Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

mercredi 25 avril 2007

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

woensdag 25 april 2007

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14.37 heures et présidée par M. Herman De Croo.

De vergadering wordt geopend om 14.37 uur en voorgezeten door de heer Herman De Croo.

 

Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:

Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:

Hervé Jamar, Didier Reynders.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans l'annexe du compte rendu intégral de cette séance.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij worden op de website van de Kamer en in de bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen.

 

Excusés

Berichten van verhindering

 

Alisson De Clercq, pour raisons de santé / wegens ziekte.

 

Collega’s, ik open de vergadering. Wij beginnen met datgene waarmee wij gisteren zijn gestopt, de stemmingen van gisterenavond, 24 april, in toepassing van ons Reglement. Eén stemming werd gehouden en is dus geldig. Wij zullen nu de andere stemmingen aanvatten.

 

Je vais commencer les votes.

 

Ik moet u voorafgaandelijk zeggen dat wij in de Conferentie akkoord waren gegaan dat er foto’s zouden worden genomen. Dat zal vandaag gebeuren in plaats van morgen. Men maakt foto’s als herinnering aan deze legislatuur, u moet er niets anders achter zoeken.

 

Comme nous l'avons fait à chaque législature, nous tentons de garder des souvenirs de type visuel lors d'une des dernières séances.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

01 Projet de loi-programme (3058/19+22)

01 Ontwerp van programmawet (3058/19+22)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

88

Oui

Nee

38

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

126

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het ontwerp van programmawet aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (3058/23)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi-programma. Il sera transmis au Sénat. (3058/23)

 

01.01  Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik begrijp het niet goed. Wij hebben gisteren toch over dezelfde programmawet gestemd.

 

De voorzitter: Dat is aan velen ontsnapt, maar wij hebben gisteren eerst over een kleine wet gestemd.

 

Mijnheer Laeremans, u wou ook nog iets zeggen?

 

01.02  Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik heb tegengestemd.

 

02 Wetsontwerp houdende diverse bepalingen (3074/5)

02 Projet de loi portant des dispositions diverses (3074/5)

 

De voorzitter: Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

02.01  Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik wil gewoon meedelen dat ik een stemafspraak had met Pieter De Crem. Ik ben hier. Hij is er niet.

 

De voorzitter: Dat was gisteren?

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

85

Oui

Nee

15

Non

Onthoudingen

25

Abstentions

Totaal

125

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (3074/6)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (3074/6)

 

Reden van onthouding?

Raison d'abstention?

 

02.02  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Ik kan de heer Van der Maelen alleen maar aanbevelen om in het vervolg met mij een stemafspraak te maken. Dan zou hij zeker weten dat ik mij eraan houd.

 

Le président: Il faut être deux pour danser le tango.

 

Mijnheer T'Sijen, is het ook niet gegaan? Mijnheer Vande Lanotte, u bent verstrooid geweest, waarschijnlijk?

 

T'Sijen en Vande Lanotte hebben ja gestemd.

 

03 Voorstel van resolutie betreffende de versterking van de rol van de vrouw in het vredesproces (2521/3)

03 Proposition de résolution visant à augmenter le rôle des femmes dans les processus de paix (2521/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

133

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

133

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (2521/4)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (2521/4)

 

04 Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 14 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 (2863/5)

04 Proposition de loi modifiant l'article 14 des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 (2863/5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

117

Oui

Nee

16

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

133

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (2863/6)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera transmise en tant que projet au Sénat. (2863/6)

 

05 Wetsontwerp waarbij de bevoegdheid om toegang te verlenen tot de informatiegegevens van het wachtregister en van het register van de identiteitskaarten toevertrouwd wordt aan het sectoraal comité van het Rijksregister (2937/5)

05 Projet de loi confiant au comité sectoriel du Registre national la compétence d'autoriser l'accès aux informations du registre d'attente et du registre des cartes d'identité (2937/5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

131

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

131

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (2937/6)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Il sera transmis au Sénat. (2937/6)

 

MM. Olivier Maingain et Daniel Bacquelaine ont voulu voter "oui".

 

06 Wetsvoorstel op de Algemene Inspectie en houdende diverse bepalingen betreffende de rechtspositie van sommige leden van de politiediensten (nieuw opschrift) (2947/5)

06 Proposition de loi sur l'Inspection générale et portant des dispositions diverses relatives au statut de certains membres des services de police (nouvel intitulé) (2947/5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

118

Oui

Nee

15

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

133

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (2947/7)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Il sera transmis en tant que projet au Sénat. (2947/7)

 

07 Proposition de loi portant modification de la loi organique du 18 juillet 1991 du contrôle des services de police et de renseignement et de l'organe de coordination pour l'analyse de la menace (2947/6)

07 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (2947/6)

 

In dit document werd per ongeluk een paragraaf van het vroegere document overgenomen. Artikel 34 bevat een louter materiële fout. De paragraaf die begint met "De in het eerste lid bedoelde…" en die eindigt met "in die graad benoemd" werd zonder reden ingevoegd.

 

Le paragraphe "Les membres du personnel…" et qui se termine par "…dans ce grade au cours de l'année qui suit" est un paragraphe qui n'a rien à voir là-dedans. C'est une erreur matérielle. Je supprime donc ce paragraphe, qui est le dernier de l'article 34.

 

Geen bezwaar? (Neen)

Pas d’observations? (Non)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

118

Oui

Nee

16

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

134

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer de materieel verbeterde tekst aan. Hij zal als ontwerp aan de Senaat worden overgezonden. (3098/1)

En conséquence, la Chambre adopte le texte ainsi corrigé. Il sera transmis en tant que projet au Sénat. (3098/1)

 

08 Wetsontwerp houdende dringende spoorwegbepalingen (3055/5)

08 Projet de loi portant dispositions urgentes concernant le chemin de fer (3055/5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 8)

Ja

124

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

9

Abstentions

Totaal

133

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (3055/6)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (3055/6)

 

09 Voorstel van resolutie betreffende de bevordering van de mobiliteit en de verkeersveiligheid, wat de tweewielige motorvoertuigen betreft (1937/3)

09 Proposition de résolution relative à la promotion de la mobilité et de la sécurité routière en ce qui concerne les deux roues motorisés (1937/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 9)

Ja

112

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

22

Abstentions

Totaal

134

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (1937/4)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (1937/4)

 

10 Wetsontwerp tot tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1347/2000, van het Europees Verdrag van Luxemburg van 20 mei 1980 betreffende de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen inzake het gezag over kinderen en betreffende het herstel van het gezag over kinderen, en van het Verdrag van 's-Gravenhage van 25 oktober 1980 betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen (nieuw opschrift) (3002/4)

10 Projet de loi visant la mise en oeuvre du Règlement (CE) n° 2201/2003 du Conseil du 27 novembre 2003 relatif à la compétence, la reconnaissance et l'exécution des décisions en matière matrimoniale et en matière de responsabilité parentale abrogeant le Règlement (CE) n° 1347/2000, de la Convention européenne de Luxembourg du 20 mai 1980 sur la reconnaissance et l'exécution des décisions en matière de garde des enfants et le rétablissement de la garde des enfants ainsi que de la Convention de La Haye du 25 octobre 1980 sur les aspects civils de l'enlèvement international d'enfants (nouvel intitulé) (3002/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 10)

Ja

135

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

135

Total

 

10.01  Jo Vandeurzen (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik stemde “ja”.

 

De voorzitter: Ook de heer De Crem stemde “ja”. Dat maakt dus 135 ja-stemmen plus de heren Vandeurzen en de heer De Crem.

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp unaniem aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (3002/5)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi à l’unanimité. Il sera transmis au Sénat. (3002/5)

 

11 Wetsontwerp tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de afwezigheid en de gerechtelijke verklaring van overlijden (614/14)

11 Projet de loi modifiant diverses dispositions relatives à l'absence et à la déclaration judiciaire de décès (614/14)

 

Geamendeerd door de Senaat.

Amendé par le Sénat.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 11)

Ja

131

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

131

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp unaniem aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (614/15)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi à l’unanimité. Il sera soumis à la sanction royale. (614/15)

 

12 Wetsontwerp tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de afwezigheid en de gerechtelijke verklaring van overlijden (2615/2)

12 Projet de loi modifiant certaines dispositions du Code judiciaire relatives à l'absence et à la déclaration judiciaire de décès (2615/2)

 

Geamendeerd door de Senaat.

Amendé par le Sénat.

 

Mag dat dezelfde stemming zijn als stemming 11? Ja? U wenst ook ja te stemmen? We nemen u erbij. Unanime plus une voix, c’est doublement unanime, notamment 132 sur 132. Mevrouw Storms, u wenst ook ja te stemmen?

 

Je vais faire voter, sinon je n’en sort plus. On recommence, car il y a trois ou quatre membres qui veulent ajouter leur vote.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 12)

Ja

137

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

137

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp unaniem aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2615/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi à l’unanimité. Il sera soumis à la sanction royale. (2615/4)

 

13 Projet de loi modifiant certaines dispositions du Code civil en vue de faciliter la preuve de l'état des personnes à défaut d'acte de l'état civil (2447/3)

13 Wetsontwerp tot wijziging van sommige bepalingen van het Burgerlijk Wetboek teneinde het bewijs van de staat van de personen te vergemakkelijken bij gebreke aan een akte van de burgerlijke stand (2447/3)

 

Transmis par le Sénat

Overgezonden door de Senaat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 12)

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2447/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2447/4)

 

14 Projet de loi portant assentiment à l'accord de coopération du 13 décembre 2006 entre l'État fédéral, la Communauté flamande, la Communauté française, la Région wallonne, la Communauté germanophone et la Commission communautaire commune portant sur l'entrée en vigueur de l'article 7, 7°, de la loi du 13 juin 2006 modifiant la législation relative à la protection de la jeunesse et à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction (3018/1)

14 Wetsontwerp houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 13 december 2006 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de inwerkingtreding van artikel 7, 7°, van de wet van 13 juni 2006 tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd (3018/1)

 

Transmis par le Sénat

Overgezonden door de Senaat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 13)

Ja

117

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

20

Abstentions

Totaal

137

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3018/3)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3018/3)

 

15 Projet de loi portant assentiment à l'accord de coopération du 13 décembre 2006 entre l'État fédéral, la Communauté flamande, la Communauté française, la Communauté germanophone et la Commission communautaire commune portant sur l'organisation et le financement du stage parental fixés dans la loi relative à la protection de la jeunesse, à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et à la réparation du dommage causé par ce fait (3019/1)

15 Wetsontwerp houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 13 december 2006 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de organisatie en financiering van de ouderstage, zoals vastgelegd in de wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade (3019/1)

 

Transmis par le Sénat

Overgezonden door de Senaat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 13)

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3019/3)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3019/3)

 

16 Projet de loi portant assentiment à l'accord de coopération du 13 décembre 2006 entre l'État fédéral, la Communauté flamande, la Communauté française, la Communauté germanophone et la Commission communautaire commune portant sur l'organisation et le financement de l'offre restauratrice visée à la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, à la prise en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction et à la réparation du dommage causé par ce fait (3020/1)

16 Wetsontwerp houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 13 december 2006 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de organisatie en de financiering van het herstelrechtelijk aanbod bedoeld in de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade (3020/1)

 

Transmis par le Sénat

Overgezonden door de Senaat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 13)

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3020/3)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3020/3)

 

17 Projet de loi relatif à la transsexualité (903/9)

17 Wetsontwerp betreffende de transseksualiteit (903/9)

 

Amendé par le Sénat

Geamendeerd door de Senaat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 14)

Ja

93

Oui

Nee

15

Non

Onthoudingen

28

Abstentions

Totaal

136

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (909/11)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (909/11)

 

18 Projet de loi modifiant les articles 628 et 764 du Code judiciaire (3017/1)

18 Wetsontwerp tot wijziging van de artikelen 628 en 764 van het Gerechtelijk Wetboek (3017/1)

 

Amendé par le Sénat

Geamendeerd door de Senaat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 15)

Ja

93

Oui

Nee

15

Non

Onthoudingen

28

Abstentions

Totaal

136

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3017/3)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3017/3)

 

19 Wetsontwerp houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2007-2008 (3011/9)

19 Projet de loi portant exécution de l'accord interprofessionnel pour la période 2007-2008 (3011/9)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 16)

Ja

136

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

136

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (3011/11)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (3011/11)

 

20 Voorstel van resolutie betreffende huidkanker als gevolg van een langdurige blootstelling aan de zon (2532/4)

20 Proposition de résolution relative au cancer de la peau consécutif à une exposition prolongée au soleil (2532/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 16)

 

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (2532/5)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (2532/5)

 

21 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid (3081/3)

21 Projet de loi modifiant la loi du 21 décembre 1998 relative aux normes de produits ayant pour but la promotion de modes de production et de consommation durables et la protection de l'environnement et de la santé (3081/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 16)

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (3081/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (3081/4)

 

22 Wetsontwerp houdende diverse arbeidsbepalingen (3067/4)

22 Projet de loi portant des dispositions diverses relatives au travail (nouvel intitulé) (3067/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 17)

Ja

127

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

4

Abstentions

Totaal

131

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (3067/5)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (3067/5)

 

De dames Lanjri en Van der Auwera en de heer De Padt hebben ja-gestemd.

 

23 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen (3057/3)

23 Projet de loi modifiant la loi du 6 août 1990 relative aux mutualités et aux unions nationales de mutualités (3057/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 18)

Ja

137

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

137

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (3057/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (3057/4)

 

24 Wetsontwerp tot wijziging van een aantal wetten betreffende de dotaties aan het Rekenhof, de federale Ombudsmannen, de Benoemingscommissies voor het notariaat en de commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (608/10)

24 Projet de loi modifiant certaines lois relatives aux dotations allouées à la Cour des comptes, aux médiateurs fédéraux, aux commissions de nomination pour le notariat et à la commission de la protection de la vie privée (608/10)

 

Geamendeerd door de Senaat

Amendé par le Sénat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 19)

Ja

132

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

4

Abstentions

Totaal

136

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (608/11)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (608/11)

 

25 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 maart 2006 betreffende de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten en de distributie van financiële instrumenten (3062/4)

25 Projet de loi modifiant la loi du 22 mars 2006 relative à l'intermédiation en services bancaires et en services d'investissement et à la distribution d'instruments financiers (3062/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Heeft iedereen gestemd en zijn stem gecontroleerd? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 20)

Ja

137

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

137

Total

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (3062/5)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (3062/5)

 

26 Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 190 van het Wetboek diverse rechten en taksen, wat het bedrag betreft van de belasting voor aanplakking en de betaling ervan (nieuw opschrift) (1546/5)

26 Proposition de loi modifiant l'article 190 du Code des droits et taxes divers en ce qui concerne le montant de la taxe d'affichage ainsi que le paiement de celle-ci (nouvel intitulé) (1546/5)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 20)

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (1546/6)

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Il sera transmis au Sénat. (1546/6)

 

27 Wetsontwerp tot wijziging van de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen (3073/3)

27 Projet de loi modifiant la loi-cadre du 1er mars 1976 réglementant la protection du titre professionnel et l'exercice des professions intellectuelles prestataires de services (3073/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 20)

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Senaat worden overgezonden. (3073/4)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera transmis au Sénat. (3073/4)

 

28 Wetsontwerp tot wijziging van artikel 33 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer (1451/6)

28 Projet de loi modifiant l'article 33 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière (1451/6)

 

Amendé par le Sénat

Geamendeerd door de Senaat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 20)

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1451/7)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1451/7)

 

29 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer ten einde recidive voor vluchtmisdrijven strenger te bestraffen (2177/8)

29 Projet de loi modifiant la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière afin de sanctionner plus sévèrement la récidive pour les délits de fuite (2177/8)

 

Amendé par le Sénat

Geamendeerd door de Senaat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 20)

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2177/9)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. '2177/9)

 

30 Wetsontwerp houdende de instemming met het samenwerkingsakkoord van 9 februari 2007 tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 13 december 2002 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest betreffende de uitvoering en financiering van de bodemsanering van tankstations (3085/1)

30 Projet de loi portant assentiment à l'accord de coopération du 9 février 2007 modifiant l'accord de coopération du 13 décembre 2002 entre l'Etat fédéral, la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale relatif à l'exécution et au financement de l'assainissement du sol des stations-service (3085/1)

 

Transmis par le Sénat

Overgezonden door de Senaat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 20)

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3085/3)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3085/3)

 

31 Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol, opengesteld voor ondertekening te Berlijn van 1 juni 2006 tot 1 november 2006, tot wijziging van de Overeenkomst inzake de oprichting van een Internationale Commissie voor de Internationale Opsporingsdienst, gesloten te Bonn op 6 juni 1955 (3083/1)

31 Projet de loi portant assentiment au Protocole, ouvert à la signature à Berlin du 1er juin 2006 au 1er novembre 2006, sur la modification de l'Accord instituant une Commission internationale pour le Service international de Recherches, conclu à Bonn le 6 juin 1955 (3083/1)

 

Transmis par le Sénat

Overgezonden door de Senaat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 20)

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3083/2)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3083/2)

 

32 Wetsontwerp houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 2 maart 2007 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de uitvoering van de Overeenkomst tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens, gedaan te Parijs de 13de januari 1993 (3084/1)

32 Projet de loi portant assentiment à l'Accord de coopération du 2 mars 2007 entre l'Etat fédéral, la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale concernant l'exécution de la Convention sur l'interdiction de la mise au point, de la fabrication, du stockage et de l'emploi des armes chimiques et sur leur destruction, faite à Paris le 13 janvier 1993 (3084/1)

 

Transmis par le Sénat

Overgezonden door de Senaat

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

 

(Stemming/vote 20)

 

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (3084/2)

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (3084/2)

 

33 Demande d'urgence du gouvernement

33 Urgentieverzoek van de regering

 

33.01  Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, pour des raisons de procédure, je voudrais demander à la Chambre l'urgence sur un projet qui est traité en commission de la Justice. Il s'agit du projet n° 1603 portant diverses mesures en matière de recèlement et de saisies. Il en va de même pour six projets sur les ordres médicaux, plus précisément les projets nos 2885 à 2890, actuellement examinés en commission de la Santé.

 

33.02  Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, even ter verificatie. In de Conferentie was er onduidelijkheid over het feit of de behandeling van dit ontwerp al dan niet reeds was gestart. Zelfs als dat niet het geval was, zou ik toch even beroep willen doen op de realiteitszin van de collega’s. Als mijn informatie juist is, werd vorige week in de commissie beslist dat ontwerp uit te stellen. Deze week vraagt men er de hoogdringendheid voor. Kan iemand mij zeggen wat de tussenliggende feitelijkheden zijn die doen besluiten tot het beroep op de urgentie?

 

De voorzitter: Collega Tant, de bespreking werd niet aangevat, anders zou ik het hier niet laten voorbrengen. Dat weet ik ook wel, het moet voor de behandeling zijn, voor een wetsvoorstel of -ontwerp werd begonnen. Er is geen verslaggever aangeduid. Anders komt het hier niet voor. De rest van het antwoord laat ik over aan de vice-eerste minister.

 

33.03 Minister Didier Reynders: Er is nog geen behandeling van de verschillende ontwerpen door de verschillende commissies van de Kamer. De verschillende teksten werden reeds behandeld in de Senaat, maar er is nog geen behandeling in de commissies van de Kamer.

 

De voorzitter: Dat was de vraag niet. Mijnheer Annemans?

 

33.04  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijn fractie vraagt in ieder geval de hoofdelijke stemming over het zomaar aanvaarden van de hoogdringendheid van dit ontwerp dat belangrijke communautaire angels in zich draagt, met name het ontwerp over de Orde van Geneesheren.

 

De voorzitter: Dat gaat met zitten en opstaan, mijnheer Annemans, dat weet u ook.

 

33.05  Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je voulais revenir sur la deuxième remarque de M. Tant. Ce texte n'a pas été réagendé en commission de la Justice la semaine dernière. Lors de l'adoption de l'ordre du jour, il avait été fixé au mardi et il n'a pas été remis au mercredi. Le mercredi, il ne figurait plus dans la liste des projets à examiner. On aurait pu procéder de manière plus calme, moins dans l'urgence en préparant le dossier la semaine dernière. On se retrouve à devoir analyser un texte concomitamment à la séance plénière, alors qu'il y a un débat important, et dans l'urgence invoquée aujourd'hui. On aurait pu travailler plus correctement et plus sainement la semaine dernière. Je ne peux donc accepter cette manière de procéder.

 

De voorzitter: Ik geef het woord nog aan Paul Tant en dan zullen wij bij zitten en opstaan beslissen.

 

33.06  Paul Tant (CD&V): Voorzitter, ik had de vraag gesteld: gegeven zijnde dat vorige week de zaak verdaagd is maar dat men deze week de hoogdringendheid vraagt, zou men mij toch moeten kunnen zeggen op welke argumenten en feitelijkheden die er intussen gekomen zijn men zich in deze baseert? Dat lijkt mij…

 

33.07 Minister Didier Reynders: (…)

 

33.08  Paul Tant (CD&V): Maar, mijnheer de minister,…

 

De voorzitter: Mevrouw Taelman, die de commissie voorzat… Mag ik even, mijnheer Tant?

 

33.09  Paul Tant (CD&V): Het is niet omdat de minister mij onderbreekt…

 

De voorzitter: Dat mag hij niet doen.

 

33.10  Paul Tant (CD&V): Hij moet mij laten uitspreken!

 

De voorzitter: Hij mag u niet onderbreken. U doet voort en dan geef ik het woord aan mevrouw Taelman.

 

33.11  Paul Tant (CD&V): Voorzitter, de minister beroept zich op puur vormelijke argumenten, die geen antwoord geven op de vraag waarom het vorige week werd uitgesteld en deze week urgent is. Leg dat eens uit aan een normaal denkend mens!

 

De voorzitter: Mag ik vragen dat de commissievoorzitter, inzien zij dat wenst, een woord uitleg geeft aan de Kamer? Mevrouw Taelman?

 

(…):(…)

 

33.12  Paul Tant (CD&V): Hoe zegt u?

 

(…):(…)

 

33.13  Martine Taelman (VLD): Ik kan misschien verduidelijken…

 

(…):(…)

 

33.14  Martine Taelman (VLD): Ik ga proberen te verduidelijken wat er vorige week is gebeurd. Het ontwerp was geagendeerd, weliswaar tijdens een regeling der werkzaamheden. Tijdens die regeling der werkzaamheden, dinsdag, is beslist het in de commissie van vorige week woensdag na het punt over de burgerlijke en politieke rechten, het eerste punt op de agenda toen, te hernemen. Dat was een afspraak binnen de commissie, waarmee alle leden toen akkoord konden gaan. Dat is inderdaad niet opnieuw officieel geagendeerd. Later heb ik vastgesteld, op het blad van de vergadering, dat er ook geen officiële beslissing over genomen is. Dat wat de behandeling in de commissie betreft.

 

De voorzitter: Mijnheer Annemans?

 

33.15  Gerolf Annemans (Vlaams Belang): Voorzitter, ten behoeve van collega Tant, het volgende. Dit is een paarse logica: hoe langer het ontwerp is uitgesteld, hoe dringender het wordt. Dat is toch eenvoudig.

 

De voorzitter: Mijnheer Van Parys? Daarna ga ik de stemming houden.

 

Mijnheer Van Parys, u zult toch toegeven dat ik dat gisteren niet heb laten doen bij het begin van de vergadering? Dat zou spijtig geweest zijn.

 

33.16  Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, het stond effectief vorige week op de agenda. Men heeft het toen afgevoerd. Het is natuurlijk onzinnig om nu te zeggen dat het hoogdringend is en dat men dat gaat bespreken op een ogenblik waarop alle soorten wetsontwerpen en wetsvoorstellen zullen worden besproken waarvan de indieners leden van de commissie voor de Justitie zijn.

 

We kunnen de bespreking met betrekking tot de herziening van de Grondwet toch niet houden in afwezigheid van de leden van de commissie voor de Justitie? Dat lijkt mij toch absoluut onredelijk. Dit is dus een bijkomend argument om de bespreking van dat wetsontwerp, dat men, als men dat wou, eerder had kunnen behandelen, niet te doen op het ogenblik waarop wij de herziening van de Grondwet gaan bespreken. Ik zie voorstellen van collega Borginon en van meer collega’s die in de commissie voor de Justitie zitten. Ik verzet mij absoluut tegen het feit dat wij een wetsontwerp zouden bespreken in de commissie op het moment waarop wij in de plenaire vergadering met de herziening van de Grondwet bezig zijn. (Applaus)

 

De voorzitter: Er zijn twee punten. Er is eerst de hoogdringendheid en dan, als ze ooit wordt toegekend, is er het moment van behandeling.

 

33.17  Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, als er vorige week geen hoogdringendheid was en dit kon worden afgevoerd, waarom zou er dan nu hoogdringendheid zijn? Leg mij dat eens uit. Ik moet u trouwens zeggen dat men alle ontwerpen inzake Justitie met hoogdringendheid heeft ingediend. Het resultaat is dat de teksten afschuwelijk en abominabel zijn. Wij zullen ze allemaal moeten wijzigen. Dat is het resultaat!

 

33.18  Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, je voudrais intervenir sur le projet de loi relatif à l'Ordre des médecins.

 

Le président: Un instant! J'ai fait prendre la parole sur ce que l'on appelle l'article 505 du Code pénal. Ensuite, il y a une autre série, à propos de laquelle vous voulez intervenir maintenant, à savoir les documents n°s 2885 et 2890. Il s'agit bien des documents relatifs à l'Ordre des médecins.

 

33.19  Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, vous avez demandé l'urgence sur deux points. Par conséquent, dois-je attendre ou me donnez-vous la parole?

 

Le président: Exprimez-vous maintenant!

 

33.20  Muriel Gerkens (ECOLO): Monsieur le président, nous nous trouvons vraiment dans des situations hyper paradoxales et très désagréables! Le contenu actuel du projet de loi dont question nécessiterait une discussion sérieuse ainsi que l'apport de petites améliorations, même si je partage les objectifs poursuivis par ce projet, qui a été adopté au Sénat voici un mois.

 

Or, il nous a été présenté hier en demandant l'urgence. Cela signifie que nous allons nous priver de discussions sur ce projet, puisque nous n'aurons pas l'occasion de l'examiner en profondeur et peut-être d'améliorer le texte sur certains aspects. C'est particulièrement désagréable car si, d'une part, nous avons envie de soutenir des contenus de projets, d'autre part, la méthode de travail incline vers des oppositions à certains textes et à des non-consultations de partenaires du terrain.

 

(Applaudissements)

 

33.21  Koen Bultinck (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, het verbaast mij dat uitgerekend een vice-premier van de MR nu de hoogdringendheid vraagt voor de bespreking van een wetsontwerp met betrekking tot de hervorming van de Orde van Geneesheren. De behandeling kon gisteren in de commissie immers niet beginnen omdat de MR-fractie ostentatief afwezig was. Ik denk dat het dan ook niet meer dan logisch is dat wij ons verzetten tegen de hoogdringendheid voor dit ontwerp.

 

De voorzitter: Mevrouw D’hondt? Normaal is er slecht één spreker per fractie. Ik kan u echter niets weigeren. Er zijn meerdere voorstellen dus u krijgt het woord.

 

33.22  Greta D'hondt (CD&V): Mijnheer de voorzitter, wat de Orde van Geneesheren betreft, moeten wij toch zeggen dat iedereen die met de materie begaan is, weet dat dit een vrij delicaat onderwerp is. Ik denk dus dat men met vuur speelt als men vraagt om dit met hoogdringendheid te behandelen. Het is werkelijk onverantwoord van de vice-premier om hiervoor de hoogdringendheid te vragen. Dat valt werkelijk niet te verantwoorden!

 

De voorzitter: Ik zal een onderscheid maken tussen de twee verzoeken. Er is een vraag om hoogdringendheid voor document 1603/5, waarover de heer Van Parys en anderen intervenieerden. Wij stemmen bij zitten en opstaan.

 

De hoogdringendheid wordt bij zitten en opstaan aangenomen.

L’urgence est adoptée par assis et levé.

 

Nu gaat het om de documenten 2885 tot 2890. Daarover hebben de dames D’hondt en Gerkens gesproken. Wij stemmen bij zitten en opstaan over de hoogdringendheid.

 

De hoogdringendheid wordt bij zitten en opstaan aangenomen.

L’urgence est adoptée par assis et levé.

 

33.23  Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, over de laatste stemming bij zitten en opstaan ben ik niet zeker dat een meerderheid van deze Kamer akkoord gaat met uw logica. Ik heb meerdere leden van de sp.a en de PS niet zien opstaan. Ik vraag een hoofdelijke stemming.

 

De voorzitter: Nee, de griffier was bij mij. Ik heb het nagekeken. Er was een overwegend aantal.

 

33.24  Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik herinner mij dat u dat nog eens hebt nagekeken. Toen telde u op het einde van de stemming 151 leden. Ik stel voor dat wij de stemming opnieuw doen.

 

De voorzitter: 38 leden hebben tegengestemd. De overige leden hebben dus anders gestemd.

 

151 leden zou misschien nuttig zijn na 10 juni, maar vandaag gaat dat niet.

 

33.25  Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, bij de stemming over de ombudsmannen waren er 151 Kamerleden. Wij mochten toen terugkeren. Herinnert u zich dat niet?

 

De voorzitter: Mijn frank valt traag vandaag. Verontschuldig mij, dat was de laatste stemming.

 

33.26  Tony Van Parys (CD&V): Mijnheer de voorzitter, in verband met het ontwerp dat door de commissie voor de Justitie moet worden behandeld, had ik opgemerkt dat dit niet kan op het ogenblik dat wij hier ontwerpen en voorstellen bespreken waarbij verschillende collega's van de commissie voor de Justitie aanwezig moeten zijn.

 

Ik wil erop wijzen dat er onder meer voorstellen van collega's Borginon en Marinower aan de agenda staan en dat leden van de commissie voor de Justitie van CD&V ook voorstellen ter bespreking hebben in de algemene vergadering met betrekking tot de verklaring tot herziening van de Grondwet.

 

Het kan absoluut niet dat de commissie voor de Justitie samenkomt op het ogenblik dat voorstellen en ontwerpen worden besproken waar collega's van de commissie voor de Justitie aan de bespreking moeten deelnemen.

 

De voorzitter: Ik vind dat u pertinente zaken zegt en dus zal er tijdens deze debatten geen vergadering van de commissie voor de Justitie zijn. Ik vind dat u gelijk heeft.

 

Révision de la Constitution

Herziening van de Grondwet

 

34 Projet de déclaration de révision de la Constitution (3056/1-7)

- Proposition de déclaration de révision du décret n° 5 du 24 novembre 1830 portant exclusion perpétuelle de la famille d'Orange-Nassau de tout pouvoir en Belgique (406/1)

- Proposition de déclaration de révision du titre III, chapitre III, section II, de la Constitution, en vue d'y insérer une disposition relative à la suppression du Conseil de la Couronne (407/1)

- Proposition de déclaration de révision du titre III, chapitre III, section II, de la Constitution (408/1)

- Proposition de déclaration de révision de l'article 62, alinéa 3, de la Constitution en vue de supprimer l'obligation de vote (1217/1)

- Proposition de déclaration de révision de l'article 113 de la Constitution (1403/1)

- Proposition de déclaration de révision de l'article 127, §1er, 2°, de la Constitution (1450/1)

- Proposition de déclaration de révision de l'article 151 de la Constitution en vue d'associer les entités fédérées à l'élaboration de la politique criminelle et d'instituer un droit d'injonction positive (1626/1)

- Proposition de déclaration de révision de l'article 41, alinéas 3 et 4, de la Constitution (1708/1)

- Proposition de déclaration de révision de l'article 12, alinéa 3, de la Constitution en vue d'étendre le délai de garde à vue (1856/1)

- Proposition de déclaration de révision de l'article 12 de la Constitution (1997/1)

- Proposition de déclaration de révision de l'article 23 de la Constitution en vue de l'instauration du droit de disposer d'énergie en suffisance (2207/1)

- Proposition de déclaration de révision des articles 36, 37, 40, 44, 45, 46, 72, 87, 88, 89, 91, 93, 96, 102, 104, 105, 107, 108, 109, 110, 111, 112, 113, 114, 151, 153, 160, 165, 167, 197 et 198 de la Constitution (2300/1)

- Proposition de déclaration de révision de l'article 16 de la Constitution (2489/1)

- Proposition de déclaration de révision de la Constitution (2970/1)

- Proposition de déclaration de révision du titre II de la Constitution afin de consacrer la liberté d'entreprise (3004/1)

- Proposition de déclaration de révision de la Constitution (3039/1-2)

34 Ontwerp van verklaring tot herziening van de Grondwet (3056/1-7)

- Voorstel van verklaring tot herziening van het decreet nr. 5 van 24 november 1830 betreffende de eeuwige uitsluiting van de familie Oranje-Nassau van enige macht in België (406/1)

- Voorstel van verklaring tot herziening van Titel III, Hoofdstuk III, Afdeling II van de Grondwet, met de bedoeling er een bepaling in te voegen betreffende het opheffen van de zogenaamde Kroonraad (407/1)

- Voorstel van verklaring tot herziening van Titel III, Hoofdstuk III, Afdeling II van de Grondwet (408/1)

- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 62, derde lid, van de Grondwet teneinde de stemplicht af te schaffen (1217/1)

- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 113 van de Grondwet (1403/1)

- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 127, §1, 2°, van de Grondwet (1450/1)

- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 151 van de Grondwet teneinde de deelstaten te betrekken bij het strafrechtelijk beleid en tot invoering van een positief injunctierecht (1626/1)

- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 41, derde en vierde lid, van de Grondwet (1708/1)

- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 12, derde lid, van de Grondwet met het oog op de verlenging van de inverzekeringstelling (1856/1)

- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 12 van de Grondwet (1997/1)

- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 23 van de Grondwet met het oog op de invoeging van het recht op toereikende energie (2207/1)

- Voorstel van verklaring tot herziening van de artikelen 36, 37, 40, 44, 45, 46, 72, 87, 88, 89, 91, 93, 96, 102, 104, 105, 107, 108, 109, 110, 111, 112, 113, 114, 151, 153, 160, 165, 167, 197 en 198 van de Grondwet (2300/1)

- Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 16 van de Grondwet (2489/1)

- Voorstel van verklaring tot herziening van de Grondwet (2970/1)

- Voorstel van verklaring tot herziening van titel II van de Grondwet, teneinde de vrijheid van ondernemerschap te verankeren (3004/1)

- Voorstel van verklaring tot herziening van de Grondwet (3039/1-2)

 

Propositions déposées par:

Voorstellen ingediend door:

- 406: Alexandra Colen

- 407: Alexandra Colen

- 408: Alexandra Colen

- 1217: Hilde Vautmans, Annemie Turtelboom, Miguel Chevalier

- 1403: Guy D’haeseleer, Staf Neel, Francis Van den Eynde, Alexandra Colen, Nancy Caslo

- 1450: Gerolf Annemans, Alexandra Colen, Ortwin Depoortere, Marleen Govaerts, Francis Van den Eynde

- 1626: Alfons Borginon

- 1708: Alfons Borginon

- 1856: Alain Courtois, Charles Michel, Daniel Bacquelaine

- 1997: Alfons Borginon, Claude Marinower

- 2207: Magda De Meyer, Karine Jiroflée

- 2300: Patrick De Groote

- 2489: Filip De Man, Marleen Govaerts

- 2970: Koen Bultinck, Bart Laeremans, Gerolf Annemans

- 3004: Charles Michel

- 3039: Pieter De Crem, Hendrik Bogaert, Dirk Claes, Roel Deseyn, Carl Devlies, Katrien Schryvers, Paul Tant, Tony Van Parys, Mark Verhaegen, Servais Verherstraeten

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

34.01  Hervé Hasquin, rapporteur: Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, votre commission s'est réunie le 23 avril, en présence du premier ministre et des deux ministres chargés des réformes institutionnelles.

 

Le premier ministre a proposé un projet de révision de la Constitution en soulignant que, je le cite: "la déclaration de 2003 permettait toujours d'intervenir de manière suffisamment diversifiée et approfondie pour permettre une révision de la Constitution sous la prochaine législature".

 

Parmi les projets qui étaient sur la table ou qui, en tout cas, justifient l'ouverture à la révision d'un certain nombre d'articles de la Constitution figurent, notamment – je les cite de mémoire – l'ouverture à révision du titre II afin de constitutionnaliser les droits et libertés contenus dans la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, l'ouverture d'articles qui permettent enfin de réaliser l'autonomie constitutive pour la Région de Bruxelles-Capitale et la Communauté germanophone, de réaliser la consultation populaire régionale, la modernisation du droit de pétition, les droits des personnes handicapées, l'accroissement des compétences de la Cour d'arbitrage et sa transformation en Cour constitutionnelle, les mentions de juridictions internationales, l'accès des étrangers à la fonction publique, le service universel, la protection de données à caractère personnel, avancer la date de la rentrée parlementaire, abaisser à 18 ans l'âge de l'éligibilité, revoir les compétences du Sénat. Voilà, entre autres, l'éventail des propositions telles qu'elles ont été formulées par le premier ministre.

 

Globalement - je vais tenter de faire preuve d'esprit de synthèse pour ne pas reprendre tout ce qui figure dans le rapport -, trois tendances se sont dégagées en commission.

 

Il y a d'abord ceux qui estiment qu'il fallait aller au-delà des propositions du gouvernement et qui pensent, par conséquent, que les propositions de ce dernier, consistant à reprendre pour l'essentiel celles de 2003 qui, entre-temps, n'ont pas été exécutées, sont trop frileuses et timides et ne permettent pas de réaliser les objectifs qui sont les leurs. Ce fut notamment le point de vue défendu par M. Koen Bultinck au nom du Vlaams Belang qui a rappelé que, selon son parti, l'État belge est dépassé, qu'il constitue un frein au développement harmonieux de deux États indépendants que seraient la Flandre et la Wallonie, qu'il faut pouvoir aborder quant au fond une révision des questions de sécurité ou de la justice et qu'ils sont partisans de l'abolition du Sénat.

 

En bref, le Vlaams Belang a déposé des propositions tendant à ouvrir à révision l'ensemble des articles de la Constitution.

 

Du côté du N-VA, M. De Groote a porté le débat sur le rôle de la monarchie et a justifié toute une série d'amendements qui étaient déposés en ce sens en vue de transformer le rôle de la monarchie. Dans les débats et les votes qui ont suivi, les positions du N-VA et du Vlaams Belang en ce qui concerne le rôle de la monarchie ont été rejointes par le sp.a-spirit, et M. Lambert s'est exprimé à ce propos.

 

En ce qui concerne le CD&V, M. Servais Verherstraeten notamment, a expliqué le sens des amendements déposés, à savoir: privilégier le principe de subsidiarité, revoir l'arrondissement électoral de Bruxelles-Hal-Vilvorde et, enfin, repenser le rôle et le statut de Bruxelles dans ses multiples facettes de capitale de la Flandre, de la Belgique et de l'Europe.

 

L'ensemble des intervenants que je viens d'évoquer ainsi que le co-rapporteur, M. Tant, qui s'est également exprimé à l'occasion du débat, qualifient globalement l'attitude du gouvernement de trop timide. Il y a une volonté d'aller au-delà des propositions.

 

Une deuxième tendance s'est dégagée au sein de nos débats en commission. Elle a été représentée par M. Wathelet, au nom du cdH, qui estime tout simplement que toute proposition de révision de la Constitution est superflue, inutile, voire dangereuse.

 

Enfin, une troisième tendance s'est essentiellement exprimée par des représentants du VLD, dont M. Borginon, ou par M. Maingain au nom du MR, expliquant qu'il fallait pouvoir ouvrir un débat et que, globalement, ouvrir un débat, ce n'est pas nécessairement le conclure.

 

L'article 144 de la Constitution, ouvert à discussion, appartient évidemment à cette catégorie d'articles où des interprétations très divergentes peuvent se faire jour en ce qui concerne les règles relatives à la responsabilité de l'État. Cela pourrait aller d'une volonté d'augmenter les pouvoirs de l'État et de restreindre ceux du pouvoir judiciaire jusqu'à vouloir, en revanche, renforcer les droits du justiciable. Je suppose que ces divergences seront l'occasion de s'exprimer dans les débats qui suivront.

 

Ces intervenants ont aussi souligné la nécessité de s'adapter aux réalités contemporaines et, notamment, aux réalités internationales.

 

Voilà, mesdames et messieurs, globalement, les positions telles qu'elles se sont exprimées en commission.

 

Au total – et c’est cela qui est contenu dans le projet soumis à votre approbation cet après-midi – la commission, à la majorité requise, a proposé que 46 articles de l’actuelle Constitution soient ouverts totalement ou partiellement à révision. Il s’agit de l’article 7bis, 10, 21 à 23, 25, 28, 29, 43 à 46, 54, 56, 57, 63 à 65, 67 à 70, 72, 75, 77 à 82, 100, 111, 118, 119, 123, 142 à 144, 148 à 152, 167, 180 et 195.

 

Enfin, le projet approuvé en commission demande également d’ajouter un certain nombre d’articles, notamment en ce qui concerne le titre II, pour davantage prendre en compte les droits et libertés garantis par la Convention de sauvegarde des droits de l’homme et des libertés fondamentales, et de garantir la jouissance des droits et libertés aux personnes handicapées; d’ajouter aussi, au titre III, l’introduction d’une deuxième lecture, de prévoir un article relatif aux compétences exclusives supplémentaires qui seraient attribuées à la Chambre, ainsi qu’en ce qui concerne la consultation populaire au niveau régional; enfin, d’ajouter aussi les articles nécessaires au titre IV, en ce qui concerne les juridictions internationales et la compétence du Sénat en matière d’assentiment aux traités.

 

Voilà, monsieur le président, le plus brièvement possible, l’esprit et le contenu des réformes proposées à votre assentiment cet après-midi.

 

(Applaudissements)

 

Le président: Monsieur Hasquin, c'était vraisemblablement votre dernier rapport à cette chambre. En toute amitié, je vous en remercie.

 

34.02  Paul Tant, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vice-eerste minister, collega’s, ik wil eerst en vooral mijn co-rapporteur, de heer Hervé Hasquin, feliciteren met het mondeling verslag dat hij heeft uitgebracht. Het was synthetisch en toch vrij volledig. Bedankt, collega, om die karwei op u te hebben genomen.

 

Mijnheer de voorzitter, namens onze politieke groep zal ik nog enkele opmerkingen formuleren.

 

De voorzitter: Mijnheer Tant, u spreekt dus niet als verslaggever, maar namens uw fractie?

 

34.03  Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik had een afspraak met de heer Hasquin dat hij verslag zou uitbrengen. Dat is dus gebeurd.

 

Ik zou meteen met een ook voor mij toepasselijke uitdrukking willen beginnen, door met een gemeenplaats te stellen dat alles inderdaad voorbijgaat. Ik voeg er meteen aan toe: veel komt ook terug. Dat geldt onder meer voor het debat zoals wij vandaag meemaken. Het is een van de vaste rituelen om op het einde van een legislatuur de mogelijkheid te bieden om in de komende periode de Grondwet bij te sturen zoals men nodig acht. In die zin is dit een belangrijk debat dat de krijtlijnen bepaalt van de bevoegdheden die de nog te verkiezen Kamer zal hebben in de bijsturing van onze instellingen, hun bevoegdheden, eventueel hun rechten en plichten, enzovoort.

 

Mijnheer de voorzitter, hoewel het niet altijd uit sommige van uw uitlatingen is gebleken, is het u toch bekend dat er in Vlaanderen een zekere consensus bestaat op het vlak van de bevoegdheden die zouden moeten worden bijgestuurd door een nieuwe staatshervorming. Dat is in de voorbije en de daaraan voorafgaande legislatuur niet gebeurd, niettegenstaande een aantal aankondigingen. Ik verwijs naar de belofte van de eerste minister anno 1999. Hij zei dat de communautaire problemen en spanningen definitief uit de wereld zouden worden geholpen. Ik raad u de lezing aan van de verklaring die de eerste minister toen, in 1999, hier in de Kamer aflegde en waarin hij uitdrukkelijk aankondigde dat er een einde zou komen – definitief, neem ik aan – aan de communautaire spanning en aan de communautaire problemen. U weet, mijnheer de minister, wat de werkelijke situatie is.

 

Aan het einde trouwens van paarsgroen kondigde premier Verhofstadt aan, bij de vorige grondwetsherziening, dat hij in zijn regering een akkoord had bereikt om niet minder dan, ik citeer, acht bouwwerven op de Grondwet te openen.

 

Vier jaar later kunnen wij alleen maar vaststellen dat er zelfs geen plannen op tafel liggen, laat staan dat er een bouwwerf werd geopend, hoewel deze coalitie op enkele zetels na over een tweederdemeerderheid beschikte. Wat in 1999 en 2003 inzake staatshervorming door Guy Verhofstadt werd verklaard, blijken achteraf alleen maar holle woorden te zijn geweest.

 

Mijnheer de voorzitter, bij mijn interventie in de commissie wees ik er reeds op dat de opeenvolging van niet gehouden beloften, ook op dit vlak, de geloofwaardigheid van de politiek in het algemeen en eigenlijk ook van dit Huis ondergraaft. Naast de beloftecultuur die men heeft ontwikkeld, is er de leugencultuur die zich in de politieke praktijk heeft geïnstalleerd tot en met in het Parlement. Ministers, met inbegrip van de eerste minister, aarzelen soms niet om tegen beter weten in een loopje te nemen met de waarheid. Ik verwijs naar de verklaringen van de eerste minister in het kader van DHL en over sommige criminaliteitsstatistieken.

 

De werkelijkheid is dat ministers vaardig gebruik weten te maken van de vluchtigheid van sommige media en goedmenende parlementsleden worden al te vaak als het ware het nakijken gegeven. Verificatie van wat gratuit wordt beweerd, vraagt vaak ook enige tijd en tegen dan is de belangstelling van pers en publiek ongeveer zoek. Dit is een bedenkelijke vaststelling, collega's, voor wie ervan uitgaat dat de democratische controle op de regering bij uitstek in het Parlement gebeurt. Ik denk dat niemand zal kunnen tegenspreken dat dan ook moet kunnen worden verwacht dat in dit Parlement de waarheid wordt gesproken. Het is een pijnlijke vaststelling – ik durf te spreken over de ontwikkeling van een leugencultuur op dit punt – dat men zich aan die waarheid niet alleen veel gelegen laat. Verkoopsargumenten zijn op de duur nog de enige gehanteerde argumenten.

 

Mijnheer de voorzitter, collega's, de artikelen die de regering in herziening wil stellen, hebben in overwegende mate betrekking op de uitvoering van het akkoord inzake politieke vernieuwing – horresco referens – van 26 april 2002. Het akkoord is dus op een dag na 5 jaar oud. Het is in een aantal beleidsverklaringen, vooral door de eerste minister, herhaald. Behalve de invoering van de provinciale kieskringen is er tot dusver niets van terechtgekomen. Als dat wat de kieskringen betreft wel het geval is, dan gebeurde dat om de evidente reden dat de christendemocraten met alle mogelijke middelen moesten worden verzwakt. Laat mij er even cynisch aan toevoegen dat dit opzet eigenlijk niet is geslaagd, maar dat men daarmee wel een aantal niet gewenste effecten heeft bereikt.

 

Ik ga daarbij niet te lang stilstaan.

 

In elk geval, van de in het akkoord van april 2002 aangekondigde hervorming van bijvoorbeeld het tweekamerstelsel is niets gerealiseerd. De vraag is dan ook of er nog wel een akkoord bestaat. De collega's die een goed geheugen hebben, zullen zich herinneren dat bij de bespreking van de herzieningsverklaring van de Grondwet in 2003 reeds meningsverschillen in de Senaat bleken te bestaan. Vorige week was dat in de Senaat opnieuw het geval over de opportuniteit om aan de Kamer de mogelijkheid van een tweede lezing te geven, een vraag die nauw aansluit bij de bevoegdheden die de Senaat nu heeft. Ik meen nu de vraag te mogen stellen of dit akkoord nog bestaat. Het is in elk geval op alle punten dode letter gebleven. Ik vind dat een pijnlijke vaststelling. Na al die jaren paars bewind is van alles wat men de mensen heeft voorgespiegeld zowat niets terechtgebracht. Alleen op een aantal vlakken heeft men bijsturingen gedaan omwille van plat electoraal gewin door de meerderheid en de Open Vld in het bijzonder.

 

Wij zijn trouwens van oordeel dat het akkoord van 26 april 2002 geen beter bestuur mogelijk maakt omdat het niet past in een betere en nieuwe bevoegdheidsverdeling tussen het nationale niveau en het niveau van de Gemeenschappen en Gewesten. De huidige bevoegdheidsverdeling tussen de bestuursniveaus is een belangrijk knelpunt, niet de werking van de Senaat. Die knelpunten staan haast dagelijks op de politieke agenda. Mag ik verwijzen naar de problemen inzake het mobiliteitsbeleid, het tewerkstellingsbeleid, het justitiebeleid, in het bijzonder in het jeugdsanctierecht, het gezondheidsbeleid en wellicht nog veel andere beleidsdomeinen.

 

De discussie over al deze problemen is volledig geblokkeerd door de afwijkende zienswijzen die ter zake bestaan aan weerszijden van de taalgrens. Dit is geen bewering maar een nuchtere vaststelling. Voor ons is het dus van het grootste belang dat het immobilisme dat vandaag bestaat en dat paars kenmerkt, ook op dit vlak, wordt doorbroken en dat belangrijke stappen voorwaarts worden gezet.

 

Ik meen trouwens te mogen zeggen, collega's, dat Vlaanderen in de voorbije jaren bewezen heeft dat het in beleidsdomeinen waarvoor het bevoegd is, hoge kwaliteit kan bereiken, waarvan iedereen beter wordt. Een staatshervorming is trouwens voor CD&V geen doel op zich, maar een middel om de deelstaten toe te laten een antwoord te geven op de reële sociale en economische problemen, die nu eenmaal verschillend zijn en bijgevolg een andere oplossing vereisen. Duidelijke en ruime, liefst homogene bevoegdheidspaketten voor de deelstaten zijn hiervoor een essentiële voorwaarde, niet alleen voor Vlaanderen, maar ook voor Wallonië.

 

De voorzitter: Mag de heer Tommelein u onderbreken, mijnheer Tant?

 

34.04  Bart Tommelein (VLD): Wat die homogene bevoegdheidspaketten betreft, ben ik het uiteraard met u eens, collega Tant. Als u zegt dat we vooral de laatste jaren hebben kunnen zien dat er vanuit het Vlaamse beleidsniveau zaken daadkrachtig kunnen worden gerealiseerd, waaraan denkt u dan?

 

34.05  Paul Tant (CD&V): Als ik zie hoe men het arbeidsbeleid, het economisch beleid, het vestigingsbeleid daar over alle partijpolitieke grenzen heen heeft proberen te organiseren, dan kan men er niet naast: als dat in dit Parlement had moeten gebeuren, mijnheer Tommelein – daarover heb ik het – zouden wij geconfronteerd zijn met datzelfde immobilisme. Daarover heb ik het. Wanneer er op het terrein belangrijke verschillen bestaan en dat kan u niet loochenen – ook uw partij erkent dat – dan moet men ook bereid zijn daaruit conclusies te trekken inzake de bevoegdheidsverdeling en de instellingen.

 

34.06  Bart Tommelein (VLD): Ik ben het met u eens, maar er kunnen nog een heleboel andere zaken worden aangehaald, waarin resultaten zijn geboekt. Ik hoor het u allemaal graag zeggen. Zeker in het fiscaal en financieel beleid hebben wij heel wat zaken kunnen realiseren, maar ik hoor u in uw uiteenzetting de roe niet sparen voor mijn partij hier, terwijl diezelfde partij weldegelijk deel uitmaakt van de regering die u zo fantastisch vindt. Wij hebben er inderdaad de departementen waarin wij stappen vooruit hebben gezet.

 

34.07  Paul Tant (CD&V): Mag ik u toch vragen om enige intellectuele inspanning te doen en te proberen te ontdekken wat de lijn is van dit debat? De lijn van dit debat is na te kijken in welke mate regionalisering en de toekenning van bevoegdheden aan de Gewesten, geleid heeft tot een beter beleid of minstens tot een beleid. Dan kan ik niet anders dan vaststellen – ik zal niet ontkennen dat het allemaal heel relatief is – dat men heuse beleidsdaden heeft gesteld. Mocht de regionalisering niet gebeurd zijn, zou dit wellicht niet of minder het geval geweest zijn.

 

Daarover gaat het debat. Het gaat dus met name ook over de opportuniteit van het zetten van verdere stappen in de regionalisering van een aantal bevoegdheden. Ik kan u zeggen dat wat ons betreft die vraag positief moet worden beantwoord. Overigens, mijnheer Tommelein, het initiatief dat wij vanuit CD&V hebben genomen met betrekking tot de verklaring tot grondwetsherziening, het voorstel dat wij ter tafel hebben gelegd, is zowat identiek als dat wat wij in 2003 hebben ingediend. Wij blijven dus consequent. Het is nuttig te weten dat ook toen reeds, zoals vandaag, voorzien werd dat wij vragende partij waren om de hefbomen van het sociaal en economisch beleid in eigen handen te kunnen nemen. Dat impliceert een staatshervorming waarbij het zwaartepunt bij de deelstaten dient te liggen. Vanuit onze keuze voor een democratie van de verbondenheid is het voor ons belangrijk dat politieke structuren dichtbij de mensen staan en duidelijk en eenvoudig zijn.

 

De uitvoering van de resoluties van het Vlaams Parlement – horresco referens misschien voor sommigen maar ik moet er nog even naar verwijzen – is voor ons de eerste opstap naar een model dat de basisbevoegdheden bij de twee deelstaten legt. Zij beslissen in onderling overleg en met wederzijdse instemming welke bevoegdheden op welke wijze en door welke instelling, op het Belgische niveau, worden uitgevoerd.

 

Collega’s, ik raad iedereen nog eens de lezing aan van artikel 35 van de Grondwet, dat dit principe vastlegt. Voorlopig zijn wij op dat punt echter nog altijd gebonden door een overgangsregeling in die zin dat het eigenlijk aan het federaal niveau had toebehoord om de eigen bevoegdheden te definiëren, de specifieke bevoegdheden die op federaal niveau moeten worden uitgeoefend. De rationaliteit of de ratio van artikel 35 is dat de bevoegdheden in principe bij de deelstaten berusten, met uitzondering van de bevoegdheden die het federaal niveau uitdrukkelijk – expressis verbis – krijgt toegewezen. Als men daarvan werk had gemaakt, collega Lambert, van de kant van deze regering en de vorige, dan hadden wij op dit punt een heus stuk verder gestaan. Jammer genoeg is er op dit punt niets gebeurd.

 

Mijnheer de voorzitter, onze keuze is dan ook die voor een objectieve, doorzichtige en omkeerbare solidariteit.

 

De bepleiting van autonomie doet natuurlijk de vraag rijzen hoe het dan moet met de georganiseerde solidariteit zoals die op vandaag tussen de Gemeenschappen en de Gewesten bestaat. Welnu, voor ons blijft de idee vooropstaan van een nadrukkelijke, objectieve, doorzichtige, maar ook omkeerbare solidariteit. Solidariteit blijft voor ons dus belangrijk. Dat gaat perfect samen met meer bevoegdheden en mogelijkheden, en dus ook met meer verantwoordelijkheden. Aldus kunnen zowel Vlaanderen als Wallonië de beste keuzes maken voor het welzijn en de welvaart van hun inwoners.

 

Mijnheer de voorzitter, de verklaringen van uzelf – dus van Herman De Croo – doen ons evenwel twijfelen aan de vasthoudendheid van de VLD aan de resoluties van het Vlaams Parlement. De voortzetting van de paarse coalitie bleek u enkele dagen geleden, in een verklaring die u toen hebt afgelegd, duurbaarder te zijn dan om het even welke afspraak onder Vlamingen over de goede werking van onze politieke instellingen. De vraag luidt dus wat we dan moeten geloven van de daaropvolgende…

 

34.08  Pierre Lano (VLD): (…)

 

34.09  Paul Tant (CD&V): Neen, dat is geen kwestie van een zekere creativiteit. Het is een kwestie van een zekere consequentie.

 

De vraag luidt dus wat we dan überhaupt moeten geloven van de verklaring van de zittende eerste minister, wanneer hij enkele dagen nadien een oproep doet om te beschikken over een tweederdemeerderheid. Volgens mij, zoals ik het meen te begrijpen, staan die beide verklaringen haaks op mekaar. De vraag is wat ter zake nog geloofwaardig is.

 

De voorzitter: Ik meng mij niet in het debat. Ik geef het woord aan de heer Tommelein.

 

34.10  Bart Tommelein (VLD): Mijnheer Tant, ik heb Kamervoorzitter De Croo dat interview op de radio heel duidelijk horen uiteenzetten, net als een aantal andere zaken.

 

34.11  Paul Tant (CD&V): (…)

 

34.12  Bart Tommelein (VLD): Lezen is nog wat anders. Ik heb de heer De Croo zelf horen zeggen op de radio dat er, technisch gezien, geen absolute noodzaak was voor een meerderheid langs beide taalgrenzen. Dat heeft hij heel duidelijk gezegd.

 

34.13  Pieter De Crem (CD&V): (…)

 

34.14  Bart Tommelein (VLD): Mijnheer De Crem, u mag het radio-interview nog eens herbeluisteren.

 

De vraag, die ook de heer De Croo heeft gesteld, is of dat politiek wel realistisch is. Dát heeft de heer De Croo gezegd; dat werd op de radio uitgezonden. Dat kunt u nog eens beluisteren. U hebt duidelijk andere dingen gehoord dan ik.

 

Wat onze fractie, de Open VLD, betreft, is het alleszins duidelijk dat er ook in Vlaanderen een meerderheid moet zijn voor een coalitie.

 

34.15  Pieter De Crem (CD&V): Er zijn in elk geval een heleboel mensen die dat niet hebben gehoord, namelijk zij die door de voorzitter worden beschouwd als geestelijk gehandicapten! In hetzelfde interview!

 

34.16  Bart Tommelein (VLD): Maar uw partijvoorzitter, mijnheer De Crem, en ook (…) horen graag wat zij willen horen en horen niet wat zij moeten horen. Dat is het verschil.

 

34.17  Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik vind het wel vriendelijk van collega Tommelein dat hij u in bescherming neemt. Wie goed heeft geluisterd, heeft wel gehoord dat hij alleen spreekt in eigen naam. Hij zegt "ik heb gehoord …" en "ik heb begrepen dat…"

 

Het kan zijn dat dat waar is, dat u dat hebt gehoord. Maar heel België heeft u anders begrepen. De rest van de media (…)

 

34.18  Pieter De Crem (CD&V): Zijn dat dan allemaal geestelijk gehandicapten?

 

34.19  Paul Tant (CD&V): Het zal dan wel aan hen liggen dat zij de bal totaal hebben misgeslagen?

 

34.20  Bart Tommelein (VLD): (…)

 

34.21  Paul Tant (CD&V): Ik heb geen zin daarover een welles-nietesdiscussie te beginnen, mijnheer Tommelein.

 

34.22  Bart Tommelein (VLD): (…) Aan beide kanten van de taalgrens moet er een meerderheid zijn. Dat is het officiële standpunt van de VLD.

 

34.23  Paul Tant (CD&V): Oké. In elk geval, ik kan u zeggen dat heel Vlaanderen, heel België, het anders had begrepen. U moet eens even nadenken hoe het met u en uw partij is gesteld wanneer u niet in staat bent dat te onderkennen.

 

Voor het overige, mijnheer de voorzitter, mijnheer de vice-eerste minister en collega’s, wil ik nog even stilstaan – ik meen dat daar goede redenen voor zijn – bij het voor herziening vatbaar verklaren van artikel 195 van de Grondwet. Er is – ik heb de teksten erop nagelezen – geen enkele duidelijkheid over de richting waarin dat artikel zal worden herzien. In de memorie van toelichting bij het wetsontwerp wordt daarover met geen woord gerept. Dat is in feite op zich ongehoord. De normale procedure tot grondswetsherziening vraagt dat niet alleen de artikelen worden aangeduid, maar dat ook de richting waarin de herziening zou gebeuren zo duidelijk mogelijk omschreven wordt. Dat is hier niet gebeurd.

 

Ik zou ter zake toch enige duidelijkheid, of minstens een indicatie, willen. Ik herinner mij immers nog het debat daarover in 2003, en sommigen onder u wellicht ook nog. In 2003 – ik citeer hem bijna woordelijk, maar niet in de taal van Molière – verklaarde Elio Di Rupo voorstander te zijn van de herziening van artikel 195 – ik probeer te citeren: “zodat elke grondwetsherziening gebonden is aan een stemming met een speciale meerderheid” – zei hij toen "hetzij een tweederde meerderheid plus een meerderheid dus in elke taalgroep". Tot daar de heer Di Rupo enkele jaren geleden.

 

Hij voegde eraan toe dat de huidige procedure onaangepast is aan de realiteit van de federale Staat en hij was van oordeel dat zij de Franstaligen onvoldoende beschermt. Hij vond het onlogisch dat er bij de stemming van een bijzondere wet een zwaardere meerderheidsvereiste nodig is dan voor de herziening van de Grondwet zelf.

 

De MR verklaarde in 2003 in dezelfde lijn twee voorwaarden te stellen voor de herziening van artikel 195 en ik citeer: “Ten eerste, ze moet garanties bieden inzake een meerderheid die verder gaat dan degene die nodig is voor de goedkeuring van de bijzondere wet. Ten tweede, de procedure moet worden gespreid over twee legislaturen. De bevolking moet zich immers nog altijd kunnen uitspreken over de te maken keuzes”.

 

Is dit nog altijd het standpunt van de PS en van de MR? Als dat het geval is, staat dit standpunt helemaal haaks op de verklaringen die wij horen van de kant van de Vlaamse meerderheidspartijen. Ik kom daar straks nog even op terug.

 

Ik wil eerst onderstrepen dat als men voor de herziening van alle artikelen in de Grondwet – ook de niet-communautair geladen artikelen – een meerderheid eist in elke taalgroep, dit betekent dat men heel de Grondwet communautariseert. Dat is de consequentie. Men moet zich daar goed van bewust zijn.

 

Een aantal artikelen heeft nochtans niets te maken met de communautaire problemen. Het zijn onder andere problemen van goede staatsorganisatie, die evenwel niets te maken hebben met de spanningen tussen de Gewesten en de Gemeenschappen. En toch blijkt dit de achterliggende bedoeling te zijn van minstens de Franstalige partners in de huidige meerderheid.

 

Wat lees en hoor ik van de kant van de Nederlandstalige collega's? De voorstanders van een wijziging van artikel 195 roepen in dat de huidige bestaande procedure te strak is. Als men elke grondwetsherziening afhankelijk maakt van een meerderheid in elke taalgroep, dan wordt de hele Grondwet star en wordt het voor alle artikelen moeilijker om er nog enige beweging in te brengen.

 

De zogenaamde versoepeling waarop de Nederlandstalige meerderheidsleden in dit Parlement zich beroepen, zal dus met andere woorden bijna zeker het omgekeerde effect hebben.

 

Het is duidelijk dat er een scheidingslijn loopt tussen de opvattingen van de Franstaligen en die van de Nederlandstaligen. Men kan dit betreuren of niet, maar de feiten zijn wat ze zijn.

 

Mijnheer de minister, het zou niet slecht zijn, niet alleen omwille van de principes, maar ook omwille van de duidelijkheid ten opzichte van de mensen, dat u zegt wat de echte intenties van de regering zijn. Wil men een strakkere procedure tot stand brengen of is het effectief de bedoeling om tot een versoepeling te komen?

 

Ik zeg in alle klaarheid dat wij geen vragende partij zijn voor bijsturing in dit verband. Mijnheer de minister, jullie zijn hier wel voorstander van want het komt in de tekst voor! De herziening van artikel 195 staat in de reeks van artikelen ingeschreven. Het zou dan toch ook maar normaal zijn dat de regering, die het ontwerp indient, duidelijk zegt wat de tendentie is van de herziening van dit artikel.

 

Tot slot, voorzitter, wil ik van de gelegenheid nog even gebruik maken om mijn dank uit te drukken om gedurende 25 jaar het voorrecht te hebben genoten deel uit te maken van deze Kamer van volksvertegenwoordigers. Aanvankelijk was ik vertegenwoordiger van de kieskring Oudenaarde, daarna van de al wat grotere kieskring Aalst-Oudenaarde en ten slotte als vertegenwoordiger vanuit de provinciale kieskring. Wij zijn dus geëvolueerd van een kleine kieskring die het directe contact met de mensen mogelijk maakte, tot een provinciale kieskring die dat directe contact veel moeilijker om niet te zeggen onmogelijk maakt. Dit is een vaststelling die hopelijk iedereen tot nadenken stemt.

 

Onze concrete ervaring, voorzitter, in een van de kleinste arrondissementen van dit land, destijds, is dat kleinere kieskringen misschien tot een iets kleinere representativiteit leiden omdat de gedachtestroming die in kleine districten aanwezig is, wellicht minder leidt tot het verkiezen van eigen vertegenwoordigers. De gedachtestroming zal dus misschien iets minder gekanaliseerd zijn. Een zaak staat wel vast: de kansen voor parlementsleden om de tolk te zijn van wat echt leeft onder de mensen die hun parlementsleden kennen en aanspreken, zijn duidelijk veel groter in deze kleinere arrondissementen. Het volgende geldt nog meer voor de voorzitter dan voor mijzelf: wij waren toen maandelijks of minstens tweemaandelijks in alle gemeenten van ons arrondissement. U moet nu eens nagaan hoe dit nu zit met de grotere kiesgebieden. Zeggen dat wij de democratie een grotere dienst bewijzen door de kiezer meer beslissingsmacht te geven; geloof daar niets van! Het enige positieve effect, als dat er al een is, is dat de representativiteit misschien iets groter is. Alle gedachtestromingen hebben misschien iets meer kans om verkozenen te hebben, maar het correlaat naar de werking van de parlementaire instelling en de kansen van mensen om zich daarbij betrokken te voelen, meer nog, het gevoel te hebben daar af en toe op een bescheiden wijze een zeg in te hebben, is op dit ogenblik door de overgang van kleinere naar grotere kiesdistricten, grotendeels weggegooid.

 

Voor het overige – ik wil niet zuur doen – kan ik met voldoening vaststellen dat de omstandigheden waarin wij in deze Kamer werken de voorbije kwarteeuw aanzienlijk zijn verbeterd. Dat is voor een belangrijk gedeelte de verdienste van de verantwoordelijken van dit Huis: de opeenvolgende voorzitters, de leden van het Bureau, maar ook de toegewijde ambtenaren van de Kamer en de medewerkers van de fracties. Ik wil hen toch even vermelden. Men kan er niet naast dat de omstandigheden waarin het parlementair mandaat wordt vervuld, tegenwoordig heel wat beter zijn dan pakweg 20 jaar geleden.

 

Ik kan echter niet zeggen – ik zeg dit met enig leedwezen – dat de invloed van het Parlement op de besluitvorming is toegenomen. Zoals wellicht velen onder u – als wij daarover in algemene en ietwat abstracte tremen spreken – had ik het graag anders gezien. Onze parlementaire cultuur wordt sterk, naar mijn gevoel te sterk, bepaald door het broze evenwicht van de coalitieregeringen in ons land. Dat maakt dat het Parlement ondergeschikt is en niet nevengeschikt ten opzichte van de uitvoerende macht of de regering.

 

Dat neemt niet weg, mijnheer de voorzitter, dat ik het parlementaire werk al die tijd graag en met overtuiging heb gedaan, met mijn verstand, maar ook met mijn hart, zowel in de meerderheid, als in de oppositie. Collega’s, ik verlaat dit Huis met heel veel goede herinneringen aan collega’s, voorzitters, personeelsleden en medewerkers. Men zegt dat de politiek een hard bedrijf is. Toch heb ik hier in al die jaren ook veel collegialiteit en genegenheid ervaren, in mijn eigen fractie, maar ook bij andere fracties. Dat alles vervult mij met voldoening en dankbaarheid. Het ga u allen goed.

 

(Applaus)

 

De voorzitter: Het gebeurt niet dikwijls dat de Kamervoorzitter na een toespraak applaudisseert, maar ik heb het met emotie gedaan.

 

Mijnheer Tant, veel van wat u hebt gezegdt, kan ik uiteraard gezamenlijk met u opnemen, maar een klein detail wil ik nog aanhalen, voor vele collega’s. Weten jullie hoeveel voorkeurstemmen mevrouw Thatcher, toch geen onbekende, of de heer Blair halen? Tussen 24.000 en 26.000. Daarmee wil ik alleen maar zeggen dat er andere concepten zijn om politiek te voeren.

 

Collega Tant, u weet ook dat de voorzitter van de Kamer de eerste was om u erover te telefoneren, toen u in de apparentering in ons klein arrondissement een zetel misliep, die u – dat zeg ik u oprecht – had verdiend.

 

34.24  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, chers collègues, l'exercice qui s'impose au pré-constituant est évidemment un peu ingrat, étant donné qu'on lui demande de permettre la discussion sur des dispositions constitutionnelles qu'il doit indiquer et, qu'en même temps, il sait qu'il n'aura pas nécessairement une influence directe sur les modifications qu'il permet.

 

En 2003, nous avions voté la déclaration de révision de la Constitution en indiquant que nous souhaitions aborder les différentes problématiques dans la perspective de moderniser notre Charte fondamentale. Cette modernisation est essentielle car elle permet à notre Constitution de coller à la réalité, d'être en phase avec notre société et d'apporter directement des améliorations dans le quotidien des citoyens. C'est, en tout cas, dans ce but-là que nous considérons qu'il peut être utile de modifier notre Constitution.

 

Notre déclaration de 2007, après les travaux de commission, ne sera vraisemblablement pas très différente de celle de 2003. Nos positions et nos perspectives sont aussi similaires à ce que nous avions précisé en 2003. Je reviendrai sur ce point.

 

Cette déclaration permettra tout d'abord de moderniser le titre II de la Constitution relatif aux droits et libertés. Il sera possible d'y apporter des amendements, en s'inspirant notamment de la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme. Nous pensons qu'il est judicieux d'ouvrir à révision les articles 10 §2, 22, 25 et 29, principalement afin de mettre notre Constitution en conformité avec les réalités juridiques et technologiques de notre époque.

 

Outre ces modifications ponctuelles, nous souhaitons promouvoir une approche plus globale de la réforme du titre II. Vous savez que, durant cette législature, nous avons créé un groupe de travail, présidé par François-Xavier de Donnea. Ce groupe de travail a émis un certain nombre de considérations et il nous semble important qu'il puisse continuer à travailler. Cette action doit se poursuivre dans le courant de la prochaine législature. Nous disposons désormais d'une réflexion globale qui nous permet de repenser l'ensemble des droits fondamentaux comme un ensemble plus cohérent. Sur cette base, il reviendrait à un nouveau groupe de travail de proposer concrètement la rédaction d'un véritable catalogue des droits et libertés en s'inspirant notamment de la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme et de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne.

 

Certains points nous concernent plus particulièrement. Nous avons notamment toujours marqué un intérêt particulier pour la démocratie participative et pour le droit de pétition. L'ouverture à révision de l'article 28 est bien entendu utile pour renforcer ce droit de pétition que nous devons moderniser car il permet un mode de communication plus facile avec le citoyen.

 

Je me réjouis aussi que l'on puisse promouvoir davantage la démocratie participative; je pense aux consultations populaires au niveau régional. La démocratie participative existe au niveau communal et provincial; il n'y a pas de raison qu'elle ne puisse pas être étendue au niveau régional.

 

Nous avions d'ailleurs déposé, dans le courant de cette législature, une proposition afin d'introduire un article 39bis qui installe la consultation populaire sur le plan régional. Malheureusement, ce texte n'a pu aboutir parce que, très souvent, les partis politiques se prononcent pour les consultations populaires au moment des élections mais, quand il s'agit de traduire cela dans les textes, on sent beaucoup plus de frilosité, hormis sur les bancs libéraux qui sont toujours traditionnellement plus portés vers la démocratie directe.

 

Dans le même ordre d'idées, nous estimons que les citoyens doivent pouvoir s'exprimer plus directement sur l'adhésion de l'État aux traités, tels que ceux constitutifs de l'Union européenne. L'article 167, §2 est ouvert à révision; nous pourrons dès lors reprendre une réflexion que nous avions menée à ce moment-là au niveau de la Constitution européenne.

 

Sur le plan institutionnel, le projet de déclaration reprend plusieurs articles qui font écho à l'accord de renouveau politique qui est intervenu en 2002. Je pointe les articles 118, §2 et 123, §2 de la Constitution, qui permettent de conférer l'autonomie constitutive à la Région bruxelloise ainsi qu'à la Communauté germanophone. Nous y sommes aussi attachés.

 

La déclaration de révision que nous nous apprêtons à adopter permet également d'entamer le chantier de la réforme du bicaméralisme. Je ne vais pas revenir sur cet aspect, je vais plutôt me consacrer à deux articles, le 144 et le 195.

 

Un mot simplement sur le bicaméralisme, pour préciser que, pour faire suite au vote intervenu en commission du Sénat, nous ne demanderons plus l'insertion d'une disposition nouvelle dans le titre III qui permettrait une seconde lecture des lois par la Chambre, puisque cette seconde lecture pourrait être décidée par le biais de la révision d'autres articles qui, eux, sont ouverts à révision. Je pense aux articles 77, 78, 80 et 81.

 

L'article 144 est un nouveau venu dans notre liste des articles à réviser, il n'était pas dans la liste de 2003. En vertu de cet article, toute personne peut porter sa cause ou être entendu par les juridictions de l'ordre judiciaire. S'agissant des droits civils tels que la responsabilité civile, cette règle ne connaît actuellement aucune exception. Cet article a d'ailleurs été le fer de lance de l'avancée de l'État de droit dans notre pays. Pour notre groupe, je tiens à le préciser d'emblée: l'introduction de cet article dans la déclaration de révision ne peut évidemment se comprendre que dans la perspective d'aller plus loin dans la protection juridictionnelle du citoyen. L'ouverture à révision de l'article 144 ne peut en aucune manière porter atteinte à la nécessaire indépendance du pouvoir judiciaire. Cela signifie qu'il ne peut être question pour nous d'avaliser une modification de l'article 144 si elle avait pour but ou pour effet d'atténuer le principe de responsabilité de l'État.

 

Il n'est pas inutile de rappeler que notre État a connu une évolution juridique constante en la matière, avec laquelle nous ne voulons aucune rupture.

 

Depuis 1920 et le fameux arrêt Flandria de la Cour de cassation, la jurisprudence admet que l'État peut être responsable civilement, comme tout un chacun, s'il cause un dommage par la faute ou l'omission de l'un de ses organes, quel que soit cet organe.

 

La jurisprudence a reconnu que l'État pouvait engager sa responsabilité pour le fait du pouvoir judiciaire. Je pense notamment à une décision qui avait pour effet de déclarer une faillite alors que les conditions pour ce faire n'étaient pas réunies.

 

De même, l'État peut engager sa responsabilité du fait du pouvoir législatif.

 

On ajoutera que la jurisprudence consacre la primauté du droit international ou supranational directement applicable sur la législation. Ces juridictions peuvent en effet sanctionner le législateur, à savoir nous, en refusant d'appliquer une loi contraire à une disposition internationale directement applicable. Cela a été confirmé par un arrêt de la Cour de cassation.

 

Par ailleurs, la Cour d'arbitrage a également reçu compétence pour déclarer une loi inconstitutionnelle et l'annuler si elle est saisie d'un recours en annulation.

 

L'État belge a aussi reconnu la compétence de la Cour européenne des droits de l'homme de Strasbourg qui, plus d'une fois, a contesté la conformité d'une législation belge avec la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme. Certes, ses arrêts ne sont pas applicables directement en droit belge mais il n'en demeure pas moins que cette Cour peut pointer du doigt le législateur. Dans bien des cas, le législateur belge s'est d'ailleurs plié à la jurisprudence de Strasbourg. Je rappellerai le fameux arrêt Marx sur la filiation qui a abouti à une loi sur la filiation. Une dame qui avait accouché d'un enfant dit naturel avait revendiqué les mêmes droits pour son enfant que les enfants légitimes. C'était un bon exemple de la nécessité de maintenir une totale indépendance des différentes institutions judiciaires en la matière.

 

On ajoutera encore que, dans la ligné des accords Octopus, le législateur a adopté une série de mesures visant à dépolitiser la magistrature, à objectiver les recrutements et les promotions. Ces réformes s'inscrivent dans une logique qui vise à renforcer l'indépendance du pouvoir judiciaire. Nous avons joué un rôle moteur dans ce processus. Nous entendons garantir la pérennité de cette vision.

 

Il s'ensuit que nous n'apporterons pas notre appui aux propositions qui auraient pour objectif d'inverser la tendance qui vient d'être rappelée.

 

Cela signifie tout d'abord qu'il ne pourra être question pour nous de soutenir l'introduction d'une forme quelconque de référé législatif. J'ai lu d'ailleurs que d'aucuns suggèrent de permettre à la Cour de cassation et au Conseil d'État de poser une question préjudicielle au législateur lorsque, dans un cas d'espèce porté devant elle, ces juridictions s'interrogent sur le sens à donner à une norme. Le référé législatif n'est pas neuf, loin s'en faut. Il a cependant été abandonné au 19ème siècle pour préserver l'indépendance du pouvoir judiciaire et pour garantir les intérêts du justiciable.

 

Peut-on en effet raisonnablement considérer que le législateur pourra interpréter une norme en toute impartialité, sans arrière-pensée ni parti pris, lorsque celle-ci doit faire l'objet d'une application concrète dans le cadre d'un litige en cours?

 

La question se pose avec d'autant plus d'acuité quand l'État est l'une des parties en cause. Pour ces raisons, la technique du référé législatif méconnaît à notre sens l'article 6 de la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme, laquelle garantit un procès équitable à tout justiciable. La Cour de Strasbourg donne d'ailleurs une interprétation de cet article qui la conduit à prohiber toute forme d'ingérence du pouvoir politique dans des procès en cours. Les lois de validation et autres lois interprétatives adoptées en vue d'influer sur le dénouement d'un litige en cours constituent, selon le juge, autant d'atteintes au droit d'accès à un tribunal. Il en va de même des lois dont l'objet se limite à suspendre des procès en cours.

 

La Cour de Strasbourg considère encore que l'indépendance du tribunal peut être compromise par des déclarations "intempestives" des plus hautes autorités de l'État concernant l'issue que devrait recevoir à leurs yeux une procédure en cours. On sait que la Cour de Strasbourg condamne sans réserve les questions préjudicielles à l'exécutif qui existaient encore il y a peu dans la pratique française du contentieux administratif. En vertu de cette pratique, le Conseil d'État français ne s'estimait pas autorisé à interpréter les traités internationaux. Face à un texte à l'interprétation équivoque, la haute juridiction administrative s'en remettait à l'interprétation du ministre des Affaires étrangères sollicité à titre préjudiciel.

 

La Cour considère de manière constante qu'un juge ne peut se défaire d'une partie de son pouvoir d'appréciation relatif aux questions de droit ou de fait soulevées dans un litige, en s'estimant liée en droit par l'avis rendu à ce propos par une instance qui ne satisfait pas aux exigences de l'article 6 de la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme.

 

Pour nous, l'article 144 ouvert à révision, cela veut dire que toute modification de cet article 144 ne pourra intervenir que pour renforcer l'indépendance du pouvoir judiciaire, assurer davantage de protection juridictionnelle au citoyen, garantir les droits du citoyen, mettre l'État et l'ensemble des organes de l'État devant ses responsabilités. Pour nous, il est hors de question de revenir à des pratiques qui ont été peu à peu supprimées de notre droit, pour faire en sorte que le citoyen sorte gagnant du processus judiciaire et institutionnel.

 

En ce qui concerne l'article 195, il existe des interprétations diverses de ce qu'on pourrait en faire. L'article 195 règle le mode de révision des articles constitutionnels. Par rapport à la procédure actuelle, nous avons toujours exprimé notre insatisfaction mais également notre très grande réserve à l'égard de modifications trop empressées de cet article fondamental.

 

La procédure actuelle est-elle réellement un gage de sécurité pour l'une ou l'autre Communauté? Je pense qu'il faut se poser cette question, et la réponse n'est pas univoque. A contrario de ce que soutient un discours professoral, la procédure actuelle n'est pas dénuée d'inconvénients – loin s'en faut. Ce dispositif en trois étapes ne constitue plus, ipso facto, un gage de sécurité.

 

En effet, faute de pouvoir réviser un article, les négociateurs se sont livrés, ces dernières années, à des interprétations qui ont dénaturé le processus de révision: il s'agit des modifications implicites, qui sont une sorte de contournement de la Constitution. Concrètement, cela signifie que, faute de pouvoir modifier un article étant donné qu'il n'est pas soumis à révision, on en modifie la teneur par le biais d'un autre article qui est, lui, ouvert à révision.

 

Les majorités de la seconde moitié du XXème siècle n'ont pas été avares en la matière. Elles nous ont même habitués à plus d'une modification implicite, l'une des plus célèbres et des plus lourdes de conséquences visant à changer de manière sous-jacente l'article 30 au moyen de l'article 129. L'article 30 pose le principe de la liberté dans l'emploi des langues. Il n'était pas ouvert à révision; le constituant a introduit un article 129 qui donne compétence aux Communautés pour régler l'emploi des langues. C'est dire si, évidemment, il est toujours possible de réaliser des modifications implicites en changeant des articles qui transforment la teneur d'autres articles qui ne sont pas soumis à révision.

 

Il existe un autre type d'interprétation extensible de la Constitution. En 2001, les lois organiques des pouvoirs locaux ont été régionalisées sans que soit modifié l'article 162 de la Constitution. La réforme a été tout simplement entreprise par le biais d'une loi spéciale. On peut apprécier ou non ce procédé; on peut le décrier, mais il n'en demeure pas moins que la loi spéciale de 2001 énonce et même bétonne les garanties souhaitées par les francophones. La Cour d'arbitrage n'a pas annulé la loi spéciale de réforme institutionnelle de 2001, alors que l'article 162 n'était pas ouvert à révision.

 

Donc, à trop vouloir protéger la Constitution, on finit par placer le constituant dans des situations tellement inconfortables que, quelle que soit la majorité, il en vient à développer des stratagèmes pour contourner l'impossibilité formelle de modifier tel ou tel article. On peut le regretter, mais nul ne peut nier la réalité.

 

Par ailleurs, faut-il se montrer trop prudent au point de s'interdire la réalisation d'objectifs politiques que l'on juge essentiels? Par exemple, si l'on veut développer le fédéralisme personnel, qui est une notion qui me tient particulièrement à cœur, il conviendra de modifier la Constitution: les articles 127, §2 et 128, §2. Faudrait-il exclure cette éventualité au nom d'une trop grande prudence?

 

On notera enfin que nombre de réformes institutionnelles peuvent s'opérer par la voie de la loi spéciale. Il est donc fallacieux de prétendre que l'absence de déclaration de révision de la Constitution garantit un surplace institutionnel. Mais, de nouveau, faut-il s'en émouvoir?

 

Nul ne conteste que les quorums de présence et de vote imposés pour l'adoption de ces lois sont équilibrés et qu'ils garantissent les droits des deux communautés. La nouvelle procédure pourrait prévoir des garanties de même nature, tout en permettant d'éviter les inconvénients de la procédure actuelle, comme les modifications implicites dont j'ai parlé tout à l'heure. Certes, la Constitution ne doit pas pouvoir être modifiée comme une simple loi ordinaire. Nous sommes bien évidemment d'accord à ce sujet. La Constitution reprend les grands principes qui sous-tendent notre société, pose des principes d'organisation de l'État (garantie des droits et libertés des citoyens) et organise les relations du citoyen avec l'État. Il faut conférer à ce texte une stabilité en évitant des modifications de pure circonstance.

 

Plusieurs modèles peuvent, à notre avis, être rencontrés pour rencontrer ce souci de stabilité. L'on peut tout d'abord imaginer que la modification de la Constitution soit acquise au même quorum qu'une loi spéciale. Il importe également d'introduire un élément de tempérance. Il convient d'empêcher les modifications circonstancielles et précipitées.

 

Dès lors, si la déclaration et la modification interviennent lors de la même législature, le nouvel article 125 pourrait, par exemple, imposer l'écoulement d'un délai minimum d'un an entre ces deux moments. Mais notre groupe affiche sa préférence - M. Tant y a fait allusion tout à l'heure –, pour une révision de la Constitution qui s'étalerait sur deux législatures. On pourrait concevoir, par exemple, de modifier la Constitution pendant une législature et de la faire entrer en vigueur seulement après avoir été approuvée sous la législature qui suit.

 

Cette modification de l'article 195 permet de le faire, non plus en trois temps mais en deux temps avec, entre les deux temps, une élection qui renouvelle les Chambres. C'est une façon de voir les choses qui introduit un peu de tempérance dans l'empressement éventuel à modifier l'article 195.

 

34.25  Paul Tant (CD&V): Collega, ik apprecieer het genuanceerde standpunt en de diverse – hoe moet ik dat zeggen? – benaderingswijzen die ter zake in acht moeten worden genomen, maar wanneer u thans genuanceerder bent, dan bent u eigenlijk ook wel een tikkeltje onduidelijker.

 

U behoort tot de meerderheid, mijnheer Bacquelaine. Die meerderheid, de regering met name, heeft een ontwerp ingediend tot herziening van artikel 195. Ik denk dat het toch logisch zou zijn dat vanwege de regering zou worden gezegd wat zij nastreeft. Misschien zou het dan ook duidelijker zijn voor u. Vandaag is het helemaal niet duidelijk wat met de herziening van dat artikel wordt nagestreefd. Het was een goede regel en tot nader order is artikel 195 niet herzien. De toepassing van het bestaande artikel vraagt dat niet alleen de artikels worden aangewezen, maar dat ook wordt aangeduid wat men ermee wil doen, wat de tendentie zal zijn van verandering. U beperkt zich hier tot de formulering van een aantal hypothesen, van wat het voor uw groep zou kunnen zijn.

 

Mijnheer de minister, ik zou graag horen dat u, zoniet nu, dan straks, zegt hoe de regering dat ziet. Voor ons is dat in elk geval belangrijk genoeg om te proberen duidelijkheid te brengen.

 

Overigens, mijnheer Bacquelaine, ik wil nog even herhalen dat u goed moet weten dat u, als u op de lijn blijft van 2003, dan zegt u eigenlijk dat u alle artikelen, ook degene die in niets te maken hebben met communautaire verhoudingen, bevoegdheden, instellingen enzovoort, communautariseert. Dat is merkwaardig. Eigenlijk is dat een impliciet pleidooi om nog veel verder te gaan in de regionalisering. U zegt eigenlijk dat niets meer veranderd of gedaan mag worden zonder dat men het er minstens langs de twee kanten van de taalgrens mee eens is. Dat is de redenering, nietwaar? Ik weet niet wat uw zienswijze is, mijnheer Bacquelaine.

 

34.26  Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur Tant, vous avez interpellé le groupe MR tout à l'heure en nous demandant si nous disions la même chose qu'en 2003. Nous disons en effet la même chose. Nous acceptons d'ouvrir à révision l'article 195 mais nous considérons qu'il va falloir prendre un certain nombre de garanties. On ne va pas modifier la Constitution pour n'importe quoi à tout moment!

 

Ce n'est pas du tout dans cet esprit que nous visons la modification de l'article 195. Au contraire, il faudra prévoir soit des majorités particulières (comme pour une loi spéciale), soit une modification en deux temps avec un délai minimum entre le moment où l'on modifie l'article et le moment où le Parlement vote et approuve les modifications intervenues.

 

34.27  Paul Tant (CD&V): Op dat punt houden de Nederlandstalige collega’s er klaarblijkelijk een andere mening op na. Zo heb ik dat tenminste begrepen.

 

34.28  Daniel Bacquelaine (MR): Chacun a son interprétation.

 

34.29  Paul Tant (CD&V): Dans une majorité, il faut avoir un point de vue commun, nonobstant ses propres opinions.

 

34.30  Daniel Bacquelaine (MR): Je viens de faire un plaidoyer sur la façon dont on pourrait éventuellement modifier l’article 144, par exemple. Je crois que, dans cette Chambre, aucune unanimité ne se dégage sur la façon de modifier l’article 144. Certains considèrent qu’il faut limiter la responsabilité de l’État et de ses organes, en considérant que suite au fameux arrêt sur l’arriéré judiciaire dans la Région bruxelloise, l’État avait failli à sa responsabilité; d’autres considèrent que si on modifie l’article 144, c’est au contraire pour bétonner la protection juridictionnelle du citoyen. Ce sont deux façons de voir les choses.

 

Quant à l’article 195, il existe sans doute des visions différentes sur la manière dont pourraient évoluer les conséquences d’une modification de cet article.

 

En conclusion, monsieur le président, la déclaration de révision en projet nous permettra d’ouvrir – me semble-t-il – la réflexion sur des sujets essentiels pour notre société. Que l’on pense à la démocratie participative, à la réforme du bicaméralisme et à la rénovation du catalogue des droits fondamentaux par la révision du titre II.

 

Comme par le passé, nous proposerons des modifications législatives qui tiennent compte de ces possibilités de révision de la Constitution. Nous serons aussi à l’écoute des propositions formulées par tous les groupes.

 

Comme par le passé, nous aborderons ces discussions sans tabou et sans a priori car, en toute matière, il est possible de faire place à la modernité et de penser nos institutions en plaçant le citoyen en ligne de mire. Derrière ces dispositions constitutionnelles, nous voyons en effet la perspective d’apporter des améliorations au quotidien des citoyens.

 

Comme par le passé, nous entrerons dans cette réflexion en ayant à cœur de défendre les valeurs qui sont les nôtres. De la sorte, il n’est de sujet qui puisse par principe échapper à notre réflexion. C’est cet esprit qui nous anime et c’est avec cet esprit que nous participerons à une actualisation de notre Constitution.

 

Si vous le permettez, monsieur le président, puisque j’ai l’honneur d’être l’intervenant qui suit immédiatement la dernière intervention de notre collègue Paul Tant, je voudrais lui dire combien j’ai pu apprécier, tant en Conférence des présidents que lors de nos travaux en commission, quelles que soient nos divergences d’interprétation, la façon dont il a défendu ses positions avec conviction mais toujours dans le respect de tous les parlementaires de cette Assemblée. Je tiens à le remercier publiquement.

 

34.31 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega’s, er is toch iemand van de regering aanwezig. Voor sommige ministers en politieke partijen blijkt het toch allemaal niet zo belangrijk te zijn. Ook in de commissie is de eerste minister weggeslopen. U zelf ook: in de commissie was alleen nog minister Landuyt aanwezig. Dat toont toch wel de enorme desinteresse van de regering voor dit toch wel belangrijke onderwerp, met name de herziening van de Grondwet of het voorbereiden van verdere stappen in de staatshervorming. Men is daar eigenlijk tot nu toe niet echt mee bezig geweest, heb ik de indruk. Daarom ook dat deze regering identiek dezelfde teksten aan het Parlement heeft voorgelegd als vier jaar geleden.

 

Hier staan we dan. Na acht jaar paars had dit een historisch moment moeten zijn om de basis te leggen voor een grote nieuwe, communautaire ronde: een belangrijke stap voorwaarts in de staatshervorming, waardoor Vlaanderen en Wallonië een duidelijker en krachtiger bevoegdheidspakket zouden krijgen zodat de blokkering die in dit land bestaat, de permanente impasse, bijvoorbeeld inzake Justitie, ongedaan kon worden gemaakt. Opnieuw moeten we vaststellen dat een historische kans wordt gemist. Opnieuw worden we vier jaar lang vastgeklonken aan de vermolmde unitaire Belgische Staat. Erger nog, er zijn krachten aan het werk die België opnieuw willen versterken en die in ruil voor wat restbevoegdheden en prullaria Vlaanderen tot en met willen beknotten.

 

Laten we beginnen met het koningshuis. Er is vandaag nog niet veel over gezegd. Bij ieder incident met een telg van de familie Coburg, bij elke genante uitschuiver van Filips de taaie – het waren er veel, de afgelopen vier jaar – komt de evidente vaststelling naar voor dat de monarchie in dit land, veel meer nog dan elders in Europa, bijzonder veel in de pap te brokken heeft, bijvoorbeeld maar lang niet alleen bij de samenstelling van de nieuwe regering en dus bij de totstandkoming van het nieuwe regeerakkoord. De monarchie is in dit land veel meer, veel machtiger ook, dan wat lintjes doorknippen, plechtigheden opluisteren en hondenasielen bezoeken, zoals gisteren nog met het luisterende en kijkende oog van de pers kon gebeuren.

 

Telkens opnieuw krijgen we van ongeveer alle Vlaamse partijen, ook meerderheidspartijen, te horen dat dit allemaal niet meer van deze tijd is, dat zo’n erfelijke monarchie ingaat tegen de democratie en bijgevolg moet worden ingeperkt. Iedere keer opnieuw spelen de media de gewillige megafoon voor dit volkomen terechte standpunt, tenminste voor zover het wordt uitgebracht door de paarse meerderheidspartijen of door de traditionele partijen.

 

Wanneer dan puntje bij paaltje komt en eindelijk moet worden beslist om die koninklijke familie te herbekijken, om het gewoon mogelijk te maken dat die bevoegdheid wordt herbekeken, dan krijgt blijkbaar iedereen de daver op het lijf en durven de traditionele partijen er gewoon niet meer over spreken; de blauwbloedigen van de VLD niet en de kaviaarsocialisten van de sp.a evenmin. Het aanhangwagentje van spirit diende zelfs geen enkel amendement in. Laffe Lambert maakte er zich in de commissie vanaf door twee schamele amendementen van de oppositie te steunen. Voor de rest is het verhaal voor hem nu voorbij. Nu kan hij zeggen dat hij zijn best heeft gedaan, maar hij heeft natuurlijk niets gedaan om de grote macht van de koninklijke familie in te perken.

 

Tot onze grote verwondering slaagde het kartel CD&V/N-VA er niet om een eensgezind standpunt naar voren te brengen over de mogelijke herziening van de Grondwet op dit punt. Ondanks het vele verbaal geweld van de afgelopen jaren, onder meer en zeker van de N-VA, is de monarchie plots geen prioriteit meer, noch voor CD&V, noch voor N-VA. Natuurlijk worden vandaag wel wat oudere voorstellen gelanceerd. Men zal die allicht verdedigen, maar men heeft duidelijk gezegd dat het geen prioriteit is. Men heeft andere prioriteiten. Op die manier heeft men natuurlijk nooit de prioriteit om daaraan iets te doen. Iedereen beeft blijkbaar voor de macht van Laken. Niemand wil het risico lopen om ministerambities te laten varen vanwege een paar democratische principes.

 

Toch, collega's, zou de zaak voor u wel prioritair moeten zijn, trouwens veel meer voor u dan voor ons. Wij zouden nog een objectief belang kunnen hebben bij een koningshuis dat de politieke stommiteiten opstapelt en zich kolderiek gedraagt. Dat bevestigt alleen maar ons gelijk. Dat illustreert hoe artificieel dit land wel is. Het koningshuis is de voorbije jaren de betere propagandist geworden van een onafhankelijk Vlaanderen. U hebt er wel belang bij dat de rol van de monarchie wordt ingeperkt.

 

Iedereen weet dat we afstevenen op het einde van een tijdperk. Er komt een dag dat de huidige monarch er de brui aan zal geven en dat ligt zeker geen tien jaar meer van ons verwijderd. Op dat moment dreigen we te worden opgezadeld met een kwade heer die deze staat regelrecht wil terugflitsen naar de negentiende eeuw, met een pers die zich moet gedragen als horige lakei van de missionaire vorst en met politici die moeten plooien als knipmessen. U kunt dit soort toestanden vandaag voorkomen, maar dan moet u de moed hebben consequent te zijn en de amendementen van de oppositie goedkeuren, die vertolken wat u al jarenlang zegt. Dat doet u niet. Die intentie hebt u helemaal niet.

 

CD&V ontgoochelt nog op een heel ander vlak. Ik heb het noodplan van CD&V inzake Justitie gelezen. Niet alleen verbaasde dit documentje van amper dertien bladzijden mij door zijn opmerkelijke lichtheid en oppervlakkigheid. Bovendien lezen we in dit plan niets over de fundamentele ommekeer die er bij Justitie zou moeten plaatsvinden wat het beleidsniveau betreft. Dit plan gaat ervan uit dat alles federaal blijft, terwijl uw partij er de voorbije jaren zelf vaak op heeft gehamerd dat Justitie naar de Gemeenschappen moest, precies omdat alles op Belgisch niveau vierkant draait.

 

Het plan gaat ervan uit dat alles federaal blijft, terwijl uw partij er de voorbije jaren zelf op hamerde dat Justitie naar de Gemeenschappen moest worden overgeheveld, precies omdat op Belgisch niveau alles vierkant draait.

 

De heer Van Parys pleitte bij herhaling voor de splitsing van Justitie. Ook Marc Van Peel deed dat enige tijd geleden heel duidelijk door te verklaren dat de splitsing van Justitie voor hem zelfs veel dringender was dan de splitsing van Halle-Vilvoorde. Het was ’s avonds laat in het televisieprogramma “Morgen Beter” dat Van Peel het voorgaande met heel veel aplomb verklaarde. Hij zal het in elk geval niet ontkennen.

 

Vandaag vinden wij daarvan heel weinig terug.

 

In de CD&V-verklaring over Justitie, het SOS-plan voor Justitie, staat niets over een splitsing. In de verklaring voor de herziening van de Grondwet is enkel nog sprake van delen van Justitie en het veiligheidsbeleid. Het is echter helemaal niet duidelijk wat daarmee precies wordt bedoeld.

 

De standpunten daarover zijn dus bijzonder dubbelzinnig. Ik vrees bijgevolg dat er van een splitsing van Justitie niets terecht zal komen, ook al omdat de VLD heel uitdrukkelijk aankondigde dat Justitie absoluut een federale materie moet blijven. Ik zie tegen voornoemd standpunt geen ernstig weerwerk van CD&V gebeuren.

 

Erger nog, in een cruciaal dossier nam uw partij een bijzonder dubbelzinnige houding aan. Dat was in het dossier van de magistratenschool, officieel het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding. Op federaal niveau bekampte u samen met ons deze schandalige, unitaire recuperaties. Op Vlaams niveau deed CD&V echter alsof haar neus bloedde. Het belangenconflict dat onze fractie op Vlaams niveau had ingediend, werd weggestemd. Volgens de CD&V-fractieleider in het Vlaams Parlement was er van een unitaire recuperatie zelfs geen sprake.

 

De dubbelzinnigheid bij CD&V inzake de splitsing van Justitie is dus huizenhoog. Wij kunnen ze alleen maar hartsgrondig betreuren.

 

Een derde zaak die ik vandaag nog even wens te beklemtonen, is de hopeloos hypocriete houding van alle, Vlaamse, traditionele partijen in het dossier van de luchthaven van Zaventem.

 

Waarvoor wij altijd hebben gewaarschuwd, komt nu meer dan ooit uit. De drieledigheid van de gewestvorming en de omvorming van Brussel tot een derde Gewest zijn voor Vlaanderen een absolute ramp geworden. Het Brussels Gewest wordt immers voortdurend als instrument en als wapen tegen de belangen van Vlaanderen gebruikt.

 

Nu gebeurt dat opnieuw. De dwaze, egoïstische, Brusselse geluidsnormen zijn levensbedreigend voor de luchthaven. Tot nu toe had echter geen enkele, Vlaamse minister in Brussel de moed om recht te staan en te zeggen dat het zo niet langer kan. Alle drie spelen zij het spel van de Franstaligen mee, zowel Smet als Vanhengel als Grouwels. Geen van de drie heeft de moed om de Brusselse regering onder druk te zetten en zelfs maar met ontslag te dreigen.

 

Nochtans hebben zij de sleutel in handen. Het voortbestaan van de Brusselse regering is immers van ieder van hen afhankelijk. Vanhengel, Smet en Grouwels zijn dus ten zeerste medeplichtig aan bedoeld beleid. Ik begrijp dan ook niet waarom VLD, CD&V en sp.a er niet in slagen hun Brusselse ministers tot de orde te roepen of terug te fluiten.

 

Dit zou in ieder geval meer effect hebben dan wat Verhofstadt nu voorstelt, met name de herfederalisering van de geluidsnormen. Dit is immers niets meer dan de vlucht vooruit. Verhofstadt heeft geen enkele garantie dat dit daadwerkelijk ooit zal lukken. Het is bovendien allerminst duidelijk of dit een regeringstandpunt is aangezien de Franstalige partijen deze Brusselse bevoegdheid tot op heden altijd met hand en tand hebben verdedigd.

 

Het heeft in ieder geval geen zin dit debat enkele maanden uit te stellen. Begin mei start de egoïstische actiegroep Bruxelles Air Libre Brussel, wiens filosofie is "niets boven ons, alles boven Vlaanderen", immers met dwangsommen.

 

Het enige zinvolle en mogelijke antwoord is dat de Brusselse regering nu werk maakt van de afschaffing van de absurde geluidsnormen. Dat doet ze natuurlijk niet.

 

Collega's, als ik dit allemaal zie, als ik het geklungel in Brussel zie, de Vlaamse onderdanigheid, de Vlaamse kruiperigheid, dan vrees ik het allerergste voor de komende staatshervorming. Alles wijst er immers op dat dit een heel nefaste staatshervorming dreigt te worden die vooral bedoeld zal zijn om België opnieuw te versterken.

 

De plannen hiervoor werden op 3 februari 2007 ontvouwd op de studiedag van de VLD. Daar werd duidelijk dat we binnenkort drie stappen achteruit zullen zetten in plaats van vooruit. Ten eerste, er zou een paritaire Senaat van de Gemeenschappen komen. Een direct gevolg van deze vijftig/vijftigverhouding in plaats van een zestig/veertigverhouding is dat maar liefst twee miljoen Vlamingen niet vertegenwoordigd zouden worden in die Senaat, dankzij VLD.

 

Ten tweede, in plaats van een einde te maken aan het Franstalig imperialisme in Vlaanderen en de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde definitief te splitsen, is de VLD van plan het probleem nog veel groter te maken, met name door de kwestie BHV uit te smeren over heel Vlaanderen en heel België. De plannen van de VLD voor nationale lijsten voor het hele grondgebied zijn niets anders dan BHV in het kwadraat, niet langer van Galmaarden tot Overijse, maar wel van De Panne tot in de Voerstreek.

 

Men wil maar geen lessen trekken uit de problemen die vandaag al zo groot zijn in Halle-Vilvoorde.

 

Ten derde, en dat is het ergste, doet de VLD nu al immense toegevingen aan de Franstaligen inzake de Vlaamse rand. Het is werkelijk onvoorstelbaar wat op 3 februari werd voorgesteld. De liberalen stellen voor om een grondwettelijk hof in het leven te roepen dat moet waken over de naleving van de internationale verdragen inzake taalminderheden in de rand, wat niets anders kan betekenen dan dat de VLD zich bereid heeft verklaard het minderhedenverdrag te ratificeren.

 

Dit betekent dat de VLD op één lijn is gaan staan met de meest rabiate Franstaligen die de faciliteiten opnieuw willen uitsmeren over heel Vlaanderen. Een stem voor de VLD is dus identiek als een stem voor het FDF. Voor het eerst in meer dan dertig jaar moeten we meemaken dat een grote Vlaamse beleidspartij – voorlopig nog groot, hopelijk zal ze dat binnenkort niet meer zijn – de radicale stellingen van het FDF zomaar inschrijft in haar eigen programma. Duidelijk is in ieder geval dat de VLD hiermee op een flagrante wijze woordbreuk pleegt – nog maar eens – ten opzichte van haar eigen engagement in de Vlaamse regering. In het Vlaamse regeerakkoord staat immers uitdrukkelijk dat het minderhedenverdrag onder geen enkel beding zal geratificeerd worden.

 

Collega’s, de voortekenen voor de komende staatshervorming en de besprekingen over Brussel-Halle-Vilvoorde zijn dus bijzonder onheilspellend. Nooit voordien heb ik het meegemaakt dat Vlaamse partijen zo ostentatief en in alle openheid reeds toegevingen in de etalage legden nog vooraleer de verkiezingen hadden plaatsgevonden. Ik ben dus zeer ongerust. Diezelfde ongerustheid geldt evenzeer ten aanzien van CD&V en N-VA die met een ongeziene gretigheid willen deelnemen aan de volgende regering. Die partijen zijn er niet in geslaagd om elementaire, eenvoudige beloften zoals de splitsing van de kieskring, laat staan die van het gerechtelijk arrondissement – daarvoor werden zelfs de voorstellen niet ingediend – af te dwingen of te realiseren. Plots achten ze zich echter wel bekwaam om een substantiële stap vooruit te zetten in de staatshervorming, met aan de andere kant van de tafel Di Rupo, Reynders, Milquet en Maingain. Collega’s, uw naïviteit is grenzeloos. Met deze mensen is er gewoon geen enkel vergelijk mogelijk, zeker niet als een belangrijke Vlaamse partij als de VLD al op voorhand aan de kant van de Franstaligen gaat staan. U maakt zichzelf en de bevolking blaasjes wijs als u het tegenovergestelde beweert.

 

Mijn vraag aan CD&V en N-VA is dus of die partijen een plan B achter de hand hebben als blijkt dat er inderdaad geen eerbaar vergelijk mogelijk is en als u tot het inzicht bent gekomen dat u in een impasse bent gekomen, als u vaststelt dat er geen akkoord kan worden gesloten dat zorgt voor een onvoorwaardelijke splitsing zonder compensaties en dat uitvoering geeft aan de vijf resoluties van het Vlaams Parlement. Wat gaat u dan doen, dames en heren, zo talrijk aanwezig hier, van CD&V? Ik zie er jammer genoeg maar twee. Al de kopstukken zijn verdwenen. Ze zijn blijkbaar niet geïnteresseerd in het debat. Mijn vraag is – u kunt ze hen misschien bezorgen – wat u gaat doen als u moet vaststellen dat er geen Belgisch vergelijk mogelijk is zonder zeer zware toegevingen. Gaat u dan op dat moment de moed hebben om de Vlaamse belangen zwaarder te laten wegen dan de Belgische belangen? Als CD&V en N-VA het goed menen met Vlaanderen, dan gebruiken zij alle wapens die zij ter beschikking hebben. Het belangrijkste wapen dat CD&V en N-VA kunnen en mogen gebruiken van ons is het Vlaams Belang zelf. Dat zijn wij. Samen vormen wij…

 

Daar komt dan toch iemand van de gewezen kopstukken van de CD&V-fractie het halfrond binnen. Ik richt mij even tot u. Ik zeg u, collega Tant, dat het belangrijkste wapen dat u in de komende onderhandelingen met de Franstaligen hebt het Vlaams Belang is. Samen met het Vlaams Belang hebben CD&V en N-VA immers een meerderheid in het Vlaams Parlement. U kunt dan het recht in eigen handen nemen als blijkt dat de situatie op het federale niveau compleet geblokkeerd is of alleen met zeer zware toegevingen kan worden gedeblokkeerd.

 

Alleen samen met Vlaams Belang kan u zorgen dat er een kentering komt en dat Vlaanderen eindelijk de rechten opeist die het toekomt, dat Vlaanderen bijvoorbeeld de RTBf-reportage in realiteit omzet.

 

U hebt dus een krachtig wapen, dames en heren van CD&V/N-VA. Maar durft u dat ook gebruiken? Durft u daarmee te dreigen? Durft u de Vlaamse belangen te laten prevaleren op uw eigen partijbelang, op uw vakbondsbelang? Collega's, sta mij toe daarbij de grootste twijfels te hebben.

 

Le président: Monsieur Nollet, vous avez la parole dans la discussion générale.

 

34.32  Jean-Marc Nollet (ECOLO): Monsieur le président, ma courte intervention sera développée en trois points.

 

Tout d'abord, je me félicite d'un paradoxe, à savoir le fait que la majorité elle-même a redéposé l'article 7bis de la Constitution pour être réouvert alors que, la semaine dernière, nous avons voté une modification. Ceci est bien la preuve que cette modification votée la semaine passée est largement insuffisante pour faire face au défi du développement durable. Les débats tenus en commission et en séance plénière tant au Sénat qu'à la Chambre l'ont clairement démontré. Une majorité d'intervenants l'ont reconnu. Il est d'ores et déjà nécessaire d'améliorer cet article et de lui donner une pleine effectivité.

 

C'est ainsi qu'il est indispensable de réouvrir – la majorité le fait, et nous la soutiendrons – cet article 7bis afin de permettre la poursuite du débat et le renforcement de cette disposition, notamment en vue de lui conférer un effet utile. Nous pensons en particulier à la nécessité de fonder la politique des pouvoirs publics par l'exercice de leur compétence sur le développement durable. Nous pensons également à reprendre la définition qui est reconnue en la matière, c'est-à-dire un développement qui réponde aux besoins du présent dans ses dimensions sociales, économiques et environnementales sans compromettre la capacité des générations futures de répondre aux leurs.

 

Nous pensons aussi à un mécanisme qui permette de contraindre les pouvoirs publics, par l'exercice de leurs compétences, à tendre vers l'équilibre entre la consommation des ressources sur une période donnée et le remplacement de ces ressources sur la même période. Un débat a eu lieu à ce sujet la semaine dernière; je ne m'attarderai pas sur cet élément. Je me félicite que cet article figure dans la liste via l'amendement de la majorité.

 

Monsieur le président, en guise de deuxième point, je vous signale – mais cela ne vous surprendra pas – que nous serons cohérents avec nos votes de 2003 et que nous soutiendrons la plupart des éléments. Nous soutiendrons les éléments qui sont dans la liste proposée par le gouvernement et amendée en commission.

 

Mon collègue Melchior Wathelet n'adoptera probablement pas la même attitude. J'avais prévu de l'interpeller mais il n'est pas là. Je vais donc interpeller M. Drèze. Je crois qu'en refusant tout en bloc, vous commettez la même erreur que ceux qui font la même démarche.

 

Monsieur Drèze, de cette manière, votre groupe se met en quelque sorte "hors jeu" ou, en tout cas, empêche un dialogue. Or, ce dialogue est non seulement possible – on l'a déjà constaté au cours de cette législature – mais nécessaire. J'ignore encore quelle sera la teneur de l'intervention de votre chef de groupe mais je tenais à le rendre attentif à cet élément. Un dialogue se construit aussi par cette liste d'articles qui sont, aujourd'hui, soumis à une réouverture. Tant un refus en bloc qu'une ouverture totale – comme d'autres le proposent dans cette même assemblée – ne me semblent pas être le bon signal.

 

Monsieur le président, dans mon deuxième point, je disais que nous serions cohérents. Dans mon troisième point, j'insiste sur le fait que nous serons cohérents mais pas aveugles. De fait, la situation n'est plus tout à fait la même qu'en 2003; l'incertitude est plus grande et l'utilisation possible d'une éventuelle ouverture de l'article 195 est évidemment plus dangereuse qu'elle ne l'était à l'époque.

 

Nous ne sommes pas aveugles non plus quant au positionnement de certains dans le cadre du débat sur l'article 195. Ce positionnement va dans les deux sens. Les uns sont revendicatifs et considèrent cette ouverture comme le cheval de Troie pour mener à la fin de l'État. Mais, ceux-là, oublions-les! Les autres veulent se présenter comme les plus grands défenseurs de la Belgique et marquent leur refus ou s'abstiennent sur cet article 195. Je note que ceux-là aussi se situent dans la majorité même s'ils sont davantage présents au Sénat que dans cette assemblée.

 

C'est justement parce que nous ne sommes pas dupes face aux risques et au jeu de positionnement que nous voterons contre cet article 195 qui figurera dans la liste complète que nous adopterons tout à l'heure.

 

Voici, monsieur le président, ma brève intervention, formulée en trois points, comme je vous l'avais promis.

 

De voorzitter: Ik had mijnheer Lambert voorzien, als het gaat. Ofwel mijnheer De Groote, zoals u wil. Hebt u liever nu tussen te komen dan straks? Wilt u nu tussenkomen? U weet dat ik er aan houd de taalevenwichten in deze Kamer zo goed mogelijk te behouden. Ik doe dat niet alleen omwille van psychologische redenen, maar ook omwille van technische redenen, die ook belangrijk zijn voor onze medewerkers binnen dit Huis. U hebt het woord, mijnheer Lambert.

 

34.33  Geert Lambert (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, de verklaring waarover wij vandaag moeten stemmen, de artikelen die tot herziening vatbaar worden verklaard, is op zich wel een bijzonder belangrijk debat. Het is een bijzonder belangrijk debat omdat de manier waarop wij een Grondwet kunnen herzien, geregeld in artikel 195 – ik kom daar straks nog even op terug – erin voorziet dat het uittredend parlement een lijst moet goedkeuren, samen met de Senaat en de regering van artikelen die wij uiteindelijk straks in een herziening kunnen bekijken.

 

Wij weten allemaal dat wij de laatste maanden en de laatste vier jaar heel wat interessante debatten hebben gehad rond de staatshervorming en de communautaire ronde. Jammer genoeg, ik geef dat ootmoedig toe, zijn wij er deze legislatuur niet in geslaagd om bijzonder interessante stappen vooruit te zetten. Het ware een mogelijkheid geweest want wij waren als constituante bevoegd.

 

Iedereen weet dat onze Grondwet en heel ons staatsbestel een systeem is van nogal zeer specifieke evenwichten. Dit maakt, om een ernstig grondwetswijzigend debat te krijgen, dat men meerderheden moet hebben langs de beide taalgrenzen. U kunt daarmee tevreden mee zijn of niet, maar het was niet mijn verantwoordelijkheid, noch die van de partij waar ik vandaan kom en vroeger in heb gemiliteerd om een grendelgrondwet goed te keuren en het systeem te installeren zoals wij vandaag kennen. Maar het is wel een feit.

 

Diegenen die u wijsmaken – en te pas en te onpas is het gebeurd in het debat rond Brussel-Halle-Vilvoorde – dat het slechts vijf minuten politieke moed vergt om een toch wel complex probleem van een splitsing van een kiesarrondissement zomaar te gaan oplossen, maken u blaasjes wijs, net omwille van het feit dat onze Grondwet toch wel een heel specifiek systeem kent, met de alarmbelprocedure en dergelijke meer.

 

De lijst waarover wij vandaag stemmen, hoe belangrijk hij ook is, is slechts een begin, want pas na deze verkiezingen zal het echte debat moeten worden gevoerd. Ik denk dat dit de essentie moet zijn van wat wij hier vandaag aan de Kamer en aan mekaar vertellen. Wij hebben vandaag een lijst te bespreken van artikelen die wij prioritair naar voren schuiven om straks in de volgende legislatuur, nadat de kiezer heeft gesproken, effectief te gaan aanpakken.

 

Essentieel daarbij is dat wij straks een politiek akkoord zullen moeten bekomen. Straks moeten wij over de partijgrenzen, maar vooral ook over de taalgrens heen, afspraken maken over de manier waarop wij dit land proberen beter bestuurd te krijgen. Ik steek niet weg – u kent mijn houding – dat ik een enorme voorstander ben van een confederaal bestel. Ik denk dat het goed zou zijn dat ons land meer bevoegdheden toekent aan de deelgebieden van dit land, opdat wij zo dicht mogelijk bij de burger beslissingen kunnen laten nemen. Ik vind het vooral belangrijk dat waar wij aan beide kanten van de taalgrens soms anders denken over bepaalde problematieken, dat wij daar de mogelijkheid moeten geven aan de politici van de verschillende taalgroepen om hun eigen politieke inzichten, die aan beide kanten bestaan, en waar aan beide kanten een andere meerderheid kan worden gevonden, tot uiting te brengen en in de praktijk te brengen.

 

Als wij in dit land een goed beleid willen voeren, moeten wij afstappen van de gedachte dat het federale altijd een meerwaarde biedt, dat de kracht van de grootte een meerwaarde biedt. Soms is het feit dat wij zaken op een nationaal niveau willen blijven regelen, zogezegd omdat Vlaanderen of Wallonië in de EU te klein zou zijn, een foutieve stelling omdat wij elkaar hinderen, gijzelen in een politieke stelling die wij geen van beiden verkiezen. Dit is een duur systeem dat niemand uiteindelijk wenst en dat voor niemand goed is.

 

Het politiek akkoord dat wij na de verkiezingen zullen moeten bereiken, zal een akkoord zijn waarvoor de grondwetwijziging van vandaag misschien noodzakelijk zal zijn. Iedereen in deze assemblee weet dat ons grondwetgevend bestel ook nog het systeem van de bijzondere wetten kent. Vandaag moeten wij daarover geen uitspraak doen. Politieke gezien is het essentieel dat als wij straks de resoluties van het Vlaams Parlement willen goedkeuren – u hebt daarnaar al verwezen, mijnheer Tant – wij daarvoor amper een grondwetwijziging behoeven. Het goedkeuren en wijzigen in bijzondere wetten maakt een zeer verregaande staatshervorming mogelijk.

 

Daarom vond ik de lijst die door de regering werd voorgesteld op zich voldoende. Deze lijst heeft een uitgebreid arsenaal van artikelen, dat inderdaad een beter bestuur mogelijk kan maken. Ik denk bijvoorbeeld aan de hervorming van ons tweekamerstelsel, waarvan wij weten dat dit efficiënter kan. Voor deze zaken stellen wij wijzigingen van grondwetsartikelen voor. De vraag is echter of wij een echt, zwaar politiek debat over het beleid op het vlak van economie, werkgelegenheid of energie zullen toelaten. Dit zijn immers stuk voor stuk aangelegenheden die via de bijzondere wetten kunnen worden geregeld. Wij zouden daarin echt wel een stap vooruit kunnen zetten, zelfs als wij hierover vandaag geen uitspraak zouden doen, al ben ik daarvan geen voorstander.

 

34.34  Paul Tant (CD&V): Ik heb het daarnet in mijn uiteenzetting gehad over het fameuze artikel 35, dat trouwens ook in herziening was gesteld, om toe te laten te doen wat in het artikel zelf was ingeschreven, met name de omschrijving van de bevoegdheden die nog federaal moeten worden uitgeoefend. Er is ter zake niets gedaan. U als opvolger, als erfgenaam van de Vlaams nationale VU, een titel die u zich af en toe probeert toe te eigenen, moet hier niet het pleidooi komen voeren om nieuwe bevoegdheden over te hevelen. Het had eigenlijk zonder enig pleidooi voor nieuwe bevoegdheden te voeren, kunnen volstaan de federale aangelegenheden aan te wijzen. Dan stonden wij een stuk verder.

 

Het moet mij toch van het hart. Als het erom gaat een verklaring af te leggen, dan bent u er weer. In de loop van deze hele periode is echter geen enkel initiatief genomen om op dat punt uit te voeren wat was aangekondigd. Of vergis ik mij?

 

34.35  Geert Lambert (sp.a-spirit): Misschien heeft u het begin van mijn toespraak niet gehoord. Ik heb daarnet inderdaad erop gewezen dat wij in deze legislatuur bitter weinig stappen vooruit hebben gezet. Ik vind dit bijzonder jammer.

 

U hebt in uw toespraak – ik heb daarop daarnet gealludeerd – gealludeerd op het debat over Brussel-Halle-Vilvoorde. U weet welke positie ikzelf en mijn politieke partij daarin hebben ingenomen. Ik geef grif toe dat wij er niet in geslaagd zijn dit te realiseren. Dat besef ik zeer goed.

 

Ik vind echter dat we even weg moeten van het debat waarbij keer op keer wordt gezegd dat het soms maar vijf minuten politieke moed vergt om bepaalde zaken te realiseren. Iedereen in dit halfrond weet nochtans bijzonder goed welke proceduremiddelen er mogelijk zijn in dit land, welk evenwicht er in dit land bestaat waardoor het veel meer vergt dan vijf minuten politieke moed. Laat dit toch nog altijd de verdienste zijn van het lange traject dat we sinds de jaren '70 hebben afgelegd in de staatshervorming. U hebt er in uw toespraak, die ik aandachtig heb beluisterd, naar verwezen. De staatshervorming heeft ons land gebracht op het punt waarop we vandaag staan. Ik heb gezien dat u de eerste drie artikelen van de Grondwet ook voor herziening vatbaar wenst te laten verklaren. Dit zijn artikelen die destijds al revolutionair werden beschouwd toen er werd beslist – ik was toen zelf geen lid van deze Kamer – dat België een federale Staat werd. Wij kunnen nog een stap verder gaan.

 

Ik ben een confederalist. Ik heb u dat al gezegd. U weet heel goed wat artikel 35 betekent. Wanneer wij straks in een regeerverklaring artikel 35 niet terugvinden dan betreur ik dat. Ik zeg dit hier openlijk. Ik heb gezien dat er een amendement is ingediend. U zult ook het stemgedrag zien van mijn partij daarop. Ik denk dat wij daarmee een belangrijk artikel zouden kunnen goedkeuren zodat een wijziging mogelijk wordt naar een confederale staat. Laten wij ons ook niet blind staren op artikel 35, veel meer dan de toevallige bewoording. Ik zal bijvoorbeeld uw amendementen op de artikelen 1, 2 en 3 niet goedkeuren. Niet omdat ik het ermee oneens ben om in de eerste artikelen te laten opnemen dat wij een confederatie zijn, maar wel omdat ik meen dat het veel fundamenteler is om naar de definitieve essentie te gaan, naar het inhoudelijke, naar hetgeen we in de bijzondere wetten kunnen inschrijven. Of we nu in een Grondwet hebben ingeschreven dat wij een federatie, dan wel een confederatie zijn, is de facto onbelangrijk als we dit niet ook in de praktijk uitvoeren via de bijzondere wet. Ook dat zou immers een piste kunnen zijn. Men zou zeer gemakkelijk in een artikel 35 kunnen opnemen dat wij een confederatie zijn, maar de facto geen toegewezen bevoegdheden toekennen via de bijzondere wetten. Op dat moment staan we even ver en dat is niet de optie die wij mogen nemen.

 

Dit zal ook het debat zijn dat we zullen voeren na de komende verkiezingen. Ik hoop dat wij in de regeringsonderhandelingen zeer concreet zullen zijn. Laten wij daarvoor waakzaam zijn. De meerderheden die gevormd zullen worden, zullen gevormd worden maar we moeten stappen vooruit zetten in de staatshervorming. Deze stappen moeten eeuwig worden getoetst aan de driestappenregel die ik heb overgenomen van een illustere voorganger en een zeer gewaardeerd lid van mijn partij die onlangs is overleden, de heer Hugo Schiltz.

 

Daarbij is steeds de volgende stelregel gehanteerd. Ten eerste, zetten we met die wijzigingen een stap vooruit, en is het een stap die goed is voor Vlaanderen? Ten tweede, betalen we er geen te hoge prijs voor? En ten derde, ook niet onbelangrijk, blokkeren we daarmee niets in de toekomst?

 

Als we die drie stappen kunnen zetten, dan is elke stap vooruit – soit in een bijzondere wet, soit in de Grondwet – een stap die fundamenteel belangrijk is.

 

34.36  Paul Tant (CD&V): Geen slecht woord van Hugo Schiltz zaliger.

 

Maar als ik dan bekijk wat er gedaan is in de periode wanneer jullie mee in de regering zaten, bijvoorbeeld met Lambermont. Wilt u eens nakijken hoe er in dat raam geantwoord kan worden op de vragen van Hugo Schiltz? Ik vrees dat u tot de vaststelling zult komen dat er een belangrijk verschil bestaat tussen wat u principieel verkondigt en datgene wat u in de feiten hebt gedaan. Met Lambermont hebben we onze wapens uit handen gegeven, ten eerste met de financiën en de financiering van het onderwijs in het bijzonder, en ten tweede op een aantal beleidsdomeinen die zogenaamd werden gedefederaliseerd. Kijk voor dat laatste eens na hoe dat in de praktijk verloopt, onder meer op het Europees vlak. Ik denk onder meer aan het landbouwbeleid. Precies door de hervormingen die we hebben gedaan, bestaan we vaak niet meer voor het Europees beleid, omdat we niet met dezelfde stem spreken. Dat is toch juist, nietwaar?

 

34.37  Geert Lambert (sp.a-spirit): Mijnheer Tant, de evolutie waarover u nu spreekt, is natuurlijk een bijzonder gevaarlijke evolutie. U zegt in feite – ik hoop dat ik u verkeerd begrijp – dat we het landbouwbeleid veel beter centraal hadden gehouden, …

 

34.38  Paul Tant (CD&V): Neen, neen.

 

34.39  Geert Lambert (sp.a-spirit): … dat we dat beter op het federaal niveau hadden gehouden om uit één mond te kunnen spreken.

 

Iets anders is natuurlijk dat wij inderdaad ten opzichte van de Europese instellingen evenzeer zullen moeten afdwingen dat de regio's rechtstreeks kunnen worden gehoord kunnen.

 

34.40  Paul Tant (CD&V): Voilà, daar heb ik het over. Juist.

 

34.41  Geert Lambert (sp.a-spirit): Maar daarmee ben ik het volmondig eens.

 

Ik heb het geluk gehad mijn politieke carrière te kunnen beginnen als medewerker in het Europees Parlement. Er is altijd een stelregel geweest waarbij werd gezegd dat de regio's – de volkeren, regio's of de deelstaten, naargelang de terminologie die wordt gebruikt in de zevenentwintig lidstaten – een rechtstreekse toegang zouden moeten hebben tot de Europese instellingen, tot en met het Hof van Justitie, en dat Europa de regio's moet erkennen. Europa moet respect hebben voor de constitutionele autonomie die bestaat in de verschillende lidstaten.

 

Hetzelfde probleem hebben de Bundesländer in Duitsland. De Länder op zich zijn verregaand bevoegd voor onderwijs, maar hebben geen rechtstreekse toegang tot de Europese instellingen wanneer het over hun eigen materie gaat.

 

Ik ben het er volmondig mee eens dat het veel gemakkelijker, veel comfortabeler, zou zijn voor ons allemaal, wanneer wij als Vlaanderen, wat we nu ook doen – maar u kent het systeem van alternering met de andere bevoegde overheden over het landbouwbeleid –, aan bod kunnen komen. Wanneer België destijds het Voorzitterschap had van de Europese Unie, hebben Vlaamse ministers – niet onbelangrijk voor het uitleggen van onze staatsstructuur – soms de Ministerraden gepresideerd. Daardoor hebben wij aan de buitenwereld duidelijk aangetoond hoe – soms complex – verregaand het federalisme in ons land toch is geëvolueerd.

 

34.42  Paul Tant (CD&V): Mijnheer Lambert, zeer kort nog. Ik wil het debat onder ons niet langer rekken dan nodig is, maar ik wil ook niet verkeerd worden begrepen en uitgelegd.

 

Wat ik aanklaag is het feit dat in de teksten van Lambermont zelf nadrukkelijk het volgende is bepaald: als de Gewesten een andersluidende visie hebben over een concrete beleidsproblematiek die aan de orde is, dan heeft niemand nog het recht om te spreken.

 

Neem het mij niet kwalijk, maar dat is nonsens. Het is vaandelvlucht plegen. Het is een bepaald probleem onaangeroerd laten. Het is niets doen, omdat men een meningsverschil heeft. Dat aanvaard ik niet.

 

34.43  Geert Lambert (sp.a-spirit): Collega Tant, wij zullen het debat over Lambermont vandaag natuurlijk niet overdoen. Men heeft daarover lang genoeg gedebatteerd in deze Kamer. De essentie van dat verhaal is natuurlijk een tweesnijdend zwaard. Op het ogenblik dat wij zouden aanvaarden dat er een dissenting opinion zou kunnen zijn, zou men dat natuurlijk ook moeten kunnen doortrekken in het stemgedrag, met alle eventuele gevaarlijke gevolgen van dien, wanneer wij, als Vlamingen, toevallig niet in de Europese Raad aanwezig zijn.

 

Het is een bijzonder interessant debat over een staatshervorming, maar het is een andere soort staatshervorming dan de staatshervorming die wij hier altijd bespreken. Het is een debat over de staatshervorming op Europees niveau en de mate waarin wij – het debat over de Europese Grondwet hebben wij hier ook gevoerd – als regio erkenning zouden kunnen krijgen, want wij zijn een land waarin de deelstaten de volle bevoegdheid hebben. U kent de staatsstructuur van ons land even goed als ik. De deelstaten zouden dus ook een rechtstreekse toegang moeten hebben tot de Europese instellingen. Het is een debat dat wij mede hier, maar jammer genoeg niet alleen hier, zullen kunnen voeren.

 

34.44  Paul Tant (CD&V): Geef toe dat er van al die mooie intenties in die periode van acht jaar niet veel is terechtgekomen.

 

34.45  Geert Lambert (sp.a-spirit): Mijnheer Tant, u weet dat wij in die periode van acht jaar slechts de laatste vier jaar hebben deelgenomen. Lambermont dateert van daarvoor. Wij hebben Lambermont wel mee gesteund, omdat wij wisten dat de Lambermontakkoorden ook bepaalde bevoegdheidsoverdrachten inhielden. Ik verschil een beetje van mening met u, als u zegt dat wij de wapens uit handen hebben gegeven.

 

Wij hebben in elk geval niets geblokkeerd voor de toekomst. Ik wil nu geen verklaringen daarover afleggen, maar u zult wel zien hoe wij zeer vlug andere wapens in handen zullen kunnen krijgen. U weet evenzeer hoe zwaar de Lambermontakkoorden en de financiële consequenties van de Lambermontakkoorden wegen op de federale begroting. Dat zijn zaken waardoor wij uiteindelijk wel degelijk de kracht van de deelstaten in ons land zeer zwaar versterkt hebben. Wanneer Vlaanderen vandaag met enige fierheid kan zeggen dat het zo goed als schuldenvrij is, dan is dit mee een gevolg van niet alleen een goed bestuur, dat wij pogen te realiseren op Vlaams niveau, maar ook van het feit dat de Lambermontakkoorden financieel bijzonder gul geweest zijn. Laat ons daarover toch ook maar de waarheid zeggen. Ik ben ervan overtuigd dat het zo is.

 

Dames en heren, beste collega’s, dat was een tussendoortje over de Lambermontakkoorden. Het was een interessante gedachtewisseling. Het toont echter ook aan dat het echte debat finaal pas na de verkiezingen zal starten en dat wij na die verkiezingen zeer verregaand zullen moeten debatteren. Niet alleen onder Vlamingen, maar als Vlamingen en Walen samen zullen wij moeten debatteren over de toekomst die wij voor de federale overheid en voor de deelstaten in dit land wensen. Wij weten allemaal dat het geen gemakkelijk debat zal zijn. Wij weten evenzeer dat er in dit Huis een tweederdemeerderheid nodig zal zijn. Op dat vlak is het bijvoorbeeld ook niet onbelangrijk om van eenieder te weten in welke mate men, zelfs wanneer men in de oppositie zou zitten, bereid zou zijn om staatshervormingen te steunen die voor Vlaanderen en Wallonië een stap vooruit zouden kunnen betekenen. Zijn wij bereid om mee te bouwen aan een staatshervorming die ons allemaal een stap vooruit kan helpen, zelfs wanneer wij niet tot een meerderheid behoren?

 

Dames en heren, het debat van de staatshervorming heeft ook een tweede aspect, waar ik toch ook vijf minuten bij wil stilstaan. Onze Grondwet kent aan ons koningshuis een bijzondere rol toe. Ik steek niet weg – dat zeg ik vanop het spreekgestoelte – dat ik mij altijd heel duidelijk heb geprononceerd als een republikein. Ik vind het niet meer van de 21e eeuw dat in een land iemand enkel en alleen wegens afstamming, enkel en alleen omdat hij of zij geboren is in een bepaalde familie, een bepaalde invloed of macht kan uitoefenen.

 

De verklaring tot grondwetsherziening vandaag zou bepaalde artikelen kunnen laten wijzigen om die toestand te verhelpen. Laat ik duidelijk zijn, dit is geen persoonlijke aanval op mensen die toevallig in een bepaalde familie geboren zijn. Het is wel een zeer klare stelling ten opzichte van een systeem, de monarchie, dat niet mijn systeem is, een systeem waarbij nog altijd één persoon een handtekening moet zetten nadat democratisch verkozen instellingen daarover hebben gedebatteerd en beslist, een systeem waarbij een Koning een regering benoemt, met alle verhaaltjes en fabeltjes die daar wel of niet bijhoren.

 

Wij hebben de jongste vier jaar en ook daarvoor reeds – ik verwijs bijvoorbeeld naar ethische debatten als het abortusdebat – in de politieke wereld al meermaals stemmen horen opgaan om dat systeem eens echt aan te passen. Beste collega’s, ik meen dat daar stilaan de tijd rijp voor is. Ik zeg dat niet als een aanval – ik herhaal het – op de individuele personen die tot die familie behoren, wel als verlangen naar een wijziging van het systeem.

 

Collega De Groote heeft voorstellen ingediend om precies de "koningsartikelen" – als ik ze zo mag noemen – voor herziening vatbaar te verklaren. Het zijn voorstellen die ik in de commissie mee heb gesteund, hoewel niet allemaal, omdat ik van oordeel ben dat de goedkeuring van een artikel soms de consequentie heeft dat andere artikelen op basis van artikel 198 van de Grondwet automatisch kunnen worden gewijzigd en dat wij dus niet per se over elk artikel moeten gaan stemmen, omdat er een automatisme is.

 

Maar een duidelijk signaal van de politieke wereld dat een monarchie zeker met een systeem waarin het koningshuis daadwerkelijk nog tussenbeide moet komen in de politieke besluitvorming, niet meer van onze tijd is, een signaal van de Kamer, van de rechtstreeks verkozenen, van degenen die uiteindelijk verantwoording moeten afleggen, zou op dat vlak echt niet misstaan. Ik meen dat de tijd daar rijp voor is. Ik herhaal dat ik dat niet zeg in een persoonlijke aanval op de leden van het koningshuis, maar in een aanval op een staatsbestel dat niet het mijne is. Ik zal op basis daarvan dan ook mijn stemgedrag bepalen.

 

Dames en heren, ik besluit. Ik zal vandaag met volle overtuiging de voorstellen van de regering steunen. Voorts meen ik dat we best artikel 35 samen met de voorstellen inzake de koningsartikelen voor herziening vatbaar zouden moeten verklaren. Dat ik het niet op alle vlakken zal halen, weet ik, maar daarom hebben wij dan ook artikel 195 voor herziening vatbaar verklaard.

 

Ik vind het bijzonder jammer – ik steek dit niet weg, collega Tant – dat vanuit CD&V-hoek de herziening van dat artikel niet mee wordt gesteund.

 

Het is inderdaad het passe-partoutartikel, het artikel dat toelaat in een volgende legislatuur de wijze van grondwetswijziging aan te passen. U hebt net de vraag gesteld, aan collega Bacquelaine dacht ik, wat die daar specifiek mee wil doen. Wel, beste collega, ik denk dat u stilaan toch weet welke visie ik zelf heb op de staatshervorming. U weet evenzeer dat die visie verschillend is van die van andere leden van het Parlement, ook leden die mee tot de meerderheid behoren, daarvan ben ik mij bewust. De kracht juist van een wijziging van artikel 195 is dat, wanneer we straks in regeringsonderhandelingen een bepaalde weg willen inslaan, artikel 195 ons allemaal toelaat om dat te doen. Artikel 195 geeft ons de opportuniteit, de kans, wie er ook in de meerderheid zou mogen zitten, om evoluties te bepalen die we samen hebben afgesproken, zelfs wanneer we vandaag niet tot een politiek akkoord zouden zijn gekomen.

 

Het is geen artikel van een dreiging, zoals het door sommigen wordt gezien. Het is geen artikel waarbij we de Grondwet tot een vodje papier verklaren, maar een artikel dat ons wel in de complexiteit van ons staatsbestel toelaat om voor het politiek akkoord, dat essentieel noodzakelijk zal zijn en dat ons vandaag de dag in 2007 heeft gebracht van een zeer unitaire staat naar de federale staat die we vandaag zijn, verder te gaan in die evolutie. Ik ben ervan overtuigd dat de goedkeuring van de voorherzieingvatbaarverklaring van artikel 195, dat inderdaad – ik geef dat grif toe – een passe-partoutartikel is, ons meer mogelijkheden biedt.

 

Dames en heren, beste collega’s, ik heb daarnet met enige ontroering de laatste woorden van collega Tant gehoord. Als ik mijn carrière mag voortzetten, wat afhangt van de kiezer, dan verhuis ik ook eventjes van de Kamer naar een andere zijde van het gebouw. Beste collega Tant, ik heb mee geapplaudisseerd uit waardering voor uw werk en het werk van de collega’s die ons zullen verlaten. U zult het zich niet herinneren, maar ik herinner mij dat ik ooit u als jong student in Gent mee heb uitgenodigd op een debat. Ik ben niet altijd akkoord geweest met uw ideeën, maar ik geef het u toch mee. Ik heb iets blijvend onthouden van dat debat, een zinnetje dat ik constant gebruik op debatten wanneer mijn stem even stokt: ik heb thuis niets te zeggen, maar zelfs hier kan ik niets zeggen, wanneer die stem stokt. Collega, het ga u goed samen met andere collega’s die het Parlement zouden verlaten.

 

34.46  Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, je me contenterai de rappeler les trois éléments que j'ai déjà soulignés en commission: le principe de précaution, le refus du "snelrecht" constitutionnel, l'importance de se concentrer sur les vraies priorités.

 

Comme je l'ai dit en commission, ce débat n'a pas été entamé de la bonne manière. Il faut se poser la question de savoir s'il est nécessaire de changer la Constitution, avant de s'interroger sur ce qui doit être changé dans cette Constitution. La modification d'un article de la Constitution doit avoir des conséquences positives pour la population, en quelque sorte une plus-value.

 

Je voudrais rappeler que mon groupe considère qu'à l'heure actuelle, un projet de déclaration de révision de la Constitution n'a pas lieu d'être.

 

Cela ne veut pas dire pour autant que nombre d'articles de la Constitution ne devraient pas être corrigés. Il vrai qu'à titre intellectuel, on pourrait penser que certains articles mériteraient d'être modifiés ou ajoutés. Toutefois, nous ne souhaitons pas donner des arguments à ceux qui disent avec franchise qu'ils n'ont pas d'autre objectif que de détruire l'État belge.

 

En effet, une déclaration de révision constitue un tout. Cela a été démontré très clairement par le gouvernement qui dépose aujourd'hui le même projet de déclaration de révision de la Constitution qu'en 2003.

 

Nous savons bien que toute modification d'un des articles figurant sur la liste des articles à réviser induit généralement une forme de marchandage et que l'ajout d'un article fait l'objet de discussions et de négociations qui peuvent aller dans tous les sens.

 

Pour ma part, je n'entends pas fournir à ceux qui ont envie qu'un maximum d'articles de notre Constitution soient révisés, des armes de destruction massive et ainsi permettre une évolution des structures de l'État dans un sens post-fédéraliste. Selon moi, le principe de précaution s'impose. C'est le meilleur moyen d'éviter des avancées non voulues et de ne pas ouvrir la discussion.

 

Bien sûr, d'aucuns pourraient invoquer la nécessité de modifier certains articles. Toutefois, je constate que cela n'a pas été fait au cours des quatre années qui viennent de s'écouler. Si cela est si indispensable, pourquoi n'avoir rien fait?

 

Il est vrai – je l'ai déjà dit – que l'on pourrait décider de modifier certains articles à titre purement intellectuel. Mais – je répète encore une fois que tout forme un tout et on connaît exactement le genre de discussions et de négociations que toute modification implique.

 

Il faut pouvoir, à un certain moment, dire "stop" à cette évolution et se poser la vraie question: faut-il vraiment changer notre Constitution? Quelle est la plus-value que l'on pourrait attendre d'une telle modification?

 

Je voudrais aussi insister sur l'article 195, dont on a beaucoup parlé aujourd'hui. Si on suit le raisonnement du premier ministre qui veut accélérer le processus de révision en rendant possible la modification d'une disposition au cours d'une même législature, je pense qu'on ne peut accepter ce "snelrecht" constitutionnel. On ne peut accepter qu'on puisse, d'une manière très rapide, modifier la Constitution.

 

Je rejoins aussi l'argument évoqué par Daniel Bacquelaine tout à l'heure. Il disait que ce n'est pas en maintenant cette même procédure aujourd'hui qu'on va tout stopper, qu'on va empêcher cette réforme. C'est très clair. Même s'il y a un certain nombre de barrières, un certain nombre de mécanismes qui font en sorte qu'on ne peut prendre une décision contre une autre Communauté dans ce pays, il faut un temps de réflexion qui, selon moi, est indispensable. On ne modifie pas la Constitution comme un autre texte. La Constitution est plus qu'une simple loi et il faut faire en sorte que la modification de l'article 195 reste une procédure identique à celle d'aujourd'hui. Il ne faut pas ouvrir cette porte qui permettrait de changer l'article 195 d'une manière trop rapide sans avoir ce délai de réflexion, ce recul nécessaire, cette majorité dans deux chambres successivement pour pouvoir modifier un texte de la Constitution.

 

De plus, cette volonté de changer l'article 195 démontre que les intentions de ceux qui veulent ouvrir le plus possible d'articles à révision sont de mettre à mal l'État belge et de se diriger véritablement vers ce post-fédéralisme.

 

Le troisième élément que je voulais souligner, après le volet du principe de précaution, après l'argument de lutte contre le "snelrecht" constitutionnel, est de ne pas ouvrir une boîte de Pandore. On ne peut se permettre d'encombrer la prochaine législature d'un débat institutionnel qui risque d'être long, qui risque d'être compliqué, qui risque d'être dangereux et qui, surtout, va occulter les vrais défis que nous devons tous atteindre en termes d'emploi, en termes de recherche et développement, en termes de lutte contre la pauvreté ou contre le réchauffement climatique. On ne peut se permettre d'occulter ces vrais débats par un débat institutionnel dangereux et qui ne permettrait pas de vraies avancées, ni d'atteindre les objectifs que le gouvernement s'était fixés pendant cette législature mais qu'il n'a malheureusement pas atteints.

 

Monsieur le président, monsieur le ministre, chers collègues, il y a quatre ans, mon groupe avait déjà voté contre le projet de déclaration de révision. La même réforme nous est proposée aujourd'hui et nous pouvons formuler les mêmes objections que nous avions il y a quatre ans. De plus, aujourd'hui, ces objections sont encore plus fortes. Les intentions sont de moins en moins masquées; les volontés d'aller de plus en plus vite, de pouvoir continuellement modifier la Constitution sont de plus en plus importantes.

 

Aujourd'hui, il est temps de pouvoir dire "stop", il est temps de pouvoir évaluer toutes les modifications que nous avons déjà connues pour empêcher d'ouvrir cette boîte de pandore et pour se focaliser sur les vrais défis de société.

 

Aujourd'hui, nous n'avons pas de raison supplémentaire pour pouvoir accepter quoi que ce soit au niveau de cette modification de déclaration de révision. Pire que cela, les arguments que nous avions évoqués il y a quatre ans sont encore bien plus présents!

 

34.47  Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik zal het niet hebben over wat deze regering al dan niet heeft gerealiseerd. Dat is reeds uitvoerig aan bod gekomen in het betoog van collega Tant. Geen toetsing dus.

 

Het is niets nieuws te stellen dat de twee gemeenschappen in dit land totaal anders zijn. Dat betekent dat ze een verschillende ontwikkeling doormaken en dat er ook andere beleidskeuzes worden gemaakt. Het is dus heel zeker nodig dat er meer autonomie komt voor de Gewesten en de Gemeenschappen. We stellen vast dat vele bevoegdheden kunnen worden overgeheveld naar de Gemeenschappen of de Gewesten door middel van een bijzondere wet. Voor ons gaat het erom bevoegdheden overhevelen naar Vlaanderen. Dat betekent dus geenszins een versterking van het Belgisch niveau.

 

Wat de Grondwet betreft, heeft de N-VA reeds geruime tijd een voorstel ingediend om alle artikelen die betrekking hebben op de politieke macht van de Koning, voor herziening vatbaar te verklaren. De N-VA is – ik wil dat van op dit spreekgestoelte duidelijk maken – principieel een republikeinse partij omdat monarchie niet rijmt op democratie. Een echte democratie, collega's, kan niet aanvaarden dat één familie via erfopvolging politieke macht krijgt toebedeeld, zonder dat daarover zelfs maar vragen mogen worden gesteld, laat staan dat daarover politieke discussies mogen worden gevoerd. Wie in een democratie politieke macht uitoefent, moet daarvoor verantwoording afleggen in dit Parlement. Hij moet daarvoor verantwoording afleggen aan de volksvertegenwoordiging en aan de kiezers. Het is daarenboven een publiek geheim dat deze macht eigenlijk altijd werd gebruikt in het verzet tegen opkomende emancipatorische bewegingen. Ik denk aan de Vlaamse beweging, de sociale en de ethische ontvoogding. Het publiek heeft het recht om te weten wie namens het volk wat doet. Indien men de discussie uit de weg wil gaan met het argument dat de monarchie eigenlijk het enige cement is van België, dan moet men dit onderliggend probleem erkennen en er consequent naar handelen. Dat wil dus zeggen dat men de beide gemeenschappen hun onafhankelijkheid moet geven. Ook dat, collega's, is democratie.

 

In het volle besef dat de Vlaamse republiek helaas nog niet voor morgen is, nodigt de N-VA de andere politieke partijen uit om het debat te blijven voeren over de politieke macht van de monarchie, om minstens over te gaan tot een louter protocollaire functie.

 

Onze kartelpartner heeft een lijst opgesteld met wetsartikelen die de partij voor herziening vatbaar wil verklaren. Er is al een aantal keren in de commissie, waar ik helaas niet aanwezig kon zijn, naar verwezen. Die lijst bevat ook artikelen die betrekking hebben op het Koningshuis met als doel de functie genderneutraal te maken.

 

Als het van N-VA afhangt, wordt de koninklijke functie niet genderneutraal gemaakt, maar gewoon afgeschaft. Net daarom heeft N-VA ook dat voorstel ter herziening van die reeks wetsartikelen van de kartelpartner niet ondertekend.

 

Wij hebben uiteraard heel veel begrip voor het standpunt van de collega’s inzake de Koning en wij stellen dat N-VA de overheveling van de bevoegdheidspakketten verkiest boven de symboliek van de afschaffing van het Koningshuis, dat weldra toch folklore wordt.

 

Wij hebben ook geen eigen lijst met wetsartikelen die de partij voor herziening wil vatbaar verklaren, opgesteld, omdat het voorstel van de kartelpartner voor het overige wel voldoet aan alle vereisten. Het biedt alle mogelijkheden om na 10 juni een nieuwe staatshervorming door te drukken. Zo kan het volledige institutionele hoofdstuk van het Vlaamse regeerakkoord uitgevoerd worden, indien die lijst van wetsartikelen voor herziening vatbaar wordt verklaard. Ik denk dat collega Lambert daarnet daarop gealludeerd heeft.

 

Daarenboven wordt uitdrukkelijk geopteerd voor confederalisme, een fundamentele ommekeer. Immers zo worden alleen nog de bevoegdheden van de federale overheid wettelijk vastgelegd en komen alle andere bevoegdheden aan de deelstaten toe en is er, met andere woorden, een maximale invulling van de subsidiariteit.

 

Bij elke nieuwe staatshervorming – en dit is hier daarnet ook aan bod gekomen – volstaat het de bevoegdheidslijst van de federale overheid verder in te krimpen.

 

In de commissie heeft een collega gevraagd of CD&V en N-VA het over alle wijzingen van de Grondwet eens zijn. Neen, dat zijn wij niet. Er zijn zelfs partijen die bestaan uit één partij en geen kartel vormen, die het nog niet onderling eens zijn. Wij zijn en blijven twee verschillende onafhankelijk partijen, die af en toe eens van mening zullen verschillen. Daarentegen werden wel alle grondwetsartikelen die de N-VA wil herzien, ook door de collega’s van CD&V voor herziening vatbaar verklaard. In enkele gevallen is dat wel degelijk met een verschillende bedoeling, maar veel maakt dat niet uit, want bij de effectieve herziening van de Grondwet hoeft het Parlement geen rekening te houden met de bedoeling. Eens men aanvaard heeft dat een grondwetsartikel voor herziening vatbaar wordt verklaard, kan men dat artikel veranderen wanneer men wil.

 

Overigens, collega’s, wil ik u er allen aan herinneren dat niet alleen CD&V en N-VA zich in het Vlaamse regeerakkoord engageerden. VLD, sp.a en spirit schaarden zich evenzeer uitdrukkelijk achter de uitvoering van de bekende resoluties van het Vlaams Parlement van 3 maart 1999 in hun geactualiseerde vorm.

 

Dat komt onder meer neer op een volledige, Vlaamse bevoegdheid voor gezondheidszorg, gezinsbijslagen, werkgelegenheid, mobiliteit en wetenschapsbeleid en op een verregaande autonomie inzake personen- en vennootschapsbelasting, politie en justitie. Daarbovenop komt de vanzelfsprekende en prioritaire eis tot splitsing van het kies- en gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde.

 

Collega’s, ik wil tot slot nog heel even inpikken op het thema van de geluidsnormen, dat daarnet werd aangehaald, namelijk over het herfederaliseren van de geluidsnormen.

 

Gelooft u echt dat het herfederaliseren van de geluidsnormen de problemen zal oplossen? Met het doorschuiven van voornoemde bevoegdheid wordt gewoon de discussie verschoven. De Franstalige partijen die alles blokkeren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, behoren immers ook tot de federale regering.

 

Er moet volgens mij gewoonweg kordater worden opgetreden tegen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het kan niet blijven duren dat de solidariteit van een kant moet blijven komen. De Franstaligen mogen niet vergeten dat ook de Vlamingen via verschillende kanalen het Brussels Gewest financieren. Daarenboven werken duizenden Franstaligen op de luchthaven.

 

De Franstaligen hebben wel de mond vol over Bruxelles-National, maar Zaventem wordt, wanneer het over de dag- en nachtvluchten gaat, plots opnieuw een louter Vlaams probleem. Dat gaat voor ons niet op. Het gaat niet op om alleen maar de lusten van de luchthaven op te eisen en vervolgens fluitend naar het plafond te kijken, wanneer het over de lasten gaat.

 

Collega’s, als het Brussels Gewest niet solidair wil zijn met Vlaanderen, dan moet Vlaanderen ook niet solidair zijn met Brussel. De financiële transfers naar het Brussels Gewest moeten in dat geval ernstig worden herbekeken.

 

De voorzitter: Ik zal nu proberen het einde van de sprekerslijst in de algemene bespreking proberen aan te kondigen.

 

D’abord M. Hasquin aura la parole. Daarna krijgt Pieter De Crem het woord en daarna M. Maingain. La liste des intervenants est, ce faisant, close. Ik sluit de sprekerslijst in de algemene bespreking.

 

34.48  Hervé Hasquin (MR): Monsieur le président, chers collègues, je voudrais émettre un certain nombre de considérations sur l'évolution de notre pays, puisque j'ai eu le privilège de participer activement en ma qualité de sénateur à deux révisions de la Constitution, en 1988-1989 et en 1992-1993. C'est également l'occasion pour moi de répondre aux propos de M. Wathelet, au nom de son parti.

 

Tout d'abord, l'expérience a tout de même montré, depuis plusieurs décennies, que l'État centralisé, que l'universalisme jacobin avait montré ses limites et partout, sans exception, en Europe, en Amérique, en Asie, les États évoluent en permanence. Il faut aussi pouvoir s'abstraire du microcosme belge et cesser peut-être aussi ces propos catastrophistes que l'on entend régulièrement. Lorsque j'étais étudiant à l'ULB dans les années 1960, j'étais déjà fédéraliste, à une époque où le concept n'était pas très à la mode.

 

Cependant, j'ai pu constater que, dans les années 1970, 1980 et en permanence, on annonce des catastrophes, on annonce le déluge alors que, finalement, un État est composé d'hommes et de femmes qui, eux-mêmes, évoluent. Par conséquent, il est normal que ces États eux-mêmes se transforment et mutent. La Belgique d'aujourd'hui n'est pas celle d'il y a cinq ans, n'est pas celle d'il y a 50 ans ou 150 ans et celle de 2010 ou 2015 sera encore différente. Et alors?

 

J'attends toujours que l'on me montre que l'on peut régenter les opinions publiques par des lois, des décrets, des ordonnances et que sais-je encore! Il y a des mouvements profonds dans l'opinion et le but d'un parlement, qui est censé représenter ces populations, c'est d'évoluer. Et le droit est souvent davantage le fruit de l'évolution d'une opinion que l'inverse.

 

Il faut accepter une chose qui me paraît fondamentale, c'est que la complexité est le fruit de la démocratie. Telle est la réalité! Je prendrai deux exemples récents dans l'histoire contemporaine. L'Espagne. Ah oui, c'est vrai que l'Espagne de Franco apparaissait comme une unité parfaitement compacte!

 

Et puis, nous avons vu se fissurer cette unité factice, qui contredisait d'ailleurs l'histoire de ce pays. L'Espagne en est revenue à un certain nombre de réalités humaines, sociologiques, historiques. Faut-il aussi évoquer la pseudo-unité de l'Union soviétique, État qui fut incontestablement centralisé? Repensons aux réactions en Europe occidentale! Beaucoup de gens avaient cru que la Lettonie, l'Estonie et la Lituanie avaient disparu. Et je reconnais qu'il y a 15 ans, ces pays ne figuraient plus sur les cartes. Et pourtant, les voilà désormais présents dans l'Union européenne, et bientôt certains d'entre eux utiliseront l'euro! Les voilà, les réalités humaines.

 

Je dois avouer que je suis quelque peu consterné par certains discours archaïques. Monsieur Wathelet, je vous considère comme quelqu'un qui n'est pas nécessairement conservateur, mais votre discours au nom de votre parti comporte des aspects stupéfiants! Notre pays a évolué en permanence…

 

Le président: Monsieur Hasquin, quand vous dites "stupéfiant" à quelqu'un, vous provoquez inévitablement une réaction.

 

34.49  Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, M. Hasquin est professeur – et nous avons la chance d'avoir dans nos rangs également un professeur. Il est toujours profitable d'entendre des références historiques et étrangères dans ce débat.

 

Monsieur Hasquin, vous parliez tout à l'heure de lame de fond, de mouvement d'opinion. Or, j'ai l'impression qu'aujourd'hui ce mouvement, visible quand nous recevons et écoutons les personnes, traduit une volonté de "stop" institutionnel. Ces gens veulent que cessent ces discussions constantes sur le volet institutionnel et souhaitent que nous parlions d'autres thèmes et que nous nous concentrions sur l'emploi, le réchauffement climatique, la lutte contre la pauvreté. La population craint que ces dossiers soient occultés par un débat institutionnel permanent.

 

Loin de moi l'intention de dire que la Constitution ne sera plus jamais changée et que nous n'en discuterons plus jamais; mais vous savez bien que ce n'est absolument pas mon propos. Dans toute société, émerge à un certain moment un mouvement de fond exigeant une suspension dans cette évolution, afin que le législateur se concentre sur d'autres questions de société et que ce soient ces thèmes-là qui guident la législature suivante plutôt qu'un nouveau round institutionnel portant sur l'ensemble des articles de la Constitution.

 

34.50  Hervé Hasquin (MR): Monsieur le président, chers collègues, qui a dit que l'emploi, les résultats d'une entreprise, les acquis sociaux, le logement, et bien d'autres choses, n'étaient pas des questions importantes?

 

Cela n'a rien à voir avec ce dont nous discutons maintenant. Il s'agit à présent pour l'homme politique et la femme politique d'être responsables. L'homme politique, en particulier celui qui est dans cette assemblée, a le devoir de faire preuve de pédagogie et non pas d'attiser les peurs. Monsieur Wathelet, ce que vous avez dit précédemment me déçoit. C'est une faute contre l'intelligence, l'histoire, le droit et les réalités sociologiques telles qu'on les vit dans tous les pays. C'est cela la réalité!

 

Votre rôle, aussi en tant que citoyen, consiste à faire de la pédagogie et à expliquer. Il faut éviter de créer le catastrophisme et d'attiser les peurs. Là n'est pas le rôle de l'homme politique. Il faut aussi faire comprendre que nous faisons partie d'un tout, d'une globalité qui, elle-même, évolue en permanence. C'est là qu'il y a un rôle d'explicitation.

 

Personnellement, je fais confiance à nos parlementaires. Des verrous existent dans notre Constitution et empêchent des dérives qui pourraient déranger mais il faut pouvoir accepter le changement.

 

Monsieur Wathelet, je vous prends au mot! Comptez-vous déclarer maintenant, au nom de votre parti, que vous refusez d'entrer dans un gouvernement qui aura dans son programme la révision de la Constitution? Non, évidemment!

 

34.51  Melchior Wathelet (cdH): Monsieur Hasquin, je comprends que votre tâche est ici d'expliquer la raison pour laquelle vous devez accepter tous ces articles à réviser, qui sont exactement les mêmes qu'en 2003. Nous ne voulons pas ici caricaturer le discours de l'autre.

 

En effet, tout ce qui évolue nécessite que l'on se pose les bonnes questions. Aujourd'hui, nous nous posons la question de savoir ce qui doit changer. Cette discussion, nous ne l'avons pas eue, étant donné que si l'on modifiait la liste, tout devait recommencer et nous étions repartis pour un tour. Aujourd'hui, on doit effectivement pouvoir évaluer.

 

Monsieur Hasquin, vous parliez de verrous. Ne pensez-vous pas que modifier l'article 195 avec toutes les conséquences que cela comporte, c'est justement faire sauter un verrou? Faisons en sorte de maintenir un certain nombre de verrous pour que nous puissions nous poser les bonnes questions d'une manière sereine et constructive. C'est ce que nous devons faire!

 

Quant à ce mouvement de fond dont vous parliez précédemment, la population ne souhaite pas voir l'actualité continuellement monopolisée par ces discussions sur la révision de la Constitution et sur ces questions institutionnelles.

 

Le président: Je donne encore la parole à M. Drèze. Tentons de ne pas trop couper la parole à M. Hasquin. Ses élans sont tellement grands qu'il serait dommage de les interrompre.

 

34.52  Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, j'estime que M. Hasquin provoque le cdH lorsqu'il dit que celui-ci veut attiser les peurs. De cette manière, il travestit le message que nous lançons. Notre message consiste à plaider, comme M. Melchior Wathelet l'a très bien expliqué, un fédéralisme de coopération.

 

Monsieur Hasquin, j'ai connu le gouvernement Dehaene II où on savait travailler ensemble et en collaboration avec les Communautés et les Régions.

 

Au début du gouvernement Verhofstadt II, j'ai connu un ministre de l'Emploi, M. Vandenbroucke, qui a organisé, avec un certain succès, en octobre 2003, une Conférence nationale pour l'emploi qui associait les Communautés, les Régions et les partenaires sociaux. Le mécanisme fonctionne. À l'époque, en octobre 2003, M. Vandenbroucke a déclaré qu'il s'agissait d'un premier pas, mais qu'il en faudrait d'autres. Malheureusement, il n'y en a pas eu d'autres! Il y a eu un dysfonctionnement dans la mesure où ce gouvernement, après le départ de M. Vandenbroucke, s'est montré incapable de mener des politiques socio-économiques coordonnées avec les Régions et les Communautés alors que la structure institutionnelle le permet parfaitement.

 

34.53  Hervé Hasquin (MR): Monsieur le président, puis-je reprendre la parole?

 

Le président: Monsieur Hasquin, j'attendais que l'interruption de M. Drèze soit terminée pour vous redonner la parole. Mais vous l'avez déjà!

 

34.54  Hervé Hasquin (MR): Monsieur le président, je voudrais rappeler à M. Drèze que j'ai été ministre bruxellois; à l'époque, M. Dehaene était premier ministre.

 

J'ai été ministre-président de la Communauté française et j'ai connu Verhofstadt I et Verhofstadt II. Je puis vous dire qu'en matière de coopération et de collaboration entre le gouvernement fédéral, d'une part, les Communautés et les Régions, d'autre part, il existait un fossé extraordinaire entre les deux façons de prendre en considération cette coopération communautaire et régionale et les refinancements auxquels nous étions particulièrement attentifs. Je signale tout de même que c'est le gouvernement Verhofstadt I qui les a organisés!

 

Je demande instamment aux hommes et aux femmes politiques de jouer leur rôle de citoyen qui est d'expliquer et non de faire peur. Il faut apprendre à nos concitoyens à se projeter dans le futur plutôt que de gémir sur le passé, monsieur Wathelet!

 

Le président: Monsieur Wathelet, chaque orateur parle avec sa conviction et sur la base de ses connaissances.

 

34.55  Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, je suis désolé d'avoir, par manque d'intelligence, été insultant à l'égard de la Chambre.

 

Monsieur Hasquin, voici l'essentiel de notre message. La population demande à être écoutée. Elle a vraiment envie d'entendre d'autres débats concernant d'autres thèmes. Et ce n'est pas un message de peur! Au contraire, nous voulons dire que les réformes en matière d'emploi, de lutte contre la pauvreté, de recherche, de développement et de réchauffement climatique, doivent être atteintes. C'est le message positif que je veux faire passer à la population!

 

Le président: Laissez-moi vous dire que, quand le débat est ouvert, les opinions contradictoires s'affrontent. C'est cela, le vrai Parlement!

 

De heer De Crem verzaakt aan zijn spreektijd.

 

M. Maingain sera le dernier de nos orateurs. Ensuite, je clôturerai la séance de l'après-midi et, un peu plus tard, si M. Maingain nous fait le plaisir de sa concision classique, je reprendrai la discussion des articles après avoir entendu le gouvernement.

 

34.56  Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, j'en appelle à la mémoire de celui qui est non seulement notre président mais aussi notre doyen.

 

Le président: Je suis le doyen, mais il y a aussi une doyenne!

 

34.57  Olivier Maingain (MR): Si je ne me trompe pas, il faut remonter quasiment à la fin des années 50 pour connaître une législature qui se serait terminée sans déclaration de révision de la Constitution. C'est dire que depuis plus de quarante ans, quelle que fût la majorité gouvernementale en place, les législatures se terminaient par une déclaration de révision de la Constitution. Pour ceux qui veulent se livrer à un travail comparatif, il va sans dire que nous votons sans doute aujourd'hui une des déclarations de révision de la Constitution dont la portée est la plus limitée au regard de ce que nous avons pu connaître dans le passé.

 

Sous réserve de deux articles dont je parlerai et qui méritent une attention particulière, cette déclaration reprend une série d'articles qui sont loin de présenter un danger de délitement de l'État belge. Car enfin, l'argument qu'on nous sert, c'est le stop constitutionnel comme sauvegarde de l'État fédéral. Qui ne serait pas sensible à cet argument? On y serait d'autant plus sensible si nous étions amenés à voter la déclaration de révision de la Constitution proposée sur d'autres bancs, à commencer par les partis nationalistes flamands, à commencer par un parti qui prétend vouloir exercer demain les plus hautes responsabilités dans l'État et qui nous soumet une déclaration de révision qui ne prône ni plus ni moins que le confédéralisme. Il est vrai que j'ai retenu aussi qu'une présidente de parti ne trouvait pas pour autant matière à diaboliser le leader de cette formation politique flamande.

 

Monsieur Wathelet, où est le danger pour l'avenir de l'État belge de soumettre à révision le titre II, consacrant les libertés fondamentales, afin de constitutionnaliser les droits et libertés contenus dans la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme? Où est le danger d'introduire dans la Constitution un article visant à pouvoir organiser la consultation populaire régionale? Où est le danger de voter une révision de la Constitution pour moderniser le droit de pétition? Où est le danger de réviser la Constitution pour inscrire les droits des personnes handicapées? Où est le danger de réviser la Constitution pour mentionner les juridictions internationales? Où est le danger pour l'avenir de l'État belge d'inscrire dans la Constitution la possibilité d'accès à la fonction publique pour des ressortissants étrangers? Où est le danger d'inscrire dans la Constitution le service universel? Où est le danger d'inscrire dans la Constitution la prolongation des accords liés à la réforme Octopus? Où est le danger d'inscrire dans la Constitution la protection des données à caractère personnel? Je pourrais poursuivre ainsi l'énumération.

 

Plus de 90% des articles dont il est proposé d'inscrire la révision dans cette déclaration sont tous les articles qui visent à renforcer les libertés fondamentales, à renforcer la protection des citoyens, à renforcer les protections dues par l'exercice des compétences judiciaires ou juridictionnelles, bref, à moderniser notre démocratie!

 

Alors, il y a le mirage entretenu, à l'initiative d'une éminente personnalité spécialiste du droit constitutionnel, de la ligne Maginot constitutionnelle. En ne touchant en rien à la Constitution, on donnerait les assurances de l'avenir de l'État belge. Je n'ai pas, en effet, les compétences constitutionnelles d'un éminent professeur à la retraite. Néanmoins, pour avoir quelques notions en la matière, j'ai tout de même retenu de l'évolution de la jurisprudence de la Cour d'arbitrage – que je déplore mais que je respecte comme tout bon juriste – que le cœur du débat d'une réforme institutionnelle à venir, à savoir la répartition des compétences entre État fédéral et entités fédérées ne passe pas par une révision de la Constitution. Elle passe certes par des lois de réforme institutionnelle.

 

Demain, on peut dépecer l'État fédéral, en ce compris les compétences qui tiennent, à mes yeux, à l'essentiel de ses missions (la justice, la sécurité publique, la protection des droits et libertés), on peut porter atteinte aux compétences de l'État fédéral en ces matières sans modifier un iota de la Constitution. En effet, une jurisprudence de 2001 de la Cour d'arbitrage a ouvert la possibilité – je ne vais pas refaire ici la démonstration juridique; j'ai déploré cette évolution de la Cour d'arbitrage – d'effectuer des transferts de compétences en ces matières que l'on estimait réservées à la loi fédérale. La Cour d'arbitrage a estimé que la notion de loi devait être interprétée différemment. Dès lors, demain, si une majorité des deux tiers (majorité qualifiée avec les règles de quorum et de majorité dans chaque groupe linguistique) existait au sein du Parlement fédéral, on pourrait avoir la course vers le confédéralisme qu'appellent de leurs vœux une partie importante des représentants politiques du Nord du pays.

 

Aussi, ne faisons pas croire aux citoyens qu'en rendant immuable la Constitution, on les protège du pire!

 

Que reste-t-il comme articles susceptibles de faire l'objet de controverses et de débats? L'article 144 et l'article 195. L'article 144 en lui-même n'est pas porteur d'une évolution vers le confédéralisme ou alors, il faudrait être particulièrement très créatif pour tenter de loger dans cet article une telle évolution. Mais cela n'a rien à voir avec les réformes institutionnelles au sens classique.

 

M. Bacquelaine a clairement défini dans quel esprit et avec quelle volonté, nous acceptions de soumettre cet article à révision. Pour me référer à un autre courant de pensée juridique dû à un autre professeur d'université, nous ne nous inscrivons nullement dans une évolution qu'appellent de leurs vœux un certain nombre d'auteurs de la doctrine juridique, qui cultivent une méfiance maladive à l'égard du pouvoir judiciaire et qui voudraient, à force de réaffirmer la primauté du pouvoir législatif sur tout autre pouvoir, permettre à ce dernier d'interférer dans le cours d'un contentieux, au point de dicter la loi aux juges.

 

Ce sont des pratiques qui relèvent de l'Ancien Régime ou de régimes à orientation très peu démocratique que l'on essaie de supprimer dans un certain nombre d'États, pratiques que même le Conseil de l'Europe, via notamment la Cour européenne des droits de l'homme, cherche à combattre. Dans une affaire récente qui a été soumise à la Cour européenne des droits de l'homme, la cour s'est émue, à bon droit, de ce qu'un président d'un État en voie de démocratisation, ex-pays de l'URSS, devait donner des instructions aux magistrats pour leur demander de sauvegarder les intérêts supérieurs de la nation, au mépris peut-être de l'État de droit. Il est évident que tous les procédés neutres ou moins neutres, qui visent à donner au pouvoir politique la possibilité de faire un coup de force dans le cadre de l'arbitrage que les juridictions doivent assumer dans le respect de la loi entre des intérêts contradictoires est évidemment insupportable à tout démocrate.

 

Je redis également ce qui suit: si l'intention de certains est de mettre au pas (pour parler clair) la Cour de cassation qui a le courage de faire évoluer notre État de droit en admettant le principe de la responsabilité de l'État, en ce compris pour les lacunes du pouvoir législatif, nous ne prêterons pas notre concours à de telles évolutions qui viseraient tout simplement à affirmer la force politique face aux citoyens, car nous privilégierons toujours le droit des citoyens face aux abus, aux lacunes, aux insuffisances du pouvoir, qu'il soit législatif ou exécutif. Voilà le premier sujet qui peut faire l'objet d'interrogations et d'interprétations.

 

Deuxième article: l'article 195. En 2003, quand on a soumis cet article à révision, je me suis abstenu. Soyons honnêtes, nous n'avons pas vu au cours de cette législature constituante la moindre initiative pour porter atteinte aux principes que consacre l'article 195. Que devons-nous préserver de la logique de l'article 195? Le principe essentiel qui veut qu'on ne puisse pas faire un travail constituant à la carte, c'est-à-dire pour régler une situation éventuellement unique, qui se présenterait en raison d'une conjoncture politique déterminée et qui entraînerait la volonté de régler le problème en remettant en cause des principes constitutionnels essentiels.

 

Voilà pourquoi aussi, je reste attaché à une procédure sur le temps de deux législatures. Mais je ne vois pas pourquoi nous ne pourrions pas renforcer les protections dues notamment à la minorité francophone de ce pays, en alignant les majorités constitutionnelles sur les majorités qualifiées exigées pour les lois de réforme institutionnelle. Là aussi, une partie de la doctrine – je pense notamment au professeur Dumont – a plaidé dans ce sens. Tout ce qui fera en sorte que la révision de la Constitution ne sera justement pas un processus accéléré, évalué uniquement en fonction d'impératifs politiques d'un moment mais s'inscrira dans une logique de pérennité des principes essentiels de la Constitution, me paraît mériter débat et réflexion.

 

À ceux qui criaient au loup à la veille de la dernière déclaration de révision de la Constitution en 2003, l'actualité de cette législature constituante a démontré que leurs craintes étaient moins fondées qu'ils ne le prétendaient.

 

Tirons-en donc aujourd'hui le bilan. La présente déclaration de révision offre des possibilités nouvelles de moderniser la démocratie, qui n'appellent pas dans leurs conséquences un grand bouleversement de l'État fédéral belge. Et j'ajoute: à supposer même que l'article 195 soit révisé au cours de la prochaine législature constituante, il ne serait pas constitutionnellement concevable que la nouvelle procédure qui serait issue de la révision de l'article 195 s'applique déjà au cours de la prochaine législature. Cela signifie que l'on ne pourrait pas, par une procédure de révision adaptée, réviser durant la prochaine législature ce qui n'a pas été soumis à révision par l'actuelle déclaration.

 

Il s'agit donc d'une protection essentielle permettant d'éviter les dérives que d'aucuns craignent. C'est pourquoi je crois que la déclaration de révision de la Constitution qui nous est soumise est loin d'annoncer un bouleversement institutionnel de l'État; elle appelle plutôt une modernisation de la démocratie.

 

Le président: Merci, monsieur Maingain. La parole est au gouvernement, qui va répondre brièvement, je pense. Ensuite, je ferai l'une ou l'autre communication et je suspendrai la séance de l'après-midi.

 

34.58  Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, chers collègues, je reviens brièvement sur quelques éléments évoqués lors cette discussion. Nous avons déjà eu l'occasion d'échanger très longuement sur un certain nombre de points en commission.

 

La question vient d'être évoquée à plusieurs reprises dans ce débat: faut-il, oui ou non, soumettre à révision un certain nombre d'articles de la Constitution? Le gouvernement peut comprendre qu'il y ait des opinions différentes sur la nécessité de soumettre à révision l'un ou l'autre article déterminé de la Constitution. Le gouvernement n'a d'ailleurs pas présenté une liste reprenant l'ensemble des articles. Je vous avouerai néanmoins, monsieur le président, que je ne comprends pas très bien le refus de soumettre à révision un quelconque article de la Constitution. Cela dépasse un peu l'entendement. On peut s'opposer à la déclaration à révision de l'un ou l'autre article. C'est logique dans un parlement! Vous savez qu'il n'y a pas de vote d'ensemble; on procède article par article.

 

J'ai eu l'occasion de participer à un certain nombre de débats dans cette assemblée. Par exemple, en ce qui concerne la proposition du gouvernement d'ajouter un alinéa à l'article 23 concernant le droit du citoyen à un service universel en matière de poste, de communication et de mobilité, je dois vous avouer que je pensais que ce point allait recueillir l'unanimité. Nous verrons si, même sur un tel sujet, il y a une volonté de s'opposer purement et simplement à la déclaration de révision. Si c'était le cas, il faudrait alors chercher les raisons ailleurs, dans un débat qui n'a probablement plus rien à voir avec la déclaration elle-même.

 

Je pourrais citer toute une série d'autres articles pour lesquels nous souhaitons vraiment que le travail puisse avoir lieu pendant la prochaine -législature, comme il a d'ailleurs eu lieu au cours des législatures précédentes. On vient encore de réviser quelques articles qui me paraissent avoir un impact important pour l'ensemble des citoyens. Je tenais à le préciser. J'espère simplement n'avoir visé aucun parlementaire en particulier en disant cela. J'espère encore qu'à l'occasion du vote, nous pourrons recueillir un assentiment très large sur un certain nombre d'articles qui, manifestement, ne peuvent constituer, à travers leur révision, qu'un progrès évident pour l'ensemble des habitants de notre pays.

 

34.59  Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, j'aurais déjà voulu m'exprimer au moment de l'intervention de M. Maingain. Je me permets donc de le faire maintenant.

 

Monsieur le ministre, je suppose que vous avez bien écouté mon intervention de tout à l'heure. Je répète qu'intellectuellement et à titre personnel, je pense qu'un certain nombre d'articles de la Constitution pourraient effectivement être modifiés ou ajoutés.

 

Toutefois, monsieur le ministre, chacun sait très bien que cette liste d'articles constitue un tout. On sait que si on ne déclare révisables que certains articles et qu'on en retire d'autres, cela ne conviendra plus à certains. Cette liste - je le répète - constitue un tout, la preuve en est qu'il s'agit de la même liste que celle de 2003.

 

Il est vrai que l'on aurait pu accepter de jouer le jeu, de faire partie des personnes qui, soi-disant, peuvent choisir, dans la liste, les articles à réviser. Mais vous savez pertinemment que la liste proposée par le gouvernement constitue un tout et que si certains articles sont retirés de cette liste, ce ne sera jamais le cas des articles 195 et 144, par exemple, avec le danger qu'induit leur révision, comme l'a évoqué M. Maingain tout à l'heure.

 

Je voudrais également rappeler que ce n'est pas non plus parce que l'on refuse toute révision de la Constitution qu'il n'y aura pas de débat institutionnel. Je ne peux qu'être d'accord avec vous sur ce point, monsieur Maingain.

 

Le tout, c'est de ne pas ouvrir la boîte de Pandore, de ne pas ouvrir encore plus grande la porte.

 

Mais je répète que cela forme un tout. C'est la raison pour laquelle nous préférons un "stop" plutôt que d'ouvrir totalement la boîte de Pandore.

 

34.60  Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, je voudrais simplement rappeler à M. Wathelet que le gouvernement a effectivement déposé un projet de déclaration. Toutefois, la Chambre et le Sénat doivent s'exprimer séparément, avec la capacité pour l'une ou l'autre assemblée de ne pas reprendre l'un ou l'autre texte. Votre argument n'a donc pas beaucoup de sens.

 

Dans ce cadre - vous le savez très bien -, à la fin de nos travaux, seuls les articles qui auront été repris par les trois intervenants – gouvernement, Chambre, Sénat – seront retenus.

 

Monsieur le président, si nous avions décidé de suivre le raisonnement que vient d'évoquer M. Wathelet - j'ai pourtant lancé un appel pour que l'on puisse au moins voter très largement sur certains textes –, un certain nombre de dispositions ne pourraient pas être révisées au cours de la prochaine législature. Pourtant, la révision de l'article 23, mais aussi l'introduction au titre II d'un article nouveau visant à permettre de garantir la jouissance des droits et libertés aux personnes handicapées, devraient pouvoir rencontrer l'assentiment d'une très large majorité de cette assemblée.

 

Si l'on suit votre raisonnement, aucun de ces textes ne pourra être révisé. Je trouve cela regrettable. En tout cas, j'estime regrettable que vous ne vous associiez pas à ce genre de démarches qui me paraissent particulièrement importantes. Passons, on pourra prendre une liste complète en la matière.

 

Un deuxième débat qui a eu lieu porte sur le sens qu'on veut donner à la déclaration de révision pour certains articles.

 

Il y a évidemment, dans la déclaration de révision, des précisions indiquées pour donner le sens en termes d'instauration – je viens d'en lire deux – de droits nouveaux ou d'extension de droits existants.

 

Il y a effectivement des articles qui sont soumis à révision et pour lesquels le débat aura essentiellement lieu dans les assemblées constituantes. On vient de l'entendre. C'est particulièrement vrai pour l'article 144, pour lequel on constate un certain nombre d'orientations différentes. Je rappelle que ce texte a été repris en commission à la suite d'amendements déposés par certains parlementaires, avec la volonté d'ouvrir un très large débat.

 

En ce qui concerne l'article 195, s'il y avait une vision claire et unique pour réviser cet article, il l'aurait déjà été. Il était soumis à révision depuis quelque temps. Il y aura un débat dans les assemblées constituantes. Je ne pense pas qu'on puisse demander un excès de précisions sur la modalité requise en la matière.

 

Monsieur le président, je voudrais – pour ne pas y revenir à l'occasion de la discussion sur les articles – reprendre en outre un élément qui a été débattu également au Sénat, à la suite de l'amendement déposé à la Chambre.

 

Il y a eu plusieurs amendements déposés en commission à la Chambre, sur demande du Parlement, lors de révisions précédentes. Je pense à l'article 7bis, au 22bis qui était aussi soumis à révision et qui faisait l'objet de débats en commission, au 144 que je viens d'évoquer mais aussi à l'idée d'insérer dans le titre III un article nouveau relatif à l'introduction de la seconde lecture à la Chambre des représentants. C'est un texte qui figurait d'ailleurs dans le projet introduit en 2003 mais qui n'avait pas été retenu en bout de course. La commission du Sénat qui vient d'examiner ces textes a décidé de ne pas retenir, pour ce qui la concerne, cet amendement et ce, en accord avec le gouvernement qui était représenté par mon collègue, Renaat Landuyt.

 

La commission a estimé que cette discussion pouvait faire l'objet du débat concernant la révision des articles 77 et 78 qui sont déclarés ouverts à révision.

 

Je pense qu'à partir du moment où il y a un accord complet pour le reconnaître, y compris la possibilité d'une deuxième lecture à la Chambre ou d'une amélioration de la qualité des textes par la Chambre, cela peut faire l'objet d'un débat à l'occasion de la révision des articles 77 et 78, et je pourrais ajouter l'article 81, alinéas 2 à 6, qui est ouvert à révision.

 

Je crois que l'on pourrait ne pas retenir en bout de course la proposition d'insérer cet article nouveau dans le chapitre 1er du titre III. Je vous propose – mais c'est à la Chambre d'en décider – de voter contre le texte qui avait été introduit en commission, comme le Sénat le fera également. Il n'y a pas de doute sur la possibilité de développer un débat de même nature à l'occasion de la révision d'autres articles de la Constitution.

 

Aller dans le même sens dans les deux assemblées me semble être une démarche tout à fait utile. Vos collègues sénateurs reconnaissent également que la double lecture à la Chambre peut être introduite d'une autre manière pour améliorer la qualité des lois.

 

Mijnheer de voorzitter, ten slotte wil ik iets zeggen omtrent het laatste betoog van de heer Tant, niet alleen als lid van de regering.

 

Als lid van de twee laatste regeringen had ik meermaals contact met de heer Tant in verschillende commissies. Ik heb echter ook de kans gehad om gedurende een aantal jaren een collega te zijn van de heer Tant, toen hij fractieleider was. Ik zat destijds in de oppositie.

 

(…): (…)

 

34.61 Minister Didier Reynders: Mijnheer Tant, het is zeer interessant om onze contacten in ogenschouw te nemen, telkens vanuit een andere positie, dus toen ik deel uitmaakte van de meerderheid en nu – spijtig genoeg voor u misschien, maar dat weet ik niet – dat ik deel uitmaak van de meerderheid. Onze contacten weren evenwel steeds van dezelfde aard.

 

Mijnheer Tant, het was een zeer goede periode voor mij, niet het feit dat ik in de oppositie zat, maar dat ik zeer goede contacten had met u als fractieleider in de meerderheid. Ik hoop dat u, als lid van de oppositie, ook zeer goede contacten hebt gehad met mij en met andere collega's in de regering.

 

Ik dank u voor de zeer goede debatten die wij voerden in dit halfrond en in de commissies. Hopelijk zullen wij nog debatten voeren, op andere plaatsen. Wie weet?

 

34.62  Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wil natuurlijk eerst de minister bedanken voor die woorden. We hebben elkaar altijd persoonlijk gekend en wat mij betreft ook gewaardeerd. Op dat punt is het dus wederkerig.

 

Dat mag mij er echter niet van weerhouden om een paar punten…

 

De voorzitter: Sommigen hebben het moeilijk om hun karakter te verbergen.

 

34.63  Paul Tant (CD&V): Dat is waar.

 

Ik kom even terug op een aantal klemtonen die ik in mijn eigen tussenkomst heb gelegd. Mijnheer de minister, wat betreft de mogelijkheid voor de Kamer om een tweede lezing te hebben, verwijst u naar de mogelijkheid om de artikelen 77 en 78 van de Grondwet aan te passen. Het zou de duidelijkheid dienen als men in de motivatie voor de inherzieningstelling van die twee artikelen minstens uitdrukkelijk zou verwijzen naar de mogelijkheid, de ambitie en de bedoeling om ook deze aangelegenheid…

 

Mijnheer de minister, zo hoort het immers eigenlijk te gebeuren. U en uw collega’s uit de regering hebben geprobeerd een antwoord te vinden op het probleem dat in het debat in de Senaat is gebleken. Daar zei men dat men u op dit punt niet volgde. U hebt gezegd dat we dat desnoods kunnen regelen door de herziening van de artikelen 77 en 78. Ik herhaal dat het de klaarheid zou dienen als dit dan ook in de motivatie bij die twee artikelen zou voorkomen. Dat is een van de redenen waarom ik het hier uitdrukkelijk zeg. Misschien maakt dat de zaak iets gemakkelijker mogelijk. We zullen wel zien wie daar dan verantwoordelijkheid voor draagt.

 

Mijnheer de minister, ik heb u instemmend zien knikken toen ik u vroeg wat de houding van de regering was in verband met de herziening van artikel 195. Ik vroeg of het de bedoeling was om de vraag simpel te stellen, of het de bedoeling was om te zorgen voor een dubbele meerderheid voor alles wat de grondwetsherziening aangaat dan wel of het de bedoeling was om de richting uit te gaan van een versoepeling van de procedure zoals door sommigen, onder meer collega Lambert, werd aangekondigd.

 

34.64 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Tant, het is de bedoeling om de procedure moderner te maken, weliswaar met een aantal waarborgen. Ik heb een aantal artikelen gelezen van verschillende specialisten met betrekking tot de herziening van artikel 195, waarin een aantal mogelijke pistes werd gegeven.

 

Voor de herziening van de Grondwet is er nu op technisch vlak geen eenparigheid of zelfs geen tweederde meerderheid voor een specifieke oplossing. Wij willen echter wel een modernisering van de procedure met een aantal waarborgen. Het zal de taak van de volgende grondwettelijke kamers zijn om een grondig debat ter zake te voeren. Dat was reeds de redenering in 2003. Misschien kan dat in de volgende legislatuur. Ik denk echter dat er een consensus bestaat voor een modernisering van de procedure. Het heeft geen zin om de huidige tekst te blijven hanteren voor de herziening van alle artikelen van de Grondwet.

 

Ik herhaal, de doelstelling is de modernisering met een aantal waarborgen, zonder dit daarom te preciseren in een nieuwe tekst. Mijnheer Tant, u wil misschien een enkele oplossing, maar ik heb ook al voor artikel 144 gezegd dat verschillende pistes mogelijk zijn, niet alleen op technisch vlak. Er zijn verschillende evoluties mogelijk en ik heb ter zake ook een aantal meningen gehoord. Dit zal een zeer interessant debat zijn in de volgende legislatuur.

 

34.65  Paul Tant (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik zal er niet meer bij zijn, vandaar misschien mijn vraag om meer duidelijkheid. Geef toe, mijnheer de minister, dit is een merkwaardige evolutie. De regering dient een tekst in en de onderscheiden fracties van de meerderheid hebben een afwijkende interpretaties over de intenties van dezelfde tekst.

 

De voorzitter: De volgende Kamer, die grondwetgevend wordt geacht, zal ervan maken wat zij ervan wenst te maken.

 

De algemene bespreking is gesloten.

 

35 Agenda

35 Agenda

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 25 avril 2007, je vous propose d'inscrire à l'ordre du jour de la séance plénière de cet après-midi:

- le projet de révision de l'article 142 de la Constitution (transmis par le Sénat) (n° 1727/1);

- le projet de modification de la terminologie de la Constitution (transmis par le Sénat) (n° 1728/1).

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 25 april 2007, stel ik u voor op de agenda van de plenaire vergadering van deze namiddag in te schrijven:

- het ontwerp tot herziening van artikel 142 van de Grondwet (overgezonden door de Senaat) (nr. 1727/1);

- het ontwerp tot wijziging van de terminologie van de Grondwet (overgezonden door de Senaat) (nr. 1728/1).

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

Stilaan wordt de agenda van morgen zwaarder dan ik ooit had gedacht, tenzij men natuurlijk kort zal zijn over de resoluties. Ik zal de Kamer straks vragen of zij ze op de agenda wil plaatsen voor morgen.

 

Ik heb ook gezegd dat de commissie voor de Justitie niet mag plaatsvinden gedurende deze debatten. Ik ga mijn houding ter zake niet veranderen.

 

Je lance un appel aux groupes et aux orateurs, car il y a beaucoup d'amendements. Comme le signalait M. le vice-premier ministre, leur traitement se fera article par article. Je ne pourrai donc pas demander un vote global.

 

Ik zal insisteren dat we zouden werken met zelfde stemmingen voor de artikelen.

 

35.01  Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, na de schorsing, bij de stemming over de amendementen, zullen wij een gesplitste stemming over de amendementen vragen, omdat ze een verschillende strekking hebben.

 

De voorzitter: Geen probleem. Ik zou het volgende vragen: concentreert u zich op de dingen die uzelf essentieel vindt, als ik dat zo mag zeggen. Ik heb niets te zeggen over het werk van de kamerleden; zij zijn autonoom en soeverein. Concentreert u zich in het debat op de essentie van de inhoud van uw voorstellen.

 

La séance est levée à 18.25 heures.

De vergadering wordt gesloten om 18.25 uur.

 

La séance est levée. Prochaine séance mercredi 25 avril 2007 à 18.45 heures.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 25 april 2007 om 18.45 uur.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 51 PLEN 283 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 51 PLEN 283 bijlage.

 

 

 


Détail des votes nominatifs

 

Detail van de naamstemmingen

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 001

 

 

Ja         

088

Oui

 

 

Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Collard, Cortois, Courtois, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Croo, de Donnea, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Lahaye-Battheu, Lambert Marie-Claire, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Mayeur, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mues, Pécriaux, Peeters, Perpète, Raemaekers, Roppe, Saudoyer, Swennen, Taelman, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van der Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Roy, Vautmans, Versnick

 

 

Nee        

038

Non

 

Annemans, Arens, Bultinck, Claes, Cocriamont, Colen, Creyf, De Groote, De Man, Depoortere, Deseyn, D'haeseleer, Drèze, Genot, Gerkens, Goyvaerts, Kelchtermans, Lanjri, Meeus, Mortelmans, Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Pieters, Salvi, Sevenhans, Tant, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera, Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy, Verhaegen, Wathelet, Wiaux

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 002

 

 

Ja         

085

Oui

 

 

Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Collard, Cortois, Courtois, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Croo, de Donnea, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Lahaye-Battheu, Lambert Marie-Claire, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Marghem, Marinower, Mayeur, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mues, Pécriaux, Peeters, Perpète, Raemaekers, Roppe, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman, Tilmans, Tommelein, Turtelboom, Van Campenhout, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Roy, Vautmans, Versnick

 

 

Nee        

015

Non

 

 

Annemans, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Man, Depoortere, D'haeseleer, Goyvaerts, Laeremans, Meeus, Mortelmans, Neel, Sevenhans, Van den Broeck, Van den Eynde

 

 

Onthoudingen

025

Abstentions

 

 

 

Arens, Claes, Creyf, De Groote, Deseyn, D'hondt, Drèze, Genot, Gerkens, Kelchtermans, Lanjri, Muylle, Nagy, Nollet, Pieters, Salvi, Tant, Van den Bergh, Van der Auwera, Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy, Verhaegen, Wathelet, Wiaux

 

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 003

 

 

 

Ja         

133

Oui

 

 

 

Annemans, Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes, Cocriamont, Colen, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Depoortere, Deseyn, Detiège, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, Gerkens, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Goyvaerts, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Kelchtermans, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Mayeur, Meeus, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mortelmans, Mues, Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Raemaekers, Roppe, Salvi, Saudoyer, Schoofs, Sevenhans, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Van Roy, Vautmans, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux

 

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 004

 

 

 

Ja         

117

Oui

 

 

 

Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Deseyn, Detiège, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, Gerkens, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Kelchtermans, Lahaye-Battheu, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Mayeur, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mues, Muylle, Nagy, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Raemaekers, Roppe, Salvi, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Van Roy, Vautmans, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux

 

 

 

Nee        

016

Non

 

 

Annemans, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Man, Depoortere, D'haeseleer, Goyvaerts, Laeremans, Meeus, Mortelmans, Neel, Schoofs, Sevenhans, Van den Broeck, Van den Eynde

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 005

 

 

Ja         

131

Oui

 

 

 

Annemans, Anthuenis, Arens, Avontroodt, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes, Cocriamont, Colen, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Depoortere, Deseyn, Detiège, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, Gerkens, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Goyvaerts, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Kelchtermans, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Malmendier, Marghem, Marinower, Mayeur, Meeus, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mortelmans, Mues, Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Raemaekers, Roppe, Salvi, Saudoyer, Schoofs, Sevenhans, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Van Roy, Vautmans, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux

 

 

 

Nee        

000

Non

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 006

 

 

Ja         

118

Oui

 

 

Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Deseyn, Detiège, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, Gerkens, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Kelchtermans, Lahaye-Battheu, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mues, Muylle, Nagy, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Raemaekers, Roppe, Salvi, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Van Roy, Vautmans, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux

 

 

Nee        

015

Non

 

 

Annemans, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Man, Depoortere, D'haeseleer, Goyvaerts, Laeremans, Meeus, Mortelmans, Neel, Schoofs, Van den Broeck, Van den Eynde

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 007

 

 

Ja         

118

Oui

 

 

Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Deseyn, Detiège, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, Gerkens, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Kelchtermans, Lahaye-Battheu, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mues, Muylle, Nagy, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Raemaekers, Roppe, Salvi, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Van Roy, Vautmans, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux

 

 

Nee        

016

Non

 

 

Annemans, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Man, Depoortere, D'haeseleer, Goyvaerts, Laeremans, Meeus, Mortelmans, Neel, Schoofs, Sevenhans, Van den Broeck, Van den Eynde

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 008

 

 

Ja         

124

Oui

 

 

Annemans, Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes, Colen, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Depoortere, Deseyn, Detiège, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Goyvaerts, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Kelchtermans, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mortelmans, Mues, Muylle, Neel, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Raemaekers, Roppe, Saudoyer, Schoofs, Sevenhans, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Van Roy, Vautmans, Verhaegen, Versnick

 

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

Onthoudingen

009

Abstentions

 

 

Arens, Drèze, Genot, Gerkens, Nagy, Nollet, Salvi, Wathelet, Wiaux

 

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 009

 

 

Ja         

112

Oui

 

 

Annemans, Arens, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Boukourna, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Claes, Cocriamont, Colen, Collard, Courtois, Creyf, De Bue, De Coene, De Coninck, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Permentier, Depoortere, Deseyn, Detiège, D'haeseleer, D'hondt, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, Gerkens, Ghenne, Giet, Goyvaerts, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Kelchtermans, Laeremans, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Massin, Mayeur, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mortelmans, Mues, Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Raemaekers, Roppe, Salvi, Saudoyer, Schoofs, Sevenhans, Storms, Swennen, Tant, Tilmans, T'Sijen, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Van Roy, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux

 

 

Nee        

000

Non

 

 

Onthoudingen

022

Abstentions

 

 

Anthuenis, Avontroodt, Borginon, Chevalier, Cortois, Daems, De Block, De Padt, Dierickx, Germeaux, Goris, Hove, Lahaye-Battheu, Lano, Marinower, Meeus, Taelman, Tommelein, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vautmans

 

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 010

 

 

Ja         

135

Oui

 

 

Annemans, Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes, Cocriamont, Colen, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Depoortere, Deseyn, Detiège, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, Gerkens, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Goyvaerts, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Kelchtermans, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mortelmans, Mues, Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Raemaekers, Roppe, Salvi, Saudoyer, Schoofs, Sevenhans, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera, Van der Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Van Roy, Vautmans, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux

 

 

Nee        

000

Non

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 011

 

 

Ja         

131

Oui

 

 

Annemans, Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes, Cocriamont, Colen, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Crem, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Depoortere, Deseyn, Detiège, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Galant, Geerts, Genot, Gerkens, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Goyvaerts, Gustin, Hasquin, Henry, Hove, Kelchtermans, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lanjri, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mortelmans, Mues, Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Raemaekers, Roppe, Salvi, Saudoyer, Schoofs, Sevenhans, Swennen, Taelman, Tant, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van den Eynde, Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Van Roy, Vautmans, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux

 

 

Nee        

000

Non

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 012

 

 

Ja         

137

Oui

 

 

Annemans, Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes, Cocriamont, Colen, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Crem, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Depoortere, Deseyn, Detiège, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, Gerkens, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Goyvaerts, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Kelchtermans, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mortelmans, Mues, Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Raemaekers, Roppe, Salvi, Saudoyer, Schoofs, Sevenhans, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Van Roy, Vautmans, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux

 

 

Nee        

000

Non

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 013

 

 

Ja         

117

Oui

 

 

Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Crem, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Deseyn, Detiège, Devlies, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Kelchtermans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mues, Muylle, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Raemaekers, Roppe, Salvi, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Van Roy, Vautmans, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux

 

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

Onthoudingen

020

Abstentions

 

 

Annemans, Bultinck, Cocriamont, Colen, De Man, Depoortere, D'haeseleer, Genot, Gerkens, Goyvaerts, Laeremans, Meeus, Mortelmans, Nagy, Neel, Nollet, Schoofs, Sevenhans, Van den Broeck, Van den Eynde

 

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 014

 

 

Ja         

093

Oui

 

 

Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Collard, Cortois, Courtois, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Croo, de Donnea, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mues, Pécriaux, Peeters, Perpète, Raemaekers, Roppe, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van der Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Roy, Vautmans, Versnick

 

 

Nee        

015

Non

 

 

Annemans, Bultinck, Colen, De Man, Depoortere, D'haeseleer, Goyvaerts, Laeremans, Meeus, Mortelmans, Neel, Schoofs, Sevenhans, Van den Broeck, Van den Eynde

 

 

Onthoudingen

028

Abstentions

 

 

Arens, Claes, Cocriamont, Creyf, De Crem, De Groote, Deseyn, Devlies, D'hondt, Drèze, Genot, Gerkens, Kelchtermans, Lanjri, Muylle, Nagy, Nollet, Pieters, Salvi, Tant, Van den Bergh, Van der Auwera, Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy, Verhaegen, Wathelet, Wiaux

 

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 015

 

 

Ja         

093

Oui

 

Anthuenis, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Collard, Cortois, Courtois, Daems, De Bue, De Coene, De Coninck, De Croo, de Donnea, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Detiège, Dierickx, Dieu, Douifi, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mues, Pécriaux, Peeters, Perpète, Raemaekers, Roppe, Saudoyer, Storms, Swennen, Taelman, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van der Maelen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Roy, Vautmans, Versnick

 

 

Nee        

015

Non

 

 

Annemans, Bultinck, Colen, De Man, Depoortere, D'haeseleer, Goyvaerts, Laeremans, Meeus, Mortelmans, Neel, Schoofs, Sevenhans, Van den Broeck, Van den Eynde

 

 

Onthoudingen

028

Abstentions

 

Arens, Claes, Cocriamont, Creyf, De Crem, De Groote, Deseyn, Devlies, D'hondt, Drèze, Genot, Gerkens, Kelchtermans, Lanjri, Muylle, Nagy, Nollet, Pieters, Salvi, Tant, Van den Bergh, Van der Auwera, Vandeurzen, Van Parys, Van Rompuy, Verhaegen, Wathelet, Wiaux

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 016

 

 

Ja         

136

Oui

 

 

Annemans, Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes, Cocriamont, Colen, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Bue, De Coene, De Coninck, De Crem, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Depoortere, Deseyn, Detiège, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, Gerkens, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Goyvaerts, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Kelchtermans, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mortelmans, Mues, Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Raemaekers, Roppe, Salvi, Saudoyer, Schoofs, Sevenhans, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Van Roy, Vautmans, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux

 

Nee        

000

Non

 

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 017

 

 

Ja         

127

Oui

 

 

Annemans, Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Cocriamont, Colen, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Crem, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Meyer, Denis, Déom, De Permentier, Depoortere, Deseyn, Detiège, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Goyvaerts, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Kelchtermans, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mortelmans, Mues, Muylle, Neel, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Raemaekers, Roppe, Salvi, Saudoyer, Schoofs, Sevenhans, Storms, Swennen, Taelman, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Van Roy, Vautmans, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux

 

 

 

Nee        

000

Non

 

 

Onthoudingen

004

Abstentions

 

Genot, Gerkens, Nagy, Nollet

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 018

 

Ja         

137

Oui

 

Annemans, Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes, Cocriamont, Colen, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Crem, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Depoortere, Deseyn, Detiège, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, Gerkens, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Goyvaerts, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Kelchtermans, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mortelmans, Mues, Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Raemaekers, Roppe, Salvi, Saudoyer, Schoofs, Sevenhans, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Van Roy, Vautmans, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux

 

 

Nee        

000

Non

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions

 

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 019

 

 

 

Ja         

132

Oui

 

Annemans, Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes, Cocriamont, Colen, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Crem, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Depoortere, Deseyn, Detiège, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Goyvaerts, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Kelchtermans, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mortelmans, Mues, Muylle, Neel, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Raemaekers, Roppe, Salvi, Saudoyer, Schoofs, Sevenhans, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Van Roy, Vautmans, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux

 

 

Nee        

000

Non

 

 

Onthoudingen

004

Abstentions

 

 

Genot, Gerkens, Nagy, Nollet

 

 

 

 

 

Naamstemming - Vote nominatif: 020

 

Ja         

137

Oui

 

 

Annemans, Anthuenis, Arens, Avontroodt, Bacquelaine, Baeke, Belhouari, Bellot, Bex, Bonte, Borginon, Boukourna, Bultinck, Burgeon, Cahay-André, Cavdarli, Chabot, Chastel, Chevalier, Claes, Cocriamont, Colen, Collard, Cortois, Courtois, Creyf, Daems, De Block, De Bue, De Coene, De Coninck, De Crem, De Croo, de Donnea, De Groote, Delizée, De Man, De Meyer, Denis, Déom, De Padt, De Permentier, Depoortere, Deseyn, Detiège, Devlies, D'haeseleer, D'hondt, Dierickx, Dieu, Douifi, Drèze, Ducarme Daniel, Ducarme Denis, Fournaux, Frédéric, Galant, Geerts, Genot, Gerkens, Germeaux, Ghenne, Giet, Goris, Goyvaerts, Gustin, Harmegnies, Hasquin, Henry, Hove, Kelchtermans, Laeremans, Lahaye-Battheu, Lalieux, Lambert Geert, Lambert Marie-Claire, Lanjri, Lano, Lejeune, Lenssen, Libert, Maene, Maingain, Malmendier, Marghem, Marinower, Massin, Mayeur, Meeus, Meeus, Michel, Monfils, Moriau, Mortelmans, Mues, Muylle, Nagy, Neel, Nollet, Pécriaux, Peeters, Perpète, Pieters, Raemaekers, Roppe, Salvi, Saudoyer, Schoofs, Sevenhans, Storms, Swennen, Taelman, Tant, Tilmans, Tommelein, T'Sijen, Turtelboom, Van Biesen, Van Campenhout, Vande Lanotte, Van den Bergh, Van den Broeck, Van den Eynde, Van der Auwera, Van der Maelen, Vandeurzen, Van Gool, Van Grootenbrulle, Van Lombeek-Jacobs, Van Parys, Van Rompuy, Van Roy, Vautmans, Verhaegen, Versnick, Wathelet, Wiaux

 

 

Nee        

000

Non

 

 

 

Onthoudingen

000

Abstentions