Séance plénière

Plenumvergadering

 

du

 

Jeudi 11 juin 2020

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Donderdag 11 juni 2020

 

Namiddag

 

______

 

 


La séance est ouverte à 14 h 14 et présidée par M. Patrick Dewael.

De vergadering wordt geopend om 14.14 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.

 

Le président: La séance est ouverte.

De vergadering is geopend.

 

Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans le Compte Rendu Intégral de cette séance ou son annexe.

Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het Integraal Verslag van deze vergadering of in de bijlage ervan.

 

Ministre du gouvernement fédéral présente lors de l’ouverture de la séance:

Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:

Sophie Wilmès.

 

Beste collega's, wij starten met de mondelinge vragen. Wij zullen vandaag geen actualiteitsdebatten inbouwen, omdat de verschillende vraagstellers verschillende thema's hebben genomen. Mevrouw de eerste minister, ze richten al hun vragen tot u, maar stellen vragen over verschillende aangelegenheden.

 

Questions

Vragen

 

01 Samengevoegde vragen van

- Jean-Marie Dedecker aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De gedoogde betogingen, de plunderingen en het geweld tegen de politie op 7 juni 2020" (55000805P)

- Tim Vandenput aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De betoging van 7 juni in het licht van een artikel in Het Laatste Nieuws van 11 juni" (55000807P)

- Dries Van Langenhove aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De rellen in Brussel in het licht van een artikel in Het Laatste Nieuws van vandaag" (55000810P)

- Franky Demon aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De betoging tegen racisme van vorige zondag in Brussel" (55000813P)

- Michel De Maegd aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De betoging in Brussel van 7 juni" (55000814P)

- Catherine Fonck aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De betoging van 7 juni" (55000821P)

- Peter De Roover aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "Betogingen in tijden van corona" (55000818P)

01 Questions jointes de

- Jean-Marie Dedecker à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Les manifestations tolérées, les pillages et les violences envers les policiers le 7 juin 2020" (55000805P)

- Tim Vandenput à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La manifestation du 7 juin à la lumière d'un article du Laatste Nieuws du 11 juin" (55000807P)

- Dries Van Langenhove à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Les émeutes à Bruxelles à la lumière d'un article du Laatste Nieuws d'aujourd'hui" (55000810P)

- Franky Demon à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La manifestation contre le racisme de dimanche dernier à Bruxelles" (55000813P)

- Michel De Maegd à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La manifestation du 7 juin à Bruxelles" (55000814P)

- Catherine Fonck à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La manifestation du 7 juin" (55000821P)

- Peter De Roover à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Les manifestations à l'heure de la crise du coronavirus" (55000818P)

 

01.01  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, ik ben een absolute tegenstander van racisme en discriminatie en zelfs een sympathisant van Black Lives Matter, maar vorige zondag zijn er blijkbaar veel mensen vergeten dat all lives matter.

 

Het is ook discriminatie van uw regering om te gedogen dat tienduizend mensen samenkomen, terwijl de brave burgers hoogstens met tien mensen aan tafel mogen zitten en met dertig mensen op een begrafenis.

 

Het is ook discriminatie dat tienduizend mensen mogen samenscholen zonder rekening te houden met de social distancing, terwijl de brave burgers 250 euro boete moeten betalen als ze te dicht bij elkaar op een bankje zitten.

 

Het is ook discriminatie dat tienduizend mensen de coronaregels mogen overtreden, terwijl het personeel in de ziekenhuizen uitgeput is door het verzorgen van de coronaslachtoffers. Het is spugen in het gezicht van onze zorgverleners die vrezen voor een heropflakkering van het virus. Wees dan niet verwonderd dat ze u straks de rug toekeren als u hen ooit nog eens bezoekt.

 

Het is ook discriminerend dat de politie pas mocht optreden toen de plunderingen begonnen en niet om de rooftochten te voorkomen van crimineel gespuis bij handelaars die al een uppercut kregen van het coronavirus en nu knock-out achterblijven met een leeggestolen winkel.

 

Het is ook discriminatie dat uw ministers hier telkens komen zeggen dat er nultolerantie tegen de draaideurcriminelen zal zijn, die altijd eerder thuis zijn van een arrestatie dan de politieagenten uit het ziekenhuis.

 

Ik heb meer racisme gezien door de uitwassen van de betoging dan er in de betoging werd aangeklaagd. Als dit antiracisme is, dan weet ik niet wat racisme is. Er is meer geweld en haat tegen de politie dan van de politie.

 

Mevrouw de eerste minister, wat zult u ondernemen tegen de organisatoren van deze betogingen en tegen de politici die dat mogelijk hebben gemaakt?

 

01.02  Tim Vandenput (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de eerste minister, collega's, voor ons, liberalen, is de vrijheid van meningsuiting een hoeksteen van onze maatschappij. Echter, in tijden van COVID-19-pandemie, waarin wij inwoners vragen drie maanden in hun kot te blijven en geen familie of vrienden te zien, waarin wij ondernemers verplichten hun zaak te sluiten en zij omzetverlies lijden en misschien werknemers moeten ontslaan, en waarin wij verzorgers, verplegers, verpleegsters en dokters vragen onze zieken te verzorgen, is het onverantwoord, onveilig en gewoon oerdom om samenkomsten zoals vorige zondag te organiseren en toe te laten.

 

Gisteren verklaarde minister De Crem in de commissie voor Binnenlandse Zaken dat bij die betoging het ministerieel besluit niet werd gevolgd. Hij gaf ook aan dat de burgemeester van Brussel verantwoordelijk is voor de organisatie van de betoging en dat, indien hij zijn verantwoordelijkheid niet neemt, minister-president Vervoort, die ook gouverneur van Brussel is, zijn verantwoordelijkheid moet nemen.

 

Mevrouw de eerste minister, die minister-president maakt deel uit van uw Nationale Veiligheidsraad en heeft mee de maatregelen goedgekeurd. Niettemin is hij niet in staat om wat hij mee heeft goedgekeurd en beslist, op het terrein toe te passen. Indien de Brusselse burgemeester en de Brusselse minister-president de orde niet kunnen handhaven, is het tijd dat zij hun conclusies trekken.

 

Indien over twee of drie weken de coronapandemie heropflakkert en er opnieuw meer patiënten in de ziekenhuizen worden opgenomen, zou de eerste vraag in de ziekenhuizen moeten zijn waar de betrokken besmette patiënten op 7 juni 2020 waren. Indien blijkt dat zij in Brussel waren, moet de ziekenhuisfactuur voor de behandeling van die patiënten integraal naar de stad Brussel en naar de heer Close worden gestuurd.

 

Mevrouw de eerste minister, wat is het resultaat van uw onderhoud met de Brusselse burgemeester?

 

Zult u aan de Brusselse minister-president vragen een onderzoek uit te voeren?

 

Komt er een ministeriële omzendbrief die bepaalt wanneer openbare manifestaties op het hele grondgebied kunnen en wat mag en niet mag?

 

01.03  Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de eerste minister, uw minister van Binnenlandse Zaken deed de afgelopen tijd nogal stoer. Iedereen die de coronamaatregelen overtrad, hoe onduidelijk of absurd die soms ook waren, kreeg een fikse boete. Uw stacaravan aan de kust bezoeken: boete. Met twee op een bank: boete. Met twee aan de toog: boete. De opening van een horecazaak samen met de collega's voorbereiden: boete. En nu krijgen zelfs de werknemers van Swissport op de luchthaven een boete. Zij zouden een boete krijgen, als ze samen rouwen om hun collectief ontslag. Er werden bijna 150.000 coronaboetes uitgedeeld.

 

Tot daar kunnen we nog enigszins volgen, maar wat zagen wij afgeopen weekend? Niet minder dan tienduizend mensen troepten samen in onze hoofdstad en brachten daarmee niet alleen onze volksgezondheid in gevaar, maar vandaliseerden ook onze straten en plunderden onze winkels.

 

Het ergste van al is dat uw eigen minister van Binnenlandse Zaken zijn steun had uitgesproken voor die plundertocht. Hij noemde de beslissing van de Brusselse burgemeester om de betoging door te laten gaan, een "verstandige beslissing". Hebt u uw regering nog wel in de hand, mevrouw de eerste minister?

 

Twee weken geleden zei minister De Crem na het incident in Anderlecht nog dat het de laatste keer zou zijn dat we geweld tegen de politiemensen zouden zien. Daar zou hij zelf voor zorgen. Maar wat zagen we afgelopen zondag? Politieagenten werden vernederd en bekogeld met kasseistenen en verkeerslichten en bovenal zagen we hoe politieagenten in de steek werden gelaten door de politiek, door u, door uw regering en door het Brusselse stadsbestuur. Het enige wat zij mochten doen, was incasseren. Zult u het nog langer blijven tolereren dat winkeleigenaars, burgers en politieagenten het slachtoffer worden van de wereldvreemdheid van uw regering?

 

Wat vindt u zelf van een minister van Binnenlandse Zaken die een dergelijke betoging toelaat en ze een verstandige beslissing noemt? Moeten wij als burgers daarin nog vertrouwen hebben?

 

01.04  Franky Demon (CD&V): Mevrouw de eerste minister, de gebeurtenissen in de Verenigde Staten hebben internationale weerklank gekregen. Racisme en discriminatie zijn onaanvaardbaar en eisen een antwoord van ons, politici. We moeten die strijd tegen racisme en discriminatie echter op een goede en slimme manier bepleiten.

 

Wat er zondag is gebeurd, is absoluut niet oké. Tienduizend mensen door de straten van Brussel jagen, terwijl grootouders hun kleinkinderen niet allemaal samen mogen zien, terwijl zorgverleners dag en nacht hebben gevochten om levens te redden van mensen die waren besmet met het coronavirus! Als binnen veertien dagen zou blijken dat er een stijging is van het aantal coronabesmettingen, dan mogen we met zijn allen kijken naar de straten van Brussel.

 

De voorbereiding van zo'n manifestatie en de beslissing daarover ligt bij de burgemeester. Hier heeft de burgemeester van Brussel een fout gemaakt. Ja, de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kon hem teruggefloten hebben en misschien daarna wel de minister van Binnenlandse Zaken. Was de heer De Crem niet duidelijk gisteren? De heer De Crem heeft gisteren gezegd dat hij met de heer Close had gebeld en dat die hem heeft verzekerd dat de social distancing in orde was en dat er mondmaskers zouden worden gedragen. Dit was niet zo, dit was niet oké. Is dit onwil? Is dit onkunde van de burgemeester van Brussel? Ik weet het niet, maar kijk naar de mensen die hun verantwoordelijkheid moeten opnemen. Na de betoging waren er dan nog eens plunderingen en werden auto's gevandaliseerd. Er was van alles en nog wat. Dit was niet goed, want dat sneeuwt als het ware de boodschap tegen racisme en discriminatie onder en doet ze vervagen.

 

Mevrouw de eerste minister, gaat u met mij akkoord dat de burgemeester deze manifestatie had moeten verbieden? Bent u het met mij eens dat in coronatijden zulke grote manifestaties niet kunnen plaatsvinden? Er moet wel vrije meningsuiting zijn, maar daar zijn misschien wel andere vormen voor.

 

01.05  Michel De Maegd (MR): Monsieur le président, madame la première ministre, la manifestation de ce 7 juin a suscité énormément de réactions. En effet, pas moins de 10 000 personnes se sont réunies dans un espace que l'on savait trop exigu – je dis, au passage, au Vlaams Belang que les règles sont tout aussi valables pour les parlementaires! –, et ce dans le non-respect des règles édictées par le Conseil national de sécurité (CNS). La manifestation a été suivie par des images d'émeutes, de destruction et de pillages qui ont choqué et terni l'image de la capitale de l'Europe.

 

La ville de Bruxelles connaît pourtant de très nombreuses manifestations sur son territoire, de sorte que nous pouvons difficilement invoquer un manque d'expérience en la matière. Ce qui s'est passé était dès lors prévisible et aurait pu être évité ou, à tout le moins, encadré et circonscrit, comme cela a été le cas dans d'autres villes telles que Liège, Anvers ou Gand.

 

La cause était noble et mérite toutes les manifestations du monde. Néanmoins, la période de crise sanitaire aurait dû dissuader le bourgmestre de Bruxelles d'organiser cet événement dans de telles conditions. Lors du CNS, vous avez vous-même affirmé, madame la première ministre, qu'il existait "une multitude de possibilités pour exprimer son soutien à une cause qui soient compatibles avec la période de crise sanitaire".

 

Jeudi dernier, en séance plénière, suite à ma question, vous déclariez sans ambiguïté: "Il semble que plus de 5 000 personnes auraient l'intention de se mobiliser. J'espère sincèrement que le bourgmestre trouvera avec les organisateurs une alternative à une manifestation qui serait contraire aux décisions prises pour protéger la population."

 

Deux jours avant les évènements, votre ministre de l'Intérieur prenait aussi un arrêté ministériel interdisant le rassemblement de plus de 10 personnes.

 

Tous ces appels n'ont malheureusement pas été entendus. Résultat: 33 policiers ont été blessés, 33 commerces ont été dégradés, pillés, sans oublier cette image négative de notre pays.

 

Les autorités locales et régionales se défaussent désormais de leurs responsabilités. Je déplore ce manque de courage politique alors qu'elles ont un représentant au sein du CNS.

 

Madame la première ministre, loin des polémiques bien trop stériles et dans un esprit constructif, que pouvez-vous leur répondre?  À l'avenir, comment pourraient s'organiser d'éventuelles demandes d'expression publique de la part des citoyens?

 

01.06  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, madame la première ministre, le message de la lutte contre le racisme doit être porté haut et fort. Il y a de multiples manières de l'exprimer. Ce dimanche, ce message aurait pu être porté tout aussi fort mais tout autrement. Je suis atterrée de voir ce qui s'est passé. Pensons d'abord aux policiers blessés et aux commerçants vandalisés victimes de ces dérapages violents et inacceptables.

 

En tant que médecin, je suis très inquiète des risques qui ont été pris pour la santé de tous ceux présents lors des manifestations mais également de tous ceux avec qui ils seront en contact dans les quinze jours qui viennent. Les mesures de distanciation physique n'ont pas été respectées.

 

Je trouve aussi que cela décrédibilise complètement les messages sur le plan sanitaire qui s'appliquent toujours, qui sont tellement importants pour protéger la santé des gens et pour éviter un rebond. Comment encore persuader chaque citoyen de poursuivre les efforts de distanciation physique, de ne se voir qu'à dix par semaine? Que dire à tous ceux qui n'ont aucune possibilité d'être aux côtés de leurs proches, en maison de repos, à l'hôpital, dans les institutions de personnes handicapées ou simplement entre amis de façon plus large?

 

Cette manifestation, assurément, certains l'ont tolérée. La commune, tout d'abord, ne pouvait pas la tolérer. La Région de Bruxelles-Capitale non plus. Mais, votre gouvernement, madame la première ministre, à défaut de prise de décision responsable aux niveaux local et régional, pouvait et devait l'interdire.

 

Le Conseil national de sécurité en a-t-il discuté? Quelle a été la décision du Conseil national de sécurité sur ces manifestations de dimanche? Enfin, comment gérer l'après sur le plan sanitaire? Emmanuel André a appelé à ce que tous ceux qui ont participé à la manifestation respectent strictement les gestes barrières pendant quinze jours pour protéger les autres. (…)

 

01.07  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de premier, zondag vond een manifestatie plaats die manifest inging tegen de coronamaatregelen. Die manifestatie werd in Brussel verbazingwekkend genoeg niet verboden. Een betoging tegen politiegeweld ontaardde op het einde in geweld tegen de politie. Dat is onaanvaardbaar in een rechtsstaat.

 

Van de bevolking werden maandenlang grote inspanningen gevraagd tegen een hoge prijs van sociale vereenzaming en verlies van rouwmomenten. In het politiek debat werd gewezen op het nobele doel van de manifestatie. De bevolking vraagt zich dan natuurlijk af of grootouders bezoeken in rustoorden, zieke, zelfs terminale familieleden bezoeken in een ziekenhuis, eenzamen bezoeken thuis of winkels 's ochtends opendoen geen nobele doelstellingen zijn. Dat zijn ze. Die maatregelen werden wel gehandhaafd. Blijkbaar is er een verschil in nobele doelstellingen. Dat maakt de bevolking terecht razend. Op vele politieke platformen gaf het aanleiding tot debatten.

 

De heer De Crem zei gisteren in de commissie: "Ik zal onmiddellijk na de vergadering naar het kernkabinet en de regering vertrekken en vragen dat zij mij de universele bevoegdheid geeft om op het terrein op te treden." Is dat gebeurd? Wat is daarvan het gevolg?

 

Zal u ingaan op onze vraag naar een onderzoek van de Algemene Inspectie van de federale en lokale politie?

 

U hebt burgemeester Close op het matje geroepen, terecht. Wat is daar afgesproken? Ik mag hopen dat zijn falen niet verdronken wordt in maatregelen die getuigen van wantrouwen in alle burgemeesters.

 

Minister-president Vervoort heeft in de commissie voor Binnenlandse Zaken van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement gezegd dat de Nationale Veiligheidsraad heeft gevraagd niet te verbieden, maar te tolereren. Hij eindigde met "L'un de nous deux ne dit pas la vérité." Kunt u zeggen wie van de twee dat was?

 

01.08  Sophie Wilmès, première ministre: Monsieur le président, il y a effectivement des drames qui suscitent l'émotion, la colère et la révolte, et ce partout dans le monde. Il y a aussi des combats qui ne connaissent pas de frontières, des combats qui doivent nous mobiliser toutes et tous, pas seulement aujourd'hui mais en tout temps. La lutte contre le racisme et la violence, quelle que soit sa forme, ne peut souffrir d'aucun compromis.

 

La mort de George Floyd nous a tragiquement rappelé les discriminations dont sont encore victimes de nombreuses personnes aujourd'hui. Face à cette injustice, face à cette violence, de nombreux citoyens ont voulu dire leur colère et, au-delà, leur détermination à combattre la haine de l'autre. Je l'ai dit et je le répète: je le comprends et je le souligne, c'est légitime. La cause est juste.

 

Cependant, nous devons tenir compte du contexte sanitaire auquel nous sommes confrontés depuis plusieurs mois. Celui-ci a fait de nombreuses victimes et mis le personnel soignant sous pression. Le fait que la situation épidémiologique s'améliore ne veut dire en rien qu'elle est réglée. Les libertés progressivement retrouvées ne signifient pas encore un retour à la vie d'avant. Le virus est malheureusement toujours parmi nous.

 

C'est pourquoi mercredi dernier, à l'issue du Conseil national de sécurité élargi aux ministres-présidents, j'avais très clairement indiqué, à nouveau sur la base des recommandations des experts, que tout rassemblement, quel que soit son objectif, aussi noble soit la cause, contrevient aux mesures prises par ce même CNS, compte tenu des risques que de tels rassemblements pourraient avoir sur la propagation de l'épidémie. Je l'ai indiqué clairement en conférence de presse parce que cela correspondait aux discussions que nous avions eues pendant ce Conseil national de sécurité, contrairement à ce que d'aucuns prétendent, même à la tribune de certains parlements.

 

Het is heel belangrijk eraan te herinneren dat deze regels er zijn om de bevolking te beschermen en niet, zoals soms schaamteloos wordt geïmpliceerd en zelfs openlijk wordt verklaard, om publieke manifestaties aan banden te leggen.

 

Afgelopen donderdag heb ik hier ook de wens geuit dat er een alternatief zou worden gevonden, dus geen demonstratie. Ik vond het dan ook bemoedigend dat in een bericht van Belga werd aangekondigd dat er een gesprek zou plaatsvinden tussen burgemeester Close en de organisatoren om te zoeken naar een veilige oplossing. Vrijdag kondigde de stad Brussel aan dat zij had besloten een zogenaamde statische actie te tolereren, zonder voorafgaand overleg met de minister van Binnenlandse Zaken.

 

Afgelopen zondag kwamen zo tienduizend mensen vreedzaam bijeen op het Poelaertplein in Brussel. De gewelddaden die na de demonstratie hebben plaatsgevonden, zijn uiteraard onaanvaardbaar en de daders ervan moeten worden vervolgd. Elke vorm van geweld is onaanvaardbaar. Er is een juridische taskforce ingesteld om de geweldplegers te identificeren. Er zijn al 39 arrestaties verricht, waaronder 7 gerechtelijk. Daarvan heeft het parket er één bevestigd.

 

Ik herinner u eraan dat de tuchtregeling voor burgemeesters die het ministerieel besluit niet respecteren, een regionale bevoegdheid is.

 

En tout état de cause, préserver la santé de nos concitoyens doit rester l'objectif prioritaire et la tenue d'une telle manifestation où la distanciation sociale est pratiquement impossible à respecter était et je le rappelle, formellement contraire aux directives du CNS.

 

Mardi, au surlendemain de la manifestation, j'ai eu une réunion très constructive et apaisée, c'est vrai, avec le bourgmestre de Bruxelles, Philippe Close. Cette réunion s'est clôturée sur un communiqué de presse commun confirmant clairement que toute manifestation reste contraire aux directives. Ce message vaut bien sûr pour toutes les villes et communes de Belgique.

 

Le communiqué de presse indiquait également que des perspectives allaient être données, à l'instar de ce qui a été fait pour d'autres pans de notre vie, pour permettre de s'exprimer publiquement en tenant compte de la situation sanitaire. Il n'est pas question de prévoir des exceptions aux règles valables pour tous, mais bien de voir comment organiser des demandes d'expression publique dans le respect des règles, qui doivent effectivement être suivies par tout le monde, peu importe le statut ou le rang.

 

Il est impératif que le message vis-à-vis de la population ne soit pas brouillé. On ne peut pas limiter drastiquement le nombre de personnes pour certains événements et constater au même moment que des milliers de personnes se réunissent sans contrainte.

 

Alors, oui, M. Emmanuel André a tweeté en demandant non pas de se mettre en quarantaine mais, d'après ce que je lis, de respecter les gestes barrières scrupuleusement pendant 15 jours. Bien sûr, la prudence et le bon sens voudraient que, d'abord, on ne participe pas à ce type d'événement mais que, quand on y participe, on sait qu'on prend un risque accru pour sa santé mais aussi pour la santé des autres. Dès lors, une prudence renforcée doit être de mise.

 

Ne nous trompons pas: le virus continue de faire des victimes. J'appelle donc chacune et chacun, comme je le fais régulièrement - mais je ne suis pas la seule, nous sommes nombreux à le faire depuis le début de la crise -, à continuer à faire preuve de responsabilité, à rester vigilant pour soi et surtout pour les autres. Je vous remercie.

 

01.09  Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mevrouw de premier, ik weet dat nadien verklaringen afleggen gemakkelijk is. Het Parlement heeft de regering volmachten toegekend, u beschikt dus over volmachten zoals in oorlogstijd. Achteraf dan komen zeggen dat u had moeten ingrijpen en dat men niet geluisterd heeft, is verkeerd. U had het kunnen voorkomen.

 

Ik ga even iets persoonlijks vertellen. Een maand geleden hadden we het hier over de tweedeverblijvers die nog niet naar de kust mochten gaan. U had toen een maatregel uitgevaardigd waarvan ik had gezegd dat die niet kon omdat wij dat niet meer konden handhaven. Ik heb toen aangekondigd dat ik niet meer zou controleren. Vervolgens ben ik van het Parlement naar huis gereden, waar ik een telefoontje kreeg van de gouverneur, de sheriff van West-Vlaanderen. Hij had toen van de procureur al de opdracht gekregen om te zeggen dat de gemeentepolitie eventueel zou worden overgenomen door de federale politie. Kom hier nu dus niet aan met de calimerohouding dat u het wel hebt gezegd maar dat men het niet heeft gedaan.

 

Ik wacht nu af welke straf u die burgemeester zult opleggen. Zult u daar de moed voor hebben? U hebt van het Parlement volmachten gekregen die u kunt gebruiken als het fout loopt, niet om de gewone mens opgehokt te houden en boetes te geven.

 

01.10  Tim Vandenput (Open Vld): Mevrouw de premier, ik dank u voor het zeer duidelijk antwoord. De afspraken van de Nationale Veiligheidsraad zijn niet nagekomen, het ministerieel besluit is niet gevolgd en we weten nu ook dat de minister-president van Brussel geen tuchtprocedure zal opstarten. Als de minister-president en de burgemeester de wet niet kunnen toepassen, dan meen ik dat het tijd is dat ze hun conclusies trekken.

 

Wat de betogers betreft, als er binnen enkele weken een opflakkering is van de coronacrisis, dan moet men eerst vragen waar de betrokkenen op 7 juni waren. De factuur voor de behandeling van die zieken moet dan naar de stad Brussel worden gestuurd.

 

We weten wie de relschoppers zijn en ze moeten snel bestraft worden, want hun gedrag is ontoelaatbaar. Voor mijn part moeten ze de boel helpen opkuisen. Verder moet ook de factuur voor het herstellen van de handelszaken naar de heer Close gestuurd worden.

 

01.11  Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de premier, telkens wanneer u of collega's-Parlementsleden spreken over geweld tegen de politie, dan spreken jullie over een kleine groep jongeren in bepaalde wijken die geen respect hebben voor de politie. Maar wees nu toch eens eerlijk, kijk naar de realiteit. Het gaat niet over een kleine groep jongeren, maar over een zeer groot deel van de bevolking, dat trouwens nog groeit zolang de grenzen wagenwijd openstaan. Het gaat ook niet over bepaalde wijken, maar wel over elke stad in ons land. In elke stad in België waar de zo door jullie geliefde multicultuur opduikt, moeten politieagenten ogen op de rug hebben.

 

Het gaat overigens evenmin over een gebrek aan respect voor de politie. Het gaat om bruut fysiek geweld, niet alleen tegen politieagenten, want ook buschauffeurs worden aangevallen, brandweermensen worden in de val gelokt en ambulanciers moeten tegenwoordig al steekwerende vesten dragen. Prachtig toch, die multicultuur? Doe die politiek correcte oogkleppen nu eens eindelijk af en kijk eens naar de realiteit, mevrouw de eerste minister.

 

01.12  Franky Demon (CD&V): Mevrouw de eerste minister, bedankt voor uw duidelijk antwoord; dat appreciëren wij. Het komt nu duidelijk de regio toe om zaken te ondernemen. Ik heb ook goed begrepen dat de minister van Binnenlandse Zaken niet bij de eindbeslissing betrokken was.

 

Nog veel belangrijker is dat het recht op vrije meningsuiting, zeker als het gaat over racisme en discriminatie, moet blijven bestaan. Daartoe moeten we de juiste vormen vinden.

 

Sommige collega's-politici die deelnamen aan die betoging, hebben gezegd dat zij gerust veertien dagen in quarantaine willen blijven. Welnu, vergeet alstublieft niet dat meerdere zelfstandigen, hardwerkende werknemers en ouders die optie niet hebben. Laten we dat misschien toch ook even meenemen.

 

01.13  Michel De Maegd (MR): Merci pour votre réponse limpide. Permettez-moi donc de vous donner ma vision de la gestion de cette manifestation, et d'une fable connue, dans l'actuel "poto-poto" politique bruxellois. Il vous faudra un peu de concentration.

 

Il était une fois quatre individus qu'on appelait Tout le monde, Quelqu'un, Chacun et Personne. Il y avait un important travail à faire: trouver une alternative à une manifestation en respectant les règles du CNS. On a demandé à tout le monde de le faire. Tout le monde était persuadé que quelqu'un le ferait. Chacun pouvait l'avoir fait, mais en réalité personne ne le fit. Quelqu'un se fâcha, car c'était le travail de tout le monde. Tout le monde pensa que chacun pouvait le faire, et personne ne doutait que quelqu'un le ferait. En fin de compte, tout le monde fit des reproches à chacun parce que personne n'avait fait ce que quelqu'un aurait pu faire. Chers collègues, je vous le concède, c'est une version un peu caricaturale, mais elle illustre à merveille la situation. Moralité: sans vouloir le reprocher à tout le monde, il serait bon que chacun fasse ce qu'il doit sans nourrir l'espoir que quelqu'un le fasse à sa place. Car l'expérience montre que là où on attendait quelqu'un dimanche dans le "poto-poto" bruxellois, on n'a trouvé personne.

 

01.14  Catherine Fonck (cdH): Madame la ministre, la seule chose que je retiens de toute cette histoire, c'est que la règle, d'abord et avant tout la règle sanitaire, n'a pas été respectée. Beaucoup de gens pouvaient intervenir. Chaque niveau de pouvoir pouvait prendre la main en assumant ses responsabilités: la Ville de Bruxelles, la Région de Bruxelles-Capitale, le gouvernement fédéral. Tous ces niveaux de pouvoir se renvoient la balle. Et comme le disait mon collègue à l'instant, tout le monde pouvait intervenir. En l'occurrence, ces trois niveaux de pouvoir-là le pouvaient, et aucun de ces trois niveaux de pouvoir n'est intervenu. Les grands perdants sont d'abord les citoyens, et en fin de manifestation, les commerçants et les policiers blessés. La grande perdante, madame la première ministre, est d'abord et avant tout la santé. J'ose espérer que cela ne se reproduira plus. Je vous remercie.

 

01.15  Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord. Wij hebben eruit geleerd dat de socialistische burgemeester van Brussel onbekwaam is en dat de socialistische minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelogen heeft. Dat zijn twee feiten die maken dat zij beter de eer aan zichzelf houden.

 

Ik wil hier mijn solidariteit uitspreken. Ik hoop dat dit de nodige gevolgen heeft in dit Huis. Solidariteit met de politieagenten die het slachtoffer waren van brutaal geweld en met de door vandalisme getroffen handelaars.

 

In dit verband richt ik mij tot de collega's van de groene fractie met de vraag of zij al afstand hebben genomen van de tweet van de groene partijvoorzitter, waarin zij de verschrikkelijke gebeurtenissen met George Floyd zowaar in verband heeft gebracht met het functioneren van onze ordediensten. Dit is het gedrag van een politieke pyromaan en kan worden geïnterpreteerd als een vrijgeleide om geen respect te hebben voor de politiediensten, waarvan geïnsinueerd wordt dat zij zich schuldig maken aan structureel racistisch gedrag.

 

Dit getuigt van een absoluut gebrek aan politieke verantwoordelijkheid en verdient ons aller minachting en afkeuring, en ik hoop dat de groene fractie zich daar nu eindelijk bij aansluit.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

02 Questions jointes de

- Hugues Bayet à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La saga des masques commandés par le gouvernement fédéral" (55000801P)

- Julie Chanson à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La communication concernant l'utilisation du masque buccal" (55000808P)

- François De Smet à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Les masques fédéraux non conformes aux recommandations" (55000812P)

- Sofie Merckx à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Les masques commandés par le gouvernement" (55000819P)

- Georges Dallemagne à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La conformité des masques buccaux" (55000820P)

- Michael Freilich à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Les masques buccaux produits par la société Avrox" (55000824P)

02 Samengevoegde vragen van

- Hugues Bayet aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De saga van de door de federale regering bestelde mondmaskers" (55000801P)

- Julie Chanson aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De communicatie over het gebruik van een mondmasker" (55000808P)

- François De Smet aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De door de federale regering bestelde mondmaskers die niet conform de aanbevelingen zijn" (55000812P)

- Sofie Merckx aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De door de regering bestelde mondmaskers" (55000819P)

- Georges Dallemagne aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De conformiteit van de mondmaskers" (55000820P)

- Michael Freilich aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De mondmaskers van de firma Avrox" (55000824P)

 

02.01  Hugues Bayet (PS): Madame la première ministre, j'aurais préféré ne pas vous interroger sur cette saga des masques mais nous devons tirer les leçons de cet échec patent de la distribution des masques par votre gouvernement.

 

C'est évidemment un échec du gouvernement fédéral puisque nous avons tous vu les délais nécessaires pour que la Défense soit saisie du marché. Je remercie par ailleurs les fonctionnaires qui ont travaillé sur le dossier. Quatre ministres se sont refilé la patate chaude pour finalement arriver à cet échec alors que nous étions dans une situation d'urgence et de pénurie mondiale. La situation belge était aggravée puisque le précédent gouvernement avait détruit nos stocks stratégiques.

 

C'est un échec dans la gestion du temps. La distribution commencera le 15 juin alors que le déconfinement a commencé le 4 mai. Il aura fallu un mois et demi pour qu'on distribue un masque à nos concitoyens. On attend des hommes et femmes politiques, surtout en période de crise, qu'ils rassurent et protègent la population. Clairement, votre gouvernement a failli.

 

C'est un échec économique. Comme la loi sur les marchés publics vous le permet, si vous aviez lancé un marché à lots, nos entreprises belges qui ont pignon sur rue auraient probablement pu vous fournir à temps. Les dizaines de millions d'euros qu'ont coûté ces masques seraient alors restés dans l'économie belge. Vous savez comme moi qu'on en a bien besoin.

 

C'est un échec sanitaire. Alors que vous répétez inlassablement – et à raison – qu'il faut respecter les recommandations du CNS, votre propre gouvernement ne le fait pas. Alors que c'était une condition du marché public, les masques que vous avez distribués ne peuvent pas être lavés à 60 degrés. J'espère d'ailleurs qu'aucune société belge n'a été exclue du marché pour cette raison.

 

Il reste à nos pharmaciens à recommander à nos concitoyens de mettre ces masques en quarantaine pendant 72 heures – trois jours! – après leur utilisation.

 

Il ne sert plus à rien de pleurer sur le lait répandu, il faut tirer les conclusions de cette histoire, qui n'est pas un sketch!

 

Madame la première ministre, est-ce l'ensemble des masques ou simplement le lot luxembourgeois qui ne peut être lavé à 60 degrés? Pourquoi n'êtes vous pas passée par un marché public à lots, comme l'ont fait la plupart des communes, qui aurait pu bénéficier à nos entreprises belges? Comptez-vous modifier la loi sur les marchés publics et ainsi permettre aux autorités publiques, en cas de crise, de travailler sous la forme de centrales d'achat, ce qui pourrait simplifier le modèle? (…)

 

02.02  Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la première ministre, le port du masque constitue une condition essentielle de la sortie de la pandémie. Dans le train, les magasins, les écoles, l'espace public, c'est l'outil indispensable pour lutter contre le virus. Aujourd'hui, il est accepté par tout le monde. Nous pouvons remercier nos concitoyens qui respectent cette règle simple et efficace depuis des semaines. Elle est si simple que nous pouvons nous interroger sur la raison pour laquelle votre gouvernement a autant tardé dans l'élaboration des recommandations – et peut-être même, des obligations – à émettre relativement au port du masque.

 

Pas plus tard que ce matin, nous apprenions par voie de presse que le groupe d'experts que vous avez mis en place recommandait le port du masque dès le mois de février. Madame la première ministre, pourquoi le gouvernement s'est-il assis sur cette recommandation pourtant si importante? Pourquoi le port du masque n'a-t-il pas été rendu obligatoire?

 

Ensuite, je voudrais vous interroger au sujet de la fourniture des masques par l'État fédéral à destination de la population. Ma boîte mail déborde depuis des semaines de messages à ce propos. Longtemps, les questions portaient sur la date d'arrivée des masques. Depuis hier soir, elles ont évolué et concernent le bon déroulement du marché public ou encore le lavage des masques à moins de 60°, contrairement à ce qui est recommandé à tous depuis le début de la crise. On se demande aussi pourquoi ils sont emballés par cinq, alors que les exigences techniques du cahier des charges préconisaient un emballage individuel.

 

Madame la première ministre, j'espère que vous pourrez répondre à ces questions essentielles. En effet, j'ai l'impression que cette fâcheuse saga détériore la relation de confiance établie entre les autorités publiques et les citoyens, que vous devez à présent rassurer en répondant à toutes ces questions.

 

02.03  François De Smet (DéFI): Monsieur le président, madame la première ministre, chers collègues, essayons de résumer la situation: les quinze millions de masques commandés par le fédéral sont finalement arrivés, certes à l'image des carabiniers d'Offenbach, puisqu'on trouve aujourd'hui des masques partout, et même, hélas, par terre.

 

Malheureusement, il semble, d'après la presse, qu'une grande partie d'entre eux ne puisse pas être lavée à plus de 30°. Cela représente un problème parce que, d'une part, les autorités fédérales mais aussi l'Organisation mondiale de la Santé recommandent un lavage à 60° et, d'autre part, cette exigence de 60° était incluse dans le cahier des charges de la Défense pour la commande de ces masques. Cela représente également un problème parce que ce n'est que l'énième complication dans ce que l'on appelle "la saga des masques".

 

Même en voulant être constructif et sans avoir le goût de certains de mes collègues pour tirer sur l'ambulance, force est de constater que, depuis le début, rien ne va dans cette histoire des masques. Rien ne va: depuis la destruction des stocks stratégiques non renouvelés jusqu'à ces masques lavables à 30°, en passant par les atermoiements des autorités publiques concernant la recommandation ou l'imposition du port du masque dans telle ou telle situation. Tout cela mine à force le crédit de l'autorité publique.

 

Madame la ministre, confirmez-vous les informations de la presse sur la fiabilité de ces masques? Ces derniers ont-ils été testés? Accessoirement, qu'en est-il des fameux filtres dont plus personne ne parle mais qui étaient également promis par l'État fédéral?

 

Enfin et surtout, je suis bien conscient du fait, madame la première ministre, que vous avez autre chose à faire, mais il est important que vous repreniez la barre à vos quatre, cinq, six ministres des masques pour que nous ayons une vision claire et efficace. En effet, ce dossier est en train de miner durablement le crédit de l'autorité publique.

 

02.04  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Pendant deux mois, vous nous avez affirmé qu'il fallait laver les masques en tissu à 60 degrés pendant au moins 30 minutes, afin d'avoir la certitude qu'ils étaient correctement désinfectés. À la fin du mois d'avril, vous nous avez également annoncé que le gouvernement allait fournir un masque à chaque Belge. Censés arriver le 4 mai, ces masques n'ont été livrés que le 11 juin et, aujourd'hui, nous apprenons qu'ils ne sont pas conformes et qu'ils ne peuvent pas être lavés à 60 degrés!

 

Franchement, de qui se moque-t-on? Avec six ministres chargés de la livraison des masques, nous sommes incapables de fournir à la population des masques conformes qui offrent une protection optimale. C'est donc un montant de 40 millions d'euros qui vient d'être gaspillé! Un travailleur qui commettrait une erreur d'une telle ampleur serait licencié sur-le-champ.

 

Je pense qu'il est important de faire toute la lumière sur cette affaire, autrement dit non seulement sur cette commande ratée, mais aussi sur les divers incidents qui l'ont précédée, notamment la destruction du stock stratégique. De même, pourquoi ne pas avoir confié la fabrication de ces masques à des producteurs belges?

 

Outre la commission d'enquête, quelles mesures comptez-vous prendre pour corriger cette erreur et quelles sanctions envisagez-vous contre le fournisseur Avrox, qui n'a clairement pas respecté les conditions énoncées dans le marché - comme la possibilité de laver les masques à 60 degrés?

 

02.05  Georges Dallemagne (cdH): Madame la première ministre, la pharmacienne de mon quartier a tenu à ce que je vous les montre. Je vais évidemment les lui rapporter tout à l'heure. Mais elle a tenu à ce que je vous montre ceci, qui effectivement pose un premier problème. Les masques sont livrés par paquets de cinq, avec un seul mode d'emploi. Il faut donc ouvrir le paquet pour pouvoir le distribuer à chacun des bénéficiaires de ces masques.

 

On commet une deuxième faute, c'est qu'à ce moment-là, on touche le masque, alors qu'il est bien marqué sur le mode d'emploi qu'il faut d'abord se laver les mains pendant 30 secondes. Je ne sais pas comment cela peut s'organiser, dans les pharmacies, de se laver les mains pendant 30 secondes.

 

Ensuite, il n'y a qu'un seul mode d'emploi. Cela veut dire que quatre bénéficiaires sur cinq n'ont pas le mode d'emploi de ces masques. Or, c'est important d'avoir le mode d'emploi de ces masques, pour toutes les raisons que je viens de vous expliquer, mais aussi et surtout parce qu'il est indiqué très clairement qu'il faut les laver à la main, à 30 degrés, puis les faire sécher dehors, sur un fil, pour respecter les fibres du masque.

 

On nous répète qu'il faut laver ces masques à 60 degrés, parce que le virus n'est pas tué en dessous de 60 degrés. Aujourd'hui, votre ministre de la Défense nous dit que ce n'était qu'une recommandation.

 

Madame la ministre, je voudrais savoir clairement si cela faisait partie du cahier des charges. Si oui, ceci n'est pas conforme. Si ce n'était qu'une recommandation dans le cahier des charges, c'est une faute lourde du cahier des charges. Cette question est essentielle: était-il indiqué, dans le cahier des charges, qu'il fallait laver les masques à 60°degrés? Ma question est claire, parce que dans un cas il y a une faute du cahier des charges, dans l'autre, ces masques ne sont pas conformes et sont, à mon sens, dangereux pour la santé de notre population.

 

De voorzitter: Ik deel de Kamer mee dat collega Freilich een ordemotie heeft ingediend, die ik in bespreking zal brengen na het vragenuurtje.

 

02.06  Michael Freilich (N-VA): Mevrouw de eerste minister, soms heb ik spijt dat ik geen journalist meer ben. Dan had ik met wat ik allemaal zie en meemaak rond de mondmaskersaga elke dag een krant kunnen vullen.

 

Er zijn zoveel verschillende elementen in dit verhaal dat ik een opsomming heb moeten maken om er geen te vergeten.

 

Het is begonnen met een totaal onbekende firma die nooit bekend stond voor het leveren van enig textielproduct.

 

Wat bleek dan? Het gaat om een postbusbedrijf met een adres waar niets anders dan een postbus te zien is. De eigenaar, een Jordaniër, woont in Malta en heeft ook een bedrijf in Panama. Allemaal heel interessant, natuurlijk.

 

De maskers die wij voor 2,5 euro hebben gekozen waren de duurste van allemaal. Men kon gelijkaardige maskers voor minder dan 1 euro krijgen. Vandaag weten wij wie de leverancier is, en weten wij ook dat zo'n masker, als men heel grote aankopen doet, 50 cent kost.

 

De gunning veranderde en cours de route, enkele dagen vóór het afsluiten van de offerte. Er was de late levering van de maskers. Firma's waren onterecht afgewezen. Ik heb daar vorige keer een vraag over gesteld aan minister Goffin, maar ik wacht nog steeds op het antwoord. Er zijn klachten allerhande, bijvoorbeeld bij de Raad van State. Er is ook een vraag aan de Interne Audit, lees ik vandaag. Er zijn problemen rond de verpakking of de wasvoorschriften van de mondmaskers, wat reeds door andere collega's is aangehaald. Enzovoort, enzovoort.

 

Om die redenen heb ik een ordemotie ingediend om aan alle collega's te vragen dat het Rekenhof zich zou buigen over deze zaak.

 

Ik hoop, mevrouw de minister, dat u mijn vraag steunt. Minister Goffin, van dezelfde partij als u, heeft gezegd: je m'en réjouis. Hij ging ervan uit dat er een onderzoek door het Rekenhof loopt. Ik kan vandaag bevestigen dat dit niet het geval is. Er loopt geen onderzoek door het Rekenhof.

 

Ik zal die vraag vandaag stellen, en ik hoop op uw antwoord en op uw steun, zodat wij volledige klaarheid en transparantie kunnen krijgen in deze zaak.

 

02.07  Sophie Wilmès, première ministre: Monsieur le président, la crise du coronavirus est mondiale. Elle a également entraîné pendant plusieurs semaines un problème de pénurie mondiale qui s'est manifesté dans tous les pays où une production nationale existait aussi.

 

Face à ce défi d'approvisionnement, nos équipes et administrations ont travaillé jour et nuit pour trouver des solutions pas parfaites, certes, mais des solutions quand même. Je rappelle en effet que nous avons distribué 71 millions de masques chirurgicaux et 5 millions de masques FFP2 destinés en priorité au secteur des soins de santé. Le stock stratégique aujourd'hui contient 14 millions de masques chirurgicaux et 3,3 millions de masques FFP2.

 

On m'a posé la question du Risk Assessment Group (RAG), qui, en février, a souligné l'utilité des masques buccaux. Ce n'était pas un conseil général destiné à l'ensemble de la population. Cet avis concernait les individus avec symptômes respiratoires ou encore les proches ou soignants de personnes malades et potentiellement atteintes du COVID-19.

 

Dans ce même avis, il est clairement indiqué que les masques en tissu ne sont recommandés dans aucune circonstance par l'Organisation mondiale de la Santé. De plus, il est également indiqué que ceux-ci peuvent donner un faux sentiment de protection qui peut encourager la prise de risques. Mais il est vrai qu'il disait qu'offrir un masque lavable pouvait réduire le sentiment de panique de la population.

 

Par ailleurs, à l'époque, en février, on a pris des décisions sur le confinement qui signifiait une limitation fondamentale de tous les contacts en dehors du foyer. Vous comprenez bien qu'à ce moment-là, la question du port du masque généralisé pour la population n'était pas encore une question prégnante.

 

Vous avez également constaté, par rapport à cet avis du 22 février et aux recommandations actuelles, que le RAG a évolué, comme d'autres instances.

 

Le gouvernement fédéral a en effet décidé d'apporter sa pierre à l'édifice dans la fourniture de maques pour toute la population. Je dis qu'il a décidé d'apporter sa pierre à l'édifice, parce que le port du masque est une mesure de prévention. Or cette matière est organisée et assurée par les Régions. Ce n'est donc pas une compétence fédérale. Peu importe, me répondrez-vous, cela n'empêche pas que la livraison des masques se soit révélée difficile. C'est exact, mais je rappelle que cela a été difficile partout et pour tout le monde. Pour autant, fallait-il bouder la volonté d'aider nos concitoyens, au motif que nous aurions pris un peu de retard? Je pense que la réponse est non.

 

Nous avons travaillé en deux étapes. Tout d'abord, nous avons voulu augmenter le niveau de protection des masques déjà acquis ou confectionnés de manière artisanale, en commandant 12 millions de filtres. Ils sont parvenus aux villes et communes jusqu'au 29 mai. Celles-ci sont chargées de leur distribution. 

 

De overheid heeft ook 18 miljoen stoffen mondmaskers besteld. Die maskers zijn allemaal geleverd, sommige helaas met een extra vertraging, maar ik herinner u eraan dat de twee firma's contractueel moesten leveren vóór 24 mei. Er zullen dus boetes worden opgelegd voor de vertraging, zoals bepaald in het bestek. De maskers zijn vanaf 15 juni voor alle burgers gratis beschikbaar in de apotheek.

 

La qualité des masques est remise en question par certains. Je tiens toutefois à souligner la réponse que la Défense a donnée en début de semaine et encore hier. Elle confirme que les masques sont dotés d'une couche antibactérienne et qu'ils ont été testés en laboratoire. Elle indique également qu'ils répondent aux normes prescrites et aux recommandations de l'OMS.

 

Pas plus tard que tout à l'heure ou hier, Marc Van Ranst, virologue de la KUL et membre du GEES, a confirmé que les virus ne survivent pas à un lavage de ces masques avec du produit de lessive.

 

Defensie ontkent trouwens dat een firma geweerd zou zijn omdat de maskers niet op 60 graden gewassen zouden mogen worden. De betrokken firma werd technisch niet conform verklaard bij gebrek aan bewijs van voldoende luchtdoorlaatbaarheid en filtercapaciteit. Defensie bevestigt bovendien de soliditeit van de overheidsopdracht voor een totaal van 39 miljoen euro.

 

Il y a deux certitudes. La première est que vous avez déjà reçu toutes ces réponses. M. Goffin a eu tout le temps pour les expliquer en long et en large. La Défense a fait différents communiqués. Je comprends qu'il s'agit d'une affaire importante et que l'on veuille à nouveau la porter au Parlement; je dis juste que les réponses ont déjà été données. Ce n'est pas grave.

 

La deuxième certitude est fondamentale. On peut toujours analyser les choses en disant "il n'y a qu'à, il aurait fallu, maintenant, on sait, avant, on ne savait pas".  Je dis simplement que toutes les décisions qui ont été prises par ce gouvernement, dans ce moment de crise aigu et mondial, l'ont chaque fois été en ayant à cœur la protection de notre population et la protection de l'intérêt général. Quand on analyse des décisions, il faut garder à l'esprit le contexte, les informations disponibles à ce moment-là, les réglementations en vigueur, les recommandations disponibles à ce moment-là, et qui émanent des experts et des autorités représentatives. Encore plus largement, quand il s'agit des masques, il faut garder à l'esprit les contraintes liées à la pénurie générale. Je vous remercie.

 

02.08  Hugues Bayet (PS): Madame la première ministre, je vous remercie pour votre réponse mais j'ai envie de vous dire: "Tout ça pour ça!" On sait tous que malheureusement, cela risque de se terminer en gabegie financière. Si l'on en croit les sondages, 65 % des Belges n'iront pas chercher leurs masques. Eux comme vous, vous comme moi, nous avons tous pris nos dispositions pour avoir des masques, puisqu'on les attend depuis un mois et demi. Pourtant, cela aurait pu être autrement.

 

Mais rappelez-vous, au début de la crise, Mme De Block disait que le port du masque n'avait aucune utilité pour les citoyens, alors que les scientifiques plaidaient dans le sens inverse. Rappelez-vous, au fil du temps, l'éparpillement des compétences des uns et des autres. M. De Backer s'occupait de la gestion du matériel de protection, mais pas des masques citoyens, car M. Goffin s'en occupait. Mais M. Goffin ne s'occupait pas des filtres, parce que M. Geens s'en occupait. Bref, c'était compliqué et, en fin de compte, les masques citoyens fédéraux sont arrivés trop tard.

 

Heureusement que bon nombre de communes ont assumé leurs responsabilités. Je remercie tous les acteurs locaux, tous partis confondus. Ils l'ont fait même s'ils n'avaient pas désigné quatre bourgmestres ou quatre ministres des masques. Ils ont assumé un rôle de service public et ont fourni des masques à toute notre population.

 

Madame la première ministre, soyons de bon compte. L'organisation et la coordination ont clairement fait défaut. Cette commande est la cerise sur le gâteau de tout ce que les gens ne veulent plus. Je compte sur vous pour faire le nécessaire en cas de deuxième vague, pour tout mettre en place pour que l'on travaille avec les acteurs du textile de notre pays afin de trouver des solutions efficaces, et que cela ne se reproduise plus jamais.

 

02.09  Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la première ministre, en réalité, vous ne nous avez rien appris de neuf. Je suis donc un peu déçue de la réponse que vous nous avez apportée.

 

Je n'ai jamais prétendu que la gestion de la crise avait été simple. Je pense qu'on peut souligner le rôle logistique important et efficace de la Défense. Je l'en ai par ailleurs remerciée voici quelques semaines en commission. Nous devons toutefois nous accorder sur le fait qu'il est regrettable qu'aujourd'hui, nous n'ayons toujours pas de masques à fournir en tant qu'État fédéral à nos concitoyens. Il aurait été préférable d'intervenir plus tôt, de fournir en qualité, en nombre suffisant, en temps et heure, ce qu'on va fournir demain.

 

À ce sujet, j'ai déjà interrogé M. Goffin à plusieurs reprises et, malgré toute la sympathie qu'il m'inspire, dans ce dossier, je reste quand même perplexe. Certaines de nos questions restent sans réponse. Nous devrons creuser ce dossier car le déroulé du marché, la pertinence des choix effectués me laissent vraiment perplexe et je suis tout à fait insatisfaite des réponses reçues aujourd'hui.

 

Les masques auraient pu être le running gag de cette crise. Malheureusement, jusqu'ici, cela n'a fait rire personne et j'espère sincèrement que la Cour des comptes pourrait faire œuvre et nous éclairer de manière utile sur ce dossier qui devient une véritable saga.

 

02.10  François De Smet (DéFI): Monsieur le président, j'interviendrai de mon banc. Cela permet de donner un peu moins de travail au personnel du Parlement qui nettoie à chaque fois les pupitres. Je l'en remercie.

 

Madame la première ministre, je vous remercie pour vos réponses très complètes. Je pense, malgré tout, que cette histoire de masques va rester le "sparadrap du Capitaine Haddock" dans cette crise.

 

Il ne me semble pas avoir eu de réponse concernant les filtres. Il se peut que cela m'ait échappé. Je ne manquerai donc pas de vous relire attentivement. Je suppose que vous m'avez répondu qu'ils arrivent ou qu'ils sont déjà là.

 

Un élément de votre réponse me trouble - cela me trouble d'ailleurs depuis le début de cette crise -, c'est l'argument selon lequel le fédéral est bien gentil de fournir des masques et de faire des tas d'autres choses à la place des Régions qui sont en théorie responsables en matière de prévention. C'est vrai, mais il existe toutefois un arrêté royal qui constate qu'il y a une pandémie et que nous passons en phase fédérale. Il y a une ambivalence à ce propos. Cela n'a peut-être rien à voir mais je constate qu'il y a un jeu de ping-pong entre les Régions, le fédéral ou d'autres niveaux de pouvoir. Je ne vous vise pas mais je constate une ambivalence générale qu'il faudrait clarifier pour éviter que les uns et les autres ne s'en servent. Je vous remercie.

 

02.11  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mevrouw de eerste minister, al twee maanden zegt u dat stoffen mondmaskers zeker gedurende 30 minuten op minstens 60 graden gewassen moeten worden. Vervolgens levert onze regering stoffen mondmaskers die niet op 60 graden gewassen mogen worden en die dus niet conform zijn. Zes ministers zijn bevoegd voor mondmaskers, maar ze zijn blijkbaar niet in staat om conforme maskers te leveren. Eerlijk gezegd, als ik als werknemer in een bedrijf een dergelijke fout zou maken, dan was ik al aan de deur gezet. Ik stel vast dat dat hier niet gebeurt.

 

Het is ook problematisch dat u steeds op de markt hebt vertrouwd en de bestelling hebt toegekend aan dubieuze firma's. De leverende firma blijkt een postbusfirma te zijn, die dan ook nog eens slecht materiaal levert. Dat is, mijns inziens, een van de te behandelen onderwerpen in een onderzoekscommissie, waarin wij moeten uitzoeken welke fouten de regering allemaal gemaakt heeft bij de aanpak van de crisis.

 

02.12  Georges Dallemagne (cdH): Madame la première ministre, vous n'entendrez jamais notre groupe politique dire que vous n'avez rien fait et que vous êtes restée les bras ballants. Nous savons que vous êtes allée au front avec plusieurs de vos ministres dans le cadre de cette pandémie et que vous avez parfois été obligée de parer au plus urgent. Néanmoins, lorsqu'un problème se pose, il faut le reconnaître et, en l'occurrence, le problème est grave et prend des allures de catastrophe.

 

À ma connaissance, la Défense est une compétence fédérale. Vous dites que le Parlement a été informé mais c'est inexact: voilà un mois que nous essayons, au sein de la commission des achats militaires, de savoir ce qu'il en est de ce marché. Nous n'avons toujours pas obtenu de réponse, et on nous dit qu'au mieux, la Cour des comptes s'adressera à nous le 8 juillet, alors que tout le monde sera en vacances. La réponse ne cesse d'être reportée.

 

En tout état de cause, nous ne disposerons même pas du cahier des charges à ce moment-là. Vous auriez été grandie à reconnaître qu'il y a un problème, que ces masques ne sont pas conformes et qu'ils ne vont pas protéger efficacement la population, et c'est bien là que réside le problème. (…)

 

02.13  Michael Freilich (N-VA): Mevrouw de eerste minister, u zegt dat de regering de beslissing met de beste bedoelingen heeft genomen. Daar twijfel ik zeker niet aan. Ook wij zijn bezorgd over de volksgezondheid. U zegt dat het voor iedereen en overal moeilijk was om maskers aan te kopen.

 

Madame la première ministre, vous avez dit que c'était difficile pour tout le monde et partout.

 

Dat is niet waar. Dat klopt niet, want wij zijn het enige land in Europa dat de beslissing heeft genomen om stoffen mondmaskers te kopen. Wat moeilijk was, waren medische en chirurgische maskers bestellen bij het begin van de crisis. Wij waren het enige land dat stoffen mondmaskers had besteld. Daar is het fout gelopen. Men had de vrije markt moeten laten spelen. We zien dat die werkt: apothekers hebben er, supermarkten hebben er.

 

Wat is er uiteindelijk gebeurd? Wie is de pineut? Defensie. Defensie heeft haar best gedaan om een dossier dat niemand wilde, zo goed mogelijk af te handelen in heel moeilijke omstandigheden. Uiteindelijk is zij daarvan de pineut geworden en dat betreur ik.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Samengevoegde vragen van

- Evita Willaert aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "Het herstelplan" (55000803P)

- Christian Leysen aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De invulling van het relanceplan" (55000809P)

- Benoît Friart aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "Het plan voor economische ondersteuning" (55000815P)

03 Questions jointes de

- Evita Willaert à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Le plan de relance" (55000803P)

- Christian Leysen à Sophie Wilmès (première ministre) sur "Les mesures du plan de relance" (55000809P)

- Benoît Friart à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "Le plan de soutien économique" (55000815P)

 

03.01  Evita Willaert (Ecolo-Groen): Mevrouw de premier, dit is een belangrijke periode voor studenten, maar ook u staat voor een belangrijk examen: het sociale examen van deze regering. Er werden al heel wat maatregelen genomen om een sociaal-economische crisis in dit land af te wenden, waarvan enkele waarbij het voortouw werd genomen door Ecolo-Groen. Deze week nog gaven we aan mensen die in de culturele sector en in de evenementensector werken soepeler toegang tot de werkloosheid. Samen met het Parlement heeft de regering al heel wat werk verricht.

 

Maar vóór de coronacrisis leefden in ons land al 1,8 miljoen mensen in armoede. Een miljoen andere landgenoten kwamen net toe, maar dreigen nu kopje-onder te gaan. Gisteren verloren 1.500 werknemers hun job bij Swissport. Dat zullen jammer genoeg niet de laatsten zijn. In mijn stad Gent is er een stijging met 50 % van het aantal leefloonaanvragen. De sociale uitdaging in ons land was al groot en dreigt nu gigantisch te worden. Het is niet corona dat mensen arm maakt, maar een gebrek aan meer gerichte sociale maatregelen.

 

Mevrouw de premier, wij gaan ervan uit dat u de ambitie heeft om te slagen, ook voor dit sociale examen. Wat we daarvoor nodig hebben, is extra steun voor de meest kwetsbaren. De driehonderd euro waartoe werd beslist, zijn een begin, maar eigenlijk is dat totaal ontoereikend. Met zesmaal vijftig euro per maand blijft het inkomen van die vele landgenoten nog altijd ver onder de armoedegrens. Ook de energiearmoede moet worden aangepakt, want één op vijf gezinnen heeft het moeilijk om de factuur te betalen. Mevrouw de premier, laten we ook slagen voor dit sociaal examen en niet met de hakken over de sloot.

 

03.02  Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de eerste minister, de gezondheidscrisis is stilaan onder controle met minder dan honderd mensen op intensieve zorg, maar de economische crisis groeit. We gaan naar een negatieve economische groei van 10 % dit jaar. Het herstel zal verschillende jaren duren.

 

Als we onze economie terug op peil willen krijgen, dan moeten we structureel gezonde bedrijven steunen en blijven aanmoedigen. Gezonde bedrijven creëren winst en inkomens voor de werknemers. Een belangrijk deel daarvan vloeit terug naar de overheid, zodat zij haar kerntaken kan waarnemen en de solidariteit kan verzekeren.

 

Bedrijven willen niet aan het overheidsinfuus. Wat we vandaag nodig hebben, zijn doordachte, doelgerichte en tijdelijke maatregelen die de bedrijven helpen die vandaag een economische storm doorstaan.

 

Onze bijzondere aandacht moet daarbij gaan naar de bedrijven die hier verankerd zijn. Dan wijs ik vooral naar de familiaal verankerde ondernemingen die een belangrijke rol spelen. Zij verzorgen immers 45 % van de privétewerkstelling. Zij zullen een centrale rol spelen bij het herstel. Zij moeten vertrouwen tanken en hun solvabiliteit versterken.

 

Mevrouw de eerde minister, welke maatregel zal u regering nemen om bedrijven incentives te geven om hun eigen solvabiliteit te versterken?

 

Ik heb nog een tweede vraag.

 

We gaan naar een begrotingstekort van 50 miljard euro. Het Parlement lijkt vandaag op een stuurloos schip dat dobbert op de golven van dure wetsvoorstellen van alle aard, waarbij iedereen al te graag elk leuk idee wil goedkeuren en dat zelfs zonder de kostprijs te willen kennen. Dat gebeurde ook vorige week in de commissie voor Financiën met betrekking tot de btw-verlaging van zeep.

 

Wilt u morgen tijdens de superkern alle aanwezige partijen verzoeken om te stoppen met deze sinterklaaspolitiek?

 

03.03  Benoît Friart (MR): Madame la première ministre, les prévisions pour notre économie sont extrêmement préoccupantes. Le Bureau du Plan parle en effet d'une contraction du PIB à hauteur de 10,6 % pour cette année, avant un rebondissement de 8,2 % l'année prochaine. Notre économie subit ainsi son revers le plus important depuis la Seconde Guerre mondiale. Quant au chômage, il passerait de 8,9 % en 2019 à 11,6 % en 2021, ce qui réduirait à néant tous les résultats positifs engrangés par le gouvernement de Charles Michel.

 

Votre gouvernement, madame la première ministre, soutenu par les dix partis, a pris de nombreuses mesures afin de soutenir l'activité économique et l'emploi. Du reste, un troisième volet a été validé samedi dernier, prolongeant plusieurs dispositions telles que le chômage temporaire coronavirus, le congé parental coronavirus, ainsi que le droit passerelle, tellement essentiel pour tous nos indépendants. Citons aussi les mesures prises en faveur de l'horeca, notamment sous forme d'une réduction de la TVA à 6 %.

 

Madame la première ministre, sur quelles nouvelles mesures travaillez-vous en ce moment? Quels seront les secteurs concernés? Comment toutes ces dispositions pourraient-elles s'articuler afin de constituer un véritable plan de relance pour notre pays?

 

03.04  Sophie Wilmès, première ministre: Chers collègues, depuis le début de la crise, nous avons tout mis en œuvre pour protéger la santé de l'ensemble de la population mais aussi pour préserver autant que possible nos concitoyens et nos entreprises des conséquences socioéconomiques importantes qui en découlent. Une étude réalisée au sein de dix pays européens ainsi qu'aux États-Unis et au Japon montre que les mesures que nous avons prises se situent dans la moyenne européenne. Bien sûr, le travail doit continuer.

 

Ce samedi, un accord en kern+10 est intervenu afin de soutenir encore davantage le pouvoir d'achat des Belges et les secteurs les plus en difficulté.

 

Het gaat om het derde luik van het federaal plan voor sociale en economische bescherming, dat om verschillende maatregelen draait.

 

Het eerste pakket gaat over maatregelen die al zijn getroffen, maar die worden verlengd. Sommige zijn verlengd tot en met 31 augustus 2020, zoals de tijdelijke werkloosheid door corona-overmacht, het overbruggingsrecht voor zelfstandigen en het corona-ouderschapverlof. Andere maatregelen zijn verlengd tot 31 december 2020, zoals het individuele belastinguitstel of de belastingvrijstelling voor schenking van computerapparatuur aan scholen.

 

Tegelijk zijn ook vier specifieke steunmaatregelen gedefinieerd voor sectoren in moeilijkheden, waaronder de horeca tot en met december 2020. Het gaat met name over het overbruggingsrecht, de tijdelijke werkloosheid, de bedrijfsvoorheffing en de verlaging van de btw naar 6 % voor de horeca.

 

U kent die maatregelen. Ik zal er dus niet meer in detail op ingaan.

 

Mevrouw Willaert, wij hebben ook een reeks beslissingen genomen die een rechtstreekse invloed op de koopkracht van de mensen hebben, zoals de consumptiecheque van 300 euro. Wanneer wij echter over de werkloosheid of over extra sociale bijstand spreken, heeft dat natuurlijk ook met de koopkracht van de mensen te maken.

 

Behalve dat eerste pakket maatregelen waarover overeenstemming is bereikt, zijn de tien partijen overeengekomen de gesprekken voort te zetten om steunmaatregelen te bepalen die het eerste pakket zouden kunnen aanvullen. De besprekingen zijn aan de gang. Ik zal vandaag dus niet uiteenzetten waarover ze gaan.

 

L'objectif est de trouver un consensus entre les dix partis pour mettre en place ces mesures et garder un peu de cohérence dans la vision entre celles qui peuvent se développer au niveau du gouvernement et celles qui peuvent se développer au niveau du Parlement. Quand on arrive à ce consensus, l'objectif et l'accord entre les dix partis sont de garder et de respecter cette vision stratégique, de respecter la cohérence et d'éviter que d'autres mesures soient déposées ou prises qui pourraient mettre à mal cette vision ou impacter plus négativement et peut-être de manière moins utile le budget de l'État.

 

Ces mesures de soutien ont une durée de vie jusqu'au 31 décembre. C'est la limite que nous nous sommes fixée aujourd'hui.

 

À côté de cela, il y a tout ce qui concerne la relance, c'est-à-dire des mesures structurelles à plus long terme pour le redéploiement de notre économie. À ce sujet, je pense que ces mesures doivent être la pierre angulaire d'un accord de gouvernement, avec une majorité à la Chambre mais également en son sein, pour pouvoir graver ces mesures de manière pérenne et surtout de manière solide. Le pays en a besoin.

 

03.05  Evita Willaert (Ecolo-Groen): Mevrouw de premier, mensen in armoede hebben geen sterke lobby. Het is dan ook aan ons om de stem van die mensen in het Parlement te versterken, want het water staat hen aan de lippen. Collega's, een maand geleden was ieder van ons hier in het Parlement diep onder de indruk van Dylan. Dylan was een jongen die geen geld vroeg voor cadeautjes maar wel voor zijn ouders, om eten te kunnen kopen. We pakten de voorbije maanden samen de gezondheidscrisis aan en nu is het tijd om de handen stevig in elkaar te slaan om de sociale crisis verder aan te pakken. We moeten er thans voor zorgen dat de mensen die dit het meeste nodig hebben de juiste steun krijgen.

 

03.06  Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de premier, ik dank voor uw antwoord. Wij volgen uw analyse, want er is nood aan coherentie, duidelijkheid en daadkracht. Ik blijf hameren op doelgerichte maatregelen, met budgettaire behoedzaamheid, want we zijn al Europees kampioen herverdelen, met een overheidsbeslag van meer dan 50 % en een even hoge fiscale druk. Met de huidige reeks ongedekte cheques die men hier wil uitschrijven, dreigen we wereldkampioen te worden.

 

Het huidig deficit van 50 miljard euro betekent dat we iedere burger een schuld van 4.000 euro meegeven, een rugzakje met schuld. We weten nochtans dat de jongere generaties die schulden van de oudere generaties zullen meenemen. Het kan en mag niet de bedoeling zijn dat wij daarmee doorgaan. Wij moeten het traject naar een gezonde economie inzetten en terug richting begrotingsevenwicht gaan.

 

03.07  Benoît Friart (MR): Madame la première ministre, je vous remercie pour toutes les précisions que vous avez données.

 

Il est important que certaines mesures puissent être prolongées jusqu'au 31 décembre. En effet, on sait que toute une série de secteurs auront du mal à se relever, à relever la tête, à revenir à un rythme de travail normal et efficace. Je pense ici notamment au secteur horeca dont on a beaucoup parlé durant ces derniers jours. Mais c'est également le cas d'autres secteurs comme celui du tourisme et de la construction. Tous ces secteurs mettront un certain temps avant de retrouver un niveau de travail rentable et productif.

 

Par ailleurs, vous avez parlé de cohérence. Il s'agit d'un aspect extrêmement important. Cette cohérence doit exister au sein de notre gouvernement, entre les dix partis qui soutiennent ce dernier, mais aussi au sein de ce Parlement. Comme vous l'avez dit, nous devons veiller à avoir un budget de l'État cohérent, budget qui est d'ailleurs déjà bien amputé.

 

Quoi qu'il en soit, il faudra que nous puissions, par le biais de mesures structurelles, mettre en place la pièce angulaire d'un nouveau gouvernement.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Theo Francken aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De toekomst van Brussels Airport" (55000822P)

04 Question de Theo Francken à Sophie Wilmès (première ministre) sur "L'avenir de Brussels Airport" (55000822P)

 

04.01  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, het zijn bijzonder gespannen tijden voor de luchthavengemeenschap. Wij hebben in de afgelopen weken al een paar keer van gedachten gewisseld over dat belangrijk dossier. De luchthaven is de tweede grootste economische motor van ons land en legt ook heel wat gewicht in de schaal op diplomatiek vlak, op zakelijk vlak en op het vlak van passagiers en cargo. Het is dus een heel belangrijk dossier en wij moeten ermee voortmaken, er is een beslissing nodig.

 

Er is veel aan de hand. Afgelopen week kondigde Sebastian Kurz, de regeringsleider van Oostenrijk, aan dat er 450 miljoen euro wordt vrijgemaakt voor Austrian Airlines. Daarmee hebben alle home carriers een oplossing gekregen, behalve de Belgische home carrier, Brussels Airlines. Wij zijn de laatste in de rij. Het is belangrijk dat er op korte termijn een oplossing komt. Ik begrijp dat u niet veel kunt zeggen. U hebt al een paar keer herhaald dat het om discrete onderhandelingen gaat. Ik heb daar alle respect voor, maar ik vraag toch om zo snel mogelijk een beslissing te nemen.

 

Wat is de stand van zaken in het dossier? Wanneer kunnen wij daar finaal groen licht voor verwachten?

 

Het standpunt van onze fractie is dat wij passen voor een nieuw Sabenascenario. Wij vinden wel dat het steunen van de home carrier, via een lening bijvoorbeeld, bespreekbaar moet zijn, gelet op de zeer grote problemen van de luchthaven.

 

Voorts zou ik graag even ingaan op het dossier betreffende Swissport, de tweede bagageafhandelaar op de luchthaven. Er is nu een tijdelijke oplossing met dnata en Swissport Cargo, die de bagageafhandeling tijdelijk, voor twee weken, overnemen. Ik dring echt aan op een verklaring van u, mijnheer de minister, dat het personeel van Swissport prioritair moet worden ingezet bij dnata en bij Swissport Cargo, zodat die werknemers aan de slag blijven. Laat het duidelijk zijn: geen sociaal bloedbad.

 

Dan is er nog de abominabele dienstverlening van Brussels Airlines op het moment. (…)

 

04.02 Minister Alexander De Croo: Mijnheer Francken, ik dank u voor uw vraag. De vragen over Swissport zullen door de heer Bellot behandeld worden. Hij zal hierna het woord nemen. De vragen over consumentenrechten vallen onder de bevoegdheid van mevrouw Muylle.

 

De impact van de COVID-19-crisis is gigantisch. De International Air Transport Association (IATA) de internationale federatie van luchtvaartmaatschappijen, schat de impact op 84,5 miljard euro.

 

De impact is ook zeer groot op de Belgische luchthavencluster. U hebt aangegeven wat het belang daarvan is. Het gaat over 60.000 directe en indirecte jobs. De luchthavencluster is de tweede grootste groeimotor van België. Anderzijds heeft Brussel ook enorme troeven, troeven als politiek, diplomatiek en economisch knooppunt in het hart van Europa. Brussel is de meest westelijk gelegen hub van de Lufthansagroep, ten opzichte van vluchten naar de oostkust van de Verenigde Staten en een gateway naar Afrika. Als we die troeven juist uitspelen, is er in mijn ogen volop potentieel voor de ontwikkeling van Brussel als luchthavenhub.

 

Dat is onze insteek in de onderhandelingen met Lufthansa. Die onderhandelingen nemen hun tijd; ze zijn nu eenmaal complex. Zal de Belgische overheid een rol spelen? Dat is afhankelijk van een aantal zaken. Ik heb vaak aangegeven dat we nu voor een krimpperiode staan, maar de echte vraag is wat er na de krimp gebeurt. Maakt men volop gebruik van het potentieel van Brussel om Brussels Airlines te ontwikkelen op dezelfde manier als de andere dochters van Lufthansa zich hebben kunnen ontwikkelen? Het is voor ons essentieel dat er een gelijke behandeling komt in die groep.

 

De ontwikkeling moet natuurlijk ecologisch verantwoord zijn en moet een perspectief bieden op de juiste ontwikkeling op het gebied van werkgelegenheid. Het is een zeer lange periode van onzekerheid geweest voor iedereen in de luchthavencluster, niet enkel voor de werknemers van Brussels Airlines. Ik zal er, hopelijk samen met Lufthansa, alles aan doen om zo snel mogelijk die onzekerheid de wereld uit te helpen.

 

04.03  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, ik heb er alle begrip voor dat u niet veel kunt zeggen, maar u spreekt toch heel duidelijk uw steun uit voor onze luchthavengemeenschap. Dat is een belangrijk signaal, dat ten zeerste wordt geapprecieerd.

 

Ik zie dat mevrouw De Block aanwezig is. Voor Vlaams-Brabant is het een heel belangrijk dossier. Vandaag vallen er 1.500 naakte ontslagen en tientallen andere jobs op de afhandeling en in andere sectoren op de luchthaven staan op de helling.

 

Mijnheer de minister, ik verwacht van u en van de regering alleen maar dit: laat Brussel-Nationaal in eerste klasse spelen. Geef dat permanente ticket aan de home carrier in Star Alliance en onze luchtvaartgemeenschap in Brabant zal het wel oplossen. Dat hebben we altijd al gedaan, met de aanslagen, met DHL en met het faillissement van Sabena. Wij zijn sterk, weerbaar en heel dynamisch. Geef ons dat ticket voor de eerste klasse en wij zullen de wedstrijd opnieuw winnen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Yoleen Van Camp aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De mogelijke massale vrijlating van illegalen uit de gesloten centra" (55000823P)

05 Question de Yoleen Van Camp à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La possibilité d'une libération massive d'illégaux détenus dans les centres fermés" (55000823P)

 

05.01  Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ofwel hebt u gelogen, ofwel hebben uw diensten ons verkeerde informatie verschaft. Als u zegt dat u geen illegalen hebt gelost die feiten tegen de openbare orde hebben gepleegd, terwijl uw diensten het tegenovergestelde beweren, dan verdient dat op zijn minst wel enige uitleg.

 

Aan het begin van de coronacrisis liet u collectief illegalen vrij om plaats te maken in de gesloten centra. Voor alle duidelijkheid, het gaat over mensen die geen verblijfsrecht hebben. Het zijn geen vluchtelingen, maar mensen die veelal illegaal naar hier migreerden, een hele procedure doorliepen, maar geen verblijfsrecht hebben. Vaak meermaals negeerden zij de bevelen om het grondgebied te verlaten. Zij sloegen elk aanbod voor vrijwillige terugkeer ook nog eens in de wind. Zij bleven dus moedwillig hier. In laatste instantie, als laatste oplossing, zijn zij in de gesloten centra beland met het oog op terugkeer. Van die categorie personen besliste u meer dan de helft vrij te laten, een kleine driehonderd personen die alle regels aan hun laars lapten.

 

Nog erger zou het zijn als u binnen die categorie ook personen hebt losgelaten die criminele of strafrechtelijke feiten of feiten tegen de openbare orde hebben gepleegd, want dan gaat het niet alleen om mensen die alle regels aan hun laars lappen, maar ook om mensen die onze veiligheid in gevaar brengen.

 

Toen wij u daarover bevroegen, antwoordde u: "Er waren bij deze loslating geen mensen die feiten hebben gepleegd tegen de openbare orde." Dat is een letterlijk citaat uit het verslag van de vergadering van 29 april.

 

Afgelopen week vonden er hoorzittingen plaats met uw diensten en daar luidde het: "Geen enkele persoon met een strafrechtelijk verleden, maar de openbare orde, dat is iets anders natuurlijk. Mensen met twee of drie pv's, dat is een andere zaak."

 

Mevrouw de minister, ik had van u graag opheldering gekregen. Hoe zit het nu? Hebt u wel of niet illegalen losgelaten met feiten van openbare orde? Indien ja, waarom hebt u daarover dan gelogen? Over hoeveel personen gaat het, van welke leeftijd en welke nationaliteiten, hoeveel van die feiten en welke feiten?

 

05.02 Minister Maggie De Block: Dank u wel, mevrouw Van Camp. U wil hier een vuurtje stoken, maar het komt erop neer dat wat de heer Roosemont in de commissie gezegd heeft hetzelfde is als wat ik u al verschillende keren gezegd heb. Wij moesten inderdaad wegens de coronamaatregelen uit onze gesloten centra een aantal mensen vrijstellen. Dat is geval per geval onderzocht. Het waren mensen die op het einde van de termijn waren, die niet verwijderd konden worden, en er is zeker op gelet dat het niet ging om mensen die een gevaar vormden voor de openbare orde.

 

De heer Roosemont heeft mij nog gemaild. Wij zeggen precies hetzelfde. Hij zegt: een proces-verbaal kan ook gegeven worden voor dronkenschap of voor illegaal verblijf. Wij weten dat daarvoor vele processen-verbaal gegeven worden. Of om nog andere redenen.

 

Maar de instructie was duidelijk. Er mochten geen mensen worden vrijgesteld die feiten tegen de openbare orde pleegden. Het moest gaan om mensen die men niet kon verwijderen, of om medische redenen, of het moest gaan om mensen die een bevel kregen bij het verstrijken van de wettelijke termijn. Dat heeft uw collega, de heer Francken, ook meermaals moeten doen.

 

Wij weten dat dit niet nieuw is. Ook in normale tijden worden mensen om die redenen vrijgesteld. In 2019 en 2018 waren er ongeveer 250 vrijstellingen per maand uit deze centra.

 

Het gaat dus niet om massale vrijstellingen. U spreekt over loslatingen, maar ik heb het daar moeilijk mee omdat het om mensen gaat. Die vrijstellingen zijn er om de juiste redenen geweest, om het personeel en de mensen in de gesloten centra te beschermen tegen corona. Want ook daar moesten maatregelen getroffen worden, en dat hebben wij dan ook gedaan.

 

Niet iedereen die ooit een proces-verbaal krijgt, vormt een gevaar voor de openbare orde. Ik weet dat u graag speelt met de woorden "criminelen", "criminele illegalen" of "illegale criminelen", maar ik zeg u: wat daar gebeurd is, was correct.

 

05.03  Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de term "loslating" komt letterlijk uit het Verslag. Ik had het geluidsfragment hier graag afgespeeld, maar ik zal het woordelijk herhalen. "Er waren bij de eenmalige loslating" – uw woorden – "geen mensen die feiten hebben gepleegd tegen de openbare orde." Uw diensten zeggen letterlijk dat dit wat de openbare orde betreft, een andere zaak is, dat zij niet kunnen verzekeren dat er geen mensen bij waren met twee of drie pv's voor feiten tegen de openbare orde.

 

Ik heb meer vertrouwen in uw diensten dan in u, dus ik denk dat het heel duidelijk is wie de waarheid onder de mat probeert te vegen. Wij hebben die vragen gesteld, met een heel duidelijk onderscheid tussen personen die criminele feiten hebben gepleegd en personen die feiten hebben gepleegd tegen de openbare orde. De collega's die de commissie bijwoonden, kunnen dat getuigen. Die vragen verdienen dat ook een correct antwoord.

 

Het is heel duidelijk dat u hebt ingezet op het collectief vrijlaten van deze mensen die feiten tegen de openbare orde hebben gepleegd. Dat is onbegrijpelijk. U had beter ingezet op repatriëringen, zoals uw voorganger Theo Francken. Hij heeft die cijfers opgedreven, zodat u plaats had in die centra.

 

Maar neen, u hebt de asielkraan opnieuw opengedraaid en u vraagt vandaag opnieuw om extra middelen voor opvang en instroom, instroom en instroom. Dat is niet wat de mensen willen. Het wordt tijd om in te zetten (…)

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Samengevoegde vragen van

- Joris Vandenbroucke aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "Het faillissement van Swissport" (55000802P)

- Sophie Thémont aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "Het faillissement van Swissport" (55000804P)

- Raoul Hedebouw aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "Het faillissement van Swissport" (55000811P)

- Katleen Bury aan Sophie Wilmès (eerste minister) over "De toekomst van Brussels Airport na het faillissement van Swissport" (55000816P)

06 Questions jointes de

- Joris Vandenbroucke à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La faillite de Swissport" (55000802P)

- Sophie Thémont à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La faillite de Swissport" (55000804P)

- Raoul Hedebouw à Sophie Wilmès (première ministre) sur "La faillite de Swissport" (55000811P)

- Katleen Bury à Sophie Wilmès (première ministre) sur "L'avenir de Brussels Airport après la faillite de Swissport" (55000816P)

 

06.01  Joris Vandenbroucke (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, gisteren was een zwarte dag voor de luchthaven van Zaventem: 1.500 werknemers verliezen hun baan omdat Swissport failliet is gegaan. Ik wil de betrokkenen en hun families uiteraard namens mijn fractie alle steun en sterkte toewensen.

 

Collega's, wanneer 1.500 werknemers hun werk verliezen, is dat niet alleen een ramp voor die werknemers. Het is ook een symptoom van wat in de luchtvaartsector misloopt.

 

Weet u hoeveel een bagageafhandelaar verdient? Hij verdient 1.600 euro per maand, om elke dag 1.500 koffers te verslepen, die tot 40 kg zwaar zijn. Dat betekent 30 ton in totaal elke dag en in shifts van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, ook in het weekend, voor een loon van 1.600 euro per maand. Zij verliezen nu van de ene op de andere dag hun job. Deze mensen betalen de echte prijs voor de spotgoedkope vliegtuigtickets waarmee luchtvaartmaatschappijen elkaar kapot concurreren. Zij doen zwaar werk tegen een laag loon en zonder bescherming of zekerheid. Dat is onhoudbaar. Ook in de luchtvaartsector verdienen werknemers een deftig loon en deftige bescherming te krijgen.

 

Mijnheer de minister, het komt er nu op aan om op korte termijn en zo snel mogelijk de betrokkenen een perspectief te geven. De luchthaven van Zaventem heeft een tweede afhandelingsbedrijf nodig. De activiteiten worden stilaan opnieuw opgestart. Wij hebben die bagageafhandelaars dus nodig.

 

Mijn vragen aan u zijn de volgende.

 

Hoe zal u ervoor zorgen dat zo snel mogelijk een tweede afhandelingsbedrijf wordt aangeduid?

 

Maar belangrijker nog, hoe ziet u een duurzame heropstart van de luchtvaart met een betere bescherming van de werknemers?

 

06.02  Sophie Thémont (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, tout d'abord, j'ai une pensée émue pour ces 1 500 travailleurs qui vont perdre leur emploi. Au nom de mon groupe, je tiens à exprimer ici ma solidarité à ces familles que la crise frappe de plein fouet.

 

Certes, la santé financière de l'entreprise était fragile. Certes, les travailleurs de Swissport savaient que leur entreprise risquait de ne pas tenir le choc des mesures de confinement. Il n'en reste pas moins que l'ampleur et les conséquences du drame restent les mêmes. L'inaction a mené à la décision de faillite prononcée par le tribunal cette semaine.

 

Après Brussels Airlines, TUI, et aujourd'hui Swissport, c'est le secteur aérien dans son ensemble qui traverse une crise profonde. Les travailleurs du secteur vivent aujourd'hui dans l'angoisse: et si demain, c'était leur tour?

 

Chers collègues, combien de milliers de familles devront-elles être plongées dans l'incertitude du lendemain pour que l'on commence enfin à s'interroger sur le modèle économique des aéroports et du transport aérien en général? Des coûts toujours plus rabotés, une fragilité institutionnalisée, toujours plus de concurrence globalisée comme seul remède. La pseudo-concurrence a surtout permis une concentration des grands opérateurs, qui profitent de la fragilité systémique du système. Depuis trente ans, les conditions sociales de l'aérien se sont dégradées à mesure que son impact environnemental s'est approfondi.

 

Nous devons mettre fin au modèle du low cost. Les pouvoirs publics ne peuvent plus détourner le regard. Il est temps que l'État et l'Europe réalisent que les travailleurs ne sont pas des lignes comptables au service du marché.

 

Monsieur le ministre, que va faire le gouvernement pour sauver un maximum d'emplois? Comment éviter d'autres faillites et licenciements? Quand allons-nous enfin réformer le modèle économique des aéroports et du secteur aérien pour mettre fin à cette concurrence qui ne fait que détruire les emplois?

 

06.03  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): La faillite de l'entreprise Swissport vient d'être annoncée, ce qui signifie que 1 500 travailleurs sont jetés à la poubelle comme de vulgaires mouchoirs en papier. Ces personnes ont travaillé dur, ont transporté des tonnes de bagages et se sont usés à la tâche.

 

Bij dat bedrijf zijn alle ruggen kapot. Kapot gewerkt, om in die vliegtuigen al die cargo te gaan halen, en dat allemaal voor een miserieloon. Die mensen worden gewoon weggesmeten. Weet u hoe zij hebben vernomen dat ze werden weggesmeten? Door een simpele mail: u ligt buiten. Dat is onze maatschappij. Dat is schandalig. Dat is degoutant.

 

Le pire, c'est que la raison de ces conditions de travail, c'est cette concurrence acharnée entre deux opérateurs, cette concurrence que les libéraux aiment tellement, cette concurrence qui fait qu'il n'y a plus de marge, qu'il n'y a plus rien, que tout est pris aux travailleurs. Pour quel résultat? C'est que la plus-value - l'argent - se concentre au niveau de l'aéroport même: Brussels Airport Company.

 

Brussels Airport Company: 390 miljoen euro winst op vijf jaar.

 

Ce sont 390 millions d'euros! Où va cet argent, chers collègues? Dans la poche des actionnaires, des fonds de pension étrangers qui pompent nos travailleurs. Combien de temps va-t-on accepter de faire cela? J'entends ici des cris d'orfraie. Monsieur le ministre, je ne vous ai pas entendu. Vous n'avez presque rien dit là-dessus: 1 500 travailleurs et vous ne dites rien.

 

J'ai une solution. Dans beaucoup de pays d'Europe, les aéroports ne sont pas privés, mais publics. C'est le cas en France.

 

In Duitsland en Nederland is de luchthaven openbaar goed. Waarom doen we dat niet in België? Ik vraag het aan de N-VA. Gaat u weer zitten te kijken, Theo? Kunnen we niets doen? Natuurlijk kunnen we iets doen. Marc Descheemaecker, voorzitter van het bedrijf, kan toch beslissen dat de werknemers overgenomen worden door Brussels Airport Company? Ze hebben er het geld voor en zo is er geen concurrentie meer.

 

Wat denkt u daarvan, mijnheer de minister?

 

06.04  Katleen Bury (VB): Mijnheer de minister, ik heb een andere invalshoek dan mijn collega. Vandaag mogen de linkse en Franstalige partijen eigenlijk victorie kraaien, want het is eindelijk gebeurd: niet enkel is Swissport failliet en staan 1.500 mensen op straat, maar ook bij de taxfreeshops vallen er 180 ontslagen. In tegenstelling tot de linkse betogers mogen die mensen echter niet buitenkomen om hun verdriet en onbegrip te uiten.

 

Dit is niet enkel het gevolg van de coronacrisis, het is vooral het gevolg van het doelbewust saboteren en boycotten van de luchthaven van Zaventem door de linkse en Franstalige partijen. Kijk maar naar de kerosinetaksen en de waanzinnige normen en boetes van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De Waalse belastingbetaler betaalt al jaren om Charleroi groter te maken en Zaventem kapot te krijgen. Vandaag lazen we nog dat Wallonië opnieuw miljoenen pompt in Air Belgium, dat vanuit Charleroi opereert.

 

Ik kan die boycotacties vanuit Wallonië nog ergens begrijpen, want de één zijn dood is de ander zijn brood. Dat is ergens logisch. Het is echter onbegrijpelijk dat dit ook vanuit Brussel gebeurt, want duizend laaggeschoolde Brusselaars hebben daar een job.

 

Mijnheer de minister, ik heb dan ook een simpele vraag. Wat gaat u doen om dat doelbewust saboteren van de luchthaven van Zaventem tegen te gaan?

 

06.05  François Bellot, ministre: Monsieur le président, chers collègues, il s'agit avant tout d'un drame socioéconomique. Et je tiens à exprimer aux travailleurs concernés et à leur famille tout notre soutien.

 

La première ministre, le vice-premier ministre De Croo, la ministre de l'Emploi et moi-même avons eu l'occasion de rencontrer les permanents syndicaux de Swissport à qui nous avons exposé un certain nombre d'éléments.

 

Tout d'abord, Swissport était une entreprise en difficulté depuis de très nombreuses années; elle avait accumulé plusieurs millions d'euros de déficit, malgré un nombre de passagers qui n'avait jamais atteint ce niveau à Bruxelles. Il existait donc un problème de gestion structurel, problème qui a conduit à ce déficit important. L'arrivée de la crise COVID n'a fait qu'accentuer cette situation financière problématique, ce qui a provoqué la faillite de l'entreprise.

 

Il faut savoir que nous avons appris la nouvelle, comme vous, lundi matin. Nous n'avons pas été prévenus à l'avance. Nous n'avons reçu aucun appel téléphonique.

 

Je regrette que la décision de mise en faillite n'ait pu faire l'objet de discussions en amont avec le gouvernement et l'Economic Risk Management Group qui a mis en place un groupe de travail sur le secteur aérien.

 

Jusqu'à maintenant, 3 000 travailleurs du secteur des entreprises de handling, plus précisément d'Aviapartner et de Swissport, étaient au chômage temporaire.

 

Er zijn de voorbije weken pogingen geweest om contact te leggen met het management van Swissport, helaas zonder antwoord van hen. Het is bijzonder moeilijk om te helpen waar dit kan en binnen de regels die daarvoor gelden, als er geen communicatie mogelijk is. De drie curatoren hebben daags na hun aanstelling reeds bevestigd dat Swissport zijn activiteiten stopzet en dat het personeel wordt ontslagen. Wij wachten op meer informatie.

 

L'activité de Swissport est une activité à haute intensité de main-d'œuvre directement proportionnelle au nombre de voyageurs. Le nombre de travailleurs est donc proportionnel au volume de passagers, volume quasiment nul aujourd'hui. Zéro!

 

Je nourris donc l'espoir qu'au fur et à mesure que les activités aéroportuaires retrouveront leur rythme, le nombre de travailleurs nécessaires pour assurer ces activités augmentera à nouveau et qu'on atteindra le même niveau de voyageurs et donc le même niveau de travailleurs dans le secteur du handling.

 

Il faut maintenant accompagner au mieux les travailleurs. Les Régions auront un rôle important à jouer dans le cadre de l'accompagnement des travailleurs licenciés pour la formation, la réinsertion mais aussi dans l'attente de leur rendre le job qu'ils avaient, si tel est leur choix.

 

De prognoses zijn momenteel pessimistisch, maar op een bepaald ogenblik zal de vraag naar handlingdiensten opnieuw toenemen. Gekwalificeerd en ervaren personeel zal dan opnieuw nodig zijn. Het is dan ook de bedoeling dat mijn diensten en Brussels Airport vaart zetten achter de selectie van de verplichte tweede handler op de luchthaven.

 

Les procédures ont débuté et diverses possibilités actuellement à l'étude devraient aboutir rapidement. Dans l'intervalle, l'exploitant de l'aéroport met en place une solution temporaire afin que les opérations de handling puissent être réalisées pour tous les avions de passagers qui arrivent, et ce afin d'éviter que les avions atterrissent ailleurs.

 

Dès lundi, Brussels Airport reprendra une activité aéroportuaire considérable. Les sociétés de handling telles qu'Aviapartner seront là avec leur personnel pendant le temps nécessaire à la reprise d'une seconde société de handling et à la conclusion d'un contrat entre les exploitants et Aviapartner ou Swissport.

 

Les licences devaient être renouvelées, il y a deux ans. Nous les avons renouvelées pour de courtes périodes en raison des difficultés rencontrées par Swissport. C'est donc à la faveur d'une recapitalisation par Swissport Holding que nous avons pu renouveler la licence pour les sept années à venir, car il fallait garantir l'absence de dettes sociales ou d'autres dettes ébranlant la confiance des créanciers. Telle était la situation il y a quelques mois mais, aujourd'hui, c'est la société mère en Suisse qui a décidé de déposer le bilan.

 

Monsieur Hedebouw, vous avez souligné que les prix étaient relativement bas. C'est effectivement le cas du prix du handling à Bruxelles, qui est le résultat d'une concurrence effrénée entre les handlers, il y a quelques années, de sorte que les tarifs pouvaient difficilement remonter. Selon moi, ce modèle ne sera pas tenable, et les tarifs unitaires du handling devront reprendre, en particulier à Bruxelles.

 

En tant que ministre, je m'efforce de toujours faire preuve de loyauté. Pour moi, un travailleur, qu'il se trouve à Arlon, à Charleroi, à Anvers ou à Gand, est avant tout un travailleur, et vous ne trouverez jamais dans la politique que j'ai menée, le moindre écart à cette loyauté.

 

Les situations de Zaventem et de Charleroi ne sont pas comparables car, à Charleroi, l'aéroport assure lui-même les opérations de handling. Ils enregistrent aussi des pertes et c'est le secteur public qui va encaisser (la Soar). À Bruxelles, le modèle mis en place est différent. J'ose espérer que l'ensemble des acteurs, en ce compris l'exploitant, feront tout ce qui est en leur pouvoir afin de participer financièrement à la résurrection d'entreprises qui sont indispensables à la reprise de l'activité. Il en va non seulement de leur intérêt mais aussi de l'intérêt des travailleurs et de l'intérêt général. À un moment donné, il faut pouvoir mutualiser les moyens dont les uns et les autres disposent afin de garantir la reprise de l'activité.

 

06.06  Joris Vandenbroucke (sp.a): Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoord. Ik wil u tot spoed aanmanen, om ervoor te zorgen dat er zo snel mogelijk een tweede afhandelingsbedrijf wordt gevonden voor de luchthaven van Zaventem. Daardoor komt er weer perspectief voor de ex-werknemers van Swissport. U hebt ook de vinger op de wond gelegd. Het klopt niet dat wanneer de passagiersaantallen stijgen en de luchtvaart een hoge vlucht neemt, bedrijven er niet in slagen om winst te maken en uiteindelijk failliet gaan. Dat is de race to the bottom die momenteel bezig is in de luchtvaart en die zijn grens heeft bereikt.

 

Collega's, iedereen is het erover eens dat de luchtvaart een onmisbare schakel is in ons economisch bestel. Dan moeten we ervoor zorgen dat de werknemers die werken bij die onmisbare schakel, een deftig loon en een deftige bescherming krijgen. Zij verdienen absoluut meer zekerheid dan vandaag.

 

06.07  Sophie Thémont (PS): Monsieur le ministre, j'ai bien entendu vos réponses mais nous ne voulons plus de ce modèle du low cost. Nous ne voulons plus de ces emplois low cost ultraflexibles et mal rémunérés. Nous n'acceptons plus que les travailleurs soient systématiquement les premiers sacrifiés.

 

Aujourd'hui, on doit penser le monde d'après. Nous commençons à créer ce fameux monde d'après. Dans ce monde, les travailleurs ne devront plus être considérés comme des lignes comptables au service du marché. Je vous demande ici de prendre des mesures pour aider le secteur aérien et de commencer dès maintenant à le réformer pour qu'il soit plus respectueux des travailleurs et de l'environnement.

 

06.08  Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, vous avez indiqué à juste titre que c'est cette concurrence effrénée entre Swissport et Aviapartner qui a mené à cette catastrophe sociale et qui a tiré les deux vers le bas. C'est vraiment ce principe économique mais cet argent ne disparaît pas. J'ai expliqué que cette plus-value de l'exploitation se retrouvait chez Brussels Airport Company. Il y a une structure qui engrange 390 millions d'euros.

 

Ik stel voor dat we daarop controleren. Wie komt ter hulp? Het Vlaams Belang. Het Vlaams Belang zegt dat het niet de schuld van de heer Descheemaecker is, het is niet de schuld van de luchthaven, maar het is de schuld van de Walen.

 

De verdeel-en-heerspolitiek raakt daar echt niet binnen. In dat bedrijf werken Vlamingen, Walen, Brusselaars, mensen van alle nationaliteiten. Zij zien af. En u wilt verdeel en heers. U durft niet duidelijk te zeggen dat er controle moet komen, zoals in Frankrijk, Duitsland en Nederland. Daar is een publieke controle van de luchthavens. Dat is logisch.

 

06.09  Katleen Bury (VB): Mijnheer de minister, ik krijg geen antwoord van u, de loyale minister, op de vragen waarom de luchthavens niet gelijk behandeld worden en wat u eraan zult doen om die luchthavens gelijk te behandelen. Het is duidelijk dat die doelbewuste sabotage u Siberisch koud laat. U zit hier als opvolger van een minister die al ontslag heeft moeten nemen omdat hij de veiligheid in Zaventem totaal mismeesterde.

 

Nu gaat het nog een stapje verder. Zaventem kan u helemaal niets schelen. U bent ervoor aan het zorgen dat er gewoon geen Zaventem meer zal zijn. Nu doen alsof uw hart bloedt bij die vele ontslagen is een beetje hypocriet. Geef aan al die werknemers gewoon een eerlijk antwoord en zeg gewoon dat de francofonie in dit land de luchthaven van Charleroi volledig aan het uitbouwen is en dat daarvoor de luchthaven van Zaventem kapot moet.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Meryame Kitir aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "Het verzoek van het VBO om overheidssteun inzake het vakantiegeld voor de tijdelijk werklozen" (55000806P)

07 Question de Meryame Kitir à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "La demande de la FEB d'une aide d'État pour le pécule de vacances lié au chômage temporaire" (55000806P)

 

07.01  Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mijn collega Samyn heeft op 26 mei ook een vraag over het ontbreken van een koninklijk besluit betreffende het vakantiegeld voor werklozen ingediend. De Kamerdiensten hebben correct geprobeerd om die vraag te koppelen aan de vraag van mevrouw Kitir, maar het kabinet heeft dat geweigerd, omdat de vraag te uitgebreid zou zijn. Vakantiegeld is uiteraard gekoppeld aan vakantiedagen, net zoals de eindejaarspremie. Ik vind het niet correct dat collega Samyn, die haar vraag drie weken geleden indiende, moet wachten op de behandeling in de commissie volgende week, terwijl de minister vandaag antwoord komt geven. Ik wil dat erop wordt toegezien dat men zulke zaken in de toekomst niet laat weigeren door de kabinetten.

 

De voorzitter: U zegt mij dat nu, mevrouw Pas. Ik zal dat laten onderzoeken. Uit het hoofd, ik heb daarvan uiteraard geen weet.

 

07.02  Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de minister, de coronacrisis maakt duidelijk dat wij een sterke overheid nodig hebben.

 

Door de lockdown moesten heel wat bedrijven verplicht sluiten. De overheid heeft niet stilgezeten en is snel te hulp geschoten met allerlei maatregelen, zoals de bankgarantie, het overbruggingskrediet, de compensatiepremie, de hinderpremie en de speciaal voor de COVID-19-crisis ingevoerde regeling van tijdelijke werkloosheid.

 

Ik wil even stilstaan bij die laatste maatregel, want die is toch wel erg belangrijk. Meer dan 1 miljoen werknemers werd door de COVID-19-crisis op technische werkloosheid geplaatst. Dat wil dus zeggen dat de overheid de loonkosten voor die 1 miljoen werknemers van de werkgevers heeft overgenomen. Dat lijkt mij toch niet te onderschatten.

 

Vergis u niet, collega's, dat wil niet zeggen dat het een cadeau voor de werknemer is. De werknemer heeft minder inkomsten, doordat hij niet kon gaan werken. Hij krijgt maximaal 70 % via de tijdelijke werkloosheid, hij verliest zijn maaltijdcheques en ecocheques en hij krijgt een lagere eindejaarspremie. Wij zullen daarbovenop toch geen discussie voeren over de berekening van het vakantiegeld van de werknemers in tijdelijke werkloosheid?

 

Mevrouw de minister, ik was dan ook heel verbaasd over de oproep van het VBO vandaag aan de overheid om het vakantiegeld van die werknemers, dat werkgevers volgend jaar moeten uitbetalen, op zich te nemen.

 

Voor de sociale zekerheid geldt er een contract tussen de overheid, de werknemers en de werkgevers: iedereen doet zijn deel en iedereen krijgt zijn deel. Dat kan niet betekenen dat, op het moment dat het iets minder gaat, een van de drie partners zich terugtrekt en de gevolgen aan de anderen overlaat.

 

Mevrouw de minister, kunt u de werknemers geruststellen dat de periode van tijdelijke werkloosheid zal meetellen voor de berekening van het vakantiegeld volgend jaar?

 

Bent u het met mij eens dat de overheid niet de kosten voor de gelijkstelling van het vakantiegeld op zich neemt?

 

07.03 Minister Nathalie Muylle: Wij hebben als een van de eersten het systeem van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht en tijdelijke werkloosheid om economische redenen ingezet, een systeem dat wij vrij snel hebben versoepeld tot een van tijdelijke werkloosheid wegens COVID-19. Op vraag van de sociale partners, de werkgevers en werknemers werd beslist om voor iedereen in tijdelijke werkloosheid de vakantiedagen gelijk te stellen met de gewerkte dagen, zodat er volgend jaar geen vakantiedagen voor werknemers verloren gaan.

 

Het klopt dat de werkgevers enkele weken geleden aan de eerste minister, de vice-eersteministers, minister De Block en mezelf hebben gevraagd om de kosten van die gelijkstelling op ons te nemen. De voorbije weken hebben de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie en de RVA de mogelijke kosten berekend voor het vakantiegeld voor arbeiders dat uit de gelijkstelling zou voortvloeien.

 

De kostprijs van de gelijkstelling voor arbeiders bedraagt 380 miljoen euro, die voor bedienden 200 miljoen euro. Dat is een raming, want alles is afhankelijk van het aantal personen dat nog in tijdelijke werkloosheid blijft, van de snelheid waarmee werknemers opnieuw aan het werk gaan en van de impact van de crisis in de komende periode. Het dossier werd gisteren een eerste keer besproken in het kernkabinet. We zullen het verder bekijken.

 

Ik geef alvast dit mee: wij zijn de voorbije maanden tussengekomen in de loonkosten van 1,2 miljoen werknemers. Dat is nooit gezien. Intussen hebben wij volop de kaart van steunmaatregelen voor de relance op korte termijn getrokken en goedgekeurd. Afgelopen zaterdag hebben wij inderdaad overleg gehad met de Groep van Tien, want wij moeten een evenwichtsoefening doen waarbij wij de regeling van de tijdelijke werkloosheid handhaven voor wie ze nodig heeft, en tegelijk voldoende activerend optreden, zodat werknemers opnieuw aan de slag gaan.

 

Wij hebben een maatregel goedgekeurd om tegemoet te komen aan het probleem van de bedrijfsvoorheffing ten belope van meer dan 450 miljoen euro. Dat is niet weinig. Hoe dan ook, de discussie daarover is gaande.

 

07.04  Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de minister, ik ben blij dat u, samen met mij, onderschrijft dat er toch al veel is gebeurd. Het is ook belangrijk om te onderstrepen dat de overheid de loonkosten van de werkgevers heeft overgenomen.

 

Ik richt mij tot de collega's van Open Vld. Ook vandaag weer heb ik u horen praten over sinterklaaspolitiek. De overheid heeft de loonkosten van meer dan 1 miljoen werknemers overgenomen van de werkgevers. Ik hoor dat u bezig bent met gesprekken met de tien partijen, mevrouw de minister. Ik hoop dat er geen discussie meer is en dat de dagen van tijdelijke werkloosheid überhaupt zullen meetellen voor de berekening van het vakantiegeld. Dat KB is uitgevaardigd, dus ik ga ervan uit dat daaromtrent niets meer zal veranderen. Als die discussie toch wordt begonnen, moeten wij daar rekening mee houden, zodat er toch een evenwicht is en alles eerlijk verdeeld is.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Leen Dierick aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De annulering van vluchten door luchtvaartmaatschappijen" (55000817P)

08 Question de Leen Dierick à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "L'annulation de vols par les compagnies aériennes" (55000817P)

 

08.01  Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, binnenkort openen de meeste Europese landen opnieuw hun grenzen, tot opluchting alom bij heel wat mensen die uitkijken naar de zomervakantie en die hopen dat hun reeds geboekte reis toch kan plaatsvinden. Anderen hebben gewacht met een boeking in afwachting van een versoepeling. Nu de grenzen opengaan, worden er massaal reizen geboekt. Mensen kijken uit naar hun zomerreis. Ze hebben er vaak ook heel wat voor gespaard. Een reis is voor velen het middel bij uitstek om de batterijen terug op te laden voor het komende jaar. Er is opnieuw hoop dat wij in veilige omstandigheden op reis kunnen gaan.

 

Naast die hoop kwam er voor veel consumenten de voorbije dagen een koude douche. Reisorganisatoren als TUI, Ryanair en Brussels Airlines annuleerden massaal hun reizen voor de maanden juli en augustus. Als reden gaven zij overmacht ten gevolge van de coronacrisis op, wat in eerste instantie begrijpelijk overkomt. Het goede nieuws is dat de consument een voucher kan krijgen ter waarde van de geboekte reis of vlucht, waarmee de consument eenvoudigweg eenzelfde reis kan boeken op een ander moment. Nu blijkt echter dat mensen dezelfde reis of vlucht op een ander tijdstip pas kunnen boeken als zij er nog een smak geld bovenop leggen. Zij krijgen dus minder waar voor hun geld, wat onbegrijpelijk en onaanvaardbaar is. De mensen zijn terecht boos en ontgoocheld.

 

Ik was dan ook heel blij gisterenavond meteen van u te horen dat die praktijken van de reisorganisatoren niet konden en dat u ze afkeurde. U hebt onmiddellijk aan de Economische Inspectie de opdracht gegeven om dit te onderzoeken.

 

Mevrouw de minister, wat zal de Economische Inspectie precies onderzoeken? Wanneer mogen wij daarvan de resultaten ontvangen? Als er inbreuken worden vastgesteld, welke zijn dan de mogelijke sancties?

 

Wij krijgen ook heel veel klachten van consumenten die van het kastje naar de muur worden gestuurd. Ze wachten soms urenlang aan de telefoon op een antwoord van de reisorganisator. Ze worden in de steek gelaten en blijven met veel vragen zitten. Mevrouw de minister, wat adviseert u die consumenten?

 

08.02 Minister Nathalie Muylle: Mevrouw Dierick, dank u voor uw vraag. Toen ik de laatste dagen een aantal klachten kreeg over de praktijken waarbij vluchten die nu worden geboekt, enkele dagen later al worden geannuleerd en waarbij men een ander, vaak veel duurder voorstel krijgt, heb ik de Economische Inspectie gevraagd met een onderzoek te starten. Het onderzoek is volop bezig, maar ik kan niet zeggen wanneer het afgerond zal zijn. Ik weet enkel dat alles in het werk wordt gesteld om dit snel te laten verlopen. Het onderzoek steunt vooral op de regels inzake oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten. Oneerlijke handelspraktijken zijn verboden en daar staan strafsancties op die gaan tot 80.000 euro. Ze kunnen oplopen tot 200.000 euro wanneer kwade trouw kan aangetoond worden.

 

Na mijn tussenkomst gisteren ontving ik een brief van TUI, waaruit ik zal voorlezen. Men biedt oprechte excuses aan voor wat men betitelt als een staaltje van slechte klantencommunicatie: "Nooit is het onze intentie geweest om klanten meer te doen betalen voor hun reis, waarbij buiten hun wil om de vertrek- en/of terugreisdatum zou worden gewijzigd. Dat dit aan bepaalde klanten wel zo is meegedeeld, is een jammerlijke vergissing die niet had mogen gebeuren. Momenteel worden alle betrokken klanten met spoed gecontacteerd om de situatie recht te zetten en hen de zekerheid te bieden dat, al naargelang het geval, hun vakantie zoals gepland kan doorgaan, of dat zij voor de oorspronkelijke boekingsprijs een andere vakantie kunnen kiezen of dat hen een andere reisdatum wordt aangeboden."

 

Het is duidelijk dat ik het antwoord dat ik heb gekregen van TUI op de voet zal opvolgen, om ervoor te zorgen dat men de engagementen die men hier neemt tegenover de reizigers, ook effectief nakomt. Ik moet u wel melden dat intussen al meer dan 500 klachten bij het meldpunt van de FOD Economie zijn aangekomen, niet enkel over TUI, maar ook over andere luchtvaartmaatschappijen. Die meldingen worden allemaal aan de Economische Inspectie bezorgd. Als er nog meldingen te doen zijn, is het goed om dit via het meldpunt te doen. De FOD Economie volgt dit op, geeft het door aan de Economische Inspectie en zal, wanneer er duidelijkheid is, iedereen een gepast antwoord bezorgen.

 

08.03  Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw erg duidelijk en positief antwoord.

 

Ik heb uiteraard begrip voor het feit dat het ook voor de reissector geen evidente tijden zijn geweest. Zij hebben bange maanden achter de rug en hebben heel wat onzekerheid gekend over de tewerkstelling in hun sector en over het aanbieden van hun diensten.

 

U hebt juist om de hele reissector te beschermen de unieke voucherregeling uitgewerkt, die een erg goede regeling is. Daarom doet het ook zoveel ongeloof opwekken, wanneer net die voucherregeling op de kap van de consument wordt misbruikt.

 

Ik dank u ook voor het melden van de brief. Het is een heel goed signaal dat TUI zich nu wil verontschuldigen voor de foute communicatie, de vergissingen of voor het feit dat de maatschappij niet goed bezig was. Voor vele consumenten is het een opluchting dat er meer duidelijkheid komt.

 

Ik steun dan ook zeker uw oproep aan de consumenten, om, indien er nog dergelijke fouten gemaakt zijn, ze zeker bij het meldpunt van de FOD Economie te melden.

 

Mevrouw de minister, ik hoop dat ook de andere reisorganisatoren heel goed beseffen dat, eens een organisator een consument heeft bedrogen, die consument zijn volgende reis bij een andere reisorganisator zal boeken. Ik hoop dan ook dat wij ook van de andere reisorganisatoren een duidelijk signaal zullen krijgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Einde van de mondelinge vragen.

 

09 Ordre du jour

09 Agenda

 

Vous avez reçu un projet d'ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.

U hebt een gewijzigde ontwerpagenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.

 

Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)

Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)

 

En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

Bijgevolg is de agenda aangenomen.

 

10 Renvoi d'amendements en commission

10 Verzending van amendementen naar een commissie

 

J'ai reçu des amendements à la proposition de loi (Mmes Meryame Kitir et Anja Vanrobaeys) visant à suspendre les délais de préavis des congés donnés avant ou durant la période de suspension temporaire de l'exécution du contrat de travail pour cause de force majeure en raison de la crise du COVID-19, nos 1212/1 à 10.

Ik heb amendementen ontvangen op het wetsvoorstel (de dames Meryame Kitir en Anja Vanrobaeys) tot opschorting van de opzeggingstermijn voor ontslagen gegeven voor of tijdens de periode van tijdelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst omwille van overmacht ingevolge de COVID-19-crisis, nrs 1212/1 tot 10.

 

Je vous propose de renvoyer ces amendements en commission des Affaires sociales, de l’Emploi et des Pensions (art. 93, n° 1, du Règlement).

Ik stel u voor deze amendementen te verzenden naar de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen (art. 93, nr. 1, van het Reglement).

 

La discussion de la proposition de loi sera poursuivie en séance plénière, après examen de l'amendement en commission.

Het wetsvoorstel zal, na bespreking van het amendement in commissie, vandaag in plenaire vergadering worden behandeld.

 

Ik heb vernomen dat er zich een akkoord zou aftekenen. De commissie mag nu samenkomen. In de loop van de vergadering, als er witte rook is in de commissie, komen we daarop terug.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

De commissie zal vergaderen in de Europazaal, op de tweede verdieping.

 

11 Motion d'ordre

11 Ordemotie

 

Collega's, ik kom dan tot de ordemotie van de heer Freilich.

 

Bij brief van 11 juni 2020 heeft de heer Michael Freilich een motie ingediend aangaande een verzoek van de Kamer van volksvertegenwoordigers aan het Rekenhof betreffende een onderzoek naar het MRMP-S/AT nr. 20 ST102 – Raamovereenkomst met meerdere deelnemers betreffende de levering van stoffen herbruikbare mondmaskers (Community Masks)

 

De motie luidt als volgt:

 

"Geachte heer voorzitter,

 

Hierbij verwijs ik naar een contract dat tot stand kwam na een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking op basis van artikel 42, § 1, 1°, van de wet van 17 juni 2016. In uitvoering van een beslissing van de federale regering werd door de aankoopdienst van het leger het dossier voorbereid en werd een bestelling geplaatst voor het aankopen van stoffen, herbruikbare mondmaskers. De effectieve gunning gebeurde op 5 mei 2020 door minister van Defensie, de heer Philippe Goffin, en werd toegekend aan twee bedrijven AVROX S.A. en Tweeds en Cottons NV.

 

Op basis van artikel 54 van het Kamerreglement en verwijzend naar de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof.

 

 

Om al deze redenen dien ik deze ordemotie in op de plenaire vergadering van 11 juni met als verzoek:

 

'De Kamer van volksvertegenwoordigers verzoekt aan het Rekenhof, op basis van artikel 5, paragraaf 1, van zijn inrichtingswet, om over te gaan tot een beoordeling van dit dossier in het kader van de normale risicoanalyse, en indien zijn college op basis daarvan tot het besluit komt dat een audit gerechtvaardigd is, al haar nodige wettelijke bevoegdheden te gebruiken en het volledige dossier te willen opvragen bij Defensie, het onderzoeksrapport te willen voorleggen aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en het toe te lichten in de commissie voor Landsverdediging.'

 

Met de meeste hoogachting,

 

Michael Freilich

Lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers"

 

Par lettre du 11 juin 2020, M. Michael Freilich a déposé une motion portant sur une  demande de la Chambre des représentants à la Cour des comptes relative à une enquête sur le MRMP – S/AT n° 20 ST102- Convention-cadre avec plusieurs participants concernant la fourniture de masques buccaux réutilisables en tissu (Community Masks).

 

La motion est libellée comme suit:

 

"Monsieur le Président,

 

Par la présente, je me réfère à un contrat conclu après une procédure négociée sans publication préalable sur la base de l’article 42,§ 1, 1°, de la loi du 17 juin 2016. En exécution d’une décision du gouvernement fédéral, le service des achats de l’armée a préparé le dossier et une commande a été passée pour l’achat de masques buccaux réutilisables en tissu. Le marché a été effectivement attribué le 5 mai 2020 par le ministre de la Défense, Monsieur Philippe Goffin, à deux entreprises, AVROX S.A. et Tweeds en Cottons NV.

 

Sur la base de l’article 54 du Règlement de la Chambre et faisant référence à la loi du 29 octobre 1846 relative à l’organisation de la Cour des comptes.

 

·         Attendu qu’il m’a été rendu impossible en ma qualité de membre de la commission Achats et Ventes militaires de consulter le dossier dans son intégralité et qu’il ne m’a été donné qu’un accès sélectif à quelques pièces du dossier seulement.

·         Attendu que cette consultation s’est limitée au cahier des charges et au rapport d’adjudication mais ne concernait aucune offre, ni motivation claire de la manière dont s’est déroulée la sélection des entreprises, ni des raisons pour lesquelles des offres ont été écartées.

·         Attendu qu’il ressort des déclarations d’autres candidats fournisseurs que de sérieuses questions se posent concernant les raisons du rejet de leurs candidatures.

·         Attendu qu’un des intéressés a déposé une plainte auprès du Conseil d’État et qu’un autre participant a adressé un courrier à l’inspection de la fraude.

·         Me référant au courrier du Premier Président de la Cour des comptes du 10 juin 2020 par lequel celui-ci indique que la Cour des comptes a la faculté d’instituer une enquête.

 

Pour ces différents motifs, je dépose la présente motion d’ordre en séance plénière du 11 juin avec la requête suivante:

 

'La Chambre des représentants demande à la Cour des comptes, sur la base de l’article 5, paragraphe 1er, de la loi organique de la Cour des comptes, de procéder à une évaluation de ce dossier dans le cadre de l’analyse de risque normale, et si son collège conclut sur cette base qu’un audit se justifie, d’utiliser toutes ses compétences légales et de demander communication de l’ensemble du dossier à la Défense, de soumettre le rapport d’enquête  à la Chambre des représentants et de l’expliciter en commission de la Défense.'

 

Michael Freilich

Membre de la Chambre des représentants"

 

La motion est recevable.

De motie is ontvankelijk.

 

Mijnheer Freilich, ik ga een beetje freewheelen. U hebt een ordemotie ingediend om een onderzoek bij het Rekenhof te gelasten. Volgens het Reglement moet u daarvoor een voorstel van resolutie indienen. Aan de andere kant heb ik begrepen dat sommige fracties zich helemaal niet verzetten tegen een onderzoek van het Rekenhof as such. Dat is belangrijk, omdat in de commissie de auditeurs van het Rekenhof, die gedetacheerd zijn, wel aanwezig zijn, maar zij maken dat verslag niet openbaar. Ik denk dat u aandringt op een resultaat van het Rekenhof dat meteen ook een publiek karakter zou krijgen.

 

Ik heb ook begrepen dat u de consideransen laat vallen. U behoudt slechts het beschikkend gedeelte: "Ik vraag aan het Rekenhof een onderzoek en het resultaat van dat onderzoek heeft een publiek karakter."

 

Is daarover een consensus mogelijk?

 

11.01  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, on aurait pu reporter tout cela à la probable commission spéciale qu'on mettra sur pied plus tard pour analyser la crise et sa gestion. Comme il y a une demande spécifique sur ce marché et que le ministre de la Défense est tout à fait transparent en la matière, on ne voit aucun inconvénient à ce qu'il y ait cette démarche à la Cour des comptes. Dans les considérants, il y avait quelques indélicatesses, notamment en ce qui concerne le huis clos, et il valait mieux ne pas décider sur cette base-là. Sur le principe, nous développons un consensus.

 

Le président: Je ferai cette demande à la Cour des comptes, avec l'accord de la Chambre.

 

Ik zal dan ook een neutrale brief schrijven aan het Rekenhof, zonder de overwegingen.

 

11.02  Steven Creyelman (VB): Mijnheer de voorzitter, toen die ordemotie op de proppen kwam, voelde ik mij als voorzitter van de commissie Legeraankopen en –verkopen aangesproken, ook al wegens het mailverkeer dat zich heeft afgespeeld tussen het secretariaat, mijzelf en de heer Freilich.

 

Ik heb dat mailverkeer nog eens nagekeken voor alle duidelijkheid. Ik wens de heer Freilich er toch even op te wijzen dat wij op geen enkele manier over een onderzoek gesproken hebben in dat mailverkeer. Het ging wel degelijk over een analyse. Ik hoef u het verschil tussen een analyse door het auditoraat van het Rekenhof en een onderzoek door het Rekenhof niet uit te leggen, collega. Dat hoop ik alvast.

 

Feit is, mijnheer Freilich, dat u op geen enkele manier een inzagerecht is geweigerd wegens uw persoon of wegens uw partij. Maar wel wegens het feit dat er geen afgesloten onderzoeksdossier was. Ik verwijs daarvoor naar de artikels 33 tot en met 36 van het Reglement van orde van het Rekenhof. Dat hebt u ongetwijfeld ook in de diepte gelezen.

 

Dit gezegd zijnde, vond ik, toen ik de consideransen las, dat u een beetje –vergeef mij de woordspeling – onterecht aan de klaagmuur stond.

 

Dit allemaal gezegd zijnde, collega, kan ik u wel meedelen dat wij van Vlaams Belang ook graag klaarheid en duidelijkheid willen scheppen in dit dossier, en dat wij uw vraag om transparantie in deze ondertussen toch wel berucht geworden blundersaga zeker zullen steunen, en dus ook uw vraag naar een onderzoek door het Rekenhof.

 

11.03  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): Wij sluiten ons aan bij hetgeen de heer Piedboeuf heeft gezegd. Sta mij toch toe te zeggen dat ik dit een achterhoedegevecht vind. Ik begrijp dat u zich vastgebeten hebt in dat dossier. Eerlijk gezegd belangt dit dossier weinig mensen aan. Intussen kan iedereen maskers kopen. Uiteraard vind ik het goed dat de minister hier openbaarheid en transparantie in creëert, maar dit is een achterhoedegevecht dat typisch is voor de politiek.

 

De voorzitter: Mijnheer Verherstraeten, mijn bedoeling was om geen groot debat te voeren, omdat er een consensus is.

 

11.04  Servais Verherstraeten (CD&V): Sommigen prikkelen mij, mijnheer de voorzitter.

 

De voorzitter: U weet dat ik u niks kan weigeren.

 

11.05  Servais Verherstraeten (CD&V): Het belang van de mondmaskers gaat natuurlijk alle Belgen aan. Voor de goede orde en voor alle duidelijkheid, mijnheer de voorzitter, ik ga ervan uit dat niemand er bezwaar tegen heeft dat het Rekenhof ter zake een onderzoek voert, maar dat u eigenlijk per brief het Rekenhof gelast met het onderzoek, met de informele goedkeuring van de Kamer. We spreken ons hier vandaag dus niet uit over een motie, anders moet er naar een resolutie worden gegaan. Zo hebt u daarnet aangekondigd.

 

De voorzitter: Ik heb in het verleden ooit geprobeerd in de commissie voor het Reglement aan de voorzitter zelf een grotere machtiging te geven om het Rekenhof te kunnen consulteren, zoals dat bij de Raad van State het geval is. De commissie voor het Reglement was een beetje terughoudend. Daarom kom ik in alle deemoed naar de plenaire vergadering, maar ik stel vast dat de plenaire vergadering ermee akkoord gaat. Dan is eigenlijk het voorstel van ordemotie niet zonder voorwerp, maar is alleen het beschikkend gedeelte van belang. Dat maak ik tot het mijne.

 

Ik vraag aan het Rekenhof een onderzoek. Het verschil met hetgeen de auditeurs nu zouden doen, is dat het een publiek karakter heeft. De minister zelf laat weten, via een aantal collega's, dat hij daar geen probleem mee heeft, integendeel. Dat is in het belang van de transparantie van de Kamer.

 

Mijnheer Freilich, als u zich bij mij aansluit, zijn we erdoor.

 

11.06  Michael Freilich (N-VA): Mijnheer de voorzitter, u kent het Reglement natuurlijk als uw binnenzak en u maakt daar handig gebruik van. Ik dank u dat u ons in dezen steunt.

 

Vooreerst wil ik alle fracties bedanken die mijn vraag steunden. Ik hoor dat het hier gaat om een achterhoedegevecht, maar dit gebeurt en plein public en het staat elke dag in de krant. Iedereen heeft vragen en is bezorgd, want het gaat om een grote geldsom die morgen naar Luxemburg overgemaakt zal worden en die van daaruit waarschijnlijk naar Panama zal vertrekken. Er zijn en blijven dus vragen.

 

Wat is nu het verschil tussen een analyse en een onderzoek? Ik meen dat het heel duidelijk is wat er nu zal gebeuren in de commissie Legeraankopen. De mensen die door het Rekenhof gedetacheerd zijn, staan de commissie bij en kunnen op basis van de documenten een analyse maken en tips geven. Dat is echter niet hetzelfde als een onderzoek. Bij een onderzoek zijn er meer stappen, want Defensie kan het rapport nadien krijgen en haar mening geven. Verder is een onderzoek ook publiek. Het maakt de problemen bekend en reikt oplossingen aan om dergelijke zaken in de toekomst aan te pakken. Bij een analyse heeft men dat allemaal niet. Belangrijk is tevens dat de commissie Legeraankopen vergadert achter gesloten deuren.

 

Ik heb zonet in mijn vraag aan de minister tien verschillende zaken opgesomd die fout zijn gelopen in dit dossier. Ik zie dat dit leeft bij de mensen, want elke dag opnieuw horen we dat er zaken niet kloppen. Ik heb gevraagd hoe het kan dat bedrijven die referenties hebben gegeven voor de aankoop van mondmaskers nadien moesten horen dat zij geen referenties hadden gegeven. Dat is een vraag die onderzocht moet worden en ik weet niet of een analyse daarvoor het juiste middel is. Ik meen dat we hiervoor een onderzoek nodig hebben.

 

Hetzelfde geldt voor de NBN-norm die drie dagen voor de afsluiting plots, en cours de route, is veranderd. Kan dat? Dat zijn zaken die het Rekenhof wel degelijk kan onderzoeken, want er zijn verschillende technische regels die bij een openbare aanbesteding gevolgd moeten worden. Kan men drie dagen voor de einddatum van een offerteaanvraag waaraan honderden firma's meedoen nog besluiten om de norm aan te passen? Al die firma's waren immers al dagenlang bezig hun offerte op een andere specifieke norm te richten.

 

Daarom is het belangrijk dat het Rekenhof kan nagaan of alles correct is gebeurd.

 

Twee weken geleden zei de minister dat het Rekenhof alle documenten had opgevraagd en dat hij zich verheugde op een onderzoek. Toen dachten heel veel mensen dat er een onderzoek bezig was. De minister zelf was ook van oordeel dat er een onderzoek was. Hij heeft dat ook gezegd aan de heer De Vriendt in de commissie, toen die hem vroeg hoever het onderzoek stond. De minister antwoordde daarop dat het onderzoek liep, maar nu blijkt dat niet het geval. Daarom ben ik verheugd dat wij vandaag toch een onderzoek kunnen krijgen. Ik wil alle collega's danken om daaraan mee te doen en mee te werken.

 

De voorzitter: Voor een goed begrip, ik zie dat verschillende collega's nog het woord vragen. Waarom het in godsnaam snel laten verlopen als het langdurig ook kan? Dat is soms het motto van de Kamer. De heren Leysen en Piedboeuf vragen nog het woord, terwijl ik een positief antwoord kreeg op mijn vraag of er een consensus was over mijn voorstel.

 

11.07  Servais Verherstraeten (CD&V): (…)

 

De voorzitter: Dat wou ik juist zeggen, mijnheer Verherstraeten, maar ik ben blij dat u het in mijn plaats zegt: non bis in idem.

 

J'enverrai la lettre à la Cour des comptes.

 

We gaan niet op het resultaat vooruitlopen. Ik deel trouwens mee aan de Kamer dat de Raad van State is gevat door een partij die zich benadeeld voelt en dat ook een interne audit is aangevraagd. De onderzoeken zullen lopen en de Kamer zal van de conclusies daarvan kunnen kennisnemen.

 

Zo hoort het in een parlementaire democratie.

 

Projets de loi et propositions

Wetsontwerpen en voorstellen

 

12 Projet de loi portant ajustement de la loi du 23 mars 2020 ouvrant des crédits provisoires pour les mois d'avril, mai et juin 2020 (1219/1-3)

12 Wetsontwerp houdende aanpassing van de wet van 23 maart 2020 tot opening van voorlopige kredieten voor de maanden april, mei en juni 2020 (1219/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

De heer Vanbesien verwijst naar zijn schriftelijk verslag.

 

De heer Van der Donckt heeft het woord in de algemene bespreking.

 

12.01  Wim Van der Donckt (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank de heer Dieter Vanbesien virtueel voor zijn bijzonder interessante verslag. Hij zal het wel hebben gezien. In het andere geval zullen de leden van Groen de boodschap ongetwijfeld wel overbrengen.

 

Mijnheer de minister, toen wij de besprekingen over de voorlopige twaalfden voor april, mei en juni 2020 op 11 maart 2020 aanvatten, leefden wij nog in een andere tijd. Jammer genoeg heeft ondertussen de coronacrisis alle lagen van onze bevolking en de maatschappij doordrongen.

 

Op 12 maart 2020 werden de eerste maatregelen in de bestrijding van het coronavirus aangekondigd. Vermits wij toen nog geen echt zicht hadden op de werkelijke kostprijs van die maatregelen, hebt u toen een amendement op het initiële wetsontwerp ingediend om een interdepartementale provisie van 1 miljard euro toe te voegen aan de voorlopige kredieten voor de periode april, mei en juni 2020.

 

Omdat de N-VA van oordeel is dat de regering in onzekere tijden zekerheid moet bieden aan de bevolking en ook omdat de regering middelen moet hebben om daadkracht te tonen, heeft onze fractie uw amendement volmondig gesteund, zowel in de commissie op 16 maart 2020 als tijdens de plenaire vergadering van 19 maart 2020.

 

Het was evenwel voor ons toen al heel duidelijk dat die provisie van 1 miljard euro absoluut niet zou volstaan. Op die manier kon de regering met dat bedrag van 1 miljard euro echter aan de meest dringende noden tegemoetkomen, bijvoorbeeld en niet het minst voor de bijkomende investeringen in de gezondheidszorg.

 

Het wetsontwerp dat thans ter stemming voorligt, voegt boven op dat bedrag van 1 miljard euro nog eens 1 miljard euro aan die interdepartementale provisie toe omdat die eerste schijf van 1 miljard euro uiteraard ondertussen al volledig is besteed, wat wel te begrijpen is.

 

Mijnheer de minister, u hebt tijdens de commissievergadering geantwoord op onze vragen over de besteding van die middelen. U zal ook volgende dinsdag bijkomende toelichtingen verschaffen. Wij weten bijvoorbeeld ondertussen dat van dat eerste miljard euro zowat 830 miljoen euro naar de FOD Volksgezondheid is gegaan.

 

Wij begrijpen meer dan wie ook dat de noden bijzonder hoog zijn.

 

In de commissie stelde ik al dat onze fractie, die zich daarin gesteund voelt door andere fracties, het bijzonder belangrijk vindt om een gedetailleerd overzicht te krijgen van de verdeling van de eerste schijf en ook van de tweede schijf, in totaal dus voor 2 miljard euro.

 

Een essentiële voorwaarde voor de toekenning van de middelen uit die provisie is dat de uitgaven gerelateerd zijn en blijven aan de bestrijding van de coronacrisis, wat daarnet overigens ook al door collega Leysen werd aangehaald. Wij moeten daarmee zeer verstandig omgaan. Deze provisie mag uiteraard niet gebruikt worden om putten te vullen of kosten te dekken die niets te maken hebben met de pandemie die momenteel jammer genoeg lelijk huishoudt. Om die reden is een gedetailleerd overzicht voor onze fractie bijzonder belangrijk. Bovendien vragen wij continu updates over de actuele bestedingen.

 

Ik wil nog benadrukken dat het ontzettend belangrijk is dat de federale regering een daadkrachtig en efficiënt beleid kan voeren. Daarom moeten wij zo snel mogelijk een normale begroting krijgen, al is dat in de huidige tijden begrijpelijkerwijs niet vanzelfsprekend. In de commissie heb ik dat gisteren al aangekaart en uit uw reactie kon ik afleiden dat u daarmee wel akkoord kunt gaan.

 

De mensen hebben op dit ogenblik, nu meer dan ooit, zekerheid en rechtlijnigheid nodig. Het komt dan ook ons, ministers en Parlementsleden, toe om alles in het werk te stellen om aan de mensen die zekerheid, rechtlijnigheid en vastberadenheid te geven. Om die reden zullen wij de aanpassing van het wetsontwerp steunen.

 

12.02  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, met deze uitzonderlijke procedure wordt aan dit Parlement om 1 miljard euro extra gevraagd. Een provisie van 1 miljard euro, een spaarpotje van 1 miljard euro, in Belgische termen is het misschien beter om te spreken van een extra put van 1 miljard euro.

 

Herinner u, collega's, in maart hebben wij al een put van 1 miljard euro vrijgemaakt. Hier komt dus nog een extra put van 1 miljard euro bij. Wat ons vooral verbaast, is de manier waarop dat gebeurt. Uw minderheidsregering heeft op eigen houtje besloten om boven op het miljard dat wij in maart 2020 vrijmaakten nog een extra miljard uit te geven, zonder daarin eerst het Parlement te kennen.

 

Op 26 mei 2020 hebt u dit waslijstje van ongeveer 917 miljoen euro aan coronamaatregelen voorgelegd aan de commissie voor Financiën, maar u zei toen dat al zeker 200 miljoen euro extra aan nieuwe uitgaven vastlagen. Het Parlement wordt vandaag dus eigenlijk gevraagd om deze beslissingen en uitgaven retroactief te bekrachtigen.

 

Eerst het geld uitgeven en dat pas daarna goedkeuren, is de omgekeerde gang van zaken. Ik ben nieuw in dit Parlement, maar normaal doet de regering een voorstel en beslist het Parlement. Dat is hier niet gebeurd. Wij vinden dat niet de correcte gang van zaken.

 

Wij beleven uitzonderlijke tijden, die uiteraard uitzonderlijke maatregelen vergen. Na de coronacrisis komt een heel zware economische crisis. Zo'n 50 miljard euro aan welvaart werd ondertussen weggevaagd en op de voorpagina's van de kranten staat dat ons begrotingstekort ondertussen is opgelopen tot 50 miljard euro.

 

Voorzitter: André Flahaut, ondervoorzitter.

Président: André Flahaut, vice-président.

 

Als er een tweede golf van het virus komt, wat wij hopen dat nooit gebeurt, dreigen wij nog eens een extra 35 miljard euro aan welvaart te verliezen.

 

Net zoals mijn partij de eerste was om in dit Parlement vragen te stellen over de economische impact van de coronacrisis, willen wij vandaag ook waarschuwen voor de diepte van deze economische crisis. Wij zullen dit extra bedrag van 1 miljard euro goedkeuren, maar niet zonder in dit Parlement het nodige voorbehoud te formuleren.

 

Ik wil in aanvulling op de uiteenzetting van de gewaardeerde collega Van der Donckt nog twee extra opmerkingen maken. Ten eerste, mijnheer de minister, uw vraag vandaag naar extra geld toont volgens ons pijnlijk aan hoe de impact van de coronacrisis in het begin heel zwaar werd onderschat.

 

Op 11 maart was de restregering nog van plan om slechts 15 miljoen euro extra uit te geven, boven op de gewone begroting.

 

Mijnheer de minister, amper vijf dagen later kondigde u in een persbericht aan dat u een uitzonderlijke begrotingsprovisie van 1 miljard euro vooropstelde. Nu, nadat dat eerste miljard werd uitgegeven, sneller dan verwacht, trekt de regering versneld een tweede schijf van 1 miljard euro open. De situatie werd in maart dus zwaar onderschat, net zoals vandaag de grootteorde van de economische crisis van de komende weken en maanden wordt onderschat. Ik verwijs onder andere naar de bijna surrealistische gelatenheid waarmee de voorlopige twaalfden gisteren in de commissie werden goedgekeurd.

 

De gouverneur van de Nationale Bank waarschuwde deze week nog dat het begrotingstekort en de staatsschuld in dit land op middellange termijn naar onhoudbare niveaus stijgen. Dat zijn niet onze woorden maar de woorden van de gouverneur van de Nationale Bank: het tekort en de staatsschuld stijgen naar onhoudbare niveaus. Dat staat natuurlijk in schril contrast met de gelatenheid binnen de muren van dit Parlement. Wij krijgen dit buiten het Parlement aan niemand meer uitgelegd.

 

Een tweede kritische noot is dat men zich oprecht kan afvragen of dat eerste miljard eigenlijk wel efficiënt werd uitgegeven. Dan druk ik mij, met alle respect, nog heel voorzichtig uit en ben ik nog bijzonder vriendelijk. Wie het waslijstje van de minister doorloopt, ziet toch een aantal blunders van de coronaregering passeren.

 

Zo zien wij 48 miljoen euro voor de mondmaskers van Defensie, die onder andere werden aangekocht bij de omstreden Luxemburgse postbusvennootschap Avrox. Dat wordt hier meewarig door Open Vld een achterhoedegevecht genoemd, respectloos voor de zuurverdiende belastingcenten van onze burgers. Het is een dossier dat bovendien week na week ophef blijft veroorzaken in de media, laatst nog over de wasbaarheid van deze maskers.

 

Zo zien wij ook dat 7 miljoen euro werd uitgegeven voor de mondmaskerfilters van minister Koen Geens, die uiteindelijk niet compatibel bleken met de bestelde mondmaskers.

 

Wij zien ook dat 3 miljoen euro werd uitgegeven aan de repatriëring van Belgische inwoners in het buitenland, maar dat is ook allesbehalve vlot verlopen.

 

Tot slot, mijnheer de minister, rekenen wij er met onze goedkeuring van dit miljard op dat een kleine 15 miljoen euro van dit extra miljard wordt aangewend om één van de beloften van deze minderheidsregering na te komen. Herinnert u zich, collega's, begin april heeft minister van Financiën Alexander De Croo een bonus van zo'n 1.500 euro beloofd aan de zorgverleners. Een zogenaamde coronapremie voor dokters, verplegers en alle andere zorgverstrekkers die in de afgelopen crisis het beste van zichzelf hebben gegeven.

 

Dat was een van de maatregelen waarover de minderheidsregering een akkoord had. De regering rekende op zo'n 10.000 aanvragen, wat de kostprijs ervan op 15 miljoen euro brengt. Wij klappen dagelijks met de hele buurt in onze handen en hangen witte lakens uit de ramen om respect te tonen voor de vrouwen en mannen in de zorg. Het is één zaak om deze mensen terecht de helden van de oorlog tegen het coronavirus te noemen, maar laten wij ze nu ook belonen. Wij willen dat de minderheidsregering zich aan die belofte houdt, zo niet zullen wij volgende week bij de bespreking van de voorlopige twaalfden in het Parlement een amendement indienen om de beloofde coronabonus alsnog toe te kennen. Belofte maakt schuld.

 

12.03  Christian Leysen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, voor mij is het de vijfde keer dat wij hier over voorlopige twaalfden praten, voor sommigen is het de zevende keer. Ik heb altijd begrepen dat voorlopige twaalfden een tijdelijke noodmaatregel zijn om een korte periode te overbruggen in afwachting van de indiening van een echte begroting. Als men aan de zevende editie is, dan is het natuurlijk geen voorlopige maatregel meer, maar een werkstuk waaraan heel wat bijpassingen zijn en waaraan door de coronacrisis ook een interdepartementale provisie is toegevoegd. Ik wijs erop dat raadsheer Pierre Rion gezegd heeft dat wij daarmee zeer ver van de oorspronkelijke geest van de voorlopige twaalfden afwijken.

 

Ik ben echter verbaasd over een aantal collega's. De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet, zou ik zeggen. Ik overloop het lijstje. Zij zeggen dat men voorzichtig moet zijn, maar zij willen coronapremies betalen, zij willen een btw-verlaging op de elektriciteit, zij steunen een voorstel van DéFI om de btw op zeep te verlagen, de N-VA wil een nultarief voor beschermkledij, de sp.a stelt voor om de btw te verlagen op hoorapparaten. Er zit 600 miljoen euro in de tunnel van het helikoptergeld van de PS en na de mijnwerkerspensioenen wil men nog eens een soortgelijke maatregel in overweging nemen voor de politiediensten.

 

Ik ben natuurlijk bezorgd. Ik lees dat Marc Coucke zegt dat, als hij zijn bedrijf zou besturen zoals het Parlement dat vandaag doet met de overheidsbegroting, hij al lang failliet zou zijn. De drempel voor een land om failliet te gaan, ligt natuurlijk veel hoger, maar landen kunnen ook failliet gaan.

 

Ik kan mij alleen aansluiten bij wat de eerste minister daarnet heeft gezegd: het is hoog tijd dat er een regering komt die een begroting maakt, want een begroting veronderstelt ook dat men een begrotingscontrole doet. Voorlopige kredieten repetitief aanduiden is uiteindelijk een begrotingspolitiek zonder begrotingscontrole en dat kan niet blijven duren.

 

In de uitzonderlijke omstandigheden van vandaag zullen wij onze steun aan deze aanpassing geven voor de kosten die zijn gemaakt en die duidelijk werden toegelicht. Ik heb het volle vertrouwen dat de minister zeer breedvoerig uitleg geeft over de evolutie van de uitgaven, zoals hij dat de voorbije weken in de commissie ook steeds uitvoerig en goed deed.

 

12.04  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer Leysen, ik weet niet of u De Tijd leest, maar onder die 50 miljard euro staat 13,5 miljard euro. Die was er al voor corona. U doet alsof dat niet bestaat, maar dat is de pijnlijke erfenis van u en uw partij. U mag dat hier niet ontkennen. Wij zullen u daaraan blijven herinneren.

 

We zijn hier niet bezig met de bespreking van de voorlopige twaalfden. Dit is een aanpassing van de vorige voorlopige twaalfden die wij in maart hebben toegekend. Volgende week zullen wij de nieuwe voorlopige twaalfden bespreken.

 

12.05  Jan Bertels (sp.a): Collega's, de nieuwe schijf van de voorlopige twaalfden zal voor iets later zijn. Jullie vergissen zich soms van debat.

 

We hebben allemaal nood aan een volwaardige begroting. We hebben dat gisteren nog eens gezegd. Voor een volwaardige begroting is echter ook een volwaardige regering nodig.

 

Collega's, om een regering te vormen moet men in dit land samenwerken. Ik nodig iedereen uit om de eigen starre ideologische paden te verlaten en samen te werken en een regering te vormen. We willen allemaal een regering. Handel er dan ook naar. Iedereen!

 

Dan over het voorliggende dossier. De sp.a zal steun verlenen aan dit extra krediet van 1 miljard euro dat aan de interdepartementale provisie wordt toegevoegd, bij de 1 miljard euro die al werd toegevoegd dankzij het Parlement bij de voorbereiding van de wet van 23 maart.

 

Die 1 miljard euro volstaat niet. Wij hebben een lijstje gekregen waarvoor dat geld is gebruikt: maskers, geneesmiddelen, beschermende kledij enzovoort. Die steun verlenen wij, want – dat staat uitdrukkelijk in het wetsontwerp – die 1 miljard euro extra in de interdepartementale provisie kan uitsluitend voor de bestrijding van COVID-19 en de sociaal-economische gevolgen ervan worden aangewend.

 

De regering moet, met steun van het Parlement, die nodige en dringende uitgaven kunnen doen om de crisis daadkrachtig aan te pakken. Wij gaan mee in die geest. Het extra miljard – we hebben het er al over gehad, ook met mevrouw De Block – zal waarschijnlijk ook gebruikt moeten worden voor een bijkomende financiering van die ziekenhuizen. Die dringende uitgaven moeten wij dus kunnen doen.

 

Wat er naast die dringende uitgaven nog nodig is, collega's, is een efficiënt, effectief en evenwichtig relanceplan, een verhaal van en voor iedereen. Voor de sp.a-fractie betekent dat steun voor gezinnen, inwoners en bedrijven die getroffen zijn door deze crisis. Het gaat in de richting van wat wij een new social deal noemen, met een sterke overheid, waarbij iedereen – getroffen bedrijven, gezinnen en inwoners – kan vooruitgaan. Het plan moet evenwichtig en mooi in balans zijn. Ik hoop dat wij, dankzij samenwerking, daartoe deze week nog kunnen komen.

 

De voorzitter: De minister heeft het woord.

 

12.06  David Clarinval, ministre: Monsieur le président, mesdames et messieurs les députés, je tiens d'abord à remercier les membres de la Chambre qui ont soutenu ce texte en commission. Je ne serai pas très long dans ma présentation. En effet, il s'agit simplement de libérer des crédits supplémentaires à hauteur d'un milliard d'euros, qui viendront s'ajouter au premier milliard d'euros déjà prévu dans la loi du 23 mars 2020. Ils seront utilisés exclusivement pour la lutte contre le coronavirus et les impacts socioéconomiques de la crise. Si ces besoins s'avèrent inférieurs, la provision ne sera évidemment pas consommée entièrement.

 

Je peux vous donner un état des lieux de la situation en date du 2 juin; il est identique à celui que je vous ai donné en commission avant-hier. Mardi prochain, comme promis, nous ferons le point de manière très précise, comme vous l'avez demandé, monsieur Van der Donckt, SPF par SPF. Nous aurons ainsi une vue très détaillée de l'usage de cette provision. Je répéterai simplement ici qu'en date du 2 juin, 904 millions d'euros sont déjà utilisés; 820 pour le SPF Santé, principalement des achats de masques de protection, du matériel de protection et des tests et médicaments.

 

Vous avez déjà parlé des quarante-huit millions, qui sont liés à la commande, faite par la Défense, de masques de protection pour la population. Il y a quinze millions pour des subventions aux CPAS dans le cadre de l'aide sociale et sept millions pour l'achat de filtres. Il y a trois millions pour l'achat de médias; il s'agit d'une campagne de promotion contre la maladie. Il y a trois millions pour le financement de l'étude COV-AID par le Centre fédéral d'expertise, trois millions pour le rapatriement des Belges à l'étranger, un million pour la police qui a dû acheter des masques, un million pour les missions de surveillance et le fonctionnement du Centre de Crise, et un dernier million pour prolonger l'accueil hivernal des sans-abri. Je vous ai présenté le même tableau il y a deux jours. Comme je viens de le dire, je vous donnerai, mardi, des éléments supplémentaires et davantage de détails, SPF par SPF.

 

Pour le reste, je ne pense pas qu'il y ait eu d'autres questions spécifiques. Monsieur le président, j'ai ainsi fait le point sur la situation actuelle. Je vous remercie pour votre attention.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1219/1)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1219/1)

 

Le projet de loi compte 3 articles.

Het wetsontwerp telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3, ainsi que le tableau annexé, sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3, alsmede de tabel in bijlage, worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

13 Projet de loi modifiant la loi du 19 juillet 1991 relative aux registres de la population, aux cartes d'identité, aux cartes des étrangers et aux documents de séjour (1072/1-3)

13 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten (1072/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

Mevrouw Ingels, rapporteur, verwijst naar haar schriftelijk verslag.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1072/3)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1072/3)

 

Le projet de loi compte 4 articles.

Het wetsontwerp telt 4 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

14 Proposition de loi modifiant le Code belge de la Navigation en ce qui concerne les navires de souveraineté belge (769/1-4)

14 Wetsvoorstel tot wijziging van het Belgisch Scheepvaartwetboek wat de Belgische gezagsschepen betreft (769/1-4)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Marianne Verhaert, Tim Vandenput, Christian Leysen, Emmanuel Burton.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

De heer Van den Bergh, rapporteur, verwijst naar zijn schriftelijk rapport.

 

Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (769/4)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (769/4)

 

La proposition de loi compte 5 articles.

Het wetsvoorstel telt 5 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 5 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 5 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

15 Proposition de loi relative au transport de membres du personnel industriel à bord de navires (899/1-3)

15 Wetsvoorstel betreffende het vervoer van industrieel personeel aan boord van vaartuigen (899/1-3)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Marianne Verhaert, Kathleen Verhelst.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

15.01  Joris Vandenbroucke, rapporteur: Ik verwijs naar het schriftelijk verslag, mijnheer de voorzitter.

 

15.02  Marianne Verhaert (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, de Noordzee is ons blauwe goud. Ze bevat misschien geen olie of gas, maar ze is een enorme windrijke oppervlakte, die van onschatbare energetische waarde kan zijn. Naast zon is wind de belangrijkste hernieuwbare energiebron van ons land. Hernieuwbare energie is de toekomst en de Noordzee en de windmolens op zee spelen een cruciale rol in de energietransitie naar meer hernieuwbare energie. Minister De Backer heeft daarvan deze legislatuur ook echt werk gemaakt met de bouw van extra windmolens.

 

Voor die bouw en het onderhoud van offshore-installaties zoals de windmolenparken op zee, moet er elke dag worden gevaren tussen de havens en die installaties, wat gebeurt met daarvoor speciaal ontworpen vaartuigen. Aangezien zij meer dan twaalf passagiers kunnen meenemen, zijn hierop de regels voor passagiersvoertuigen van toepassing. Dat is uiteraard terecht, want de veiligheid van gewone reizigers moet worden gegarandeerd. De personeelsleden aan boord van die vaartuigen zijn echter geen gewone passagiers: zij zijn het gewend om op zee te werken in moeilijke omstandigheden. Bovendien hebben zij een medisch nazicht gehad en zijn zij verplicht een cursus over veiligheid op zee te volgen.

 

Met onderhavig wetsvoorstel willen we dan ook het vervoer van industrieel personeel vrijstellen van de strikte regels voor passagiersvoertuigen, binnen de richtlijnen die hiervoor werden opgesteld door de International Maritime Organization (IMO).

 

Trouwens, onze buurlanden hebben die richtlijnen al geïmplementeerd in hun wetgeving. Daardoor is een vaartuig vanuit Vlissingen of Duinkerke op weg naar een windmolenpark op zee vrijgesteld van de regels, terwijl men voor een zelfde tocht vanuit Oostende wel moet voldoen aan de regels voor passagiersvoertuigen. Met het wetsvoorstel willen wij dit concurrentieel nadeel wegwerken en een level playing field creëren, ongeacht de haven van vertrek en uiteraard conform de regels van de IMO.

 

Ik wil de collega's uit de commissie bedanken voor hun steun aan het voorgelegde belangrijke en noodzakelijke wetsvoorstel.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (899/3)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (899/3)

 

La proposition de loi compte 6 articles.

Het wetsvoorstel telt 6 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 6 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 6 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

16 Proposition de loi modifiant l'arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière et de l'usage de la voie publique en ce qui concerne la réglementation relative aux piétons et aux cyclistes (849/1-6)

16 Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg voor wat betreft de regelgeving rond voetgangers en fietsers (849/1-6)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Jef Van den Bergh.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

16.01  Marianne Verhaert, rapporteur: Ik verwijs naar het schriftelijk verslag.

 

16.02  Wouter Raskin (N-VA): Mijnheer de voorzitter, wij hebben in de commissie onmiddellijk onze steun uitgesproken voor dit reparatievoorstel van collega Van den Bergh. Het moet de bestaande wegcode wat transparanter en beter toepasbaar maken, niet het minst voor een aantal projecten in het kader van het vierkant groen. Die projecten zijn vandaag on hold gezet en zullen dankzij deze reparatiewet opnieuw opgestart kunnen worden, wat de verkeersveiligheid uiteraard ten goede zal komen. Wij hebben verder geen inhoudelijke opmerkingen, maar we willen nogmaals onze steun voor dit voorstel uitspreken.

 

16.03  Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, zoals de heer Raskin al aangaf, gaat het hier om een reparatievoorstel. Het is dus niet bepaald een wetsvoorstel om heel trots op te zijn, aangezien het een wetsvoorstel van ongeveer twee jaar geleden moet repareren. Anderzijds was het toenmalig wetsvoorstel gewoon de overname van een artikel uit het voorstel van nieuwe wegcode. Die nieuwe wegcode kon tijdens de vorige legislatuur echter niet worden afgewerkt, waardoor we met een apart wetsvoorstel moesten werken om het principe van het vierkant groen in de wegcode opgenomen te krijgen. Daarvoor hebben we toen letterlijk de tekst overgenomen die was voorbereid voor de nieuwe wegcode. Dat bleek echter niet helemaal te zijn wat het moest zijn, vandaar dit nieuwe wetsvoorstel.

 

We hebben de voordelen van het vierkant groen vorig jaar uitgebreid toegelicht. Het houdt vooral in dat kruispunten conflictvrij aangelegd kunnen worden, wat heel belangrijk is voor de kwetsbare groep van de fietsers. Als men weet dat het bij ruim één dodelijk ongeval op vijf in ons land om een fietser gaat, dan is het duidelijk dat we ons op die doelgroep moeten richten om de verkeersveiligheid nog te verhogen.

 

In de oude tekst was het niet helemaal duidelijk wie er juist mocht oversteken als het vierkant groen oplichtte. Ging het dan enkel om fietsers of om alle gebruikers van het fietspad? Wegens die onduidelijkheid besliste de stad Antwerpen om de vier lopende proefprojecten stop te zetten.

 

Daarom zorgen wij er via het voorliggend wetsvoorstel voor dat alle gebruikers van het fietspad zonder enige twijfel, dus zowel voortbewegingstoestellen, fietsers zelf maar ook bromfietsen klasse A en B of speedpedelecs, indien zij het fietspad mogen gebruiken, ook effectief van het vierkant groen gebruik mogen maken en niet langer de andere fietsers hinderen.

 

Met die aanpassing is er ook geen reden meer, om het vierkant groen voor bepaalde kruispunten niet te gebruiken en die kruispunten niet conflictvrij te maken. Het is immers niet voor alle kruispunten geschikt, maar op bepaalde kruispunten kan het echt een stap voorwaarts voor de verkeersveiligheid betekenen. De aanpassing komt erop neer, zoals gezegd, dat de regeling van fietsers naar alle gebruikers van het fietspad zal worden uitgebreid.

 

Behalve de bepaling inzake vierkant groen zullen met voorliggend wetsvoorstel ook nog een aantal tekstuele onduidelijkheden over fietszones en schoolstraten worden rechtgezet, zodat ook op die punten de juridische onzekerheid wordt weggenomen.

 

Ik dank in elk geval de commissieleden voor de vlotte en brede steun bij de bespreking van het voorstel, waarmee wij een belemmering wegnemen voor het toepassen van vierkant groen op bepaalde kruispunten, wat een stap vooruit betekent voor de verkeersveiligheid van fietsers. Daarvoor doen wij het toch?

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (849/6)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (849/6)

 

La proposition de loi compte 9 articles.

Het wetsvoorstel telt 9 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 9 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 9 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

17 Proposition de loi modifiant l’arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière et de l’usage de la voie publique (814/1-5)

17 Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg wat de invoering van de reddingsstrook betreft (814/1-5)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Joris Vandenbroucke.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

17.01  Kim Buyst, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar het schriftelijk verslag.

 

17.02  Wouter Raskin (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, voorliggend wetsvoorstel van collega Vandenbroucke komt tegemoet aan een zeer reëel probleem. Het zorgt er namelijk voor dat bij filevorming automobilisten verplicht worden om hoe dan ook ruimte te creëren, waardoor er een soort van reddingsstrook ontstaat. Op die manier wordt er geanticipeerd op mogelijke ongevallen, waarbij aankomende hulpdiensten die gecreëerde reddingsstrook kunnen gebruiken. Op die manier verliezen ze geen tijd meer, omdat ze zich niet langer, zoals vandaag wel het geval is, een weg moeten banen tussen de stilstaande voertuigen. Wij zullen dit wetsvoorstel, dat tegemoetkomt aan een reëel probleem, ten volle steunen.

 

Dit wetsvoorstel kan echter niet los gezien worden van een eigen wetsvoorstel betreffende de doorstroming van die prioritaire voertuigen. Beide teksten kregen vorm op basis van een bijzonder interessante hoorzitting over dit brede thema. Niemand van de collega's zal mij wellicht tegenspreken wanneer ik stel dat nagenoeg alle specialisten die daar de revue passeerden de link tussen beide teksten, degene die vandaag voorligt en de andere van mijn hand, duidelijk hebben aangetoond.

 

Het komt er eigenlijk op neer dat de ene tekst niet zonder de andere kan. Sta mij toe dat zo uit te drukken. Het wetsvoorstel van collega Vandenbroucke maakt de weg vrij, het eigen wetsvoorstel creëert een wettelijke basis om er ook door te rijden.

 

Idealiter, zo stelt Vlaanderen in zijn advies, zouden beide wetsvoorstellen gezamenlijk ingevoerd moeten worden. Aangezien mijn eigen tekst echter nog aangepast diende te worden aan onder andere het negatief advies van het Waals Gewest op de initiële tekst, met een argumentatie waarvoor wel wat te zeggen valt, zou dat betekenen dat voorliggend wetsvoorstel van collega Vandenbroucke, dat wel reeds klaar is, vandaag nog niet plenair behandeld zou kunnen worden. Daarom heb ik er geen enkel probleem mee om ondanks de suggestie om beide teksten samen in te voeren, vandaag toch alvast steun te verlenen aan het voorstel van de collega.

 

Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om alle collega's uit onze commissie te informeren dat de amendementen die mijn eigen wetsvoorstel in lijn brengen met de opmerkingen en adviezen van de gewesten, nagenoeg klaar zijn. Ik nodig alvast alle commissieleden uit om er in de volgende commissievergadering voor Mobiliteit met wetgevend werk steun aan te verlenen, zodat wij de tekst die wij vandaag, naar ik aanneem, zullen goedkeuren, kunnen versterken en een tweeluik kunnen invoeren. Het zou de verkeersveiligheid en een vlotte en veilige doorstroming van de prioritaire voertuigen ten goede komen.

 

17.03  Kim Buyst (Ecolo-Groen): Onderhavig wetsvoorstel, dat ingediend werd door de heer Vandenbroucke, wil er inderdaad voor zorgen, zoals de heer Raskin reeds heeft uitgelegd, dat prioritaire voertuigen sneller ter plaatse kunnen geraken, doordat er een soort van vrije baan gecreëerd wordt. Zo kunnen zij dus sneller bij bijvoorbeeld een ongeval geraken.

 

Tijdens de hoorzittingen waren de verscheidene experten het erover eens dat onduidelijkheden en een gebrek aan goede regelgeving regelmatig leiden tot willekeur en chaos. We hebben het waarschijnlijk allemaal al wel eens meegemaakt hoe we op de rijbaan het alarmsignaal van een prioritair voertuig horen en niet dadelijk weten hoe we het beste reageren.

 

De experten wezen er trouwens ook op dat de wegcode, die sinds 1975 van toepassing is, dringend aan een update toe is. Ze stelden dat hij moet worden vereenvoudigd en minder voor interpretatie vatbaar mag zijn. Ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om een volgende regering op te roepen om ook echt werk te maken van de update van de wegcode, zodat hij aangepast is aan de samenleving van vandaag en de openbare ruimte eerlijker verdeeld wordt tussen de verschillende weggebruikers.

 

In een ideaal scenario zouden we vandaag al over zo'n wegcode kunnen stemmen, maar vandaag ligt de invoering van de reddingsstrook ter stemming, zoals de in Duitsland en Oostenrijk bestaande Rettungsgasse. De aanpassing schrijft voor dat vanaf het moment dat er filevorming optreedt, er een vrije baan gecreëerd wordt, doordat auto's uitwijken naar de uiterste zijde van hun rijvak. In het buitenland is aangetoond dat dat een efficiënte manier is om prioritaire voertuigen sneller ter plaatse te krijgen.

 

Het is wel belangrijk dat met de toepassing ervan in de Belgische wegcode bestuurders worden gesensibiliseerd via campagnes, informatiefilmpjes en informatieborden langs de weg die de juiste modaliteiten aangeven.

 

Zoals ook in de commissie zal de Ecolo-Groenfractie het voorstel steunen, met dien verstande dat het volgens ons niet voldoende is om de reddingsstrook louter in de wegcode in te schrijven, maar dat er ook werk gemaakt wordt van voldoende sensibilisering.

 

17.04  Frank Troosters (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, het doel van het nu voorliggend wetsvoorstel is zeker nobel te noemen en wordt, zoals wij in de commissie al hebben aangegeven, ook gesteund door het Vlaams Belang. Het is immers van groot belang dat er een efficiënt systeem bestaat dat het voor prioritaire voertuigen bij filevorming mogelijk maakt om zo snel mogelijk en vooral ook zo veilig mogelijk de plaats van een noodgeval te kunnen bereiken. Immers, elke minuut en misschien zelfs elke seconde kan voor een eventueel slachtoffer een wereld van verschil maken.

 

Het nu voorliggend wetsvoorstel geeft vorm aan een dergelijk systeem. Het regelt, middels het voorschrijven van gedragsregels voor de bestuurders van een wagen bij filevorming, de creatie van een reddingsstrook.

 

Er is echter toch wel een kleine nuance aan verbonden. Naar onze mening ontbreekt er namelijk iets in dit wetsvoorstel, zoals we eveneens al in de commissie hebben aangegeven. Er is een kleine tekortkoming. De regelgeving voor motorrijders wordt namelijk niet aangepast.

 

Artikel 16.2bis van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg regelt immers specifieke bepalingen voor motorrijders bij filevorming. Het Vlaams Belang heeft tijdens de behandeling van dit wetsvoorstel in de commissie dan ook amendementen ingediend om ook te voorzien in een aanpassing van de specifieke reglementen voor motorrijders.

 

Wij betreuren dat de door ons ingediende aanpassingen, of beter gezegd toevoegingen – wij passen de bestaande tekst immers niet aan, want die was voor ons helemaal oké, het is eerder een toevoeging –, geen meerderheid vonden bij de stemming in de commissie. Daarmee krijgen de motorrijders een verkeerd signaal, alsof zij minder belangrijk worden geacht dan automobilisten, terwijl motorrijders juist kwetsbaarder zijn in het verkeer; het is ook gewoon niet logisch, aangezien motorrijders net rijden op de reddingsstrook die door het nu voorliggend wetsvoorstel wordt gecreëerd. Daarmee leggen wij bovendien manifest het advies van het Vlaams Gewest, dat nadrukkelijk bepaalt dat ook vastgelegd moet worden hoe andere weggebruikers zich moeten gedragen, naast ons neer.

 

Collega's, het doel van het voorliggend wetsvoorstel is juist en wordt door ons ondersteund. Het is echter wel onze taak om hier in dit Huis goede wetten tot stand te brengen, om correct, ondubbelzinnig en in dit geval volledig wetgevend werk af te leveren. Laten wij dat dan ook zo doen in dezen. Dat is de plicht van ons allen als Parlementslid.

 

Daarom leg ik vandaag opnieuw de toevoeging van de aanpassing van de regelgeving voor motorrijders middels een amendement ter stemming voor. Ik hoop en roep ertoe op dat bij de beoordeling van de inhoud ervan een beroep zal worden gedaan op het gezond verstand en de verantwoordelijkheidszin, en dat men misschien een portie politieke moed aan de dag zal leggen door ervoor te kiezen om volledig en goed wetgevend werk af te leveren door die amendementen goed te keuren.

 

17.05  Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, ook onze fractie zal het voorliggend wetsvoorstel steunen om een reddingsstrook in te schrijven in de wegcode.

 

Er wordt voor gekozen om reddingsstroken preventief te creëren op wegen met twee of meer rijstroken per rijrichting, zodat de hulpdiensten steeds een vrije doorgang krijgen wanneer dat nodig mocht zijn. Beginnen manoeuvreren in een reeds gevormde file is veel moeilijker en verhoogt het risico van kleine aanrijdingen. Er waren de voorbije dagen hieromtrent wat vragen gerezen. Het gaat wel degelijk over twee rijstroken in dezelfde rijrichting. Er mag daarover geen misverstand bestaan.

 

Zoals door de collega's reeds gezegd, wordt het idee van de reddingsstrook heel breed gedragen door de hulpdiensten, zoals de brandweer en de ziekenwagens. Zij leren vandaag al in de opleiding om via de reddingsstrook te rijden wanneer er een file is ten gevolge van een incident. De voordelen zijn meer marge langs beide kanten, meer overzicht op het verkeer, een betere zichtbaarheid, gemakkelijkere communicatie met de andere weggebruikers, automatisch gecontroleerde snelheid enzovoort.

 

De nadelen van een pechstrook zijn dat het oppassen is voor de aanwezigheid van brokstukken, dat de prioritaire voertuigen dikwijls verstopt zitten achter vrachtwagens, dat er extra risico's zijn aan op- en afritten, dat de pechstrook soms plots wordt onderbroken ter hoogte van een brug, dat er minder goede communicatie mogelijk is met de andere weggebruikers enzovoort.

 

Er zijn voor de hulpdiensten heel wat nadelen verbonden aan het gebruik van de pechstrook en heel wat voordelen aan het gebruik van de reddingsstrook en de conclusie ligt dus voor de hand. Zoals collega Vandenbroucke straks duidelijk zal maken, zien wij dat het principe werkt en dat het vandaag al in heel wat Europese landen bestaat.

 

Belangrijk daarbij is, en collega Buyst haalde het al aan, dat er goed wordt gesensibiliseerd. Informerende verkeersborden, spandoeken en dergelijke zullen nodig zijn om duidelijk te maken wat er van de weggebruikers wordt verwacht.

 

Het is dan ook belangrijk dat na goedkeuring van dit wetsvoorstel effectief wordt ingezet op het informeren en sensibiliseren van de weggebruikers. De wet zal immers wellicht in volle vakantieperiode van kracht worden. De weggebruikers zullen dus moeten worden geïnformeerd, maar dat moet mogelijk zijn.

 

Tot slot, het wetsvoorstel heeft op zich geen impact op de aansprakelijkheid van prioritaire voertuigen. Ook dat is tijdens de hoorzittingen duidelijk gebleken uit de adviezen.

 

Nog een bedenking met betrekking tot de opmerkingen van collega Raskin. Ik ben het er niet helemaal mee eens dat we dit wetsvoorstel an sich niet zouden kunnen goedkeuren en dat het onlosmakelijk is verbonden met zijn wetsvoorstel. Dat neemt niet weg dat we uitkijken naar de verdere bespreking van dat wetsvoorstel en naar de amendementen. Ik neem aan dat we die eerstdaags kunnen onderzoeken. We kijken uit naar het vervolg van dat debat.

 

17.06  Marianne Verhaert (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, iedereen kan zich wel een verkeersongeval op de snelweg voorstellen. Er vormt zich een file en de hulpdiensten komen met loeiende sirenes en blauw zwaailicht aangereden om de plaats van het ongeval te bereiken. Elke seconde telt op zo'n moment, maar de hulpdiensten moeten wel door de file geraken. Soms kan dat via de pechstrook, maar soms is er geen pechstrook of is die belemmerd.

 

De wegcode bepaalt dat de bestuurder, zodra het speciale geluidstoestel het naderen van een prioritair voertuig aankondigt, onmiddellijk de doorgang moet vrijmaken en voorrang moet verlenen. Hoe men dat moet doen, staat momenteel nergens vermeld. Als er dus een prioritair voertuig komt aangereden, maken bestuurders dan ook manoeuvres in alle mogelijke richtingen, met chaos tot gevolg. Uiteraard is dat met de beste bedoelingen, maar een duidelijke weg komt er dan voor het prioritaire voertuig niet vrij. Er gaat nodeloos cruciale tijd verloren, terwijl elke seconde op zo'n moment telt om levens te redden.

 

Open Vld zal dan ook het voorstel van collega Vandenbroucke om de reddingsstrook in te voeren, met veel overtuiging steunen. Met dit voorstel wordt het heel duidelijk wat elke bestuurder moet doen als er een prioritair voertuig komt aangereden in een file: wie links rijdt, gaat zo links mogelijk rijden, en al de rest probeert zo rechts mogelijk te rijden.

 

De reddingsstrook bewijst in andere landen elke dag zijn nut, kijk maar naar Duitsland en Oostenrijk. Belangrijk om te vermelden is dat deze regel niet enkel geldt als er een prioritair voertuig komt aangereden, want dan is het vaak te laat om grote manoeuvres uit te voeren in een file. De reddingsstrook moet dus al worden gevormd van zodra er filevorming is.

 

Ik hoop van harte dat het voorstel vandaag wordt goedgekeurd, maar er ligt nog veel werk op de plank, zoals collega Buyst al aanhaalde. Een regel invoeren is één ding, hem in de praktijk laten werken, is een heel andere zaak. Daarvoor zal er ook sensibilisering nodig zijn, zal men moeten uitleggen hoe het werkt en waarom wij het hebben ingevoerd. Dat is een taak die de gewesten mee op zich zullen moeten nemen.

 

17.07  Joris Vandenbroucke (sp.a): Collega's, ik dank u voor de toelichting van mijn wetsvoorstel en voor de uitgesproken steun. Ik houd eraan om zelf ook nog een woordje uitleg te geven. Er zijn natuurlijk situaties waarin elke seconde, elke minuut, telt om mensenlevens te redden. Dat is zeker zo wanneer politie, brandweer en ziekenwagens uitrukken en via de autosnelweg naar een incident snellen om daar mensen te helpen.

 

Vandaag hebben we twee opties. De eerste is de pechstrook, maar die is er niet meer overal, ze wordt vaak onderbroken, bijvoorbeeld door brugpijlers of door op- en afritten, of ze ligt bezaaid met brokstukken. De andere optie is dat de hulpdiensten zich door het verkeer wringen. De wegcode stelt inderdaad dat men verzocht wordt om plaats te maken wanneer men de sirene hoort. Maar dan is het vaak al te laat. Mensen beginnen dan met veel stress te zoeken naar een gaatje om hun auto toch ergens kwijt te geraken. Dat zorgt voor veel oponthoud en chaos op de weg.

 

Ik heb mij dan ook laten inspireren door wat ik zelf heb meegemaakt twee zomers geleden op een Zuid-Duitse autosnelweg. Ons voorstel is geïnspireerd door de praktijk in het buitenland in Duitsland, Luxemburg en Oostenrijk. In die landen gaan bestuurders op de linkerrijstrook automatisch zoveel mogelijk links rijden en bestuurders op de andere rijstroken zoveel mogelijk rechts, zodat er altijd een reddingsstrook vrijkomt waar prioritaire voertuigen vlot en veilig over kunnen rijden.

 

Ik wil graag ook antwoorden op een aantal opmerkingen die zijn gemaakt. Als het wetsvoorstel wordt goedgekeurd, zal dat het filerijden in ons land veranderen. Dat zal inderdaad al over enkele weken het geval zijn, wanneer het wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Ik heb daarover contact opgenomen met Vias en men heeft mij verzekerd dat het tegen dan perfect mogelijk is om de mensen voldoende te informeren over de nieuwe praktijk. Ik ben er ook eerlijk gezegd gerust op dat dit vrij vlot zal verlopen. U zult het wellicht zelf ook al eens hebben moeten doen in Oostenrijk, Luxemburg of Duitsland. Ik neem aan dat dit toen zonder problemen is verlopen, dus waarom zou dat hier niet het geval zijn?

 

Ik richt mij graag tot de collega's van het Vlaams Belang inzake hun amendement. Het is niet zo dat mijn wetsvoorstel iets aan de wet-Schouppe verandert. Dat is ook nooit de bedoeling geweest. Motorrijders kunnen blijven doen wat ze tot op vandaag altijd deden.

 

Het is ook overbodig wat u nu in het wetsvoorstel probeert in te schrijven. In artikel 38 van de wegcode staat dat men onmiddellijk plaats moet ruimen wanneer men het geluidssignaal van een prioritair voertuig hoort. Dat blijft onverkort van kracht, ook voor motorrijders die bijvoorbeeld tijdens de file over de reddingsstrook rijden.

 

Daar is juridisch geen enkel probleem. Het amendement is goed bedoeld maar overbodig.

 

Collega's, ik wil u hartelijk danken voor de positieve samenwerking en de steun voor mijn wetsvoorstel.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (814/4)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (814/4)

 

L’intitulé en français a été modifié par la commission en "proposition de loi modifiant l’arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière et de l’usage de la voie publique en ce qui concerne l’introduction d’un couloir de secours".

Het opschrift in het Frans werd door de commissie gewijzigd in "proposition de loi modifiant l’arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière et de l’usage de la voie publique en ce qui concerne l’introduction d’un couloir de secours".

 

La proposition de loi compte 4 articles.

Het wetsvoorstel telt 4 artikelen.

 

*  *  *  *  *

Amendements déposés:

Ingediende amendementen:

Art. 3/1(n)

  • 3 – Frank Troosters (814/5)

Art. 4

  • 4 – Frank Troosters (814/5)

*  *  *  *  *

 

Conclusion de la discussion des articles:

Besluit van de artikelsgewijze bespreking:

 

Réservé: les amendements et l'article 4.

Aangehouden: de amendementen en artikel 4.

 

Adoptés article par article: 1 à 3.

Artikel per artikel aangenomen: 1 tot 3.

*  *  *  *  *

 

La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et l’article réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en het aangehouden artikel en over het geheel zal later plaatsvinden.

 

18 Proposition de résolution relative au maintien des moyens d'investissement prévus pour la liaison ferroviaire L204 entre Gand et Terneuzen (1109/1-3)

18 Voorstel van resolutie betreffende het behoud van de voorziene investeringsmiddelen voor de spoorverbinding L204 tussen Gent en Terneuzen (1109/1-3)

 

Sans rapport

Zonder verslag

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Jan Briers, Egbert Lachaert, Anneleen Van Bossuyt, Joris Vandenbroucke, Evita Willaert.

 

Discussion

Bespreking

 

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1109/3)

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1109/3)

 

La discussion est ouverte.

De bespreking is geopend.

 

18.01  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik ben verrast dat ik als eerste mag spreken. De hoofdindiener is immers een ander lid. Ik dank u alvast om mij nu al het woord te geven.

 

Het voorstel dat nu ter bespreking op tafel ligt, gaat over spoorlijn 204. Het belang van die spoorlijn is moeilijk te overschatten. Het is een mooi voorbeeld van grensoverschrijdende samenwerking tussen economische actoren, vervoersoperatoren en lokale overheden.

 

De spoorlijn zal zorgen voor een meer duurzame mobiliteit in de regio en ook voor ruimtelijke ontwikkelingen die meer op het openbaar vervoer zijn gericht. Zij ondersteunt ook de Gentse haven, die een van de strategische economische poorten van Vlaanderen is.

 

Het gaat hier ook over het eerste grensoverschrijdende havenbedrijf, waarop wij trots mogen zijn op die schaal in Europa en zelfs wereldwijd, met name North Sea Port.

 

De basis ligt er dus om zowel voor goederen als voor personen tot een sterkere en grensoverschrijdende uitbouw te komen van een spoorlijn die mee kan dienen als drager in de kanaalzone van Gent tot Terneuzen.

 

Het project heeft ook een heel groot draagvlak. Zowel de provincie Oost-Vlaanderen, de stad Gent, de provincie Zeeland, North Sea Port, verschillende middenveldorganisaties als vele andere gemeentebesturen, waarvan sommige schepenen hier ook in de zaal zitten, ondersteunen het project.

 

Ik ben dus heel blij dat wij vandaag deze resolutie hier op tafel kunnen leggen. Zij is ook heel breed gedragen in de Kamer. Zij geeft het niet te miskennen signaal, wat ook het belangrijkste is wat wij met deze resolutie willen aantonen, dat de middelen die voor spoorlijn 204 waren ingeschreven, ook effectief daaraan zullen worden besteed.

 

18.02  Pieter De Spiegeleer (VB): Mijnheer de voorzitter, ik kan mijn collega uit Gent bijtreden. De Vlaams Belangfractie zal dit voorstel tot resolutie uiteraard volmondig steunen. De voordelen en de urgentie, zowel op het vlak van goederenverkeer als van personenverkeer, zijn duidelijk. Ik denk niet dat dit nog vaak herhaald moet worden.

 

Het is echter ook belangrijk in het kader van het project North Sea Port, een bilaterale samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland, iets dat toch vrij uniek is.

 

Ik meen dat wij die belangen uit diplomatieke en bilaterale overwegingen niet mogen schaden en niet mogen beschamen.

 

Verder wil ik er in naam van de Vlaams Belangfractie aan toevoegen dat dit dossier past in een groter geheel. Wij stellen reeds lang vast dat investeringen die gedaan worden door Infrabel en/of door de NMBS systematisch en massaal naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaan, dat Vlaanderen daar mee voor betaalt, maar tegelijk verder stiefmoederlijk behandeld wordt.

 

Denk maar aan de ontsluiting van de haven van Antwerpen per spoor, de lijn Lanaken-Maastricht, het uitblijven van de elektrificatie van diesellijnen in Oost-Vlaanderen enzovoort. Vlaanderen financiert de studies. Vlaanderen financiert zaken als het Gewestelijk ExpresNet van Brussel, maar het wordt verder, zoals in het dossier van de spoorlijn L204, stiefmoederlijk behandeld en moet blijven wachten. Vlaanderen moet druk blijven uitoefenen waar eigenlijk geen druk nodig zou moeten zijn.

 

Tot slot, collega's, ik vind het een beetje jammer dat er geen verslag is van die commissie. Het was zeer opvallend dat mevrouw Thibaut van Ecolo daarover zeer terughoudend was. Het was 12.40 uur, als ik mij niet vergis, mijnheer Briers, en mevrouw Thibaut van Ecolo vond het niet opportuun om dat agendapunt, die resolutie, nog goed te keuren.

 

Die resolutie is op vijf minuten goedgekeurd. Ik merk evenwel dat er toch een communautaire prioriteit is, en dat Ecolo, en zelfs de PVDA en de PS, dit dossier niet belangrijk achten.

 

Ook voor hen is de haven van Gent een voorbode voor de economische ontsluiting. Het is letterlijk en figuurlijk een haven van ontsluiting en van transfers.

 

Ik vond het hallucinant, vooral van mevrouw Thibaut, dat er in de commissie totaal geen druk kwam van Franstalige zijde om deze resolutie met spoed te behandelen, terwijl het zeer duidelijk was dat dit prioritair is, niet alleen voor Vlaanderen, maar voor heel België. De heer Delizée, de voorzitter van de commissie, was ook eerder terughoudend. Ik leid daaruit af dat de luchtkwaliteit in Vlaanderen minder belangrijk is dan de luchtkwaliteit in Wallonië.

 

Ten slotte wil ik nogmaals benadrukken dat de Vlaams Belangfractie dit voorstel van resolutie zal goedkeuren en volmondig zal steunen, ook op lokaal en provinciaal niveau.

 

18.03  Jan Briers (CD&V): Mijnheer de voorzitter, we hebben in de commissie iets bijzonders meegemaakt. Op elf minuten heb ik de toelichting kunnen geven, hebben we het debat kunnen voeren en hebben we kunnen stemmen. Alle partijen in de commissie hebben deze resolutie goedgekeurd.

 

Ik ben een gelukkig man. Ik ben blij dat we dit allemaal samen hebben goedgekeurd, maar het gaat om iets heel belangrijk. Het gaat om een cruciaal onderdeel van de Schelde-Seineverbinding, de verbinding Rotterdam-Parijs over het water.

 

Dan heeft men natuurlijk een spoorlijn nodig die daarlangs loopt, zodat men het transport van de vrachtwagens op de trein of op het water kan brengen. Daarom is die spoorweg cruciaal.

 

Dit is ook cruciaal omdat er in die vervoerregio 700.000 mensen wonen en 100.000 mensen werken. Ook de twee grootste industriële werkgevers van ons land zijn daar actief, Volvo en ArcelorMittal. Daarom is het ook voor het personenvervoer cruciaal.

 

Wij begrepen dus niet waarom Infrabel daar niet direct op inging toen de middelen vrijkwamen dankzij het feit dat de lijn Hamont-Hasselt op kosten van Europa wordt geëlektrificeerd. Die middelen kunnen dan dienen voor dit project, dat door de federale regering in 2017 werd beslist.

 

Wij hebben drie vragen geformuleerd. Er moet dringend overleg worden gepleegd tussen Vlaanderen en de federale regering, tussen de heer Bellot en mevrouw Peeters. Het is daarnaast belangrijk dat Infrabel direct met studies begint. Ook de onderhandelingen met Nederland moeten worden opgestart. U moet weten dat al in december van vorig jaar in Nederland een motie in de Tweede Kamer unaniem werd goedgekeurd. Als wij dat hier ook kunnen doen, zou dat een droom zijn.

 

Ik wil Evita Willaerts, Anneleen Van Bossuyt, Egbert Lachaert, Joris Vandenbroucke en alle andere partijen danken voor de manier waarop ze deze resolutie in de commissie hebben gesteund.

 

18.04  Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, beste collega's, het gebeurt niet vaak dat we in de Kamer een bijna Oost-Vlaams onderonsje hebben, maar vandaag is het volgens mij wel met recht en reden, want ik denk dat de politieke en ook de maatschappelijke consensus heel breed gedragen is om het voorgestelde project te laten slagen.

 

Met de PVDA-fractie scharen wij ons ook voor de volle honderd procent achter onderhavig voorstel van resolutie. Ik zit hier namelijk niet alleen als vertegenwoordiger van de PVDA-fractie, maar ook als vertegenwoordiger van het gemeentebestuur en de gemeenteraad van Zelzate. Al de partijen in de gemeenteraad van Zelzate hebben unaniem twee moties goedgekeurd om de federale en de Vlaamse ministers van Mobiliteit aan te sporen – die woordkeuze is niet toevallig – om de ingeschreven middelen effectief aan te wenden voor de aangehaalde spoorverbinding.

 

De argumenten van mijn collega's zal ik niet herhalen. Sta me wel toe om het belang van die spoorverbinding vanuit Zelzaats perspectief even te duiden. De gemeente Zelzate is heel strategisch gelegen, in het midden van de spoorlijn Gent-Dampoort en Terneuzen. Bovendien is Zelzate centraal gelegen voor de Gentse kanaalzone. Zelzate ligt zelfs pal in het midden sinds de fusie van de havens van Gent en Terneuzen tot North Sea Port in 2018. De gemeente Zelzate wordt niet alleen doorsneden door het kanaal Gent-Terneuzen, maar wordt ook nog eens strak omsloten door twee grote verkeersassen, met name de R4 en de E34. Grote infrastructuurwerken zoals kanaalverleggingen en kanaalverbredingen heeft de gemeente Zelzate altijd lijdzaam moeten ondergaan.

 

Eerlijk gezegd, Zelzate is daar altijd wel bij gevaren en kon mee profiteren van de economische voorspoed door de nabijheid van de industrie. Maar bij de jongste kanaalverlegging, in 1968, werd het treinstation gesloopt. Sinds de grote ingreep van 1968 aan het kanaal Gent-Terneuzen, heeft de autostrade aan belang gewonnen, aangezien de rode loper werd uitgerold voor koning auto en koning vrachtwagen. Wij zien dat de balans sindsdien voor de gemeente Zelzate wat zoekgeraakt is, want de leefbaarheid is alsmaar meer in het gedrang gekomen.

 

Bovendien kreeg de gemeente te maken met overlast, doordat twee verkeersassen letterlijk door het centrum van Zelzate lopen. Het sluitstuk is wel dat het knooppunt waar de R4 het oosten met het westen verbindt, letterlijk voor het gemeentehuis ligt, wat voor heel wat verkeersopstoppingen en tot een waar verkeersinfarct zorgt. Bij de aanleg van het kanaal werd bovendien een tunnel gebouwd en een ophaalbrug geïnstalleerd. Die brug staat nu twintig keer per dag open, wat enorme mobiliteitsproblemen veroorzaakt, ook voor het lokale verkeer. Vergeten wij niet de gezondheidsproblemen door de grote geluidsoverlast en de hoge concentratie fijnstof, om nog maar te zwijgen van het veiligheidsprobleem voor de vele scholieren van de acht scholen in Zelzate door het groot aantal vrachtwagens die het traject van de R4 over de brug volgen.

 

Er is steeds geredeneerd vanuit de behoefte aan een vlotte doorstroming voor het nationaal en internationaal verkeer. De doortocht was dus altijd heel belangrijk, terwijl de leefbaarheid van Zelzate steeds op de tweede plaats kwam. Namens het gemeentebestuur en alle inwoners van Zelzate zeg ik dat we niet langer lijdzaam zullen toezien, terwijl de leefbaarheid van de gemeente bij de grote infrastructuurwerken in het gedrang komt. We willen ons lot nu actief mee bepalen.

 

In de gemeenteraad van Zelzate hebben we al twee keer een motie ingediend met de vraag aan de bevoegde ministers om de vastgelegde middelen voor de spoorlijn 204 ook aan te houden. Het gaat om een slordige 12,6 miljoen euro voor het bestuderen, plannen en realiseren van de verbinding. Dat zou de leefbaarheid van onze gemeente enorm ten goede komen. In het ontwerp van masterplan voor Zelzate voorzien we trouwens in drie spoorwegtunnelkokers, wat aangeeft dat we daar proactief mee bezig zijn.

 

Als er een station in Zelzate komt, wat tevens van belang is voor de brede regio, dan zou dat een enorme winst betekenen en het economisch potentieel dankzij meer goederenvervoer via het spoor vergroten. Ook de haven voelt het zo aan en de Nederlandse Tweede Kamer heeft daarover al een motie aangenomen. Men is ons dus eigenlijk voorgegaan. Ik hoop dat ook het Belgische Parlement onderhavig voorstel van resolutie straks zal onderschrijven.

 

Dat komt niet alleen de leefbaarheid van Zelzate ten goede, maar is ook gunstig voor de honderdduizend werknemers van de 525 bedrijven in de kanaalzone Gent-Terneuzen. Als die werknemers allemaal van en naar het werk sporen, zou dat een enorme winst voor het milieu betekenen. Het fijnstof zou verminderen. De CO2-uitstoot zou verminderen. Die spoorverbinding zou ook heel wat van de problemen in Zelzate oplossen.

 

Ik rond af met een passage uit de motie van de gemeenteraad van Zelzate die luidt: "Tot op vandaag is de haven nauwelijks bereikbaar met het openbaar vervoer. Buslijnen zijn erg dungezaaid en de trein nemen kan gewoon niet." De gemeente Zelzate investeert dit jaar ook ruim 1 miljoen euro in de realisatie van een nieuw busstation in het centrum. Als lokaal bestuur zet Zelzate helemaal in op de verdere uitbouw van faciliteiten voor openbaar vervoer. Hiervoor wordt diep in de buidel getast. De komst van personenvervoer op lijn 204 en een station zouden de perfecte en broodnodige aanvulling zijn op het bestaande busaanbod, dat helaas ontoereikend is om de haven, de omliggende gemeenten, de kanaaldorpen en de bedrijven vlot te bereiken.

 

De gemeente Zelzate steunt daarom elke actie die kan bijdragen tot de realisatie van die bijkomende vorm van passagiersvervoer, die een oplossing zou bieden voor het woon- en werkverkeer in de kanaalzone en bij uitbreiding naar Terneuzen.

 

In naam van de PVDA-fractie en in naam van de Zelzaatse gemeenteraad verzoeken wij de federale overheid, met name minister Bellot, om erop aan te dringen dat Infrabel de budgetten voor de spoorlijn L204 besteedt zoals vastgelegd in het strategisch meerjareninvesteringsplan 2018-2031, waarbij zo snel mogelijk gestart wordt met de haalbaarheidsstudie over de spoorlijn 204, zoals dat beloofd en bekrachtigd werd op de federale ministerraad van 14 december 2017 en daarna herhaald in november van vorig jaar.

 

Wij verzoeken de regering om het deze keer niet alleen bij woorden te houden, maar om die woorden ook om te zetten in daden.

 

18.05  Joris Vandenbroucke (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega's, er werd daarnet gezegd dat North Sea Port Flanders een bilaterale samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland is. North Sea Port Flanders is veel meer dan dat. Het is een echte fusie van twee havenbedrijven, Havenbedrijf Gent en Zeeland Seaports. Het is een echte Europese transnationale haven met één bedrijf en één CEO, zoals er weinig voorbeelden bestaan in Europa.

 

North Sea Port behoort tot de top tien in de Europese Unie wat de goederentrafiek betreft en is de derde belangrijkste haven van Europa wat toegevoegde waarde betreft. Nu we stilaan naar het postcoronatijdperk evolueren, moeten we kijken hoe we die toegevoegde waarde kunnen maximaliseren.

 

Het voorstel van resolutie komt als geroepen. Een duurzame ontsluiting van North Sea Port Flanders via een spoorlijn, die er al ligt en die kan worden doorgetrokken, is absoluut noodzakelijk. Die investering is een hefboom voor meer groei, economisch verantwoorde groei, ecologisch verantwoorde groei en groei die ook beter is voor de mensen die in het havengebied werken en wonen.

 

Dat is iets wat Nederland al begreep, waar de collega's in de Tweede Kamer enkele maanden geleden al een motie hebben goedgekeurd om de samenwerking te onderzoeken en die investering te doen. Ik ben heel blij dat wij in het Belgisch Parlement zo snel een draagvlak hebben gevonden om die investering mogelijk te maken.

 

Laten wij hopen dat de vliegensvlugge goedkeuring die aan het voorstel van resolutie wordt gegeven, zoals collega Briers het noemde, een voorbode mag zijn van de snelheid waarmee die investering in de praktijk hard wordt gemaakt.

 

Ik dank de collega's uit Oost-Vlaanderen voor de vlotte samenwerking en ik dank alle fracties voor hun steun aan het voorstel van resolutie.

 

Voorzitter: Patrick Dewael, voorzitter.

Président: Patrick Dewael, président.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion est close.

De bespreking is gesloten.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.

De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.

 

19 Projet de loi portant confirmation de l'arrêté royal du 17 mai 2019 modifiant l'arrêté royal du 18 février 2005 fixant les cotisations obligatoires à payer au Fonds budgétaire pour la santé et la qualité des animaux et des produits animaux, secteur lait et de l'arrêté royal du 8 juillet 2019 modifiant l'arrêté royal du 13 novembre 2011 fixant les rétributions et cotisations dues au Fonds budgétaire des matières premières et des produits (1253/1-3)

19 Wetsontwerp houdende bekrachtiging van het koninklijk besluit van 17 mei 2019 tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 februari 2005 tot vaststelling van de verplichte bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, sector zuivel en het koninklijk besluit van 8 juli 2019 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten (1253/1-3)

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

19.01  Catherine Fonck, rapporteur: Monsieur le président, je renvoie au rapport écrit.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)

Vraagt iemand het woord? (Nee)

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1253/3)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1253/3)

 

Le projet de loi compte 4 articles.

Het wetsontwerp telt 4 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 4 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 4 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

20 Proposition de résolution visant à mettre en place, en partenariat avec les officines pharmaceutiques, un dispositif d'alerte spécifique pour les personnes victimes de violences intrafamiliales (1197/1-7)

- Proposition de résolution visant à la mise en place d'un plan d'urgence facilitant la plainte et la protection des victimes de violences intrafamiliales ou de couple dans le cadre de la crise sanitaire du coronavirus/COVID-19 (1236/1-8)

20 Voorstel van resolutie over de instelling, in samenwerking met de apotheken, van een specifiek waarschuwingssysteem voor de slachtoffers van huiselijk geweld (1197/1-7)

- Voorstel van resolutie over de uitwerking van een noodplan waardoor het indienen van een klacht door en het beschermen van de slachtoffers van intrafamiliaal geweld of van partnergeweld in het raam van de COVID-19-crisis zouden worden vergemakkelijkt (1236/1-8)

 

Propositions déposées par:

Voorstellen ingediend door:

- 1197: Laurence Zanchetta, Patrick Prévot, Özlem Özen, Eliane Tillieux, Hervé Rigot, Eric Thiébaut, Daniel Senesael, Karin Jiroflée

- 1236: Sophie Rohonyi, François De Smet, Vanessa Matz.

 

Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces deux propositions. (Assentiment)

Ik stel u voor één enkele bespreking aan deze twee voorstellen te wijden. (Instemming)

 

Discussion

Bespreking

 

Les textes adoptés par les commissions servent de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1197/6) (1236/7)

De door de commissies aangenomen teksten gelden als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1197/6) (1236/7)

 

La discussion est ouverte.

De bespreking is geopend.

 

20.01  Barbara Creemers, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, in tegenstelling tot voorgaande zou ik graag kort verslag uitbrengen. Ik beloof dat niet te uitgebreid te doen.

 

Een paar puntjes uit de inleidende bespreking van deze resolutie wil ik u meegeven. Aan dit voorstel van resolutie werd op 23 april de urgentie verleend in het kader van de COVID-19-crisis. In de commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen werd dit besproken op 5 mei, 11 mei en 2 juni. Er werd dus hard aan gewerkt.

 

Een paar puntjes uit de inleidende bespreking vind ik belangrijk om te vermelden. Er zijn in ons land per dag gemiddeld honderd klachten van intrafamiliaal geweld. We weten dat er maar één op drie wordt gemeld, dus wie kan rekenen, weet hoe vaak het voorkomt. De lockdown zorgde en zorgt nog steeds voor verschrikkelijke situaties, waarin slachtoffers opgesloten zitten met de partner die hen mishandelt, vaak zelfs in het bijzijn van de kinderen.

 

De indieners en een aantal collega's hebben aangedrongen op een Interministeriële Conferentie daarover, die begin april heeft plaatsgevonden en waar werd aangedrongen op een coördinatieregeling. We vinden hier het warm water niet uit: gelijkaardige initiatieven bestaan in Spanje en Frankrijk.

 

Ook werd er verwezen naar een brief die door de collega's Schlitz en Soors werd verstuurd op 25 maart en waarin zij een oproep deden voor meer aandacht. Zij gaven ook aan niet tevreden te zijn met de antwoorden die ze wekelijks kregen op hun vragen, dat de gebruikelijke instrumenten volstonden en dat er geen globaal plan was.

 

Meermaals werd ook verwezen naar wat de deelstaten al hadden ondernomen en wat steden en gemeenten op eigen houtje deden. Collega Van Peel stelde de uitdrukkelijke vraag of dit de bevoegdheidsniveaus niet zou overschrijden, omdat er op Vlaams niveau al heel wat gebeurt. De vraag werd uitdrukkelijk gesteld of dit geen dubbel werk is. In de inleiding sprak ik bewust over intrafamiliaal geweld en over partners, want er waren ook een aantal opmerkingen dat dit niet enkel over vrouwen gaat, maar dat ook mannen het slachtoffer zijn.

 

De conclusie van de inleidende bespreking was dat adviezen zouden worden gevraagd. Er zijn op heel korte tijd adviezen binnengekomen van de hulplijn 1712, van de Algemene Pharmaceutische Bond (APB), van het Family Justice Center in Limburg, van de Vaste Commissie van de Lokale Politie en van de CAW-groep.

 

Omdat er twijfel was over het bevoegdheidsniveau, federaal of regionaal, is daarover ook een nota gevraagd aan de juridische dienst van de Kamer van volksvertegenwoordigers. Die dienst heeft een aantal suggesties gegeven, om er zeker van te zijn dat er geen bevoegdheidsconflict zou zijn. Die suggesties zijn dan ook in een aantal amendementen gegoten.

 

Dat resulteerde in heel wat amendementen en in een resolutie met heel wat consideransen en elf verzoeken. Het eerste verzoek luidt dat de federale regering wordt verzocht om in nauw overleg met de vertegenwoordigers van de apothekers, van de politiediensten en van gespecialiseerde hulpverleningsinstanties een instrument uit te werken voor steun aan de slachtoffers van huiselijk geweld, waarbij de slachtoffers het geweld dat zij ondergaan, aan een apotheek kunnen melden.

 

Dat is de belangrijkste vraag, maar de resolutie gaat nog veel verder. Ik vat het samen in drie punten.

 

Zij vraagt om op alle niveaus en zeker samen met de deelstaten van het intrafamiliaal geweld een prioriteit te maken, om verder te gaan dan enkel de crisis te managen en nog meer in te zetten op informatieverstrekking, ook via de apothekers, alsook op sensibilisering en op vorming van iedereen die ermee in contact komt. Ook is er de concrete vraag dat iedereen die de voorbije drie maanden een klacht heeft ingediend of een melding heeft gedaan, actief wordt opgevolgd, door met hen contact op te nemen.

 

Samenwerking is een sleutelwoord dat ik in het verslag heel vaak ben tegengekomen: samenwerking met de deelstaten en met de nulde lijn, die ook uit de adviezen kwam, teneinde van intrafamiliaal geweld een absolute prioriteit te maken, niet alleen tijdens de crisis maar ook daarna.

 

De voorzitter: Ik dank u, mevrouw de verslaggeefster.

 

20.02  Valerie Van Peel (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik zal het kort houden, hoewel ik dit een heel belangrijk thema vind. Het is geen thema dat ontstaan is tijdens de COVID-crisis, toen er een enorme stijging van de cijfers was, en het is ook geen thema dat zal verdwijnen na de COVID-crisis. Het is ook geen thema dat wij vandaag ontdekt hebben. Integendeel, wij waren met de commissie voor Maatschappelijke Emancipatie bezig een 360-gradenaanpak te gebruiken voor dit thema om dan achteraf met een breed gedragen resolutie te kunnen komen die het hele thema omvatte.

 

In deze tijden van COVID zijn enkele anderen in actie geschoten. Er zijn twee initiatieven tegelijk genomen. De moeite die gedaan is om die vooral niet in dezelfde commissie te bespreken, is vandaag gedaan om ze wel tegelijk in de plenaire vergadering te behandelen, met als gevolg dat wij twee resoluties hebben die elkaar overlappen maar die toch twee verschillende namen hebben. Iedereen kan nu heel stoer tegen zijn achterban zeggen dat hij het intrafamiliaal geweld gaat oplossen met een resolutie waar eigenlijk niets in staat.

 

Ik vind dat een heel spijtige zaak. Ik vind dat dit thema meer verdient dan dat. Dat is ook de reden waarom wij ons onthouden hebben in de commissie, en dat is ook de reden waarom wij ons straks zullen onthouden.

 

Ik stel ook vast, en ook dat is geen toeval, dat het twee resoluties zijn met Franstalige collega's als eerste indieners. Dat is geen toeval. Heel veel van die zaken kan men namelijk op gemeenschapsniveau aanpakken, en Vlaanderen heeft niet gewacht. Vlaanderen heeft, onder andere via de Family Justice Centers maar ook via een ketenaanpak van intrafamiliaal geweld, al jaren veel meer ingezet op de aanpak dan men aan de andere kant van de taalgrens gedaan heeft.

 

Toen de COVID-crisis begon, had ik dezelfde reflex als sommige collega's: de enigen die nog mensen zien, zijn apothekers. Zeker in het begin was dat zo. Het is grappig dat wij daar nu over gaan stemmen. Ik weet niet of jullie het beseffen, maar die periode is voorbij. In het begin was dat zo. Toen heb ik inderdaad meteen met mijn Vlaamse collega's gebeld en gezegd dat wij ervoor moesten zorgen, ook al levert het maar iets op voor een paar mensen, dat de apothekers een rol konden spelen als er echt alarm geslagen moest worden en als mensen dat van thuis uit niet telefonisch konden doen naar het nummer 1712, dat wij trouwens in Vlaanderen ook hebben. Ik weet dat jullie daarvoor pleiten op nationaal vlak, maar in Vlaanderen hebben wij dat dus.

 

Vervolgens hebben wij dat in Vlaanderen uitgerold. Wat hier vandaag goedgekeurd zal worden voor een periode waarin de apothekers helemaal niet meer het enige aanspreekpunt zijn, bestaat al in Vlaanderen.

 

Minister Zuhal Demir heeft ook hotels opengesteld om ervoor te zorgen dat er, zelfs in de periodes waarin iedereen thuis moest blijven onder de lockdown, bij intrafamiliaal geweld wel kon worden ingegrepen en dat ofwel de dader, ofwel het slachtoffer, naargelang de keuze van het slachtoffer, meteen uit huis kon worden gezet. Ik denk dat er ook zoiets in deze resolutie staat – ik heb ze, in alle eerlijkheid, eigenlijk zelfs niet meer volledig gelezen – maar ik stel vast dat wij de feiten erg achterna lopen. Het is ook spijtig dat de Franstalige collega's niet de reflex hebben gehad om op gemeenschapsniveau hun partijgenoten aan te sturen om een aantal dingen uit te rollen die al lang gerealiseerd hadden kunnen zijn.

 

Dit gezegd zijnde, ik gun het u enorm dat u straks een tweet kunt versturen met de boodschap dat het intrafamiliaal geweld is opgelost. Ik wil bij dezen collega Karin Jiroflée echter bedanken omdat zij wel de reflex heeft gehad – het is heel spijtig dat die commissie is stilgevallen, maar het is wat het is door de coronacrisis – om het goede werk dat in het adviescomité voor Maatschappelijke Emancipatie werd gedaan, waaruit hopelijk wel wat zaken zullen komen die wel nog nuttig zijn in deze strijd, weer in gang te steken.

 

Ik kijk ernaar uit om dan een derde resolutie te maken. Ik lig er niet wakker van wiens naam bovenaan staat, maar ik hoop wel dat zij een beetje nut zal hebben. Bij dezen zullen wij ons dus onthouden bij de stemming.

 

20.03  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le président, chers collègues, dès le début des mesures de confinement, les voyants étaient dans le rouge pour nous alerter de l'augmentation des violences intrafamiliales. La Chine et l'Italie, qui sont entrées en confinement quelques semaines avant nous, ont observé une hausse fulgurante des appels et des cas de violence intrafamiliale.

 

Dès le 24 mars, ma collègue Jessika Soors et moi-même avons écrit au gouvernement pour l'avertir de ce risque, mais aussi pour lui soumettre plusieurs propositions destinées à combattre efficacement ces violences via des leviers fédéraux. Puis, les chiffres ont commencé à nous parvenir. Deux semaines plus tard, ce n'est plus de risques qu'il fallait parler, mais de faits. Les appels relatifs aux violences intrafamiliales ont triplé et se sont révélés plus urgents et plus graves. De même, des proches s'inquiétaient de femmes dont ils n'ont plus reçu de nouvelles.

 

Pendant ce temps, à l'échelon fédéral, nous, les députés, avons interrogé sans relâche, semaine après semaine, les différents ministres qui disposent de leviers pour lutter contre ce fléau. Dans un premier temps, les réponses furent inlassablement identiques. On nous répondait ainsi que les procédures habituelles restaient d'application et qu'il ne fallait pas s'en faire. Or il fallait précisément s'inquiéter, tant la situation en Belgique est déjà dramatique en temps normal: chaque année, 40 000 appels concernent des violences intrafamiliales, tandis que 112 féminicides ont été commis depuis 2017. Nous sommes condamnés sur le plan international pour le non-respect de nos obligations telles que prévues, par exemple, par la Convention d'Istanbul.

 

Par ailleurs, sur le terrain, les associations ont accompli leur travail et ont rédigé des cartes blanches ainsi que des communiqués de presse pour inciter à l'action. Toutefois, l'inaction continuait d'être de mise.

 

Dans les entités fédérées - en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles -, des choses ont été faites avec les leviers disponibles: chercher des logements d'urgence, renforcer les lignes d'appel. Hier encore, le gouvernement wallon a annoncé un subside de 40 000 euros pour le renforcement des lignes d'appel via des fonds structurels mais aussi le soutien sur le long terme aux associations d'aide aux victimes.

 

Ce que je ne comprends pas, c'est que le gouvernement a su faire primer la santé sur tout le reste, en prenant les mesures à la hauteur de la crise sanitaire. Mais pourquoi les violences intrafamiliales ne méritent-elles pas un tel traitement?

 

Hier en commission, le ministre De Crem a annoncé que la police allait enfin rappeler l'ensemble des victimes de violences intrafamiliales. C'est une mesure que nous demandons depuis le premier jour de la crise. On nous a dit que ce n'était pas nécessaire, que chacun avait son autonomie, qu'on se débrouillait. Certaines zones de police l'ont donc mise en place. Au niveau bruxellois, la Région a généralisé cette pratique. Et, ce 10 juin 2020, on annonce qu'on va enfin mettre en place cette mesure. Je ne sais quoi en penser. On est évidemment content que ça bouge mais c'est trop tard. C'est en effet beaucoup trop tard!

 

Voici environ trois semaines, on nous annonçait qu'une circulaire commune allait être éditée entre le ministre De Crem et le ministre Geens. On attend des nouvelles de cette circulaire. On demande de quoi il s'agit et ce qu'elle va contenir. Et on nous dit hier qu'il ne faut pas trop se précipiter. Mais non, ne nous précipitons pas trop! Et, aujourd'hui, on dit que c'est trop tard. Pourtant, le Parlement agit en fonction du tempo mis à sa disposition. Oui, cela vient effectivement trop tard par rapport à la crise. Toutefois, certaines mesures seront encore d'utilité en cas de deuxième vague et également pendant le déconfinement. Mais au moins, aujourd'hui, le Parlement agit en adoptant ces deux résolutions qui permettront à la fois de protéger les victimes et de mettre sur les rails des mesures qui pourront être mises en place par la suite.

 

En effet, il aurait fallu agir beaucoup plus tôt mais aujourd'hui le gouvernement veut obtenir un mandat. Ce que nous appelons de nos vœux, c'est que le gouvernement se saisisse de cet appel du Parlement pour mettre en place un vrai plan de lutte contre les violences envers les femmes de manière concrète et rapprochée. Nous voulons que, lors de la prochaine Conférence interministérielle "Droits des femmes" qui se tiendra le 26 juin prochain, le gouvernement vienne avec un programme ambitieux et mette sur la table des mesures concrètes pour prendre un véritable lead dans la lutte contre les violences intrafamiliales dans notre pays. Voilà ce que nous demandons aujourd'hui au gouvernement.

 

20.04  Laurence Zanchetta (PS): Monsieur le président, chers collègues, personne ne va le contredire: les violences intrafamiliales sont un fléau. Un fléau dont on parle de plus en plus ces dernières années, à travers les médias notamment, parce que les chiffres demeurent impressionnants au fil du temps, mais également parce que la justice et la police, faute de moyens, peinent à lutter efficacement contre ces violences.

 

Dans notre pays, 40 000 faits de violences conjugales sont signalés chaque année. Un chiffre qui ne représente qu'un tiers des faits commis. Alors qu'une politique de tolérance zéro est censée être appliquée depuis plusieurs années maintenant, 70 % des dossiers ouverts par la justice sont toujours classés sans suite aujourd'hui.

 

Ces violences se manifestent sous diverses formes, visibles ou invisibles: des remontrances au contrôle des déplacements de la victime, des violences psychologiques aux coups directement portés sur le corps, avec des conséquences dans tous les cas dramatiques, et parfois mortelles. Le féminicide a ainsi pris place dans notre vocabulaire en attendant toujours de pouvoir être reconnu juridiquement.

 

Vingt-quatre féminicides ont ainsi été recensés dans la presse en 2019. Et tant d'autres ont été perpétrés dans un silence assourdissant.

 

Avec le confinement qui a été imposé lors de cette crise à ces femmes mais également à certains hommes – il est bon de le rappeler –, tous les acteurs de terrain l'assurent: ces violences ont été exacerbées, en raison de cette cohabitation contrainte qui s'est apparentée dans certains cas à une véritable séquestration, sans fuite possible. On n'ose en effet imaginer l'enfer vécu par ces milliers de femmes, confinées avec ceux qui les maltraitent, qui les brutalisent, et dans quatre cas sur dix, avec des enfants comme spectateurs.

 

Du côté francophone de notre pays, la ligne "Écoute Violences Conjugales" a d'ailleurs vu le nombre d'appels doubler pendant le confinement. En Flandre, il a été constaté une augmentation de 70 % des appels au numéro 1712 entre la première et la quatrième semaine de confinement.

 

Cette situation a eu pour effet de saturer les deux lignes d'assistance téléphonique et a amené les équipes à augmenter leur capacité d'écoute, dès le 7 avril.

 

Monsieur le président, chers collègues, ce que nous avons voulu, à travers la proposition de loi qui est sur vos bancs aujourd'hui, c'est, avant tout, permettre une échappatoire pour les victimes en cette période de crise de confinement qui pourrait se poursuivre, mais également au-delà de cette période.

 

Comme la France et l'Espagne, nous avons voulu leur permettre de trouver une aide, un relais rapide, efficace en se rendant tout simplement dans une pharmacie. On le sait, celles-ci sont des lieux facilement accessibles. Le réseau est vaste et les pharmaciens sont en première ligne pour orienter les personnes non seulement en cas de problème de santé, mais aussi – la crise l'a largement démontré – en cas d'autres problèmes, y compris sociaux.

 

Les pharmacies devraient ainsi constituer, demain, des points de relais pour les victimes de violences. Elles pourront y obtenir un accompagnement, des informations spécifiques comme, par exemple, des numéros d'appel des lignes d'assistance. Elles pourront également être orientées vers des structures d'aide compétentes, et elles pourront, si elles le souhaitent, demander qu'un contact soit pris avec la police pour in fine, peut-être, déposer une plainte, mais ce n'est pas une obligation.

 

Envisagé dans le cadre de la crise que nous connaissons aujourd'hui, nous estimons que ce dispositif doit maintenant être envisagé sur le long terme avec, sans doute, la nécessité d'évaluer la mesure, de l'adapter, mais aussi de multiplier ce type de points de contact, de points de relais, à l'avenir.

 

Évidemment, pour que cela fonctionne, nous avons fait de la concertation le cœur de ce dispositif. Les acteurs concernés, à savoir la police, les magistrats, les pharmaciens, les acteurs de terrain doivent se retrouver autour de la table. Des recommandations claires en termes d'accueil des victimes, mais également de réception et de suivi des plaintes devront être émises. Une campagne d'information et de sensibilisation à destination notamment des publics plus fragilisés devra être mise en place.

 

Je tiens, aujourd'hui, à remercier les collègues qui se sont engagés dans cette voie. L'adoption de ce texte a, en effet, fait l'objet d'un travail constructif de tous ceux qui veulent lutter concrètement contre ces violences. Des amendements ont été intégrés au texte initial qui a ainsi pu être renforcé.

 

Certains diront que cette proposition qui est sur la table ne va pas assez loin, et nous les comprenons car ce que nous défendons depuis longtemps, c'est, bien sûr, un véritable plan d'action global de lutte contre les violences assorti des moyens budgétaires nécessaires.

 

Les violences faites aux femmes ne sont en effet pas apparues avec la crise que nous traversons, il faut en convenir. Cela fait des années que notre groupe en fait le constat et déplore le manque de moyens octroyés spécifiquement à la justice et à la police ces dernières années pour mener une lutte efficace contre les violences faites aux femmes.

 

On le voit, certains services de police continuent à ne pas donner aux victimes l'accueil dont elles ont besoin – je dis bien "certains" services de police – et les parquets ne disposent parfois pas d'assez de moyens pour poursuivre ce type d'infraction. Dans de trop nombreux cas, il persiste une méconnaissance des risques de récidive chez ceux qui ont porté les coups. Il est donc aujourd'hui impératif de se saisir de cette problématique en dégageant des moyens financiers, des ressources humaines et en développant des stratégies nouvelles pour éviter les nouveaux drames.

 

Le texte que nous allons adopter aujourd'hui – je l'espère – permettra la mise en place d'une mesure supplémentaire.  Elle est évidemment loin de tout résoudre mais comme le soulignait Josiane Coruzzi, directrice de l'ASBL Solidarité Femmes et Refuge pour femmes battues à La Louvière: "Tout ce qui permet aux victimes de ne pas se sentir isolées, seules et impuissantes est une bonne initiative". C'est bien cela que nous recherchons aujourd'hui.

 

L'espoir demeure qu'un gouvernement fédéral de plein exercice puisse être mis en place rapidement et qu'il prenne la mesure de la gravité des atteintes aux droits, à la vie, à la santé, à la sécurité et à la dignité des femmes qui subissent ces violences et qu'il fasse tout simplement de la lutte contre ces violences conjugales une véritable priorité.

 

20.05  Dominiek Sneppe (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, dat huiselijk geweld een probleem is dat niet kan worden ontkend en dat zeker tijdens de coronacrisis een probleem vormde, hoef ik hier niet te herhalen. De opgelegde lockdown zette de relaties binnen het gezin immers sterk onder druk. Gezinnen waar de relatie tussen de partners al vertroebeld was of waar er voor de crisis al sprake was van al dan niet fysiek geweld kwamen nu nog meer onder druk te staan, met alle gevolgen van dien. Door de coronacrisis steeg de kans op huiselijk geweld. Uit de cijfers, die iedereen kan opvragen bij de eigen stad of gemeente, blijkt ook dat het aantal gevallen van huiselijk geweld effectief stijgt.

 

De voorliggende resolutie is inhoudelijk een stap in de goede richting, maar de vraag is of ze hier wel op haar plaats is. Vlaams Belang heeft in de commissie gewezen op het in de resolutie en bepaalde amendementen ingebakken seksisme. Deze teksten hebben te nadrukkelijk een eenzijdig vrouwelijke invalshoek. Het is inderdaad waar dat vrouwen heel vaak het slachtoffer zijn van huiselijk geweld, maar men mag niet vergeten dat de slachtoffers niet uitsluitend vrouwen zijn. Ook mannen worden soms het slachtoffer van huiselijk geweld.

 

De vraag blijft tevens of deze resolutie hier wel op haar plaats is, aangezien de gespecialiseerde hulpverlening aan slachtoffers van huiselijk geweld gemeenschapsmaterie is. Dit zou dus verder moeten worden uitgewerkt op regionaal en zelfs lokaal vlak. In het advies van het CAW stond dat de problematiek van huiselijk geweld ook buiten coronatijden aanwezig is. Het is nu echter meer hoorbaar, omdat de buren thuis zijn, en meer zichtbaar, omdat de gezinsleden samen in hun kot moeten blijven.

 

Hierbij kan ik het toch niet laten erop te wijzen dat corona of COVID-19 door heel wat collega's gebruikt en zelfs misbruikt wordt om de eigen agenda door te drukken. In de commissie voor Gezondheid vroegen we het advies van onder andere de politie, de apothekersbond en de hulplijn 1712. Die adviezen waren niet voor honderd procent enthousiast te noemen en ons stemgedrag zal dan ook in die lijn liggen. Wij zullen ons onthouden om aan de ene kant aan te tonen dat we tevreden zijn dat er aandacht is voor huiselijk geweld, en om aan de andere kant aan te geven dat dit gemeenschapsmaterie is en het hier dus niet op zijn plaats is. Laat aan de gemeenschappen wat de gemeenschappen toekomt, dan wordt er geen dubbel werk gedaan en vermijdt men dat men in het slechtste geval de gemeenschappen zelfs gaat hinderen. Dan kan elke gemeenschap dit uitwerken naar eigen noden en behoeften.

 

Ik wil ook verduidelijken dat wij ons amendement hier nog eens willen herindienen. Dit amendement stelt dat er aandacht moet zijn voor de bereikbaarheid van de bestaande hulplijnen. Een hulplijn die niet altijd bereikbaar is, schiet zijn doel immers voorbij. Zeker in gevallen van huiselijk geweld is het belangrijk dat op elk moment om hulp kan worden gevraagd. Dit amendement werd in commissie niet weerhouden, vandaar dat we het hier nog eens willen voorleggen.

 

20.06  Caroline Taquin (MR): Monsieur le président, chers collègues, la crise sanitaire que nous vivons et le confinement lié à celle-ci ont des impacts multiples. Lors de ces dernières semaines, une recrudescence importante des faits de violence intrafamiliale a été constatée par les professionnels du secteur. Les acteurs de la santé mentale et du bien-être psychique nous ont très concrètement confirmé la situation lors de nos travaux en commission de la Santé. Cela touche en priorité les femmes et les enfants. Ces derniers peuvent en effet être les victimes directes de ces violences ou encore les spectateurs et témoins d'actes dramatiques et hautement traumatisants.

 

Il est essentiel que nous puissions répondre sans délai à ces situations, comme il faut saluer les moyens supplémentaires qui ont déjà été dégagés par le gouvernement au niveau des soins psychologiques de première ligne. Il va falloir indéniablement poursuivre ce travail.

 

Pour le MR, il était donc important de pouvoir adopter une proposition de résolution visant à renforcer le soutien de ces personnes victimes et cela en première ligne sur le terrain et de la plus accessible des manières. Le dispositif proposé par cette proposition vise à mettre en œuvre, sur l'ensemble du territoire national, un mécanisme grâce aux pharmaciens d'officine et qui a déjà fait ses preuves en certaines régions, ainsi qu'un renforcement de l'action en la matière au sein de nos zones de police.

 

Nous avons souhaité amender ce texte afin d'assurer sa praticabilité et d'apporter les moyens nécessaires aux pharmaciens. Il ne pouvait être décidé de les désigner pour un tel rôle d'orientation et de conseil sans les entendre. Il fallait leur garantir que les autorités publiques leur fournissent l'ensemble des éléments pratiques et logistiques pour réaliser cette mission de soutien aux victimes.

 

Il fallait aussi, car l'implication de nos forces de police est déjà importante face aux victimes des violences intrafamiliales, garantir la faisabilité de ce travail renforcé. Cela doit passer par une enquête précise à l'attention des 185 conseils zonaux de sécurité afin de déterminer si la lutte contre les violences intrafamiliales figure bien dans les priorités 2020-2025 de leur plan zonal de sécurité. C'est une nécessité et cela permettra d'établir un état des lieux précis de la situation mais aussi des besoins de nos forces de l'ordre. Un travail de sensibilisation auprès d'un public le plus large possible devra aussi être réalisé ainsi qu'une coordination entre les différents services d'appel d'urgence et les services d'écoute reconnus par les entités fédérées.

 

Les compétences liées à la lutte contre les violences intrafamiliales n'étant pas exclusivement détenues par le niveau fédéral, il est important de souligner que la mise en œuvre de ce texte devra nécessairement être coordonnée avec les Régions et les Communautés.

 

Ce texte n'est qu'une nouvelle étape dans la lutte contre ces situations, la violence domestique constituant un problème complexe et multidisciplinaire. Dans ce cadre, il sera important de tout mettre en œuvre afin de mieux harmoniser les différents champs de compétences et niveaux de pouvoir associés à cet enjeu, tels que la Justice, l'Intérieur, la politique des soins, l'enseignement ou les services sociaux.

 

Nous invitons dès lors l'ensemble des groupes politiques à soutenir cette proposition.

 

20.07  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, de PVDA steunt deze twee resoluties. Wij vinden dit belangrijk. Wij hebben zelf ook een resolutie ingediend om de rechten van de vrouw in het kader van de COVID-19-crisis naar voren te brengen.

 

Ik zou dit iets breder willen trekken dan alleen het intrafamiliaal geweld. Het is duidelijk dat veel helden in de COVID-19-crisis vrouwen zijn. Zij waren ook de slachtoffers van de lockdown, want zij stonden het meest in voor de huiselijke taken en het huiswerk van de kinderen. Ook daar stonden de vrouwen in de frontlinie.

 

Door de lockdown kwamen veel mensen in armoede terecht. We weten dat acht op tien alleenstaande ouders vrouw is.

 

We kregen ook snel veel meer meldingen van intrafamiliaal geweld sinds de lockdown. Daarom is het belangrijk dat hierover snel wordt gestemd. In Vlaanderen gingen de oproepen naar de hulplijnen zelfs met 70 % omhoog. We weten dat stress, alcohol en financiële problemen huiselijk geweld kunnen triggeren. Daarom is het volgens ons belangrijk om deze resolutie te steunen.

 

We zijn ook blij dat een van onze ideeën in de resolutie werd opgenomen, met name dat de politiezones een prioriteit maken van de strijd tegen intrafamiliaal geweld.

 

La proposition de résolution a intégré une idée du PTB, visant à former une patrouille de police spécialisée dans les interventions contre les cas de violence intrafamiliale. Il est évident que ce n'est pas la même chose qu'une intervention dans des affaires de délit de droit commun. Une autre suggestion a été reprise, proposant de répéter l'expérience pratiquée dans la zone de police de Bruxelles-Nord, qui consistait à rappeler toutes les femmes qui avaient déposé plainte au cours des trois derniers mois. J'espère, bien sûr, qu'une suite sera donnée à une telle initiative dans la poursuite de la lutte contre les violences infligées aux femmes.

 

Nous allons soutenir la demande de confier aux pharmacies le rôle de point d'alerte, car nous ne pouvons qu'approuver cette idée. Par ailleurs, nous estimons que l'éloignement de l'auteur constitue une priorité dans la prévention des féminicides. Un autre aspect qui a été abordé est la nécessité d'accorder une plus grande attention aux enfants, par exemple dans le cadre d'une ligne d'écoute.

 

Wij dienen vandaag nog een amendement in, want in tegenstelling tot wat onze Vlaams-nationalistische vrienden ons willen doen geloven, is het in Vlaanderen niet altijd beter. De hulplijnen voor intrafamiliaal geweld, zoals de 1712-lijn, zijn enkel bereikbaar tijdens de kantooruren. Het is belangrijk dat die hulplijnen 24 uur op 24 bereikbaar zijn. Wij hebben dat ook van op het terrein gehoord. In Wallonië is de hulplijn Écoute Violences Conjugales wel 24 uur op 24 bereikbaar. Dat mag ook wel eens gezegd worden.

 

Ik vind het verwonderlijk dat zij het voorstel van resolutie niet zullen steunen, argumenterend dat het een louter Vlaamse bevoegdheid betreft. Nochtans, interventies van de politie, de tussenkomst van Justitie en maatregelen in de zorgsector en de gezondheidszorg zijn federale bevoegdheden. Ik denk dat de strijd tegen geweld op vrouwen ook op dat niveau moet worden gevoerd. Ik interpreteer dus dat het Vlaams Belang en de N-VA de strijd tegen intrafamiliaal geweld minder prioritair vinden.

 

20.08  Robby De Caluwé (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik heb zopas een spelletje gespeeld, geen Angry Birds, maar wel Zoek de tien verschillen. Ik had het voorstel, dat in principe als volgende geagendeerd staat en zoals het in de commissie voor Binnenlandse Zaken werd goedgekeurd, nog niet in detail gelezen en ik was mij er ook niet van bewust dat het samen zou worden besproken, maar dat lijkt mij een logische beslissing.

 

Tot op heden heb ik de tien verschillen nog niet gevonden. Net zoals mevrouw Van Peel betreur ook ik de manier van werken. Ik vind dat de problematiek veel beter verdient dan wat er nu voorligt. De voorstellen behandelen een maatschappelijk onaanvaardbaar probleem, dat bovendien met de coronacrisis op scherp werd gesteld.

 

Vanuit Open Vld kunnen wij niet duidelijker zijn. Fysiek en psychologisch geweld tussen partners en tussen gezinsleden is in geen enkele omstandigheid te rechtvaardigen. Dat bestrijden is een gezamenlijke opdracht voor zowel de federale overheid als de deelstaten.

 

Dat brengt mij meteen bij de eerste van vier inhoudelijke kanttekeningen, die ik kort wil plaatsen bij de voorliggende tekst, die wij vanuit Open Vld heel constructief en welwillend hebben bejegend. Getuige daarvan zijn mijn drie amendementen, die werden aanvaard, en de amendementen die ik samen met de collega's van de MR heb ingediend.

 

Ik heb het hier over het voorstel van mevrouw Zanchetta.

 

Er was in de commissie nogal wat te doen over de bevoegdheidsverdeling tussen het federaal en het regionaal niveau. Wij hebben dat hier ook al een aantal keer gehoord. Er is in Vlaanderen immers al een gelijkaardig initiatief op poten gezet. Een advies van de juridische dienst van de Kamer maakte duidelijk dat terwijl het federale niveau bevoegd is, er wel gedeelde bevoegdheden zijn met de deelgebieden. Daarom is samenwerking tussen alle entiteiten noodzakelijk. Vlaanderen doet immers al heel veel en de andere regio's hebben ook de mogelijkheid om heel veel maatregelen te nemen.

 

Als wij spreken over partnergeweld, dan wordt er heel vaak te eenzijdig gekeken naar geweld waarvan vrouwen het slachtoffer zijn. Ik ben tot op heden de enige man die het woord heeft genomen en voel mij zeker geroepen om ook de mannelijke slachtoffers te verdedigen, ook al gaat het in het merendeel van de gevallen over vrouwen. Als mannen het slachtoffer zijn, gaat het veel vaker over psychologische mishandeling en dat probleem mogen wij zeker en vast ook niet onderschatten. Sporen van fysiek geweld zijn zichtbaar, maar die van psychologisch geweld veel minder. Hetzelfde geldt voor de slachtoffers en het medeleven dat zij krijgen; men zal zich vlugger aangesproken voelen om op te treden tegen blauwe plekken dan tegen krassen op de ziel.

 

Wij vinden in het betreffende voorstel van resolutie het warm water niet uit wanneer wij de invoering van een zogenaamde code "masker 19" bepleiten, waarmee slachtoffers bij de apotheker discreet alarm kunnen slaan. Er wordt verwezen naar het voorbeeld van Frankrijk en Spanje. Nochtans moeten wij erover waken geen appelen met peren te vergelijken: in die landen zijn er minder mogelijkheden voor slachtoffers om een beroep te doen op de hulpdiensten, dan bij ons. Dat neemt niet weg dat wij het voorgestelde extra kanaal zeker en vast kunnen inpassen in het beleid en wij de apothekers als partners zien om intrafamiliaal geweld aan te pakken.

 

Wie het voorstel van resolutie niet zo genegen was, schermde nogal snel met de extra lasten, die op de schouders van de apothekers worden gelegd. Daar wilden wij vanuit Open Vld zeker naar luisteren, maar met dien verstande dat de slachtoffers primeren. Een apotheker kan extra werklast krijgen door "masker 19", maar uiteraard weegt dat niet op tegen de pijn die slachtoffers van geweld ervaren. Tot onze tevredenheid reageerde de apothekersbond op een gelijkaardige manier. Ik geef dus graag uiting aan ons respect voor de apothekers, omdat zij ook in de problematiek van intrafamiliaal geweld een rol op zich willen nemen. Tegelijk moeten wij er wel oog voor hebben dat apothekers de juiste aanbevelingen krijgen om daarmee om te gaan en om hun veiligheid te vrijwaren. Wie zich te buiten gaat aan partnergeweld, heeft vaak ook ten aanzien van anderen een kort lontje.

 

Aangezien de apotheker doorgaans in de buurt woont, is hij, of veel meer nog zij, niet risicoloos om letterlijk en figuurlijk in de klappen te delen.

 

Mevrouw de voorzitter, collega's, partnergeweld en intrafamiliaal geweld moeten het land en de wereld uit. Daarom was onze fractie aanvankelijk blij met het voorstel van resolutie. Eveneens daarom is onze fractie vandaag teleurgesteld in de tekst, die na bespreking en amendering inhoudelijk dermate overladen werd, waardoor wij ons vandaag bij de stemming willen onthouden, niet om de strijd te staken, maar in de overtuiging dat wij de strijd met deze strategie niet zullen winnen.

 

Ten slotte doe ik, ten eerste, een oproep aan al wie het slachtoffer wordt van partnergeweld: laat het niet meer gebeuren, sterker nog, laat het nooit meer gebeuren. Zwicht niet voor klassieke bedreigingen en chantages van de dader. Trek uw mond open en vraag hulp, want niet het slachtoffer maar de dader is in fout.

 

Ten tweede roep ik al wie getuige is van partnergeweld op om het hoofd niet weg te draaien, zichzelf niet te sussen met de boutade dat men zich niet met andermans huishouden mag bemoeien. De uitzondering bevestigt de regel: geweld, fysiek zowel als psychologisch, heeft in geen enkel huishouden een plaats. Kies dus ontegensprekelijk partij voor het slachtoffer en spaar de dader niet.

 

De voorzitter: Collega De Caluwé, over het onderwerp voeren alleen vrouwelijke collega's het woord, maar ik behoor nog altijd tot het mannelijk geslacht. Ik vat uw aanspreking echter niet op als een persoonlijk feit.

 

20.09  Karin Jiroflée (sp.a): Mijnheer de voorzitter, een school in mijn gemeente, maar het kan een school in eender welk gemeente zijn. Een schepen van onderwijs, maar het kan eender welke schepen van onderwijs zijn. Een directeur trekt aan de alarmbel, maar het kan eender welke schooldirecteur zijn. De kinderen komen niet naar school, ze komen niet naar de noodopvang, ze reageren niet op het afstandsonderwijs, ze reageren niet op telefoons van het CLB of van de maatschappelijk werker. Mijn keel raakt dicht als ik verder denk: wat gebeurt daar? Als er gevaar dreigt, waar vindt men dan hulp?

 

Collega's, het coronavirus is al vaak een onzichtbare vijand genoemd, maar deze crisis brengt, zo mogelijk, nog een veel onzichtbaarder gevaar met zich mee, namelijk het gevaar van huiselijk geweld. Niet ik zeg dat, maar het Family Justice Center zegt dat, hulplijn 1712 zegt dat, het expertisecentrum Kindermishandeling zegt dat ook.

 

Zeventig procent meer oproepen bij hulplijn 1712 sinds de tweede week van de lockdownmaatregelen. Maar er is meer nodig dan alleen die hulplijn. Mensen hebben het vaak moeilijker om te bellen of om te werken met videocall tijdens een lockdownperiode. Contacten die normaal voor de-escalatie zorgen, zoals buren, vrienden of familie, vallen fysiek weg. Vandaar dat wij de twee voorliggende resoluties, waarvan de ene een waarschuwingssysteem vooropstelt in samenwerking met de apothekers en de andere een aantal justitiële en politionele maatregelen voorstelt, volmondig zullen steunen. Wij zijn net als collega De Caluwé wel blij, zelfs bijzonder opgetogen, over het feit dat de apothekers deze samenwerking helemaal zien zitten.

 

U zult denken dat deze golf van corona toch voorbij is. We weten allemaal dat we eventueel nog een golf mogen verwachten. Er zijn misschien ook andere omstandigheden waarin deze resolutie toch haar nut zal bewijzen. Bovendien mogen we dit niet alleen in coronaperspectief zien.

 

Mevrouw Van Peel verwees al naar het adviescomité voor Maatschappelijke Emancipatie. Daarin vindt een reeks hoorzittingen plaats. Deze hoorzittingen moeten de hele problematiek van intrafamiliaal geweld in kaart brengen en vooral de gaten die nog in het systeem zitten, blootleggen. Deze hoorzittingen, waar we al heel wat materiaal hebben uitgehaald, moeten afgerond zijn vóór het zomerreces. In de herfst willen we vanuit het adviescomité heel graag een werkbaar rapport naar dit halfrond brengen.

 

Voor al die kinderen, voor al die mannen, voor al die vrouwen zal de sp.a beide resoluties goedkeuren en wij vragen aan alle collega's in dit halfrond hetzelfde te doen.

 

20.10  Vanessa Matz (cdH): Monsieur le président, permettez-moi tout d'abord, avant de commencer cette intervention, de remercier la Conférence des présidents et vous-même, d'avoir permis que la discussion sur les deux résolutions vienne en même temps. En effet, nous essayons de rattraper un tantinet l'incohérence qui a régné dans les différentes commissions par une expression commune et transversale aux deux commissions. C'est vraiment essentiel pour une simple question de crédibilité, comme l'a rappelé notre cheffe de groupe hier en Conférence des présidents.

 

Je voudrais adresser un second merci à l'ensemble du secteur associatif qui depuis des mois, hors confinement bien sûr, travaille sans relâche à l'écoute, à l'accompagnement, au soutien de toutes ces victimes de violences intrafamiliales. On ne souligne pas assez leur travail. Si nous pouvons présenter aujourd'hui une série de demandes, c'est grâce aussi à ce secteur qui est sur le terrain, qui écoute et qui relaye une série de préoccupations. Que ses membres en soient remerciés.

 

Reconnaissons que ces résolutions ont été prises dans un contexte de carence: interpellation après interpellation, depuis fin mars, demandes de mesures restant sans suite, ou si peu, ou si tardives. Il a fallu aussi attendre le 8 mai pour qu'enfin une CIM se réunisse. Enfin, tous les ministres qui ont en charge la problématique de l'égalité des chances et de la lutte contre les violences faites aux femmes se réunissent. Ces résolutions sont sûrement tardives, et je ne vais pas en incriminer mes collègues. Mais elles ont été prises parce qu'aucune mesure n'avait été prise au niveau des gouvernements, ou si peu. On nous les promettait, on nous disait qu'elles allaient arriver, peut-être, ou sûrement. Au total, elles ne se sont presque pas montrées du tout.

 

Je voudrais répondre à Mme Van Peel. Je partage une partie de ses propos. Je la rejoins sur l'incohérence des différents textes qui arrivent. Mais je ne peux pas partager l'ensemble de ses propos. En effet, il reste énormément de compétences fédérales dans les résolutions. Je pense singulièrement à la deuxième, qui concerne la police et la justice en de très nombreux points. Ces deux matières restent de compétence fédérale.

 

Les entités ont travaillé. Vous avez dit que la Flandre avait tout fait. J'entends que la Flandre n'a pas vraiment tout fait non plus. Je peux vous dire que les entités fédérées ont aussi travaillé. Ce ne sont pas des ministres cdH qui sont à ces postes, donc je suis très à l'aise pour le dire. Pas plus tard qu'hier, des mesures ont encore été prises pour renforcer les lignes d'écoute et le soutien au secteur associatif, qui est en première ligne pour l'accompagnement des victimes.

 

Ne faisons pas de ce débat une question communautaire! Madame Van Peel, je suis certaine que vous partagez vraiment les objectifs de la lutte contre la violence. Ne venons pas mêler du communautaire à cela. Cela n'a rien à voir. Ne faisons pas la course à l'échalote entre les entités, à celle qui ferait le mieux et à celle qui ferait le moins bien, avec des bons points à l'une et des mauvais points à l'autre. Je pense que nous devons toutes et tous être mobilisés pour la même cause, au travers de ces résolutions.

 

Au fond, qu'est-ce qu'une résolution? Je sais bien qu'on dit à chaque fois qu'une résolution, on n'en a rien à faire. Une résolution, si elle obtient la majorité, c'est une ou plusieurs demandes adressées au gouvernement. Et si le gouvernement, après des demandes gentilles, n'a pas accepté ou n'a pas voulu, n'a pas pu s'exécuter, je pense qu'avec une résolution, il devra s'exécuter sur une série de mesures.

 

C'est extrêmement tardif, vous l'avez dit, avec le déconfinement etc. Mais on sait aussi que les mesures qui sont prises maintenant sont non seulement des mesures d'urgence, mais elles peuvent être pérennisées dans le temps.

 

Si on peine à prendre des mesures fortes, c'est à mon sens pour trois raisons: primo, le manque de volonté; secundo, le manque de moyens; tertio, un certain éclatement des compétences qui fait que les différentes entités ne se parlent pas facilement.

 

Quand cela deviendra-t-il une vraie priorité? Quand un nouveau plan national de lutte contre les violences sera-t-il établi, avec un budget dédié? À l'instar de l'Espagne que nous prenons toujours en exemple, quand aurons-nous une vraie stratégie de lutte contre les violences faites aux femmes?

 

Je vous rappelle que l'Espagne consacre un budget annuel de l'ordre de 500 millions d'euros dédié à cette problématique, avec des tribunaux particuliers, avec des polices formées en première ligne pour accueillir, avec un système de prévention et d'accompagnement aussi des auteurs de ces violences. C'est à ce prix-là que nous pourrons lutter contre la violence faite aux femmes.

 

Je voudrais citer un chiffre: selon l'OMS, on assiste à une hausse de 60 % des violences intrafamiliales par rapport à l'année dernière dans les États de l'UE qui étaient confinés. Je pense que c'est assez significatif pour se dire qu'il aurait fallu prendre des mesures beaucoup plus tôt.

 

Que nous soyons en période de confinement ou dans une situation normale, la faiblesse de nos mesures est la même. Nous n'avons malheureusement pas eu le sursaut ou la bonne idée de renforcer nos mesures parce que nous étions confrontés à une période plus délicate.

 

Toutes les recommandations qui ont circulé à travers le monde - tant au niveau de l'OMS qu'au niveau des Nations Unies ou au niveau européen - poursuivaient un même objectif, à savoir l'accueil, la protection et l'écoute des victimes par le biais d'un système judiciaire et policier formé à cet effet. Il s'agissait aussi de prévoir des "échappatoires" pour que les victimes puissent être écoutées, sans forcément que ce soit lié à une procédure de plainte. Ainsi, à ce titre, les pharmacies jouent un rôle fondamental.

 

Selon les recommandations précitées, il fallait également prévoir des moyens pour que les victimes d'un conjoint violent puissent notamment envoyer un sms pour demander de l'aide - on n'imagine pas qu'elles parviennent à téléphoner en ayant à côté d'elles un conjoint violent. À cet égard, nous regrettons que la résolution déposée par le groupe DéFI par l'intermédiaire de Sophie Rohonyi n'ait pas pu intégrer cet élément technique, qui existe déjà pour les sourds et malentendants.

 

Plusieurs résolutions sur le sujet ont été déposées et débattues. À ce propos, je tiens à souligner que la résolution ne se limite pas à une simple réflexion sur des principes; elle concerne des demandes au gouvernement dans un dossier qui exige des actes clairs et précis. Une de ces résolutions porte sur un système propre à la Flandre, à savoir le dispositif d'alerte mis en place en collaboration avec les pharmacies. Il y a lieu d'étendre ce dispositif d'alerte à l'ensemble du pays afin de disposer d'une uniformité à l'échelle nationale et de conférer à toutes les pharmacies du pays un rôle consultatif et informatif. Il ne s'agit pas pour les victimes de se demander si elles se trouvent en Région flamande ou en Région bruxelloise lorsque l'urgence se présente à elles.

 

La deuxième résolution est une initiative de notre collègue Sophie Rohonyi, de DéFI. Cette résolution est beaucoup plus globale et c'est à ce titre que j'ai accepté de la cosigner. C'est un dispositif plus global qui intègre le dispositif pharmacie bien sûr mais aussi de nombreux éléments auxquels nous sommes particulièrement attachés. C'est la raison pour laquelle nous avons soutenu cette résolution qui a été améliorée au fur et à mesure des jours, en fonction des avis notamment de magistrats et de policiers, pour pouvoir être au plus juste dans les dispositifs que nous préconisions: l'interdiction temporaire de résidence, la coordination entre les différents acteurs, la garantie que les victimes ne soient pas sanctionnées au cas où elles auraient enfreint les règles de confinement pour pouvoir simplement s'échapper, la sensibilisation des services de police et des parquets aux solutions d'hébergement, etc.

 

Ces résolutions sont un pas important et le gouvernement devra en tenir compte. Ces textes ne sont pas exclusifs. Madame Jiroflée, je le rappelle, dans une réflexion plus globale, plus pérenne sur les violences que vous menez, nous devons inclure des dispositifs d'urgence qui pourront éventuellement être prolongés dans des dispositifs plus pérennes sur lesquels vous travaillez et auxquels nous nous associerons bien évidemment. Et cela doit se décliner au travers de toutes les compétences. Il n'y a pas uniquement l'Intérieur et la Justice. Ce sont bien sûr deux institutions essentielles dans le cadre de la lutte contre les violences mais il y a aussi l'Emploi, la Santé, etc. Toute une série de compétences fédérales doivent intégrer des politiques de genre.

 

Monsieur le ministre, chers collègues, j'en termine par une citation d'Albert Einstein qui rappelait que "là où il y a une volonté, il y a un chemin" et c'est de volonté politique que la lutte contre les violences faites aux femmes a besoin. Je vous remercie.

 

20.11  Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le président, chers collègues, je suis très heureuse que nous puissions avoir ce débat relatif à deux textes qui se veulent complémentaires et qui visent à apporter une réponse concrète et rapidement mobilisable à ce fléau sociétal que sont les violences intrafamiliales.

 

Je tiens à rappeler que ce fléau touche toutes les couches de la société, toutes les générations, toutes les régions du monde et de ce pays. Il enferme les victimes dans un engrenage de violences qui, si elles ne sont pas arrêtées à temps, peuvent mener au pire. Au début de cette année, neuf femmes sont mortes parce qu'elles étaient des femmes.

 

Simone de Beauvoir nous avait prévenus: "Il suffira d'une crise pour que les droits des femmes soient remis en question." Elle avait malheureusement raison. En effet, parmi les nombreuses victimes de la crise sanitaire, qui s'accompagne désormais d'une crise économique et sociale, on trouve des personnes vulnérables qui ont dû vivre ce confinement avec la personne qu'elles ont aimée, mais qui, à présent, leur fait vivre un véritable enfer.

 

Les chiffres relatifs aux différentes lignes d'écoute pour les victimes parlent d'eux-mêmes, comme l'ont justement rappelé certains collègues. Toutefois, le plus inquiétant est qu'ils ne constituent que la pointe visible de l'iceberg, puisque le confinement a rendu encore plus difficile la possibilité d'appeler les lignes d'aide ou de porter plainte. On imagine bien pourquoi…

 

L'Université de Gand vient de publier une étude sur les relations en période de COVID-19 en Belgique. Les résultats en sont édifiants. Ainsi, une personne sur quatre a été victime ou témoin de violences durant la première phase du confinement. Je rappelle que les plaintes ne sont que très rarement déposées. De plus, les enfants sont également très souvent victimes, surtout de violences physiques.

 

L'exacerbation de ces violences pendant la crise sanitaire a été objectivée par l'ONU, par l'OMS, par de nombreuses associations et ONG, mais aussi par le ministre de la Justice. En commission du 22 avril, il nous indiquait que l'augmentation des signalements pour violences intrafamiliales se reflète progressivement dans les dossiers du parquet.

 

De leur côté, les Nations Unies, le Conseil de l'Europe et l'Union européenne attirent l'attention des États sur le fait que, dans le contexte d'une crise – qu'elle soit sanitaire, humanitaire ou encore économique –, les inégalités se creusent lorsque les conséquences négatives de cette crise sur les droits des femmes ne sont pas sérieusement prises en compte ni traitées. Il était donc plus que temps, oui, d'adopter un plan national d'action d'urgence pour répondre à la détresse des victimes, les protéger et éviter de nouveaux drames.

 

C'est la raison pour laquelle j'ai déposé cette proposition de résolution avec le soutien de mes collègues François De Smet et Vanessa Matz, que je tiens à remercier.

 

Non, nous n'avons pas soudainement décidé de travailler sur la question des violences intrafamiliales et je regrette que Mme Van Peel n'ait pas considéré important de m'entendre sur la problématique. Non, nous n'avons pas décidé de nous réveiller et d'en parler. Ce genre de propos est purement caricatural. De plus, il revient à nier l'importance du travail parlementaire que de nombreuses de mes collègues présentes dans cette assemblée et moi-même n'avons cessé de mener depuis le début de la législature. Elles au moins ont eu la décence de vouloir participer à cet important débat.

 

Comme je l'ai dit, nous n'avons eu de cesse d'interpeller le ministre de l'Intérieur et le ministre de la Justice. M. De Crem pourra d'ailleurs en attester. Nous avons aussi déposé plusieurs textes. DéFI a ainsi déposé, en novembre dernier, un texte visant à inscrire le féminicide dans le Code pénal. Il a également déposé un texte visant à adopter un plan national interfédéral contre les violences faites aux femmes. Nous étions alors dans une période où la question n'était pas considérée comme étant urgente. Je me réjouis donc que certaines des mesures contenues dans ce texte puissent, enfin, être adoptées, aujourd'hui. En tout cas, je l'espère.

 

De son côté, le comité d'avis pour l'Émancipation sociale présidée par ma collègue Karine Jiroflée, que je tiens à remercier, a également organisé des auditions qui se sont révélées être particulièrement éclairantes concernant la problématique des violences intrafamiliales.

 

Ces longs mois ont été l'occasion de constater que même si des initiatives ont été prises par le niveau fédéral, elles ne sont pas suffisantes. Ce n'est pas moi qui le dis, ce sont les avocats spécialistes dans le droit de la famille, les associations qui, chaque jour, viennent en aide aux victimes, autrement dit les personnes qui sont les plus à même d'établir le bilan de nos actions en la matière, mais aussi le bilan de nos manquements.

 

Quand on voit que la crise replace au devant de la scène des problèmes que l'on met trop souvent sous cloche, quand on voit que la crise permet d'adopter des mesures demandées depuis longtemps et qui n'avaient jusqu'ici jamais pu être concrétisées car on considère, aujourd'hui, que l'urgence est telle qu'elle le permet, on est en droit de se demander pourquoi les victimes de violences intrafamiliales et de couple ne pourraient pas, elles aussi, être soutenues par le gouvernement dans le cadre de cette crise? Pourquoi ne pourraient-elles pas être soutenues alors qu'elles se sont trouvées face à des situations qui sont apparues ou qui se sont dégradées, suite aux mesures sanitaires et de confinement prises par ce même gouvernement, même si elles étaient nécessaires?

 

Pourquoi ne pas répondre à la détresse de toutes ces personnes qui, aujourd'hui, doivent choisir de mourir soit du COVID-19 soit des coups portés par leur conjoint? Sensibiliser les parquets et les services de police, c'est évidemment une bonne chose mais donner aux victimes les outils concrets pour être protégées, c'est encore mieux. C'est ce qu'ont fait nos entités fédérées.

 

J'ai entendu Mme Van Peel dire que nous ne devions pas travailler sur cette thématique du fait que la Flandre avait avancé notamment avec le dispositif "Mondmasker 19". Mais tout le monde a travaillé par rapport à cela. La Fédération Wallonie-Bruxelles a diffusé de manière large les numéros d'appel des lignes d'écoute. Ce sont les ministres de l'Égalité des chances francophones qui ont fait en sorte que la Conférence interministérielle des droits des femmes puisse être convoquée. La Région de Bruxelles-Capitale a généralisé la prise de contact dans les commissariats de police vis-à-vis des victimes de violences intrafamiliales durant les derniers mois. La mise à disposition de chambres d'hôtel dans le cas où le réseau d'accueil des victimes venait à être saturé a également été prévue.

 

Ce que je voudrais vraiment, c'est que l'on n'entre pas dans un concours entre les entités fédérées pour savoir laquelle a fait mieux par rapport à cela. Notre démarche est de mettre toutes les victimes sur un même pied d'égalité pour que toutes les victimes puissent bénéficier des meilleurs dispositifs, qu'ils aient été mis en place initialement au nord comme au sud du pays. Là, n'est vraiment pas la question. Si on a la possibilité aujourd'hui de généraliser ces dispositifs au profit de tout le monde, on doit le faire.

 

Je voulais aussi revenir sur ce qui a été mis en place dans d'autres pays. La France et l'Espagne ont adopté des plans d'action d'urgence qui sont ambitieux et qui ont porté leurs fruits. Je ne peux imaginer aujourd'hui une seule seconde que la Belgique n'ait pas l'ambition de suivre leur exemple. Je ne peux imaginer que mon pays mondialement réputé pour être un pays progressiste avec un arsenal législatif ambitieux en la matière ne puisse pas participer à cet effort proactif de lutte contre les violences intrafamiliales, en mettant en place des dispositifs d'urgence qui, comme l'a justement rappelé ma collègue Matz, relèvent de ses compétences, en particulier la Justice, la Santé, l'Intérieur et l'Économie.

 

Oui, nous avons aujourd'hui sur la table deux textes. Je trouve cela très bien. Si on pouvait avoir deux, trois, quatre, cinq propositions de résolution qui portent sur la thématique, ce serait même mieux. Cela démontrerait à quel point nous sommes tous conscients de la gravité de ce problème et de la nécessité d'y remédier.

 

Nous avons un texte du PS et du sp.a sur le dispositif à mettre en place dans les officines pharmaceutiques; ce dispositif avait du sens pendant le confinement. Ce dernier a fait apparaître des violences dans les foyers familiaux où elles n'existaient pas auparavant, de même qu'il a aggravé les situations où s'exerçaient déjà ces violences, qu'elles soient physiques, sexuelles ou psychologiques. Mais cette demande garde tout son sens aujourd'hui, alors même que nous avons entamé, de manière assez conséquente, notre déconfinement. Pourquoi?

 

Tout d'abord, comme le montre le sujet de la gestion des masques dont nous avons parlé tout à l'heure, parce que ce déconfinement n'est pas acquis, il est seulement progressif. Nous ne sommes pas à l'abri. Nous aimerions l'être, mais nous ne sommes pas à l'abri d'une deuxième vague de l'épidémie. J'aimerais que nous en ayons tous conscience. Contrairement à ce qu'a dit Mme Van Peel, non, le problème n'est pas derrière nous.

 

Ensuite, l'emprise des auteurs de violences sur leurs victimes, qui sont coincées avec eux dans des espaces parfois très étroits, perdure, et perdurera pendant toute cette période de confinement, qui sera longue par ailleurs. Cette emprise s'exercera durablement après la crise si nous ne mettons pas à la disposition des victimes des dispositifs leur permettant de s'en libérer.

 

Aujourd'hui, comme cela a été rappelé, il existe fort heureusement des organismes et des associations qui se mobilisent chaque jour pour venir en aide à ces victimes. Des lignes d'écoute existent. Elles ont d'ailleurs été fortement mobilisées pendant le confinement. Je tiens à saluer et à remercier ceux qui s'en sont occupés.

 

D'ailleurs, selon l'OMS, le nombre d'appels d'urgence passés par des femmes subissant des menaces ou des violences de la part de leur partenaire a augmenté de 60 % par rapport à l'an dernier dans de nombreux pays européens, parmi lesquels la Belgique.

 

Le problème est que composer un numéro et témoigner au téléphone pour dénoncer son bourreau quand il est juste à côté, vaincre par conséquent sa peur de représailles tant pour soi-même que pour ses enfants, est une vraie difficulté. C'est en cela qu'il est vraiment indispensable de multiplier les points de contact pour les victimes. Les pharmacies doivent effectivement pouvoir en faire partie.

 

Pourquoi? Parce que les pharmacies forment un réseau de 4 800 points de contact que tous les citoyens connaissent mais surtout dans lesquels ils ont confiance. On l'a vu avec cette crise. Le pharmacien est celui vers lequel on peut se tourner sans rendez-vous, si nécessaire 24 heures sur 24, 7 jours sur 7 s'il est de garde. Le pharmacien est celui vers lequel on se dirige pour poser des questions médicales mais aussi pour aborder des problèmes financiers, sociaux ou psychosociaux. Les pharmacies disposent d'une mission légale de protéger leurs clients. Le Code pénal le dit clairement et offre la possibilité aux dépositaires de secrets professionnels que sont les pharmaciens d'y déroger en cas de danger pour des personnes. Les pharmaciens sont aussi demandeurs de toute initiative qui viserait à les valoriser dans leur pratique, en particulier suite à une crise qui les a énormément sollicités mais sans la reconnaissance afférente. Je pense aux masques et aux gels qu'ils ont dû se procurer au prix fort. Mais là n'est pas la question.

 

Certains nous disent aujourd'hui, comme c'est souvent le cas quand on ose aborder la problématique des violences intrafamiliales dans ce Parlement – on l'a encore vu tout à l'heure –, que ce dispositif doit être mis en place uniquement par les entités fédérées et que, par ailleurs, ce système existe déjà en Flandre. Je me dois à nouveau de corriger ces propos. Tout d'abord en ce qui concerne la compétence, la proposition de résolution de mes collègues socialistes précise bien que le dispositif sera mis en place en concertation avec les entités fédérées. C'est une précision qui a été ajoutée suite à une demande de clarification des services juridiques de la Chambre. Il ne s'agit donc pas de se substituer aux entités fédérées mais de veiller avec elles à ce que le dispositif puisse profiter à chaque victime, quelle que soit sa commune ou sa région. Pour cela, pour veiller à une généralisation de ce système, un appel doit pouvoir être lancé par le plus haut niveau, par le niveau fédéral. Ensuite, parce que le dispositif qui existe en Flandre et qui a été largement soutenu par les pharmaciens eux-mêmes implique une collaboration entre les pharmacies et les centres d'action pour le bien-être. En Wallonie, il a également été mis en place dans certaines communes, comme à Mons, mais là, le pharmacien collabore avec le CPAS de la ville dans ce qui est par ailleurs un projet-pilote. On n'est donc pas dans une logique de système permanent.

 

Nous avons eu des échos extrêmement positifs par rapport à ce dispositif. L'idée est donc ici de compléter le dispositif en faisant entrer dans cette collaboration, en plus des CPAS, les services de police. Raison pour laquelle, d'ailleurs, le fédéral, encore une fois, se devait d'intervenir pour donner une impulsion à ce système.

 

Je suis donc heureuse de soutenir la proposition de mes collègues socialistes qui comprend ce volet important du plan d'action national de lutte contre les violences intrafamiliales. Plan que, je tiens à le rappeler, j'appelle de mes vœux depuis le début de la législature.

 

Je suis d'autant plus enthousiaste que cette proposition a pu être complétée en insistant sur la sécurité qui devra être garantie aux pharmaciens et aux victimes, mais aussi sur la prise en compte des publics les plus vulnérables, avec une campagne nationale qui devra concerner les personnes qui ne parlent pas nos langues nationales ou qui seraient malentendantes.

 

Il s'agit donc d'un point important mais qui n'est pas la panacée. Car on ne le dira jamais assez: les violences intrafamiliales constituent un problème global qui nécessite une approche globale, autrement dit, une stratégie complète de prévention, d'aide et de soutien aux victimes. La clé dans notre lutte contre les violences intrafamiliales et de couple est ainsi de diversifier les points de contact pour répondre à la diversité de situations dans lesquelles les victimes peuvent se trouver, pour répondre à la diversité de leurs profils, de leurs besoins.

 

Le but est donc que malgré la diversité de ces situations, toutes les victimes puissent être prises en charge. L'Union européenne a d'ailleurs exhorté les États membres à renforcer le soutien aux victimes de violences domestiques pendant la crise du COVID-19 (dont nous ne sommes pas sortis), soutien qui doit passer par des outils flexibles pour signaler les abus.

 

Dans la même logique, Amnesty International, cette semaine encore, insiste sur la mise en place de "mécanismes novateurs d'alerte et d'orientation permettant de fournir une assistance pendant la pandémie et de signaler des cas de violences domestiques. Les femmes doivent conserver l'accès à ces mécanismes d'alerte sans craindre d'être découvertes par leur partenaire en recourant aux messages sms" – c'est en cela que je partage le regret exprimé par ma collègue Mme Matz – "aux courriels, aux chats en ligne ou en s'adressant aux pharmacies et aux commerces pour que même les victimes privées de connexion internet puissent y avoir accès."

 

Je suis donc heureuse qu'en vue de répondre à cette nécessité de flexibilité qui est sollicitée par de nombreux organismes, nous soyons parvenus en commission à un texte de compromis, raison pour laquelle ces deux textes se complètent, comme je l'ai dit.

 

Lors de la discussion générale sur notre proposition de résolution portant sur un plan d'action, certains de mes collègues ont qualifié cette démarche de "populiste" pour des raisons qui m'échappent encore d'ailleurs. Je voulais revenir là-dessus car, ensuite, lorsque nous avons reçu les avis écrits de la police intégrée, du Collège des procureurs généraux, du ministre De Crem ici présent et de Comeos, et que, du coup, nous avons pu discuter des amendements qui répondaient à leurs remarques et leurs suggestions constructives, je ne les ai soudainement plus entendus. C'est sans doute parce que tous ces acteurs qui sont cruciaux dans la mise en œuvre de ce plan d'action ont insisté sur deux choses fondamentales. Il y a, d'une part, l'importance d'un plan d'urgence qui permet de rompre l'isolement des victimes et de renforcer leur protection et, d'autre part, leur volonté de participer à cet effort collectif.

 

Le texte demande ainsi au gouvernement de prendre des mesures qui, en plus d'être réalistes, rapidement mobilisables, efficaces et très peu coûteuses, sont conformes aux besoins, aux attentes et aux réalités du terrain. Il est vrai que c'était essentiel parce qu'il fallait être certain que l'ensemble des acteurs qui sont mobilisés dans cette importante mission sociétale – la protection des victimes – soient en mesure de la mener correctement.

 

Ces acteurs, c'est tout d'abord la justice, qui devra dorénavant considérer l'éloignement de l'auteur de violences du domicile de la victime comme une priorité et renforcer en conséquence la mesure d'interdiction temporaire de résidence, interdiction qui pourra être assortie d'une interdiction de contact, même pour les victimes ne résidant pas avec l'auteur de violences.

 

Ces acteurs, ce sont aussi nos zones de police, qui devront développer les outils d'évaluation du risque de violence intrafamiliale, qui existent effectivement déjà aujourd'hui mais uniquement dans certaines zones de police. Ces zones de police devront aussi conclure des protocoles d'accord entre celles disposant d'une permanence 24 heures sur 24 et celles qui n'en disposent pas ou encore s'engager à prendre contact avec les victimes des trois derniers mois, comme l'a fait la zone de police Bruxelles Nord.

 

Ces acteurs, c'est aussi la police fédérale qui devra élargir la plate-forme de signalements en ligne, Police-on-web, non plus aux plus petits délits, comme c'est le cas actuellement, mais aux cas de menaces, de harcèlement et de coups et blessures. Cette plate-forme pourra d'ailleurs être accompagnée d'un chat.

 

Ces acteurs, ce sont aussi les opérateurs télécoms qui devront être sensibilisés à la nécessité de supprimer toute trace d'appel des services d'écoute des victimes sur les factures téléphoniques.

 

Ces acteurs, ce sont également les pharmacies, qui devront être des points de contact pour les victimes, et ce dans tout le pays plutôt que dans certaines communes ou régions. De même, il appartiendra aux centres commerciaux et aux supermarchés de diffuser les informations relatives aux dispositifs d'aide aux victimes de violences intrafamiliales mis en place par les associations et les pouvoirs publics.

 

Comme vous pouvez le voir, ce texte lance un signal et nous montre que c'est désormais l'ensemble de la société qui se mobilise pour remédier à ce problème de société. Je suis d'autant plus enthousiaste que le texte vise également à protéger toutes les victimes de violence, en ce compris les enfants qui, dans leur intégrité physique et morale, doivent impérativement être protégés en vue de leur bon développement. Il s'agit là non seulement d'un devoir moral mais aussi d'une obligation internationale, rappelée par la Convention d'Istanbul que notre pays a ratifiée en 2016 et dont la bonne application incombe au gouvernement fédéral.

 

Il était dès lors essentiel que ce texte contienne également des engagements vis-à-vis de ces enfants, tant au niveau de leur accueil dans les commissariats de police qu'au niveau de la communication que nous nous devons d'organiser autour du numéro d'appel national et gratuit Écoute-Enfants (103). Ce numéro devra par ailleurs être accessible par chat.

 

Ce texte est l'aboutissement d'un long travail parlementaire, mais est aussi – et surtout – une impulsion pour le travail restant à réaliser par le gouvernement. Voilà pourquoi je me permets d'insister sur ce point, quitte à lasser certains de mes collègues, mais il faut bien admettre que ce n'est pas tous les jours que nous avons l'occasion de mener un débat aussi important.

 

Je tiens d'ailleurs à assurer les membres du gouvernement que nous les soutiendrons dans la mise en œuvre de ce plan. Il en va de même des associations, des avocats ou encore des médecins qui, chaque jour, viennent en aide aux victimes. J'espère sincèrement que nous pourrons aujourd'hui leur adresser le signal selon lequel nous entendons les accompagner dans leur mission difficile mais indispensable, afin que chaque victime puisse être écoutée, aidée et protégée, et ainsi vivre et se reconstruire.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion est close.

De bespreking is gesloten.

 

*  *  *  *  *

Amendements déposés:

Ingediende amendementen:

Demande/Verzoek 4/1(n)

  • 25 – Sofie Merckx cs (1197/7)

Demande/Verzoek 12(n)

  • 24 – Dominiek Sneppe cs (1197/7)

*  *  *  *  *

 

Les amendements sont réservés.

De amendementen worden aangehouden.

 

Le vote sur les amendements réservés et sur l’ensemble de la proposition aura lieu ultérieurement.

De stemming over de aangehouden amendementen en over het geheel van het voorstel zal later plaatsvinden.

 

*  *  *  *  *

Amendement déposé:

Ingediend amendement:

Demande/Verzoek 7/1(n)

  • 15 – Sophie Rohonyi cs (1236/8)

*  *  *  *  *

 

L'amendement est réservé.

Het amendement wordt aangehouden.

 

Le vote sur l'amendement réservé et sur l’ensemble de la proposition aura lieu ultérieurement.

De stemming over het aangehouden amendement en over het geheel van het voorstel zal later plaatsvinden.

 

21 Proposition de résolution visant à revoir les indications de dates dans le cadre de la lutte contre le gaspillage alimentaire (252/1-8)

21 Voorstel van resolutie tot herziening van datumaanduidingen in de strijd tegen voedselverspilling (252/1-8)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Anneleen Van Bossuyt, Katrien Houtmeyers, Michel Freilich, Wouter Raskin.

 

Discussion

Bespreking

 

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (252/8)

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (252/8)

 

La discussion est ouverte.

De bespreking is geopend.

 

De heer Patrick Prévot, rapporteur, verwijst naar zijn schriftelijk verslag. 

 

21.01  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, voedselverspilling is een gekend probleem. Een derde van het voedsel dat wereldwijd wordt geproduceerd, wordt weggegooid. Dat is gigantisch. Met dat derde kunnen wij vier keer de hongerigen in de wereld voeden. In Vlaanderen gaat het om een gewicht aan voeding tussen 15 en 23 kg per Vlaming dat wij per jaar onnodig weggooien. Voor een gezin van vier personen betekent dat jaarlijks bijvoorbeeld 300 euro.

 

Tegen 2030 zal voedselverspilling alleen nog maar groter worden. Ze zou dan immers met 33 % toenemen, goed voor 2,1 miljard ton voedsel dat wij per jaar zouden weggooien. Dat is gigantisch.

 

Het spreekt voor zich dat die verspilling voor het milieu een grote belasting betekent, die er niet zou moeten zijn. Een studie uit 2015 van het Britse Waste and Recycling Advisory Body schatte dat de broeikasgassen die worden uitgestoten door voedsel dat onterecht door Britse gezinnen wordt weggegooid, overeenkomt met de CO2-uitstoot van een kwart van de wagens die in het Verenigd Koninkrijk rondrijden. Dat toont aan welke onnodige last wij daardoor op ons milieu leggen.

 

De voedselverspilling wordt in de hand gewerkt door de houdbaarheidsdata op de verpakkingen. Studies tonen aan dat een betere regelgeving en een betere bewustwording over de houdbaarheidsdata de voedselverspilling met 31 % en dus met bijna een derde zouden kunnen verminderen. Daarom ligt het voorstel waarover wij vandaag zullen stemmen, hier op tafel.

 

Wij merken immers dat er voor de consument heel vaak verwarring is over het verschil tussen de datum "te gebruiken tot" en "ten minste houdbaar tot". De datum "te gebruiken tot" betekent dat het product na die datum niet meer zonder een risico voor de gezondheid kan worden verbruikt. Ik denk dan bijvoorbeeld aan yoghurt. Producten waarvan de verpakking "ten minste houdbaar tot" vermeldt, kunnen na die datum nog perfect, zonder gevaar voor de gezondheid, worden verbruikt. De kwaliteit zal misschien niet meer even optimaal zijn, maar er is geen enkel risico voor de gezondheid als het product na die datum nog wordt verbruikt.

 

Daarom vinden wij dat die "ten minste houdbaar tot" verwarrend werkt en ervoor zorgt dat mensen veel te veel voedsel onnodig weggooien.

 

In deze problematiek zien we dat ook innovatie een belangrijke rol zal spelen. Ik heb een heel concreet voorbeeld van een voedselfabrikant die bezig is met het onderzoeken van een chip die in verpakkingen zal kunnen worden ingebouwd, waardoor zelfs voor beperkt houdbare producten veel accurater zal kunnen worden aangetoond of het product nog kan worden verbruikt. We staan dus nog maar aan het begin van wat daar mogelijk is.

 

Belangrijk voor ons in deze discussie is een betere bewustwording bij de mensen over het verschil tussen de beide data. Dat is al een stap in de goede richting.

 

Een tweede oproep in deze resolutie aan de regering is om ook op Europees niveau te pleiten voor een uitbreiding van de lijst van producten waarop geen datum meer zou staan. Verschillende buurlanden hebben dit al gedaan, Nederland en Duitsland maar ook Zweden. Ik denk dan aan koffie, rijst, bronwater, chips. Dat zou ook al een stap in de goede richting zijn.

 

Een derde oproep in deze resolutie aan de federale overheid is om zelf het goede voorbeeld te geven in haar instellingen. Op Vlaams niveau heeft men een antiverspillingsplan. Door een aantal heel eenvoudige ingrepen heeft men daar de voedselverspilling kunnen inperken. Een concreet voorbeeld: voor vergaderingen zetten zij geen thermoskan koffie meer op de tafel, maar een machine. Daardoor besparen ze jaarlijks 500 badkuipen koffie. Dat is een heel eenvoudige ingreep waardoor men toch voedselverspilling kan tegengaan.

 

Ik zou heel graag van deze gelegenheid gebruikmaken om de collega's in de commissie te bedanken voor de constructieve samenwerking in dit dossier. Dit toont alleen maar aan dat de problematiek van de voedselverspilling binnen deze Kamer breed wordt gedragen.

 

Ik wil de regering, in dit geval minister De Crem die hier aanwezig is, oproepen om het krachtig signaal dat hier door de Kamer zal worden gegeven te omarmen en zo snel mogelijk concrete stappen te zetten.

 

21.02  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van Bossuyt heeft mij het gras voor de voeten weggemaaid. Ik wou u eigenlijk vragen of u het verschil kent tussen "te gebruiken tot" en "ten minste houdbaar tot". Maar zij heeft dat daarnet uitgelegd. Ik durf u dus niet meer uit te dagen.

 

Mijnheer de voorzitter, wat doet u met een zakje waarop staat "ten minste houdbaar tot"?

 

De voorzitter: Ik gedraag mij naar de wijsheid van de Kamer.

 

21.03  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Als men vandaag een zakje rijst neemt waarop staat "ten minste houdbaar tot 11 juni 2020", wil dat zeggen dat men dat morgen, overmorgen en volgende week nog perfect kan gebruiken. Als men vandaag een potje yoghurt neemt waarop staat "te gebruiken tot 11 juni 2020", wordt het niet aangeraden dat morgen nog te gebruiken.

 

21.04  Vincent Van Quickenborne (Open Vld): (…)

 

21.05  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Wij mogen dat hier niet aanraden, mijnheer van Quickenborne. Ik doe dat ook, maar wij mogen dat niet aanraden, want dat is niet meer voedselveilig. Het is niet meer te garanderen.

 

Dit gezegd zijnde, het is voor heel veel mensen gewoon niet duidelijk. Uit een recente Vlaamse studie blijkt dat 81 % van de ondervraagden aangeeft dat zij het voedsel weggooien, en dat zij het zakje rijst waarover ik net sprak morgen niet meer zouden gebruiken omdat zij menen dat het niet meer goed is. 81 % van de ondervraagden! Dat toont aan dat deze resolutie zeker nodig was. Dat het verschil tussen die twee notities niet duidelijk is, zorgt inderdaad voor heel veel voedselverlies.

 

Collega Van Bossuyt gaf al een aantal cijfers. Als men al het eten dat weggegooid wordt in Vlaanderen op één jaar, door alle huishoudens samen, op een goederentrein zou zetten, zou die trein 117 kilometer lang zijn. Dat is hallucinant.

 

Collega Van Bossuyt, u sprak al over de CO2-impact. Per huishouden betekent dit per jaar evenveel CO2-uitstoot als een autorit naar Zuid-Frankrijk. Dat is gigantisch.

 

U sprak ook over de meer dan 300 euro. De recentste Vlaamse studie zegt dat een gemiddeld gezin in Vlaanderen 369 euro per jaar weggooit. Wij moeten daar met zijn allen toch iets aan kunnen doen, meen ik. Daarom ben ik heel blij dat daarvoor al heel veel gebeurt. Wij hebben in de commissie gesproken over het European Platform on Food Losses en Food Waste, dat het goede voorbeeld geeft.

 

Ook in ons land zijn er heel veel goede organisaties. Ik noem er drie, omdat zij mij na aan het hart liggen: Too Good To Go, dat de restjes opnieuw op de markt brengt aan een verminderde prijs; Velt, de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren, waar ik tot vorig jaar werkte, en dat cursussen en boeken uitbrengt om restjes te voorkomen; en zeker ook Vlaco, dat initiatieven neemt om eventuele restjes te composteren in de eigen tuin.

 

Met de Ecolo-Groenfractie hebben wij enkele amendementen ingediend, gebaseerd op de Ladder van Lansink, een standaard voor afval. De Ladder van Lansink zegt in eerste instantie dat afval zoveel mogelijk vermeden moet worden, het preventief luik, en als het niet vermeden kan worden, dat men het dan moet proberen te hergebruiken. Ook schrijft de Ladder van Lansink recyclage voor, maar dat is met voedsel natuurlijk niet zo vanzelfsprekend. Omzetting in energie zou nog kunnen door er biomassa van te maken. Wij hebben ons op preventie en hergebruik gefocust.

 

Enkele van onze amendementen in verband met preventie zijn mee opgenomen, bijvoorbeeld door expertenorganisaties te betrekken in de zoektocht naar alternatieven. Wij zijn er namelijk van overtuigd dat wij het warm water niet hoeven uit te vinden, maar wel dat wij best alle alternatieven samenbrengen. Ook zijn wij ervan overtuigd dat nog meer onderzoek, zoals collega Van Bossuyt al aangaf, een sleutel tot de oplossing zal betekenen. Al de krachten moeten gebundeld worden in het innovatiefonds.

 

Als het gaat over hergebruik, dan zijn wij ervan overtuigd dat wij ook moeten kunnen kijken naar het zakje rijst dat vandaag zou vervallen. Met respect voor de voedselveiligheid kan dat misschien nog worden weggeschonken voor mensen die het nodig hebben. In een van onze amendementen hebben wij opgenomen dat dit samen met het FAVV bekeken moet worden. In geval van hergebruik moet de waarde zo groot mogelijk behouden worden.

 

Conclusie, voedsel is te waardevol om weg te gooien. Met de droogte, elke zomer opnieuw, wordt het ons duidelijk dat het voor boeren heel veel moeite kost om waardevol voedsel voor ons te produceren. Het zou zonde zijn als wij meegaan in de trend om nog 30 % te groeien in heel Europa. De Europese doelstelling bestaat erin om tegen 2030 naar –50 % te gaan en voor ons mocht die doelstelling nog meer bindend in de resolutie staan. Collega Van Bossuyt, wij zijn er trots op dat wij een goede resolutie met goede amendementen nog beter gemaakt hebben.

 

21.06  Erik Gilissen (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, straks komt een voorstel van resolutie ter stemming tot herziening van de datumaanduidingen op verpakkingen in de strijd tegen voedselverspilling. Uiteraard is het Vlaams Belang ook voorstander van het voorkomen van voedselverspilling op zich. Het beter bekendmaken van de betekenis van de houdbaarheidsdata bij consumenten kunnen we zeker steunen, alsook het inzetten van intelligente verpakkingen.

 

We stellen echter wel enkele vragen bij de impact van een aantal andere voorstellen die in die resolutie staan, zoals het op Europees niveau aandringen op het vrijstellen van het vermelden van de datum "ten minste houdbaar tot". Dat een product na een langere periode nog veilig voor consumptie is, wil niet zeggen dat de kwaliteit, zoals de textuur en de smaak, na een lange bewaartijd ook nog overeenkomt met de doelstellingen van de fabrikant. Een beperkt aantal specifieke producten wordt beter met de tijd. Bij de meeste producten is dat eigenlijk net het omgekeerde. Tevens zijn we van mening dat deze problematiek niet uitdrukkelijk op Europees niveau geregeld zou moeten worden.

 

Bovendien heeft de consument volgens ons een duidelijke datumaanduiding nodig om te kunnen bepalen hoe oud een product in zijn kast eigenlijk is. Bovendien biedt de datum "ten minste houdbaar tot" een bescherming voor de klant. Dat is namelijk ook een periode waarbinnen de consument aanspraak kan maken op een eventuele schadeloosstelling als een product vóór de aangeduide datum niet meer geschikt zou blijken te zijn voor consumptie.

 

Tevens is de producent de bij uitstek geschikte persoon om te bepalen hoelang de kwaliteit van een bepaald product gewaarborgd kan worden. De producent heeft namelijk de kennis van de in het product gebruikte grondstoffen, het productieproces en de impact van de door hem gebruikte verpakkingsmethode op de houdbaarheid. Een aanduiding "ten minste houdbaar tot" lijkt ons dan ook een nuttig instrument om de consument te informeren tot wanneer de goede kwaliteit van een product door de producent gegarandeerd kan worden. Om deze reden zal de Vlaams Belangfractie zich onthouden.

 

21.07  Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Monsieur le président, chers collègues, le PTB se réjouit de pouvoir parler aujourd'hui d'un problème qui nous préoccupe beaucoup: le gaspillage alimentaire. Il représente pour nous tant une aberration humaine qu'une absurdité environnementale. En effet, alors qu'un tiers de la production de nourriture est gaspillé dans le monde, 800 millions de personnes sont sous-alimentées.

 

Sur le plan environnemental, le gaspillage alimentaire concerne près de 30 % des terres agricoles mondiales, mais également 30 % de l'utilisation de l'eau sur Terre. Ce sont donc des ressources employées inutilement, causant ainsi des dégâts environnementaux notoires. Je pense notamment à la perte de la biodiversité, provoquée par la monoculture.

 

Nous sommes donc très heureux de pouvoir parler de ce thème aujourd'hui. Le texte initial a pu être enrichi grâce aux amendements qui ont été apportés. De ce fait, il a pu prendre en compte de nouveaux facteurs visant à réduire le gaspillage. C'est une bonne chose. Parmi les différentes mesures, je relève la révision des dates de péremption de produits tels que le riz ou le café, la poursuite des objectifs européens dans la lutte contre le gaspillage, une meilleure collaboration entre l'industrie, les entités fédérées et l'AFSCA, ou encore la promotion de la recherche dans le but de réduire nos déchets alimentaires. Tout cela est donc très positif.

 

Le PTB a également déposé un amendement visant à favoriser le don d'invendus alimentaires. Nous aimerions en effet que le gouvernement fédéral oblige les grandes surfaces à céder prioritairement et gratuitement leurs invendus aux banques alimentaires, aux associations caritatives et aux CPAS. Notre amendement souhaite également sanctionner lourdement les grandes surfaces lorsqu'elles détruisent leurs invendus. Il est inacceptable de voir des supermarchés qui jettent de l'eau de javel sur de la nourriture encore consommable, pour s'assurer que les personnes en difficulté ne la prennent pas. De telles pratiques sont intolérables – et le mot est faible, je vous assure! 

 

Le PTB estime donc que tout doit être fait pour aider les personnes dans le besoin, en particulier lorsqu'il s'agit de besoins fondamentaux comme l'alimentation. C'est un point essentiel.

 

Les banques alimentaires sont confrontées aujourd'hui à deux problèmes majeurs. Le premier, c'est la hausse des demandes pour les colis alimentaires. Jozef Mottar, administrateur délégué de la Fédération Belge des Banques Alimentaires, estime que les demandes ont augmenté de 15 %.

 

Le deuxième problème qui complique le premier, c'est que les banques alimentaires ont rencontré de grosses difficultés d'approvisionnement durant la crise du coronavirus, et ce alors que les grandes surfaces tournaient à plein régime. Nous n'avons donc pas pu exploiter assez les ressources que nous avions à notre disposition alors que les demandes explosaient.

 

L'obligation de donner les invendus doit être adoptée dans l'urgence, d'autant plus que le représentant des banques alimentaires n'est pas certain que la demande a atteint son pic. En effet, avec les nombreuses faillites et les vagues de licenciements qui sont annoncées, c'est un pan entier de la population qui risque de basculer dans la précarité.

 

Notre mesure relève donc plus que du bon sens! C'est une des réponses à apporter face à l'urgence sociale que l'on connaît actuellement. Elle existe dans d'autres pays comme la France où le constat est très bon. Alors qu'auparavant un tiers des grandes surfaces ne donnait rien, près de 94 % d'entre elles donneraient aujourd'hui leurs invendus. De plus, le nombre de repas distribués par les associations a explosé et des PME ont été créées afin notamment d'accéder à certaines zones rurales.

 

J'espère que grâce à notre mesure, mais aussi grâce à l'ensemble des autres mesures reprises dans la présente proposition de résolution, la situation dans notre pays pourra changer drastiquement. Le PTB n'accepte pas que la Belgique soit le deuxième plus mauvais élève d'Europe en termes de gaspillage alimentaire. Cette aberration doit cesser. Les résultats doivent être probants.

 

21.08  Kathleen Verhelst (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, voor ons is voedselverspilling een belangrijke aangelegenheid. Zeker tijdens de coronacrisis werd het strategisch belang van voedsel ten overvloede bewezen.

 

Open Vld staat principieel positief tegenover het initiatief. Het voorstel van resolutie bevat een aantal elementen waar we volledig achter staan. Wij zijn bijzonder blij dat het safetyfirstprincipe via amendering werd toegevoegd.

 

In Vlaanderen heeft men met de ketenroadmap al sinds vele jaren een geïntegreerd beleid, inclusief een permanente monitoring om voedselverspilling tegen te gaan. Daarom is ook de aangekondigde samenwerking met de regio's positief.

 

Het voorstel is ons inziens echter te stringent. Wellicht met goede bedoelingen legt men de lat dermate hoog en houdt men te weinig rekening met praktische bezwaren vanuit de voedingssector en met de voorkeuren van de consument. Zo zijn we verzeild geraakt in een verhaal met heel ambitieuze en strikt getimede doelstellingen, met een sterke focus op de Franse wetgeving en zelfs met de oprichting van een innovatiefonds.

 

De intentie van het voorstel gaat voor Open Vld echt niet te ver, maar de overgereglementeerde manier waarop men invulling geeft aan de strijd tegen voedselverspilling daarentegen wel. Daarom zullen wij ons onthouden, want net als voedsel moet men ook geen regelgeving verspillen.

 

21.09  Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le président, je serai moins longue que tout à l'heure mais je tenais à intervenir sur ce sujet très important.

 

1,3 milliard de tonnes d'aliments sont gaspillées chaque année au niveau mondial. Autrement dit, environ un tiers de toute la nourriture produite sur la planète est jetée plutôt que d'arriver dans nos assiettes. Pendant ce temps, plus de 800 millions de personnes souffrent de la faim dans le monde. Un contraste, une aberration qui est insupportable.

 

Selon une étude des Nations Unies, le gaspillage alimentaire s'élève en Europe et en Amérique du Nord à près de 300 kilos par personne et par an. C'est le résultat d'un gâchis qui commence dans les champs, se poursuit lors de la transformation et dans la distribution et se termine dans nos cuisines. Le gaspillage alimentaire est un fléau tant sur le plan socioéconomique qu'environnemental qui mérite que l'on consente des efforts qui soient à la hauteur de l'enjeu.

 

La proposition de résolution soumise à notre examen aborde ainsi un double angle d'action. Tout d'abord, celui d'envisager qu'au niveau européen des alternatives soient trouvées aux indications "à consommer de préférence avant" et de permettre l'exemption desdites mentions pour toute une série de denrées alimentaires telles que le riz, le café, l'eau de source, les pâtes alimentaires. Ensuite, celui de sensibiliser le consommateur aux mentions DDM (date de durabilité maximale), relatives à la qualité de la denrée alimentaire, mais aussi aux mentions DLC (date limite de consommation), relatives à la santé publique. C'est essentiel parce que ces mentions font trop souvent l'objet d'une confusion qui est néfaste tant pour le portefeuille du consommateur que pour notre planète.

 

L'Union européenne doit donc trouver une solution à ce problème endémique. De son côté, le gouvernement fédéral doit lui aussi être proactif pour veiller à une meilleure lisibilité des mentions afin de responsabiliser le consommateur. Je pense d'ailleurs que l'ensemble des niveaux de pouvoir doivent aussi être mobilisés.

 

Il est évident que notre groupe soutiendra cette proposition de résolution. Il s'agit ni plus ni moins d'être cohérents dans notre lutte contre le réchauffement climatique, un engagement que nous nous devons tous de poursuivre pour l'avenir.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion est close.

De bespreking is gesloten.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.

De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.

 

22 Proposition de résolution visant à mettre en place un plan de secours pour le secteur Horeca dans le contexte de la crise du coronavirus (1252/1-4)

- Proposition de résolution visant à mettre en place un plan d'aide cohérent en faveur du secteur horeca dans le contexte de la crise du coronavirus (1291/1-3)

22 Voorstel van resolutie tot het instellen van een noodplan voor de horecasector in het kader van de coronaviruscrisis (1252/1-4)

- Voorstel van resolutie over het instellen van een samenhangend plan ter ondersteuning van de horecasector in de context van de door het coronavirus veroorzaakte crisis (1291/1-3)

 

Propositions déposées par:

Voorstellen ingediend door:

- 1252: Georges Gilkinet, Gilles Vanden Burre, Kristof Calvo, Evita Willaert, Marie-Colline Leroy, Sophie Rohonyi

- 1291: Benoît Piedboeuf, Benoît Friart, Florence Reuter, Mathieu Bihet.

 

Discussion

Bespreking

 

Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1252/4)

De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking (Rgt 85, 4) (1252/4)

 

La discussion est ouverte.

De bespreking is geopend.

 

Mevrouw Leen Dierick en mevrouw Katrien Houtmeyers, rapporteurs, verwijzen naar het schriftelijk verslag.

 

22.01  Katrien Houtmeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, de horeca is zwaar getroffen door deze crisis. Al maanden wordt ons geleerd om afstand te houden en als er nu net één plaats is waar we geen afstand willen houden en samen willen zijn, dan is het wel in de horeca. De weg naar herstel zal voor hen heel lang zijn.

 

Wij zijn dan ook heel verheugd over de resolutie die hier vandaag voorligt. Ze is de vrucht van veel constructief werk, waarvoor ik graag alle collega's wil danken.

 

Een van de belangrijkste verwezenlijkingen is de verlaging van de btw van 21 % naar 6 % voor restaurants, cafés en cateringdiensten. Dit zal de horecaondernemingen de nodige ademruimte geven om deze crisis te overbruggen.

 

We hebben ook het principe van de coachende inspectiediensten voorgesteld. De horeca zal het de komende maanden immers al moeilijk genoeg hebben om alle maatregelen in acht te nemen, bijvoorbeeld de afstandsregels. Het kan uiteraard niet de bedoeling zijn om het hen nog moeilijker te gaan maken, na alle inspanningen die ze reeds geleverd hebben. Daarom vragen we ook dat inspectiediensten eerder coachen en advies geven in plaats van snel sanctionerend op te treden.

 

Het koppelen van de voorgestelde maatregelen aan het gebruik van de witte kassa, voor zover die wettelijk verplicht is, was voor ons cruciaal. Dit zal misbruik tegengaan en beloont ondernemingen die wettelijk in orde zijn.

 

Uiteraard waren er ook voorstellen die we minder zagen zitten, bijvoorbeeld de carry-backregeling of het eindeloos verlengen van bepaalde maatregelen zoals het overbruggingsrecht. Steunmaatregelen moeten immers niet gewoon sympathiek zijn, ze moeten ook hout snijden, zonder daarbij het algemeen belang uit het oog te verliezen.

 

Dit voorbehoud weegt echter niet op tegen de vele goede maatregelen in de tekst, genomen in het belang van een sector die eenieder na aan het hart ligt. Wij hopen dan ook dat de regering snel verder kan met de aangereikte oplossingen. Onze ondernemers rekenen hierop.

 

22.02  Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le président, comme nous le savons, le secteur horeca est effectivement l'un des secteurs les plus touchés comme celui de la culture et de l'événementiel, à la suite du confinement, des fermetures et de la crise liée à la pandémie du COVID-19. On parle même dans certaines études d'un risque de faillite des établissements jusqu'à 40 %. C'est évidemment énorme!

 

On apprend aussi aujourd'hui, dans une étude publiée par Greydon et parue ce matin dans les médias, qu'à Bruxelles, quatre PME sur dix qui étaient saines avant la crise du COVID-19 "sont au bord du gouffre" - je cite littéralement l'étude. Évidemment, dans ces PME bruxelloises, il y a énormément d'établissements horeca puisque, à Bruxelles, on compte de nombreuses PME en lien avec l'horeca et l'événementiel qui sont des secteurs très importants pour notre Région-Capitale.

 

Les indicateurs sont au rouge par rapport à ces PME et au secteur de l'horeca en particulier. Il est vrai que le groupe Ecolo-Groen a déposé une résolution parce que, pour nous, il était fondamental de pouvoir répondre rapidement avec des mesures fortes et ambitieuses pour soutenir ce secteur qui est prioritaire et l'un des plus touchés à la suite de la crise.

 

Mais ce n'est pas uniquement une question économique. Comme cela a été dit dans les auditions, l'horeca est dans l'ADN de notre pays et de nos 11 millions de concitoyens. Il fait quasiment partie de notre patrimoine culturel en Belgique, du nord au sud, quelle que soit la Communauté, quelle que soit la Région mais surtout, l'horeca égaie notre vie de quartier, nos rues, nos villes, nos campagnes. C'est un élément important de notre société. C'est un élément important de la convivialité d'aller avec ses voisins, sa famille, ses collègues, ses amis dans un restaurant, un bar, un café ou autre. Cela fait partie de la convivialité de notre société et c'est aussi un élément fondamental.

 

Un autre élément très important à nos yeux, en tant qu'écologistes, c'est évidemment la qualité de l'alimentation, le fait de pouvoir consommer local et de pouvoir disposer d'aliments de qualité. Ces éléments extrêmement importants pour nous se retrouvent de plus en plus dans des établissements en lien avec l'horeca et la restauration.

 

Enfin, ce sont des emplois qui sont bien ancrés dans nos régions puisque, par définition, un établissement horeca ne peut être délocalisé à l'autre bout de la planète.

 

Dès le début, il était important pour nous d'avoir une large coalition démocratique autour de ces propositions et de cette résolution. Les débats ont été riches et constructifs. J'en profite pour remercier l'ensemble des collègues de tous les groupes politiques démocratiques d'avoir participé et joué le jeu. De mémoire, presque 70 amendements ont été discutés en deux matinées de débats intenses. Nous discutions des principes de fond. C'est aussi cela, un travail parlementaire de qualité: le Parlement peut être fier d'avoir des débats de ce type en commission parlementaire. Je tiens à remercier tous mes collègues, au-delà des clivages traditionnels majorité et opposition, etc. On a pu travailler ensemble. J'espère que, tout à l'heure, tous les groupes politiques soutiendront positivement le texte, même ceux qui se sont abstenus en commission.

 

Je voulais aussi souligner un élément important. Nous avons rapidement pu prendre en considération ce texte, grâce à l'urgence. Mais surtout, nous avons pu rapidement entendre l'ensemble du secteur. Il était fondamental d'être à l'écoute des fédérations horeca de Bruxelles, de Wallonie et de Flandre, qui étaient présentes. Les représentants des travailleurs et ceux des classes moyennes étaient présents. Nous avons réussi en une matinée à capter les préoccupations de l'ensemble du secteur, y compris des travailleurs. Cela a été important de montrer que les représentants du peuple que nous sommes prennent littéralement en main les inquiétudes de ce secteur très durement touché par la crise du COVID-19.

 

Au niveau de la résolution elle-même, vous avez pu voir 19 demandes Je ne vais pas revenir sur l'ensemble. Je mettrai en avant quelques dispositions qui nous tenaient particulièrement à cœur. Je prends par exemple le fait de rendre la loi sur la garantie bancaire plus accessible pour le secteur horeca. Les retours de terrain nous indiquent qu'aujourd'hui, les banques ne jouent pas toujours le jeu, même si un accord est intervenu avec le gouvernement fédéral. Il est fondamental pour nous qu'en particulier pour le secteur horeca, des gestes soient faits et que les banques jouent davantage le jeu en permettant un meilleur accès au report des crédits bancaires.

 

Le deuxième point concerne évidemment la prolongation du droit passerelle pour l'horeca, ainsi que du chômage économique pour ce secteur, moyennant la conservation d'emplois de qualité et ancrés chez nous.

 

Nous avons aussi abordé la question des baux commerciaux, qui représentent une véritable difficulté pour les établissements horeca. Nous avons émis des recommandations à ce sujet. Nous demandons, par exemple, que les institutions fédérales telles que la SNCB fassent un geste. Je pense à la situation des établissements horeca dans les gares, pour lesquels nous souhaitons qu'ils ne paient pas de loyer pour la période de fermeture obligatoire. C'est un signal essentiel. Nous souhaitons aussi une concertation forte avec les brasseries, puisqu'elles sont aussi propriétaires de plusieurs cafés. Le dialogue doit donc pouvoir se nouer. Il s'agit de mesures importantes qui couvrent l'ensemble des coûts et des difficultés qui subsistent dans le secteur.

 

Je pourrais aussi citer tout ce qui a trait aux assurances. Nous demandons ainsi que les primes soient décomptées pour les mois de fermeture obligatoire et qu'un dialogue s'engage avec ce secteur. Il en va de même pour les cotisations annuelles AFSCA et SABAM, qui doivent être calculées au prorata de cette fermeture. Le gouvernement doit tenter de convaincre ces institutions publiques de fournir un effort en ce sens. Cela nous semble tout à fait fondamental. Le droit passerelle et le chômage économique constituent évidemment des mesures importantes en termes d'emploi pour les indépendants, pour qu'ils puissent survivre, mais d'autres thèmes ont pu être également pris en considération grâce aux auditions et aux retours du terrain.

 

Enfin, je voulais mettre en avant l'extension de la déduction ONSS horeca de cinq à dix travailleurs jusqu'à la fin de l'année, en vue d'aider les entrepreneurs du secteur durant cette période.

 

Il nous paraît aussi nécessaire de rappeler que la sécurité des travailleurs est essentielle. J'imagine que beaucoup de collègues ont déjà - et je l'espère - recommencé à fréquenter des établissements horeca depuis ce lundi. Nous savons que des investissements ont été réalisés pour appliquer de nouveaux standards, par exemple dans la manière de séparer les tables. La sécurité des travailleurs et la nouvelle organisation sont donc primordiaux. Les moyens de paiement électronique et la caisse blanche sont autant d'éléments que nous avons ajoutés dans cette proposition de résolution et qui doivent être appliqués par les bénéficiaires de ces mesures.

 

Je terminerai en remerciant de nouveau les collègues de l'ensemble des groupes politiques, qui ont vraiment joué le jeu de manière constructive. J'espère que, durant le vote, nous pourrons montrer cette union nationale démocratique autour de l'horeca.

 

22.03  Patrick Prévot (PS): Monsieur le président, chers collègues, ce lundi, le déconfinement a passé un cap important, puisque nos bars, nos cafés, nos restaurants, qui sont vraiment le symbole de cette joie de vivre à la belge, ont pu rouvrir leurs portes. Bien entendu, nous ne sommes pas sortis de l'auberge, si vous me permettez cette expression, mais chacun a bien conscience de l'importance des gestes et des règles pour limiter le risque de contamination. La protection de la santé doit être plus que jamais notre première priorité.

 

C'est pourquoi cette réouverture est assortie de toute une série de conditions, pour concilier la convivialité retrouvée et la protection de la santé des travailleurs, mais également des consommateurs.

 

Chers collègues, le secteur horeca a payé un très lourd tribut, pendant cette crise sanitaire toujours en cours. À ces milliers de travailleurs, d'indépendants, de salariés qui reprennent et qui ont repris il y a quelques jours l'activité, je souhaite évidemment beaucoup de courage, beaucoup de succès pour cette reprise, mais je veux également leur dire que le Parlement se tient à leurs côtés.

 

La sécurité sociale a joué un rôle indispensable durant cette crise. Elle reste un des piliers du pays: le pilier resté debout, qui a permis d'éviter des drames importants. Le chômage temporaire et le droit passerelle pour les indépendants ont été activés très tôt. Ceci, nous le devons bien entendu à une sécurité sociale très forte, et au travail de ceux, en particulier les partenaires sociaux, qui ont veillé dans le passé au financement pérenne de ce pilier.

 

Cependant, je l'ai dit, l'horeca souffre. Durant près de trois mois, des milliers d'établissements ont dû rester fermés sans aucune rentrée financière, mais avec des charges, des loyers, des factures d'énergie, des primes d'assurance qui, malheureusement, continuaient à courir. Le coût de ne rien faire, pour ce secteur, est très sévère.

 

Les chiffres ont été rappelés lors des auditions. On parle de 23 000 entreprises menacées. Entre 25 et 40 % d'entreprises risquent la faillite. Entre 30 000 et 55 000 postes risquent de disparaître, à défaut de mesures de soutien supplémentaires.

 

Chers collègues, nous devons tout mettre en œuvre pour éviter que cette crise sanitaire ne se transforme en crise économique et sociale. En même temps, nous devons veiller à ce que les aides publiques soient dirigées là où les règles du jeu sont respectées, ce qui nous semble indispensable, en tant que socialistes.

 

Je me réjouis du travail de qualité que nous avons réalisé avec les collègues de la commission de l'Économie, qui nous permet aujourd'hui de proposer un ensemble de mesures équilibrées. Je ne reviendrai bien entendu pas sur l'ensemble des demandes, mais je tiens néanmoins à rappeler les mesures sociales telles que l'amélioration du droit passerelle, la prolongation du chômage temporaire ou encore cette condition sine qua non selon laquelle les travailleurs fixes ne peuvent être remplacés par des mini-jobs. Il s'agissait également d'un point capital pour nous, autour de la table.

 

Parmi les autres points auxquels nous attachons de l'importance figurent les mesures de soutien économique, l'attention accordée aux contrats avec les brasseurs ou aux loyers (lorsque le propriétaire est un pouvoir public fédéral), les efforts en vue de limiter les primes d'assurance et d'énergie ou encore la diminution des cotisations à l'Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire.

 

Ainsi que l'ont rappelé d'autres collègues, il s'agit donc de mesures fortes qui permettent à un secteur fragilisé de garder la tête hors de l'eau et d'appréhender cette reprise avec davantage de confiance. Certaines de ces mesures ont déjà été approuvées au sein du superkern élargi samedi dernier, ce dont nous ne pouvons que nous réjouir. D'autres mesures doivent cependant encore être mises en œuvre, tout en veillant à ce que les fonds publics soient utilisés efficacement et à ce qu'ils ne soient pas ouverts à la fraude.

 

Je tiens à remercier très sincèrement les collègues pour la qualité des débats qui ont été tenus, indépendamment des idées défendues par les uns et les autres. Je pense que le secteur horeca méritait ce soutien, car en plus d'être un élément saillant du patrimoine belge, il est un ensemble de femmes et d'hommes qui s'investissent au quotidien et qui ont besoin de mesures de relance fortes.

 

Le Parti Socialiste s'est toujours dit favorable, dans le cadre d'un plan de relance, à un soutien ciblé aux secteurs les plus touchés tels que l'horeca ou la culture, et cela afin de limiter les faillites et de préserver l'emploi. C'est donc avec beaucoup de plaisir que j'ai accepté, au nom de mon groupe, de cosigner ce texte proposé à l'initiative de mes collègues d'Ecolo-Groen, que je remercie par la même occasion.

 

22.04  Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, sta mij toe te zeggen dat het Vlaams Belang onmiddellijk na de afkondiging van de lockdown een voorstel van resolutie indiende, op 17 maart, om te pleiten voor steunmaatregelen voor de horeca. Wij wisten toen reeds dat de horeca zeer sterk zou worden getroffen door de coronacrisis die op dat moment nog in de kinderschoenen stond en die diepe wonden zou slaan in de daaropvolgende maanden.

 

Waar het gaat om de horeca, hebben wij nadien heel wat vragen ingediend in diverse commissies. Wij hebben ook relancemaatregelen in het algemeen bepleit. Weet zelfs, collega's, dat in de maand februari, toen het coronavirus nog ver weg in China zat, wij als eerste partij in dit halfrond hebben gezegd dat er een bijzonder grote recessie op ons af zou komen. Minister Muylle zei toen zelfs dat we het woord "recessie" niet in de mond mochten nemen en dat we de mensen geen schrik mochten aanjagen, maar uiteindelijk hebben we toch gelijk gekregen als we zien wat er zich in de maanden daarna verder heeft afgespeeld.

 

Collega's, wij hebben heel wat voorstellen gedaan, zowel in commissies als hier in de plenaire vergadering, die niet altijd serieus werden genomen, maar waarbij we wel merken dat andere partijen later het licht zien. Getuige daarvan onze talrijke moties van aanbeveling die hier worden weggestemd, maar waarbij we zien dat de ministers later toch gelijkaardige standpunten innemen.

 

De horeca had het reeds moeilijk voor het coronatijdperk en heel wat ondernemers gingen toen al failliet. Dat zal in de komende periode alleen maar erger worden. Tijdelijke maatregelen zijn inderdaad noodzakelijk en wij hebben die tijdelijke maatregelen voor eender welke sector altijd gesteund. Ik heb gisteren nog tijdens een interpellatie in de commissie aan minister Ducarme gezegd dat de tijdelijke steun uiteraard belangrijk is, maar dat die ook vooral moet gaan naar wie dat echt nodig heeft. Ik betreur het dat ik minister De Croo dan hoor zeggen dat we nu tijdelijke maatregelen moeten nemen, maar dat de bocht uit de crisis voor over enkele maanden is, waardoor het de facto wordt uitgesteld.

 

Als wij specifiek kijken naar de horeca, waar dit voorstel van resolutie over handelt, moeten wij toch eerder naar meer structurele maatregelen gaan. Ik zei daarnet dat de horeca het al moeilijk had voor het coronatijdperk. Daarom hebben wij zowel via wetsvoorstellen als via amendementen een aanzet willen geven, bijvoorbeeld door te pleiten voor een permanente btw-verlaging voor de horeca naar 6 %, ook om de opeenvolgende accijnsverhogingen van de voorbije jaren niet per definitie af te schaffen maar tegen het licht te houden en te bekijken in welke mate zij zinvol zijn gebleken en in welke mate zij nog allemaal gehandhaafd moeten blijven. Het is immers een sector waarin vele tienduizenden werknemers tewerkgesteld zijn. Ik heb mij tijdens de commissievergaderingen voor een stuk gestoord aan het opbod dat ik soms zag bij sommige politici van wie de voorstellen niet altijd even realistisch werden voorgesteld.

 

Voor het Vlaams Belang is het vooral heel belangrijk dat het realistische, haalbare voorstellen zijn die in balans zijn. Wanneer de resolutie straks wordt goedgekeurd, hopen we ook dat het beleid verder wordt afgestemd met de gewesten, die ook een aantal bevoegdheden in handen hebben om in te grijpen in een aantal sectoren en om de economie verder aan te zwengelen. Ik hoop ook dat er niet al te veel zal worden ingebroken in de contracten tussen verschillende partijen, want het lijkt mij toch wel essentieel dat men het contractrecht zo weinig mogelijk verstoort. Als de overheid bijkomende steunmaatregelen neemt, of het nu gaat over de horecasector of andere sectoren, dan moet er ook voldoende controle zijn.

 

Wij hebben in eer en geweten in de commissie goede amendementen gesteund. Amendementen die naar onze mening niet realistisch en in onze ogen slecht waren, hebben wij weggestemd. Dat betekent dat veel van wat er nu in de resolutie staat en wat er bijkomend, via amendementen, in is opgenomen, mede te danken is aan het stemgedrag van het Vlaams Belang. Wij weten trouwens allemaal dat het Vlaams Belang in de Kamer vandaag voor een groot deel bepaalt wat er in de Kamer al dan niet wordt goedgekeurd, afhankelijk van ons stemgedrag.

 

Gisteren heb ik trouwens opnieuw aandacht gevraagd voor allerlei andere sectoren. De horeca bijvoorbeeld lijdt vandaag en voor die sector zijn noodzakelijke maatregelen nodig, maatregelen die wij vanzelfsprekend ook zullen steunen. Er zijn echter ook sectoren die geen spreekbuis hebben, maar die het ook moeilijk hebben en die wij de komende weken en maanden ook moeten durven bekijken.

 

Collega's, ik heb het gisteren tijdens een andere interpellatie ook al aangegeven. De echte crisis moet nog beginnen. Wat wij tot nu toe hebben gezien, is klein bier vergeleken met wat nog op ons afkomt. Er zullen nog tienduizenden ontslagen volgen. De economische crisis moet nog starten. Nog heel wat bedrijven en ondernemers zullen de wet-Renault toepassen.

 

Daarom wil ik alvast een oproep doen om onze motie van aanbeveling, die volgende week in de Kamer wordt voorgelegd, te steunen, zodat ook met die andere sectoren in gesprek kan worden gegaan en maatregelen kunnen worden getroffen, zonder uiteraard in een koterij van regels te vervallen, waarbij geen enkele ondernemer tussen het bos de bomen nog zou zien.

 

Het initiële doel van de resolutie was om hier vandaag Kamerbreed een beslissing te nemen. In dat verband betreur ik de houding en de arrogantie van Groen in het Parlement, die herhaaldelijk in de commissie heeft opgeroepen om geen politieke spelletjes te spelen. Zo hebben wij gezien dat werd geweigerd onze resolutie van maart 2020 aan het debat te koppelen, terwijl dat met een voorstel van de MR wel werd gedaan. Op het einde van het debat in de commissie werd ook aangedurfd een onderscheid te maken tussen democratische en niet-democratische partijen. De spreker van Ecolo heeft dat daarnet ook gedaan.

 

Er is dus weinig of geen respect voor de tweede grootste partij van Vlaanderen, die getracht heeft zich constructief in te zetten voor het dossier en voor de horeca.

 

Wanneer u ons als antidemocraten beschouwt, spuwt u in het gezicht van vele kiezers in Vlaanderen. Eigenlijk verlaagt het Parlement zich daardoor tot een soort kleuterpolitiek. Ik vergelijk dat met het niveau van de kinderboeken Waar is Wally. Waar is inderdaad Groen met haar gedachten, dat zij de kiezer zo durft te schofferen, zowel in de commissie als hier in de plenaire zaal?

 

Wij doen daar niet aan mee. De horeca heeft daar vandaag geen boodschap aan. Heel wat bedrijven en werknemers, en niet alleen binnen de horecasector, zullen de komende periode nog zwarte sneeuw zien.

 

Wij zijn allemaal vertegenwoordigers van het volk, wij vertegenwoordigen allemaal kiezers waarvoor wij ons beste beentje moeten voorzetten. Voor ons is iedere kiezer gelijkwaardig.

 

Wij kijken vooral naar de inhoud en wij willen dit Parlement dan ook heel graag oproepen tot volwassenheid.

 

Samengevat, wij vinden dat dit voorstel van resolutie noodzakelijk is, getuige daarvan de eerdere debatten die wij  hieromtrent hebben gevoerd, maar wij zijn ook de mening toegedaan dat, zeker als het gaat om de horecasector, mag worden gekeken naar structurele maatregelen ter zake.

 

Wij hopen dat de sector hiermee een spoedig herstel zal kennen. Wij steunen dit voorstel van resolutie en zijn daarmee tevreden, maar we hopen toch dat het debat in de komende maanden verder ten gronde zal worden gevoerd.

 

22.05  Benoît Friart (MR): Monsieur le président, chers collègues, après toutes ces considérations de mon voisin qui ne concernaient pas nécessairement l'horeca, je reviens à notre sujet. Il est vrai que c'est un secteur important dans le pays. On parle de 57 000 entreprises, 140 000 emplois, 96 000 indépendants. Et, comme mon collègue Prévot l'a souligné, on est tous très attachés à nos cafés, brasseries, restaurants. Ce sont des lieux de convivialité. Plus encore, ce sont des lieux qui permettent de renforcer la cohésion sociale, qui est essentielle.

 

Début mars, la situation sanitaire obligeait notre pays, comme d'ailleurs tous les pays touchés par le coronavirus, à prendre des mesures drastiques pour protéger nos citoyens de la pandémie. Une de ces mesures consistait à fermer, pour une période indéterminée, notre horeca. Tous les acteurs de ce secteur ont évidemment été très impactés par la fermeture de tous ces établissements. C'est pourquoi, dès la mi-mars, le gouvernement fédéral a adopté une série de mesures visant à amortir les effets socioéconomiques liés au COVID-19, notamment pour le secteur horeca. Je cite entre autres le chômage temporaire, l'extension du droit passerelle et le report de sommes dues à l'État.

 

Aujourd'hui, ce qui importe, c'est la relance progressive du secteur afin d'éviter les faillites et surtout les suppressions d'emplois. C'est dans ce cadre que les collègues du groupe Ecolo-Groen ont amené la discussion au Parlement ainsi qu'une proposition de résolution.

 

Notre groupe a également développé un plan horeca avec des mesures que nous avons traduites dans une autre proposition de résolution afin de mettre en place un plan d'aide cohérent pour ce secteur. Certaines des mesures que nous avions prônées ont été reprises dans le texte voté. D'autres non. Parmi ces mesures non reprises, citons notamment le report des congés annuels en 2021, l'instauration d'un "Win for Horeca" ou encore l'utilisation des écochèques dans le secteur horeca.

 

Par contre, nous avons marqué notre étonnement, voire notre opposition, à une série d'autres mesures reprises dans la proposition d'Ecolo-Groen et qui nous semblaient peu appropriées. Je cite, par exemple, des mesures fiscales quasiment inapplicables tant par les comptables que par l'Administration.

 

Je pense également à d'autres mesures intrusives visant, par exemple, à régir le type de contrat à privilégier par les employeurs. Il y a aussi la mesure proposée par le PTB en lien avec l'extension des terrasses. Il s'agit ici d'une compétence qui relève des communes, mais nos camarades ne sont-ils probablement pas très au fait quant à la répartition des compétences dans notre pays.

 

Certaines mesures auxquelles mon groupe était d'ailleurs opposé ont été rejetées. J'en citerai deux: le gel des faillites jusqu'au 31 décembre avec le risque d'un effet domino; l'annulation des loyers commerciaux par les pouvoirs publics, ce qui aurait créé une concurrence déloyale.

 

Je tiens, cependant, à souligner que plusieurs mesures qui se retrouvent dans la proposition de résolution sont importantes pour le secteur. Je pense notamment à l'instauration d'une réduction générale du taux de TVA de 21 à 6 %, et à l'amélioration de la loi sur la garantie bancaire pour la rendre plus accessible au secteur horeca. M. Gilles Vanden Burre a également insisté sur ce point.

 

Je regrette que nous ayons dû travailler, vendredi dernier, dans la précipitation alors que cette proposition de résolution a trait à un secteur important de notre économie et qui a été très touché par la crise.

 

Il faut noter que, le lendemain du vote en commission, samedi dernier, le kern +10 a validé toute une série de mesures de soutien spécifiques aux secteurs en difficulté dont l'horeca, suite aux propositions qui avaient été déposées précédemment par le gouvernement.

 

Pour terminer mon intervention, je voudrais rappeler ces mesures: l'extension et l'amélioration du droit passerelle jusqu'au 31 août 2020, droit qui sera prolongeable jusqu'au 31 décembre 2020 – il s'agit ici d'un souhait important du groupe MR; l'extension du chômage temporaire jusqu'au 31 décembre 2020; la réduction de la TVA à 6 % sur les boissons et la nourriture; un chèque consommation de 300 euros visant les secteurs principalement touchés par la crise qui pourra être octroyé par l'employeur pour l'achat de biens et services dans des secteurs tels que l'horeca et la culture, et qui sera déductible à 100 % et défiscalisé.

 

22.06  Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, afgelopen maandag mochten horeca-uitbaters eindelijk doen waar velen van hen en ongetwijfeld ook anderen naar uitkijken, namelijk opnieuw de deuren openen. In de commissie haalde ik aan dat een stad als Antwerpen of een gemeente als Kalmthout een heel ander karakter krijgt zonder horeca en zonder leven in de straat. Het gaat niet alleen om het economisch belang, maar ook om nog zoveel meer, over convivialiteit. Dat betekent natuurlijk dat de horecasector economisch leefbaar is en financieel de nodige ademruimte heeft, ook in moeilijke tijden en omstandigheden, zoals bij de heropstart.

 

Het verheugt ons dan ook allemaal dat de zogenaamde superkern met de tien partijen afgelopen zaterdag een heel pakket aan maatregelen goedkeurde, waaronder heel wat specifieke steunmaatregelen voor de horecasector. De btw-verlaging springt misschien het meest in het oog, maar er zijn nog andere belangrijke maatregelen beslist, zoals het overbruggingskrediet en, alvast tot het einde van het jaar, de verlenging van de specifieke regeling voor de tijdelijke werkloosheid; kortom, belangrijke maatregelen die zuurstof geven aan de horecasector, die zo zwaar is getroffen door de coronacrisis.

 

Een dag voor de superkern de maatregelen goedkeurde en aankondigde, hebben wij in commissievergaderingen over maatregelen gestemd zoals er vandaag voorliggen. Tijdens de besprekingen in de commissievergadering heb ik enkele keren opgemerkt dat wij als politici, los van meerderheid of oppositie, los van het feit of een partij al dan niet tot de regering behoort en zelfs los van partijen in het algemeen, moeten uitkijken hoe wij daarmee omgaan. In een voorstel van resolutie kondigen wij enkele mogelijke maatregelen aan. In crisismomenten hebben mensen, horeca-uitbaters en ondernemers in het algemeen, vooral nood aan concrete maatregelen. Zij willen weten wat er te gebeuren staat, waar zij mee aan de slag kunnen, wat zij kunnen doen met welke instrumenten. Van die concrete maatregelen werd een deel al door de superkern goedgekeurd, zodat daarop met zekerheid gerekend kan worden. Ondertussen komt er ook een voorstel van resolutie bij met veel goede elementen, deels de beslissingen van de superkern overlappend. Het voorstel bevat evenwel ook minder goede elementen en elementen die wellicht niet onmiddellijk gerealiseerd zullen kunnen worden, omdat de uitvoering ervan tijd vergt of omdat ze technisch niet gemakkelijk kunnen worden geïmplementeerd of in andere wetgeving al werden gerealiseerd.

 

Ik denk bijvoorbeeld aan de carry-backregeling, die gisteren in de commissie voor Financiën werd goedgekeurd en die de specifieke maatregel in het voorstel van resolutie doorkruist.

 

Daarom heb ik altijd de bekommernis uitgedrukt om als politici vooral die concrete maatregelen te beklemtonen waarvan we zeker zijn dat ze op het terrein zullen worden uitgevoerd en waaraan de ondernemers iets zullen hebben. Laten we vooral oppassen met beloftes die misschien niet kunnen worden waargemaakt. Die zorg blijf ik hebben.

 

Ik zie een aantal punten in het voorstel waarop spanning zit, zoals de carry-backregeling, die op een andere manier, los van de horeca, zal worden geregeld, en de voorstellen inzake de brouwerijconcessiecontracten en de toekenning van een belastingkrediet, voorstellen die wij niet direct gerealiseerd zien.

 

Andere voorstellen van maatregelen komen dan weer wat laat, zoals de opschorting van handelshuur door overheidsinstanties zoals de NMBS. Er is ondertussen een overeenkomst van de NMBS met haar huurders. Bovendien kan men moeilijk handelshuur opschorten wanneer de sector zijn activiteiten heeft hernomen.

 

Kortom, sommige voorstellen komen wat laat of zullen moeilijk realiseerbaar zijn. Wat heeft de horeca-uitbater eraan dat die in het voorstel van resolutie worden opgenomen?

 

Heel wat andere voorgestelde maatregelen krijgen wel onze steun. Dat hebben wij ook gezegd bij de artikelsgewijze stemming in de commissie. Omdat we het belangrijker vinden om de juiste vogels in de hand te hebben in de plaats van in de lucht, zullen we ons bij de stemming over het voorstel van resolutie onthouden, zoals we dat ook in de commissie hebben gedaan.

 

22.07  Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Monsieur le président, j'aimerais faire une petite parenthèse pour répondre à M. Friart. Je voulais simplement lui dire que j'avais bien étudié ma leçon et que je sais que si on veut élargir une terrasse, c'est du domaine communal. On souhaite simplement donner une orientation fédérale à cette problématique, de sorte que toutes les communes soient logées à la même enseigne. Je n'ignorais donc pas qu'il s'agissait d'une compétence communale. Je vous remercie, monsieur Friart.

 

Au nom du PTB, nous tenions à exprimer notre très grande préoccupation pour le secteur de l'horeca, pour l'ensemble de ses travailleuses et travailleurs qui font vivre l'art culinaire, qui animent nos rues par leurs terrasses accueillantes et qui nous permettent de passer de bons moments entre amis ou en famille. Je pense notamment aux restaurateurs, aux traiteurs, aux petits patrons de café qui se dépensent à 200 % pour assurer la viabilité financière de leur établissement et le maintien de leurs salariés. Nous savons tous qu'ils travaillent dur et qu'ils ne comptent pas leurs heures. Pour certains, leur enseigne, c'est le sacrifice de toute une vie.

 

Je pense également aux serveurs, aux chefs de salle, aux plongeurs, aux barmen, aux commis de cuisine ou encore aux réceptionnistes qui se démènent pour satisfaire au mieux leurs clients, parfois jusqu'à pas d'heure avec peu de temps de repos. Ce sont des métiers très physiques et stressants où le contact avec le client peut s'avérer difficile. De plus, ils cumulent bien souvent des contrats précaires pour une courte période.

 

C'est donc l'ensemble de ces travailleurs qui traversent une crise aux impacts sociaux dramatiques. Les chiffres font froid dans le dos. Un établissement sur cinq indique qu'une faillite est plus que probable et plus de six établissements sur dix s'attendent à se séparer d'une partie de leur personnel.

 

La situation est d'autant plus inquiétante que de nombreux spectacles et événements culturels seront annulés cet été. La fin du confinement représente donc une nouvelle période difficile pour eux. Les mesures de restriction ont un impact significatif sur leur activité. Nous ne les mettons pas en doute. Nous nous devons donc d'accompagner au mieux les différents établissements et de protéger, aussi longtemps qu'il le faudra, les travailleurs du secteur.

 

C'est pour cette raison que nous avons cosigné cette proposition de résolution. Il convient en effet d'apporter des mesures ambitieuses. Je pense à la prolongation du droit passerelle et du chômage temporaire, à la baisse des loyers, au report des crédits, à la suspension des primes et des abonnements de toute sorte, comme les terminaux bancaires. Je pense aussi à la baisse de la TVA, à l'extension des terrasses, comme nous l'avions demandé, ou encore au non-remplacement des salariés fixes par des flexi-jobs.

 

L'ensemble de ces mesures va donc dans le bon sens.

 

Par ailleurs, j'aimerais rapidement terminer en abordant un point essentiel pour nous, à savoir le financement de la sécurité sociale et le transfert des surprofits. Nous avons tous pu constater à quel point la sécurité sociale de notre pays était essentielle à la survie de la population. Et je pèse mes mots en disant "survie". C'est grâce à notre modèle social que l'ensemble des travailleurs et entrepreneurs de notre pays a pu bénéficier du chômage temporaire et du droit passerelle. Nous devons donc réfléchir à de nouvelles sources de financement pour la sécurité sociale, et pour les recettes de l'État en général. Il convient en effet d'avoir une protection sociale qui soit la plus efficace, la plus inclusive et la plus pérenne possible. C'est pour cela qu'avec le PTB, au lieu de vider des sources de financement de la sécurité sociale en baissant les cotisations ONSS, nous défendons d'autres mesures, comme la baisse temporaire du précompte professionnel, ou encore la création d'un fonds d'aide aux indépendants et PME, alimenté par les surprofits réalisés ces derniers mois par les géants de l'e-commerce et de la grande distribution.

 

Nous estimons en effet qu'un effort collectif doit être fourni à l'occasion de cette crise. Certaines multinationales ont vu leurs bénéfices croître considérablement alors qu'elles étaient déjà dans une situation très confortable avant la crise. Je pense notamment à Amazon. Le patron de l'entreprise a engrangé plus de 24 milliards depuis le début de la pandémie. Alors qu'on constate un bain de sang social dans le secteur de l'horeca, on se dit qu'il est normal qu'une juste redistribution des richesses ait lieu. C'est pour cela qu'avec le PTB, nous continuerons à apporter des solutions constructives afin d'aider l'ensemble des travailleurs du secteur de l'horeca, jusqu'à ce que l'activité reprenne à 100 %, et que l'ensemble des mesures de restriction soit retiré. Ils peuvent compter sur notre soutien. Je vous remercie.

 

Voorzitter: André Flahaut, ondervoorzitter.

Président: André Flahaut, vice-président.

 

22.08  Kathleen Verhelst (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, de horeca is zeer zwaar getroffen door de pandemie, want de omzet viel in de laatste maanden met 90 % terug. Het was ook quasi de enige sector die zo laat kon heropstarten, wat afgelopen maandag dan toch gebeurde tot vreugde van velen.

 

We staan achter de doelstelling van deze resolutie om de horeca te steunen bij de heropstart en in de komende dagen. Bedrijven die gezond waren bij de start van de pandemie of die juist investeerden omdat ze geloven in de toekomst van de horeca, moeten deze crisis kunnen overleven.

 

Daarom is de regering er met alle democratische partijen ook meteen mee aan de de slag gegaan en werd er tijdens de superkern van vorig weekend al een relanceplan voor de horeca en de evenementensector goedgekeurd. Dit steunplan bevat heel wat maatregelen, zonder zich te bemoeien met huur- of brouwerijcontracten. Het bevat bijkomende maatregelen naast de tijdelijke werkloosheid, bijvoorbeeld de btw-verlaging, de heropstart van het overbruggingsrecht of de vrijetijdscheque.

 

Het parlementair werk was goed en gaf wellicht ondersteunend inzicht aan de superkern. De toegevoegde waarde van deze resolutie is dus erg beperkt, aangezien de regering al in overleg met de meeste partijen hier tot een steunplan is gekomen. Onze fractie zal zich hier, net als in de commissie, onthouden bij de stemming.

 

22.09  Melissa Depraetere (sp.a): Mijnheer de voorzitter, collega's, niemand moet nog overtuigd worden van het belang van onze horecasector. De horeca zit in ons DNA. Hij stelt duizenden mensen te werk en schakelt ook een hele keten van toeleveranciers aan elkaar, gaande van de voedingssector tot de transportbedrijven.

 

De sector is enorm zwaar getroffen. De horeca was een van de sectoren die als eerste moesten sluiten en was een van de laatste die opnieuw konden opstarten, met een reeks beperkende maatregelen waardoor hij niet op volle capaciteit kan draaien. De horeca heeft dus echt wel nood aan een sterke overheid die erin investeert en die hem ondersteunt.

 

De resolutie die voorligt, zorgt voor een heel ruim pakket aan ondersteunende maatregelen. Dat is echt wat de sector nodig heeft.

 

Het klopt, vorige week is er door de superkern al een en ander beslist. Er zijn een aantal maatregelen goedgekeurd en aangekondigd. Al die maatregelen zijn belangrijk, maar wat vandaag voorligt is ruimer dan wat daar beslist is.

 

Ik hoor collega Verhelst zeggen dat deze resolutie geen meerwaarde biedt. Collega Van den Bergh vraagt zich af wat het belang van deze resolutie nog is, vermits deze maatregelen niet meer zullen worden uitgevoerd.

 

Dat lijkt mij iets te gemakkelijk. Want, laten wij eerlijk zijn, voor deze resolutie is een ruime meerderheid gevonden in dit Parlement. Het is natuurlijk de bedoeling dat de maatregelen ook worden uitgevoerd. Dat is in het belang van de horecasector.

 

Wat staat er bijvoorbeeld in? Verzoek 12: vraagt de federale regering in dialoog te gaan met de sector en een regeling uit te werken voor brouwerij- en concessiecontracten. Dat lijkt misschien een heel banaal zinnetje, maar het heeft wel een enorme impact op de café- en restaurantuitbaters. Als een café-uitbater niet voldoende drank kan afnemen, als hij niet aan zijn brouwerijcontract kan voldoen, kan hij geconfronteerd worden met de eenzijdige opzegging van zijn huurcontract. Als hij te weinig pintjes verkocht heeft in die maand, kan hij zijn contract kwijt zijn, kan hij zijn pand kwijt zijn, en zal hij bijgevolg failliet gaan. Puur door dat wurgcontract. Die contracten zorgen er ook voor dat een café-uitbater voor hetzelfde vat bier soms het dubbele van de prijs moet betalen. Dat zorgt er ook voor dat er boetes worden opgelegd als iemand minder kan verkopen.

 

Met de beperkende maatregelen die nu gelden, is dat iets wat die mensen te wachten staat.

 

Collega's, deze wurgcontracten zorgen ervoor dat de horeca-uitbaters met enorm veel onzekerheid geconfronteerd worden. Ik meen dat het onze taak is te erkennen dat dit echt een probleem is. Het is ook opgenomen in de resolutie. Dan zegt u dat onze resolutie niet veel toegevoegde waarde zal hebben voor die ondernemers. Ik meen dat dit absoluut niet het geval is.

 

Daar staat bijvoorbeeld ook het volgende in. De jaarlijkse vergoedingen aan het FAVV en auteursrechtelijke vennootschappen moeten ook herbekeken worden. Het kan toch niet dat een café dat drie maanden de deuren moest sluiten, dat drie maanden lang geen muziek heeft gedraaid, dat allemaal zomaar moet betalen. Dat is toch totaal niet logisch.

 

Ten slotte, de regering koos ervoor om een carry-backsysteem in te voeren, maar focust daarbij alleen op bedrijven die in 2019 winst hebben gemaakt. Dat is hetgeen deze resolutie net niet doet. Deze resolutie focust ook op bedrijven die nog maar net zijn gestart en dus nog geen winst hebben gemaakt, en ook op horecaondernemingen die de voorbije jaren heel veel geïnvesteerd hebben. Het is heel belangrijk om deze zaken ook te ondersteunen en om dit aspect mee te nemen. Ons amendement op de resolutie doet dan ook net dat. Dit is dus eigenlijk een verbetering ten opzichte van hetgeen vorige zaterdag werd beslist. Het is ruimer en beter. Dit voorstel kreeg een meerderheid in de commissie en men kan zich dan de vraag stellen of het dan niet beter is om zo snel mogelijk al deze bijkomende maatregelen uit te voeren.

 

Om af te sluiten wil ik de initiatiefnemers danken en de collega's danken voor het constructief debat. Ik wil ook de regering oproepen om snel werk te maken van de uitvoering van die bijkomende maatregelen, want die zullen bijzonder bepalend zijn voor de horecasector.

 

Le président: Après cette discussion, il reste une proposition de loi et une proposition de résolution, pour lesquelles 15 intervenants sont inscrits. Je ne souhaite pas brider le débat mais je voulais vous en faire part. Il y aura ensuite les discussions sur les prises en considération et les demandes d'urgence ainsi que les votes.

 

22.10  Vanessa Matz (cdH): Monsieur le président, je tiens à souligner le travail constructif en commission, en concertation avec le secteur et les différentes formations politiques, qui ont essayé d'apporter des choses importantes pour un secteur qui souffre énormément. Même s'il y a des possibilités de réouverture, on sait qu'elles sont extrêmement compliquées à mettre en œuvre pour certains.

 

Je souligne aussi la forme de concertation au sein du superkern qui a, parallèlement à cette résolution, pris un certain nombre de mesures positives auxquelles nous adhérons. Il y a notamment le chèque à dépenser dans l'horeca et/ou dans la culture, qui avait été refusé en commission. Le principal est que ce soit effectif, au bénéfice du secteur.

 

On a rappelé des mesures importantes comme le droit passerelle, le chômage économique, la réduction de certaines charges et de loyers pour propriétaires publics. On regrette qu'il n'y ait rien eu pour les propriétaires privés car on sait qu'il est très difficile d'honorer les loyers pour l'instant. Il y a aussi eu des mesures concernant la consommation d'électricité ou les assurances.

 

Certaines de nos mesures n'ont pas été acceptées, comme celles d'autres formations politiques, et nous aurions pu les redéposer ici. Je songe notamment à l'exonération des charges sociales pour les premier et deuxième trimestres et la réduction de 50 % pour les troisième et quatrième trimestres. Nous n'en ferons rien car nous souhaitons respecter le travail qui se fera probablement demain au sein du superkern. Nous y défendrons cette mesure car il est important pour nous qu'elle soit effective pour donner de l'oxygène à ce secteur qui en a largement besoin.

 

22.11  Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le président, chers collègues, je crois que nous avons eu tous la même réaction lorsque nous avons appris la décision du Conseil national de sécurité de rouvrir l'horeca ce 8 juin. Nous nous sommes tous demandé dans quel bar, dans quel restaurant nous allions pouvoir retourner en premier lieu. Nous nous sommes dit aussi que nous allions retrouver une vie un tant soit peu normale. Parce que l'horeca, c'est finalement cela: la convivialité, le partage des moments simples avec sa famille, avec ses amis, le fait d'échapper au stress de la vie quotidienne ou encore aux tensions du travail.

 

Pour le secteur, cette annonce a également été un grand soulagement. Une délivrance aussi, bien qu'entourée de contraintes sanitaires strictes, mais bien sûr justifiées. Mais aussi et surtout un moyen de limiter la casse liée à ces deux mois et demi de confinement. Car il faudra du temps, énormément de temps, pour permettre au secteur de retrouver sa rentabilité d'avant la crise. Une rentabilité qui ne profite pas qu'au seul secteur, mais à l'ensemble de notre économie et à notre vie sociale. Parce qu'à côté de l'horeca, il y a aussi les fournisseurs et les commerces qui en dépendent.

 

C'est pourquoi il est indispensable et urgent de soutenir ce secteur en souffrance; un secteur qui est à la fois dynamique et fragile. Dynamique parce que 6 à 7 000 entreprises sont créées chaque année, de sorte que nous avons 4,4 entreprises horeca pour 1 000 habitants; mais fragile aussi, parce que le secteur était déjà, en dehors de la crise, le deuxième secteur le plus concerné par les faillites: 21 % du nombre total des faillites en Belgique concernent l'horeca.

 

On sait aussi que, durant cette période de confinement, le secteur de l'horeca a été, avec le secteur artistique et culturel, le plus durement impacté du point de vue socioéconomique.

 

En commission de l'Économie, cela a été dit, nous avons entendu les organisations représentatives du secteur, ainsi que les syndicats. Je dois dire que j'ai été impressionnée par leur volonté d'assumer les responsabilités qui leur incombent aujourd'hui dans le cadre de leur reprise, mais aussi par leur détermination à respecter scrupuleusement les consignes sanitaires, tant pour la santé de leurs travailleurs que pour celle de leurs clients.

 

Il s'agit ici d'éviter un rebond de l'épidémie et par conséquent une nouvelle fermeture de l'horeca, qui serait alors une véritable catastrophe pour notre économie.

 

Le secteur l'a d'ailleurs répété en commission: cette reprise ne pouvait pas se faire à n'importe quel prix, sans tenir compte de la grande diversité du secteur et sans réel soutien du gouvernement fédéral. On sait d'ailleurs qu'un établissement sur cinq devrait rester fermé, parce qu'une réouverture dans les conditions actuelles se ferait à perte.

 

C'est pourquoi cette proposition de résolution invite le gouvernement à assumer, lui aussi, ses responsabilités, en adoptant de nouvelles mesures de soutien au secteur de l'horeca. Je parle de nouvelles mesures puisque, entre le dépôt de notre proposition et aujourd'hui, le gouvernement a pris certaines dispositions qui étaient plus que nécessaires et que notre texte initial mentionnait déjà, à savoir l'extension du droit passerelle et du chômage temporaire, la réduction provisoire de la TVA à 6 %, le gel des faillites ou encore le report des cotisations sociales. Cela démontre que le gouvernement a compris qu'affecter une partie importante du budget de l'État dans ce secteur représentait un réel investissement dans notre économie, mais aussi dans le bien-être de nos travailleurs et entrepreneurs, autrement dit de toutes ces personnes qui se battent actuellement pour ne pas voir s'effondrer en quelques mois ce qui est souvent le projet de toute une vie ou, en tout cas, d'une tranche de vie.

 

Il n'en demeure pas moins que nous devons aller plus loin. C'est la raison pour laquelle notre proposition de résolution propose en outre - et entre autres - l'assouplissement des critères d'accès aux crédits temporaires, la réduction des primes d'assurance et des abonnements énergétiques pendant le confinement ou encore l'adaptation de la cotisation annuelle AFSCA et SABAM.

 

Bien sûr, nous aurions pu aller encore plus loin, comme le proposaient les amendements que DéFi avait déposés en commission. Ils prévoyaient notamment la suspension des abonnements de terminaux de paiement Bancontact et de téléphonie durant la période de confinement ou encore l'exonération des cotisations patronales de sécurité sociale. Nous défendions également l'extension du système de tax shelter aux entreprises horeca qui étaient en bonne santé avant la crise. Cette mesure est actuellement débattue au sein du gouvernement soutenu par le Groupe des 10 et pourrait, par conséquent, être adoptée dès demain. Cette disposition nous tient à cœur, et est particulièrement chère à mon collègue François De Smet car, comme il le dit très justement, si nous parvenons à mobiliser ne fût-ce que 10 % des 980 milliards d'euros présents sur les comptes d'épargne des Belges, nous aurons alors de quoi financer une bonne partie de notre relance. En effet, le tax shelter est ce moyen intelligent de faire participer l'épargne de nos concitoyens à la relance du secteur horeca et de l'économie nationale en général.

 

Je vous lance donc un appel, chers collègues, afin que vous souteniez cette mesure qui, je me dois de vous le rappeler, est sollicitée aussi bien par Unizo que par la fédération horeca. En tout cas, il découle de ces considérations que cette proposition de résolution a le mérite de mettre en lumière la nécessité de soutenir tout un secteur et, donc, les 150 000 personnes qui le font vivre en Belgique et qui, par leur travail et leur dévouement, nous permettent de revivre enfin les moments de convivialité qui nous ont tant manqué durant ce confinement.

 

Ce texte n'est pas exhaustif, on le sait. Il s'agit plutôt d'un moyen d'impulsion au gouvernement dans ses mesures de soutien aux secteurs qui se trouvent aujourd'hui particulièrement en souffrance et, parmi lesquels, effectivement l'horeca.

 

Je tiens enfin à remercier les auteurs de ce texte pour leur initiative mais aussi pour leur confiance, puisqu'ils m'ont permis d'avoir le plaisir de le cosigner. Je tiens aussi à remercier tous les collègues qui ont participé à des échanges constructifs en commission, preuve que notre slogan "L'union fait la force - Eendracht maakt macht", qui orne aujourd'hui notre Assemblée, a encore un sens lorsqu'il s'agit d'aider nos concitoyens et concitoyennes à se relever de cette crise.

 

De voorzitter: En last but not least, mijnheer Calvo.

 

22.12  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik begrijp uw opmerking over het aantal uiteenzettingen dat gepland staat. Ik denk dat een aantal collega's tijdig wil afronden om bijvoorbeeld te genieten van de horeca die ondertussen is heropend. Het is toch mooi dat we volhouden en het toont ook aan dat we niet alleen naar de horeca willen trekken, maar hen ook echt een warm hart toedragen.

 

Wat hier voorligt, is een heel goede zaak voor die sector. Dat werd al uitgebreid toegelicht door de collega's. Het gaat om een hele reeks maatregelen die op verschillende plaatsen geboren zijn, maatregelen met verschillende vaders en moeders, een totaalpakket waaraan de sector zich kan optrekken.

 

Na de heropening ligt de uitdaging niet achter de rug, integendeel. Er zal nog op veel fronten moeten worden gestreden. Het is goed dat ons Parlement daarin het voortouw neemt. Ik heb al in de commissie gezegd dat ik het concurrentiedenken niet zo goed begrijp. Ik geef dat zelf ook aan, samen met collega Vanden Burre.

 

Verschillende fracties hebben voorstellen ingediend en de regering heeft al een aantal maatregelen in de steigers gezet. Het is belangrijk dat de sector weet dat er een parlementaire meerderheid is voor die maatregelen.

 

Daarnaast schuift deze resolutie nog extra maatregelen naar voren. Ik denk dat dit een mooi totaalpakket is waarmee we verder aan de slag moeten. Het klopt dat niet alle maatregelen al even concreet worden voorbereid door de regering. Daarom is mijn voorstel om op relatief korte termijn met de bevoegde ministers te bekijken hoe de andere maatregelen kunnen worden geïmplementeerd, zodat ook de resolutie in haar volledigheid kan worden uitgerold.

 

Het lijkt mij een goed idee op die manier verder te werken, met de verschillende collega's, met de verschillende fracties, aan het noodplan voor de horeca. Ik hoop dat wij die inhoudelijke manier van werken verder kunnen zetten.

 

Ik vind het een beetje jammer dat wij er niet in geslaagd zijn een Kamerbrede goedkeuring van de resolutie af te dwingen. Er zijn onthoudingen van de regeringspartijen. Maar uiteindelijk moet iedereen zijn eigen keuze maken. Dat zal onze overtuiging om hieraan verder te werken niet minder doen worden.

 

Ik wil de collega's die mee geschreven hebben aan amendementen, collega Houtmeyers, collega Depraetere en de PS-collega's, absoluut bedanken. Ik hoop dat wij in de toekomst nog andere thema's kunnen aansnijden op een gelijkwaardige manier.

 

Ik meen ook dat het aan het Parlement is om de regering ter zake te inspireren.

 

Le président: Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)

Vraagt nog iemand het woord? (Nee)

 

La discussion est close.

De bespreking is gesloten.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendenten ingediend.

 

Le vote sur la proposition aura lieu ultérieurement.

De stemming over het voorstel zal later plaatsvinden.

 

23 Proposition de loi visant à suspendre les délais de préavis des congés donnés avant ou durant la période de suspension temporaire de l'exécution du contrat de travail pour cause de force majeure en raison de la crise du COVID-19 (1212/1-13)

23 Wetsvoorstel tot opschorting van de opzeggingstermijn voor ontslagen gegeven voor of tijdens de periode van tijdelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst omwille van overmacht ingevolge de COVID-19-crisis (1212/1-13)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Meryame Kitir, Anja Vanrobaeys.

 

Discussion générale

Algemene bespreking

 

La discussion générale est ouverte.

De algemene bespreking is geopend.

 

23.01  Nahima Lanjri, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, het wetsvoorstel nr. 1212 van mevrouw Kitir heeft tot doel om naar analogie van de bestaande regeling voor tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen de looptijd van de opzegtermijn tijdens periodes van tijdelijke werkloosheid wegens COVID-19-overmacht ook op te schorten. Dit wetsvoorstel is bij de behandeling in de plenaire vergadering op 20 mei naar de Raad van State gestuurd met de vraag om dringend een advies uit te brengen. De Raad van State heeft dat advies uitgebracht.

 

Kort samengevat werden drie bedenkingen geuit. Er werden bedenkingen geuit over de retroactiviteit van de datum van inwerkingtreding, over de retroactiviteit van de toekenning van het supplement dat betaald zou moeten worden door de werkgever voor opzeggingstermijnen die al lopende waren op 1 maart en tot slot over de ongelijke behandeling van overmacht COVID-19 ten opzichte van andere vormen van overmacht.

 

Het voorstel werd dus terug naar de commissie gestuurd. Vanmiddag heeft de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen de amendementen overlopen. In functie van het advies van de Raad van State zijn daarom een aantal amendementen teruggetrokken. Het ging onder meer over de amendementen van de N-VA, MR en de CD&V. PVDA wenste haar amendementen aan te houden, aangezien ze van mening waren dat dit al geregeld had kunnen zijn via het KB, ondanks het negatief advies van de Raad van State met betrekking tot de retroactiviteit.

 

Daarop werd er gestemd over de amendementen. Amendementen nrs. 15 en 16 van Open Vld werden goedgekeurd. Hierdoor werd de retroactieve toekenning van een supplement door de werkgever geschrapt en wordt de datum van de inwerkingtreding van deze wet geregeld. Deze wet zou namelijk van kracht worden op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad. Op die manier komen we tegemoet aan het advies van de Raad van State. Ook vroeg mevrouw Kitir om een tekst toe te voegen bij het verslag ter motivering van de opmerking van de Raad van State met betrekking tot het gelijkheidsbeginsel. De amendementen van de heer De Vuyst van PVDA en mevrouw Moscufo van PTB werden niet goedgekeurd. Het voorstel werd ten slotte unaniem goedgekeurd.

 

Dan wil ik nu kort nog iets zeggen namens de CD&V-fractie. Wij zijn in elk geval heel tevreden dat er eindelijk vooruitgang is geboekt in dit dossier. Bij de schorsing van de uitvoering van een arbeidsovereenkomst wegens COVID-19 wordt de opzegtermijn niet geschorst. Op die manier wordt een deel en soms zelfs de hele opzegtermijn afgewenteld op de sociale zekerheid, in dezen dus de werkloosheid. Normaal gezien moet de werkgever instaan voor die periode en ook voor de vergoeding daarvoor.

 

Het voorliggend wetsvoorstel regelt dat: voortaan zal de termijn wel worden opgeschort wanneer mensen werkloos zijn door COVID-19. Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht werd ingevoerd om werkgevers een uitweg te bieden bij vermindering van opdrachten door de coronacrisis of bij de sluiting van hun bedrijf omdat men de afstandsmaatregelen niet kan respecteren. Op die manier kan de werkgever werknemers aan de slag houden en een bepaalde periode overbruggen en ze nadien weer aan het werk laten gaan.

 

Indien een werkgever er toch voor kiest, om welke redenen dan ook, inclusief economische, de werknemer te ontslaan, dan kan het niet de bedoeling zijn dat de opzegperiode loopt op het moment dat de werknemer nog in tijdelijke werkloosheid zit. Indien een werknemer toch ontslagen wordt, moet hij de kans krijgen om een opzegtermijn te presteren of op zijn minst moet hij een opzegvergoeding krijgen die normaal gezien ook verschuldigd is. Dat was een hiaat in de wet, dat ertoe heeft geleid dat de opzegperiode van bepaalde werknemers liep terwijl zij tijdelijk werkloos waren, waardoor zij een inkomensverlies hebben geleden of nog lijden. Niet alle werkgevers hebben immers in een surplus voorzien boven op wat werknemers als werkloosheidsuitkering krijgen, meer bepaald 70 % van hun loon. Sommige werkgevers hebben dat vrijwillig gedaan, maar het was alleszins niet verplicht. Intussen hebben heel wat werkgevers mensen ontslaan omdat de wet dat op dat moment ook toeliet, tot en met vandaag.

 

De Raad van State wees erop dat wij de wet niet retroactief kunnen toepassen: uit juridisch oogpunt is dat niet te verantwoorden. Daarom is onze fractie ermee akkoord gegaan om de retroactiviteit eruit te halen en om op die manier ten minste voor de toekomst een oplossing te bieden, al hadden wij natuurlijk graag gehad dat de betrokken werknemers daarvan niet het slachtoffer waren geweest en dat zij geen inkomensverlies hadden geleden.

 

Wij hopen dat wij op deze manier rekening hebben gehouden met de bezorgdheden van iedereen en met de opmerkingen van de Raad van State. Ik ben blij dat het wetsvoorstel daarnet in de commissie unaniem werd aangenomen en ik verwacht dat wij dat straks ook zullen doen.

 

23.02  Valerie Van Peel (N-VA): Mijnheer de voorzitter, misschien enigszins in tegenstelling tot de vorige spreker begrijp ik wel waarom er een verschil is tussen het ontslagrecht bij tijdelijke werkloosheid om economische redenen of tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. Het ene is natuurlijk het gevolg van een beleidskeuze of van een keuze van het bedrijf zelf, terwijl dat bij het andere niet het geval is. Daar zit in se dus een logica in.

 

De initiatiefnemer in kwestie, mevrouw Kitir, heeft wel gelijk als ze stelt dat door de snelle aanpak en het snel samengooien van de procedure bij het begin van de COVID-19-crisis er een mogelijkheid ontstond om dat verschil in opschorting te misbruiken. Dat zal ongetwijfeld ook gebeurd zijn, zij het misschien in mindere mate dan dat op een bepaald moment is voorgesteld. De meeste werkgevers ontslaan geen mensen uit plezier. De meeste werkgevers doen er, door op tijdelijke werkloosheid te kunnen terugvallen, ook alles aan om hun personeel te behouden. Er zijn echter nu eenmaal situaties waarin dat heel moeilijk is.

 

Ik heb het van bij het begin een terechte vraag gevonden. Indien ik het mij goed herinner, heeft onze fractie bij de eerste lezing zelfs ja gestemd. Het was een voorbeeld van wetgeving die zo snel ging dat, voor alle duidelijkheid ook door ons, te laat de mogelijke neveneffecten werden opgemerkt. Gelukkig is dat dan toch op tijd opgemerkt. Het is spijtig dat wij toen niet het akkoord hebben kunnen bereiken dat wij nu wel bereiken. Een en ander had immers op hetzelfde punt kunnen landen. Maar ik heb ook heel veel respect voor het voortschrijdend inzicht.

 

Wat wij nu doen, is het heel beperkt houden vanaf de publicatie in het Belgisch Staatsblad. Daardoor straffen wij geen werkgevers die binnen het kader en de normen op een juiste manier hebben gewerkt, ook al heeft die werkmethode neveneffecten gehad die wij beter van bij het begin hadden vermeden. Dat doen wij nu niet, door het retroactieve element uit het voorstel te halen. De regeling zal ook maar lopen tot het moment waarop de tijdelijke werkloosheid wegens COVID-19 zal gelden.

 

Het is een redelijk compromis. Daarna moeten wij wel naar het oorspronkelijke onderscheid tussen beide systemen terugkeren, hoewel dat ongetwijfeld nog een debat in de commissie zal opleveren.

 

Ik dank in ieder geval alle commissieleden omdat zij op een constructieve manier hebben meegewerkt, zodat wij uiteindelijk kunnen landen in ieders belang.

 

23.03  Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Mon groupe souhaite rapidement réagir par rapport à ce texte que nous soutenons depuis le début au niveau de la commission des Affaires sociales. Pour nous, il était effectivement important, dans l'intérêt des travailleurs et des travailleuses, de disposer non seulement d'une protection aussi forte que possible, mais aussi de règles qui soient les mêmes selon qu'on se trouve dans une situation de chômage temporaire économique ou une situation de chômage pour force majeure.

 

Nous avons soutenu cette proposition de loi depuis le début. Le Conseil d'État a ensuite formulé des remarques, et différents amendements ont été déposés en réponse auxdites remarques. Aujourd'hui encore, nous avons eu un nouveau débat en commission afin de rectifier certaines demandes par rapport à l'avis du Conseil d'État. Poursuivant dans la même logique, nous soutiendrons les amendements et le texte par un vote positif.

 

Je saisis cette occasion pour saluer le travail constructif effectué en commission sur ce sujet important qu'est la protection des travailleurs, et pour remercier la collègue Kitir, qui est à l'origine de ce texte.

 

23.04  Hans Verreyt (VB): Mijnheer de voorzitter, ik ben vooral blij dat we vandaag kunnen landen met een consensus over het thema, nu zonet in de extra vergadering van de commissie voor Sociale Zaken het voorliggend wetsontwerp na amendering werd goedgekeurd. Ik ben ook blij dat we uiteindelijk kunnen landen met een wetsvoorstel dat zowel voor werknemers als werkgevers duidelijkheid biedt. We hebben beide broodnodig in onze economie en aan slecht juridisch werk heeft niemand iets.

 

Voor de werknemers betreur ik wel dat we pas vandaag hebben kunnen landen. Aan de consensus die vandaag werd gevonden, ging spijtig genoeg een politiek toneelstuk vooraf. Toen eind april aan het licht kwam dat sommige werkgevers mogelijk misbruik maakten van een achterpoortje in de wetgeving en zich erover verheugden dat ze dat hadden gevonden, waarmee ze de krantenkoppen haalden, werd, terecht, onmiddellijk actie ondernomen. Het was inderdaad nooit de bedoeling om goedkope afdankingen te organiseren en de rekening hiervan door de sociale zekerheid te laten betalen. Terwijl duizenden bedrijven en zaakvoerders worstelden om hun firma en vaak ook hun levenswerk te laten overleven, maakten sommige werkgevers alle andere werkgevers zwart als foefelaars, die massaal werknemers op kosten van de sociale zekerheid zouden ontslaan. Het gedrag van enkele cowboys plaatste duizenden goedmenende ondernemers in een slecht daglicht, terwijl de meesten van hen hun ergste nachtmerrie beleefden en spijtig genoeg goede werkkrachten zullen moeten ontslaan, waardoor massa's ervaring en wellicht ook een stuk van de ziel van hun bedrijf verloren gaat.

 

Laat ik terugkeren naar het begin van het probleem. Bij het begin van de coronacrisis en de economische crisis die bijna onmiddellijk daarop volgde, werd het verschil tussen tijdelijke werkloosheid om economische redenen en technische werkloosheid wegens overmacht door coronamaatregelen de facto door de RVA opgeheven, omdat de overheid besliste dat een bedrijf overmacht moest inroepen als het een beroep wou kunnen doen op de technische werkloosheid. Die vereenvoudiging zorgde voor een snelle behandeling van de tijdelijk werklozen, maar ze had spijtig genoeg ook het perverse effect dat de ontslagregels voor getroffen werknemers veranderden.

 

De firma's hadden op dat ogenblik echter geen keuze. Die keuze hebben ze vandaag trouwens nog steeds niet. Een oplossing had ook kunnen zijn om de aanvragen voor tijdelijke werkloosheid opnieuw volgens het systeem van voor de coronacrisis te laten verlopen, zodat het voor de ondernemers duidelijk is op welke vorm van tijdelijke werkloosheid zij een beroep doen en wat de gevolgen hiervan zijn.

 

Als we vandaag landen op een compromis dat door iedereen wordt gedragen, moeten we eens diep in 't eigen hert kijken. Het grootste probleem dat na het vernietigend advies van de Raad van State vandaag wordt opgelost, is de terugwerkende kracht van het wetsvoorstel. De terugwerkende kracht in de meest strenge betekenis van het woord werd ingevoerd na een zeer chaotische commissievergadering over de tekst in tweede lezing. De enige amendementen die we op voorhand hadden gekregen, waren die van collega Van Peel. De rest kregen we in een tumultueuze vergadering, die verschillende keren werd geschorst, terwijl iedereen zat te wachten op gemailde amendementen, die maar niet kwamen. In de bespreking was het vervolgens vaak onduidelijk wat er nu exact voorlag, laat staan dat we de amendementen vooraf even tegen het licht konden houden. Daarop terugkijkend, moet ik concluderen dat dat een parlementaire bespreking over zo'n belangrijk thema onwaardig was. Een advies van de Raad van State werd toen zelfs door de meerderheid van de commissie geweigerd. Dat was alleen een vertragingsmanoeuvre volgens de tegenstanders.

 

Toen tijdens de vorige plenaire bespreking alsnog het advies van de Raad van State werd gevraagd en die vraag door het Vlaams Belang werd gesteund, kregen wij daarop commentaar. Ik vond dat toen een terechte vraag. Ik ben vandaag dus ook tevreden dat we de adviesvraag hebben gesteund. Zijn advies heeft ons al te vaak voor slechte wetgeving behoed en vandaag doet hij dat opnieuw.

 

Zonder het politieke toneel, zonder de wedloop naar het meest straffe wetsvoorstel, zonder het verwerpen van iedere zoektocht naar een compromis tijdens de eerste en de tweede lezing, hadden wij de stemming enkele weken eerder kunnen afronden, want de tekst die vandaag voorligt, is eigenlijk dezelfde tekst als na de eerste lezing op 7 mei. We hadden de duidelijkheid die we vandaag creëren, vroeger kunnen scheppen. Dan hadden we een pak meer werknemers kunnen helpen. Laat het een wijze les voor de toekomst zijn.

 

23.05  Mathieu Bihet (MR): Monsieur le président, chers collègues, je serai également très bref, vu l'heure assez avancée de la journée, mais je m'en voudrais de ne pas revenir un instant sur l'historique de ce dossier.

 

Le 30 avril, cette proposition de loi recevait le bénéfice de l'urgence. Une première lecture était organisée le 7 mai à l'occasion de laquelle le MR s'interrogeait déjà sur les difficultés juridiques majeures que le texte ainsi déposé allait entraîner. Le 19 mai, une seconde lecture était organisée et de nombreux amendements étaient déposés. Je ne reviendrai pas sur les circonstances du dépôt de ces amendements. Mais il est clair que le dépôt d'amendements écrits sur un coin de table n'a pas servi cette proposition de loi.

 

Les amendements pouvaient être classés en deux catégories: ceux qui simplifiaient la donne et corrigeaient les carences du texte, et ceux qui la compliquaient. En effet, la proposition de loi ainsi amendée allait faire une différence entre les préavis notifiés avant le 1er mars et après le 1er mars. Elle allait créer une différence entre les préavis entièrement accomplis et ceux qui n'avaient pas été complètement accomplis. Elle allait créer une différence entre les préavis toujours en cours à la date du 5 mai et ceux qui étaient déjà terminés. 

 

Le président: Monsieur Bihet, je vous invite à parler plus lentement afin de faciliter le travail des interprètes.

 

23.06  Mathieu Bihet (MR): Monsieur le président, à la demande des interprètes, j'ai fourni à ces derniers une copie de mon intervention.

 

Je poursuis. De plus, le texte allait créer un vide juridique pour les préavis encore en cours le 5 mai et qui allaient se terminer avant le vote dudit texte et les préavis notifiés depuis le 5 mai pour lesquels les indemnités compensatoires avaient entre-temps déjà été payées.

 

En lieu et place de cela, les groupes MR et Open Vld ont déposé un amendement qui permettait au texte de conserver sa modification pour l'avenir pour résorber la différence entre le chômage temporaire pour force majeure et le chômage temporaire économique, mais en retirant, comme on l'a dit, tout effet rétroactif.

 

L'objectif était clair: ne pas ajouter d'incertitude juridique là où il y avait déjà une incertitude économique. Malheureusement, cette option n'a pas été retenue en commission.

 

Cependant, en séance plénière du 28 mai 2020, plusieurs groupes ont demandé l'avis du Conseil d'État sur cette proposition et, heureusement, car cet avis est limpide. En substance, le Conseil d'État a rappelé qu'il est de jurisprudence constante qu'un effet rétroactif ne peut être prévu que dans des conditions très strictes et bien définies et que ces conditions n'étaient pas rencontrées. Le Conseil d'État conclut d'ailleurs qu'il faut renoncer à tout effet rétroactif du régime proposé.

 

Cet avis, bien que prévisible et attendu, contient des enseignements qui seront, nous le pensons, valables pour d'autres propositions à l'examen en commission des Affaires sociales mais qui auraient pu également l'être pour des propositions qui ont déjà été adoptées par cette assemblée et contenant des effets rétroactifs dévastateurs. Il est de notre devoir de ne pas voter des textes qui risqueraient d'accroître l'incertitude en cette période troublée sur le plan tant social qu'économique.

 

À notre tour, nous remercions l'ensemble des collègues pour leurs votes intervenus tout à l'heure en commission et qui ont notamment permis de retirer l'effet rétroactif de cette loi. C'est pourquoi nous soutiendrons ce texte ainsi modifié.

 

23.07  Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, beste collega's, we kregen al sinds april signalen dat er mensen werden ontslagen. Ze werden in de tijdelijke werkloosheid gezet en kregen nadien koudweg hun ontslagbrief in de bus. Daarmee verloren ze in één klap hun job en een heel groot deel van hun inkomen. In normale omstandigheden zijn werknemers beschermd door het Belgische ontslagrecht, waardoor ze recht hebben op een wettelijk bepaalde opzegperiode. In die periode is men dan ook verzekerd van zijn inkomen. Hiermee worden de werknemers beschermd, terwijl de werkgevers geresponsabiliseerd worden om niet lichtzinnig tot ontslag over te gaan. Dat laatste is een belangrijk onderdeel van de ontslagbescherming.

 

Dat was in elk geval de logica net voor de coronacrisis. Op een bepaald moment heeft men echter een koninklijk besluit genomen waarin men een achterpoortje openliet, waardoor werkgevers heel gemakkelijk mensen konden ontslaan op kosten van de sociale zekerheid. Mijn fractie vindt dat men er in de afgelopen weken nogal licht is overgegaan. De opzegperiode en de bijbehorende opzegvergoeding zijn immers elementaire onderdelen van de arbeidsvoorwaarden van de werknemers in ons land. Iedereen weet van tevoren dat men daarop recht heeft als een arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. Het is dus heel belangrijk om die rechtszekerheid voor de werknemers te handhaven. In die zin vinden wij wel dat het algemeen belang geschaad is en nemen wij geen genoegen met het advies van de Raad van State.

 

De minister van Werk heeft in de commissie gezegd dat er een uitzondering is, een regeling bij tijdelijke werkloosheid ten gevolge van overmacht. Die regeling is slechts van toepassing in uitzonderlijke gevallen, bij bijvoorbeeld brand of stormschade. Dat was dus altijd al een uitzondering. Nu heeft men echter theoretisch van die uitzondering de regel gemaakt. Via dat koninklijk besluit heeft men het ontslagrecht eigenlijk omgekeerd.

 

In het koninklijk besluit werd namelijk nagelaten om het voor bedrijven onmogelijk te maken werknemers vanwege overmacht te ontslaan en in tijdelijke werkloosheid te plaatsen. Zoals gezegd, de absolute uitzondering werd de regel.

 

Daar moeten wij toch even bij stilstaan. Is het zomaar mogelijk dat de huidige regering, met een bijzonder geringe legitimiteit van slechts 38 zetels in de Kamer, dit doorvoert, waardoor het principe wordt omgekeerd? Wij begrijpen trouwens evenmin dat dit door de superkern is geraakt.

 

In elk geval, door die nalatigheid wijzigde de regering in de praktijk het ontslagrecht in ons land door een keuze in te voeren die wettelijk niet bedoeld was en die de geest van het ontslagrecht volledig heeft onderuitgehaald. Wij vinden dat het algemeen belang daardoor wel degelijk geschaad is, wat ik daarnet ook in de commissievergadering heb gemotiveerd. De sociale rechten voor werknemers moet immers met de ermee gepaard gaande rechtszekerheid gehandhaafd blijven. Fundamentele wijzigingen in het ontslagrecht kunnen volgens ons enkel worden doorgevoerd via transparante democratische procedures, niet via een plotse standaardisering van een uitzonderingsregel, zoals gebeurde met terugwerkende kracht vanaf 1 maart 2020 via het koninklijk besluit "tijdelijke werkloosheid corona" van 30 maart 2020.

 

Het is ook wat wrang en ironisch dat minister Muylle in haar toenmalig persbericht, bij de uitvaardiging van het koninklijk besluit om tijdelijke werkloosheid wegens overmacht in te voeren vanwege het COVID-virus, aankondigde dat het oogpunt was om ontslagen en faillissementen te vermijden. In de praktijk zien wij dat ontslagen niet vermeden maar gefaciliteerd worden, doordat het poortje opengelaten werd. Dat is frappant, als je erover doordenkt is het maf.

 

Gisteren kondigde Swissport dan ook nog eens 1.500 ontslagen aan. Het zijn niet de eerste ontslagen en, naar ik vrees, ook niet de laatste. Het is dan ook zeer belangrijk dat het nu voorliggend wetsvoorstel vandaag goedgekeurd wordt, zodat aan de omkering van het Belgisch ontslagrecht een halt kan worden toegeroepen.

 

Beste collega's, het is eigenlijk erg dat de regering van het probleem al op de hoogte was sinds eind april. Nu pas, bijna halfweg juni, konden wij tot een oplossing komen. De regering beschikt nochtans over volmachten en kan via volmachtenbesluiten prangende problemen aanpakken. Dat werd bijvoorbeeld ook gedaan met de tijdelijke werkloosheid, ook retroactief, vanaf 1 maart. Op die manier had de regering die opengelaten deur ook terug kunnen sluiten: reparatie was mogelijk, ook retroactief, via een koninklijk besluit. Het werd echter doorverwezen naar het Parlement, waarop er een advies van de Raad van State gevraagd werd. Nu zitten we hier, met dat advies over de retroactiviteit.

 

Ik sluit af met de oproep om, eens deze wet is goedgekeurd – en ik verwacht niet anders dan dat zal gebeuren – ook de mensen te compenseren die sinds 1 maart de dupe zijn van dat achterpoortje en die hun opzegperiode niet hebben kunnen opschorten. Dat is heel belangrijk.

 

Ik heb in de commissie een amendement ingediend om dat wel retroactief toe te passen omdat wij wel deugdelijk kunnen motiveren dat het algemeen belang wel is geschaad. Ik vind het heel jammer dat de progressieve partijen ons daarin niet zijn gevolgd, maar zich hebben onthouden. Ook het Vlaams Belang, dat altijd beweert de kant van de werknemers te kiezen en altijd een sociaal gelaat opzet, stemde tegen de belangen van de werkende mensen.

 

In normale omstandigheden hadden deze mensen tijdens hun opzegperiode recht op 100 % van hun loon. Ik hoop dat dit door de regering en door de superkern zal worden opgenomen om ervoor te zorgen dat de honderden mensen die daarvan de dupe zijn, die met een kluitje in het riet zijn gestuurd, die op 70 % van hun loon zijn teruggevallen en die een ontslagvergoeding door de neus hebben zien geboord, nog op een of andere manier kunnen worden gecompenseerd.

 

23.08  Tania De Jonge (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, collega's, dit dossier heeft de voorbije weken een woelig verloop gekend, maar wij zijn blij dat we het vandaag kunnen afronden en goedkeuren.

 

Wij hebben van bij het begin van de behandeling aangegeven dat wij het eens waren met de geest van dit voorstel. Vriend en vijand erkennen dat de soepele tijdelijke werkloosheid een van de belangrijkste economische maatregelen is die de federale regering de voorbije maanden heeft genomen in het kader van de coronacrisis.

 

We worden nu geconfronteerd met heel wat ontslagen, maar zonder deze maatregelen zou het jobverlies zonder enige twijfel tien tot dertig keer hoger zijn geweest. We hebben ontzettend veel ontslagen vermeden door tijdelijk een belangrijk deel van de loonkosten over te nemen van de ondernemingen die noodgedwongen hun activiteit moesten stilleggen. Om administratieve redenen werd daarbij gekozen voor het motief overmacht.

 

Het gevolg daarvan, dat in feite niet was voorzien, was dat bij ontslag de opzegtermijn zou doorlopen tijdens de tijdelijke werkloosheid. Dit is niet het geval bij economische werkloosheid. Als de opzegtermijn doorloopt tijdens tijdelijke werkloosheid betaalt in feite de sociale zekerheid de opzeg. Dat kan niet de bedoeling zijn. We kunnen niet, enerzijds, een maatregel creëren om ontslagen te vermijden en, anderzijds, die maatregel op een zodanige manier vormgeven dat hij gebruikt kan worden om ontslagen goedkoper te maken. Wij zijn dus blij dat daaraan een einde komt.

 

Wij hebben ook van bij het begin aangegeven dat we dit voor de toekomst moeten oplossen, niet retroactief dus.

 

We moeten ook goed opletten wanneer we woorden als misbruik in de mond nemen. Sommigen zeggen dat werkgevers de regeling hebben misbruikt om werknemers te kunnen ontslaan. Ik kan u zeggen dat geen enkele werkgever mensen voor zijn plezier ontslaat. Ze nemen die beslissing als ze daartoe gedwongen worden door de economische omstandigheden. Spijtig genoeg zijn er ondernemingen die niet anders kunnen dan mensen ontslaan, ondanks alle steunmaatregelen die de overheid in stelling heeft gebracht. Ze doen dat heel vaak ook om de tewerkstelling van de overige werknemers in het bedrijf te kunnen beschermen. Dat is een belangrijke nuance.

 

Als deze maatregel retroactief zou worden toegepast, worden heel wat ondernemingen plots met extra onvoorziene kosten opgezadeld, waardoor de financiële problemen die in de eerste plaats tot ontslagen hebben geleid, nog groter worden. De kans op bijkomende ontslagen of een faillissement wordt zo weer verhoogd.

 

Daarenboven is het niet de schuld van de ondernemingen dat zij de regels correct hebben toegepast. Zoals de Raad van State ook schrijft in zijn advies: er was zelfs geen keuze om de opzegtermijn op te schorten. De wet bepaalt immers dat die verder moet lopen.

 

Zeker in deze moeilijke economische tijden is een stabiel rechtskader onontbeerlijk. We stellen dan ook vast dat de Raad van State vraagt om elk retroactief element uit dit wetsvoorstel te halen. Om dat te realiseren, werden daarnet in de commissie voor Sociale Zaken onze amendementen goedgekeurd. Op die manier kunnen we dit dossier vandaag op een heel positieve manier afronden.

 

Ik wil de collega's hartelijk danken voor de constructieve manier waarop de voorbije dagen werd samengewerkt om dit voorstel in overeenstemming te brengen met de opmerkingen van de Raad van State. Wij zullen de tekst dan ook met heel veel plezier goedkeuren.

 

23.09  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, in fine, la seule option du chômage temporaire de force majeure pour les entreprises touchées par le COVID-19 est quand même à l'origine du problème pour les travailleurs concernés. J'entendais certains collègues mettre surtout en exergue des abus du côté des employeurs en matière de licenciement. Je ne suis pas naïve. Sans doute que cela existe. En même temps, je trouve que les employeurs sont souvent présentés de manière caricaturale, comme s'ils licenciaient pour le plaisir.

 

Ce texte positif pour les travailleurs concernés posait dans sa formule initiale des problèmes importants qui ont d'ailleurs été validés par le Conseil d'État et soulignés également par les employeurs, à savoir la rétroactivité. Alors même que la responsabilité initiale de celle-ci est dans le choix du gouvernement sur le volet du chômage temporaire de force majeure, la rétroactivité pénalisait les employeurs qui avaient pourtant respecté les règles qui leur étaient imposées.

 

Cette rétroactivité aurait aussi représenté un surcoût important dans un contexte pourtant difficile. En voulant bien faire pour les travailleurs concernés, on risquait aussi, avec le dispositif tel qu'il était initialement prévu, de mettre à mal d'autres travailleurs et donc d'engendrer des pertes d'emploi potentiellement plus importantes.

 

À la suite de l'avis du Conseil d'État qu'il était, selon moi, important de consulter pour ce texte, nous avons donc amendé le texte ce jour en commission en supprimant complètement la rétroactivité, ce qui nous permet dès lors ce soir de soutenir la proposition de loi.

 

Je ne doute pas que, dans l'avenir, on devra vraisemblablement revenir sur ce dossier non par rapport à la période COVID-19, mais pour examiner dans le futur ce qu'il conviendra de faire entre le chômage économique et le chômage pour force majeure.

 

Voorzitter: Patrick Dewael, voorzitter.

Président: Patrick Dewael, président.

 

23.10  Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, het is vandaag al gezegd: het coronavirus heeft het normale leven overhoop gegooid en de bedrijven verplicht om hun bedrijven te sluiten. De regering is met een oplossing gekomen via een KB om ervoor te zorgen dat de werknemers niet zonder inkomen zouden vallen, namelijk de invoering van de tijdelijke werkloosheid wegens COVID-19. Daarbij vergat ze wel om de bepaling inzake de opschorting van de opzegtermijnen, zoals die gelden voor technische en economische werkloosheid, mee op te nemen in het KB.

 

Het gevolg is dat de bedrijven een "Torfske" kunnen doen. Dat betekent dat men zijn werknemers eigenlijk gratis kan ontslaan, want de kosten van de opzeg komen toch ten laste van de overheid. Niet alleen de loonkosten worden van de werkgevers overgenomen, maar ook nog eens de opzegvergoeding. Dat achterpoortje willen wij sluiten met ons voorstel.

 

Ontslagen worden op zich is een zware klap. Werknemers zitten thuis en krijgen via een telefoontje, een mail of brief te horen dat zij hun job verliezen, een zwaar gevolg van de COVID-19-maatregelen.

 

Crisis of niet, wie ontslagen wordt, verdient respect, in de vorm van een opzegvergoeding, die effectief wordt uitbetaald, zoals in normale tijden. Met ons voorstel willen wij de fout van de regering rechtzetten. Oorspronkelijk wilden wij vanaf 1 maart een oplossing te bieden, omdat iedereen het wel eens is met de filosofie om de opzegvergoeding niet te laten dragen door de sociale zekerheid. Het advies van de Raad van State dat wij niet retroactief kunnen werken, heeft daar echter anders over geoordeeld. Wij hebben daar rekening mee gehouden en de tekst aangepast aan het advies van de Raad van State.

 

Ik ben dan ook heel blij en tevreden dat wij vandaag over ons voorstel kunnen stemmen, zodat wij de werknemers in de toekomst zullen beschermen. Dat betekent dat vanaf de datum van publicatie de lopende opzegperiodes en de opzegperiodes voor toekomstige ontslagen voor werknemers in tijdelijke werkloosheid worden opgeschort.

 

Verschillende sprekers hebben al aangegeven dat het voorstel veel vertraging heeft opgelopen. Maar, collega's, de wandelgangen in het Parlement hebben hun kracht en door de COVID-19-maatregelen konden we mekaar niet in levenden lijve zien. Het belangrijkste is dat wij elkaar vandaag wel hebben gevonden en overeenstemming hebben gevonden voor de filosofie dat werkgevers werknemers niet gratis kunnen ontslaan door het ontslag op de sociale zekerheid af te wentelen.

 

Ik wil iedereen bedanken voor de constructieve houding tijdens de commissievergadering en tijdens de plenaire vergadering vandaag.

 

Ik roep de minister, die vandaag niet aanwezig is – enkele partijleden zijn hier wel aanwezig –, dan ook op werk te maken van de publicatie van de wet, nadat die vandaag hopelijk wordt goedgekeurd.

 

Mij rest enkel nog een dankwoord aan iedereen. Weet alvast dat de tekst, indien hij wordt goedgekeurd, een hele opluchting voor heel veel werknemers zal betekenen.

 

23.11  Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Je voulais avoir une réponse plus claire de la part du Vlaams Belang. Êtes-vous pour ou contre la rétroactivité pour les travailleurs? Pourquoi avez-vous voté contre notre amendement?

 

23.12  Hans Verreyt (VB): Ik hoop dat jullie het advies van de Raad van State intussen gelezen hebben. Ondanks de meningsverschillen over dit thema hebben we in de commissie unaniem hetzelfde voorstel goedgekeurd en zullen we dat hier straks opnieuw doen, juist omdat de terugwerkende kracht niet kan volgens de Raad van State. Waarom probeert u dat hier opnieuw in te voeren? Wilt u een tweede en misschien een derde en vierde keer tegen de muur lopen?

 

Ik wil er even op wijzen dat het uw partij was die bij de tweede lezing amendementen is beginnen indienen om het steeds maar straffer te maken, waardoor we vier weken hebben verloren. Dat werknemers vandaag op hun geld wachten, dat zij achtergesteld zijn en maar 70 % krijgen, is deels uw verantwoordelijkheid. Het was toen al duidelijk dat er een probleem was met die terugwerkende kracht en toch is uw partij het voorstel steeds straffer beginnen maken, waardoor de Raad van State inderdaad niets anders kon doen dan dit met een vernietigend advies terug te sturen naar de commissie.

 

Alle partijen hebben toen kunnen vaststellen dat we daar echt niet tegen in konden gaan. We moesten immers duidelijkheid creëren voor werknemer én werkgever. Die terugwerkende kracht, die u straks een derde keer voorlegt, hebben we dus effectief niet goedgekeurd. Alle partijen hebben gezocht naar een oplossing, maar die terugwerkende kracht, die u daarstraks voor de derde keer voorstelde, is inderdaad geen goede zaak.

 

De voorzitter: Ondertussen is dat al duidelijk gemaakt. Mogen wij ervan uitgaan dat het debat gevoerd is? Collega Flahaut had ervoor gezorgd dat mevrouw Kitir, als indienster, het laatste woord kreeg. Ik stel voor om de algemene bespreking hierbij te besluiten.

 

La discussion générale est close.

De algemene bespreking is gesloten.

 

Discussion des articles

Bespreking van de artikelen

 

Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (1212/13)

Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (1212/13)

 

La proposition de loi compte 3 articles.

Het wetsvoorstel telt 3 artikelen.

 

Aucun amendement n'a été déposé.

Er werden geen amendementen ingediend.

 

Les articles 1 à 3 sont adoptés article par article.

De artikelen 1 tot 3 worden artikel per artikel aangenomen.

 

La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.

De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.

 

24 Proposition de résolution relative aux traités commerciaux européens, visant à y inclure des critères contraignants en matière de droits humains et de normes sociales et environnementales (517/1-8)

24 Voorstel van resolutie over de Europese handelsovereenkomsten, teneinde in die verdragen dwingende criteria op te nemen inzake mensenrechten en inzake sociale en milieugerelateerde normen (517/1-8)

 

Proposition déposée par:

Voorstel ingediend door:

Malik Ben Achour, Christophe Lacroix, Hugues Bayet, Mélissa Hanus.

 

Discussion

Bespreking

 

La commission des Relations extérieures propose de rejeter cette proposition de résolution. (517/8)

De commissie voor Buitenlandse Betrekkingen stelt voor dit voorstel van resolutie te verwerpen. (517/8)

 

Conformément à l'article 88 du Règlement, l'assemblée plénière se prononcera sur cette proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, l’auteur.

Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over dit voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indiener te hebben gehoord.

 

La discussion est ouverte.

De bespreking is geopend.

 

De rapporteur, de heer De Maegd, verwijst naar zijn schriftelijk verslag.

 

24.01  Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, nous souhaitons que soit réexaminé notre texte visant l'inclusion dans les traités commerciaux de critères contraignants en matière de droits humains, en matière sociale ainsi qu'en matière environnementale.

 

Si nous revenons avec ce texte, rejeté en commission par neuf voix contre huit, c'est pour une raison très simple: entre le 29 janvier (date du vote en commission des Affaires étrangères) et aujourd'hui, il s'est produit une crise d'une ampleur sans précédent depuis la Seconde Guerre mondiale. Une crise qui a eu son lot d'interrogations, de remises en question parfois très profondes et de réflexions sur un monde qui change, le monde à venir, le monde que nous voulons vraiment pour nous-mêmes comme pour nos enfants.

 

Ces réflexions sont menées à tous les niveaux dans le débat public, mais aussi au cœur des institutions. Elles ont d'ailleurs porté très massivement sur la mondialisation ainsi que sur les règles qui organisent les échanges commerciaux entre l'Europe et le reste du monde. Ainsi, la Commission européenne veut légiférer dès 2021 et obliger les entreprises à respecter les droits humains et l'environnement. Elle a d'ailleurs prévu des sanctions en cas de problème.

 

De même, le plan de relance de l'Union européenne comme le Pacte vert pour l'Europe prévoient un mécanisme d'ajustement carbone aux frontières de l'Union qui va véritablement révolutionner les échanges commerciaux.

 

Enfin, la France et les Pays-Bas veulent tous les deux renforcer les chapitres sur le développement durable dans les accords de commerce. Le Parlement néerlandais a récemment voté une motion contre les accords avec le Mercosur, comme l'avait fait l'assemblée nationale autrichienne l'année dernière et comme le propose ce texte rejeté par la commission.

 

La crise a révélé nos dépendances et nos faiblesses, notamment dans des secteurs industriels les plus stratégiques en période de crise. Elle a aussi montré à quel point la mondialisation avait fait de nos économies des géants aux pieds d'argile. Il faut pouvoir le mesurer. Il faut pouvoir mesurer à quel point nous avons désormais besoin d'un système qui ne soumet pas nos entreprises à une concurrence déloyale, qui n'organise pas la désindustrialisation de nos bassins, qui n'attaque pas violemment nos standards sociaux et nos emplois, qui ne pousse pas nos agriculteurs dans le gouffre de l'incertitude. Nous avons besoin d'un système qui ne favorise pas l'évasion fiscale, d'un système qui ne contribue pas massivement au dérèglement climatique et qui respecte la planète.

 

Canada, Mercosur, Mexique: ces accords posent tous question et il faut des balises claires comme le proposait ce texte. Il n'est, par exemple, pas acceptable que les clauses ISDS comprises dans ces traités puissent continuer à menacer les mesures prises par les États pour endiguer l'épidémie ou pour soutenir l'économie. Il est donc temps, grand temps de faire le bilan de la politique commerciale européenne et de la revoir en profondeur. Et, à l'aune des engagements pris dans les Accords de Paris, à l'aune aussi des leçons de la crise, il faut relocaliser et protéger ici en Europe les industries et les travailleurs, particulièrement dans les secteurs stratégiques des soins de santé, de l'alimentaire ou même de l'énergie.

 

Pour que le monde de demain plus juste, plus durable, plus local se dessine aujourd'hui, il est nécessaire, chers collègues, que vous acceptiez de reconsidérer la situation en renvoyant ce texte en commission pour un réexamen à la lumière des leçons que nous avons tous tirées de la crise. Je vous remercie.

 

Le président: Plus personne ne peut prendre la parole.

Geen andere spreker mag het woord nemen.

 

Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition de résolution aura lieu ultérieurement.

De stemming over het voorstel tot verwerping van dit voorstel van resolutie zal later plaatsvinden.

 

25 Centre d'information et d'avis sur les organisations sectaires nuisibles - Désignation des membres - Candidatures

25 Informatie- en adviescentrum inzake schadelijke en sektarische organisaties - Aanwijzing van de leden - Kandidaturen

 

Le Centre d’information et d’avis sur les organisations sectaires nuisibles est composé de huit membres effectifs (quatre francophones et quatre néerlandophones) et de huit membres suppléants (quatre francophones et quatre néerlandophones).

Het informatie- en adviescentrum bestaat uit acht vaste leden (vier Nederlandstalig en vier Franstalig) en acht plaatsvervangende leden (vier Nederlandstalig en vier Franstalig).

 

Les membres sont désignés par la Chambre à la majorité des deux tiers, pour un terme de six ans, renouvelable une fois, en raison de leur expérience ou de leur connaissance de la problématique des organisations sectaires nuisibles.

De leden worden aangewezen door de Kamer met een tweederdemeerderheid, voor een termijn van zes jaar, eenmaal hernieuwbaar, omwille van hun ervaring of kennis inzake de problematiek van de sektarische organisaties.

 

Quatre membres effectifs et quatre membres suppléants sont désignés sur présentation d'une liste par le Conseil des ministres, deux candidats étant proposés pour chaque mandat à conférer.

Vier vaste en vier plaatsvervangende leden worden aangewezen op voordracht van de ministerraad die voor elk te begeven ambt twee kandidaten dient voor te dragen.

 

Les quatre autres membres effectifs et les quatre autres membres suppléants sont désignés directement par la Chambre.

De andere vier vaste en vier plaatsvervangende leden worden rechtstreeks door de Kamer aangewezen.

 

Tant pour les membres désignés directement par la Chambre que pour ceux désignés sur présentation d'une liste par le Conseil des ministres, la parité linguistique entre les membres d'expression française et les membres d'expression néerlandaise doit être assurée. Au moins un membre effectif et un membre suppléant doivent posséder une connaissance de la langue allemande.

Zowel voor de rechtstreeks door de Kamer als voor de op voordracht van de ministerraad aangewezen leden dient de taalpariteit tussen de Nederlandstalige en de Franstalige leden te worden gewaarborgd. Ten minste één vast en één plaatsvervangend lid dienen kennis te hebben van het Duits.

 

La Chambre désigne parmi les membres effectifs le président et le président suppléant.

De Kamer kiest uit de vaste leden de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter.

 

Conformément à la décision de la séance plénière du 18 octobre 2018, un appel aux candidats a été publié au Moniteur belge du 12 décembre 2018 pour les membres du Centre d’information et d’avis sur les organisations sectaires nuisibles qui sont directement désignés par la Chambre.

Overeenkomstig de beslissing van de plenaire vergadering van 18 oktober 2018 werd in het Belgisch Staatsblad van 12 december 2018 een oproep tot kandidaten bekendgemaakt voor de leden van het Informatie- en adviescentrum inzake schadelijke en sektarische organisaties die rechtstreeks door de Kamer worden aangewezen.

 

Les candidatures suivantes ont été introduites auprès de la Chambre:

Volgende kandidaturen werden bij de Kamer ingediend:

 

Membres effectifs:

Vaste leden:

 

Candidats francophones:

- M. Eric Brasseur, retraité, ancien directeur du CIAOSN

- M. Frédéric Hoebeeck, coordinateur de l’association CheCoPa

- M. Jean-François Husson, maître de conférences à l’Université Catholique de Louvain et à l’Université de Liège

- M. Dany Lesciauskas, commissaire judiciaire auprès de la police judiciaire fédérale de Bruxelles

- M. Roland Planchar, journaliste

- M. Guy Rapaille, président honoraire du Comité R

- M. Eric Robert, président des juges de paix et juges du tribunal de police de l’arrondissement du Luxembourg

- Mme Céline Rouge, lifecoach et thérapeute, co-fondatrice de l’association CheCoPa

- Mme Mira Mireille Stallmaster-Degen, retraitée, secrétaire générale de FECRIS

- Mme Béatrice van de Put, conseillère auprès du Cabinet de la ministre de l’Enseignement

- M. Thierry Wertz, conseiller près la cour d’appel de Bruxelles

Franstalige kandidaten:

- de heer Eric Brasseur, gepensioneerd, gewezen directeur van het IACSSO

- de heer Frédéric Hoebeeck, coördinator vzw CheCoPa

- de heer Jean-François Husson, maître de conférences aan de Université Catholique de Louvain en aan de Université de Liège

- de heer Dany Lesciauskas, gerechtelijke commissaris bij de federale gerechtelijke politie van Brussel

- de heer Roland Planchar, journalist

- de heer Guy Rapaille, erevoorzitter van het Comité I

- de heer Eric Robert, voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank van het arrondissement Luxemburg

- mevrouw Céline Rouge, lifecoach en therapeute, medeoprichtster vzw CheCoPa

- mevrouw Mira Mireille Stallmaster-Degen, gepensioneerd, secretaris-generaal van FECRIS

- mevrouw Béatrice van de Put, raadgever bij het Kabinet van de minister van Onderwijs

- de heer Thierry Wertz, raadsheer bij het hof van beroep te Brussel

 

Candidats néerlandophones:

- M. Bert Broeckaert, professeur ordinaire à la faculté de Théologie et des Sciences religieuses de la KULeuven

- M. Peter De Mey, professeur ordinaire à la faculté de Théologie et des Sciences religieuses de la KULeuven

- Mme Yvette De Weyer, professeur de Droit et de Néerlandais auprès de Bruxelles formation

- M. Olivier Faelens, administrateur chez Axcent

- M. Frank Judo, avocat

- M. Hendrik Pinxten, professeur ordinaire émérite de l’UGent

- M. Tom Ruysschaert, fonctionnaire à la ville de Harelbeke

- M. Luc Willems, avocat

Nederlandstalige kandidaten:

- de heer Bert Broeckaert, gewoon hoogleraar aan de faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KULeuven

- de heer Peter De Mey, gewoon hoogleraar aan de faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KULeuven

- mevrouw Yvette De Weyer, leerkracht Recht en Nederlands bij Bruxelles formation

- de heer Olivier Faelens, bestuurslid van Axcent

- de heer Frank Judo, advocaat

- de heer Hendrik Pinxten, emeritus gewoon hoogleraar aan de UGent

- de heer Tom Ruysschaert, ambtenaar bij de stad Harelbeke

- de heer Luc Willems, advocaat

 

Membres suppléants:

Plaatsvervangende leden:

 

Candidats francophones:

- M. Eric Brasseur, retraité, ancien directeur du CIAOSN

- M. Frédéric Hoebeeck, coordinateur de l’association CheCoPa

- M. Jean-François Husson, maître de conférences à l’Université Catholique de Louvain et à l’Université de Liège

- M. Dany Lesciauskas, commissaire judiciaire auprès de la police judiciaire fédérale de Bruxelles

- Mme Céline Rouge, lifecoach et thérapeute, co-fondatrice de l’association CheCoPa

- Mme Mira Mireille Stallmaster-Degen, retraitée, secrétaire générale de FECRIS

- Mme Béatrice van de Put, conseillère auprès du Cabinet de la ministre de l’Enseignement

Franstalige kandidaten:

- de heer Eric Brasseur, gepensioneerd, gewezen directeur van het IACSSO

- de heer Frédéric Hoebeeck, coördinator vzw CheCoPa

- de heer Jean-François Husson, maître de conférences aan de Université Catholique de Louvain en aan de Université de Liège

- de heer Dany Lesciauskas, gerechtelijke commissaris bij de federale gerechtelijke politie van Brussel

- mevrouw Céline Rouge, lifecoach en therapeute, medeoprichtster vzw CheCoPa

- mevrouw Mira Mireille Stallmaster-Degen, gepensioneerd, secretaris-generaal van FECRIS

- mevrouw Béatrice van de Put, raadgever bij het Kabinet van de minister van Onderwijs

 

Candidats néerlandophones:

- M. Bert Broeckaert, professeur ordinaire à la faculté de Théologie et des Sciences religieuses de la KULeuven

- M. Peter De Mey, professeur ordinaire à la faculté de Théologie et des Sciences religieuses de la KULeuven

- Mme Yvette De Weyer, professeur de Droit et de Néerlandais auprès de Bruxelles formation

- M. Olivier Faelens, administrateur chez Axcent

- M. Frank Judo, avocat

- M. Hendrik Pinxten, professeur ordinaire émérite de l’UGent

- M. Tom Ruysschaert, fonctionnaire à la ville de Harelbeke

- M. Luc Willems, avocat

Nederlandstalige kandidaten:

- de heer Bert Broeckaert, gewoon hoogleraar aan de faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KULeuven

- de heer Peter De Mey, gewoon hoogleraar aan de faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KULeuven

- mevrouw Yvette De Weyer, leerkracht Recht en Nederlands bij Bruxelles formation

- de heer Olivier Faelens, bestuurslid van Axcent

- de heer Frank Judo, advocaat

- de heer Hendrik Pinxten, emeritus gewoon hoogleraar aan de UGent

- de heer Tom Ruysschaert, ambtenaar bij de stad Harelbeke

- de heer Luc Willems, advocaat

 

Par lettre du 12 mai 2020, le vice-premier ministre et ministre de la Justice communique la présentation des candidats par le Conseil des ministres:

Bij brief van 12 mei 2020 deelt de vice-eersteminister en minister van Justitie de voordracht van kandidaten door de ministerraad mee:

 

Membres effectifs:

Premier mandat (N)

Premier candidat: M. Luc Willems

Deuxième candidat: M. Hendrik Pinxten

Deuxième mandat (N)

Premier candidat: M. Frank Judo

Deuxième candidat: M. Olivier Faelens

Troisième mandat (F)

Premier candidat: M. Dany Lesciauskas

Deuxième candidat: Mme Béatrice van de Put

Quatrième mandat (F)

Premier candidat: M. Eric Robert

Deuxième candidat: M. Jean-François Husson

Vaste leden:

Eerste ambt (N)

Eerste kandidaat: de heer Luc Willems

Tweede kandidaat: de heer Hendrik Pinxten

Tweede ambt (N)

Eerste kandidaat: de heer Frank Judo

Tweede kandidaat: de heer Olivier Faelens

Derde ambt (F)

Eerste kandidaat: de heer Dany Lesciauskas

Tweede kandidaat: mevrouw Béatrice van de Put

Vierde ambt (F)

Eerste kandidaat: de heer Eric Robert

Tweede kandidaat: de heer Jean-François Husson

 

Membres suppléants:

Premier mandat (N)

Premier candidat: M. Hendrik Pinxten

Deuxième candidat: M. Luc Willems

Deuxième mandat (N)

Premier candidat: M. Olivier Faelens

Deuxième candidat: M. Frank Judo

Troisième mandat (F)

Premier candidat: Mme Béatrice van de Put

Deuxième candidat: M. Dany Lesciauskas

Quatrième mandat (F)

Premier candidat: M. Jean-François Husson

Deuxième candidat: M. Eric Robert

Plaatsvervangende leden:

Eerste ambt (N)

Eerste kandidaat: de heer Hendrik Pinxten

Tweede kandidaat: de heer Luc Willems

Tweede ambt (N)

Eerste kandidaat: de heer Olivier Faelens

Tweede kandidaat: de heer Frank Judo

Derde ambt (F)

Eerste kandidaat: mevrouw Béatrice van de Put

Tweede kandidaat: de heer Dany Lesciauskas

Vierde ambt (F)

Eerste kandidaat: de heer Jean-François Husson

Tweede kandidaat: de heer Eric Robert

MM. Peter De Mey, Olivier Faelens, Frank Judo et Tom Ruysschaert ont fourni la preuve de leur connaissance de l’allemand.

De heren Peter De Mey, Olivier Faelens, Frank Judo en Tom Ruysschaert leveren het bewijs van de kennis van het Duits.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 10 juin 2020, je vous propose de transmettre la présentation du Conseil des ministres ainsi que le curriculum vitae des candidats aux groupes politiques.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 10 juni 2020 stel ik u voor de voordracht van de ministerraad alsmede de cv's van de kandidaten aan de politieke fracties te bezorgen.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

26 UNIA - MYRIA - Désignation des membres des conseils d'administration - Appels aux candidats

26 UNIA - MYRIA - Aanduiding van de leden van de raden van bestuur - Oproepen tot kandidaten

 

Par lettre du 2 mars 2020, Mme Els Keytsman et M. Patrick Charlier, directeurs d’UNIA (Centre interfédéral pour l’égalité des chances et la lutte contre le racisme et les discriminations), demandent de procéder à la désignation de dix nouveaux membres du conseil d’administration d’UNIA.

Bij brief van 2 maart 2020 vragen mevrouw Els Keytsman en de heer Patrick Charlier, directeurs van UNIA (Interfederaal Centrum voor Gelijke Kansen en voor Racismebestrijding en Discriminatie), om over te gaan tot de aanduiding van tien nieuwe leden van de raad van bestuur van UNIA.

 

Par lettre du 2 mars 2020, M. Koen Dewulf, directeur de MYRIA (Centre fédéral pour l’analyse des flux migratoires, la protection des droits fondamentaux des étrangers et la lutte contre la traite des êtres humains), demande de procéder à la désignation de dix nouveaux membres du conseil d’administration de MYRIA.

Bij brief van 2 maart 2020 vraagt de heer Koen Dewulf, directeur van MYRIA (Federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel), om over te gaan tot de aanduiding van tien nieuwe leden van de raad van bestuur van MYRIA.

 

Conformément à l’article 5/1 de la loi du 15 février 1993 créant un Centre fédéral pour l'analyse des flux migratoires, la protection des droits fondamentaux des étrangers et la lutte contre la traite des êtres humains, MYRIA est géré par un conseil d’administration composé des membres désignés par la Chambre des représentants en qualité de membres d’UNIA.

Overeenkomstig artikel 5/1 van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Federaal Centrum voor de analyse van de migratiestromen, de bescherming van de grondrechten van de vreemdelingen en de strijd tegen de mensenhandel, wordt MYRIA beheerd door een raad van bestuur die is samengesteld uit de leden die door de Kamer van volksvertegenwoordigers worden aangeduid als leden van UNIA.

 

Le mandat des membres a commencé le 3 février 2015 pour une durée de six ans renouvelable deux fois. Il prendra donc fin en février 2021.

Het mandaat van de leden begon op 3 februari 2015 voor een duur van zes jaar twee maal hernieuwbaar. Het zal dus in februari 2021 eindigen.

 

Conformément à l’article 8 de l’accord de coopération du 12 juin 2013, la Chambre des représentants désigne dix membres effectifs - dont au maximum cinq sont du même sexe, cinq membres appartenant au rôle linguistique francophone et cinq membres appartenant au rôle linguistique néerlandophone - et dix membres suppléants.

Overeenkomstig artikel 8 van het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 duidt de Kamer van volksvertegenwoordigers tien effectieve leden – maximaal vijf van hetzelfde geslacht, waarbij vijf leden tot de Nederlandstalig taalrol en vijf leden tot de Franstalige taalrol behoren – en tien plaatsvervangende leden aan.

 

Chaque membre effectif a un suppléant.

Elk effectief lid heeft een plaatsvervanger.

 

Lorsqu’un membre effectif ne peut pour une raison quelconque achever son mandat, le membre qui le supplée est nommé membre effectif et un nouveau membre suppléant est nommé pour la durée du mandat qui reste à courir.

Wanneer een effectief lid om een of andere reden zijn mandaat niet beëindigt, wordt het lid dat hem vervangt benoemd tot effectief lid en wordt een nieuw plaatsvervangend lid benoemd voor de duur die het mandaat nog loopt.

 

Les membres sont désignés sur la base de leur compétence, de leur expérience, de leur indépendance et de leur autorité morale. Ils sont notamment issus du monde académique, judiciaire, de la société civile et des partenaires sociaux. Le conseil d’administration doit être composé de la manière la plus pluraliste possible.

De leden worden aangeduid op basis van hun deskundigheid, hun ervaring, hun onafhankelijkheid en hun moreel gezag. Zij komen voort uit de academische wereld, de gerechtelijke wereld, het middenveld en de sociale partners. De raad van bestuur dient zo pluralistisch mogelijk te worden samengesteld.

 

Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 10 juin 2020, je vous propose de publier un appel aux candidats au Moniteur belge en vue de la désignation des nouveaux membres des conseils d’administration d’UNIA et de MYRIA. La publication au Moniteur belge sera communiquée aux autres assemblées.

Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 10 juni 2020, stel ik u voor een oproep tot kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekend te maken met het oog op de aanduiding van de nieuwe leden van de raden van bestuur van UNIA en MYRIA. De bekendmaking in het Belgisch Staatsblad zal aan de andere assemblees worden meegedeeld.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus zal geschieden.

 

27 Procédure pour la nomination des membres effectifs du conseil d’administration de l’Institut fédéral pour la protection et la promotion des droits humains

27 Procedure voor de benoeming van de effectieve leden van de raad van bestuur van het Federaal Instituut voor de bescherming en de bevordering van de rechten van de mens

 

Conformément à la décision de la Conférence des présidents du 10 juin 2020, je vous propose d’inscrire la nomination des membres effectifs du conseil d’administration de l’Institut fédéral pour la protection et la promotion des droits humains à l’ordre du jour de la séance plénière du jeudi 18 juin 2020.

Overeenkomstig de beslissing van de Conferentie van voorzitters van 10 juni 2020 stel ik u voor de benoeming van de effectieve leden van de raad van bestuur van het Federaal Instituut voor de bescherming en de bevordering van de rechten van de mens op de agenda van de plenaire vergadering van 18 juni 2020 te plaatsen.

 

Étant donné la difficulté d’organiser un scrutin secret dans l’hémicycle, je vous propose de suivre la procédure suivante:

- Les membres peuvent voter dès le vendredi 12 juin 2020 jusqu’à jeudi 18 juin 2020 à 14 h. Leur bulletin de vote ainsi que le document parlementaire n° 1092/1 sont à leur disposition au Secrétariat général.

- L’urne contenant les bulletins de vote sera ouverte au cours de la séance plénière du jeudi 18 juin 2020.

Gelet op de moeilijkheid om een geheime stemming te organiseren in het halfrond, stel ik u voor de volgende procedure te hanteren:

- De leden kunnen stemmen vanaf vrijdag 12 juni 2020 tot donderdag 18 juni 2020 om 14 uur. Hun stembiljet en het parlementair stuk nr. 1092/1 liggen ter beschikking op het Secretariaat-generaal.

- De urne met de stembiljetten wordt geopend tijdens de plenaire vergadering van donderdag 18 juni 2020.

 

Je vous rappelle que vous devez traçer six croix parmi les candidats francophones et six croix parmi les candidats néerlandophones. Les différentes catégories (monde académique, monde judiciaire, société civile et partenaires sociaux) doivent être représentées avec un maximum de quatre membres pour chacune d’entre elles.

Ik herinner u eraan dat u zes kruisjes bij de Nederlandstalige kandidaten en zes kruisjes bij de Franstalige kandidaten moet plaatsen. De verschillende categorieën (academische wereld, gerechtelijke wereld, maatschappelijke middenveld en sociale partners) dienen vertegenwoordigd te zijn met een maximum van vier leden voor elk van hen.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

28 Demande d'urgence émanant du gouvernement

28 Urgentieverzoek vanwege de regering

 

Le gouvernement a demandé l'urgence conformément à l'article 51 du Règlement lors du dépôt du projet de loi portant des dispositions fiscales afin de promouvoir la liquidité et la solvabilité des entreprises dans le contexte de la lutte contre les conséquences économiques de la pandémie de COVID-19, n° 1309/1.

De regering heeft de urgentieverklaring gevraagd met toepassing van artikel 51 van het Reglement, bij de indiening van het wetsontwerp houdende fiscale bepalingen ter bevordering van de liquiditeit en solvabiliteit van ondernemingen in het kader van de bestrijding van de economische gevolgen van de COVID-19-pandemie, nr. 1309/1.

 

Je passe la parole au gouvernement pour développer la demande d'urgence.

Ik geef het woord aan de regering om de vraag tot urgentieverklaring toe te lichten.

 

28.01 Minister Pieter De Crem: Ik vraag de urgentie namens de regering voor het ontwerp van de heer De Croo.

 

De voorzitter: Ik breng ook in herinnering dat het ontwerp eigenlijk ook al behandeld en goedgekeurd is in de commissie. Het gaat dus enkel over een kwestie van termijnen.

 

28.02  Meryame Kitir (sp.a): Er is inderdaad al over gestemd in de commissie. Waarom is de urgentie dan nog nodig?

 

De voorzitter: Voor de termijnen van het verslag enzovoort. De urgentie kan altijd nadien nog ingeroepen worden. Het is een kwestie van termijnen, die op dat ogenblik ook vervallen.

 

28.03 Minister Pieter De Crem: Het wetsontwerp impacteert het boekjaar 2019. De termijnen zijn zoals gezegd belangrijk. Ik heb daar niks aan toe te voegen.

 

De voorzitter: Er zijn, behalve de vraag van mevrouw Kitir, geen bezwaren? (Neen)

 

Dan kunnen we ervan uitgaan dat het ontwerp alsnog de urgentie verkrijgt.

 

L'urgence est adoptée par assentiment.

De urgentie wordt bij instemming aangenomen.

 

29 Prise en considération de propositions

29 Inoverwegingneming van voorstellen

 

Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.

In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.

 

S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.

Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de inoverwegingneming van deze voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden.

 

Pas d'observation? (Non)

Il en sera ainsi.

 

Geen bezwaar? (Nee)

Aldus wordt besloten.

 

Demandes d'urgence

Urgentieverzoeken

 

Monsieur  Laaouej, vous demandez l'urgence pour la proposition de loi n° 1303/1 augmentant les indemnités de chômage temporaire liées au COVID-19.

 

29.01  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, la première proposition pour laquelle nous demandons l'urgence concerne les indemnités de chômage temporaire liées au COVID-19, afin d'en envisager une revalorisation. Chacun en comprendra l'urgence, puisque ce texte cible les personnes qui se retrouvent en situation de chômage en raison du coronavirus.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est adoptée.

De urgentie wordt aangenomen.

 

M. Laaouej, vous demandez l'urgence pour la proposition de résolution (Mme Eliane Tillieux, MM. Patrick Prévot, Hervé Rigot, Ahmed Laaouej et Jan Bertels) visant à garantir la stabilité financière des hôpitaux à la suite de la crise du COVID-19, n° 1304/1.

 

29.02  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, comme vous le savez nous avons eu un débat très intéressant hier, à propos des crédits provisoires, en commission des Finances, et la question du financement des hôpitaux a été largement évoquée. On a en particulier parlé de l'usage des provisions. Nous souhaitons pouvoir ouvrir un débat de fond sur cette question du financement des hôpitaux, en cette période particulière du COVID-19 que nous connaissons, et qui a aggravé évidemment la situation financière des hôpitaux.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est rejetée.

De urgentie wordt verworpen.

 

Mijnheer Verherstraeten, u vraagt de urgentie voor het wetsvoorstel nr. 1322/1 tot wijziging van de wet van 21 maart 2018 tot wijziging van de wet op het politieambt om het gebruik van camera's door de politiediensten te regelen, en tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's, van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid.

 

29.03  Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, in 2018 werd een belangrijke hervorming van de camerawet van 2007 goedgekeurd. Deze wetswijziging wijzigde ook de modaliteiten van de verplichting tot aangifte van bewakingscamera's.

 

Er is nu een nieuw gecentraliseerd aangiftesysteem. Er werd wel in een overgangsperiode van twee jaar voorzien om ervoor te zorgen dat de personen die hun camera's al bij het vorige aangiftesysteem hadden aangegeven zich in regel konden stellen. Deze termijn ging van start op 25 mei 2018 en liep op 25 mei 2020 af.

 

Omwille van bepaalde technische problemen en extra moeilijkheden, omwille van de verschillende maatregelen in de strijd tegen het coronavirus, hebben heel wat betrokkenen zich niet in regel kunnen stellen. Vandaar dit wetsvoorstel om de overgangstermijn tot 31 december 2021 te verlengen. Aangezien de huidige termijn reeds verstreken is, dient de nieuwe overgangstermijn met urgentie te worden ingevoerd.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est adoptée.

De urgentie wordt aangenomen.

 

Monsieur Laaouej, vous demandez l'urgence pour la proposition de loi visant à aménager la situation de certaines catégories d'étrangers durant la pandémie du COVID-19, n° 1327/1.

 

29.04  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, le kern élargi a pris un certain nombre de mesures concernant la possibilité d'employer des gens qui n'ont pas de statut de séjour dans notre pays. L'objectif est simplement de pouvoir avoir un débat au Parlement sur la situation administrative de ces personnes. C'est la raison pour laquelle nous demandons l'urgence. Le kern a pris des orientations. Il faut pouvoir les accompagner légalement. Je vous remercie.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est rejetée.

De urgentie wordt verworpen.

 

De urgentie wordt gevraagd voor het voorstel van resolutie nr. 1332/1 van collega's Metsu en Buysrogge om meer veiligheid te creëren in en rond recreatiedomeinen en openluchtzwembaden.

 

29.05  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, dit voorstel van resolutie gaat over een structurele oplossing voor de overlast waarmee recreatiedomeinen en openluchtzwembaden al tientallen jaren kampen. Het benadrukt ook het fenomeen van de rondtrekkende amokmakers die in de voormiddag voor overlast zorgen in domein A, daar een plaatsverbod krijgen, maar in de namiddag hetzelfde doen in domein B.

 

Als dat al tientallen jaren bezig is, is de vraag naar urgentie misschien wat verrassend, maar ik zal ze toch vragen omdat de coronacrisis ervoor zorgt dat reizen naar het buitenland onzeker wordt. Het fenomeen van de staycations wordt het hippe alternatief en de recreatiedomeinen zullen daarin zeker een belangrijke rol spelen.

 

Zij zullen deze zomer wellicht en mogelijk meer mensen dan normaal ontvangen. Wij moeten dat zelfs hopen. Wij hopen dan ook dat we tegen die tijd een oplossing hebben voor die rondtrekkende overlastbezorgers. Vandaar de vraag tot urgentie.

 

De voorzitter: Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.

Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

 

De urgentie wordt verworpen.

L'urgence est rejetée.

 

Madame Fonck, vous demandez l'urgence pour la proposition de résolution n° 1333/1 relative à la compensation de la perte de financement des hôpitaux à la suite de la crise du COVID-19.

 

29.06  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le président, on a évoqué tout à l'heure le sujet mais je ne sais pas si c'est le même contenu. Il s'agit bien de pouvoir compenser les pertes de financement pour les hôpitaux à la suite de la crise du COVID-19 et surtout de pouvoir garantir qu'il y ait une visibilité très urgente sur leur réalité financière et sur  les financements qui, pour rappel, sont présents au niveau de l'INAMI et qui pourront leur être accordés. Je ne sais pas si vous le savez aujourd'hui, mais un certain nombre d'hôpitaux ne sont pas en mesure de payer leurs médecins compte tenu de la situation actuelle.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over dit verzoek uitspreken.

 

L'urgence est rejetée.

De urgentie wordt verworpen.

 

Monsieur Piedboeuf, vous demandez l'urgence pour la proposition de loi modifiant le livre XX du Code de droit économique, n° 1337/1.

 

29.07  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, l'arrêté royal de pouvoirs spéciaux n° 15 prendra fin le 17 juin. Il s'agit, notamment à la demande des présidents de tribunaux, d'aménager les procédures de réorganisation judiciaire en modifiant les délais. Il est important de pouvoir régler cela assez rapidement pour les entreprises en difficulté.

 

29.08  Ahmed Laaouej (PS): Vous évoquez le Code économique, les procédures s'y trouvent.

 

Le président: Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractievoorzitters zich over het verzoek uitspreken.

 

L'urgence est adoptée.

De urgentie wordt aangenomen.

 

Wat de vraag om advies van de Raad van State betreft, dat moet ik even bekijken met de heer Piedboeuf.

 

Monsieur Piedboeuf, êtes-vous d'accord qu'on demande un avis au Conseil d'État puisqu'il s'agit d'une proposition assez importante?

 

29.09  Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le président, rien ne s'y oppose. Je répète simplement que c'est vraiment urgent.

 

De voorzitter: Het ene is niet tegenstrijdig met het andere.

 

Vraag ik het advies van de Raad van State? (Instemming)

 

Ik meen dat wij het advies niet binnen een termijn van vijf dagen kunnen vragen. Vraagt u het binnen een termijn van vijf dagen? Het is moeilijk een advies van de Raad van State binnen een termijn van vijf dagen te vragen, indien het over een gerechtelijke procedure gaat.

 

Wat ik wel wil doen, is meegeven aan de Raad van State dat er een zekere urgentie is en erop aandringen dat wij het advies minstens binnen een termijn van dertig dagen ontvangen. Wil ik dat op die manier doen? (Instemming)

 

Het laatste voorstel is het voorstel nr. 1338/1 van collega Ingels tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid met het oog op de institutionalisering van een globaal debriefingsrapport.

 

Wie vraagt het woord om de urgentie te verdedigen?

 

De heer De Roover heeft het woord.

 

29.10  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, het is een onderdeel van mijn taak als fractievoorzitter om die verdediging op mij te nemen.

 

Het wetsvoorstel vraagt om een globaal debriefingsrapport in te schrijven in de wet op de civiele veiligheid en dat vervolgens te verzenden naar de Kamer van volksvertegenwoordigers, wat onze controlefunctie zeer ten goede komt.

 

Debriefingsrapporten zorgen voor conclusies en aanbevelingen na nationale crisissen met lessen voor de toekomst, zodat de betrokken instanties bij een volgende crisis beter geïnformeerd en gewapend zijn. Ze zijn op zich niets nieuws, maar tot vandaag is er geen verplichting om die altijd te maken en dat moet voor ons veranderen.

 

In het licht van de huidige crisis – u voelde het al aankomen – vragen wij de urgentie. Wij willen ervoor zorgen dat de coronacrisis ook het voorwerp uitmaakt van zo'n globaal debriefingsrapport, zodat wij daaruit te gepasten tijde lessen kunnen trekken voor de toekomst. Dat kan handig zijn om beter voorbereid te zijn op een volgende pandemie of een tweede golf van de coronacrisis. Ik denk trouwens dat in een aantal buurlanden daarvan interessante voorbeelden zijn. Vandaar de vraag om urgentie.

 

De voorzitter: Dank u, mijnheer De Roover. Ik wist dat dit uw taak was als fractieleider, maar ik kon mevrouw Ingels niet onmiddellijk situeren, waarvoor excuses.

 

Je propose aux présidents de groupe de se prononcer sur cette demande.

Ik stel voor dat de fractieleiders zich over dit verzoek uitspreken.

 

De urgentie is aangenomen.

L'urgence est adoptée.

 

Votes nominatifs

Naamstemmingen

 

30 Projet de loi portant ajustement de la loi du 23 mars 2020 ouvrant des crédits provisoires pour les mois d'avril, mai et juin 2020 (1219/1)

30 Wetsontwerp houdende aanpassing van de wet van 23 maart 2020 tot opening van voorlopige kredieten voor de maanden april, mei en juni 2020 (1219/1)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 1)

Ja

137

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

137

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1219/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1219/4)

 

(Mme Nathalie Gilson a voté pour)

 

(De heer Ortwin Depoortere heeft voor alle stemmingen zoals zijn fractie gestemd)

 

(Pour les votes 1 à 4 Mme Özlem Özen a voté comme son groupe)

 

31 Projet de loi modifiant la loi du 19 juillet 1991 relative aux registres de la population, aux cartes d'identité, aux cartes des étrangers et aux documents de séjour (1072/3)

31 Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten (1072/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 2)

Ja

144

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

144

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1072/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1072/4)

 

32 Proposition de loi modifiant le Code belge de la Navigation en ce qui concerne les navires de souveraineté belge (769/4)

32 Wetsvoorstel tot wijziging van het Belgisch Scheepvaartwetboek wat de Belgische gezagsschepen betreft (769/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 3)

Ja

143

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

143

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (769/5)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (769/5)

 

33 Proposition de loi relative au transport de membres du personnel industriel à bord de navires (899/3)

33 Wetsvoorstel betreffende het vervoer van industrieel personeel aan boord van vaartuigen (899/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 4)

Ja

132

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

12

Abstentions

Totaal

144

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (899/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (899/4)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

34 Proposition de loi modifiant l'arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière et de l'usage de la voie publique en ce qui concerne la réglementation relative aux piétons et aux cyclistes (849/6)

34 Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg voor wat betreft de regelgeving rond voetgangers en fietsers (849/6)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 5)

Ja

145

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

145

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (849/7)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (849/7)

 

35 Amendements et article réservés de la proposition de loi modifiant l'arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière et de l'usage de la voie publique en ce qui concerne l'introduction d'un couloir de secours (nouvel intitulé) (814/1-5)

35 Aangehouden amendementen en artikel van het wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg wat de invoering van de reddingsstrook betreft (814/1-5)

 

Vote sur l'amendement n° 3 de Frank Troosters tendant à insérer un article 3/1(n). ( 814/5)

Stemming over amendement nr. 3 van Frank Troosters tot invoeging van een artikel 3/1(n). (814/5)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 6)

Ja

42

Oui

Nee

103

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

145

Total

 

En conséquence, l'amendement est rejeté.

Bijgevolg is het amendement verworpen.

 

Vote sur l'amendement n° 4 de Frank Troosters à l'article 4. (814/5)

Stemming over amendement nr. 4 van Frank Troosters op artikel 4. (814/5)

 

Peut-on considérer que le résultat du vote précédent est valable pour celui-ci? (Oui)

Mag de uitslag van de vorige stemming ook gelden voor deze stemming? (Ja)

 

(Stemming/vote 6)

 

En conséquence, l'amendement est rejeté et l'article 4 est adopté.

Bijgevolg is het amendement verworpen en is artikel 4 aangenomen.

 

36 Ensemble de la proposition de loi modifiant l'arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière et de l'usage de la voie publique en ce qui concerne l'introduction d'un couloir de secours (nouvel intitulé) (814/4)

36 Geheel van het wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg wat de invoering van de reddingsstrook betreft (814/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 7)

Ja

132

Oui

Nee

13

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

145

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (814/6)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (814/6)

 

37 Proposition de résolution relative au maintien des moyens d'investissement prévus pour la liaison ferroviaire L204 entre Gand et Terneuzen (1109/3)

37 Voorstel van resolutie betreffende het behoud van de voorziene investeringsmiddelen voor de spoorverbinding L204 tussen Gent en Terneuzen (1109/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 8)

Ja

142

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

142

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (1109/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (1109/4)

 

38 Projet de loi portant confirmation de l'arrêté royal du 17 mai 2019 modifiant l'arrêté royal du 18 février 2005 fixant les cotisations obligatoires à payer au Fonds budgétaire pour la santé et la qualité des animaux et des produits animaux, secteur lait et de l'arrêté royal du 8 juillet 2019 modifiant l'arrêté royal du 13 novembre 2011 fixant les rétributions et cotisations dues au Fonds budgétaire des matières premières et des produits (1253/3)

38 Wetsontwerp houdende bekrachtiging van het koninklijk besluit van 17 mei 2019 tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 februari 2005 tot vaststelling van de verplichte bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, sector zuivel en het koninklijk besluit van 8 juli 2019 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten (1253/3)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 9)

Ja

144

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

144

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi. Il sera soumis à la sanction royale. (1253/4)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1253/4)

 

39 Amendements réservés sur la proposition de résolution visant à mettre en place, en partenariat avec les officines pharmaceutiques, un dispositif d'alerte spécifique pour les personnes victimes de violences intrafamiliales (1197/1-7)

39 Aangehouden amendementen op het voorstel van resolutie over de instelling, in samenwerking met de apotheken, van een specifiek waarschuwingssysteem voor de slachtoffers van huiselijk geweld (1197/1-7)

 

Vote sur l'amendement n° 25 de Sofie Merckx cs tendant à insérer une demande 4/1(n). (1197/7)

Stemming over amendement nr. 25 van Sofie Merckx cs tot invoeging van een verzoek 4/1(n). (1197/7)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 10)

Ja

33

Oui

Nee

38

Non

Onthoudingen

74

Abstentions

Totaal

145

Total

 

En conséquence, l'amendement est rejeté.

Bijgevolg is het amendement verworpen.

 

(Mevrouw Leen Dierick heeft zoals haar fractie gestemd)

 

Vote sur l'amendement n° 24 de Dominiek Sneppe cs tendant à insérer une demande 12(n). (1197/7)

Stemming over amendement nr. 24 van Dominiek Sneppe cs tot invoeging van een verzoek 12(n). (1197/7)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 11)

Ja

16

Oui

Nee

104

Non

Onthoudingen

25

Abstentions

Totaal

145

Total

 

En conséquence, l'amendement est rejeté.

Bijgevolg is het amendement verworpen.

 

40 Ensemble de la proposition de résolution visant à mettre en place, en partenariat avec les officines pharmaceutiques, un dispositif d'alerte spécifique pour les personnes victimes de violences intrafamiliales (1197/6)

40 Geheel van het voorstel van resolutie over de instelling, in samenwerking met de apotheken, van een specifiek waarschuwingssysteem voor de slachtoffers van huiselijk geweld (1197/6)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

40.01  Els Van Hoof (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega's, wij zullen ons onthouden bij de stemming over de volgende twee voorstellen van resolutie, ook al handelen ze over een thema dat ook mij na aan het hart ligt.

 

Mijn partij en ikzelf zullen ons altijd inzetten om intrafamiliaal geweld te voorkomen en te bestrijden. De vele inspanningen van minister Geens en minister Muylle rond Family Justice en de Zorgcentra na Seksueel Geweld bewijzen dat.

 

Hoe een en ander met de twee voorstellen is verlopen, ontstemt ons echter. Wij moeten hier nogal snel over een tekst stemmen, terwijl wij samen in het adviescomité voor Maatschappelijke Emancipatie aan een breed ondersteunde tekst werken met duidelijke aanbevelingen, werkzaamheden die nu worden doorkruist. Ik betreur dat wij hier over teksten moeten stemmen die op sommige punten met haken en ogen aan elkaar hangen. De teksten zijn ook niet voldoende afgetoetst, want er werd zelfs geen advies ingewonnen bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, dat een plan over intrafamiliaal geweld opstelt. Dan is men niet goed bezig.

 

Een tekst goedkeuren omdat niemand durft tegen te stemmen, daar bewijzen wij de strijd tegen intrafamiliaal geweld geen dienst mee, integendeel. Parlementair werk dat vrijblijvend is of een maat voor niets is, moeten wij vermijden. Om die reden onthouden wij ons.

 

De voorzitter: Dank u, mevrouw Van Hoof. Zijn er geen andere stemverklaringen? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

40.02  Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de voorzitter, collega Leen Dierick is er heel even uit geweest.

 

De voorzitter: Wat moet ik daaronder begrijpen?

 

De apparatuur, laat ons zeggen.

 

(Stemming/vote 12)

Ja

80

Oui

Nee

2

Non

Onthoudingen

62

Abstentions

Totaal

144

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (1197/8)

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (1197/8)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

41 Amendement réservé sur la proposition de résolution visant à la mise en place d'un plan d'urgence facilitant la plainte et la protection des victimes de violences intrafamiliales ou de couple dans le cadre de la crise sanitaire du coronavirus/COVID-19 (1236/1-8)

41 Aangehouden amendement op het voorstel van resolutie over de uitwerking van een noodplan waardoor het indienen van een klacht door en het beschermen van de slachtoffers van intrafamiliaal geweld of van partnergeweld in het raam van de COVID-19-crisis zouden worden vergemakkelijkt (1236/1-8)

 

Vote sur l'amendement n° 15 de Sophie Rohonyi cs tendant à insérer une demande 7/1(n). (1236/8)

Stemming over amendement nr. 15 van Sophie Rohonyi cs tot invoeging van een verzoek 7/1(n). (1236/8)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 13)

Ja

83

Oui

Nee

61

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

144

Total

 

En conséquence, l'amendement est adopté.

Bijgevolg is het amendement aangenomen.

 

42 Ensemble de la proposition de résolution visant à la mise en place d'un plan d'urgence facilitant la plainte et la protection des victimes de violences intrafamiliales ou de couple dans le cadre de la crise sanitaire du coronavirus/COVID-19 (1236/7+8)

42 Geheel van het voorstel van resolutie over de uitwerking van een noodplan waardoor het indienen van een klacht door en het beschermen van de slachtoffers van intrafamiliaal geweld of van partnergeweld in het raam van de COVID-19-crisis zouden worden vergemakkelijkt (1236/7+8)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 14)

Ja

67

Oui

Nee

2

Non

Onthoudingen

74

Abstentions

Totaal

143

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution, telle qu'amendée. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (1236/9)

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie zoals geamendeerd aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (1236/9)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

43 Proposition de résolution visant à revoir les indications de dates dans le cadre de la lutte contre le gaspillage alimentaire (252/8)

43 Voorstel van resolutie tot herziening van datumaanduidingen in de strijd tegen voedselverspilling (252/8)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 15)

Ja

118

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

27

Abstentions

Totaal

145

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (252/9)

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (252/9)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

44 Proposition de résolution visant à mettre en place un plan de secours pour le secteur Horeca dans le contexte de la crise du coronavirus (1252/4)

44 Voorstel van resolutie tot het instellen van een noodplan voor de horecasector in het kader van de coronaviruscrisis (1252/4)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote?

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring?

 

44.01  Benoît Friart (MR): Complémentairement à mon intervention de tout à l'heure, je voudrais dire que le MR s'abstiendra, comme nous l'avions d'ailleurs fait en commission.

 

Le président: Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 16)

Ja

107

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

37

Abstentions

Totaal

144

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (1252/5)

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (1252/5)

 

Raison d'abstention? (Non)

Reden van onthouding? (Nee)

 

(M. Jean-Marc Delizée a voté comme son groupe)

 

45 Proposition de loi visant à suspendre les délais de préavis des congés donnés avant ou durant la période de suspension temporaire de l'exécution du contrat de travail pour cause de force majeure en raison de la crise du COVID-19 (1212/13)

45 Wetsvoorstel tot opschorting van de opzeggingstermijn voor ontslagen gegeven voor of tijdens de periode van tijdelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst omwille van overmacht ingevolge de COVID-19-crisis (1212/13)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Begin van de stemming / Début du vote.

Einde van de stemming / Fin du vote.

Uitslag van de stemming / Résultat du vote.

 

(Stemming/vote 17)

Ja

141

Oui

Nee

0

Non

Onthoudingen

0

Abstentions

Totaal

141

Total

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (1212/14)

Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (1212/14)

 

46 Proposition de rejet faite par la commission des Relations extérieures de la proposition de résolution relative aux traités commerciaux européens, visant à y inclure des critères contraignants en matière de droits humains et de normes sociales et environnementales (517/1-8)

46 Voorstel tot verwerping door de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen van het voorstel van resolutie over de Europese handelsovereenkomsten, teneinde in die verdragen dwingende criteria op te nemen inzake mensenrechten en inzake sociale en milieugerelateerde normen (517/1-8)

 

Quelqu'un demande-t-il la parole pour une déclaration avant le vote? (Non)

Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)

 

Début du vote / Begin van de stemming.

Fin du vote / Einde van de stemming.

Résultat du vote / Uitslag van de stemming.

 

(Stemming/vote 18)

Oui

80

Ja

Non

63

Nee

Abstentions

0

Onthoudingen

Total

143

Totaal

 

En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de résolution n° 517/1 est donc rejetée.

Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het voorstel van resolutie nr. 517/1 is dus verworpen.

 

(M. Michel De Maegd a voté pour)

 

47 Adoption de l’ordre du jour

47 Goedkeuring van de agenda

 

Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.

Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.

 

Pas d’observation? (Non) L’ordre du jour est approuvé.

Geen bezwaar? (Nee) De agenda is goedgekeurd.

 

La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 18 juin 2020 à 14 h 15.

De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 18 juni 2020 om 14.15 uur.

 

La séance est levée à 22 h 12.

De vergadering wordt gesloten om 22.12 uur.

 

 

L'annexe est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 044 annexe.

 

De bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN 044 bijlage.

 

 

 


  


Détail des votes nominatifs

 

Detail van de naamstemmingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 001

 

 

Oui        

137

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Donné Joy, Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

0

Nee

 

 

 

 

Abstentions

0

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 002

 

 

Oui        

144

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Caluwé Robby, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

0

Nee

 

 

 

 

Abstentions

0

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 003

 

 

Oui        

143

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Caluwé Robby, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

0

Nee

 

 

 

 

Abstentions

0

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 004

 

 

Oui         

132

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John, Dallemagne Georges, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Metsu Koen, Moutquin Simon, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

0

Nee

 

 

 

 

Abstentions

12

Onthoudingen

 

Boukili Nabil, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Vuyst Steven, Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 005

 

 

Oui        

145

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

0

Nee

 

 

 

 

Abstentions

0

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 006

 

 

Oui        

42

Ja

 

Anseeuw Björn, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Spooren Jan, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert

 

Non        

103

Nee

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Slegers Bercy, Soors Jessika, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van den Bergh Jef, Van der Straeten Tinne, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Quickenborne Vincent, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Abstentions

0

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 007

 

 

Oui        

132

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bogaert Hendrik, Boukili Nabil, Briers Jan, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriels Katja, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Özen Özlem, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Segers Ben, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Spooren Jan, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

13

Nee

 

Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Burton Emmanuel, De Maegd Michel, Friart Benoit, Galant Isabelle, Gilson Nathalie, Jadin Kattrin, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Reuter Florence, Scourneau Vincent, Taquin Caroline

 

Abstentions

0

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 008

 

 

Oui        

142

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

0

Nee

 

 

 

 

Abstentions

0

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 009

 

 

Oui        

144

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

0

Nee

 

 

 

 

Abstentions

0

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 010

 

 

Oui        

33

Ja

 

Boukili Nabil, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Daems Greet, D'Amico Roberto, de Laveleye Séverine, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Gilkinet Georges, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Khattabi Zakia, Leroy Marie-Colline, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Schlitz Sarah, Soors Jessika, Thibaut Cécile, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita

 

Non        

38

Nee

 

Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Maegd Michel, De Smet François, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Dewael Patrick, Farih Nawal, Francken Theo, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gilson Nathalie, Jadin Kattrin, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leysen Christian, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Reuter Florence, Scourneau Vincent, Slegers Bercy, Taquin Caroline, Van den Bergh Jef, Van Hoof Els, Van Quickenborne Vincent, Vandenput Tim, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais

 

Abstentions

74

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, Crombez John, Dallemagne Georges, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Donné Joy, Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Liekens Goedele, Loones Sander, Matz Vanessa, Metsu Koen, Özen Özlem, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Segers Ben, Sneppe Dominiek, Spooren Jan, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vandenbroucke Joris, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 011

 

 

Oui        

16

Ja

 

Bury Katleen, Creyelman Steven, De Spiegeleer Pieter, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans

 

Non        

104

Nee

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dierick Leen, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Slegers Bercy, Soors Jessika, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van den Bergh Jef, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Quickenborne Vincent, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Abstentions

25

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Buysrogge Peter, De Roover Peter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, D'Haese Christoph, Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Loones Sander, Metsu Koen, Raskin Wouter, Roggeman Tomas, Safai Darya, Spooren Jan, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 012

 

 

Oui        

80

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Depraetere Melissa, Flahaut André, Fonck Catherine, Friart Benoit, Galant Isabelle, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Leroy Marie-Colline, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Reuter Florence, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Soors Jessika, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Non        

2

Nee

 

Slegers Bercy, Verhelst Kathleen

 

Abstentions

62

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Bogaert Hendrik, Briers Jan, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Delvaux Bram, Demon Franky, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Farih Nawal, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriels Katja, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Metsu Koen, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Spooren Jan, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vandenput Tim, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 013

 

 

Oui        

83

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, de Laveleye Séverine, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Flahaut André, Fonck Catherine, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Leroy Marie-Colline, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Özen Özlem, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Ravyts Kurt, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Segers Ben, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van der Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Non        

61

Nee

 

Anseeuw Björn, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Delvaux Bram, Demon Franky, Dewael Patrick, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Donné Joy, Farih Nawal, Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilson Nathalie, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Metsu Koen, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Raskin Wouter, Reuter Florence, Roggeman Tomas, Safai Darya, Scourneau Vincent, Slegers Bercy, Spooren Jan, Taquin Caroline, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vandenput Tim, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Wollants Bert

 

Abstentions

0

Onthoudingen

 

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 014

 

 

Oui        

67

Ja

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Boukili Nabil, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, de Laveleye Séverine, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Depraetere Melissa, Flahaut André, Fonck Catherine, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Leroy Marie-Colline, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Özen Özlem, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Schlitz Sarah, Segers Ben, Soors Jessika, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Non        

2

Nee

 

Jadin Kattrin, Slegers Bercy

 

Abstentions

74

Onthoudingen

 

Anseeuw Björn, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Delvaux Bram, Demon Franky, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Farih Nawal, Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Lanjri Nahima, Leysen Christian, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Metsu Koen, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Sneppe Dominiek, Spooren Jan, Taquin Caroline, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vandenput Tim, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 015

 

 

Oui        

118

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, de Laveleye Séverine, De Maegd Michel, De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Freilich Michael, Friart Benoit, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Özen Özlem, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Slegers Bercy, Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

0

Nee

 

 

 

 

Abstentions

27

Onthoudingen

 

Bury Katleen, Creyelman Steven, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Spiegeleer Pieter, Delvaux Bram, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gabriels Katja, Gilissen Erik, Leysen Christian, Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Grieken Tom, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Quickenborne Vincent, Vandenput Tim, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 016

 

 

Oui        

107

Ja

 

Anseeuw Björn, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, de Laveleye Séverine, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Donné Joy, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Leroy Marie-Colline, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Özen Özlem, Pas Barbara, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Segers Ben, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Spooren Jan, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

0

Nee

 

 

 

 

Abstentions

37

Onthoudingen

 

Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Maegd Michel, Delvaux Bram, Demon Franky, Dewael Patrick, Dierick Leen, Farih Nawal, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gilson Nathalie, Jadin Kattrin, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leysen Christian, Liekens Goedele, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Reuter Florence, Scourneau Vincent, Slegers Bercy, Taquin Caroline, Van den Bergh Jef, Van Hoof Els, Van Quickenborne Vincent, Vandenput Tim, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 017

 

 

Oui        

141

Ja

 

Anseeuw Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Bertels Jan, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Creyelman Steven, Crombez John, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilkinet Georges, Gilson Nathalie, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leroy Marie-Colline, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Metsu Koen, Moscufo Nadia, Moutquin Simon, Özen Özlem, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Segers Ben, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek, Soors Jessika, Spooren Jan, Taquin Caroline, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van der Straeten Tinne, Van Grieken Tom, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vandenput Tim, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Wollants Bert, Zanchetta Laurence

 

Non        

0

Nee

 

 

 

 

Abstentions

0

Onthoudingen

 

 

 

Vote nominatif - Naamstemming: 018

 

 

Oui        

80

Ja

 

Anseeuw Björn, Bihet Mathieu, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Creyelman Steven, De Caluwé Robby, De Jonge Tania, De Roover Peter, De Smet François, De Spiegeleer Pieter, De Wit Sophie, Dedecker Jean-Marie, Delvaux Bram, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Dewael Patrick, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Farih Nawal, Francken Theo, Freilich Michael, Friart Benoit, Gabriels Katja, Galant Isabelle, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Lachaert Egbert, Lanjri Nahima, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Mahdi Sammy, Mathei Steven, Metsu Koen, Moutquin Simon, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pivin Philippe, Ponthier Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Schlitz Sarah, Scourneau Vincent, Slegers Bercy, Sneppe Dominiek, Spooren Jan, Taquin Caroline, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van den Bergh Jef, Van der Donckt Wim, Van Grieken Tom, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Van Lommel Reccino, Van Peel Valerie, Van Quickenborne Vincent, Van Vaerenbergh Kristien, Vandenput Tim, Verhaert Marianne, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Verreyt Hans, Wollants Bert

 

Non        

63

Nee

 

Aouasti Khalil, Arens Josy, Bayet Hugues, Ben Achour Malik, Bertels Jan, Boukili Nabil, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Creemers Barbara, Crombez John, Daems Greet, D'Amico Roberto, de Laveleye Séverine, De Vriendt Wouter, De Vuyst Steven, Dedonder Ludivine, Delizée Jean-Marc, Depraetere Melissa, Flahaut André, Fonck Catherine, Gilkinet Georges, Goblet Marc, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Jiroflée Karin, Khattabi Zakia, Kir Emir, Kitir Meryame, Laaouej Ahmed, Leroy Marie-Colline, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Mertens Peter, Moscufo Nadia, Özen Özlem, Prévot Maxime, Prévot Patrick, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Segers Ben, Soors Jessika, Thémont Sophie, Thibaut Cécile, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Tison Philippe, Van der Straeten Tinne, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Vanbesien Dieter, Vanden Burre Gilles, Vandenbroucke Joris, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence

 

Abstentions

0

Onthoudingen