On modifie donc une
loi par le biais d'une loi plus
récente, avant même que cette loi
initiale ne soit publiée. C'est inédit!
La loi proprement dite sur la
franchise n'a été publiée au
Moniteur belge que le 19 janvier
2006. La version néerlandaise
stipule que la loi entrera en
vigueur le 1
er
septembre 2008,
alors que la version française
mentionne l'année exacte, soit
2006.
Le 23 janvier 2006 est encore paru
au Moniteur belge l'arrêté royal
pris en exécution de la loi
mosaïque et qui fixe la date
d'entrée en vigueur au 1
er
février
2006, ce qui constitue
probablement une erreur
matérielle. Mais c'est ce qui est
mentionné.
En conséquence de ces erreurs
matérielles, la loi sur la franchise
est juridiquement caduque et la
crédibilité du législateur est mise
en péril. En vertu de la hiérarchie
des normes juridiques, une loi
récente prime en effet toujours
une loi plus ancienne. Nous
considérons dès lors que le texte
légal initial est d'application, et non
la loi mosaïque, et que l'arrêté
royal est caduc puisque la loi
initiale n'habilitait pas le Roi à fixer
la date d'entrée en vigueur.
Qui plus est, le texte de la loi
initiale, tel qu'il a été publié au
Moniteur belge du 19 janvier 2006,
est truffé de fautes de frappe. La
version néerlandaise n'est
compréhensible qu'en regard de la
version française.
La loi sur la franchise est une loi
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
Om de tekening helemaal compleet te maken, voorzitter, moet men
echt eens de uiteindelijk gepubliceerde tekst van die wet in het
Staatsblad lezen. Het is echt de moeite waard. Ik heb het dan over de
oorspronkelijke wet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op
18 januari 2006. Ik zal u daarmee niet lastig vallen. Ik wil alleen even
de tikfouten, de soms onbegrijpelijke woordkeuze, aanhalen.
Men spreekt bijvoorbeeld over "Be buurtijd." Men bedoelt eigenlijk: "de
duurtijd." Ik zeg u maar: wie dat leest en het echt wil begrijpen, moet
naar de Franse tekst gaan. Maar dan weet hij nog niet zeker of hij in
de juiste tekst zit.
Voorzitter, ik heb nog een laatste overweging. Het is een zeer
belangrijke wet. Immers, dit weten vele collega's maar al te zeker
heel wat winkelketens werken met franchisenemers.
Een niet onbelangrijk gedeelte van de economie baseert zich dus op
deze wettekst. Er is onzekerheid in de sector, onder meer wat betreft
de datum van inwerkingtreding. Dan spreek ik nog niet over de alles
behalve duidelijke omschrijving en definities die in de tekst
voorkomen. Mijnheer de voorzitter, ik zou graag hebben dat dit eens
even door onze diensten wordt bekeken. Niemand weet nog welke
tekst van toepassing is, niemand weet wat het juiste woordgebruik is
en niemand weet wanneer de tekst van toepassing wordt.
Mijnheer de voorzitter, ik weet dat ik de meeste collega's daarmee
verveel, maar ik voel mij ik meen velen onder ons nog altijd een
beetje aansprakelijk. Ik vind het de rol van dit huis wij moeten het
onszelf uitdrukkelijk opleggen om aandacht te hebben voor de
kwaliteit van de wetgeving. Als men spreekt over een wet, dan weten
alle mensen wel dat het een tekst is die in het Parlement
goedgekeurd werd. De onvolkomenheden worden dus ook op ons
conto geschreven.
Mijnheer de voorzitter, ik wil dat wij bij een volgende gelegenheid,
tijdens een volgende vergadering van dit huis, al dan niet na
bespreking in de Conferentie, eens nadrukkelijk van hieruit zeggen
wat het lot is van deze tekst en wat er moet gebeuren om hem te
repareren. Eerlijk gezegd, collega's, ik weet het op dit ogenblik niet
meer. Ik vind persoonlijk dat dit niet kan. De wijze waarop de wet in dit
land op dit ogenblik tot stand wordt gebracht, tart alle verbeelding. Het
is delicaat om dit te zeggen, maar ik word natuurlijk geconfronteerd
met de teksten in de commissie voor het Bedrijfsleven. U kunt niet
geloven wat daar uitkomt.
Ik heb ooit een gewezen eerste minister horen zeggen dat sommige
dieren van natuur veranderen, als ze door de Ministerraad komen.
Aldus zou een kameel een paard zijn dat de Ministerraad is
gepasseerd. Op een wet kan men een analoge beeldspraak
toepassen, wanneer hij hier is gepasseerd.
très importante. Les grandes
chaînes de magasins travaillent
avec des franchisés. Ce secteur
ne sait à quoi s'en tenir quant à
l'entrée en vigueur de la loi. Je
propose que les services de la
Chambre tentent de déterminer
l'origine du problème. La qualité
de la législation relève de notre
responsabilité. Nous devons
examiner ensemble ce qu'il
convient de faire à présent.
De voorzitter: Collega's, ik heb dit met de heer Tant al besproken. Hij
heeft gelijk om het hier aan te kaarten.
Ten eerste, een tijd geleden kregen wij staatsbladen vol errata. Wij
hebben dan de juridische dienst van de Kamer verstevigd en verder
uitgebouwd. De dienst levert uitstekend werk. Van tijd tot tijd hebben
Le président : M. Tant a raison.
Jadis, les éditions du Moniteur
belge comportaient de nombreux
errata. C'est la raison pour laquelle
le service juridique de la Chambre
a été renforcé. Ce service peut
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
wij wetsontwerpen u weet dat, collega Tant waarop wij tientallen
grote en kleine bemerkingen krijgen van onze diensten. De legistieke
dienst heeft nu de mogelijkheid om, zelfs na de goedkeuring van een
tekst in de commissie, nog een aantal verbeteringen door te voeren.
Ten tweede, de taal waarin sommige ontwerpen worden ingediend, is
erbarmelijk. Ik heb daarvoor in tempore non suspecto brieven
geschreven aan de premier. Ik zal de brieven meedelen aan de
collega's van de Conferentie van voorzitters.
Ten derde, in de specifieke gevallen, waarover de heer Tant het heeft,
hebben wij een eerste onderzoek gedaan. Daaruit blijkt nog iets
bijzonder opvallend.
Je le dirai à présent en français. Le texte qui a été publié au Moniteur
belge dans l'une des dispositions est le texte qui a été déposé au
gouvernement pour être ensuite amendé. Or, le ou les amendements
n'ont pas été repris. On a donc fait passer le texte initial en tant que
tel au Moniteur belge. C'est donc totalement inacceptable!
Le deuxième texte - M. Tant y a fait allusion - n'est autre que du
charabia!
Ik heb geen ander woord. Dat is onbegrijpelijk.
Men heeft hier een technisch probleem aangehaald, maar dat kan
dus niet meer. Men heeft mij gezegd dat dit tijdens de kerstperiode is
gebeurd, maar dat trek ik mij niet aan. Een tekst die van deze Kamer
komt en in Kamer en Senaat is behandeld, moet in het Belgisch
Staatsblad verschijnen zoals hij is goedgekeurd.
Mijnheer De Crem, eigenaardig genoeg is het niet de eerste keer dat
een tekst wordt hernomen. Dat is een nalatigheid van de diensten die
daarvoor verantwoordelijk zijn bij de ministers of de departementen.
Dat is niet aanvaardbaar.
Mijnheer Tant, ik zal de brief die reeds enige tijd geleden werd
verstuurd over deze en eerdere aangelegenheid, aan de leden van de
Conferentie meedelen. Over het specifieke probleem hebt u groot
gelijk. Ik heb gevraagd om dat ernstig te laten onderzoeken, want op
het eerste gezicht zie ik ook niet goed hoe hieruit te geraken. Ik beken
dat.
même encore apporter des
corrections aux textes de loi
adoptés en commission. Nous
constatons toutefois que la
rédaction de certains projets est
de piètre qualité. J'ai adressé un
courrier au premier ministre à ce
sujet.
Le texte publié au Moniteur belge
est celui déposé au
gouvernement, qui a été amendé,
mais les amendements ne sont
pas repris. C'est inacceptable ! Et
le deuxième texte est du charabia
pur et simple!
De telles situations sont
inacceptables. Seul le texte
adopté par la Chambre peut être
publié. Les services des
ministres sont responsables de
négligences inadmissibles. Je
présenterai, à la Conférence des
présidents, la lettre que j'ai
envoyée à ce sujet. Une enquête
approfondie se justifie en
l'occurrence.
12.02 Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, (...)
De voorzitter: U hebt gelijk.
12.03 Annemie Roppe (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik weet
niet of dit de juiste plaats is om ten gronde over dit thema te
discussiëren, maar ik sluit mij graag aan bij uw eigen verbolgenheid
en de kwaadheid van de heer Tant. Het verhaal dat hij hier vertelt,
heb ik toevallig ook op de radio gehoord door iemand van zijn
politieke partij.
Op hetzelfde ogenblik heb ik in de commissie voor het Handelsrecht
moeten vaststellen dat de wet over de afschaffing van de effecten aan
toonder, die op 23 december 2005 in het Belgisch Staatsblad werd
gepubliceerd, ook niet de correcte versie was, maar de voorlaatste
12.03 Annemie Roppe (sp.a-
spirit): Je me rallie à la position de
M. Tant. J'ai constaté une situation
similaire au moment de l'adoption
de la loi sur la suppression des
titres au porteur, parue au
Moniteur belge du 23 décembre
2005, et publiée dans une version
erronée, sans les corrections
apportées en commission. De
telles situations doivent être
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
versie waarin de correcties die met de instemming van de commissie
waren aangebracht, niet waren opgenomen. Dat is dus een
gelijkaardige verkeerde afloop van publicatie.
Mijnheer de voorzitter, ik ben het volledig met u eens dat het nodige
moet worden gedaan om dit in de toekomst te vermijden. De
uitstraling van het wetgevend werk dat wij hier, dikwijls met heel veel
zorg, verrichten komt die werkwijze niet ten goede.
évitées à l'avenir, du simple fait
qu'elles donnent une mauvaise
image du travail législatif que nous
fournissons scrupuleusement.
De voorzitter: Ik vind het goed dat de heer Tant dit in de plenaire vergadering heeft aangesneden. Wij
kunnen dit later in detail uitwerken, maar het mocht eens gezegd worden.
12.04 Geert Versnick (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik ben het
volledig eens met de analyse dat wij er inderdaad moeten over waken
en op aandringen dat de resultaten van ons werk op een behoorlijke
manier worden vertaald. In dezelfde zin moeten wij echter even
kritisch voor onszelf durven zijn. Als men termijnen voor
inwerkingtreding in wetten begint vast te leggen, wijkt men daarmee
af van het gemeenrecht dat een wet in werking treedt 10 dagen na de
publicatie in het Belgisch Staatsblad tenzij anders bepaald. Hier
hebben wij zelf beslist dat het anders moest. Dat werd goedgekeurd
net voor de vakantie. De inwerkingtreding was op 1 september met de
mogelijkheid tot evocatie.
Laten we even kritisch zijn ten opzichte van ons eigen werk en niet
altijd proberen alles te regelen. Had men gewoon de wet goedgekeurd
zonder een datum voor inwerkingtreding, dan was dat automatisch
gebeurd 10 dagen na publicatie in het Staatsblad. Dan was al die
ellende er niet geweest. Wij moeten streng zijn voor anderen, maar
minstens even streng voor ons zelf, mijnheer de voorzitter.
12.04 Geert Versnick (VLD) : Il
est exact que le résultat de notre
travail doit être traduit et être
publié avec précision, mais nous
devons également oser porter un
regard critique sur nous-mêmes.
Nous voulons trop régler nous-
mêmes. En vertu du droit
commun, une loi entre
automatiquement en vigueur dix
jours après sa publication au
Moniteur belge. De nombreux
problèmes auraient pu être évités
en respectant cette règle.
De voorzitter: Als men een tekst publiceert die een voorgaande
versie is, dan loopt het toch een beetje de spuigaten uit.
Le président : Il est en effet
inacceptable que la version
définitive ne soit pas publiée.
12.05 Paul Tant (CD&V): Dat ligt niet bij de medewerkers en
evenmin bij het personeel. De fouten die gemaakt zijn, zitten bij de
regering. Het is de bevoegdheid van de regering om in te staan voor
de publicatie van een tekst en ervoor te zorgen dat die tekst te
nuttigen tijde verschijnt of dat hij geen tegenspraken inhoudt. Ik wil
mijn betoog evenwel niet herbeginnen.
In alle klaarheid: ik heb geenszins de bedoeling het Parlement te
culpabiliseren. Ik heb wel de bedoeling te zeggen dat de regering op
dit punt zorgvuldiger moet zijn. Het gaat trouwens, voorzitter, niet
alleen over technische fouten, maar over rechtsonzekerheid in de
strikte zin van het woord.
Mijnheer de voorzitter, Ik zou graag hebben dat wij hierop
terugkomen, eenmaal dit grondiger bekeken is. Collega's, het is meer
en meer de praktijk geworden om, zelfs na goedkeuring van een
tekst, zogenaamde of echte technische correcties aan te brengen. Ik
zou graag hebben dat die technische correcties telkens afzonderlijk in
het verslag worden vermeld. Op zich zal dit ertoe aanzetten, denk ik,
om zorgvuldiger te werk te gaan.
12.05 Paul Tant (CD&V) : Il
n'entre pas dans mes intentions
de culpabiliser les collaborateurs,
ni les services, ni le Parlement.
Les erreurs qui ont été commises
sont imputables au gouvernement,
qui doit dès lors faire preuve de
davantage de méticulosité car il ne
s'agit pas seulement d'erreurs
techniques mais d'une véritable
insécurité juridique. On recourt de
plus en plus à la pratique des
corrections techniques après le
vote. Je souhaiterais que ces
corrections soient
systématiquement inscrites
séparément dans le rapport.
De voorzitter: Ik vind dit incident een goed incident.
Le président : J'estime que cet
incident a été très utile.
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 25 janvier 2006, je vous propose d'inscrire à
l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi le projet de loi portant des dispositions diverses
urgentes relatives aux statuts du personnel de la Défense (n°
s
2197/1 à 3).
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 25 januari 2006, stel ik u voor op de
agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag het wetsontwerp houdende diverse dringende
bepalingen betreffende de statuten van het personeel van Defensie (nrs 2197/1 tot 3) in te schrijven.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Projets et propositions
Ontwerpen en voorstellen
13 Projet de loi portant approbation de l'accord de coopération entre l'Etat, la Communauté flamande,
la Région flamande, la Communauté française, la Région wallonne, la Communauté germanophone, la
Région de Bruxelles-capitale, la Commission Communautaire commune et la Commission
communautaire française portant création d'une Commission nationale pour les droits de l'enfant,
conclu à Bruxelles le 19 septembre 2005 (2086/1-2)
13 Wetsontwerp houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord houdende oprichting van
een Nationale Commissie voor de rechten van het kind, gesloten te Brussel, op 19 september 2005,
tussen de Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaams Gewest, de Franse Gemeenschap, het Waals
Gewest, de Duitstalige Gemeenschap, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie (2086/1-2)
Discussion générale
Algemene bespreking
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
13.01 Martine Taelman, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs
naar het schriftelijk verslag.
13.01
Martine Taelman,
rapporteur : Je me réfère au
rapport écrit.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des articles
Bespreking van de artikelen
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (2086/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2086/1)
Le projet de loi compte 2 articles.
Het wetsontwerp telt 2 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Les articles 1 et 2 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 en 2 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
14 Proposition de loi fixant des dispositions spécifiques relatives au statut des officiers du corps
technique médical du service médical (2090/1-6)
14 Wetsvoorstel tot vaststelling van bijzondere bepalingen betreffende het statuut van de officieren
van het medisch technisch korps van de medische dienst (2090/1-6)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
David Geerts, Hilde Vautmans, Bruno Van Grootenbrulle, Philippe Monfils
Discussion générale
Algemene bespreking
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
14.01 Véronique Ghenne, rapporteur: Monsieur le président,
monsieur le ministre, chers collègues, notre commission a examiné
cette proposition de loi lors de ses réunions du 7 décembre 2005 et
du 11 janvier 2006. L'avis du Conseil d'Etat a également été
demandé; il a été rendu le 14 décembre 2005.
Dans son exposé introductif, M. Geerts a tout d'abord évoqué le
contexte dans lequel s'inscrit cette proposition de loi.
La composante médicale des Forces armées belges est confrontée à
une diminution de ses effectifs, et plus particulièrement à une
diminution de ses prestataires de soins. Or, il est nécessaire que le
personnel qui participe à des missions opérationnelles et
humanitaires, en constante augmentation, dispose d'un appui médical
de qualité. C'est la raison pour laquelle une revalorisation de la
fonction des officiers du corps technique médical du service médical
s'impose.
L'objectif de la proposition de loi est donc de rendre le statut des
officiers du corps technique médical suffisamment attrayant pour les
candidats potentiels et offrir également de nouvelles perspectives en
termes de carrière et de motivation aux officiers actuellement en
service.
M. Geerts a ensuite présenté un aperçu des lignes de force de la
proposition de loi.
Pour finir, l'auteur principal de la proposition a souligné la
collaboration fructueuse des services du département de la Défense
pour l'élaboration du texte.
En ce qui concerne la discussion générale, nous retenons les
quelques points suivants.
M. Denis a soutenu la proposition de loi en appelant cependant à une
réforme plus approfondie, axée sur le recrutement et le maintien d'un
14.01 Véronique Ghenne,
rapporteur: Het medisch personeel
van het Belgische leger neemt
sterk in aantal af. Een
opwaardering van het ambt van de
officieren van het medisch
technisch korps van de medische
dienst dringt zich dan ook op. De
heer Geerts schetste de
krachtlijnen van het wetsvoorstel.
Tijdens de algemene bespreking
zegde de heer Denis zijn steun toe
aan het wetsvoorstel. Hij riep
evenwel op tot een meer
diepgaande hervorming. Volgens
hem zal het afstemmen van het
inkomen van de militaire artsen op
dat van de burgerartsen geen
eenvoudige opgave zijn.
Mevrouw Wiaux had vragen bij de
omschrijving en de invulling van
het concept van de medische
overheid. De heer Monfils
antwoordde dat dit aspect
bijzondere aandacht van de
indieners heeft gekregen.
Volgens de heer De Crem
ontbreken de middelen om het
doel van het voorliggende
wetsvoorstel te bereiken. Hij
betreurt dat die officieren toegang
zullen krijgen tot bepaalde graden
die hen in staat stellen om
diensthoofd van een operationele
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
nombre suffisant de médecins militaires qualifiés. Il a également
évoqué la problématique du cumul des activités des médecins
militaires et a appelé à une réglementation stricte et claire en la
matière. Selon lui, l'intention d'aligner les revenus des médecins
militaires sur ceux des médecins civils, selon le dispositif prévu par la
loi, ne sera pas facile à mettre en oeuvre.
Mme Wiaux, quant à elle, s'est interrogée sur la définition et la
concrétisation du concept d'autorité médicale. Elle a proposé de
confier cette mission à une commission plutôt qu'à une seule
personne.
M. Monfils, en tant que coauteur, a répondu que les auteurs avaient
été attentifs à cet aspect et que l'autorité médicale est
minutieusement encadrée.
Selon M. De Crem, les moyens pour atteindre l'objectif de la
proposition de loi à l'examen font défaut. Selon lui, non seulement le
recrutement latéral n'est pas une solution suffisamment attrayante
pour attirer les médecins, mais il ne tient pas non plus suffisamment
compte des compétences. M. De Crem déplore également que des
officiers qui ont réduit au minimum leurs engagements pourront
désormais devenir major ou lieutenant-colonel, des grades permettant
d'accéder à la fonction de chef de service ou de diriger une unité
médicale en opération, alors que ces officiers n'ont pas suivi de
formation complémentaire préparant aux fonctions de
commandement opérationnel.
Selon M. Sevenhans, la proposition de loi est une occasion manquée.
Selon lui, une plus large ouverture du débat aurait permis de donner à
la réforme une plus grande envergure.
M. Kelchtermans a demandé des éclaircissements concernant la
fixation du nombre d'étudiants susceptibles d'exercer une fonction
médicale spécifique dans la réserve à l'issue de leurs études
universitaires, en s'engageant immédiatement et qui reçoivent une
prime annuelle.
Toujours selon M. Kelchtermans, les candidats francophones
pourraient être avantagés car il n'existe pas d'examen d'admission
pour les études de médecine en Communauté française, alors qu'il en
existe en Communauté flamande.
M. le ministre a souligné que l'objectif de la présente proposition
devait être poursuivi en parallèle avec une série d'initiatives en cours
concernant une nouvelle organisation des structures et des
associations au sein et en dehors du département de la Défense. Le
ministre a ensuite donné un bref commentaire sur les différentes
mesures que prévoit la proposition de loi à l'examen. A cet égard, je
vous renvoie à mon rapport écrit.
En ce qui concerne le cumul des activités des médecins militaires, le
ministre a souligné qu'il n'y était absolument pas opposé, à condition
que leur activité complémentaire ne devienne pas leur activité
principale.
En ce qui concerne les réponses de M. Geerts, celui-ci a précisé
qu'en tout état de cause, l'autorité médicale devra être en mesure de
medische eenheid te worden,
terwijl ze nooit een aanvullende
opleiding hebben gevolgd ter
voorbereiding van operationele
commandofuncties.
Volgens de heer Sevenhans is het
wetsvoorstel een gemiste kans om
de hervorming een grotere
draagwijdte te geven.
De heer Kelchtermans vroeg meer
uitleg bij de bepaling van het
aantal studenten dat in
aanmerking komt om een
specifieke medische functie in de
reserve uit te oefenen. Volgens
hem kunnen Franstalige
kandidaten voordeel halen uit het
ontbreken van een toelatingsproef
voor geneeskundige studies in de
Franse Gemeenschap.
De minister onderstreepte dat de
doelstelling van het voorliggende
voorstel tegelijkertijd met een
reeks lopende initiatieven moet
worden nagestreefd.
De heer Geerts verduidelijkte een
en ander: wie een leidinggevende
functie wil opnemen, dient over
een met redenen omkleed advies
van de medische overheid en de
nodige ervaring te beschikken. De
heer Monfils voegde eraan toe dat
het aantal kandidaten naargelang
van de behoeften zal worden
vastgelegd. Tevens wordt bepaald
dat de kandidaat die niet slaagt of
die bij het einde van zijn studies
beslist om niet in dienst te treden,
de ontvangen premie moet
terugbetalen.
Negen amendementen die ertoe
strekten met het advies van de
Raad van State inzake het
voorliggende wetsvoorstel
rekening te houden, werden
ingediend en door onze commissie
aangenomen. Het volledige, aldus
geamendeerde wetsvoorstel werd
goedgekeurd met negen stemmen
en drie onthoudingen.
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
contrôler les activités de cumul. Il a également ajouté que l'on tentait
précisément d'augmenter l'attrait de l'aspect financier et de permettre
le développement de l'expertise par le biais du cumul pour remédier
au problème actuel, pour pourvoir des emplois vacants.
M. Geerts a précisé qu'un avis motivé de l'autorité médicale et
l'expérience nécessaire étaient requis pour l'obtention d'une fonction
dirigeante. Il a également mentionné que la prime aux étudiants qui
s'engagent immédiatement à exercer une fonction médicale
spécifique dans la réserve à l'issue de leurs études universitaires
dépendait de l'année à partir de laquelle l'étudiant utilisait le système.
M. Monfils, en qualité de coauteur, a ajouté que le nombre de
candidats sera déterminé en fonction des besoins. Il a également
stipulé que si l'étudiant ne réussissait pas ou décidait de ne plus
s'engager à la fin de ses études, il devrait la rembourser. Un arrêté
royal devra préciser cette règle de base ainsi que la hauteur des
montants de la prime. Pour davantage de précisions encore sur la
discussion générale, je vous renvoie à mon rapport écrit.
Afin de tenir compte de l'avis du Conseil l'Etat sur la proposition de loi
à l'examen, M. Geerts, Mme Vautmans, M. Monfils et moi-même
avons déposé 9 amendements. Pour plus de précisions, je vous
renverrai également à mon rapport écrit.
Au niveau de la discussion des articles, la plupart des articles n'ont
pas fait l'objet de discussions et de questions supplémentaires.
Comme mentionné précédemment, 9 amendements visant à tenir
compte de l'avis du Conseil d'Etat sur la proposition de loi à l'examen
ont été déposés et retenus par notre commission. L'ensemble de
celle-ci, telle qu'amendée, a donc été adopté par 9 voix et 3
abstentions. La proposition de loi jointe devient, par conséquent, sans
objet.
J'en ai terminé avec mon rapport, monsieur le président.
14.02 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, monsieur Geerts principal auteur de cette proposition -,
chers collègues, le groupe cdH s'abstiendra lors du vote de cette
proposition loi.
Il est vrai que la transformation des Forces armées a modifié la
structure du personnel et le besoin en appui médical. Il est vrai
qu'actuellement, on constate un déficit de postulants lors du
recrutement de candidats médecins et il est vrai qu'il y a une
diminution du nombre de médecins militaires disponibles, tant en
Belgique que dans le cadre d'opérations extérieures.
Il est bien évidemment nécessaire de garantir la continuité et la
qualité des soins médicaux et de l'appui médical qui est donné au
personnel, tant lors d'engagements opérationnels à l'étranger qu'au
cours du service normal en Belgique et pendant l'entraînement. C'est
d'ailleurs ce que veut rencontrer la proposition de loi puisqu'elle veut
fixer des dispositions bien spécifiques aux officiers du corps
technique médical, pour que leur statut soit suffisamment attrayant
pour les candidats potentiels et qu'il ouvre de nouvelles perspectives
de carrière et de motivation aux officiers du corps technique médical
actuellement en service actif.
14.02 Brigitte Wiaux (cdH): De
cdH-fractie zal zich bij de
stemming over dat wetsvoorstel
onthouden. Het bevat inderdaad
positieve elementen, zoals de
nieuwe regeling inzake de
bijkomende activiteiten. Wij vinden
het echter jammer dat niet alle
vakbonden over de hele tekst
werden geraadpleegd. Tal van
uitvoeringsbesluiten zullen echter
van doorslaggevend belang zijn
voor de eigenlijke invulling van dat
statuut. Het is jammer dat men op
dat vlak niet weet waar men aan
toe is, ook al heeft de minister in
dat verband in de commissie
geruststellende taal gesproken.
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
Toutefois, nous estimons qu'il est regrettable que tous les syndicats
n'aient pas été consultés sur l'ensemble du texte. D'aucuns s'étonnent
d'être mis devant le fait accompli, d'autant que cette proposition de loi
s'attache à régler le statut des officiers du corps technique médical
uniquement.
S'il est vrai que cette proposition de loi permet des avancées positives
comme le nouveau système des activités complémentaires qui
permet plus de souplesse, beaucoup d'arrêtés d'exécution seront
déterminants pour l'orientation de ce statut. On peut regretter cette
inconnue même si, je le concède, monsieur le ministre, vous vous
êtes montré rassurant en commission lorsque vous avez parlé d'une
concertation approfondie avec les délégations syndicales. La future
définition d'un arrêté royal d'exécution de l'autorité médicale
supérieure nous interpelle notamment.
Voilà, monsieur le président, monsieur le ministre, monsieur Geerts,
les raisons de notre abstention.
14.03 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mag
ik mijn commentaar op de artikelen ook ineens geven.
De voorzitter: U mag dat doen. Uw amendement mag u ook ineens verdedigen.
14.04 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
collega's, u zult wellicht wel weten dat er een probleem is in het
medisch korps in het algemeen en met de militaire dokters in het
bijzonder. Ik laat even in het midden wie de oorzaak is, maar ik kan u
verzekeren dat minister Flahaut zeker zijn duit in het zakje heeft
gedaan.
Collega's, er moest iets gebeuren, maar ik vrees, net als de vorige
spreker, dat dit een gemiste kans is. Men denkt dat men in dit geval
het probleem kan oplossen door gewoon wat meer geld te geven. Zou
ik dokter zijn wellicht zijn er wel een paar dokters in de zaal , ik zou
beledigd zijn, want blijkbaar stelt men hier dat een dokter gewoon te
koop is. Ik heb met heel wat medici gesproken, maar over geld heb ik
nooit horen klagen.
Collega's, ik neem aan dat u wel het verschil kent tussen een
wetsvoorstel en een wetsontwerp. Het zal u wellicht verbaasd hebben
met welke snelheid dit wetsvoorstel er werd doorgejaagd. Tussen het
eerste ontwerp en de goedkeuring liggen amper drie maanden.
Collega's, eigenlijk is het een wetsvoorstel geïnspireerd door kamerlid
Flahaut. Mijnheer de minister, ik zou u graag terug willen
verwelkomen als lid van de Kamer. Dat zou een aantal problemen
kunnen oplossen. Alle gekheid op een stokje, de indieners van dit
zogenaamde wetsvoorstel werden heel zorgvuldig gekozen. Het is er
één per meerderheidspartij, met mevrouw Vautmans uiteraard op
kop, dames eerst hoor ik steeds zeggen. Blijkbaar heeft ze de heer
Goris definitief van de troon gestoten. Goed, geen probleem wat mij
betreft. De heer Monfils is voorzitter van onze commissie. Uiteraard is
hij ook een specialist terzake. Er is ook nog de charmante heer
Geerts. Het is ook ondertekend door een zekere heer Van
Grootenbrulle. Ik heb hem nooit gezien. Ik weet niet wie het is.
Blijkbaar is hij ook een specialist terzake.
14.04 Luc Sevenhans (Vlaams
Belang): Des problèmes se posent
au sein du corps médical et en
particulier chez les médecins
militaires. Je ne me prononcerai
pas sur l'identité de la personne
qui en est à l'origine, mais il est
certain que M. Flahaut y a mis son
grain de sel. Tout comme l'orateur
précédent, je crains que cette
proposition de loi soit une
occasion manquée. Elle a pour
vocation de résoudre les
problèmes par la distribution d'un
peu d'argent, ce qui constitue en
réalité presque un affront pour les
médecins.
Le parcours de la proposition de
loi à la Chambre a été
étonnamment rapide. Trois mois à
peine après son dépôt, elle est
déjà mise aux voix. L'explication
est simple, c'est qu'il s'agit en fait
d'une proposition du `député'
Flahaut. Aussi les auteurs ont-ils
été soigneusement triés sur le
volet, à raison d'un par groupe de
la majorité.
La proposition repose sur un vieux
concept, développé par la direction
générale des Ressources
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
Collega's, het wetsvoorstel vertaalt een vrij oud concept dat in de
algemene directie Human Resources, onder leiding van een kolonel
werd ontwikkeld. Het werd verder onder leiding van een luitenant-
kolonel door de divisie Beleidsvoorbereiding geschreven. Naderhand
werd het ondertekend door de vier genoemde kamerleden.
Door een wetsvoorstel te laten indienen in plaats van een
wetsontwerp bespaart de minister zich wat moeite, onder andere
moest hij oorspronkelijk geen advies vragen aan de Raad van State,
maar dat is in de loop van het parcours gelukkig toch nog gewijzigd.
Hij ontwijkt uiteraard ook de vakbonden, de inspecteur van Financiën
enzovoort.
Collega's, hij ontwijkt zo ook, en dit is wel belangrijk, de minister van
Pensioenen. Ik denk immers dat dit een duidelijke impact heeft.
Vooral dit laatste lijkt mij toch wel belangrijk vanwege artikel 29, § 1,
van het voorstel dat bepaalt: "de officier die een positieve evaluatie
van zijn competenties heeft gekregen ontvangt een toelage waarvan
het bedrag in functie is van zijn specialiteit."
Over die toelagen werden tot heden geen concrete cijfers gegeven,
maar de verantwoordelijken van het dossier bij de ADHR spreken
toch van een substantieel bedrag. Dat moet ons zeker niet verbazen,
het beantwoordt aan een noodzaak. Ik denk echter dat men bedragen
mag vooropstellen van 3.000 à 4.000 euro per maand. Wat het
wetsvoorstel-Flahaut betreft, wil men de weg openen naar quasi
willekeurige werving en bevordering van bepaald medisch personeel.
De Raad van State werd dan toch nog om raad gevraagd en kreeg
slechts vijf dagen. Men heeft het dus wel gedaan. Zij hadden ook
enkele opmerkingen.
Wat de huidige situatie betreft, het volgende. Recent werden de
wetten van 16 juli 2005 houdende de overplaatsing van sommige
militairen naar een openbare werkgever en van 20 juli 2005 houdende
diverse bepalingen, binnen het wettelijk kader geschapen, om de
effectieven van de krijgsmacht tegen 2015 gevoelig te verminderen en
te verjongen door bepaalde categorieën van militairen op hun
aanvraag over te plaatsen naar een openbare werkgever of ze op hun
aanvraag toe te laten zich professioneel te heroriënteren in de privé-
sector. De ontworpen KB's tot uitvoering van beide voornoemde
wetten, sluiten de officieren uit hun toepassingsveld uit. Ook
verpleegkundigen, analisten klinische biologie en kinesitherapeuten
komen niet in aanmerking voor overplaatsing naar de openbare
sector of professionele heroriëntering in de privé-sector. Merken we
ook op dat het personeel dat bij toepassing van voornoemde wetten
de krijgsmacht verlaat, na één jaar zijn statuut van militair verliest.
Het doel van dit wetsvoorstel zou enerzijds erin bestaan het tekort aan
medisch personeel op te vangen door een zogenaamde laterale
werving op diploma van sollicitanten die een professionele ervaring in
een bijzonder medisch domein kunnen rechtvaardigen, toe te laten.
Om deze kandidaten aan te werven dient het statuut aantrekkelijk te
worden gemaakt en moet het nieuwe perspectieven openen inzake
loopbaan en motivatie van officieren van het medisch-technisch
korps, MTK, momenteel in dienst. Anderzijds zou deze aparte
rekrutering met eraan gekoppeld een speciaal statuut voor dit
personeel, zich rechtvaardigen om reden dat de opdrachten van het
humaines sur la base du projet
d'un colonel. Elle a été écrite par
la Cellule stratégique, puis les
auteurs se sont contentés de la
signer.
En faisant déposer une proposition
de loi, M. Flahaut a pu faire d'une
pierre deux coups. Certes, il n'a
finalement pu éviter l'avis du
Conseil d'État mais il contourne
néanmoins les syndicats,
l'Inspecteur des Finances et
surtout le ministre des Pensions.
L'article 28 (ancien article 29), § 1
de la proposition stipule que
l'officier dont les compétences
sont évaluées positivement perçoit
une gratification. Aucun chiffre
concret n'a encore été
communiqué mais le responsable
auprès de la direction générale
des ressources humaines parle
d'un montant `substantiel'. Je
pense à la somme de 3 à 4000
euros par mois. La proposition de
loi veut ouvrir la voie vers un
recrutement et une promotion
quasiment arbitraires de certains
membres du personnel médical.
Le Conseil d'État disposait de cinq
jours pour formuler ses
observations. Par le biais des lois
du 16 juillet 2005 et de la loi du 20
juillet 2005, le cadre légal a été
créé pour réduire et rajeunir
sensiblement les effectifs des
forces armées d'ici à 2015 en
transférant, à leur demande,
certaines catégories de militaires
dans une administration publique
ou en leur permettant de se
réorienter dans le secteur privé.
Certaines catégories de militaires
sont exclues de ces mesures en
vertu des arrêtés royaux y
afférents.
La proposition de loi entend
remédier à la pénurie de
personnel médical en autorisant le
recrutement latéral sur diplôme de
candidats pouvant justifier d'une
expérience professionnelle dans
un domaine médical particulier.
Pour ce faire, il faut rendre leur
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
medisch korps zijn geëvolueerd zoniet toegenomen. Dit statuut zou
dus nodig zijn om de noodzakelijke medische steun te verlenen, zowel
in het domein van de operationele steunverlening dus bij
buitenlandse opdrachten als van de curatieve en de
arbeidsgeneeskunde.
Ik overloop de artikel in vogelvlucht, kwestie van tijd te besparen
aangezien ik begrepen heb dat er een receptie aangekondigd is.
Artikel 2. Om alle reservepersoneel in een zelfde statuut te behouden
zou het best zijn dat alle regelingen van reservepersoneel,
rechtstreeks geworven of na hun actieve dienst in dit kader
opgenomen, enkel in de wet van 16 mei 2001 worden opgenomen.
Deze wet zou dan ook aangepast kunnen worden met een hoofdstuk
over reservepersoneel met een bijzonder statuut. Mijns inziens zijn de
punten 3, 5 en 11 dus overbodig. Als men echter een apart korps wil
maken van het medisch-technisch korps, volledig vreemd aan de
andere legercomponenten, met buitengewone rechten en voorrechten
die men nergens anders in het openbaar ambt aan het personeel
toekent, dan is het verklaarbaar waarom ook het reservepersoneel
MTK in deze wet wordt opgenomen.
Wat artikel 3 betreft, vind ik de formulering zeer slecht. Het volstaat
een formule zoals in de wet van 20 mei 1994 over te nemen. Op die
manier wordt het tweede lid overbodig, zo het reservepersoneel uit dit
korps zou worden gelicht.
Artikel 4. Het reservepersoneel geniet tot op heden nooit van enig
militair pensioen op grond van de wetten van 11 augustus 1923. Hun
diensten worden omgezet in rechten in het pensioenstelsel waartoe
ze behoorden of behoren. Dit is een voorbeeld waarom men het
reservepersoneel MTK in deze wet wilt kapselen. Ik kan dat begrijpen,
maar heb hierover nooit van een budgettaire weerslag gehoord, noch
erover gelezen.
Wat artikel 5 betreft, stel ik de vraag wie de behoeften bepaalt. Er zijn
geen kaderaantallen en de onderverdeling in graden is quasi vrij.
Artikel 6. De minimumvorming bedraagt 6 weken. Dan is het
maximumrendement 5 tot 6 jaar. Volgens mij is dat zeer kort en kan
nog korter indien betrokkene een tijdelijk contract bedingt.
Wat artikel 7 betreft, zeg ik nee. Per definitie dient een beroepsofficier
voor onbepaalde duur tot de leeftijdsgrens. Beroepsofficieren met
tijdelijke contracten van een jaar lijken mij zeer vreemd. Quid in
periodes van crisis? Wat met de verlenging van tijdelijke contracten?
Wie aanvaardt de sollicitanten? Moet dit de minister van
Landsverdediging zijn? Kortom, heel wat vragen die onbeantwoord
blijven.
Artikel 8. De vorming moet minstens een jaar bedragen. Zo de
vorming beperkt is tot een minimum van zes weken is de rest een
evaluatieperiode. Hoe kan men anders hun professionele,
karakteriele, fysieke en morele geschiktheid beoordelen? Ik wens te
beklemtonen dat in het openbaar ambt de stage bij werving in niveau
A ook een jaar duurt.
Artikel 9. Niemand kan aangesteld worden in een graad van officier zo
hij niet de vereiste taalkennis heeft bewezen. Volgens mij is dit een
statut plus attrayant, car les
missions du corps médical ont
évolué et gagné en importance.
De nombreux articles m'inspirent
certaines réserves. Quelques
exemples : l'article 3 est très mal
formulé. Il aurait convenu de
reprendre une formule de la loi du
20 mai 1994. L'article 5 ne spécifie
pas clairement qui détermine les
besoins. L'article 10 est peu clair
concernant la personne qui définit
la durée du cycle de formation.
L'article 24 vise notamment à
attirer davantage de candidats
grâce à la revalorisation de la
carrière. Dès qu'on accède au
cadre officiers, on peut être mis à
la disposition des SPF, des
Régions, des Communautés et
d'autres institutions. Il semble que
les communes aient été oubliées.
Je m'oppose à l'article 31. Quel
est, en effet, le sens d'une
promotion un an avant l'âge de la
pension? Cet article vise-t-il à
octroyer une pension plus élevée à
certains?
J'ai présenté un amendement à
l'article 32, dans lequel je propose
que les dispositions de l'article 17,
alinéa 1
er
, ne soient pas
applicables à l'officier de carrière
qui a satisfait aux épreuves
professionnelles pour le grade
d'officier supérieur ainsi qu'à
l'officier de carrière nommé aux
grades de major et de lieutenant-
colonel à la date d'entrée en
vigueur de cette disposition. Cet
amendement ne soulève aucune
objection mais personne ne veut
se joindre à moi. On estime sans
doute que la loi est déjà tellement
complexe et caduque dans son
état actuel que mon amendement
compliquerait encore davantage
les choses. Toutefois, la présente
proposition favorise le lieutenant-
colonel par rapport aux autres
gradés. En effet, le lieutenant-
colonel peut devenir colonel parce
qu'il aurait déjà présenté les
épreuves professionnelles, mais le
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
omzeilen van de taalwetten. Ik verwijs terzake naar de wet van
30 juli 1938. Hoe zal men dit realiseren bij de werving? Zal men hen
alleen aanstellen na zes weken vorming? Wat gebeurt er indien de
vorming mislukt? Het taalexamen, zoals bepaald in artikel 5 L 1 in de
wet over het statuut, voorziet niet in een herkansing. Men houdt
hiermee blijkbaar geen rekening. Dit zijn een aantal fundamentele
bemerkingen.
Artikel 10. Wie bepaalt de duur van de vormingscyclus? Artikel 8 zegt
niets over het feit dat dit een jaar zou duren. Is er een mogelijkheid
om de taalexamens volgens artikel 5 te organiseren met eventuele
taalcursussen?
Deze wet laat toe dat zelfs iemand met een basisdiploma in de
medische sector van dokter, tandarts, dierenarts of apotheker en die
vijf jaar ervaring heeft, tot majoor wordt benoemd. Meer nog, deze wet
zal toelaten dit soort personeel met een gelijkwaardig diploma of
getuigschrift te werven. Mijn vraag is wie die gelijkwaardigheid zal
beoordelen.
De graad van majoor komt overeen, in het openbaar ambt
weliswaar officieus, maar hij wordt toch frequent gebruikt met een
graad van rang 13 in niveau A, die enkel uitzonderlijk als
wervingsgraad voorkomt en toegekend wordt aan bepaalde
hooggekwalificeerde specialisten, gerekruteerd na vergelijkende
examens in een vlakke loopbaan, zoals bijvoorbeeld bij de Inspectie
van Financiën, de adviseurs van het openbaar ambt, enzovoort. Hier
geeft men een graad van hoofdofficier aan rekruten zonder enige
nuttige militaire ervaring en zonder dat een hogere specialisatie dan
een basisdiploma vereist is. Voor zover men nog de normale werving
van medisch personeel zou behouden, is het quasi zeker dat men
geen kandidaten meer zal vinden voor kandidaat-beroepsofficier,
verder afgekort als KBO, in het huidig kader, dat nota bene niet wordt
opgeheven. Bovendien, hoe plant men de continuïteit van de zorgen
te verzekeren als men ooit à la carte dienstnemingen van bepaalde
duur kan bedingen en men ontslag kan nemen als men wil, na amper
een paar jaar rendement, of in terbeschikkingstelling kan vertrekken.
Wat artikel 11 betreft, de toelatingsvoorwaarden, het programma en
de voorwaarden tot slagen, moeten door de Koning worden bepaald,
dit naar analogie van artikel 26bis van 1 maart 1958. Dat is toch ook
niet zo heel duidelijk.
Wat artikel 12 betreft, wat is de graad bij werving? Wat is het ritme
van de aanstelling, zeker als voor sommigen de vorming maar zes
weken zou duren of een totale vorming van één jaar?
Ik kom op artikel 13. Lid 1 zou moeten worden aangevuld met de
woorden "voor de toepassing van deze wet" tussen de woorden
"behoort" en het woord "enkel" en het wordt "enkel voor de
aanstelling" in plaats van "enkel voor de benoeming". Lid 1 laat dus
toe kandidaten-MPK gedurende hun vorming in de graad van officier
aan te stellen zonder dat ze hun tweetaligheid moeten bewijzen. Dit is
volgens mij een onaanvaardbare inbreuk op het principe van de
tweetaligheid van officieren, zoals neergelegd via de wet van 1938.
Artikel 14, een graad van hoofdofficier is een graad verleend aan
personen met een hoge specialisatie en jaren ervaring, dus niet aan
même raisonnement pourrait tout
aussi bien valoir pour les majors et
les capitaines-commandants.
Espérons que l'article en question
n'a pas été confectionné sur
mesure pour un lieutenant-colonel
en particulier.
Cette proposition ouvre la porte
aux abus en matière de
recrutement, de formation, de
cumul et de mise à disposition de
tiers. Il n'y a pas d'équilibre entre
les droits et les devoirs des
pouvoirs publics et du personnel. Il
ne serait pas normal que des
militaires CTM soient payés
davantage que leurs collègues de
la fonction publique. Je comprends
que l'on voulait prendre une
initiative mais l'argent n'est pas
tout. Un régime d'allocations
permettrait de résoudre en partie
le problème.
Il n'est pas souhaitable qu'une
personne dont les prestations sont
inférieures à dix années de
services temporaires puisse entrer
en ligne de compte pour une
pension du secteur public. Ce
serait en effet créer un précédent.
Personne n'est d'ailleurs en
mesure de me fournir de
précisions à propos de l'incidence
budgétaire. De tels régimes
n'existent pas à l'étranger. Je
crains que tout cela ne soit fort
improvisé. Je n'ai pas davantage
obtenu de précisions sur
l'incidence de la notion de carrière
mixte.
La proposition initiale des militaires
poursuivait peut-être des
intentions louables mais s'est dans
l'intervalle avérée très peu
convaincante sur le plan
technique. De nombreuses
dispositions ne conviennent par
ailleurs plus sur le plan du
contenu.
Le statut pécuniaire des médecins
militaires actuels est sérieusement
réévalué. Cette mesure ne pose
pas de problème en tant que telle
mais ne doit pas être la seule. Je
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
iemand met een basisdiploma of zelfs twintig jaar gewone praktijk als
huisarts, tandarts, apotheker enzovoort. Ook in het openbaar ambt
werft men geen arts aan in rang 13. Ik heb ernaar verwezen. Het is
niet officieel, maar wel officieus in gebruik. Zo'n werving in rang 13
bestaat wel voor zeer gespecialiseerd personeel met een vlakke
loopbaan na zware, vergelijkende wervingsexamens en jaren stage,
bijvoorbeeld het korps der inspecteurs van Financiën en dit van de
adviseurs in het openbaar ambt, maar niet voor een geneesheer die
na 20 jaar privé-praktijk beslist om bijvoorbeeld als inspecteur
Voedselinspectie of bij de Gezondheidsdienst van het Ministerie van
Volksgezondheid te gaan werken. Op zich is artikel 14 dus overbodig,
aangezien majoor in dit bijzonder statuut een basisgraad is waarvoor
men per definitie geen anciënniteit kan hebben bij de eerste
benoeming.
Artikel 15 vind ik onbegrijpelijk.
Primo, de bevordering in dat bijzondere statuut hangt niet af van een
vroegere anciënniteit. Men wordt benoemd in de basisgraad van
majoor en dan pas moet anciënniteit worden opgebouwd om te
bevorderen tot luitenant-kolonel. Om majoor te worden hoeft men niet
eerst cursussen van de voortgezette vorming te volgen. Ik dacht dat
dat vroeger de gewoonte was, maar blijkbaar wordt dat ook op de
tocht gezet. Wie bepaalt bijvoorbeeld welke anciënniteit men nodig
heeft om luitenant-kolonel te worden?
De bevorderingen van de officieren gebeuren per korps. Wij zien niet
hoe sommige bepalingen van toepassing op lagere officieren in
andere korpsen, een invloed moeten of kunnen hebben op de
bevorderingen naar anciënniteit voor hoofdofficier MTK, te meer daar
ze allen buiten kader zijn. Een taalexamen is volgens mij een
benoemingsvoorwaarde. Ik vermoed dan ook dat dat niet overbodig
is. Houdt de zin misschien in dat men wel in de graad van majoor kan
worden aangesteld zonder geslaagd te zijn voor artikel 5L1? De
samenlezing van de artikelen 10 en 13 met het artikel sluit dat mijns
inziens niet uit. Volgens mij zou het een aanfluiting zijn van alle
principes van de taalwet.
Er zijn geen problemen met artikel 16.
Ik kom dan bij artikel 17, tweede lid. Wat is eigenlijk een brevet van
gelijke waarde? Dat is nooit echt verduidelijkt.
De artikelen 19 en 20 horen hier volgens mij niet thuis. Ik had liever
de reserve in een aparte wet gezien.
Ik ben het niet eens met artikel 21, want men creëert een nieuw
medisch-technisch korps dat het bestaande medisch-technisch korps
bijna volledig zal opslorpen. Nu zijn er onder meer 12 kolonels, 36
luitenant-kolonels en 43 majoors. Samen geeft dat 91 hoofdofficieren
en 117 lagere officieren. In totaal zijn er dus 208 geneesheren,
apothekers, tandartsen, dierenartsen enzovoort. Het gaat hierbij om
zowel beroepsofficieren als aanvullingsofficieren, ongeacht hun vorm
van rekrutering. Zowat iedereen wordt nu beroepsofficier en bijna
iedereen zal ook in het bijzondere statuut worden opgenomen.
Nergens wordt gezegd hoeveel officieren MTK nog in de aantallen
zoals bepaald in het kaderbesluit, zullen blijven. Aangezien alle
officieren in het bijzondere statuut niet worden meegerekend in de
ne crois pas que ces mesures
suffiront à résoudre les problèmes
de recrutement. L'honorabilité
professionnelle doit également
jouer un rôle, et l'armée ne peut
être un second choix. Les
militaires en exercice et en
mission de gestion de crise à
l'étranger méritent les meilleurs
soins de santé. Je doute que cette
proposition y contribue.
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
aantallen zoals bepaald in het kaderbesluit, is het duidelijk dat het
bestaande kader een leeg kader wordt, terwijl men nergens bepaalt
hoeveel eenheden in het bijzondere statuut geworven mogen of
kunnen worden.
In de memorie van toelichting spreekt men vaag over een tekort om
buitenlandse opdrachten te verzekeren. De bepaling laat alles toe en
gelet op de soepelheid waarmee die officieren hun eigen loopbaan
kunnen beheren tijdelijke contracten, ontslag, cumul, ter
beschikking stellen van derden -, is het duidelijk dat er opzettelijk
geen kader met maximumaantallen per graad of groep wordt bepaald
of kan worden bepaald. Dergelijke bepaling laat misbruiken toe. Hoe
is dat te verzoenen met de jaarlijkse wet op het legercontingent? Quid
het budgettaire aspect uiteraard.
Dan kom ik bij artikel 22.
De voorzitter: Mijnheer Sevenhans, u bent bijzonder kort vandaag, maar mocht u nog korter zijn...
14.05 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Ik bespreek meteen ook de
artikelen, want anders moet ik dat straks nog doen. Ik doe dus
meteen ook een artikelsgewijze bespreking.
Artikel 22 is ook onnodig. Artikel 19 van de tuchtwet volstaat om
cumul toe te laten. Is het advies van de medische overheid misschien
bindend voor de minister van Landsverdediging? Dan moet dat in de
wet zelf worden bepaald. Indien dat zo zou zijn, dan wordt in de wet
een te verstrekkende bevoegdheid verleend aan een militaire
autoriteit zonder politieke verantwoordelijkheid.
Is dat conform de Grondwet en de rechtspraak van het Arbitragehof?
Volgens mij is het dat niet.
Heel veel medische beroepsbeoefenaars zijn werknemer-beheerder
in een vennootschap waarvan zij aandeelhouder zijn. Voor hen is als
militair elke cumul uitgesloten op grond van artikel 18 van de tuchtwet.
Artikel 23 gaat over de trainingsactiviteiten. Ik begrijp en aanvaard de
redenen voor deze bepaling. Ik hoop echter dat de regering beseft dat
ze niet op alle banken wordt toegejuicht.
In artikel 24 wordt een bijzonder statuut ingericht om door
herwaardering van de loopbaan meer kandidaten aan te trekken. Er is
immers een tekort. Eens zij echter militaire kaderofficieren zijn
geworden, wordt er onmiddellijk in voorzien dat zij ter beschikking
kunnen worden gesteld van zowat iedereen: van een FOD, van
Gewesten en Gemeenschappen en van instellingen, behalve blijkbaar
van de gemeenten. Hen is de regering misschien vergeten.
Lid 2 van artikel 24 bepaalt welke artikelen van de wet op de beziging
buiten de krijgsmacht van toepassing zijn. Ik verwijs daarvoor naar de
wet van 20 mei 1994 voor de officieren met een bijzonder statuut.
Derhalve zijn de andere artikelen van dezelfde wet niet van
toepassing. Sterker nog, de officier MTK kan nog bij een akkoord de
artikelen van deY5 een wet -, die op hem toepasselijk zijn, buiten
werking stellen.
In artikel 25 wordt bepaald dat een kandidaat-beroepsofficier van de
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
bijzondere werving een rekruteringspremie krijgt. De facto zullen alle
officieren MTK nu tot het bijzonder statuut behoren. De facto wordt
alle rendement dat nu toepasselijk is op het medisch personeel,
buiten werking gesteld. Ik verwijs naar de wet van 16 mei 2001, tabel
AY30. Dan heeft iedereen een rendementsperiode van maximum vijf
jaar.
Bij artikel 26 is er geen probleem.
Bij artikelen 27en 28 heb ik dezelfde opmerkingen inzake de reserve.
De bepaling van artikel 29 wordt toegelaten door de pecuniaire wet.
Wat is echter de ratio legis? De leden van het MTK hebben reeds een
weddeschaal die hoger ligt dan de schaal van andere, vergelijkbare
specialisten, zoals piloten, ingenieurs en juristen. Zij zouden
bovendien nog een competentietoelage bekomen, die niet bestaat in
een vlakke loopbaan. Daar wordt enkel overgegaan tot hogere
weddeschalen binnen de rang volgens een bepaalde onderverdeling
in de weddeschalen van dezelfde graad. De normalisaties, de
prestaties en de 38-urenweek zijn niet toepasselijk op de officieren.
Een voltijdse prestatie kan enkel een normale werkweek van 38 uur
betekenen. Er zou beter worden verwezen naar de pecuniaire wet: "38
uur per week is wel toepasselijk op ...", enzovoort.
Zo'n invoering voor het medisch technisch korps, is weer een
bevoordeling ten opzichte van andere hoge officieren, die voor het
merendeel wel stilzwijgend veel meer dan de 38 uren per week
presteert. Er wordt een ongelijkheid gecreëerd. Dat moet men durven
toe te geven.
Volgens artikel 30 zullen er in het kaderbesluit bijna geen lagere
officieren meer zijn. Iedereen heeft als rang dus majoor of hoger.
Tegen artikel 31 zeg ik neen. Immers, wat zijn het potentieel en het
rendement in de hogere graad van een bevordering, één jaar voor de
pensioenleeftijd? Of dient dat misschien om het pensioen op te
krikken?
Met artikel 32 kom ik tot de verdediging van mijn amendement.
De voorzitter: Mijnheer Sevenhans, dat is goed. U hebt maar één amendement ingediend?
14.06 Luc Sevenhans (Vlaams Belang): Ja, juist daarom verdedig ik
het nu.
Collega's, ik heb een amendement ingediend op artikel 32. Ik heb
gepoogd het uit te leggen aan de specialisten in de commissie.
Enkelen hebben toegegeven dat ze het niet hebben gelezen.
Anderen, die het wel gelezen hadden, hebben het niet begrepen,
omdat ze blijkbaar niet de personen konden raadplegen die hun pen
hadden vastgehouden.
Artikel 32 wil ik vervangen door de volgende bepaling: "De bepalingen
van artikel 17, 1ste lid, zijn niet van toepassing op de beroepsofficier
die is geslaagd in de beroepsproeven voor hoofdofficier en de
beroepsofficier benoemd in de graad van majoor en luitenant-kolonel
op de dag van de inwerkingtreding van deze bepaling".
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
Collega's, ik heb het nogmaals nagevraagd, en niemand heeft er een
probleem mee. Integendeel, het zou een zeer goede aanvulling zijn
van de wet. Helaas wilt niemand erop ingaan. Ik weet niet of dat voor
mij persoonlijk is, of omdat ik lid van de oppositie ben. Waarschijnlijk
is de wet zo complex en nu al zo kaduuk, omdat er al zo veel aan
gesleuteld is, dat mijn amendement de zaak misschien nog wat
onduidelijker zou maken. Maar ik vind het wel spijtig.
Immers, in mijn verantwoording heb ik duidelijk op de bedoeling van
mijn amendement gewezen. Nu wordt er een ongelijkheid gecreëerd.
De huidige regeling staat toe dat een luitenant-kolonel gewoon kolonel
kan worden, omdat hij in eerste instantie reeds beroepsproeven zou
hebben afgelegd. Dat geldt echter evengoed voor een majoor of voor
een kapitein-commandant die in zijn beroepsproeven geslaagd is.
Waarom moet een luitenant-kolonel worden bevoordeeld ten opzichte
van een majoor? Dat mag mij wel eens worden uitgelegd. Ik heb nog
niemand gevonden die me dat kan uitleggen. Ik hoop dat dat artikel
niet voor een bepaald luitenant-kolonel geldt, want dat zou wel nog
een verklaring kunnen zijn. Maar waarom een luitenant-kolonel
opeens een aantal zaken niet moet doen, die wel worden verwacht
van iemand anders, begrijp ik niet.
Mijn besluit is het volgende. Het ontwerp opent de deuren tot
misbruiken op het vlak van werving, vormingen, cumulaties en de
terbeschikkingstelling van derden. Er is volgens mij geen evenwicht
tussen de rechten en de plichten van overheid en personeel.
Het is een probleem of zou een probleem kunnen worden dat de
militairen MTK een hogere bezoldiging bekomen dan hun
vergelijkbare collega's in functie in het openbaar ambt. Ik heb er
begrip voor dat men iets moet doen en wil doen, maar ik heb er al
naar verwezen in de inleiding: geld maakt niet alles goed. Het
probleem is niet alleen geld. Een dokter is toch niet te koop, dacht ik.
Dat zou gemakkelijk zijn: als er een tekort was, kocht men ze dan
gewoon op de arbeidsmarkt. Zo werkt het echter niet. Bijkomende
lasten en verplichtingen zouden kunnen worden opgenomen door een
toelagestelsel en dat zou dan toch ten dele aan het probleem
tegemoetkomen.
Het kan mijns inziens niet dat wie tijdelijke diensten presteert van
minder dan 10 jaar aanspraak kan maken op een overheidspensioen,
weliswaar gemengd, want dit zou een precedent scheppen. Ik gun
iedereen graag het maximum, maar dan moet men toch op voorhand
daarvan de financiële weerslag berekenen. Die heb ik nergens
gelezen of gehoord. Deze regeling is vrij uniek we zijn een uniek
land, dat weet ik maar ik ken geen enkele gelijkaardige regeling in
enig ander buitenlands leger. Bij ons zal de eerstelijnsgeneeskunde
en de arbeidsgeneeskunde kunnen worden beoefend door een
generalist met minstens de graad van majoor. In andere legers is dit
gewoon een lager officier. Ik heb de indruk dat we ook op dit vlak een
Mexicaans leger willen creëren: iedereen kolonel! Ik heb ooit eens het
boek gelezen "Iedereen burgemeester", maar hier wordt iedereen
kolonel.
Ik heb reeds gewezen op de vraag: wat is de voorzienbare budgettaire
impact van dit wetsvoorstel. Nooit van gehoord. Is dit becijferbaar,
aangezien men niet gebonden is door aantallen per graad in een
kader dat niet kan worden vastgesteld? Ik denk dat het wat
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
nattevingerwerk zal worden. Wat de impact zal zijn van het
wetsontwerp inzake het gemengde loopbaanconcept op het personeel
heb ik ook niet gehoord.
Collega's, het oorspronkelijke voorstel zoals het door militairen werd
geschreven was misschien wel goed bedoeld, maar het is nu
technisch zeer zwak geworden. Het kan zeker inhoudelijk voor vele
ontworpen bepalingen niet meer worden aanvaard. Het wetsvoorstel
houdt een significante herwaardering in van het pecuniaire statuut van
de huidige militaire artsen. Daar heb ik nooit echt een probleem van
gemaakt, maar het is niet de echte, enige oplossing. Zal dit een
oplossing bieden voor de rekruteringsproblemen? Dat durf ik
betwijfelen. Zelfs als men ooit een gelijk loon zou kunnen bereiken,
waarom zou dan een jonge arts de nadelen van het militair leven in
operaties er dan nog bij nemen? De beroepseer moet ook
meespelen. Ik zou het betreuren dat als een beroepspraktijk weinig
succes kent, men dan toch nog bij het leger komt als een soort van
tweede kans. Dat zou geen goede zaak zijn. Een militaire dokter is
een belangrijke figuur in het hele militaire aspect. Een militair op
oefening of op crisisbeheersingsmissie in het buitenland heeft recht
op de beste zorgverlening. Ik twijfel eraan of dit daartoe zal bijdragen.
De voorzitter: Mijnheer Sevenhans, u hebt uw half uur niet uitgeput, maar de Kamer misschien wel.
14.07 Robert Denis (MR): Monsieur le président, le groupe MR
soutiendra cette proposition de loi mais je souhaiterais rappeler en
quelques mots les raisons pour lesquelles est né le conflit que nous
avons connu à Neder-over-Heembeek et comment on pourra, à mon
avis, éviter que se renouvellent des situations comme celle que nous
avons connue.
Le conflit est né parce qu'il y a, à l'armée, des médecins qui
n'exercent que la médecine militaire et d'autres qui cumulent avec des
activités dans le privé, et surtout parce que certains médecins qui
cumulent consacrent la plus grande partie de leur temps à leurs
activités non militaires.
Pour éviter que ne se renouvellent de tels conflits, il faudra aménager
encore un peu la loi que nous allons voter en prévoyant à l'avenir trois
catégories de médecins militaires. Il y aura d'abord les contractuels,
ceux qui sont chargés d'un mandat pour lequel ils seront rémunérés
et qui, en dehors de ce mandat, feront ce qu'ils voudront. Il y aura
ensuite les fonctionnaires parmi lesquels il y aura lieu de distinguer
deux catégories: ceux qui ne cumulent pas parce qu'ils veulent faire
une carrière militaire complète, et dont l'armée sera la seule
préoccupation au niveau professionnel; ensuite, ceux qui cumulent et
qui, de ce fait, seront limités dans leurs possibilités d'avancement et
qui s'arrêteront, par exemple, au grade de commandant ou de major.
Monsieur le ministre, je pense que ce sera au prix de telles
dispositions, visant à récompenser ceux qui assument entièrement
leur carrière militaire, que le système pourra fonctionner avec
efficacité à l'avenir.
14.07 Robert Denis (MR): De
MR-fractie zal dit wetsvoorstel
steunen.
Een van de oorzaken van het
conflict in Neder-over-Heembeek
is dat een gedeelte van de
legerartsen enkel de militaire
geneeskunde uitoefenen, terwijl
anderen daarnaast ook nog een
burgerlijke activiteit uitoefenen.
De wet zou moeten worden
aangepast en daarbij zou in drie
categorieën van artsen moeten
worden voorzien: de contractuele
artsen, die met een mandaat zijn
belast en geen verplichtingen
zouden hebben, de ambtenaren
die niet cumuleren en een
volledige militaire loopbaan
beogen en de ambtenaren die
cumuleren en maar over beperkte
bevorderingsmogelijkheden
zouden beschikken.
Ik denk dat dergelijke bepalingen
noodzakelijk zijn opdat een en
ander efficiënt zou kunnen
werken.
De voorzitter: Collega's, ik wil niet wegen op de lengte van de gesprekken. Hoe zou ik durven? Maar we
hebben nog een buitengewone zitting in de loop van deze namiddag, als u mij begrijpt.
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
14.08 David Geerts (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik wil eerst
en vooral de rapporteur danken voor het uitvoerig, volledig en correct
verslag.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik zal u blij maken; ik zal
namelijk een heel korte politieke uiteenzetting houden zonder in te
gaan op de technische details. De opbouw van mijn betoog is vrij
eenvoudig en wordt bepaald door de volgende vragen. Waarom, wat,
hoe en welke gevolgen zal dit alles hebben?
Ik begin met het waarom. Zoals u allen weet, is de Belgische
krijgsmacht een organisatie in volle transformatie. Dat is logisch. De
wereld is immers ook veranderd en dus veranderen ook de taken van
het Belgisch leger. Het bipolaire model is verdwenen. Troepen worden
vandaag ingezet in landen waarvan tien jaar geleden niemand had
gedacht dat Belgische manschappen er zouden worden ingezet. De
externe veranderingen hebben ertoe geleid dat met het structuurplan
de verschillende componenten werden hervormd.
De medisch component moet dus ook worden hervormd. Het waarom
is simpel. Enerzijds, is er een sterke inkrimping geweest van het
aantal manschappen, een vermindering van het aantal patiënten en
dus ook van het aantal zorgverstrekkers. Anderzijds, zijn er meer
operationele opdrachten en humanitaire missies. Voor beide taken is
het nodig te beschikken over goed getraind en gezond personeel dat
recht heeft op een goede medische ondersteuning.
Wij hebben echter vastgesteld dat er mankementen bestaan in de
werking van de medisch component. Een aantal dossiers hebben dit
spijtig genoeg aangetoond. Men kan hierover zeer cynisch doen,
maar daaraan hebben de patiënten en de zorgverleners niets.
We moeten dus verder kijken. Hoe zullen we het aantal
zorgverstrekkers opnieuw op peil trekken en hoe zal men de
medische component organiseren opdat het effectief zou werken? Dit
is in dit alles immers het uitgangspunt.
In plaats van te kankeren over hetgeen misloopt, moet de
meerderheid een initiatief nemen dat een perspectief biedt aan de
medisch component. Zoals ik reeds in de commissie heb aangehaald,
wensen wij geen pleister op een houten been, maar wel een patiënt
die zijn tweede adem zal terugvinden.
Het huidig wetsvoorstel zelf legt specifieke bepalingen vast voor de
officieren van het medisch-technisch korps op een zodanige manier
dat het voldoende aantrekkelijk is voor potentiële kandidaten en dat
het nieuwe loopbaanperspectieven biedt.
In globo is het voorstel opgebouwd rond de vier fases van de
loopbaan, respectievelijk de werving, de vorming, de bevordering in
graad en de dienstverbreking.
Ik haal kort een aantal elementen aan die nieuw zijn in het voorstel.
Nieuwe instrumenten, zoals de medische overheid, worden
gecreëerd. De werking hiervan zal bepalend zijn voor de werking van
de medische component. De laterale werving op diploma is ook
nieuw. Artsen die reeds een professionele ervaring hebben opgedaan,
kunnen gemakkelijker ingeschakeld worden om te voldoen aan de
14.08 David Geerts (sp.a-spirit) :
L'armée belge est en pleine
transformation. Le monde
bipolarisé appartient au passé et
des troupes sont actuellement
engagées dans des pays où il
aurait été impossible de les
envoyer il y a dix ans. Le plan
structurel de la Défense a réformé
les diverses composantes.
La composante médicale doit
également être réformée à
présent, car le nombre d'hommes,
de patients et de prestataires de
soins a considérablement diminué.
D'autre part, le nombre de
missions opérationnelles et
humanitaires a augmenté. Les
deux tâches nécessitent du
personnel compétent et en bonne
santé qui doit bénéficier d'un
support médical de bonne qualité.
Il est apparu dans quelques
dossiers que l'organisation de la
composante médicale présentait
des lacunes. Au lieu de se
lamenter, la majorité a opté pour
une initiative offrant des
perspectives. Le nombre de
prestataires doit être adapté et
l'organisation doit être rendue plus
efficace.
Cette proposition de loi renforce
l'attrait des emplois au sein du
corps médical de l'armée et ouvre
de nouvelles perspectives de
carrière. Dans cette proposition de
loi, la mise en place d'une autorité
médicale et le recrutement latéral
sur la base du diplôme constituent
des innovations.
Les conditions du règlement du
cumul seront fixées en
concertation avec l'autorité
médicale et un arrêté royal sera
promulgué. Nous reviendrons sur
cette question en commission.
Personnellement, je ne suis pas
opposé au cumul en tant que tel
car un médecin doit pouvoir traiter
des pathologies en nombre
suffisant. Mais le médecin qui est
rémunéré par l'armée doit
également travailler pour elle.
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
actuele noden van het departement. De werving moet dus
eenvoudiger worden en toegepast worden op de medische
kwaliteiten. Men moet geen cursus ballistiek gevolgd hebben om een
verkoudheid te kunnen onderscheiden van het SARS-virus.
Mijnheer de voorzitter, ik heb gezegd dat ik kort zou zijn. Ik zal heel
vlug nog twee elementen aanhalen, namelijk de cumul, die de heer
Denis al aangehaald heeft, en de bevorderingsvoorwaarden.
Wat de cumul betreft, in de commissie heb ik goed geluisterd, en
daarnet ook hier in de plenaire vergadering, naar wat de heer Denis
gezegd heeft. Ik deel ten volle zijn bekommernissen. We moeten
elkaar geen Lijzebet noemen en de waarheid onder ogen zien. Een
deel van de problemen heeft te maken met de invulling van de
cumulvoorwaarden. Ik wil duidelijk stellen dat ik geen tegenstander
van cumul ben, want een medicus dient een bepaald aantal patiënten
en een bepaald aantal pathologieën te behandelen om aan een
minimum van kritische massa te komen. Ik heb het in de commissie
plastisch uitgedrukt. Een oogarts die geen patiënt ziet, daarbij heb ik
vragen. Wanneer men echter betaald wordt door Defensie, dienen er
ook prestaties te worden geleverd voor dit departement.
De cumulvoorwaarden dienen opgesteld te worden met de medische
autoriteit en nadien uitgevoerd te worden via een KB. Ik dring er
echter wel op aan, mijnheer de minister, dat wij hierover verder in de
commissie zouden discussiëren.
Als laatste element wil ik nog de bevorderingsvoorwaarden
behandelen. Ik weet dat er kritiek is op het feit dat sommige mensen
zeer snel een bepaalde rang, die van majoor, kunnen verwerven. Ook
de doorstroming naar de rang van luitenant-kolonel en kolonel was
niet vrij van kritiek. Volgens mij dienen deze bepalingen samen
gelezen te worden met het gemengd loopbaanconcept, waar de notie
van militaire experts wordt geïntroduceerd. Hierop zullen wij later
terugkomen.
Mijnheer de voorzitter, ik kom tot mijn laatste punt over het hoe en de
gevolgen ervan. Her en der heb ik kritiek gekregen dat wij, als
parlementsleden, samengewerkt hebben met de diensten van
Defensie. Dat klopt, maar ik beschouw deze werkwijze als een
voorbeeld van de interdependentie die er kan zijn tussen de
verschillende staatsmachten. Zelfs de leer van de trias politica van
Montesquieu laat dit toe. Ik meen dat de discussies in de commissie,
de vragen die daar zowel door de meerderheid als de oppositie
gesteld werden, en ook mijn schriftelijke vraag van 13 juli 2005, de
aanzet hebben gegeven tot dit initiatief. Tijdens de zomermaanden
hebben wij immers hard doorgewerkt aan de hervorming van de
medische component en een aantal aanverwante dossiers.
Ik besef terdege dat het wetsvoorstel slechts een eerste stap is, maar
men kan de finish van een loopwedstrijd niet bereiken zonder ook de
eerste meters te lopen.
Les dispositions concernant les
conditions d'avancement doivent
être liées au concept de carrière
mixte. La proposition prévoit
également la mise en place
d'experts militaires.
Notre étroite collaboration avec les
services de la Défense en vue de
la confection de cette proposition
de loi nous a valu d'abondantes
critiques mais elle me paraît
exemplaire de l'interdépendance
entre les différents pouvoirs de
l'État.
Les discussions en commission
comme les questions de la
majorité et de l'opposition ont
constitué l'amorce de cette
réforme. Il s'agit d'une première
étape, mais d'une étape
nécessaire.
(Applaudissements
sur les bancs de la majorité)
14.09 Hilde Vautmans (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, zoals collega Bacquelaine en collega Geerts al
hebben aangehaald in de bespreking van dit wetsvoorstel, slaat het
op de hervorming van de Medische Dienst. Velen zullen zich afvragen
waarom wij dat wetsvoorstel nu nodig hebben. Wel, wij hebben twee
14.09 Hilde Vautmans (VLD) :
Lorsque le service militaire a été
supprimé en 1994, les structures
du service médical n'ont pas été
adaptées. Cette proposition de loi
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
problemen vastgesteld. In 1994 werd de legerdienst opgeschort maar
eigenlijk is er nadien weinig veranderd aan de structuur van de
Medische Dienst. Collega Maggie De Block zei daarnet nog dat zij
zich de tijd herinnert dat er heel wat artsen tijdens hun legerdienst
heel veel taken vervulden voor de krijgsmacht. Ik meen dat door de
opschorting ervan dat deel alleszins al wegviel.
Collega's, wij stellen twee concrete problemen vast. Ten eerste, de
vacatures die nu open staan voor geneesheren binnen de krijgsmacht
geraken niet ingevuld. Er werden vorig jaar 17 vacatures open
verklaard, waarvan er maar 8 werden ingevuld. Dat is het eerste
probleem.
Ten tweede, door de talrijke cumuls die de legerartsen vervullen,
hebben wij eigenlijk een tekort aan artsen om mee op zending te
sturen. Op dit moment verblijven er 661 militairen van ons in het
buitenland, waarvan er 29 uit de Medische Dienst komen, maar
slechts 5 geneesheren. Dan moeten wij nog kijken naar de rotatie.
Dus, daar rijst wel degelijk een probleem.
Vandaar dit wetsvoorstel, dat wil tegemoetkomen aan de problemen,
enerzijds, inzake de aanwerving, en anderzijds, inzake het motiveren
van de legerartsen om binnen de krijgsmacht aan het werk te blijven.
Om sollicitanten aan te moedigen is er een aantal beslissingen
genomen. Ten eerste, studenten kunnen tijdens hun cursus
geneeskunde aan de universiteit een financiële stimulans krijgen om
nadien bij de krijgsmacht een aantal jaren hun beroep uit te oefenen.
Ten tweede, men kan nog tot het leger toetreden tot de leeftijd van 50
jaar. Ik meen dat dit een heel belangrijke wijziging is. Men kan de
aanwerving doen tot de leeftijd van 50 jaar. Want daar is nu een
specifiek probleem: wij hebben nu een tekort in een aantal
specialisaties. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de urgentiegeneeskunde,
waar vooral de ziekenhuizen voor heel veel concurrentie zorgen door
die specialisten tot zich te roepen. Vandaar dat die aanpassingen toch
een stimulans kunnen zijn.
Met het wetsvoorstel proberen wij militairen te motiveren. Wij willen de
geneesheren motiveren om bij de krijgsmacht te blijven. Dat doen wij
door een snellere bevordering toe te laten. Collega Geerts heeft het
reeds benadrukt. Dat is een goede beslissing geweest. Collega
Sevenhans zei dat men dokters niet kan kopen. Dat klopt, maar als
men bij de krijgsmacht zoveel minder verdient dan in de privé, dan is
de keuze natuurlijk heel snel gemaakt om toch het beroep in de privé
te gaan uitoefenen. Vandaar dat dit één element is dat zeker
meespeelt.
Collega's, ik zou u een kleine anekdote willen vertellen. Ik ben zelf
meermaals onze krijgsmacht gaan bezoeken in het buitenland. Ik
moet u zeggen dat wanneer men vrienden vertelt dat men als
geneesheer bij de krijgsmacht gaat, mensen vragen waarom men als
geneesheer bij de krijgsmacht gaat, die oorlog gaat voeren, die
gewonden gaat maken. Ik kan u verzekeren dat de geneesheren die
wij meesturen op zending talrijke goede activiteiten doen. Ter plaatse
zijn zij niet alleen om onze militairen te verzorgen, maar zij dragen ook
zorg voor de civiele burgerbevolking ter plaatse.
répond à certains problèmes
auxquels le service est confronté
depuis.
Ainsi, les emplois vacants de
médecin au sein de l'armée ne
sont pas pourvus. Seuls huit
postes vacants sur dix-sept ont été
pourvus l'année dernière. En
outre, trop peu de médecins
militaires peuvent accompagner
les missions en raison des
services de garde et des cumuls.
Cette proposition de loi tend à
stimuler par le biais de quelques
mesures les candidatures auprès
des forces armées. Ainsi, les
étudiants en médecine pourront
obtenir un incitant financier
pendant leurs études s'ils
s'engagent ensuite à l'armée pour
quelques années. En outre, la
limite d'âge est portée à cinquante
ans pour le recrutement. Pour
encourager les médecins militaires
à rester à l'armée, l'avancement
sera plus rapide.
Je souhaite inciter le ministre à
recourir à des campagnes de
promotion
pour vanter
principalement le travail
humanitaire remarquable accompli
par notre corps médical à
l'étranger.
La création d'une autorité
médicale chargée de décider des
cumuls éventuels constitue
également une mesure positive.
Cette proposition de loi constitue
la première étape sur la voie d'une
politique relative à la carrière
mixte. Nous la soutenons à part
entière.
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
In Benin bijvoorbeeld heb ik een legerarts aan het werk gezien. Daar
stonden de mensen uit Benin aan te schuiven. Zij hadden ongeveer
30 à 40 kilometer moeten wandelen om dan een hele dag te wachten
om dan eindelijk door onze arts behandeld te kunnen worden.
Mijnheer de minister Flahaut, dit is een uitdaging voor u in de
promotiecampagnes naar de jongeren. Wij moeten wel degelijk dat
goede humanitaire werk uitdragen dat onze geneesheren op die
zendingen vervullen. Voor mij is dat een heel belangrijke uitdaging,
die u ter harte zal moeten nemen in de promotiecampagnes.
Een laatste punt waar ik heel blij om ben is dat wij met dit
wetsvoorstel eindelijk de creatie doen van de medische overheid. Dat
bestond tot nu toe niet. Die medische overheid zal moeten oordelen of
iemand een cumul kan vervullen of niet binnen de krijgsmacht. Dat is
een heel belangrijke stap vooruit.
Collega's, mijnheer de voorzitter, ik ga afronden, want ik voel de
spanning voor de andere activiteiten vanmiddag. De VLD staat voluit
achter dit wetsvoorstel. Het is voor ons een eerste stap, een
belangrijke stap naar eindelijk ook het concept van de gemengde
loopbaan. Dat wij de burgers dichter bij de krijgsmacht kunnen
betrekken, dat wij de geneesheren uit de privé er met hun
specialiteiten ook kunnen betrekken, is voor ons een belangrijke stap
vooruit. Daarom krijgt dit wetsvoorstel dan ook onze steun.
14.10 André Flahaut, ministre: Monsieur le président, comme j'ai eu
l'occasion de le dire en commission, cette proposition arrive à un bon
moment.
Par ailleurs, je me réjouis de la bonne coopération existant entre
l'exécutif et le législatif et du fait que, par cette bonne compréhension
et par ce dialogue, nous pouvons rapidement faire avancer les projets
dont les bénéficiaires sont les membres du personnel du département
de la Défense, plus particulièrement du personnel médical.
14.10 Minister André Flahaut:
Dit wetsvoorstel komt op het
goede moment.
Het verheugt me dat, dankzij de
samenwerking tussen de
uitvoerende en de wetgevende
macht, plannen die het medisch
personeel van het departement
Defensie ten goede zullen komen,
vorm krijgen.
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des articles
Bespreking van de artikelen
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (2090/6)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2090/6)
La proposition de loi compte 37 articles.
Het wetsvoorstel telt 37 artikelen.
Amendement déposé:
Ingediend amendement:
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
Art. 31
¦ 1 - Luc Sevenhans (2090/3)
Les articles 1 à 30 et 32 à 37 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 30 en 32 tot 37 worden artikel per artikel aangenomen.
Le vote sur l'amendement et l'article 31 est réservé.
De stemming over het amendement en artikel 31 wordt aangehouden.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'amendement et l'article 31 réservés ainsi que sur
l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement, het
aangehouden artikel 31 en over het geheel zal later plaatsvinden.
15 Projet de loi portant des dispositions diverses urgentes relatives aux statuts du personnel de la
Défense (2197/1-3)
15 Wetsontwerp houdende diverse dringende bepalingen betreffende de statuten van het personeel
van Defensie (2197/1-3)
Discussion générale
Algemene bespreking
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
De Kamer zal de bondigheid van de verslaggever, mevrouw Meeus, kunnen bewonderen.
15.01 Ingrid Meeus, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, ik zal de vijf hoofdstukken waaruit dit ontwerp bestaat, kort
omschrijven.
De commissie heeft onderhavig wetsontwerp besproken tijdens haar
vergadering van 18 januari en het ontwerp van wet bestaat uit vijf
hoofdstukken.
Hoofdstuk I beoogt de uitbreiding tot het burgerpersoneel van
Defensie en laat toe bloedafnames te doen van het militair personeel
in het kader van een nog op te richten biotheek. Deze biotheek zal
nog dit jaar in plaats worden gesteld. De ontworpen bepaling beoogt
tegemoet te komen aan zeer reële bezorgdheden. De biotheek komt
er als gevolg van het Balkansyndroom, waaromtrent destijds heel wat
te doen was. Dit Balkansyndroom heeft ertoe geleid dat door
Landsverdediging een onderzoek werd verricht op het geheel van
militairen die hebben deelgenomen aan buitenlandse operaties, en dit
over een aantal jaren. In dit kader kan overigens ook verwezen
worden naar een soortelijk onderzoek met betrekking tot de
operatoren van de Hawk-radar.
Om aan de bezorgdheid tegemoet te komen, werd besloten een
biotheek op te richten waardoor het gemakkelijker wordt tien of vijftien
jaar later te bewijzen dat de betrokken militair bij zijn vertrek op
zending geen medische problemen vertoonde en dat deze pas
opdoken na terugkomst. Het dient zeker onderstreept te worden dat
de afneming van de stalen vrijwillig gebeurt, maar tevens dat het in
het eigen belang is van de militair hiermee in te stemmen. De
biotheek is in elk geval een zeer nuttig instrument dat ten dienste van
Landsverdediging komt te staan.
15.01 Ingrid Meeus, rapporteur:
Ce projet de loi a été examiné en
commission le 18 janvier 2006. Il
comporte cinq chapitres.
Le chapitre I concerne l'extension
au personnel civil de la défense de
l'autorisation de prélever des
échantillons de sang en vue de le
conserver dans la biothèque qui
doit encore être mise en place. La
création de cette biothèque a été
décidée après l'apparition du
syndrome des Balkans, dont ont
souffert certains soldats à l'issue
de la guerre en ex-Yougoslavie.
Elle permettra de démontrer qu'un
militaire ne souffrait pas de
problèmes médicaux à l'entame
de sa mission. La prise de sang
n'est pas obligatoire mais elle est
conseillée.
Le chapitre II crée le cadre légal
pour un nouveau statut pécuniaire
plus équitable pour les militaires
en mission, basé sur les trois
piliers que sont l'éloignement, la
pénibilité et le danger. Chaque
militaire recevra le même montant,
quel que soit son grade.
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
Hoofdstuk II creëert het noodzakelijk wettelijk kader voor de realisatie
van een nieuw geldelijk statuut, van toepassing op de militair met
zending. Dit nieuw statuut, moduleerbaar en rechtvaardiger dan het
vorige, zal meer rekening houden met de werkelijke situatie op het
terrein en zal berusten op drie pijlers: de uithuizigheid, de ontbering en
het gevaar. Dit komt ontegensprekelijk neer op een daadwerkelijke
gunstige evolutie. Elke militair op zending zal vanaf nu, ongeacht zijn
graad, hetzelfde bedrag krijgen. Het betreft een rechtzetting van een
toestand die vaak door de manschappen op het terrein is
aangeklaagd. De ervaring opgedaan tijdens een periode van ruim tien
jaar, waarin de Belgische strijdkrachten thans reeds deelnemen aan
buitenlandse operaties in verschillende gradaties, heeft toegelaten dit
met kennis van zaken te doen.
Hoofdstuk III heeft tot doel om, in het kader van de rentabiliteit, toe te
laten dat de kandidaat-hulpofficier luchtverkeersleider die de
krijgsmacht verlaat alvorens hij zijn vormingscyclus heeft beëindigd,
ertoe gehouden wordt een deel van de wedden die hij ontvangen
heeft tijdens zijn vorming, terug te betalen.
Hoofdstuk IV beoogt in het kader van de uniformisering van de
statuten een gelijke rendementsperiode te bepalen voor de
hulpofficier luchtverkeersleider en voor de hulpofficier piloot.
Eveneens wordt de periode verlengd binnen dewelke een
beroepsofficier piloot van het licht vliegwezen of luchtverkeersleider
een kandidatuur kan indienen als kandidaat-hulpofficier of kandidaat-
aanvullingsofficier. Dit laat toe dat jonge onderofficieren, die onlangs
aangeworven werden in dezelfde specialiteiten, eveneens zouden
kunnen genieten van deze maatregelen van sociale promotie.
In dezelfde zin als de wijzigingen van hoofdstuk 1 betreffende de
professionele heroriëntering van de militair wijzigt hoofdstuk V ten
slotte de termijn waarover het departement beschikt vooraleer de
militair ter beschikking van de openbare werkgever wordt gesteld.
Kortom, de diverse bepalingen zijn het resultaat van een met de
sociale partners gevoerd overleg. Ook de bevindingen van de
militairen op het terrein hebben daarbij een cruciale rol gespeeld.
Aan het advies van de Raad van State werd tegemoetgekomen, hetzij
door de ontworpen artikelen aan te passen, hetzij door de toelichting
ruimer te stellen.
Het gehele wetsontwerp werd dan ook vervolgens eenparig
aangenomen.
Le chapitre III a pour but de
permettre que le candidat officier
auxiliaire contrôleur de trafic
aérien qui quitte les Forces
armées avant d'avoir terminé son
cycle de formation soit tenu de
rembourser une partie des
traitements perçus pendant sa
formation.
Le chapitre IV vise à fixer une
période de rendement identique
pour l'officier auxiliaire contrôleur
de trafic aérien et pour l'officier
auxiliaire pilote.
Le chapitre V modifie le délai dont
le département dispose avant que
le militaire soit mis à disposition de
l'employeur public.
Les diverses dispositions sont le
résultat de la concertation menée
avec les partenaires sociaux et de
l'expérience des militaires sur le
terrain. Il a également été tenu
compte de l'avis du Conseil d'État.
Le projet a été adopté à
l'unanimité.
15.02 Brigitte Wiaux (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, nous soutiendrons le projet de loi déposé parce que les
dispositions en sont importantes.
Elles portent sur le statut administratif et pécuniaire de nos militaires
ainsi que du personnel civil du département. Elles visent à répondre à
des préoccupations très concrètes. Elles sont aussi le fruit d'une
concertation avec les délégations syndicales. Enfin, il a été tenu
compte des observations du Conseil d'État.
Nous soutiendrons donc ce projet pour toutes ces raisons.
15.02 Brigitte Wiaux (cdH): Het
gaat om belangrijke bepalingen
die op het administratief en
geldelijk statuut van de militairen
en het burgerpersoneel van het
departement slaan en waarover
met de vakbonden overleg werd
gepleegd. Men heeft ook rekening
gehouden met de opmerkingen
van de Raad van State. Wij zullen
bijgevolg dat ontwerp goedkeuren.
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des articles
Bespreking van de artikelen
Nous passons à la discussion des articles. Le texte corrigé par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (2197/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie verbeterde tekst geldt als basis voor
de bespreking. (Rgt 85, 4) (2197/3)
Le projet de loi compte 12 articles.
Het wetsontwerp telt 12 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 12 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 12 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
16 Projet de loi contenant le règlement définitif des budgets d'organismes d'intérêt public pour l'année
1996 (2153/1)
16 Wetsontwerp houdende eindregeling van de begrotingen van de instellingen van openbaar nut van
het jaar 1996 (2153/1)
Sans rapport
Zonder verslag
Discussion générale
Algemene bespreking
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des articles
Bespreking van de artikelen
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (2153/1)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2153/1)
Le projet de loi compte 10 articles.
Het wetsontwerp telt 10 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 10 sont adoptés article par article, ainsi que les tableaux annexés.
De artikelen 1 tot 10 worden artikel per artikel aangenomen, alsook de bijgevoegde tabellen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
17 Proposition de loi modifiant la loi du 3 juillet 2005 relative aux droits des volontaires (2205/1-8)
17 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers
(2205/1-8)
Proposition déposée par:
Voorstel ingediend door:
Greet van Gool, Colette Burgeon, Maggie De Block, Jean-Marc Delizée, Magda De Meyer, Greta D'hondt,
Annelies Storms
Discussion générale
Algemene bespreking
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Er is een mondeling verslag dat zal worden uitgebracht door mevrouw Storms. Il n'y a pas eu le temps de
faire un rapport écrit complet, donc il y aura un rapport oral.
De regering wordt vertegenwoordigd door de vice-eerste minister. Dat is dus goed.
17.01 Annelies Storms, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, dames
en heren collega's, op 18 januari kwam de commissie voor de Sociale
Zaken bijeen om voorliggend wetsvoorstel te bespreken. In haar
toelichting zette mevrouw van Gool de twee beweegredenen van het
wetsvoorstel uiteen.
Ten eerste, de huidige wet van 3 juli 2005 zou op verschillende data in
werking treden: principieel op 1 februari, behalve voor de organisaties
die reeds met vrijwilligers werken; daarvoor is 1 augustus 2006 als
datum vooropgesteld. Artikel 9, dat slaat op het arbeidsrecht, treedt in
werking op 1 juli eerstkomend. Het voorliggende wetsvoorstel wil de
inwerkingtreding van de wet van 3 juli 2005 vastleggen op een
uniforme datum, te weten 1 augustus 2006.
Ten tweede, mevrouw van Gool verduidelijkte dat het uitstel het voor
alle betrokkenen en in het bijzonder voor de verzekeringssector
mogelijk maakt hun voorbereidingen voort te zetten zodat de
uitvoeringsbesluiten ruim voor de inwerkingtreding van de wet
gepubliceerd kunnen worden.
Er werden eveneens twee amendementen ingediend om de
inwerkingtreding van de wijzigende beschikkingen waarin de wet van
27 december 2005 houdende diverse bepalingen voorziet, uit te
stellen.
In de algemene discussie stelde collega D'hondt dat het met pijn in
het hart was dat zij het voorliggende wetsvoorstel mee ondertekende.
Volgens haar vloeit het wetsvoorstel voort uit het onvermogen van de
regering over te gaan tot de uitvoering van de wet van 3 juli 2005.
17.01
Annelies Storms,
rapporteur: Le 18 janvier, la
commission des Affaires sociales
s'est réunie pour examiner cette
proposition de loi.
Mme Van Gool a présenté les
deux objectifs de la proposition qui
fixe une date uniforme pour
l'entrée en vigueur de la loi du 3
juillet 2005, à savoir le 1
er
août
2006. Le report de l'entrée en
vigueur permet par ailleurs à tous
les intéressés de se préparer .
Deux amendements ont été
présentés pour différer les
modifications apportées par la loi
portant des dispositions diverses
votée en décembre dernier.
Mme D'hondt a signé la
proposition à son corps défendant.
Elle estime que le report résulte de
l'incapacité du gouvernement à
exécuter la loi du 3 juillet. Elle n'a
pas signé les amendements et
voulait obtenir la certitude
qu'aucune amélioration n'était plus
nécessaire. Elle a demandé à M.
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
Mevrouw D'hondt ondertekende niet de amendementen die ingediend
werden op het voorliggende voorstel. Zij wenste de zekerheid te
krijgen dat terzake geen enkele andere verbetering nodig zou zijn. Zij
verzocht voorts de minister van Sociale Zaken om, samen met zijn
collega van Werk, te onderzoeken welke maatregelen nodig zijn om
te vermijden dat vrijwilligers die een vervangingsinkomen genieten en
die vanaf de inwerkingtreding van de wet op 1 februari 2006 de
huidige bepalingen zouden overtreden, met de nodige
inschikkelijkheid behandeld zouden worden.
Collega D'hondt overhandigde eerder een lijst aan de minister over de
omstreden punten die de inwerkingtreding van de wet van 3 juli
belemmeren.
Ze stelde voor dat de commissie voor de Sociale Zaken een
werkmethode zou uitwerken om tot aan de nieuwe datum van
inwerkingtreding, een lijst met vragen op te maken die het voorwerp
kunnen uitmaken van een evaluatie met de bevoegde minister. Ook
het aspect verzekering verontrustte collega D'hondt. Zij wenst lang
vóór de inwerkingtreding van de wet, over de uitvoeringsbesluiten te
beschikken.
Collega Giet vreesde dat de wijzigingen die aan de wet van 3 juli 2005
werden aangebracht door de programmawet van 27 december 2005,
kwalijke gevolgen heeft op de problematiek van de aansprakelijkheid.
Hij vreest ook dat in het kader van de aansprakelijkheidsverzekering
de organisatie niet langer aansprakelijk zal zijn voor bedrog, zware
fout of herhaalde lichte fout van de vrijwilliger. Volgens hem was dit
niet de intentie van de auteurs van het wetsvoorstel.
Collega van Gool preciseerde daarop dat het steeds de bedoeling
was om voor de vrijwilligers in dezelfde aansprakelijkheid te voorzien
als voor de werkgever ten aanzien van de werknemer, in het kader
van een arbeidscontract. Met andere woorden, de organisatie is
aansprakelijk behalve bij bedrog, zware fout of herhaalde lichte fout
van de vrijwilliger. Omdat in het oorspronkelijke voorstel niet voorzien
was in de verplichting om een verzekering te sluiten, dienden de
bepalingen in het ontwerp te worden aangepast aan deze verplichting
die later werd ingevoerd. Dat heeft geleid tot een discrepantie tussen
de bepalingen over de aansprakelijkheid en deze die betrekking
hebben op de verplichting voor de organisaties om zich te verzekeren.
"Het was nooit de bedoeling om de organisaties te verplichten zich te
verzekeren tegen bedrog, zware fouten of herhaalde lichte fouten.",
aldus mevrouw van Gool. De wet van 27 december 2005 houdende
diverse bepalingen, heeft volgens haar net getracht dit recht te zetten
en als gevolg van deze wetswijziging is de aansprakelijkheid van
organisaties vandaag identiek als die van de werkgever ten aanzien
van de werknemer.
Collega Delizée betreurde eveneens dat de inwerkingtreding van de
wet moest worden uitgesteld, maar hij verkiest deze optie boven de
onzekerheid. Hij benadrukte het belang van informatie aan de
vrijwilligers en de organisaties. Hij pleitte voor een ruime en tijdige
informatiecampagne. De heer Delizée wilde weten of er al een model
van organisatienota en een model van verzekeringspolis beschikbaar
was. Hij vroeg ook naar de stand van zaken van de onderhandelingen
over de vrijwilligersactiviteiten in de sportsector.
Demotte d'envisager avec son
collègue de l'Emploi un traitement
clément pour les volontaires
bénéficiant d'un revenu de
remplacement qui
contreviendraient à la loi dans un
premier temps. Mme D'hondt a
fourni au ministre la liste des
dispositions qui entravent l'entrée
en vigueur de la loi et proposé de
convenir d'une méthode de travail
qui permette une évaluation
détaillée avant la nouvelle date
d'entrée en vigueur de la loi.
Elle s'inquiète notamment de
l'aspect «assurance». C'est
pourquoi elle souhaite disposer
des arrêtés d'application
longtemps à l'avance.
M. Giet craignait que les
modifications apportées à la loi
relative aux droits des volontaires
par la loi portant des dispositions
diverses n'induise des effets
pervers en ce qui concerne la
problématique de la responsabilité.
Les organisations deviendraient
moins responsables et il ne lui
semblait pas que telle ait été
l'intention des auteurs.
Mme van Gool a précisé que la
responsabilité de l'organisation à
l'égard d'un volontaire est
identique à celle de l'employeur à
l'égard du travailleur.
L'organisation est donc
responsable sauf en cas de dol,
de faute grave ou de fautes
légères récurrentes. L'obligation
de conclure un contrat
d'assurance a été introduite
ultérieurement. Les dispositions
ont dû être adaptées à cette
obligation. Une discordance est
ainsi apparue. La loi du 27
décembre visait à la rectifier en
instaurant un régime identique à
celui des travailleurs.
M. Delizée regrettait lui aussi de
devoir surseoir à l'entrée en
vigueur de la loi mais estimait que
ce report était préférable à
l'insécurité. Il plaidait en faveur
d'une vaste campagne
d'information et il voulait savoir si
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
Collega Bonte, tevens voorzitter van de commissie, vroeg aan de
regering om de commissie voor de Sociale Zaken een globaal
overzicht te bezorgen van de wijze waarop aan
bevoegdheidsdelegaties concreet gestalte wordt gegeven.
Mevrouw Cahay-André sloot zich aan bij de heer Delizée wat betreft
het verzekeringsaspect.
Minister Demotte zei op zijn beurt dat het redelijk is de
inwerkingtreding van de wet uit te stellen. De minister herinnerde
eraan dat de wet een parlementair initiatief was en dat de complexiteit
van de materie misschien werd onderschat. Vooral het aspect van de
aansprakelijkheid is erg complex. De minister kon niet uitsluiten dat
bijsturingen aan de wet nodig zouden zijn.
De minister stipte aan dat niet alle moeilijkheden omtrent de
inwerkingtreding te maken hebben met de uitvoeringsbesluiten. Hij
verwees daarbij naar de moeilijkheden die organisaties ondervinden
bij het opstellen van hun organisatienota.
Wat de timing betreft, moeten eerst de problemen inzake verzekering
worden aangepakt. Vervolgens moeten de knelpunten inzake de
inkomensvervangende tegemoetkomingen worden opgelost. Een
periode van toegeeflijkheid, zoals door mevrouw D'hondt gevraagd,
leek ook voor de minister wenselijk.
Minister Demotte deelde ook mee dat de staatssecretaris van
Administratieve Vereenvoudiging een informatiecampagne
voorbereidt in samenwerking met de bevoegde kabinetten en de
Hoge Raad voor Vrijwilligers.
Over het statuut van de trainers lopen er onderhandelingen met de
Gemeenschappen.
De minister deelde ten slotte ook mee dat de Commissie voor
Verzekeringen tegen eind januari 2006 een advies zou uitbrengen.
Tot slot stelde de voorzitter van de commissie voor de Sociale Zaken,
de heer Bonte, voor om half maart 2006 de minister van Economie te
horen over de aansprakelijkheidsaspecten van de vrijwilligerswet en
half april 2006 de minister van Sociale Zaken over de andere
aspecten van de wet.
Het wetsvoorstel en de twee amendementen werden door de
commissie unaniem aangenomen.
Na de indiening van het verslag werden nog twee nieuwe
amendementen ingediend. De plenaire vergadering van
19 januari 2006 zond het wetsvoorstel terug naar de commissie voor
de Sociale Zaken, die het in haar vergadering van 24 januari 2006
besprak.
Mevrouw van Gool lichtte in de commissie toe dat de nieuwe
amendementen om reden van rechtszekerheid werden ingediend.
Tijdens de algemene bespreking vroeg de heer Drèze of de regering
aan de commissie voor de Sociale Zaken het overzicht van de nodige
uitvoeringsbesluiten heeft bezorgd. Hij wilde weten of wijzigingen
un modèle-type de la note
d'organisation et une police
d'assurance étaient déjà
disponibles.
Mme Cahay-André s'est ralliée à
cette position.
Notre collègue, M. Bonte, a
demandé au gouvernement de
fournir à la commission un aperçu
global de la manière dont les
délégations de compétence
seraient organisées.
M. Demotte a confirmé qu'il lui
paraissait raisonnable de
postposer la date d'entrée en
vigueur de la loi et que le
Parlement avait peut-être sous-
estimé la complexité de la matière.
Il ne pouvait exclure que des
améliorations de la loi s'avèrent
nécessaires.
Il a également relevé que toutes
les difficultés de mise en oeuvre de
la loi ne concernaient pas les
arrêtés d'application et que
certaines relevaient des
organisations elles-mêmes. Selon
lui, il y avait lieu de s'atteler
d'abord à la résolution des
problèmes liés aux assurances et
d'examiner ensuite les questions
liées aux revenus de
remplacement. Une période de
tolérance lui semblait souhaitable.
Il a par ailleurs signalé qu'une
campagne d'information était en
préparation et que des
négociations étaient en cours
avec les Communautés quant au
statut des entraîneurs. Enfin, le
ministre a indiqué que la
Commission
des assurances remettrait un avis
d'ici à la fin de 2006.
Le président a proposé d'entendre
le ministre de l'Économie sur les
aspects relatifs à la responsabilité
à la mi-mars et le ministre des
Affaires sociales sur les autres
aspects de la loi à la mi-avril.
La proposition de loi et les deux
amendements ont été adoptés à
l'unanimité.
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
zouden worden aangebracht aan het verzekeringsaspect van de wet
en of er minstens vijf ministers waren betrokken bij de uitvoering van
de wet.
Mevrouw D'hondt drong erop aan dat uiterlijk eind mei 2006 de
uitvoeringsbesluiten zouden worden gepubliceerd, zodat de
organisaties hun verplichtingen zouden kunnen nakomen.
De voorzitster van de commissie toen, mevrouw De Block,
verduidelijkte aan de heer Drèze dat het overzicht van de
uitvoeringsbesluiten niet was beloofd tegen de volgende vergadering
van de commissie. Zij wees op de afspraken die waren gemaakt voor
half maart 2006 en half april 2006 met de betrokken ministers.
De heer Bonte bevestigde de afspraak. Hij stelde voor de
gemeenschapsministers te informeren over de wet en te vragen om
sensibiliserend op te treden.
De vertegenwoordigster van de minister lichtte de stand van zaken
van de uitvoeringsbesluiten toe. Zij wees erop dat verschillende
koninklijke besluiten bijna klaar waren voor publicatie. De besluiten
zullen aan de commissieleden worden bezorgd, zodra ze zijn
ondertekend.
Ze bevestigt aan collega Drèze dat ook de minister van
Ambtenarenzaken en Maatschappelijke Integratie bevoegd is.
Ze bevestigt ook de aandacht van de minister van Werk te hebben
gevestigd op de vraag van mevrouw D'hondt om een tolerantieperiode
van zes maanden in te bouwen ten aanzien van werklozen.
Voor eventuele wijzigingen aan het verzekeringsaspect van de wet
wordt het advies van de commissie voor de verzekeringen tegen eind
januari verwacht.
Ten slotte bevestigde ze dat half maart minister Verwilghen een stand
van zaken op het vlak van verzekeringen zal geven en dat minister
Demotte half april een overzicht zal geven over de andere aspecten
van de wet.
Mijnheer de voorzitter, collega's, ten slotte, de amendementen 3 en 4
werden unaniem goedgekeurd.
Dit was mijn verslag in spoedtempo.
Deux amendements ont encore
été présentés après le dépôt du
rapport. C'est pourquoi la
proposition de loi a été renvoyée,
lors de la séance plénière du
19 janvier, en commission des
Affaires sociales, qui l'a examinée
le 24 janvier. Selon Mme Van
Gool, les nouveaux amendements
étaient nécessaires pour garantir
la sécurité juridique.
M. Drèze souhaitait savoir si le
gouvernement avait fourni à la
commission une liste des arrêtés
d'exécution. Le président de
l'époque avait alors rappelé les
engagements pris avec les
ministres de l'Économie et des
Affaires sociales. Mme D'hondt a
insisté pour pouvoir prendre
connaissance des arrêtés
d'exécution avant le mois de mai.
M. Bonte a proposé d'informer les
ministres communautaires sur la
loi et de leur demander d'agir par
des actions de sensibilisation.
La représentante de la ministre a
fourni des explications sur l'état
d'avancement des arrêtés
d'exécution et a précisé que
différents arrêtés royaux sont
quasiment prêts à être publiés.
Dès que ces arrêtés seront signés,
ils seront communiqués à la
commission.
Le ministre de la Fonction publique
et de l'Intégration sociale est
également compétent.
L'attention du ministre du Travail a
été attirée sur la demande de
prévoir une période de tolérance
de six mois. L'avis de la
Commission des assurances est
attendu pour fin janvier.
Les deux nouveaux amendements
ont été adoptés à l'unanimité.
17.02 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, les associations
ont dit à tous les membres de cette assemblée, en particulier aux
membres de la commission Affaires sociales ces derniers temps,
qu'elles avaient besoin d'un délai pour se préparer à dater de la
17.02 Benoît Drèze (cdH): De
verenigingen moesten de nodige
tijd kregen om zich voor te
bereiden vóór de bekendmaking
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
publication des arrêtés d'application de la loi du 3 juillet 2005. Nous
avions convenu entre nous que ce délai serait de six mois puisqu'il
était évident pour tout le monde que les arrêtés seraient publiés au
1
er
février 2006.
Pour rappel, 2001 était l'année internationale des volontaires. Ce sont
les parlementaires qui ont décidé de prendre cet événement
international au mot et de travailler à un projet de texte. Je l'ai déjà fait
à l'une ou l'autre occasion mais, une fois de plus, je voudrais saluer le
travail de coordination de notre collègue Mme van Gool qui a permis
d'amener les textes à bonne fin.
Au moment du vote, le gouvernement était pleinement d'accord avec
le délai fixé. Nous étions donc tous convaincus que l'ensemble du
dispositif réglementaire serait opérationnel au plus tard le
1
er
février 2006.
Au mois d'octobre, j'ai eu l'occasion de poser différentes questions à
M. Demotte et à M. Verwilghen concernant des éléments
d'interprétation de la loi. M. Demotte a été bienveillant et a répondu
consciencieusement à toutes les questions. A cette époque,
annonçant la couleur, il a précisé que les arrêtés ne seraient publiés
pas longtemps avant le 1
er
février mais qu'ils seraient prêts pour cette
date. En revanche, du côté de M. Verwilghen, on a dû faire face à une
indifférence manifeste qui s'est concrétisée par le fait qu'il ne s'est
apparemment véritablement penché sur le dossier qu'à partir du mois
de décembre, ce qui est fort tard.
Nous nous sommes rendu compte certains tôt, d'autres plus tard
que beaucoup de ministres étaient concernés. Mardi, on en a identifié
six: M. Demotte, pour les Affaires sociales, M. Verwilghen, pour
l'Economie, M. Vanvelthoven, pour l'Emploi, M. Tobback, pour les
Pensions, M. Reynders, pour les Finances, M. Dupont, pour
l'Intégration sociale. Depuis mardi, j'en ai encore identifié deux. D'une
part, le secrétaire d'Etat à la Simplification administrative, M. Van
Quickenborne, qui a été désigné par le gouvernement, semble-t-il,
pour coordonner l'information. En effet, le travail d'information du
secteur sera très important. Je rappelle qu'on dénombre environ
100.000 associations en Belgique et plus d'un million de volontaires.
Par conséquent, le principal du travail n'est pas derrière nous mais
devant nous car tant que les acteurs ne seront pas informés, le
dispositif ne sera pas appliqué. Par ailleurs, j'ai pensé tout à l'heure à
Mme Mandaila car une disposition de la loi traite des allocations
familiales, matière relevant de sa compétence. Chaque jour on trouve
un nouveau ministre compétent. J'espère que la liste est clôturée
mais je n'en suis pas certain.
De tous ces ministres et secrétaires d'Etat compétents, aujourd'hui
26 janvier 2006, à quatre jours de l'échéance, aucun n'est prêt
puisque aucun arrêté n'est publié. Je dirais que M. Demotte et en
partie M. Vanvelthoven seraient plus avancés que les autres et je leur
donnerais donc une cote de quatre sur dix, mais pas suffisamment de
points pour passer. Pour les autres, je ne ferai pas dans le détail,
tellement ils sont nombreux: zéro sur dix.
A ce stade, un doute s'est installé dans le secteur. Etant donné que
l'échéance convenue n'a pas été respectée, la question que j'entends
à droite et à gauche est la suivante: le gouvernement sera-t-il prêt
er
van de uitvoeringsbesluiten van de
wet van 3 juli 2005. We waren het
over een termijn van zes maanden
eens geworden omdat die
besluiten op 1 februari 2006
zouden worden bekendgemaakt.
Op het ogenblik van de stemming
was de regering het volledig eens
met de vastgestelde termijn. Wij
waren er dus van overtuigd dat
een en ander uiterlijk op 1 februari
2006 klaar zou zijn. In oktober heb
ik minister Demotte en minister
Verwilghen verscheidene vragen
over de interpretatie van de wet
gesteld. De heer Demotte
preciseerde toen dat de besluiten
kort vóór 1 februari 2006 zouden
worden uitgevaardigd. De heer
Verwilghen gaf dan weer blijk van
totale desinteresse.
Acht ministers of
staatssecretarissen zijn daarbij
betrokken. Niemand van hen is
klaar, ook al zijn de heer Demotte
en gedeeltelijk ook de heer
Vanvelthoven het meest
gevorderd. In de sector is twijfel
gerezen. Zal de regering klaar zijn
tegen 1 augustus 2006 of zullen
wij een en ander opnieuw moeten
uitstellen?
Thans vraagt de sector een
periode van drie maanden om zich
te kunnen aanpassen, te rekenen
vanaf de publicatie van de
besluiten. In de commissie heeft
de regering zich ertoe verbonden
dat de besluiten zouden worden
gepubliceerd naargelang ze klaar
zijn en dat het laatste besluit
uiterlijk medio mei zou
verschijnen. Wij dringen erop aan
dat men zich aan dat tijdschema
zou houden.
Er resten nog verscheidene
interpretatieproblemen. Wij
hebben in de commissie
afgesproken dat de heer Demotte
een en ander zou coördineren in
één enkele nota waarin alle
elementen die nog moeten worden
uitgeklaard zouden worden
opgenomen.
We zijn er allen van overtuigd dat
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
pour le 1
er
août 2006 ou devrons-nous à nouveau reporter cette
échéance? Pour cette raison-là, Mme D'hondt et moi-même avons
mis un peu de pression au sein de la commission et au sein de cette
assemblée en disant "une fois mais pas deux" et en apportant une
argumentation détaillée.
Aujourd'hui, le secteur demande trois mois pour s'adapter, à dater de
la publication des arrêtés. En commission, le gouvernement s'est
engagé, et je le répète ici car c'est un élément capital, à ce que les
arrêtés soient publiés au fur et à mesure de leur état d'avancement, et
non pas en bloc, et que le dernier arrêté serait publié au plus tard
pour la mi-mai. Nous insistons encore aujourd'hui pour que ce
calendrier soit respecté. La commission s'est engagée à rencontrer
régulièrement les ministres pour évaluer l'état d'avancement.
Malgré les éclaircissements déjà obtenus au niveau de l'interprétation
de la loi grâce aux questions posées en commission, notamment au
mois d'octobre, il reste encore différentes questions d'interprétation.
Nous avons convenu, en commission, avec le cabinet du ministre des
Affaires sociales, M. Demotte, que plutôt que d'aborder les questions
qui subsistent de manière éparse sinon nous l'aurions fait cet après-
midi , ce dernier coordonnera une note unique, rassemblant
l'ensemble des éléments nécessitant une clarification.
J'ai déposé en commission, ce mardi, une note d'analyse très
détaillée, réalisée par le président de la plate-forme pour le
volontariat, M. Vincent Gengler. Cette note a été diffusée aux
membres et au cabinet et je remercie la présidente faisant fonction
d'avoir accepté cette demande. Il a été convenu que la note de
M. Gengler serait prise en compte par le cabinet dans la note
d'interprétation que j'évoquais il y a un instant.
Hier soir, assez loin de chez moi, j'ai été amené à présenter un
exposé sur les volontaires dans une commune du Hainaut occidental.
J'ai pu alors constater que c'est un sujet qui motive beaucoup de
monde; nous en sommes d'ailleurs tous convaincus. Il suscite nombre
de questions, très concrètes: les associations et les volontaires se
demandent comment s'adapter dans la gestion de leur association
sans but lucratif ou leur association de fait pour se conformer à la
nouvelle loi.
Nous sommes tous persuadés que cette loi est positive; elle a
d'ailleurs été votée à l'unanimité au sein de notre assemblée. Elle
contient non seulement une coordination de l'ensemble des
dispositions déjà existantes, mais aussi un grand nombre de
dispositions nouvelles.
Quand on voit l'intérêt de la population pour le volontariat, avec ses
100.000 associations et plus d'un million de bénévoles, je ne
comprends toujours pas aujourd'hui pourquoi le gouvernement a
préféré perdre du temps dans diverses autres querelles qui n'ont rien
à voir avec le dossier plutôt que d'être prêt dès maintenant avec ce
dispositif. Par cette attitude, il a perdu un certain crédit auprès de la
population.
die wet een goede zaak is. Ze
werd trouwens eenparig door de
Kamer aangenomen. Gelet op de
populariteit van het
vrijwilligerswerk snap ik vandaag
nog steeds niet waarom de
regering zoveel tijd heeft kunnen
verliezen met geruzie over tal van
andere kwesties die niets met het
dossier te maken hebben. Ze heeft
bij de bevolking veel van haar
pluimen verloren.
17.03 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
minister, collega's, dit had niet mogen gebeuren. Dit had ook niet
hoeven te gebeuren, als de regering tijdig aan het werk was gegaan
17.03 Greta D'hondt (CD&V): Si
le gouvernement avait fait le
nécessaire pour publier les arrêtés
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
62
voor het nemen van de uitvoeringsbesluiten.
De ingewikkeldheid van een aantal aspecten waarvoor nog
uitvoeringsbesluiten moesten genomen worden, was genoegzaam
bekend. Het is natuurlijk niet op de vooravond van de inwerkingtreding
dat men zich moet realiseren dat er nog uitvoeringsbesluiten moeten
komen. Ik heb het vorige week al gezegd: met zeer veel pijn in het
hart hebben wij eraan meegewerkt om vandaag tot uitstel te komen
van de inwerkingtreding van de wet op het statuut van de vrijwilligers
tot augustus van dit jaar.
Voorzitter, ik herinner mij dat u vorige week bij de ontmoeting met de
vrijwilligers van de Damiaanactie nog hebt gezegd dat u twee
ministers met de koppen tegen elkaar zou slaan als het niet in orde
kwam. Ik vraag u niet die dreiging uit te voeren. Ik dank de
verslaggever dat zij het duidelijk zo in het verslag heeft gezet, wat
trouwens afgesproken was bij de werkzaamheden in de commissie.
Voorzitter, ik neem u en heel onze assemblee tot getuige dat wij in de
commissie met uitdrukkelijke instemming van de minister hebben
afgesproken dat alle uitvoeringsbesluiten begin april klaar zullen zijn,
zodat wij ons rekenschap kunnen geven van de inhoud, kunnen
nagaan of die volledig zijn en overeenstemmen met de mogelijkheden
en moeilijkheden op het terrein, en vooral ook de organisaties van
vrijwilligers en de vrijwilligers de nodige tijd kunnen geven om zich
aan te passen. Onder die voorwaarden hebben wij in de commissie
unaniem het uitstel voor inwerkingtreding goedgekeurd. Ik hoop
hartsgrondig dat dat inderdaad correct zo zal worden uitgevoerd en wij
niet voor een nieuw uitstel komen te staan.
Bespaar ons de vrijwilligers te moeten zeggen dat wij geen uitstel mee
hebben goedgekeurd, maar eigenlijk gecollaboreerd zouden hebben
voor afstel. Als dat het geval is, dan zullen wij hier het zout en de
desem van onze samenleving, het vrijwilligerswerk, voor schut
hebben gezet. Ik hoop dat de fierheid bij iedereen van ons zo groot is
dat wij daaraan niet zullen meewerken en dat de afspraken die in de
commissie gemaakt zijn, ook correct zullen worden gevolgd.
Op dat moment zal het uitstel misschien snel een vergeten zaak zijn.
Het afstel zou onvergeeflijk zijn.
d'exécution dans les délais, ce
report n'aurait pas été nécessaire.
Certains volets de cette loi sont
extrêmement compliqués. Raison
de plus pour ne pas attendre la
veille de l'entrée en vigueur de la
loi.
C'est la mort dans l'âme que nous
collaborons à ce report de l'entrée
en vigueur de la loi jusqu'en août
2006. Toutefois, il a été convenu
avec le ministre en commission
que les arrêtés d'exécution
seraient prêts en avril, de sorte
que nous puissions les examiner
et que les organisations des
volontaires et les volontaires eux-
mêmes puissent se préparer.
C'est à cette condition que nous
approuvons le report. On aura vite
oublié ce report, mais l'abandon
pur et simple serait tout
simplement impardonnable.
17.04 Maggie De Block (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik wil even
kort ingaan op dit punt. Wij delen ook de bezorgdheid van mevrouw
D'hondt. Ik meen dat wij inderdaad klare afspraken gemaakt hebben
daaromtrent in de commissie. Het is echter een zeer ingewikkelde
materie. Wij moeten toegeven dat wij het ongeduld op het terrein
begrijpen. Het ongeduld wordt medeveroorzaakt door het feit dat wij,
als kamerleden, er vijf jaar over hebben vergaderd om een
kamerbreed akkoord te bereiken. Ik kan begrijpen dat nu ook nog de
nodige tijd moet gaan over de te nemen koninklijke besluiten, want bij
de implementatie op het terrein moet de wet inderdaad goed in elkaar
steken, anders zijn de gevolgen voor de vrijwilligers niet te overzien.
17.04 Maggie De Block (VLD):
Nous partageons l'inquiétude de
Mme D'hondt. Des accords précis
ont été conclus en commission. Je
comprends l'impatience des
volontaires, mais il s'agit en
l'occurrence d'une matière très
complexe. Il nous a fallu cinq ans
pour arriver à un accord. La mise
en oeuvre doit se faire
correctement, dans l'intérêt des
volontaires.
De voorzitter: Mijnheer de minister, u hebt de vraag van mevrouw D'hondt gehoord. Het is niet de eerste
keer dat een minister zich ertoe verbindt voorontwerpen van KB's mede te delen aan commissies. Dat is
een eerste vraag waarop ik u graag zou horen reageren. U kunt ook reageren op de algemene bespreking.
U hebt het woord.
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
63
17.05 Rudy Demotte, ministre: Monsieur le président, je voudrais
répondre de manière concrète en posant les jalons de l'état exact
d'avancement de l'ensemble des arrêtés concernés.
Le premier a trait à la protection des travailleurs et des documents
sociaux ainsi qu'aux renseignements fournis par la cellule stratégique
de mon collègue, M. Vanvelthoven.
Pour être clair, les arrêtés seront pris dans les délais qui avaient été
impartis initialement, c'est-à-dire pour le 1
er
juillet 2006.
Par ailleurs, les projets d'arrêtés qui ont trait aux allocations pour
l'aide aux personnes âgées et aux allocations familiales ne posent
aucun souci particulier. Ils sont soumis à l'Inspection des Finances et
au Budget. Vous pouvez donc constater que nous sommes loin dans
la procédure.
Pour ce qui concerne les revenus garantis aux personnes âgées, le
projet d'arrêté royal a été rédigé par mon collègue, M. Tobback. Il est
actuellement soumis à la signature du Roi.
Le projet d'arrêté, qui permet de ne pas tenir compte de l'indemnité de
volontariat pour l'octroi du revenu d'intégration, a été soumis pour
approbation à mon collègue, M. Dupont. Il semble qu'il soit déjà
soumis à l'Inspection des Finances et au Budget.
Pour ce qui est des assurances, comme je l'ai déjà dit, une série de
contacts ont été pris. Langue a été prise, monsieur le président, pour
que mon collègue, M. Verwilghen fasse le point sur la situation devant
la commission, à la mi-mars.
Enfin, Mme D'hondt a posé une question en commission sur un point
particulier. Elle ne l'a pas fait ici, mais peut-être n'ai-je pas été
suffisamment attentif. Elle a demandé ce qui se passait pour les
chômeurs qui auraient déjà utilisé la nouvelle procédure, c'est-à-dire
la procédure de déclaration par rapport à leur activité bénévole.
Pourraient-ils être pris en défaut si nous postposons l'application de la
loi? La réponse est non. Une nouvelle procédure de déclaration est
d'ailleurs en préparation à l'ONEM. D'après les informations qui ont
été données à mon cabinet par le cabinet du ministre de l'Emploi, les
chômeurs qui auront déjà été informés de la nouvelle procédure et qui
auraient simplement fait une déclaration seront à l'abri des reproches.
Monsieur le président, chers collègues, je pense ainsi avoir été assez
complet.
17.05 Minister Rudy Demotte: Ik
zal toelichting verstrekken over de
stand van zaken met betrekking
tot alle besluiten in kwestie. Het
eerste besluit betreft de
bescherming van de werknemers
en de sociale documenten, alsook
de inlichtingen die verstrekt
worden door de beleidscel van
minister Vanvelthoven. De
besluiten zullen binnen de
oorspronkelijk gestelde termijn, d.i.
tegen 1 juli 2006, vastgesteld
worden.
De ontwerpbesluiten betreffende
de tegemoetkoming voor hulp aan
bejaarden en de gezinsbijslag
worden momenteel voorgelegd
aan de Inspectie van Financiën en
aan het departement Begroting, en
dat geldt naar het schijnt ook voor
het ontwerpbesluit waarbij het
mogelijk wordt voor de toekenning
van het leefloon geen rekening te
houden met de vergoeding voor
vrijwilligerswerk. Het ontwerp van
koninklijk besluit betreffende de
inkomensgarantie voor ouderen
werd de Koning ter ondertekening
voorgelegd. De procedure voor die
besluiten is dus al een heel eind
gevorderd. In verband met de
verzekeringen werden de nodige
contacten gelegd opdat minister
Verwilghen medio maart de stand
van zaken kan komen toelichten in
de commissie.
Ten slotte vroeg mevrouw D'hondt
in de commissie of werklozen die
de nieuwe procedure al gevolgd
zouden hebben, een sanctie
boven het hoofd kan hangen. Zij
mogen gerust zijn: er zal hun niets
ten euvel geduid worden.
17.06 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, je n'ai pas très bien
entendu; quand vous avez évoqué le premier arrêté de
M. Vanvelthoven, avez vous dit "1
er
juillet 2006"?
17.06 Benoît Drèze (cdH): Met
betrekking tot het eerste besluit
van minister Vanvelthoven heeft u
het over 1 juli 2006.
Le président: J'ai cru comprendre "avant le 1
er
juillet".
17.07 Rudy Demotte, ministre: J'ai bien dit "le 1
er
juillet 2006".
17.08 Benoît Drèze (cdH): Pourtant, d'après moi, en commission,
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
64
nous avions dit que tout devait être prêt pour début mai.
17.09 Rudy Demotte, ministre: Non, non. D'après la première
mouture du texte, il était prévu "ab initio" que ce serait le
1
er
juillet 2006 pour cet arrêté.
17.10 Benoît Drèze (cdH): C'est plus compliqué que cela: l'entrée en
vigueur était bien prévue pour le 1
er
juillet; vous avez raison. Mais les
arrêtés doivent être publiés avant l'entrée en vigueur, suffisamment à
temps pour que le secteur puisse s'adapter.
Je ne sais pas ce qu'en pense Mme van Gool?
17.10 Benoît Drèze (cdH): In de
commissie hebben we nochtans
gezegd dat alles tegen begin mei
diende klaar te zijn. De besluiten
moeten immers vóór de
inwerkingtreding worden
bekendgemaakt zodat de sector
zich erop kan voorbereiden.
17.11 Rudy Demotte, ministre: Je ne parle de rien d'autre que de
l'entrée en vigueur.
De voorzitter: Mevrouw van Gool, u wou interveniëren? U bent een van de hoofdindieners.
17.12 Greet van Gool (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, het gaat in
deze alleen over de inwerkingtreding van de wet en dus niet over het
ter beschikking stellen van de koninklijke besluiten.
In de commissie werd het engagement aangegaan dat we de teksten
in april of in de loop van de maand mei krijgen, waarna we de
bespreking zullen houden en de koninklijke besluiten ruim op tijd voor
de inwerkingtreding zullen worden gepubliceerd.
17.12 Greet van Gool (sp.a-
spirit): Il s'agit uniquement de
l'entrée en vigueur de la loi. En
commission, nous avons en effet
convenu que nous examinerions
les arrêtés royaux en avril et que
le délai entre leur publication et
leur entrée en vigueur sera
certainement raisonnable.
De voorzitter: Ik zou niet graag opnieuw beleven wat we al hebben beleefd.
17.13 Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de datum van
inwerkingtreding laat ik even terzijde.
Wat volgens mij belangrijk is voor het correct volgen van de
werkzaamheden en de afspraken in commissie, is dat wij de teksten
van de uitvoeringsbesluiten in commissie in april krijgen, zodat de
organisaties en de vrijwilligers kunnen worden voorgelicht en wij ook
nog kunnen nagaan of alle verzuchtingen op het terrein daardoor
worden opgevangen. Al wat ik voorlopig vraag, is dat wij de teksten
zoals afgesproken in april in commissie zouden hebben.
17.13 Greta D'hondt (CD&V) : Il
est important que nous soyons en
mesure de débattre des textes des
arrêtés d'exécution en avril, de
manière à ce que nous puissions
informer les organisations et les
volontaires et vérifier s'il a été tenu
compte de tous les problèmes
rencontrés sur le terrain.
De voorzitter: U hebt het over de voorontwerpen.
17.14 Greta D'hondt (CD&V): Inderdaad.
De voorzitter: Mijnheer de minister, is dat haalbaar?
Le président : Est-ce réalisable ?
17.15 Minister Rudy Demotte: Dat is voor ons geen probleem.
17.15 Rudy Demotte, ministre:
Cela ne nous pose aucun
problème.
De voorzitter: Dat is dan zo afgesproken. Goede afspraken maken goede politieke vrienden.
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
65
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des articles
Bespreking van de artikelen
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 85, 4) (2205/8)
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis
voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2205/8)
L'intitulé a été modifié par la commission en "proposition de loi modifiant la loi du 3 juillet 2005 relative aux
droits des volontaires et la loi du 27 décembre 2005 portant des dispositions diverses".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 3 juli 2005
betreffende de rechten van vrijwilligers en van de wet van 27 december 2005 houdende diverse
bepalingen".
La propostion de loi compte 4 articles.
Het wetsvoorstel telt 4 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
18 Prise en considération de propositions
18 Inoverwegingneming van voorstellen
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la
prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is
gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considérerai la prise en considération comme acquise et je
renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik deze als zijnde aangenomen; overeenkomstig het Reglement
worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Je vous propose également de prendre en considération:
- la proposition de loi de MM. Thierry Giet et André Frédéric modifiant l'article 119bis de la nouvelle loi
communale et rétablissant l'arrêté-loi du 29 décembre 1945 en ce qui concerne la répression des
dégradations à la voie publique et aux immeubles y attenants (n° 2220/1).
- la proposition de loi de MM. Daniel Bacquelaine et Charles Michel insérant un article 527bis dans le Code
pénal visant à interdire les inscriptions sur la voie publique (n° 2231/1).
- la proposition de loi de MM. Daniel Bacquelaine et Charles Michel insérant un article 556 dans le Code
pénal visant à interdire l'intimidation au moyen de chiens (n° 2232/1).
Elles sont renvoyées à la commission de la Justice.
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
66
Ik stel u ook voor in overweging te nemen:
- het wetsvoorstel van de heren Thierry Giet en André Frédéric tot wijziging van artikel 119bis van de
nieuwe gemeentewet en tot herstel van de besluitwet van 29 december 1945, in verband met de
beteugeling van de schade die wordt aangebracht aan de openbare weg en aan de aanpalende gebouwen
(nr. 2220/1);
- het wetsvoorstel van de heren Daniel Bacquelaine en Charles Michel tot invoeging van een artikel 527bis
in het Strafwetboek, teneinde opschriften en tekeningen op de openbare weg te verbieden (nr. 2231/1);
- het wetsvoorstel van de heren Daniel Bacquelaine en Charles Michel tot invoeging van een artikel 556 in
het Strafwetboek, teneinde intimidatie door middel van honden te verbieden (nr. 2232/1).
Ze worden aanhangig gemaakt bij de commissie voor de Justitie.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Collega's, ik zal u een voorstel doen met betrekking tot het verdere verloop van onze activiteiten. Ik zal over
enkele ogenblikken een verklaring afleggen in verband met de holocaust, waarvan de herdenkingsdag
morgen plaatsvindt. Daarna volgen de stemmingen.
Après les votes, je vais clore la séance ordinaire et ouvrir la séance extraordinaire; ce sera la vingt-sixième
depuis la fin de la seconde guerre mondiale. Je souhaiterais que vous assistiez en nombre à l'hommage
que je vais rendre à trois de nos collègues.
U hebt de miniprocedure op uw bank liggen. Ik zal nu een korte hulde brengen op een ander vlak, daarna
volgen de stemmingen en het sluiten van deze vergadering. Ik verwacht de opening van de
huldevergadering omstreeks 18.20 uur.
19 Internationale herdenkingsdag van de Holocaust
19 Journée internationale de Commémoration en mémoire des victimes de l'Holocauste
De voorzitter (voor de staande vergadering)
Le président (devant l'assemblée debout)
Waarde collega's, op 1 november 2005 keurde de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties bij
consensus een resolutie goed waarbij 27 januari, de dag waarop het nazivernietigingskamp Auschwitz
bevrijd werd, uitgeroepen wordt tot internationale herdenkingsdag van de slachtoffers van de Holocaust
(Holocaust Memorial Day).
Aan de vooravond van die herdenkingsdag wil ik benadrukken dat een democratische Staat het aan
zichzelf verplicht is elke vorm van extremisme, geweld of aanzetting tot haat jegens personen of
gemeenschappen op grond van godsdienst of etnische origine te bestrijden.
Puissent également les horreurs génocidaires, les souffrances engendrées par la guerre et le terrorisme
nous inciter plus que jamais à résoudre tout conflit naissant, par l'écoute, la réflexion et le dialogue.
En mémoire des innombrables victimes de l'Holocauste, je vous propose d'observer une minute de silence.
De Kamer neemt een minuut stilte in acht.
La Chambre observe une minute de silence.
Votes nominatifs
Naamstemmingen
20 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de Mme Marie Nagy sur "les résultats de la
Conférence Interministérielle sur le logement" (n° 720)
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
67
20 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Marie Nagy over "de resultaten van
de Interministeriële Conferentie Huisvesting" (nr. 720)
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Santé publique, de
l'Environnement et du Renouveau de la Société du 17 janvier 2006.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Volksgezondheid,
het Leefmilieu en de Maatschappelijke Hernieuwing van 17 januari 2006.
Deux motions ont été déposées (MOT n
°
720/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mmes Marie Nagy et Zoé Genot;
- une motion pure et simple a été déposée par Mme Magda De Meyer.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 720/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de dames Marie Nagy en Zoé Genot;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Magda De Meyer.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Début du vote / Begin van de stemming.
Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd?
Fin du vote / Einde van de stemming.
Résultat du vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 1)
Ja
83
Oui
Nee
44
Non
Onthoudingen
1
Abstentions
Totaal
128
Total
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
20.01 Charles Michel (MR): Monsieur le président, M. Chastel et
moi-même avons voté oui.
20.01 Charles Michel (MR): De
machine doet het niet. Ik wil
voorstemmen.
20.02 Olivier Chastel (MR) : J'ai le même problème. Je vote «oui».
21.02 Olivier Chastel (MR): Ik
heb hetzelfde probleem. Ik wil
voorstemmen.
20.03 David Lavaux (cdH): Monsieur le président, pour ce vote et
pour les suivants, je paire avec M. Maene.
20.03 David Lavaux (cdH): Ik
heb een stemafspraak met de
heer Jean-Claude Maene voor
deze stemming en voor de
volgende.
21 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Roel Deseyn over "het goedkoper
maken van het bellen van vast naar mobiel" (nr. 749)
21 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Roel Deseyn sur "la réduction du coût
des appels d'un téléphone fixe à un téléphone mobile" (n° 749)
De voorzitter: Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de
Infrastructuur, het Verkeer en de Overheidsbedrijven van 18 januari 2006.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Infrastructure, des
Communications et des Entreprises publiques du 18 janvier 2006.
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
68
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 749/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heren Roel Deseyn en Jef Van den Bergh;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Karine Lalieux en de heer Philippe De Coene.
Deux motions ont été déposées (MOT n
°
749/1):
- une motion de recommandation a été déposée par MM. Roel Deseyn et Jef Van den Bergh;
- une motion pure et simple a été déposée par Mme Karine Lalieux et M. Philippe De Coene.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 2)
Ja
85
Oui
Nee
44
Non
Onthoudingen
1
Abstentions
Totaal
130
Total
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
22 Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van de heer Luc Goutry over "het actieplan voor
tewerkstelling van personen met een handicap" (nrs. 751+752+753)
22 Motions déposées en conclusion des interpellations de M. Luc Goutry sur "le plan d'action pour
l'emploi des personnes handicapées" (n°
s
751+752+753)
Deze interpellaties werden gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor de Sociale Zaken
van 18 januari 2006.
Ces interpellations ont été développées en réunion publique de la commission des Affaires sociales du
18 janvier 2006.
Twee moties werden ingediend (MOT n
°
751/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Greta D'hondt en de heer Luc Goutry;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de dames Pierrette Cahay-André en Danielle Van Lombeek-
Jacobs.
Deux motions ont été déposées (MOT nr. 751/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mme Greta D'hondt et M. Luc Goutry;
- une motion pure et simple a été déposée par Mmes Pierrette Cahay-André et Danielle Van Lombeek-
Jacobs.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)
(Vote/stemming 2)
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
69
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
23 Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Bert Schoofs over "de toestand van de
economie in de provincie Limburg" (nr. 754)
23 Motions déposées en conclusion de l'interpellation de M. Bert Schoofs sur "la situation
économique au Limbourg" (n° 754)
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor het Bedrijfsleven, het
Wetenschapsbeleid, het Onderwijs, de Nationale wetenschappelijke en culturele Instellingen, de
Middenstand en de Landbouw van 18 januari 2006.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de l'Economie, de la Politique
scientifique, de l'Education, des Institutions scientifiques et culturelles nationales, des Classes moyennes et
de l'Agriculture du 18 janvier 2006.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 754/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bert Schoofs;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Magda De Meyer.
Deux motions ont été déposées (MOT n
°
754/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Bert Schoofs;
- une motion pure et simple a été déposée par Mme Magda De Meyer.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)
Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)
(Vote/stemming 2)
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
24 Wetsontwerp houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord houdende oprichting van
een Nationale Commissie voor de rechten van het kind, gesloten te Brussel, op 19 september 2005,
tussen de Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Vlaams Gewest, de Franse Gemeenschap, het Waals
Gewest, de Duitstalige Gemeenschap, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie (2086/1)
24 Projet de loi portant approbation de l'accord de coopération entre l'Etat, la Communauté flamande,
la Région flamande, la Communauté française, la Région wallonne, la Communauté germanophone, la
Région de Bruxelles-capitale, la Commission Communautaire commune et la Commission
communautaire française portant création d'une Commission nationale pour les droits de l'enfant,
conclu à Bruxelles le 19 septembre 2005 (2086/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
70
(Stemming/vote 3)
Ja
114
Oui
Nee
11
Non
Onthoudingen
6
Abstentions
Totaal
131
Total
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2086/3)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Le projet sera transmis au Sénat. (2086/3)
Reden van onthouding?
Raison d'abstention?
24.01 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijn fractie heeft zich geheel onthouden.
24.01 Gerolf Annemans (Vlaams
Belang): L'ensemble de mon
groupe aurait souhaité s'abstenir.
De voorzitter: Een fractie van geheelonthouders?
24.02 Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik
heb ze in de war gebracht, wat dit betreft.
De voorzitter: Waarvan akte.
25 Aangehouden amendement en artikel van het wetsvoorstel tot vaststelling van bijzondere
bepalingen betreffende het statuut van de officieren van het medisch technisch korps van de
medische dienst (2090/1-6)
25 Amendement et article réservés de la proposition de loi fixant des dispositions spécifiques
relatives au statut des officiers du corps technique médical du service médical (2090/1-6)
Stemming over amendement nr. 1 van Luc Sevenhans op artikel 31 (2090/3)
Vote sur l'amendement n° 1 de Luc Sevenhans à l'article 31.(2090/3)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4)
Ja
17
Oui
Nee
95
Non
Onthoudingen
19
Abstentions
Totaal
131
Total
Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 31 aangenomen.
En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 31 est adopté.
26 Geheel van het wetsvoorstel tot vaststelling van bijzondere bepalingen betreffende het statuut van
de officieren van het medisch technisch korps van de medische dienst (2090/6)
26 Ensemble de la proposition de loi fixant des dispositions spécifiques relatives au statut des
officiers du corps technique médical du service médical (2090/6)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
71
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5)
Ja
88
Oui
Nee
17
Non
Onthoudingen
26
Abstentions
Totaal
131
Total
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2090/7)
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Le projet sera transmis au Sénat. (2090/7)
27 Wetsontwerp houdende diverse dringende bepalingen betreffende de statuten van het personeel
van Defensie (2197/3)
27 Projet de loi portant des dispositions diverses urgentes relatives aux statuts du personnel de la
Défense (2197/3)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6)
Ja
132
Oui
Nee
0
Non
Onthoudingen
0
Abstentions
Totaal
132
Total
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2197/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Le projet sera transmis au Sénat. (2197/4)
28 Wetsontwerp houdende eindregeling van de begrotingen van de instellingen van openbaar nut van
het jaar 1996 (2153/1)
28 Projet de loi contenant le règlement définitif des budgets d'organismes d'intérêt public pour l'année
1996 (2153/1)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7)
Ja
115
Oui
Nee
0
Non
Onthoudingen
17
Abstentions
Totaal
132
Total
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden
voorgelegd. (2153/2)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2153/2)
29 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers en van
de wet van 27 december2005 houdende diverse bepalingen (nieuw opschrift) (2205/8)
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
72
29 Proposition de loi modifiant la loi du 3 juillet 2005 relative aux droits des volontaires et la loi du
27 décembre 2005 portant des dispositions diverses (nouvel intitulé) (2205/8)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming / Début du vote.
Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de stemming / Fin du vote.
Uitslag van de stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 8)
Ja
131
Oui
Nee
0
Non
Onthoudingen
0
Abstentions
Totaal
131
Total
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2205/9)
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Le projet sera transmis au Sénat. (2205/9)
Collega's, mag ik even uw aandacht? Tussen deze vergadering en de huldevergadering zal er een korte
pauze zijn van ongeveer tien minuten.
30 Adoption de l'agenda
30 Goedkeuring van de agenda
Nous devons nous prononcer sur le projet d'ordre du jour que vous propose la Conférence des présidents.
Wij moeten ons thans uitspreken over de ontwerp agenda die de Conferentie van voorzitters u voorstelt.
Pas d'observation? (Non) La proposition est adoptée.
Geen bezwaar? (Nee) Het voorstel is aangenomen.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.
De vergadering wordt gesloten om 18.17 uur. Volgende vergadering donderdag 26 januari 2006 om
18.30 uur.
La séance est levée à 18.17 heures. Prochaine séance le jeudi 26 janvier 2006 à 18.30 heures.
L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 51 PLEN 189 annexe.
De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 51 PLEN 189 bijlage.
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
73
DETAIL DES VOTES NOMINATIFS
DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN
Naamstemming - Vote nominatif: 001
Ja
083
Oui
Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna,
Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chevalier, Claes Hilde, Collard, Cortois, Daems, De
Block, De Bue, De Clercq, De Coene, De Croo, de Donnea, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt,
Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Geerts, Ghenne, Giet, Gustin,
Hasquin, Hove, Jiroflée, Lalieux, Lambert Marie-Claire, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maingain,
Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mathot, Mayeur, Meeus, Muls, Pécriaux, Peeters, Perpète,
Pinxten, Roppe, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van
Biesen, Van Campenhout, Van der Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs,
Vautmans, Verhaert, Versnick
Nee
044
Non
Annemans, Arens, Bogaert, Bultinck, Caslo, Claes Dirk, Cocriamont, Creyf, De Crem, De Groote, De Man,
Depoortere, Deseyn, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Drèze, Genot, Gerkens, Govaerts, Goyvaerts,
Laeremans, Lanjri, Mortelmans, Muylle, Neel, Nollet, Schoofs, Schryvers, Sevenhans, Tant, Tastenhoye,
Van den Bergh, Van den Broeck, Van der Auwera, Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy, Van Themsche,
Verhaegen, Verherstraeten, Viseur, Wathelet, Wiaux
Onthoudingen
001
Abstentions
Lavaux
Naamstemming - Vote nominatif: 002
Ja
085
Oui
Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna,
Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes Hilde, Collard, Cortois,
Daems, De Block, De Bue, De Clercq, De Coene, De Croo, de Donnea, Delizée, De Meyer, Denis, Déom,
De Padt, Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Geerts, Ghenne, Giet,
Gustin, Hasquin, Hove, Jiroflée, Lalieux, Lambert Marie-Claire, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maingain,
Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mathot, Mayeur, Meeus, Michel, Muls, Pécriaux, Peeters,
Perpète, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman, Tilmans, Tommelein, T'Sijen,
Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van der Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-
Jacobs, Vautmans, Verhaert, Versnick
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
74
Nee
044
Non
Annemans, Arens, Bogaert, Bultinck, Caslo, Claes Dirk, Cocriamont, Creyf, De Crem, De Groote, De Man,
Depoortere, Deseyn, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Drèze, Genot, Gerkens, Govaerts, Goyvaerts,
Laeremans, Lanjri, Mortelmans, Muylle, Neel, Nollet, Schoofs, Schryvers, Sevenhans, Tant, Tastenhoye,
Van den Bergh, Van den Broeck, Van der Auwera, Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy, Van Themsche,
Verhaegen, Verherstraeten, Viseur, Wathelet, Wiaux
Onthoudingen
001
Abstentions
Lavaux
Naamstemming - Vote nominatif: 003
Ja
114
Oui
Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bogaert, Bonte,
Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes Dirk,
Claes Hilde, Collard, Cortois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Clercq, De Coene, De Crem, De Croo,
de Donnea, De Groote, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, Deseyn, Detiège, Devlies, D'hondt,
Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Geerts, Genot, Gerkens, Ghenne, Giet,
Gustin, Hasquin, Hove, Jiroflée, Lalieux, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lavaux, Lejeune, Lenssen,
Libert, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mathot, Mayeur, Meeus, Michel, Milquet,
Muls, Muylle, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Schryvers, Storms, Swennen,
Taelman, Tant, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van den Bergh,
Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van
Parys, Van Rompuy, Vautmans, Verhaegen, Verhaert, Verherstraeten, Versnick, Viseur, Wathelet, Wiaux
Nee
011
Non
Caslo, De Man, Depoortere, Govaerts, Laeremans, Neel, Schoofs, Sevenhans, Tastenhoye, Van den
Broeck, Van Themsche
Onthoudingen
006
Abstentions
Annemans, Bultinck, Cocriamont, D'haeseleer, Goyvaerts, Mortelmans
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
75
Naamstemming - Vote nominatif: 004
Ja
017
Oui
Annemans, Bultinck, Caslo, Cocriamont, De Man, Depoortere, D'haeseleer, Govaerts, Goyvaerts,
Laeremans, Mortelmans, Neel, Schoofs, Sevenhans, Tastenhoye, Van den Broeck, Van Themsche
Nee
095
Non
Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon,
Boukourna, Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes Hilde, Collard,
Cortois, Daems, De Block, De Bue, De Clercq, De Coene, De Croo, de Donnea, Delizée, De Meyer, Denis,
Déom, De Padt, Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Geerts,
Genot, Gerkens, Ghenne, Giet, Gustin, Hasquin, Hove, Jiroflée, Lalieux, Lambert Marie-Claire, Lano,
Lavaux, Lejeune, Lenssen, Libert, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mathot, Mayeur,
Meeus, Michel, Milquet, Muls, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Storms,
Swennen, Taelman, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van der
Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Vautmans, Verhaert, Versnick, Viseur,
Wathelet, Wiaux
Onthoudingen
019
Abstentions
Bogaert, Claes Dirk, Creyf, De Crem, De Groote, Deseyn, Devlies, D'hondt, Lanjri, Muylle, Schryvers, Tant,
Van den Bergh, Van der Auwera, Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy, Verhaegen, Verherstraeten
Naamstemming - Vote nominatif: 005
Ja
088
Oui
Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna,
Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes Hilde, Collard, Cortois,
Daems, De Block, De Bue, De Clercq, De Coene, De Croo, de Donnea, Delizée, De Meyer, Denis, Déom,
De Padt, Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Geerts, Genot, Gerkens,
Ghenne, Giet, Gustin, Hasquin, Hove, Jiroflée, Lalieux, Lambert Marie-Claire, Lano, Lejeune, Lenssen,
Libert, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mathot, Mayeur, Meeus, Michel, Muls, Nollet,
Pécriaux, Peeters, Perpète, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman, Tilmans, Tommelein,
T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van der Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van
Lombeek-Jacobs, Vautmans, Verhaert, Versnick
Nee
017
Non
Annemans, Bultinck, Caslo, Cocriamont, De Man, Depoortere, D'haeseleer, Govaerts, Goyvaerts,
26/01/2006
CRIV 51
PLEN 189
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
76
Laeremans, Mortelmans, Neel, Schoofs, Sevenhans, Tastenhoye, Van den Broeck, Van Themsche
Onthoudingen
026
Abstentions
Arens, Bogaert, Claes Dirk, Creyf, De Crem, De Groote, Deseyn, Devlies, D'hondt, Drèze, Lanjri, Lavaux,
Milquet, Muylle, Schryvers, Tant, Van den Bergh, Van der Auwera, Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy,
Verhaegen, Verherstraeten, Viseur, Wathelet, Wiaux
Naamstemming - Vote nominatif: 006
Ja
132
Oui
Annemans, Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bogaert,
Bonte, Borginon, Boukourna, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Casaer, Caslo, Cavdarli, Chabot, Chastel,
Chevalier, Claes Dirk, Claes Hilde, Cocriamont, Collard, Cortois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De
Clercq, De Coene, De Crem, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom,
De Padt, Depoortere, Deseyn, Detiège, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze,
Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Geerts, Genot, Gerkens, Ghenne, Giet, Govaerts, Goyvaerts, Gustin,
Hasquin, Hove, Jiroflée, Laeremans, Lalieux, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lavaux, Lejeune,
Lenssen, Libert, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mathot, Mayeur, Meeus, Michel,
Milquet, Mortelmans, Muls, Muylle, Neel, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Pinxten, Roppe,
Saudoyer, Schoofs, Schryvers, Sevenhans, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tastenhoye, Tilmans,
Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van den Bergh, Van den Broeck, Van der
Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys,
Van Rompuy, Van Themsche, Vautmans, Verhaegen, Verhaert, Verherstraeten, Versnick, Viseur,
Wathelet, Wiaux
Nee
000
Non
Onthoudingen
000
Abstentions
Naamstemming - Vote nominatif: 007
Ja
115
Oui
Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bogaert, Bonte,
Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André, Casaer, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes Dirk,
Claes Hilde, Collard, Cortois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Clercq, De Coene, De Crem, De Croo,
de Donnea, De Groote, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, Deseyn, Detiège, Devlies, D'hondt,
Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Geerts, Genot, Gerkens, Ghenne, Giet,
Gustin, Hasquin, Hove, Jiroflée, Lalieux, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lavaux, Lejeune, Lenssen,
CRIV 51
PLEN 189
26/01/2006
CHAMBRE
-4
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2005
2006
KAMER
-4
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
77
Libert, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mathot, Mayeur, Meeus, Michel, Milquet,
Muls, Muylle, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Pinxten, Roppe, Saudoyer, Schryvers, Storms,
Swennen, Taelman, Tant, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van
den Bergh, Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-
Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Vautmans, Verhaegen, Verhaert, Verherstraeten, Versnick, Viseur,
Wathelet, Wiaux
Nee
000
Non
Onthoudingen
017
Abstentions
Annemans, Bultinck, Caslo, Cocriamont, De Man, Depoortere, D'haeseleer, Govaerts, Goyvaerts,
Laeremans, Mortelmans, Neel, Schoofs, Sevenhans, Tastenhoye, Van den Broeck, Van Themsche
Naamstemming - Vote nominatif: 008
Ja
131
Oui
Annemans, Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Barzin, Belhouari, Bellot, Bex, Bogaert,
Bonte, Borginon, Boukourna, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Casaer, Caslo, Cavdarli, Chabot, Chastel,
Chevalier, Claes Dirk, Claes Hilde, Cocriamont, Collard, Cortois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De
Clercq, De Coene, De Crem, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom,
De Padt, Depoortere, Deseyn, Detiège, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze,
Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Geerts, Genot, Gerkens, Ghenne, Giet, Govaerts, Goyvaerts, Gustin,
Hasquin, Hove, Jiroflée, Laeremans, Lalieux, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lavaux, Lejeune,
Lenssen, Libert, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mathot, Mayeur, Meeus, Michel,
Milquet, Mortelmans, Muls, Muylle, Neel, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pinxten, Roppe, Saudoyer,
Schoofs, Schryvers, Sevenhans, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tastenhoye, Tilmans, Tommelein,
T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Van den Bergh, Van den Broeck, Van der Auwera,
Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van
Rompuy, Van Themsche, Vautmans, Verhaegen, Verhaert, Verherstraeten, Versnick, Viseur, Wathelet,
Wiaux
Nee
000
Non
Onthoudingen
000
Abstentions