Séance plénière |
Plenumvergadering |
du Jeudi 19 mai 2022 Après-midi ______ |
van Donderdag 19 mei 2022 Namiddag ______ |
La séance est ouverte à 14 h 17 et présidée par Mme Eliane Tillieux, présidente.
De vergadering wordt geopend om 14.17 uur en voorgezeten door mevrouw Eliane Tillieux, voorzitster.
La présidente: La séance est ouverte.
De vergadering is
geopend.
Une série
de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la
Chambre. Elles seront reprises sur le site web de la Chambre et insérées dans
le compte rendu intégral de cette séance ou son annexe.
Een reeks
mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. U kan
deze terugvinden op de webstek van de Kamer en in het integraal verslag van
deze vergadering of in de bijlage ervan.
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Aanwezig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Alexander
De Croo.
Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 18 mai 2022, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 18 mei 2022 hebt u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen.
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
L'article 59, § 4, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles dispose que le membre de la Chambre des représentants élu membre du gouvernement wallon, du gouvernement de la Communauté française ou du gouvernement flamand, cesse immédiatement de siéger et reprend son mandat lorsque ses fonctions de ministre prennent fin.
Artikel 59, § 4, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen bepaalt dat een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers dat gekozen wordt tot lid van de Vlaamse Regering, van de Waalse Regering of van de Franse Gemeenschapsregering onmiddellijk ophoudt zitting te hebben en zijn mandaat weer opneemt wanneer zijn ambt van minister een einde neemt.
M. Wouter Beke ayant démissionné de ses fonctions de ministre du Bien-être, de la Santé publique, Famille et Lutte contre la pauvreté au sein du gouvernement flamand, reprend son mandat parlementaire.
Daar de heer Wouter Beke ontslag heeft genomen uit zijn ambt van minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding in de Vlaamse regering, neemt hij zijn parlementair mandaat weer op.
M. Steven Matheï, admis à siéger en
qualité de membre effectif de la Chambre des représentants en remplacement de
M. Wouter Beke pour la durée de ses fonctions ministérielles, cesse de
siéger et redevient premier suppléant de la circonscription électorale de la
province du Limbourg. Ceci
sur la base de l’article 12, al. 3, du Règlement.
De heer Steven Matheï, die zitting heeft als lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers ter vervanging van de heer Wouter Beke zolang het ambt van de heer Beke duurt, houdt op zitting te hebben en wordt opnieuw eerste opvolger voor de kieskring van de provincie Limburg, op basis van artikel 12, derde lid, van het Reglement.
Je tiens à remercier M. Steven Matheï pour son investissement dans la fonction depuis le début de la législature en juin 2019 et plus particulièrement dans les commissions Finances et Budget, la commission Contrôle des dépenses électorales et Comptabilité des partis politiques et dans le groupe de travail Partis politiques et lui souhaiter de poursuivre son engagement au niveau local en tant que bourgmestre de la commune de Peer.
Ik wens de heer Steven Matheï te bedanken voor zijn engagement als parlementslid sinds juni 2019, vanaf het begin van de zittingsperiode, en meer specifiek in de commissie voor Financiën en Begroting, in de commissie voor Controle betreffende de Verkiezingsuitgaven en de Boekhouding van de Politieke Partijen en in de werkgroep Politieke Partijen. Ik wens hem een vruchtbare voortzetting van zijn engagement toe op lokaal niveau als burgemeester van de gemeente Peer.
03.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de eerste minister, deze week vernamen we dat er een consulaire missie heeft plaatsgevonden om te controleren of er Belgische IS-terroristes in Syrische kampen verblijven. Er zou nog geen beslissing over een eventuele repatriëring zijn genomen, maar ik zie niet in om welke andere reden u een onderzoeksteam stuurt. Uw kabinet was karig met commentaar deze week en stelde dat u zoals steeds de nationale veiligheid van ons land vooropstelt.
Mijnheer de eerste minister, het is onverantwoord dat deze regering door die repatriëringen de veiligheid in het gedrang brengt. Het is ronduit hypocriet dat men zo’n onverantwoord beleid voert in naam van de veiligheid. Ik wil graag dat u mij vertelt wat die consulaire missie de betalingsbetaler heeft gekost. De vorige repatriëring heeft meer dan 1 miljoen euro gekost. Ik ben benieuwd naar de kostprijs van deze repatriëring.
Ten tweede, hebt u na deze missie reeds een zicht op hoeveel IS-gangsters hebben laten weten dat zij naar België willen terugkeren? Hoeveel ervan hebben aangegeven dat zij hun kinderen terug naar België willen halen, ook al voldoen zij zelf niet aan de voorwaarden? Klopt het dat er personen bij zijn die de vorige keer niet eens wilden terugkeren en die toen nog trouw zwoeren aan IS, maar die nu plotseling van gedacht zijn veranderd? Hoe zit het met die jihadistische tijdbommen die nu plots de westerse democratieën een warm hart toedragen?
Ten slotte zijn er ook nog de IS-kinderen zelf. De Duitse staatsveiligheid zei daar enkele jaren geleden over dat het tikkende tijdbommen zijn. Professor Loots, die aan uw missie deelnam, stelde dat de moeders zelf bang zijn van hun eigen kinderen. Mijnheer de eerste minister, vindt u werkelijk dat u met zulke repatriëringen de nationale veiligheid vooropstelt?
03.02 Koen Metsu (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de eerste minister, exact tien maanden geleden beslisten u en uw regering om zes IS-terroristes te repatriëren uit Syrië naar ons land. Dat mocht toen een slordige 1,7 miljoen euro kosten. Ik citeer uw minister van Justitie Vincent Van Quickenborne: "Dat is in het belang van onze nationale veiligheid. Hier gaan zij achter slot en grendel. Hier kunnen we hen opvolgen. Hier kunnen wij hen controleren."
Het voorbije weekend bleek dat van die zes gerepatrieerde terroristes er nu twee achter slot en grendel zitten. Twee zijn volledig vrij, hoe dat kan, weet ik niet. Twee zijn vrij onder voorwaarden. Twee zweten nog even verder in de cel, wachtende tot ze ook opnieuw zullen vrijkomen. Wij kunnen dus stellen dat u tien maanden geleden een hele dure reddingsoperatie van terroristes gefaciliteerd hebt, mijnheer de eerste minister.
Vier maanden geleden stond ik hier en ondervroeg ik uw minister van Justitie. Ik vroeg hem of die terroristes effectief in de cel zaten. Hij garandeerde mij, hij garandeerde ons dat ze allemaal achter slot en grendel zaten, terwijl wij reeds beter wisten. Er was toen reeds één iemand op vrije voeten. Dat zegt genoeg. Dat wil zeggen dat deze regering niet actief bezig is met dit dossier. Men zou denken dat een ezel zich geen twee keer aan dezelfde steen stoot, maar wij vernemen nu dat er opnieuw een potentiële reddingsmissie op touw wordt gezet.
Mijnheer de eerste minister, in 2019 zei u zelf nog dat die terroristes terug naar België halen, het laatste was wat u wilde. U zei dat ze ginds moeten berecht worden. Wat u nu doet, namelijk ze terughalen, is niet in het belang van onze nationale veiligheid. Waarom doet u dat? Waarom roept u deze missie geen halt toe?
03.03 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de premier, beste collega's, de Belgische regering wil inderdaad opnieuw enkele vrouwen en kinderen repatriëren uit Syrische gevangenenkampen. We doen dat om humanitaire redenen en veiligheidsredenen. Premier, u mag hiervoor rekenen op steun van onze fractie Ecolo-Groen. Het gaat over moeders en kinderen met de Belgische nationaliteit. Op de eerste plaats, collega's, moet het belang van het kind primeren. Het zou onrechtvaardig zijn en onmenselijk om die kinderen, die daar al jaren vast zitten, in mensonwaardige omstandigheden aan hun lot over te laten. Ook vanuit veiligheidsstandpunt, beste collega's, is het belangrijk om die kinderen te repatriëren. We erkennen dat er een enorm risico op radicalisering is. Bovendien weten we dat die kampen niet goed worden bewaakt en dat er al ontsnappingen zijn geweest. Dat veiligheidsrisico mogen we niet lopen.
De Belgische regering geeft uitvoering aan wat de veiligheidsdiensten al jaren zeggen: repatriëring is altijd veiliger dan niet-repatriëring. We moeten naar die rationele argumenten luisteren. Laat er geen twijfel over bestaan, vrouwen die moedwillig naar Syrië zijn vertrokken om zich bij IS aan te sluiten, moeten worden betrecht. Hun betrokkenheid bij de afschuwelijke misdaden van het kalifaat moet worden onderzocht en ze moeten hiervoor een gepaste straf krijgen. Collega's, over één ding moeten we het kunnen eens zijn, kinderen mogen nooit gestraft worden voor de daden van hun ouders. Dat zouden de Vlaams-nationalisten ook moeten weten.
Premier, over hoeveel moeders en kinderen gaat het deze keer? Aan welke voorwaarden moeten de moeders voldoen om in aanmerking te komen voor repatriëring? Welke garanties zijn er voor onze veiligheid? Welke lessen kunnen we trekken uit vorige repatriëringsoperaties?
03.04 Eerste minister Alexander De Croo: Dames en heren, ik hoor mevrouw Pas spreken over IS-gangsters en ik hoor de heer Metsu spreken over terroristen. Weet u waar het echt over gaat? Het gaat over kinderen jonger dan 12 jaar. Wat voor een maatschappij willen wij zijn? Het gaat over kinderen die soms in die kampen geboren zijn en die het slachtoffer zijn van effectief fatale beslissingen van hun ouders. Willen wij in onze maatschappij deze kinderen, wier ouders een fatale keuze hebben gemaakt, voor het leven veroordelen, misschien om te creperen in die kampen? Moeten zij veroordeeld worden tot geen enkele kans in het leven, omdat hun ouders een fatale keuze hebben gemaakt?
Dat is waar het echt over gaat. Wat voor een maatschappij zijn wij? Zijn wij een maatschappij die kinderen gaat veroordelen op basis van de keuzes die hun ouders gemaakt hebben? Ik hoop dat u goed nadenkt, dat u aan introspectie doet over de keuze die u hier eigenlijk voorstelt.
Mijnheer Metsu, u kent het dossier zeer goed, ik weet dat u zich hierin hebt verdiept. U weet zeer goed dat de vorige pogingen om kinderen alleen terug te halen niet lukten. Wat is de reden daarvoor? De hoofdreden is dat de Koerden die de kampen beheren zich daar steeds tegen verzet hebben. De Koerden hebben steeds gezegd dat zij niet toelaten dat de kinderen van hun moeders gescheiden worden.
Wat moeten wij dan doen? Wat moet men tegen die kinderen van soms 6 jaar oud zeggen? Uw moeder heeft een fatale keuze gemaakt. Pech gehad, shit happens. Gaan wij daarentegen zeggen dat wij ons daarboven gaan stellen en luisteren naar onze experts?
Mevrouw Pas, mijnheer Metsu, jullie zeggen dat dit niet de juiste keuze is. Voor onze veiligheid luisteren wij echter naar het OCAD, dat de dreigingsanalyse maakt. Het OCAD is zeer duidelijk geweest. Het is van oordeel dat het voor de nationale veiligheid beter is om de kinderen op een georganiseerde manier terug te halen en de moeders op een zeer systematische manier op te volgen. De regels die zullen gelden, zijn exact dezelfde regels als deze die voor de vorige repatriëring golden.
Mijnheer Franken, ik zie u gebaren maken. Eén van de zaken waarop ik fier ben, is het feit dat we in een rechtsstaat leven. In een rechtsstaat maakt de justitie de keuzes. Niet ik noch de minister van Justitie zegt wie er in de gevangenis hoort. Het is Justitie dat de beslissingen in eer en geweten neemt. Gelukkig is het hier een rechtsstaat en kennen we hier geen situaties zoals in andere landen, bijvoorbeeld Syrië, waar de politiek over zulke zaken beslist.
Onze veiligheidsdiensten hebben elke moeder van zeer nabij opgevolgd en geoordeeld dat bepaalde moeders langer in de gevangenis moeten blijven. Onze veiligheidsdiensten denken echter dat het voor anderen beter is dat ze vrij zijn en voor hun kinderen kunnen zorgen. Deze keuzes worden in een rechtsstaat gemaakt door de justitie en niet door een soort half volkstribunaal waar men op basis van een totaal gebrek aan informatie concreet zou oordelen over een bepaald dossier.
Dat is een fundamentele keuze. De discussie die hier plaatsvindt, is een fundamentele discussie. Eerst en vooral zijn we rechtsstaat waarin we de justitie in alle onafhankelijkheid keuzes laten maken. Ten tweede, zijn wij een land waarin we een kind niet zullen veroordelen op basis van de keuzes van zijn of haar ouders.
03.05 Barbara Pas (VB): Mijnheer de premier, u zegt dat de nationale veiligheid vooropstaat en dat het de voornaamste taak is van de overheid om voor veiligheid te zorgen. Juist daarom mag u dat geboefte niet terughalen. Het gaat om creaturen die wetens en willens naar Syrië vertrokken zijn om onze samenleving letterlijk en figuurlijk naar het leven te staan. Hen wil u op kosten van de belastingbetaler terughalen opdat ze hier een belachelijk lage straf zouden uitzitten. Dat is niet de maatschappij die wij voorstaan. Van de zes IS-gangsters van de vorige keer zitten er welgeteld nog twee achter slot en grendel. Jihadisten, of het nu mannen of vrouwen zijn, of het nu moeders of vaders zijn, moeten worden berecht in de regio waar ze hun gruweldaden hebben begaan en niet hier. Dat en alleen dat is in het belang van de nationale veiligheid.
03.06 Koen Metsu (N-VA): Van Groen hadden we misschien zien aankomen en mogen verwachten dat de repatriëring van IS-terroristes niet ter discussie kon staan. Van de liberalen had ik wel iets helemaal anders verwacht. U noemt hen mama's, moeders. Wij noemen hen terroristen. Het gaat voor u om de kinderen. In december 2020 werd er een kind gerepatrieerd zonder moeder, omdat die moeder een document ondertekend heeft dat het kind mag terugkeren in het belang van dat kind, terwijl zij achterblijft. De andere moeders of terroristen verbonden hun lot aan hun kinderen om hen ook te komen halen. Dat is gewoon schandalig. Volgens u zou onze nationale veiligheid anders in het gedrang komen. In Nederland waren er ook vijf repatriëringen. De NCTV, of Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid in Nederland, zegt exact het tegenovergestelde van u. Als ze vrijkomen, komt de nationale veiligheid onder druk te staan. Die vijf vrouwen zitten op dit ogenblik allemaal nog achter slot en grendel in gespecialiseerde gevangenissen voor terreur.
03.07 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de premier, bedankt voor de duiding.
Hoewel het kalifaat verslagen is, is de ideologie nog niet verslagen. Wij moeten blijven inzetten op terrorismebestrijding en deradicalisering. De repatriëring van de betreffende vrouwen en kinderen maakt daarvan deel uit. Ook onze terrorismewaakhond, het OCAD, beveelt dat aan.
Leden van het Vlaams Belang en de N-VA, ik begrijp u helemaal niet, want wat u voorstelt, is totaal onverantwoord. Uw voorstel is niet veiliger, niet rechtvaardiger en zeker niet in het belang van het kind. Die kinderen verdienen een toekomst. Door die kinderen en vrouwen hierheen te halen, kunnen wij hen net beter controleren, en meer nog, berechten en, indien nodig, opsluiten. Zoals de eerste minister heeft onderstreept, Justitie zal daartoe haar werk doen.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
04.01 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB):
Mijnheer de eerste minister, ik val met de deur in huis. Tankt u soms nog zelf?
C'est une question que tout le monde se pose: faites-vous parfois encore le plein d'essence?
Ik probeer immers te bedenken wat de reden zou kunnen zijn waarom de regering nog altijd geen maatregelen neemt om de prijzen aan de pomp deftig te verminderen. Ik zie maar een uitleg, namelijk dat u het zelf niet ervaart, dat u niet zelf de tank vult die verleden jaar 85 euro kostte en nu 111 euro kost. Wie kan dat nog betalen? De regering zegt daarop dat zij daar niets aan kan doen. Je ne suis pas d'accord. Zo kunnen wij niet verder. De markt kan het probleem niet oplossen. Wat is het resultaat van vraag en aanbod? Ik verwijs naar de theorie van Adam Smith met La main invisible. Het resultaat is dat enerzijds de werkende klasse meer en meer moet betalen en anderzijds sommige bedrijven miljarden en miljarden euro's winst boeken. TotalEnergies boekte 5 miljard euro winst in de eerste drie maanden van het jaar. Het jaar is nog niet eens gedaan! Vijf miljard euro in the pocket! En wat doet de regering? De regering doet niets.
Ik vraag, mijnheer de eerste minister, dat er maatregelen worden genomen. De accijnzen moeten worden afgeschaft. De daling met 17 eurocent was om te lachen, 60 eurocent per liter gaat in de staatskas. U moet maatregelen nemen. U moet een prijsblokkering opleggen en de Europese maatregelen aan de kant schuiven.
On ne peut continuer à payer des accises aussi élevées!
Ga het geld halen bij bedrijven als TotalEnergies en Shell, die miljarden euro's winst boeken, en help de mensen. Zult u een verdere verlaging van de accijnzen op de regeringstafel leggen, mijnheer de eerste minister?
04.02 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de eerste minister, vorig jaar bleek dat meer dan 177.000 mensen afhankelijk waren van de voedselbanken. Toen reeds ging het om een ongezien, hallucinant aantal. Nu, in mei 2022, worden de rijen aan de voedselbanken alleen maar langer.
Een voltijdse job en toch naar de voedselbank. Mijnheer de eerste minister, ik weet niet of u dat artikel hebt gelezen, maar wat een blamage, wat een absoluut dieptepunt voor deze regering. De inflatie is torenhoog. De bevolking gaat gebukt onder torenhoge elektriciteitsprijzen, gasprijzen en voedselprijzen. Elke dag wordt het leven duurder. Het gaat al lang niet meer enkel om de allerarmsten onder ons, het gaat nu ook om mensen die een job hebben, tweeverdieners.
Vindt u het eigenlijk normaal dat mensen moeten kiezen tussen eten en energie? Vindt u het normaal dat ouders de schoolrekeningen niet meer kunnen betalen? Vindt u het normaal dat mensen met een voltijdse job moeten aanschuiven bij een voedselbank?
Wanneer gaat deze regering eindelijk eens werk maken van structurele oplossingen? Waarom kan bijvoorbeeld in Luxemburg wel een veel lagere brandstofprijs aangehouden worden, maar bij ons blijkbaar niet? Mijnheer de eerste minister, vroeger hielden regimes de bevolking tevreden met brood en spelen. Onder de vivaldiregering is het brood echter onbetaalbaar geworden. In onze buurlanden zien we dat de voedselprijzen verlaagd kunnen worden, maar hier kan dat blijkbaar niet.
Mijnheer de eerste minister, wanneer zult u ervoor zorgen dat onze bevolking op het einde van de maand het verschil voelt in de portemonnee? Wanneer gaat u eindelijk zorgen voor een betaalbare winkelkar?
04.03 Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, er wordt van uw regering fantastisch veel verwacht. Als ik het zo hoor, zijn de geldmiddelen ongelimiteerd. Binnen uw mogelijkheden doet u natuurlijk wat u kunt, en uw regering heeft al heel veel gedaan. De sociaal-economische uitgavendrift van de PVDA en het Vlaams Belang, die op dat vlak op één lijn zitten en vinden dat alles van de overheid moet komen, is natuurlijk zeer populistisch maar ook weinig realistisch.
Mijnheer de eerste minister, als wij voor de mensen willen kunnen zorgen, als wij een sterke sociale zekerheid willen behouden, collega's van de PVDA en het Vlaams Belang, als wij ervoor willen zorgen dat de overheid kan zorgen voor degenen die het moeilijk hebben, moeten wij er eerst voor zorgen dat er voldoende mensen aan de slag zijn en bijdragen aan het systeem. Daarover horen wij die twee partijen toch wel wat minder.
Eind vorig jaar, bij het opstellen van de begroting, heeft deze regering een arbeidsdeal gesloten, met 30 maatregelen om meer mensen aan de slag te krijgen, om ervoor te zorgen dat de sociale zekerheid meer inkomsten heeft en om mensen eigenwaarde te geven. Dat is het sociaalste wat er is, namelijk eigenwaarde door een job te hebben, door aan de slag te zijn en ervoor te zorgen dat men een plaats in het leven heeft. Beste vrienden van de PVDA, natuurlijk is er niets sociaals aan mensen die van wieg tot graf in een uitkeringssysteem leven. Er werd toen een mooi pakket aan maatregelen afgesproken. Dit werd ook afgedwongen in het kernkabinet en in een ontwerp gestoken.
Mijnheer de eerste minister, ik kan mij niet indenken dat iemand die sociaalvoelend is die wet niet wil uitvoeren. Er is een duidelijke arbeidsdeal afgesloten, meer mensen aan het werk, meer mensen die bijdragen aan de sociale zekerheid, (…)
04.04 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de premier, ik pik even in op wat de collega zei.
Toen ik deze week een persconferentie van een meerderheidspartij van de vivaldiregering zag, was ik wel wat verwonderd. Een vicepremier stelde daar namelijk dertien punten voor de versterking van de koopkracht voor. Het verbaasde me dat er in die dertien punten niets van de arbeidsdeal was opgenomen. Er stond niets in over de manier waarop de arbeidsmarkt in Wallonië, Brussel en Vlaanderen versterkt kan worden.
Deze regering heeft al veel maatregelen genomen, bijvoorbeeld de arbeidsdeal van vorig jaar met betrekking tot de flexibiliteit en de versterking van opleidingen. Er werd toegegeven dat dit niet zou volstaan, maar ook een asymmetrisch beleid werd goedgekeurd. Daarmee kunnen we ervoor zorgen dat mensen vaker zullen kiezen voor knelpuntberoepen en mensen uit andere regio's overhalen om in Vlaanderen te komen werken. Die maatregelen liggen op tafel.
Ik was deze week nog in Kortrijk en heb daar vastgesteld dat er in de zorgsector en voor bepaalde jobs, bijvoorbeeld die van heftruckchauffeur, tien keer meer vacatures waren dan geïnteresseerde sollicitanten. De arbeidsmarkt bloedt. In de commissie hebben we zeer aangename gesprekken met de minister van Werk gevoerd. Dat zorgde steeds voor een interessant debat. Desalniettemin moet ik tot de conclusie komen dat er geen vorderingen worden geboekt. Ik geloof in het sociaal overleg, maar ik moet vaststellen dat de sociale partners hun verantwoordelijkheid niet nemen.
Mijnheer de eerste minister, komt u naar het Parlement met deze arbeidsdeal, met maatregelen om de asymmetrie te versterken? Aan onze fractie hebt u een partner om dat alles te verwezenlijken.
04.05 Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, avec votre gouvernement, vous avez décidé d'un deal pour l'emploi, un accord qui décide dans quel sens vont évoluer les conditions de travail dans ce pays. C'est un mauvais accord, un accord de régression sociale. Pourquoi?
Vous avez supprimé la journée des huit heures et vous l'avez remplacée par la journée des dix heures. La journée des huit heures, cette victoire du monde du travail depuis plus de cent ans, vous l'avez supprimée!
Vous voulez faciliter le travail de nuit. Dorénavant, les employeurs peuvent imposer ce travail de nuit à chaque travailleur de manière individuelle, sans avoir l'accord des syndicats.
C'est ce mauvais accord que vous avez envoyé aux interlocuteurs sociaux. Évidemment, il n'en est pas sorti un consensus car nous sommes face à deux camps. D'un côté, il y a le camp des patrons qui en demandent toujours plus - plus de flexibilité, travailler plus dur et plus longtemps - et, de l'autre côté, il y a la réalité du monde du travail. Ce sont toutes ces travailleuses et tous ces travailleurs qui n'en peuvent plus de cette hyper flexibilité. Ce sont ces 500 000 travailleurs qui aujourd'hui sont tombés malades à cause du stress au travail et pour qui vous n'avez pour seule réponse que des sanctions.
Cet accord est de nouveau sur la table de votre gouvernement et vous allez devoir décider. On sent que le gouvernement est un peu mal à l'aise et je vous comprends car il y a la pression sociale, les syndicats qui appellent à reprendre le chemin de la rue et le souffle chaud du PTB!
Monsieur le premier ministre, ma question est très simple. Quel camp allez-vous choisir? Allez-vous revoir votre copie? Y a-t-il aujourd'hui, dans votre gouvernement, un parti qui a déjà demandé à ce que ce deal soit revu?
04.06 Chanelle Bonaventure (PS): Monsieur le premier ministre, chaque semaine, le sujet de la vie trop chère s'invite dans ce Parlement. Les semaines passent mais le sujet reste. Les prix au magasin, les prix à la pompe, les prix de l'énergie s'envolent et explosent. Les premières victimes sont les travailleurs, les familles, en particulier les familles monoparentales obligées de prendre la voiture pour les déplacements professionnels, pour conduire les enfants à l'école ou à leurs activités ou encore pour aller chez le médecin.
Vous savez, je viens d'avoir 30 ans et je les vois autour de moi ces jeunes très nombreux qui trinquent, qui sont mal payés, qui viennent de s'installer et qui, entre leur loyer et le paiement des charges, ne s'en sortent plus. Chez ces jeunes-là, il n'y a même plus d'insouciance. Monsieur le premier ministre, une jeunesse qui ne connaît pas l'insouciance ne peut pas enchanter une démocratie. Entre les jeunes qui déchantent et les pensionnés qui ne peuvent pas profiter de leurs vieux jours, la crise du pouvoir d'achat tire toutes ces personnes-là vers le bas. Toutes ces personnes s'accrochent mais c'est l'angoisse au moment de passer à la pompe. Plus de 2 euros le litre d'essence 95, c'est du jamais vu. Ce n'est pas tenable d'autant plus que cela pourrait durer.
Monsieur le ministre, comment fait-on quand le prix d'un plein est au-delà de 120 euros? Comment fait-on quand le prix du gaz naturel augmente de 140 % en un an? Comment fait-on quand le prix des pâtes et des tomates augmente de 30 %? Monsieur le premier ministre, comment fait-on pour vivre dignement dans ces conditions-là? Aujourd'hui, c'est la classe moyenne, les travailleurs, ceux qui se défoncent pour offrir une vie meilleure à leurs enfants qui tombent dans la pauvreté. On y est! Il n'est plus temps de tergiverser.
Je sais que ce gouvernement a déjà pris ses responsabilités à plusieurs reprises mais la spirale est tellement infernale que ces mesures ne sont plus suffisantes aujourd'hui. Vous devez revenir devant ce Parlement avec de nouvelles solutions. Ma question n'est plus comment mais quand. À quand de nouvelles mesures pour amortir les chocs des prix au magasin, à la pompe? À quand de nouvelles mesures pour rendre la facture d'énergie soutenable? À quand de nouvelles mesures pour sauver le pouvoir d'achat des Belges? C'est une nécessité. Il faut agir et pour mon groupe, les considérations budgétaires ne sont plus de mise face à une situation aussi insoutenable.
04.07 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de premier, ik heb twee minuten spreektijd ter beschikking, maar ik kan mij beperken tot een verwijzing naar de vragen van collega Lachaert en collega Muylle. Soms vraagt een mens zich af of er wel wordt geluisterd naar wat wij in het Parlement zeggen. Het duurt even, maar vandaag stel ik vast dat Open Vld en CD&V wel luisteren naar wat ik hier week na week vertel, want zij hebben hier eigenlijk een doorslagje gegeven van wat wij al wekenlang vragen.
Lang geleden, toen er nog enige glans over uw regering hing, bij uw beleidsverklaring uitgesproken in de zaal van het Europees Parlement, wekte u de indruk dat u een regeerakkoord had, terwijl het gewoon een optelsom was van woorden zonder inhoud. In dat regeerakkoord staat meerdere tientallen keren de term sociaal overleg. Immers, zo dacht u, het enige wat u met uw coalitiepartners bindt, was tegen de N-VA zijn, en echte oplossingen had u eigenlijk niet. Daarom werd voortdurend gezegd dat de sociale partners zullen worden geëngageerd, zodat u achter de brede ruggen van werkgevers en werknemers maatregelen kunt nemen.
Deze week is gebleken, na vele eerdere mislukkingen, dat zelfs de techniek van de sociale partners faalt. Uw voorstellen waren – elke arbeidsmarktspecialist heeft dit beklemtoond – niet meer dan heel voorzichtige aanzetten tot wat absoluut nodig is, waarvoor ik ook naar beide vorige sprekers kan verwijzen. Toch hebben de sociale partners uw voorstel tot een prop gerold en in uw gezicht teruggesmeten. Het ligt nu terug op de regeringstafel.
Het gebeurt zelden dat ik de PS napraat, maar inderdaad, aan welke kant staat u, mijnheer de premier? Staat u aan de kant van de heer Lachaert, of aan de kant van de PS? Die vraag ligt vandaag voor.
04.08 Eerste minister Alexander De Croo: Dank u voor de vraag.
Het is duidelijk dat op een moment van economische crisis, net als bij de pandemie, de enige manier voor ons land om eruit te geraken is door gebruik te maken van solidariteit. De solidariteit in ons land heeft zeer goed gefunctioneerd bij de pandemie. Die solidariteit hebben we in deze energiecrisis op de juiste manier georganiseerd. Laat het duidelijk zijn, solidariteit kan alleen maar werken als je ook iets creëert. Herverdelen is op een moment als nu een goede zaak. Gelukkig leven wij in een land waar er wordt herverdeeld. Gelukkig leven wij in een land waar de sterkste schouders ervoor zorgen dat wie het moeilijk heeft, erdoor kan geraken. Natuurlijk moet men er wel voor zorgen dat er ook rijkdom wordt gecreëerd.
C'est pour cette raison que, lors de la confection du budget, notre ambition en matière d'emploi était d'atteindre un taux d'activité de 80 %. Cette ambition est toujours de mise et elle est largement partagée par tous les gouvernements de ce pays.
Alle regeringen in ons land hebben dat naar voren geschoven. De prioriteit is dus dat er jobs worden ingevuld. De prioriteit is de zo goed mogelijke organisatie van de combinatie van arbeid en gezin. We moeten bekijken op welke manier we mensen maximaal kansen kunnen geven. De regering heeft daar een akkoord over gesloten. Met dat pakket kunnen stappen vooruit worden gezet op een moment waarop er economisch al genoeg chaos is. We willen geen chaos toevoegen aan de zeer moeilijke situatie waarin we al zitten.
De afspraak was dat dit pakket naar de Raad van State en de sociale partners werd gestuurd voor advies. Dat pakket komt nu terug. Het pakket zal normaal gezien voor het zomerreces worden gestemd in dit Parlement. We zullen rekening houden met de commentaren die de Raad van State gegeven heeft. We zullen ook rekening houden met de commentaren van de sociale partners. Het is jammer dat men daar niet tot een overeenstemming gekomen is. Het zou beter zijn als dat zou kunnen, maar de regering zal haar werkzaamheden voortzetten, zoals we dat heel duidelijk onder elkaar hebben afgesproken.
Monsieur Hedebouw, vous avez parlé du prix de l'essence.
Mocht u zelf af en toe eens gaan tanken,
bijvoorbeeld in het noorden van het land, dan zou u bij dat tankstation niet
alleen veel Belgische, maar ook veel Nederlandse nummerplaten zien. Dat is zo
omdat wij de prijzen hebben doen dalen tot een niveau dat een stuk lager is dan
in Nederland. Een volle tank is in België 15 euro goedkoper dan in
Nederland. Dat is de realiteit vandaag. Dat zijn de maatregelen die wij hebben
genomen. In plaats van altijd de draak te steken met ons beleid en allerlei
verhalen te vertellen, zou u dus beter eens naar de cijfers kijken. Die zijn
zeer duidelijk: de regering heeft voor 3 miljard euro aan lastenverlaging
gedaan om de mensen die het het moeilijkst hebben en die gaan werken, erdoor te
helpen. U vertelt praatjes, de regering neemt beslissingen.
Monsieur Hedebouw, j'entends ce que vous dites. Selon vous, il faut aller prendre l'argent là où il se trouve. Ce que vous ne comprenez pas, c'est que, dans une économie, il y a des périodes où les choses vont bien et souvent d'autres où elles vont mal.
Mijnheer Hedebouw, uw redenering is: we gaan altijd alles afpakken, met als resultaat dat er niet af en toe een slecht jaar is maar dat elk jaar een slecht jaar wordt. Dat kan niet de bedoeling zijn. Men moet er ook voor zorgen dat een economie kan groeien, dat een economie kan investeren, dat er jobs kunnen worden gecreëerd. Bij u is het iedereen gelijk, maar iedereen gelijk naar beneden. Dat is niet waarvoor wij in ons land moeten tekenen.
Het beleid dat deze regering in een periode van crisis heeft gevoerd, is een zorgvuldig beleid. Het is een beleid waarin we de zwaksten steunen. We hebben niet gewacht om het sociaal tarief voor elektriciteit uit te breiden tot het moment waarop de prijzen gestegen zijn, neen, we hebben dat van in het begin van de covidcrisis doorgevoerd. Toen we zagen dat de middenklasse werd geraakt, hebben we de btw verlaagd en hebben we ervoor gezorgd dat de indexering functioneert.
U moet kijken naar het globale plaatje. Als u een globale analyse maakt, zult u zien dat wij een duurzaam beleid voeren dat ervoor zorgt dat we onze staatsfinanciën niet op een onherroepelijke manier ruïneren, maar ook dat we maatregelen nemen om de middenklasse te steunen op het moment dat het nodig is. Dat is ons beleid en dat is concreet.
04.09 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Hoe wereldvreemd kan men zijn? Mijnheer de eerste minister, ik heb u gezegd dat de werkende klasse hier in België het niet meer ziet zitten om zoveel te betalen voor benzine en diesel. En wat antwoordt u? De Belgen moeten stoppen met klagen omdat het in Nederland duurder is.
Maar enfin, hoe kan men zo'n antwoord geven, mijnheer de minister? U stelt de vraag waarom de vivaldiregering uitgespuwd wordt door het volk. Dat is de reden! U leeft in een andere wereld, het is onhoudbaar.
Cela importe-t-il aux gens de savoir que c'est plus cher en Hollande? Qu'est-ce comme argument? Que sont toutes ces propositions des partis soi-disant de gauche? C'est le catalogue du premier mai! Et après, le premier ministre nous dit d'arrêter de nous plaindre parce qu'en Hollande, c'est plus cher. Non, monsieur le ministre, ce type de réponse ne va pas! Ce qu'il faut, c'est arrêter avec les accises, et faire un blocage des prix, parce que les parasites de notre société sont ces multinationales du pétrole qui se font des milliards!
04.10 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de eerste minister, maak u geen illusies, de nood aan voedselhulp, de nood aan financiële bijstand, zal in de komende maanden alleen maar stijgen. Het leven wordt elke dag duurder.
Het is een beetje cynisch dat u verwijst naar de gasprijzen en naar het feit dat de Nederlanders bij ons komen tanken. Wel, ga eens naar Nederland winkelen voor de essentiële boodschappen. Die zijn daar veel goedkoper, die zijn daar nog betaalbaar.
De regering onderschat nog steeds de financiële druk op grote groepen in onze samenleving. Het gaat allang niet meer over de 10 % of zelfs de 20 % armste mensen van onze bevolking. Nee, de groep is veel groter aan het worden. De middenklasse wordt ook getroffen. De hardwerkende Vlaming wordt ook getroffen.
Kies nu eindelijk eens voor structurele maatregelen in plaats van aan te modderen. Verlaag de btw op energie definitief naar 6 %. Verlaag de btw naar 0 % op essentiële middelen. Doe iets! Met elke minuut tijdverlies duwt de regering alsmaar meer Vlamingen de armoede in.
04.11 Egbert Lachaert (Open Vld): Mijnheer de eerste minister, ik vermoed dat sommige fracties er spijt van hebben dat zij geen deel uitmaken van de meerderheid, want zij zijn het roerend eens met het antwoord dat u mij gegeven hebt, namelijk dat solidariteit niet kan bestaan zonder verantwoordelijkheid en dat iedereen zijn bijdrage moet leveren om ons goede sociaal systeem te kunnen behouden.
Als men daarnet de communisten hoorde, die natuurlijk veel geld willen uitgeven, en de Vlaams Belangfractie, die het economisch programma van de communisten gekopieerd heeft, lijkt het alsof alles uit de lucht komt vallen. Maar dat is niet zo. Uiteindelijk staat of valt ons land met mensen die werken, die hun best doen en bijdragen. Op dat vlak kiest deze regering voor de juiste koers. Zij wil op een menselijke manier mensen begeleiden naar werk.
Ik ben heel blij te vernemen dat u het engagement zult waarmaken het wetsontwerp inzake de arbeidsdeal zo snel mogelijk naar het Parlement te brengen. Wij zullen het met veel genoegen behandelen in het halfrond. Wij rekenen erop dat de fracties die vandaag allemaal applaudisseren, het mee goed zullen keuren.
04.12 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord. Dat stemt ook overeen met wat we in het regeerakkoord hebben afgesproken. Ik ben heel blij dat ook de collega's van N-VA achter het regeerakkoord staan. Ze zeggen dat hier al weken; dus ze steunen het ten volste.
Ook ik vind het goed dat er snel een tekst bij het Parlement wordt ingediend, maar er zal meer nodig zijn. De komende weken moeten er belangrijke beslissingen worden genomen. Voor ons is de beste bescherming een job. Werken moet lonen. We hebben vandaag nog veel te veel brede maatregelen en het is belangrijk dat we snel heel specifieke maatregelen nemen, zoals tijdelijke werkloosheid, voor wie het moeilijk heeft.
Er is vandaag een heel goede voorzet gegeven
en we verwachten de teksten in het Parlement. We zullen ze volmondig steunen.
04.13 Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je voudrais tout d'abord répondre au groupe Open Vld, parce que, parfois, c'est vraiment un peu dur ici. Dans ce pays, ceux qui bénéficient d'allocations du berceau à la tombe, ce ne sont pas ceux que vous pensez mais ce sont bien les actionnaires. Et quand je vous entends, monsieur le ministre, dire qu'il y a une bonne redistribution des richesses dans ce pays, d'un côté je ne suis pas trop étonnée, parce que vous faites quand même partie du mouvement libéral mais, d'un autre côté, cette redistribution n'est vraiment pas correcte dans ce pays.
J'aimerais quand même rappeler que les CEO ont vu leur salaire augmenter de 14 %, alors que vous avez offert gracieusement des cacahuètes – 0,4 % – à l'ensemble de la classe travailleuse, et que les dividendes du BEL20 représentent huit milliards d'euros. Dès lors, je ne sais pas quelle est votre vision de la redistribution des richesses.
Vous n'avez pas répondu à la question de savoir qui, dans votre gouvernement, veut remettre en question le deal pour l'emploi. Je n'avais bien évidemment aucune illusion et je veux donc soutenir (…)
04.14 Chanelle Bonaventure (PS): Monsieur le premier ministre, nous, socialistes, avons toujours dit que les mesures d'aide pouvaient être prolongées, amplifiées, sans tabou budgétaire. Pour nous, maintenant, il faut intervenir sur le prix à la pompe: deux euros, ce n'est plus acceptable! Bloquez les prix, s'il le faut! Aidez tous ces ménages qui ne bénéficient pas du tarif social élargi mais qui souffrent grandement de la hausse des prix qui les appauvrit fortement!
Il faut pérenniser la TVA à 6 % sur le gaz et l'électricité, qui sont bien évidemment des produits de première nécessité, mais aussi revoir la marge salariale, augmenter le salaire minimum, baisser la fiscalité sur les bas et les moyens salaires et augmenter le remboursement des frais de déplacement des professionnels. Et comment finance-t-on tout cela? En taxant enfin les plus-values des actionnaires, en mettant en place un impôt sur la fortune et en taxant les entreprises du secteur de l'énergie, qui font des profits et des bénéfices plantureux au détriment des consommateurs!
Des solutions, il y en a, et beaucoup!
04.15 Peter De Roover (N-VA): Premier, wat een geluk dat er communisten bestaan. Indien ze niet zouden bestaan, zou u ze uitvinden. Immers, alleen ten opzichte van de communisten lijkt u niet links. Bovendien antwoordt u ook alleen op hun vragen.
U bent iedere keer blij dat de heer Hedebouw hier staat. Dan kunt u zich immers nog een klein beetje afzetten tegen de linkerzijde. Op de vragen van de N-VA antwoordt u niet. Ik zal meer zeggen: uw voorzitter kopieert ons 's anderdaags. Dat is de situatie vandaag.
Het is altijd interessant om het applaus in het plenum even te bekijken. Er is een meerderheid. Dat is het nieuws van de dag. Het is echter niet uw meerderheid. Indien blikken immers konden doden, hadden wij nu het lijk van de heer Lachaert weggedragen, wanneer ik in die richting kijk.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05.01 Peter Buysrogge (N-VA): Premier, uw regering kabbelt van crisis naar crisis. U ruziet al anderhalf jaar over het al dan niet sluiten van de kerncentrales, vorige week hadden we hier nog het dossier van de gokreclame en daarnet hebben we nog een mooi staaltje gezien van het uitblijven van eender welke activeringsmaatregel.
Vandaag is er een nieuw dossier, namelijk het budget voor Defensie. U weet zeer goed dat het budget moet opgetrokken worden tot de 2 %-norm, zoals afgesproken met de NAVO-lidstaten. Onze buurlanden zijn daar volop mee bezig. Duitsland, waar de groenen toch ook in het bestuur zitten, heeft bijvoorbeeld beslist om de nodige budgetten vrij te maken. Nederland heeft eveneens beslist om extra middelen vrij te maken.
Ook u weet zeer goed dat deze middelen vrijgemaakt moeten worden. We moeten dat niet alleen doen omdat dit goed en leuk is, maar ook om onze internationale solidariteit te tonen en onze eigen veiligheid te garanderen.
U bent daar zelf ook voorstander van en u wil daarmee naar de top van Madrid gaan. U heeft het dossier zelfs uit de handen genomen van de bevoegde minister Dedonder om het effectief te kunnen realiseren. U weet ook dat dit wellicht goed zal staan op uw cv voor uw internationale carrière.
De groenen trekken vandaag echter een lijn en zeggen dat het niet kan. De uitgaven moeten volgens hen beperkt blijven tot de gemaakte afspraak, namelijk 1,54 % van het bbp en geen eurocent meer. Dat is politieke profileringdrang die onze internationale solidariteit en onze eigen veiligheid benadeelt.
Premier, hoe zal u naar Madrid gaan? Zal u
gaan om te zeggen dat we het toch beperkt houden tot 1,54 % of zal u daar
kunnen aankondigen dat we voor de 2 % gaan? Ik hoop op het laatste.
05.02 Georges Dallemagne (Les Engagés): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, ce matin, dans La Libre, vous vous êtes fait flinguer – c'est le cas de le dire pour des questions ayant trait à la Défense! – par un partenaire de votre majorité. Nous avons beau y assister semaine après semaine, nous ne nous habituons pas à cette brutalité au sein de votre majorité ni à ce chaos dans les prises de décision.
Ce qui gêne également dans cette interview, ce sont les propos aux relents démagogiques, consistant à opposer les nécessaires réformes sociales aux efforts tout aussi indispensables en matière de sécurité, lorsqu'on laisse penser qu'il ne faudrait pas loyalement épauler nos alliés et contribuer aux efforts de Défense à la hauteur de ce que nous devrions apporter.
Je rappelle que le général Thys disait très récemment: "Nous sommes dans la merde. Notre armée ne dispose plus de chars ni de canons. Nos frégates et nos avions vieillissent. Nous n'avons pas de missiles sol-air ni de batteries pour protéger nos aéroports. Notre Défense est dans un état catastrophique." Nous savons que le plan STAR ne suffira pas à atteindre le niveau de défense nécessaire. Nous pouvons pester toute la journée contre les Américains qui imposeraient leur agenda, mais il faut alors implanter une défense européenne, de même que nous devons contribuer nous-mêmes aux nécessaires efforts de défense.
Monsieur le premier ministre, quels seront les engagements de la Belgique au prochain sommet de l'OTAN? Les nouveaux États membres de l'Alliance atlantique nous y attendent. Il ne faudrait pas que nous soyons une charge pour eux, mais plutôt que nous leur témoignions de notre solidarité.
05.03 Alexander De Croo, premier ministre: Monsieur Dallemagne, notre sécurité est aussi une question de solidarité. Heureusement qu'aujourd'hui, nous faisons partie d'un bloc de 30 pays. On voit maintenant que parmi les pays qui ne font pas partie de ce bloc, certains subissent des agressions énormes et d'autres disent qu'ils veulent nous rejoindre.
Dit is wat men vandaag ziet: veiligheid is gestoeld op solidariteit. Ik raad het niemand aan om vandaag alleen te staan in de wereld. Solidariteit wil natuurlijk zeggen dat elk zijn deel doet.
Minstens even belangrijk als de vraag hoeveel men doet, is ook wat men ermee doet. Dat is belangrijk. Het is belangrijk om aan het Parlement te duiden dat, indien we meer uitgeven, op welke manier we dat willen doen.
Ten eerste moet dat minder
gefragmenteerd. Als men vandaag naar Europa kijkt, heeft iedereen eigen
systemen. Als we met elkaar moeten samenwerken is dat bijzonder moeilijk. Door
het feit dat iedereen eigen systemen heeft, hebben we vaak ook zeer dure
systemen. In de Verenigde Staten is alles veel homogener. Samenwerken is dus de
boodschap en ons land heeft daar het goede voorbeeld in gegeven. Onze
luchtmacht werkt samen met Nederland; onze marine werkt ook intensief samen,
tot ontwikkelingen toe, met Nederland. Voor andere componenten werken we samen met Frankrijk.
En outre, si on investit, il faut que les retours économiques et industriels soient plus élevés. Si nous dépensons trop rapidement et trop massivement, nous achèterons des produits standards – probablement aux États-Unis – et le retour économique aura lieu là-bas et pas ici.
Si nous dépensons plus, nous devons le faire avec intelligence, via des programmes industriels qui permettent d'avoir un retour économique et technologique.
Een derde element is de maatschappelijke return. Als wij investeren in meer defensie, dan moeten wij er als samenleving meer van terugkrijgen. Investeringen in cybersecurity moeten lonen voor iedereen. Investeringen in militaire intelligentie moeten instaan voor het gevecht tegen terrorisme. Defensie zou zich moeten ontwikkelen tot een volwaardig kanaal van opleiding, zoals dat in zeer veel landen het geval is, maar in ons land niet.
Conclusie, als we meer uitgeven, dan moet dat op een graduele manier gebeuren. Wanneer uitgaven elkaar te snel opvolgen, dan gebeuren ze niet meer op een weloverwogen manier. We moeten de uitgaven ook coördineren met andere landen.
Vandaag mogen wij blij zijn dat wij deel uitmaken van een blok dat onze veiligheid garandeert. Het laatste wat ik als land of samenleving wil horen, is dat wij freeriders zijn, omdat wij ons deel van de taak niet doen. De veiligheid aan de grens van de Baltische staten, Polen en Roemenië is ook onze veiligheid. Daartoe hebben wij ons geëngageerd. We kunnen onmogelijk stellen dat wij solidair veiligheid opbouwen zonder daarin ons deel te doen. Het regeerakkoord zegt daarover zeer duidelijk dat wij ons aligneren op de uitgaven van de landen zonder nucleaire capaciteit. Die discussie vindt momenteel plaats in de regering. Hoewel dat nog een discussiepunt is, zeg ik wel duidelijk dat de afspraak in het regeerakkoord geldig blijft. Gelet op de huidige situatie kan die afspraak enigszins vooruitziend worden genoemd. Onze veiligheid is collectief, maar wij moeten ook ons deel doen.
05.04 Peter Buysrogge (N-VA): "GroenLinks wilde bezuinigen op Defensie, en dat was stom". De heer Calvo weet ongetwijfeld dat ik daarmee de Nederlandse politicus Jesse Klaver citeer, die vorige maand ook het licht heeft gezien. Collega's, u hebt nog een maand de tijd om het licht nog te zien.
Mijnheer de premier, ik ben het er volledig mee eens dat we moeten samenwerken en dat de investeringen een return op zowel economisch als maatschappelijk vlak moeten opleveren. Solidariteit betekent dus dat voor Defensie de norm van 2 % wordt behaald. Overtuig uw collega's van Groen ervan dat dat moet gebeuren.
Wij hebben een voorstel van resolutie ingediend, de goede collega's van MR eveneens. Die teksten worden volgende week besproken. Wij zijn bereid om een wisselmeerderheid te leveren, opdat de Kamer die 2 %-norm effectief goedkeurt. Laten wij de handen in elkaar slaan, want ik ben ervan overtuigd dat er daarvoor een meerderheid bestaat.
05.05 Georges Dallemagne (Les Engagés): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour votre réponse.
J'aimerais que pour des sujets aussi graves, on laisse la démagogie aux partis populistes. Il est clair que nous avons tous la guerre en horreur. Nous tentons tous de l'empêcher. Pour ce faire, iI n'y a pas d'autres moyens plus efficaces que de nous défendre, que de dissuader d'autres pays de nous attaquer, d'attaquer les pays européens. Tel est l'enjeu aujourd'hui.
Il s'agit d'un engagement pris par Elio Di Rupo, il y a huit ans, à Cardiff. Nous devons nous montrer à la hauteur de cet engagement par solidarité. Celle-ci ne s'arrête pas aux questions climatiques ou aux questions sociales, elle porte également sur des questions de sécurité de nos citoyens, sécurité qui est peut-être leur première préoccupation. Nous devons rencontrer cette préoccupation et être, dans ce domaine comme dans les autres, loyal sur le plan international.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
06.01 Philippe Pivin (MR): Monsieur le premier ministre, la cybercriminalité est entrée dans notre quotidien. Pourtant, la dernière attaque à laquelle cette organisation criminelle Lockbit s'est livrée est sensible et révoltante. Sensible, parce qu'elle vise un réseau intercommunal qui chapeaute des hôpitaux, des maisons de repos, Vivalia. Révoltante parce qu'elle a entraîné en réalité des reports au niveau des examens médicaux et des interventions chirurgicales. Elle est doublement révoltante lorsqu'on sait qu'elle est assortie d'une menace de rançon, conditionnée par la révélation, dans quelques jours, de données sur les patients, sur leurs pathologies et sur les employés. C'est vraiment écœurant!
Monsieur le premier ministre, il y aura demain un an que se tenait un Conseil national de sécurité dédié à la cybermenace au cours duquel notre ministre de l'Intérieur a annoncé un plan en six axes, parmi lesquels la protection de nos organisations d'intérêt vital. Vous indiquiez à cette occasion que les effectifs et les moyens seraient augmentés. Pourtant, les RCCU manquent encore de moyens, tout comme la FCCU. C'est un défi pour notre puissance publique. Nous en avons encore eu tous les témoignages possibles lors des auditions, il y a quelques jours, de la part du directeur général de la police judiciaire. Il manque toujours des enquêteurs cyber, des logiciels et même du petit matériel que l'on doit renouveler tous les trois mois. On parle ici de téléphones.
Voici mes questions, monsieur le premier ministre. Quel travail est-il actuellement mené par nos services de police aux côtés de Vivalia? Quelles mesures ont-elles été prises depuis un an pour renforcer les dispositifs de lutte? Comment le Centre pour la Cybersécurité Belgique (CCB) collabore-t-il avec les infrastructures vitales? Enfin, quelle collaboration Europol développe-t-elle?
06.02 Alexander De Croo, premier ministre: Monsieur Pivin, je vous remercie pour votre question.
L'exemple que vous citez démontre que personne n'est à l'abri d'attaques dans le monde cyber. On voit très bien que la menace se déplace depuis des années du côté physique vers le monde numérique. La question n'est pas de savoir si on va se faire attaquer mais quand cela va se faire et comment s'en protéger.
Comme vous l'avez dit, il y a un an, nous avons développé notre stratégie cyber. Entre-temps, cela s'est aussi traduit dans la stratégie nationale de sécurité où l'élément cyber tient à présent une place plus proéminente que la menace terroriste, par exemple, parce que la menace cyber peut toucher tout le monde. L'exemple que vous citez de cet hôpital montre bien jusqu'à quel niveau cela peut être intrusif dans nos vies les plus intimes.
Comme vous le savez probablement, nous avons pris des décisions d'augmentation de budgets qui se traduisent par des recrutements au sein d'un marché du travail qui n'est pas évident parce qu'il n'est pas facile de recruter des spécialistes dans ce domaine. Nous avons aussi investi dans notre plan ERF avec près de 80 millions d'euros consacrés à ce domaine.
Ce qui est également important, à côté des moyens et des investissements, c'est une culture de la sécurité de manière générale dans le monde cyber. Nous avons tous certains réflexes dans le monde physique. Nous ne quittons pas notre maison sans fermer la porte à clé. Dans le monde numérique, nous n'avons pas toujours ce réflexe. Très souvent, dans nos systèmes, il y a une serrure mais elle n'est pas fermée car nous manquons de réflexes. Ces attaques s'orientent toujours vers les points les plus faibles. Le Centre pour la Cybersécurité Belgique (CCB) investit beaucoup dans le développement de cette culture de la cybersécurité. Il a lancé une application telle que Safeonweb que je vous recommande et par laquelle, chaque jour, vous pouvez voir quelles sont les menaces les plus récentes. Le CCB travaille beaucoup avec le monde des entreprises et les autorités locales. C'est un travail que nous devons faire tous ensemble. Il faut bien comprendre que c'est au niveau du maillon le plus faible que l'attaque a lieu.
06.03 Philippe Pivin (MR): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour vos réponses.
Le commissaire Bogaert illustrait les choses différemment en disant qu'il connaît ce gang informatique depuis 2015. Depuis sept ans, Lockbit développe des outils de plus en plus sophistiqués.
J'aimerais croire que l'État développe aussi
depuis sept ans des outils de lutte de plus en plus
sophistiqués. J'aimerais le croire et je pense que c'est possible. Je pense que
des mesures complémentaires peuvent être prises en Défense, en Santé et en
Intérieur.
Monsieur le premier ministre, je pense en outre que vous disposez du meilleur outil qui soit, le CCB, pour initier ces mesures et pour les harmoniser pour qu'elles soient les plus efficaces et les plus adaptées face aux périls que nous rencontrons aujourd'hui.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
07.01 Kattrin Jadin (MR): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, depuis quelques mois, nous constatons avec effroi le changement des paradigmes au sein de l'Europe, sur le continent européen. La situation géopolitique grandissant en termes de dangerosité amène des États, qui jadis étaient dans des positions fort neutres notamment vis-à-vis de leur voisin russe, à vouloir aujourd'hui avoir plus de sécurité, plus de solidarité, comme vous venez de le dire en réponse à une question précédente. Ils souhaitent également remplir les conditions de sécurité que peut donner l'OTAN. Il s'agit de la Suède et de la Finlande.
Monsieur le premier ministre, je ne peux évidemment que comprendre leur souhait de vouloir intégrer des pays qui remplissent déjà les 2 % du PIB en ce qui concerne leurs investissements, des pays sur lesquels nous devons prendre exemple, en tout cas à ce niveau-là, au cours des mois et années à venir.
Toutefois, ces deux pays connaissent aujourd'hui une situation de blocage par rapport à un des membres de l'OTAN. Je me pose dès lors la question de savoir si, en tant que pays membre fondateur, nous ne pouvons pas avoir là des possibilités de médiation, des possibilités d'influencer positivement ce à quoi nous devons aboutir, je crois, à savoir l'adhésion de ces deux pays à l'OTAN.
07.02 Alexander De Croo, premier ministre: Madame la présidente, madame Jadin, la Belgique accueille naturellement favorablement la demande de la Suède et de la Finlande de rejoindre ce parapluie de sécurité qu'est l'OTAN.
Comme je l'ai dit précédemment, ces pays se sont sentis très seuls durant les mois qui viennent de s'écouler. Après un processus démocratique, ils ont fait un choix souverain en matière de défense. Car soyons clairs, l'OTAN est un outil de défense. Elle ne constitue pas une menace.
Le processus d'adhésion dont question doit être ratifié. Nous ferons appel à ce Parlement pour que cela puisse se faire aussi rapidement que possible. En effet, entre la demande et l'entrée en vigueur de cette protection, un processus de ratification doit avoir lieu.
Pour ce qui concerne les questions posées par la Turquie, il faut bien définir quelle est la priorité aujourd'hui. La priorité est de garder l'unité des pays de l'OTAN, de maintenir cette protection collective. Quand deux pays font savoir qu'ils veulent rejoindre l'OTAN, cela doit donc être notre première priorité.
On peut comprendre que la Turquie ait émis certaines réserves. Je sais que des discussions bilatérales ont lieu aujourd'hui, et auront lieu dans les jours à venir, entre ces trois pays. Je serais étonné qu'une solution ne puisse être trouvée, vu l'enjeu qui est sur la table. Je suis même convaincu qu'il est possible de trouver un accord, sachant qu'il s'agit de la sécurité du continent européen. Et je pense pouvoir dire que tous les pays, y compris la Turquie, partagent cette préoccupation.
07.03 Kattrin Jadin (MR): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour votre réponse.
Je ne peux que partager votre analyse en ce qui concerne la nécessité d'assurer plus de solidarité entre les pays qui souhaitent garantir la sécurité de leur population. Ces populations se sont d'ailleurs déjà exprimées au sein de leurs parlements respectifs, en tout cas pour ce qui concerne la Suède et la Finlande.
Comme vous l'avez dit, nous devrons également nous exprimer, dans ce Parlement, lorsque ces deux demandes d'adhésion auront été avalisées.
J'espère que les discussions que nous aurons seront constructives, tout comme les pourparlers entre la Finlande, la Suède et la Turquie.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08.01 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le ministre, dès avant la guerre, le système de soins de santé ukrainien était très fragile. Il suffisait de voir le nombre de cas de sida ou encore de tuberculose exploser littéralement ces dernières années. C'est dans ce contexte que la guerre en Ukraine a débuté - une guerre au cours de laquelle Poutine bombarde les hôpitaux et les maternités. Par conséquent, les Ukrainiens sont contraints de fuir et de survivre, au lieu de se soigner. C'est une fatalité que notre gouvernement a refusée – je vous en remercie – en envoyant du matériel médical en Ukraine.
Voici deux mois, la seule réponse que je sois parvenue à arracher de votre gouvernement était que l'envoi de ce matériel médical se ferait via B-Fast ou encore via le SPF Santé publique. À l'époque, nous étions en droit d'espérer que la qualité prévaudrait. Or, ce ne fut pas le cas. En effet, la presse nous apprend aujourd'hui que près de 20 % des médicaments ainsi que 10 % des fournitures qui ont été livrées présentaient une date de péremption qui échoirait trois semaines après leur arrivée en Ukraine. Les directives de l'OMS, monsieur le ministre, sont pourtant on ne peut plus claires: tout médicament fourni à l'étranger doit pouvoir présenter une durée de conservation d'au moins un an.
Aujourd'hui, vous nous dites avec beaucoup de cynisme qu'il fallait agir très vite et que les Ukrainiens étaient d'accord de recevoir ces médicaments. Mais l'Ukraine était-elle en mesure de refuser ces dons, compte tenu de sa grave situation sanitaire? Ne vous incombait-il pas plutôt de vérifier la qualité de ce matériel médical, d'autant plus que, deux semaines plus tard, vous en avez fait retirer, parce que la date de péremption était inférieure à six mois? Pourquoi l'avoir fait pour ce deuxième envoi, et pas pour le premier? Enfin, pouvez-vous nous garantir que ces médicaments ne mettront pas en danger la santé des Ukrainiens?
08.02 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mijnheer de minister, u kent heel waarschijnlijk het blunderboek van het Rekenhof. Op pagina 168 van de uitgave van 2010 van die schandpaal staat klaar en duidelijk dat de overheid toen 5 miljoen griepvaccins en 4,6 miljoen maskers heeft vernietigd, alsook dat die vernietiging 85 miljoen euro heeft gekost. Dat was trouwens niet voldoende, want er bleef nog 33 miljoen euro te betalen aan GlaxoSmithKline voor 4 miljoen dosissen die nooit werden opgevraagd en gebruikt, dit op advies van onze griepcommissaris, de heer Van Ranst.
In april 2020 stond ik hier aan dezelfde pupiter en vroeg ik uitleg over de mondmaskers. Die vraag ligt waarschijnlijk nog altijd op het kabinet, als u ze geërfd hebt, want ik heb nog altijd geen antwoord gekregen. Toen werd over de mondmaskers gesteld dat wij die niet echt nodig hadden. Die mondmaskers waren niet zo belangrijk om de epidemie in te dijken. Wat bleek immers? Het bleek dat wij er geen hadden. De overheid had ze verbrand. Ze had tientallen miljoenen mondmaskers, namelijk tussen 22 en 63 miljoen maskers, verbrand in de oven van Van Gansewinkel.
Wij zijn nu amper twee jaar verder en nu blijkt dat de strategische stock van Volksgezondheid opnieuw voor 98,5 miljoen euro aan vervallen medicijnen bevat.
Wat doet de regering om van die stock af te raken? Zij geeft die aan Oekraïne. Zij doet een gift aan Oekraïne, eerst een kleine geste van 3,4 miljoen euro, 140.000 naalden die in principe niet meer mochten worden uitgevoerd en 280.000 dosissen medicatie die ook niet meer mochten worden uitgevoerd.
Mijnheer de minister, is dat de manier om hulp te bieden aan Oekraïne? Ik moet eerlijk bekennen dat mijn broek afzakt van plaatsvervangende schaamte voor een dergelijk beleid. Ik wacht op uw antwoord en zou ook heel graag horen hoe wij aan die 100 miljoen euro aan vervallen medicatie komen.
08.03 Frank Vandenbroucke, ministre: Chers collègues, lorsqu'un pays est attaqué brusquement, il faut aider sa population. Ne pas réagir serait de la négligence coupable. Notre SPF Santé publique a réagi immédiatement lorsque, le 24 février, l'Ukraine a demandé de l'aide.
Le jour suivant, le 25 février, le SPF a proposé à l'Ukraine une liste de médicaments avec tous les détails, y compris les dates de péremption. Cette offre a été acceptée par l'Ukraine le même jour.
Nous avons fourni de la morphine et d'autres médicaments qui pouvaient être utilisés immédiatement, en particulier dans les salles d'opération, afin d'aider les blessés.
Il est vrai que dans cette liste – pour un montant de 546 000 euros –, il y avait des produits avec une date de péremption dans un délai de quelques semaines. Bien que tout ait été fait de bonne foi et que l'Ukraine ait accepté cette offre, ce n'est pas la pratique standard. C'est la raison pour laquelle les responsables du SPF ont dit qu'il fallait éviter cela pour la deuxième livraison.
Je crois que la façon dont cette affaire a été décrite dans Het Laatste Nieuws est très loin de la réalité. Il s'agissait d'une réaction immédiate pour envoyer de la morphine pour aider les blessés.
Mijnheer Dedecker, het is een beetje onkarakteristiek, maar u loopt wel heel erg achter met uw vraag. Over het feit dat er inderdaad ten belope van 81 miljoen euro aan stock moet worden vernietigd, is op 1 april 2022 een uitvoerig persbericht gepubliceerd. Gisteren nog hebben wij daarover uitvoerig en in detail gediscussieerd in de commissie voor Gezondheid. Het is dus een beetje vreemd dat die vraag nu terugkomt.
Ik wil heel het antwoord van gisteren nog
eens herhalen, mijnheer Dedecker. De redenen waarom wij te maken krijgen met
een stock die gedeeltelijk niet meer bruikbaar is, wat wij daaraan doen en ook
wat wij zullen doen om dat in de toekomst natuurlijk maximaal te vermijden,
zijn gisteren allemaal zeer uitvoerig aan bod gekomen in de commissie voor
Gezondheid. Het is vreemd dat dit vandaag terugkomt, maar u kunt natuurlijk
niet overal tegelijk zijn en ik verontschuldig u voor het feit dat u een beetje
achterloopt met uw informatie. Zeggen dat wij die stock ten belope van
81 miljoen euro zouden hebben gedumpt in Oekraïne is echter volslagen
onzin. Dat blijkt uit hetgeen
ik heb verteld.
08.04 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse, même si je la trouve un peu facile. Il ne s'agissait pas ici de choisir entre l'urgence et la négligence mais, au contraire, de choisir une voie médiane qui est celle de l'anticipation.
Autant l'urgence pouvait se justifier dans le chef du gouvernement ukrainien, qui n'avait pas d'autre choix que d'accepter ces médicaments parce qu'il en avait besoin pour soigner sa population, autant vous, monsieur le ministre, vous ne pouvez pas aujourd'hui brandir cette urgence pour vous dédouaner de votre responsabilité pour constituer des stocks stratégiques de médicaments, comme nous l'a enseigné la crise sanitaire avec la fameuse saga des masques.
Pour ce qui concerne la santé des Ukrainiens, autrement dit de l'incidence des médicaments sur leur santé, vous ne donnez absolument aucune réponse, alors que le risque aujourd'hui est de voir ces Ukrainiens utiliser ces médicaments en pensant qu'il n'y aura pas d'incidence sur leur santé et que ces médicaments vont agir, alors que soit ils n'agiront que très peu, soit ils n'agiront pas du tout.
08.05 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Zijne intellectuele hoogheid heeft blijkbaar niet goed geluisterd. Ik heb gezegd dat het 3,4 miljoen euro was van de globaliteit. Gesnopen? Als het nodig is, kan ik het nog eens herhalen, mijnheer de professor.
Ten tweede, er wordt verondersteld dat u de wet kent. De regels van de Wereldgezondheidsorganisatie zeggen dat er geen geneesmiddelen meer kunnen worden uitgevoerd die minder dan een jaar houdbaar zijn. Dat hebt u wel gedaan. U hebt dat niet één keer gedaan, er was zelfs sprake van recidive. De tweede keer heeft men het echter gezien, het is gepubliceerd. Toen zou alles wat een vervaldatum voor oktober had er worden uitgehaald. Het is nogal laf om dan te zeggen dat we die Oekraïners toch geholpen hebben en dat ze het wisten. Qua vluchtgedrag kan dit absoluut tellen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09.01 Vicky Reynaert (Vooruit): Mevrouw de minister, nog nooit moesten zo veel mensen een beroep op de voedselbanken doen. In een maand tijd stijgt het aantal mensen dat in de rij moet gaan staan bij de voedselbanken, op sommige plaatsen met meer dan 25 %. Dat zijn elke maand duizenden tot tienduizenden mensen extra. De redenen daarvoor zijn duidelijk. Door de inflatie stijgen de voedselprijzen, die al zeer hoog waren. Daarnaast moeten de gezinnen ook het hoofd bieden aan de stijgende energieprijzen.
Meer nog, mevrouw de minister, het gaat vandaag niet langer alleen om mensen die moeten leven van een leefloon. Het gaat vandaag niet langer alleen om alleenstaande mama's en papa's die werken en die de eindjes aan elkaar moeten knopen. Het gaat vandaag ook om gezinnen waar beide ouders werken. Hardwerkende gezinnen moeten vandaag schrijnende keuzes maken: ofwel verwarmen ze hun huis, ofwel zorgen ze voor eten voor hun kinderen.
Dat is onaanvaardbaar, mevrouw de minister. Hoe is mogelijk dat in ons land, in onze samenleving, mensen die werken een beroep op de voedselbank moeten doen? Werken moet lonen, ook in crisistijden. Wie werkt, moet zijn huis kunnen verwarmen. Wie werkt, moet eten voor de kinderen kunnen kopen. Wie werkt, moet niet alleen kunnen overleven, maar ook van het leven kunnen genieten.
Mevrouw de minister, de rij bij de voedselbanken wordt niet alleen langer, ook het aantal schenkingen vanuit de voedseldistributie daalt drastisch. Daardoor moeten de voedselbanken zelf in meer middelen voorzien om voedsel aan te kopen.
Mevrouw de minister, wat zijn uw plannen om te voldoen aan de stijgende vraag bij de voedselbanken, niet alleen nu maar ook in de komende jaren, wanneer het budget drastisch dreigt te dalen?
09.02 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, de kinderen eten geven of het huis verwarmen? Dat is de keuze waar Katrien voor staat. Katrien is een 36-jarige, alleenstaande, werkende mama die 1.800 euro per maand verdient. Ze staat voor een bijzonder hard dilemma. Dat ervaren ook steeds meer werkende mensen. Men ervaart dat ook bij de voedselbanken. Vorig jaar klopten daar elke maand 180.000 mensen aan voor een voedselpakket. Hun aantal groeit. Elke maand opnieuw zien we de aantallen stijgen. Het gaat niet alleen om leefloners. Ook bij werkende mensen als Katrien ziet men de noodzaak toenemen, het water staat hen aan de lippen. Tegelijkertijd stellen we vast dat de voedselbanken minder giften krijgen vanuit de voedingsindustrie. Tevens werd aangekondigd dat de steun door de overheid vanaf 2024 zou dalen. Dat maakt de situatie alleen nog maar moeilijker.
Deze regering heeft al maatregelen genomen om de stijging van de levensduurte deels te compenseren. CD&V vraagt uitdrukkelijk dat er ook aandacht wordt besteed aan de werkende klasse die niet meer rondkomt en bij wie het water aan de lippen staat. Wij vragen om iets te doen aan de lange rijen aan de voedselbanken. Het is al schrijnend genoeg dat mensen in een welvarend land als België moeten wachten op een voedselpakket. De psychologische impact daarvan is niet te onderschatten, laat staan dat de aantallen blijven toenemen en dat steeds meer werkende mensen hun toevlucht moeten nemen tot de voedselbanken.
Mevrouw de minister, wat zal de regering doen om de kwetsbare mensen te beschermen tegen de stijging van de levensduurte? Zult u aandacht hebben voor de groeiende groep van de working poor, bij wie men vaststelt dat zij niet meer verder kunnen? Wat zult u, tot slot, doen om de voedselbanken verder te ondersteunen?
09.03 Minister Karine Lalieux: Geachte collega's, tussen 2014 en 2020 steeg het aantal mensen voor voedselhulp via het FEAD met 70 %. Zelfs voor de verschillende crisissen steeg de vraag naar extra hulp. In deze periode stijgen de middelen slechts met 6,3 %. Sinds mijn aantreden zag ik de urgentie van deze voedselonzekerheid in. Ik besloot om de toegewezen middelen vanaf 2021 te verhogen naar 19.911.651 euro. Dit betekent een stijging van 51 %. De coronacrisis en de stijgende energieprijzen zorgen ervoor dat steeds meer mensen nood hebben aan voedselhulp. Voor 2022 namen we de beslissing om de middelen voor voedselhulp te verhogen tot 26.175.572 euro. Dit komt uit het FEAD-programma en betekent een verdubbeling van de middelen vergeleken met 2020. Parallel aan dit FEAD-beleid maakten we in twee jaar tijd 5 miljoen euro extra vrij voor de OCMW's en 5 miljoen euro voor materiële hulp, zoals hygiënische bescherming, luiers en producten voor persoonlijke hygiëne. Er kwamen minder dotaties uit de agrofoodsectoren. Hierdoor werden de voedselbanken geconfronteerd met minder voedsel en levensmiddelen. Om hen erin bij te staan we wijzen we eveneens 4,5 miljoen euro toe aan deze sector.
Mijn administratie heeft regelmatig contact met de sector en we volgen de evolutie op de voet. Gezien de huidige situatie zorg ik ervoor, in het kader van de begroting 2023, om de huidige bedragen te handhaven om zo aan de vraag te voldoen zolang deze situatie zich voordoet. Als we de middelen en noden goed kunnen inschatten, dan zorgt dit er automatisch voor dat we een proactief beleid kunnen voeren rond nieuwe aanvragen bij de voedselbanken.
Het is onze plicht en verantwoordelijk om mensen in kwetsbare situaties te helpen. We moeten er echter vooral voor zorgen dat onze medeburgers niet in zulke situaties terechtkomen. Om dit te doen, moeten we krachtige maatregelen nemen, zoals een verhoging van het minimumloon, de verlaging van de belasting op lage en middelhoge lonen en een permanente verlaging van de btw tot 6 % op energie. We moeten verder durven gaan om de levensomstandigheden voor iedereen te verbeteren.
09.04 Vicky Reynaert (Vooruit): Mevrouw de minister, nog nooit investeerde een regering zo veel in de koopkracht van de werkende mensen als deze regering met socialisten. U verhoogde de minimumlonen en de nettomiddeninkomens. U verlaagde de btw op energie. U gaf iedereen een verwarmingspremie. Het uitgebreid sociaal tarief voor energie werd verlengd. Vandaag zijn de prijsstijgingen echter zodanig hoog dat sommige mensen daar helaas niets van voelen. De prijsstijgingen van vandaag zijn zo gigantisch dat zelfs werkende Belgen een beroep moeten doen op de voedselbank. Dat kan zo echt niet verder. Voor Vooruit moet er iets worden gedaan. Er moet meer geïnvesteerd worden in de koopkracht van de werkende mensen. Dat is de boodschap van de Vooruitfractie aan uw regering.
09.05 Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, het is goed dat u de voedselbanken zal steunen. We moeten echter ook op langere termijn denken. Na 2024 zal er ook extra steun nodig zijn. Het is schrijnend dat zelfs de voedselbanken nog maar moeten bestaan. Ik zou liever hebben dat we al die voedselbanken konden afschaffen, dat we ze niet nodig zouden hebben. Hoe kunnen we ons in een welvarend land als België voorstellen dat mensen staan aan te schuiven voor een pakketje voedsel?
We moeten dus preventief werken met structurele maatregelen. De koopkracht van de mensen moet gevrijwaard blijven. Het gaat niet alleen maar om de kleine groep kansarmen, maar om een steeds groter wordende groep, waaronder ook werkende mensen. Alle alarmbellen moeten dan afgaan. Iedereen in deze regering moet ingrijpen op alle vlakken. De CD&V zal dat ook doen. Van ons krijgt u zeker ook de steun om samen met de regering werk te maken van de bescherming van de koopkracht van alle mensen. De werkende klasse moet zeker worden beschermd.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
10.01 Josy Arens (Les Engagés): Madame la présidente, madame la ministre, j'avais envie de dire "monsieur le ministre Georges Gilkinet". Je serai assez dur dans mon intervention. En effet, j'ai l'habitude d'être dur avec M. Gilkinet. C'est un ami, donc je peux être dur avec lui.
Ne me parlez pas, madame la ministre, de la Vision 2040! C'est dans dix-huit ans. Nous sommes en 2022. C'est aujourd'hui qu'il faut des moyens pour que les trains roulent. Jusqu'à il y a trois ou quatre semaines, Georges Gilkinet me répondait que c'était la crise du covid qui faisait qu'il y avait beaucoup d'absents. Les trains ne roulent pas aujourd'hui sur certaines lignes parce qu'il y a un manque de personnel.
Les réponses du ministre Gilkinet à ce problème ne sont pas suffisantes puisque les syndicats du personnel de la SNCB, d'Infrabel et de HR Rail ont déposé un préavis de grève en front commun pour le 31 mai. Cela faisait très longtemps que ce n'était plus arrivé. "Nous n'arrivons plus à assurer les services de base et la négociation des contrats de service public n'offre pas de perspective", résume la CSC Transcom. C'est pour cela que je vous dis de ne pas parler de 2040 car nous sommes en 2022. Les syndicats passent par la grève parce que l'état du dialogue social est médiocre. L'améliorer est une revendication justifiant déjà cette grève. Les autres demandes sont claires: plus de budget d'exploitation, faciliter les conditions d'engagement, et des garanties quant au régime des pensions.
Monsieur le ministre Gilkinet, madame la ministre, excusez-moi, quelles sont vos réponses à ces différentes demandes? Quelles solutions proposez-vous? Avez-vous un avis sur la manière dont Infrabel et la SNCB pourraient distribuer autrement leurs budgets d'exploitation pour consacrer plus d'argent aux missions de base, c'est-à-dire aux travailleurs et travailleuses qui font rouler les trains?
10.02 Zakia Khattabi, ministre: Monsieur Arens, M. Gilkinet me charge de vous répondre ceci.
Tout d'abord, il vous remercie de l'interroger à nouveau sur le personnel ferroviaire. Il semble que vous partagiez cette préoccupation. Après tout, vous l'avez d'ailleurs relevé, il s'agit de nombreuses femmes et de nombreux hommes qui garantissent chaque jour le service sur notre réseau ferroviaire.
En effet, cette semaine, les syndicats des cheminots ont annoncé se joindre à l'action nationale du 31 mai dans les services publics. Un préavis de grève a été déposé en front commun et, comme le prévoit la loi, un service minimum sera organisé. Le ministre Gilkinet entend et comprend les préoccupations du personnel ferroviaire, dont il rencontre régulièrement les représentants.
Les économies dans le rail décidées par les précédents gouvernements font très mal à la SNCB et à son personnel. Des économies qui étaient déconnectées de toute vision stratégique. Ces économies, tout autant que les circonstances exceptionnelles que nous avons connues depuis 2019, ont des répercussions concrètes sur le terrain pour les voyageurs et pour le personnel de la SNCB.
C'est pourquoi la SNCB a recruté cette année 260 accompagnateurs de train. Ils et elles suivent actuellement une formation de quatre mois et demi et seront déployés dans les tout prochains jours. Monsieur le ministre voudrait dire – et je m'en fais la porte-parole – tant au personnel ferroviaire qu'aux voyageurs qu'il n'y a jamais eu autant d'ambition pour le rail belge. Faire rouler plus de trains nécessitera inévitablement plus de personnel ferroviaire, en particulier des conducteurs et des accompagnateurs.
Vous ne vouliez pas que je parle de la Vision 2040. Après la Vision 2040, le ministre travaille d'arrache-pied à doter la SNCB d'un véritable contrat de service public qui sera complété par une trajectoire budgétaire claire et stable sur laquelle le gouvernement se penchera dans les prochaines semaines.
Monsieur Arens, le défi est immense, mais ce défi est à la hauteur du rôle que le rail jouera pour demain en matière de climat, de mobilité, d'indépendance énergétique ou de sécurité routière. Et vous savez, dans le dossier du rail belge comme dans les autres dossiers, que vous pouvez compter sur la détermination du ministre Gilkinet comme de l'ensemble du gouvernement.
10.03 Josy Arens (Les Engagés): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Vous essayez de préparer 2040 mais vous vous êtes limitée à 2022. Il est clair que vous avez un accord de gouvernement pour développer le rail. Et quand il y a un accord de gouvernement, on peut se permettre de demander du budget et de développer des projets pour l'obtenir. C'est ce que nous vous demandons.
Il faut aller plus loin, il faut innover. Il y a trois structures différentes à la SNCB et on préfère bien soigner financièrement les têtes de ces trois structures au détriment des travailleurs, de ceux qui font rouler les trains au quotidien.
Nous attendons des résultats en termes de dialogue social, nous attendons une meilleure distribution du budget d'exploitation et de meilleures conditions d'engagement du personnel.
Je terminerai en disant qu'en réunifiant cette entreprise, nous pourrions faire pas mal d'économies.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11.01 Robby De Caluwé (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, mevrouw de staatssecretaris, collega's, twee dagen geleden was het Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie. Wij hebben dat, gelukkig, ook in de Wetstraat kunnen zien aan de regenboogvlaggen en een regenboogzebrapad voor ons parlementsgebouw.
Ondanks de geboekte vooruitgang is er helaas ook vandaag ten opzichte van wie niet binnen de zogenaamde heteronorm valt, nog steeds verbaal en fysiek geweld, vaak ingegeven door haat en onwetendheid. De wet uit 2007 bepaalt dat discriminatie wegens geaardheid een misdrijf met verzwarende omstandigheid is of een haatmisdrijf.
Mevrouw de minister, mevrouw de staatssecretaris, vrijheid betekent voor ons dat men in alle veiligheid kan zijn wie men is. Liberalen staan pal achter dat principe. Ik weet dat dat ook voor u geldt.
Daarom moet men ook bij de politie terechtkunnen. Die organisatie moet openstaan voor de diversiteit, die onze samenleving kenmerkt. Nogmaals, er is veel vooruitgang geboekt, maar nog altijd worden er slachtoffers van lgbtqi+-geweld niet op een passende manier onthaald.
Mevrouw de minister, u antwoordde op een van mijn schriftelijke vragen dat er vandaag in 120 van de 185 politiezones een referentiepersoon tegen haatmisdrijven en discriminatie in functie is. Dat zouden er 185 moeten zijn. Er is dus nog werk aan de winkel. Slachtoffers zouden geen drempels mogen ondervinden om aangifte te doen.
Zult u de klachten over ondermaats onthaal van slachtoffers van lgbtqi+-geweld laten opnemen als categorie in de algemene nationale gegevensbank? Bent u van plan om de vervolgopleiding referentiepersoon niet alleen aan te bieden in Henegouwen, maar ook in de andere politiescholen? Wilt u het engagement aangaan dat tegen eind dit jaar alle politiezones over minstens één personeelslid beschikken dat de opleiding heeft gevolgd?
11.02 Daniel Senesael (PS): Madame la présidente, madame la ministre, le 17 mai dernier, c'était la Journée de lutte contre l'homophobie et, ce samedi, après deux années d'absence, le défilé de la Gay Pride retrouvera les rues de notre belle capitale pour porter haut et fort et sous un soleil radieux les couleurs de l'arc-en-ciel mais surtout pour porter haut et fort les valeurs d'inclusivité, d'égalité et de respect. Et j'ai un regret, c'est que cela ne se fasse qu'une journée par an, puisqu'en tout temps et tout lieu, 365 jours par an, 24 heures sur 24 et dans le moindre beau quartier de notre pays, on devrait se soucier de ces valeurs.
Je souhaite me promener main dans la main avec mon compagnon – même si, je vous fais une confidence, je dois encore le trouver –, sans me faire insulter, sans être harcelé, sans être discriminé, sans être tabassé, sans être tué. J'ai une pensée particulière en ce moment pour Ihsane tué voici dix ans et pour David tué l'an dernier. Ce mardi, madame la ministre, votre gouvernement a adopté un plan ambitieux de 133 mesures et vous en êtes un acteur principal en tant que ministre de l'Intérieur. Dois-je rappeler qu'en 2021, Unia a ouvert 176 dossiers liés aux discriminations d'orientation sexuelle. Ce chiffre est important et il est en augmentation.
Madame la ministre, en fonction de votre note de politique générale et de l'accord de notre gouvernement, quelles initiatives concrètes pouvez-vous prendre pour diminuer l'insécurité psychologique, sociale, physique des LGBTQIA+? Que pouvez-vous faire pour encourager les victimes à porter plainte auprès de notre police avec un suivi et un accueil à la hauteur de ce troisième millénaire? Que pouvez-vous faire pour encourager les témoins à ne pas rester muets et à prendre la parole?
11.03 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la ministre, madame la secrétaire d'État, comme cela a été rappelé, mardi fut la Journée internationale de lutte contre l'homophobie, la biphobie et la transphobie. Cette journée s'inscrit dans le mois dit "des fiertés", pendant lequel les personnes LGBTQIA+ peuvent enfin s'exprimer et clamer leur fierté d'être qui elles sont.
En parlant de fierté, c'est peut-être le moment de rappeler que la Belgique bénéficie d'une des législations les plus progressistes au monde et qu'elle figure parmi les pays les mieux cotés "LGBTQI Friendly". Toutefois, il ne s'agit pas que de fierté. Nous savons que de très nombreux pays interdisent l'homosexualité et la transidentité. Et il ne faut pas aller à l'autre bout du monde: aux portes de l'Europe, par exemple en Pologne, on invente encore des zones "LGBT Free", cautionnant ainsi les stigmatisations et les violences contre les personnes concernées.
En Belgique, leur parcours n'est pas toujours simple, comme cela a été rappelé. Des jeunes ne savent pas forcément où poser leurs questions. Certaines personnes subissent des discriminations à l'emploi et au logement, mais également de très nombreuses violences.
Je pense aujourd'hui à Ihsane, à David ou à Jean-Pierre qui ont payé de leur vie leur combat. En effet, si c'est une journée de fierté, c'est également une journée d'hommage à toutes les personnes qui ont lutté durement pendant des années - et ce n'est jamais fini - pour obtenir leurs droits. C'est donc un mois de fierté et d'hommage, mais c'est aussi un mois de lutte, parce que les droits des personnes LGBTQIA+ ne sont jamais acquis, ni chez nous ni à l'échelle internationale.
Madame la ministre, madame la secrétaire d'État, vous avez annoncé un programme ambitieux de 130 mesures. Quelles sont celles qui sont prioritaires? Quels moyens allez-vous leur allouer?
Madame la secrétaire d'État, vous avez annoncé
vouloir lutter contre les thérapies de conversion. Où en est ce dossier essentiel?
11.04 Minister Annelies Verlinden: Geachte leden, het is inderdaad een belangrijke week, maar eigenlijk moet elke week er een zijn tegen homofobie. Wij kunnen homofobie niet aanvaarden en daarom maken wij ook werk van de strijd daartegen bij de politie. Inderdaad, bij de politie is de strijd tegen discriminatie en haat al lange tijd een prioriteit, zowel in de interne organisatie als in de dienstverlening ten aanzien van de burgers, in de eerste plaats bij de rekrutering. De politie gaat actief op zoek naar ontmoetingen met potentiële kandidaten met een andere achtergrond, een andere cultuur, een andere geaardheid dan dewelke wij te vaak, eenzijdig, bij de politie zien.
Bovendien krijgen de politiemensen op dat vlak vorming zowel in de basisopleiding als in de voortgezette opleiding, mijnheer De Caluwé. Wij zullen daar verder aan werken. Vandaag hebben 125 van de 185 politiezones een referentiepersoon voor aangiftes van haatmisdrijven en discriminatie. Zij kunnen slachtoffers op een goede, georganiseerde manier ontvangen, wat de drempels voor slachtoffers verlaagt om aangifte te doen. Ik zal er absoluut voor zorgen dat er in elke politiezone zo'n referentiepersoon aanwezig is.
De plus, il existe de nombreux exemples de zones de police locale menant des actions spécifiques de sensibilisation. Il existe également des points de référence où des victimes ou des témoins peuvent signaler de tels incidents. Il y a tant d'exemples. Ce samedi, comme les années précédentes, des zones de police locale vont participer à la Gay Pride à Bruxelles.
Nous faisons déjà beaucoup de choses, mais nous pourrions encore faire plus. C'est la raison pour laquelle, cette semaine, nous avons signé avec les Rainbow Cops un protocole spécifique pour traiter ces incidents, pour mieux former, pour donner plus d'informations à la police. Cette association de policiers se focalise sur ce thème en interne et en externe. Je crois que nous allons pouvoir faire la différence.
Mijnheer De Caluwé, u vroeg naar een aparte aangifte of opname in de algemene nationale gegevensbank. Ik ben er niet van overtuigd dat dat het enige antwoord is op dat fenomeen. Alle vormen van misdrijven moeten worden aangegeven. Het is dus vandaag geen agendapunt om daarvoor een aparte categorie te maken. We moeten uiteraard bewerkstelligen dat we slachtoffers en getuigen de juiste oplossing geven. Daaraan zullen we blijven werken.
We hebben afgelopen week gezien – iedereen is daarover laaiend enthousiast, ik neem aan in het halfrond ook – hoe de vlaggen wapperen en hoe de Wetstraat werd getooid in de regenboogkleuren. Laten we vooral elkaar ervan overtuigen dat het niet blijft bij die symbolische actie, maar dat we gelijke behandeling dagelijks in de praktijk hardmaken.
Ik zal niet alleen het overeengekomen actieplan, dat we afgelopen week hebben ondertekend, ten uitvoering brengen, maar ook de boodschap verder uitdragen in de organisatie van de politie.
11.05 Sarah Schlitz, secrétaire d'État: Mesdames et messieurs les députés, je vous remercie de mettre ce sujet important à l'agenda aujourd'hui.
Au lendemain du 17 mai, je pense qu'il est important de se souvenir que les droits des personnes LGBTQIA+ sont récents. Ils ont été conquis grâce à l'organisation, à la mobilisation et aux luttes des personnes concernées et des associations LGBTQIA+ qui les représentent. Ces droits ne sont jamais acquis et il faut garder une vigilance constante pour leur défense et pour continuer à aller plus loin dans la protection des personnes LGBTQIA+, ici comme ailleurs.
Il y a quelques jours, le Conseil des ministres a adopté le plan fédéral pour une Belgique LGBTQIA+ friendly. Ce plan contient plusieurs mesures phares, notamment l'interdiction des thérapies de conversion. Avec cette mesure, je veux envoyer un signal très clair: ceux qui ne sont pas malades ne doivent pas être soignés.
Vous m'adressiez la question des délais. Le projet de loi est sur la table du Conseil des ministres et nous espérons une adoption avant l'été, avant le passage au Parlement.
Je pense qu'il est vraiment important de souligner le point central de ce plan. C'est pour moi la mère des batailles; c'est celle des mentalités. Chacun et chacune de mes collègues impliqués dans ce plan, et Mme Verlinden en est l'exemple parfait, est cet ensemble d'engagements en parallèle au travail législatif qui doit évidemment être réalisé. Je parle ici de la formation, de la sensibilisation, afin de créer des secteurs publics les plus inclusifs possibles, des espaces publics inclusifs, des transports publics inclusifs, des secteurs de la santé qui soient les plus inclusifs pour les personnes LGBTQIA+.
Een ander belangrijk thema van het actieplan
betreft de verhoging van de kennis over de lgbtqi+-gemeenschap. Daarom hebben
wij besloten het onderzoek van de kazerne Dossin over homoseksuelen en
lesbiennes in nazi-Europa te financieren. Wij mogen nooit vergeten tot wat haat kan leiden.
Enfin, sur la question des budgets, je peux vous annoncer avec fierté que, pour la première fois, un budget spécifique sera dédié uniquement aux questions d'égalité des chances et à la mise en œuvre de ce plan, c'est-à-dire aux matières qui me concernent, pour le financement de l'associatif et de nos administrations afin de pouvoir faire correctement leur travail. Ensuite, l'ensemble de mes collègues impliqués dans ce plan se sont engagés à dégager les moyens nécessaires pour mettre en œuvre leurs engagements.
Je voudrais conclure en rappelant la responsabilité que nous avons toutes et tous, ici présents, dans cette lutte pour le droit des personnes LGBTQIA+. Nous ne devons rien laisser passer. Enfin, je souhaite beaucoup de succès à M. Senesael samedi à la Pride.
11.06 Robby De Caluwé (Open Vld): Mevrouw de minister, mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoorden.
Het federaal actieplan stemt me blij, want in dat plan wordt terecht gevraagd om nog verder in te zetten op de sensibilisering van politieagenten. Dat is goed nieuws, want jammer genoeg hebben we nog altijd een dag tegen homofobie en transfobie nodig. Dat zagen we afgelopen week, nog toen er op een school door een regenboogvlag commotie ontstond, vooral ingegeven door fakenieuws, waardoor de leerlingen niet de juiste betekenis van die vlag kennen.
Echter, ook in het halfrond zijn we niet vrij van dergelijke incidenten. Op de Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie vinden leden van ons Parlement het nodig om transgender personen te benoemen als mensen met een psychologische stoornis. De lgbtqia-gemeenschap zal in mijn partij en in mijzelf altijd een bondgenoot hebben.
Mevrouw Pas, ik hoop dat u uw fractielid aanspreekt op zijn walgelijke tweet. Misschien moet hij zaterdag ook eens deelnemen aan the Belgian Pride.
11.07 Daniel Senesael (PS): Madame la ministre, madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour vos réponses.
Madame la présidente, une minute, c'est court, mais c'est la minute de la fierté. En effet, je suis fier de siéger dans une assemblée qui arbore fièrement l'arc-en-ciel. Je suis fier d'être membre du PS, groupe politique qui continue de se battre pour les droits des LGBTQIA+. Nous continuerons d'ailleurs à être le moteur de ce combat. Je pense notamment au mariage et à l'adoption pour toutes et tous, au recours à la PMA, à la loi antidiscrimination, aux plans LGBTQIA+ en Wallonie et à Bruxelles ou encore à la protection des mineurs intersexes.
Le plan du gouvernement est essentiel et doit être mis en œuvre. Nous y veillerons particulièrement. Le combat n'est pas terminé. Chacune ou chacun doit pouvoir être celle ou celui qu'il est.
Chers collègues, je ferai mienne la pensée de Mario Scolas: "Un pays prospère est un pays sans homophobie."
11.08 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la ministre, madame la secrétaire d'État, je ne peux que me rallier à cette juste parole.
Comme c'est le mois des fiertés, je voudrais redire ma fierté d'avoir un gouvernement qui a mis la lutte contre les discriminations et la valorisation de la diversité comme socle de son travail. Je le remercie donc pour cela.
Cependant, je suis également très inquiète d'élever mes enfants dans un pays dans lequel il y a encore des discriminations, dans lequel il y a encore des personnes qui souffrent dans leur chair et dans leur intimité des violences et des discriminations auxquelles elles sont confrontées.
J'entends qu'il y a un plan ambitieux. Vous dites aussi que tout ne figure pas dans le plan. Il appartient à toutes et tous de faire de notre pays un pays d'inclusion et de diversité, fier de cette diversité.
Soyons nombreuses et nombreux, samedi, pour crier notre fierté de la diversité de notre pays et, surtout, notre soutien aux personnes directement concernées qui luttent encore au jour le jour pour leur dignité et qui ont besoin de l'appui des femmes et des hommes politiques, et de l'ensemble de la société.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12.01 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, niemand mag zich verrijken naar aanleiding van de grootste energiecrisis ooit. Dat waren uw woorden aan mij hier in het halfrond. Wat zien wij vandaag echter? Wij zien dat grote bedrijven momenteel heel veel winsten maken.
Mevrouw de minister, deze week nog heeft ENGIE de tussentijdse resultaten meegegeven. Zij hebben op drie maanden tijd een half miljard euro verdiend met hun kerncentrales. Die winst boekt het bedrijf op een moment waarop de facturen verdrievoudigd zijn en mensen niet meer weten hoe zij aan het einde van de maand die factuur nog moeten betalen. Als men op dat moment moet vaststellen dat het bedrijf op drie maanden tijd een half miljard euro verdiend heeft, dan krijg ik dat niet meer uitgelegd. Het is ontzettend moeilijk om dat nog uit te leggen.
Wij hebben elkaar daarover al gesproken en u heeft maatregelen beloofd. De overheid geeft vandaag immers alle overschotten terug, de extra winsten en extra inkomsten, onder andere dankzij de maatregelen die de regering heeft getroffen. Ik vind dat zo'n bedrijf dan ook moet bijdragen en dat wij die winsten moeten afromen. Zij moeten bijdragen aan de koopkracht van onze gezinnen via een koopkrachtbijdrage. U heeft dat beloofd en wij wachten daarop.
Dat was echter nog niet genoeg. Deze week kwam ENGIE ook nog eens met de boodschap dat het bedrijf meer duidelijkheid wou over de ontmanteling van de kerncentrales en het beheer van het kernafval. Ik wil die duidelijkheid wel geven. Ze is immers in drie woorden uit te leggen, namelijk: de vervuiler betaalt. Zo simpel is het.
Wanneer wij met Vooruit meegegaan zijn in de verlenging van de levensduur van twee kerncentrales, dan was dat in de huidige moeilijke tijden onder andere om de energiefactuur van de mensen te drukken, niet om er nog een extra afvalfactuur bij te krijgen.
Mevrouw de minister, ik weet dat u deelneemt aan de onderhandelingen en ik zou zeer graag hebben dat u hier nog eens heel duidelijk maakt of wij de afvalfactuur van het kernafval naar de mensen zullen doorschuiven dan wel of die zal terechtkomen bij diegenen bij wie ze moet terechtkomen, namelijk bij de bedrijven.
12.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Verduyckt, uw vraag is pertinent in het kader van de communicatie van ENGIE Electrabel bij de toelichting van de cijfers. Evengoed is deze vraag zeer pertinent in het licht van de werkzaamheden die wij deze week hebben aangevat in de commissie. Wij zijn namelijk begonnen met de inleiding van het wetsontwerp houdende de nucleaire provisie, de middelen die nodig zijn voor het beheer van de kerncentrales. De vraag over de kost en de vraag wie die gaat betalen waren reeds pertinent en zijn dat ook meer dan ooit.
Tegen 2025 sluiten vijf van de zeven kerncentrales. De ontmanteling zal tientallen jaren in beslag nemen, het is de langste, duurste en delicaatste werf. Het gaat over 41 miljard euro, voor zover wij op dit moment weten. Wij weten vandaag ook dat wij geen definitieve en sluitende oplossing hebben voor dit kernafval. Wij weten echter wel wie de rekening zal betalen. Dat is heel duidelijk, de vervuiler betaalt, zoals u zei.
De onderhandelingen met ENGIE over de modaliteiten om de levensduur van de kerncentrales te bespreken zijn aan de gang. Die verlopen binnen het mandaat dat binnen de regering is afgesproken. Ik wil dat mandaat hier graag herhalen: "De kernexploitant en de bijdragende vennootschap zijn en blijven verantwoordelijk voor de ontmanteling en de bestraalde splijtstof en alle kosten daaraan verbonden voor alle zeven kernreactoren. De Belgische overheid zal geen exploitant zijn." Dat is het mandaat dat de regering mij en de eerste minister heeft gegeven om deze gesprekken met ENGIE te voeren. Ik meen dat het tegelijk ook een antwoord is op uw vraag.
12.03 Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, het is misschien de laatste vraag van deze middag, maar ze heeft mogelijk ook de grootste budgettaire impact. Daarom ben ik blij met uw woorden over dat mandaat en met het wetsontwerp dat u al hebt ingediend in de commissie. Het is nog niet goedgekeurd, maar het is wel zeer belangrijk.
Ik herhaal het graag, wij hebben ingestemd met het openhouden van die twee kerncentrales om een impact te kunnen hebben op de energiefactuur. Daarbij zijn voor ons twee zaken essentieel. Enerzijds moeten wij de excessieve winsten afromen en die bijdrage gebruiken om te investeren in de koopkracht van de mensen. Anderzijds is het bijzonder belangrijk dat de kosten van de ontmanteling van de kerncentrales – u hebt daarnet de enorme cijfers gegeven –blijven waar zij thuishoren, namelijk bij de vervuiler.
De voorzitster: Mijnheer Verduyckt, mevrouw de minister, ik dank jullie allebei.
Het incident is
gesloten.
L'incident est clos.
Sans rapport
Zonder verslag
Amendé par le Sénat
Geamendeerd door de
Senaat
Les projets de loi renvoyés à la Chambre par le Sénat ne font plus l'objet d'une discussion générale (art. 87 Rgt).
Er wordt geen algemene bespreking meer gewijd aan een wetsontwerp dat door de Senaat naar de Kamer is teruggezonden (art. 87 Rgt).
Discussion des
articles
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2297/5)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2297/5)
Le projet de loi compte 4 articles.
Het wetsontwerp
telt 4 artikelen.
* *
* * *
Amendement déposé:
Ingediend
amendement:
Art. 3/1(n)
• 1 – Nabil Boukili (2297/8)
* * *
* *
13.01 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, nous allons soutenir ce projet de loi car il répare une anomalie ou un oubli sur les déclarations de patrimoine concernant les bourgmestres et échevins de district.
Néanmoins, nous trouvons qu'il manque quelque chose dans ce texte.
On parle de déclaration de patrimoine mais à aucun moment on ne parle de transparence vis-à-vis des citoyens. Il faut que les citoyens puissent avoir accès à ces déclarations. D'autres pays le font et on se demande pourquoi ce ne serait pas possible en Belgique.
Des scandales politiques liés à de la corruption, à des malversations, à des abus de biens publics, nous en avons pratiquement tous les jours. La Belgique n'est pas une exception en la matière. Ces dernières années, un cap a même été franchi. Il n'y a pas de frontière linguistique en ce domaine car il y a eu des scandales des deux côtés du pays ces dernières années: Publifin, Publilec, le Brackegate, l'affaire Kubla, l'affaire du Samusocial. Dans ce dernier cas, le bourgmestre et la présidente du CPAS de Bruxelles ont été mis en cause pour des réunions rémunérées à des prix exorbitants.
Tous ces scandales posent question sur le lien du monde politique avec l'argent, qui est assez malsain. Nos concitoyens nous élisent et nous paient. Nous sommes employés par la population pour faire un travail et les gens qui sont censés défendre les intérêts de la population et faire respecter les règles sont les premiers à les enfreindre.
La moindre des choses pour les citoyens, c'est d'obtenir la transparence. Je ne parle même pas de rendre des comptes ou de l'argent. Rappelons-nous le slogan dans l'affaire Fillon "Rends l'argent!". Ce slogan peut s'appliquer à plein de politiciens ici en Belgique mais on n'en est même pas à ce stade-là. Ce que nous demandons ici, c'est juste de la transparence sur les patrimoines des politiciens afin de savoir qui nous représente et s'il s'enrichit pendant son mandat politique. Si on fait de la politique, ce n'est pas pour se servir mais pour servir. Beaucoup ont confondu les deux.
Dans ce sens, nous avons déposé un amendement pour compléter ce texte de loi qui est bon jusqu'à aujourd'hui mais qui est incomplet, faute de voir la transparence y figurer.
Dans cet hémicycle, j'entends le mot transparence chez tout le monde. Là, je demande à le traduire dans un acte simple: que les représentants politiques déclarent au moins leur patrimoine et que cela soit transparent! Que les citoyens puissent consulter ces patrimoines-là et vérifier si on s'enrichit durant son mandat politique!
Madame la présidente, c'est la raison pour laquelle j'ai déposé cet amendement. J'espère qu'il recevra la majorité ou l'unanimité des votes puisque tout le monde défend ces valeurs-là. J'espère une unanimité sur cet amendement pour qu'il soit intégré dans le texte de loi qui sera ainsi complet. Nous n'aurons alors plus besoin de le refaire ultérieurement et de revenir avec un autre texte pour le modifier.
La présidente: Merci, monsieur Boukili.
* * *
* *
Conclusion de la
discussion des articles:
Besluit van de artikelsgewijze bespreking:
Réservé: l’amendement.
Aangehouden: het amendement.
Adoptés article par
article: les articles 1 à 4.
Artikel per artikel aangenomen: de artikelen 1 tot
4.
* * *
* *
La discussion des articles est close. Le vote sur l'amendement réservé ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het aangehouden amendement en over het geheel zal later plaatsvinden.
Discussion générale
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Le rapporteur, M. Delizée, renvoie au rapport écrit.
Quelqu'un demande-t-il la parole? (Non)
Vraagt iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des
articles
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2625/3)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2625/3)
Le projet de loi compte 6 articles.
Het wetsontwerp
telt 6 artikelen.
Aucun amendement n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 6 sont adoptés article par
article.
De artikelen 1 tot 6 worden artikel per
artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Proposition déposée par:
Voorstel
ingediend door:
Kristof Calvo, Chanelle Bonaventure, Nathalie Gilson, Nawal Farih, Patrick
Dewael, Melissa Depraetere, Guillaume Defossé.
Discussion générale
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
15.01 Sander Loones, rapporteur: Gelet op het grote aantal sprekers verwijs ik naar het schriftelijke verslag, mevrouw de voorzitster.
15.02 Wim Van der Donckt (N-VA): Mevrouw de voorzitster, sta me toe om mij vooreerst rechtstreeks te richten tot de bezieler van onderhavig wetsvoorstel, de heer Calvo.
Mijnheer Calvo, uw Facebookberichten leren mij dat u al vijftien jaar strijdt voor wat u hier vandaag probeert te bereiken. Bij de start van de regering was u een van de promotors van politieke vernieuwing, transparantie en burgerparticipatie. Daar hebben wij tot hiertoe nog maar weinig van gezien, maar kijk, vandaag ligt er toch een wetsvoorstel.
Wij zijn uiteraard ook voor burgerparticipatie, transparantie en het dichter brengen van de politiek bij de burger. Wij hebben het dossier dan ook ernstig bestudeerd, constructief meegewerkt in de commissievergaderingen en aandachtig naar alle sprekers geluisterd. Uiteraard hebben wij ook even onze achterban geraadpleegd.
Jammer genoeg moet ik u meedelen, mijnheer Calvo, dat wij het wetsvoorstel niet kunnen goedkeuren. Onze fractie, Jong-N-VA, de N-VA blijven zich verzetten tegen de verlaging van de kiesleeftijd onder 18 jaar, omdat die maatregel onzes inziens weinig zoden aan de dijk zal brengen.
Ik hoef u ongetwijfeld niet meer te vertellen dat bijna geen enkele Europese lidstaat zijn onderdanen vanaf 16 jaar toelaat te stemmen. Enkel in Oostenrijk en Malta is dat mogelijk. Daar zijn wel goede redenen voor. Ik hou het voorlopig algemeen. Stemrecht hangt toch samen met enige juridische meerderjarigheid. De aanpassing van de meerderjarigheid van 21 naar 18 jaar, wat destijds toch heel wat discussies uitlokte, had ook op andere vlakken consequenties. Er werd daaraan onder andere een strafrechtelijke verantwoordelijkheid verbonden. Rechten en plichten hangen met andere woorden dus altijd samen. Het voorstel dat u hier voorlegt, focust enkel op rechten.
Het stemrecht hoort volgens ons wel thuis in het pakket van volwassenwording. Dat is een pakket vol rechten, maar, zoals ik gezegd heb, ook van plichten en individuele verantwoordelijkheid, met allerhande consequenties, van strafrechtelijke aansprakelijkheid, het recht om te huwen, een woning te huren tot deelneming aan het democratische en politieke proces. Wij zijn de mening toegedaan dat men pas vanaf de leeftijd van 18 jaar volwaardig aan de samenleving kan deelnemen.
Wij zien dan ook niet in, met alle respect voor uw inzet, geachte collega, waarom het Parlement zoveel tijd investeert in het voorliggende dossier, dat eigenlijk – dit moet u toch toegeven – niet meer is dan een puur symbolisch dossier.
Wat zult u er namelijk mee bereiken? Als u even uw oor te luisteren legt, en niet alleen bij uw eigen achterban en jonge, groene vrienden, zult u toch niet kunnen ontkennen dat slechts weinig minderjarigen echt wakker liggen van de politiek. Denkt u echt dat de 16-jarigen geschandaliseerd zijn omdat ze niet mogen deelnemen aan de Europese verkiezingen? Zij liggen daar echt niet wakker van. Het is een ver-van-hun-bedshow. Meer dan symboolpolitiek is het niet. Laat jongeren, jongeren zijn. Laat hen uiteraard interesse hebben voor de politiek, laat hen deelnemen aan debatten en met en over de politiek in debat gaan. Die jonge mensen moeten echter de wereld verkennen, rijpen en zich op het volwassen leven voorbereiden. Dat doet men niet door hen nu al een stemrecht te geven. Wie zal er dan namelijk gaan stemmen? U zult een paar honderd jongeren ervan kunnen overtuigen om zich te laten registreren om zo in te stappen in de stemplicht.
Een van uw argumenten is dat we de jongeren een stem moeten geven. Wie zal er echter de 16- tot 18-jarigen dan vertegenwoordigen? Zeg het mij. Geef een antwoord op die vraag. Ik denk dat dat bijzonder moeilijk zal zijn.
Weet u waar de jongeren wel wakker van liggen? Zij liggen wakker van hun toekomst; zij liggen er bijvoorbeeld wakker van dat de overheid hun pensioenen niet meer zal kunnen uitbetalen. Volgens recente studies vrezen zes op tien jongeren dat zij na hun loopbaan met hun pensioen niet zullen toekomen. Daar liggen jongeren wel wakker van. Wij, volwassenen, 18-jarigen en plus-18-jarigen, die stemrecht en verantwoordelijkheid kregen, moeten die besognes bij de jongeren wegnemen.
Met andere woorden, de vivaldiregering zou zich, in plaats van te focussen op dergelijk symbooldossier, bezig moeten houden met dossiers die bijdragen aan een welvarende toekomst voor onze jongeren. Dat is onze verantwoordelijkheid. Wij moeten de jongeren laten zien dat wij aandacht hebben voor hun besognes. Dat gebeurt onder de regering niet en dat is mijn grote ontgoocheling bij de vivaldiregering. Wanneer het gaat over dossiers van echte politieke vernieuwing, waarvan het regeerakkoord ronkt, komt daar niets van in huis. Er is geen noodzakelijke hervorming van de pensioenen, er zijn geen doortastende arbeidsmarkthervormingen, er zijn geen hervormingen van de fiscaliteit, er gebeurt niks. Maak daar werk van, in plaats van te proberen te scoren met voorliggend symbooldossier. Met andere woorden, laten we de jongeren echt serieus nemen in plaats van hen dit cadeautje voor Europese verkiezingen te geven, een beleidsniveau waar ze uiteindelijk niets te zeggen zullen hebben. Laten we de jongeren serieus nemen door de grote uitdagingen voor hun toekomst aan te pakken. Beperk u alstublieft niet tot pure symboliek. Meer dan een ontspoorde begroting en een miljardenfactuur kunt u hun op dit ogenblik niet aanbieden. Wie zal die miljardenfactuur immers mogen betalen? Dat is dezelfde jeugd, die daarover bezorgd is.
In plaats van lege symboolpolitiek te
voeren, zou u beter een voorbeeld stellen aan die jongeren door eendrachtig een
constructieve politiek te voeren in het belang van de jongeren. Op dit ogenblik
doet Vivaldi weinig meer dan ongebreideld geld uitdelen en de toekomst van de
jongeren hypothekeren. Met andere woorden, geef de jongeren tijd. Het
wetsvoorstel is goedbedoeld maar het is une fausse bonne idée.
Collega's, ik roep dan ook op om het wetsvoorstel niet goed te keuren en het voorbeeld van de N-VA te volgen.
15.03 Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Madame la présidente, chers collègues, je suis très heureux de pouvoir aujourd'hui défendre ce texte, qui revêt pour moi et pour ma famille politique une importance toute particulière, puisqu'il marque une ouverture supplémentaire vers une démocratie plus large et plus inclusive.
En effet, comme pour toute mesure qui permet d'agrandir la base électorale, d'augmenter le nombre de citoyens et de citoyennes invités à participer à un choix de société qui les concerne et qui les implique, nous défendons avec force et depuis de longues années l'abaissement du droit de vote à 16 ans. Cela a d'ailleurs été rappelé par Kristof Calvo sur les réseaux récemment. Aujourd'hui, un premier pas sera enfin franchi en ce sens et nous nous en réjouissons.
Chers collègues, il y a trois semaines, j'ai eu la chance de pouvoir accompagner une classe de dernière année qui visitait notre Parlement. Tous les élèves avaient entre seize et vingt ans, et aucun d'entre eux n'avait donc pu déjà voter. J'y suis allé avec en tête le texte qui nous occupe aujourd'hui. J'étais curieux d'entendre leurs questions et leurs réflexions sur la politique, d'être confronté à leurs objections et même, pourquoi pas, à leurs reproches. Je ne savais pas si j'allais me retrouver face à des jeunes qui n'avaient aucune idée de ce qu'ils faisaient là ou à des jeunes super intéressés et au fait des moindres détails de la vie politique belge.
J'ai en réalité eu droit à un mélange des deux. J'avais face à moi des jeunes qui connaissaient les grandes lignes, sans manifester pour autant de l'intérêt ou une motivation particulière pour la politique et ses enjeux. Certaines – parce que les filles ont majoritairement pris la parole – m'ont posé des questions assez vives et engagées sur l'obligation pour un homme ou une femme politique de rendre des comptes à ses électeurs. D'autres m'ont demandé, de manière plus basique, quelle était la différence entre la gauche et la droite. D'autres encore n'ont posé aucune question parce qu'ils n'avaient peut-être aucune envie d'être là.
Finalement, j'ai été rassuré. J'ai été rassuré parce que les jeunes que j'ai vus ce jour-là, comme les jeunes que j'ai pu rencontrer ces dernières années, étaient en réalité à l'image de la population belge: certains s'intéressent, d'autres ne comprennent pas tout mais sont prêts à apprendre, et d'autres encore n'en ont strictement rien à faire. Notre rôle en tant que femmes et hommes politiques est donc bien d'apporter une réponse à chacun de ces citoyens, qu'ils soient mineurs ou non.
Quand j'entends certaines personnes me dire que les jeunes ne s'intéressent pas à la politique, je ne peux que constater qu'elles sont déconnectées d'une partie de la jeunesse. Après des années de mobilisation pour le climat, pour les personnes sans abri ou encore, aujourd'hui, pour les réfugiés ukrainiens, je me demande de quelle manière la jeunesse doit encore prouver qu'elle sait qu'elle a un rôle à jouer dans la société et qu'elle est prête à le faire.
Est-ce le cas de toute la jeunesse? Non, certainement pas. Est-ce le cas de toute la population? Non, certainement pas. Aujourd'hui, nous allons montrer aux jeunes que nous avons confiance en eux et permettre à celles et ceux qui le souhaitent de participer aux élections européennes. Au-delà du budget consacré par le gouvernement fédéral pour informer et sensibiliser les jeunes à ce nouveau droit qui leur est offert, notre rôle en tant que personnel politique est de nous assurer qu'ils soient les plus nombreux possible à s'inscrire à ces élections et à y participer, comme nous devons nous battre pour mener aujourd'hui les abstentionnistes aux urnes.
Pour cela, nous allons avoir besoin de tout le monde, en particulier des entités fédérées bien sûr, via leurs compétences jeunesse et enseignement, mais aussi de nous tous. Nous, parlementaires, nous devons nous donner une mission, et je rejoins là M. Van der Donckt. Nous devons nous donner pour mission de partir au contact des jeunes dans les écoles, dans les associations, dans les maisons des jeunes. Nous devons les inviter à visiter les parlements, à comprendre le fonctionnement de la démocratie. Nous devons nous saisir de toutes les opportunités pour leur expliquer qu'ils peuvent donner leur avis et que leur avis compte. C'est un devoir citoyen que nous avons, nous, parlementaires.
Quand des hommes et femmes politiques m'objectent que les jeunes ne s'intéressent pas à la politique, je me dis toujours qu'au fond, ce n'est peut-être pas eux qui ont commencé. Le monde serait bien différent si les politiques s'intéressaient aux jeunes et à leur avenir, si les politiques voyaient plus loin que le terme d'un mandat. Le droit de vote à 16 ans est peut-être l'occasion pour le monde politique de réellement écouter les solutions proposées par les jeunes.
Une amie, qui est professeur à la retraite depuis peu, m'expliquait hier soir qu'elle avait emmené un jour sa classe sur le chantier d'un piétonnier dans le cadre d'un cours de philosophie et de citoyenneté. À ces jeunes étudiantes en puériculture, il n'a pas fallu dix minutes pour voir que rien n'avait été prévu pour les enfants dans ce projet, pour s'insurger contre cela et proposer des aménagements. Les jeunes sont un vivier créatif. Nous devons nous en inspirer et leur donner la parole.
J'entends également certaines personnes me dire que les jeunes sont trop influençables et trop naïfs. Parfois je l'ai même entendu de la bouche de jeunes. La question des réseaux sociaux et des fake news est évidemment mise en avant. Je me suis moi-même posé cette question. Puis, je suis tombé sur une étude américaine qui a démontré que les jeunes ont probablement plus de connaissance des codes des réseaux sociaux, et que ce sont en fait les personnes les plus âgées qui sont susceptibles de partager des fake news, jusqu'à sept fois plus pour les plus de 65 ans que pour les 18-29 ans. Voilà qui remet en perspective cette idée reçue.
On m'a aussi dit que les jeunes iraient voter comme leurs amis ou comme le dernier influenceur à la mode. Je ne peux m'empêcher de penser au passé, quand en 1945 en France, en 1948 chez nous, le législateur a enfin cédé face à la pression des mouvements féministes et que le droit de vote a enfin été obtenu par les femmes. À l'époque, certains opposants assuraient que les femmes allaient de toute façon voter soit comme leur mari, soit comme leur curé. Aujourd'hui, qui oserait à nouveau dire cela? Qui demanderait qu'on retire ce droit de vote aux femmes? Personne, je l'espère.
Alors, bien sûr, l'échelle européenne n'est pas la plus abordable a priori. Les experts et les jeunes que nous avons auditionnés sont unanimes à ce sujet – et c'est vrai. Ce niveau de pouvoir paraît lointain et déconnecté pour une grande partie de la population. Pourtant, c'est le cœur d'énormément d'enjeux: le climat, bien entendu, la géopolitique, évidemment – et nous pensons à la situation en Ukraine –, les règles de concurrence, la politique monétaire, l'agriculture, l'énergie, et j'en passe. C'est un lieu de pouvoir crucial. Il nous revient, ainsi qu'aux médias et aux enseignants, de parvenir à l'expliquer avec pédagogie. Cependant, il est clair que cela ne rend pas les autres niveaux de pouvoir moins essentiels. Nous espérons que le mouvement fera tache d'huile, de l'échelon communal au fédéral, pour une plus grande cohérence et une meilleure compréhension pour tous.
Voici quinze jours, le Parlement européen a adopté une résolution demandant l'abaissement du droit de vote à l'âge de 16 ans aux élections européennes pour tous les États membres. C'est aussi une recommandation de la Conférence sur le futur de l'Union européenne.
En votant ce texte aujourd'hui, nous serons le premier pays à répondre favorablement à cette demande, si l'on excepte évidemment les deux États – ou même trois, si l'on compte la Grèce, où le droit de vote est à 17 ans – où c'est déjà le cas.
Enfin, je voudrais terminer par cette remarque. La crise que nous venons de traverser a été éprouvante pour tout le monde, mais les mesures sanitaires se sont révélées être un calvaire pour les jeunes. Leurs effets restent dévastateurs sur les plans psychologique et social, et ce, alors qu'ils étaient moins touchés par le covid que leurs aînés. Les jeunes ont fait preuve de solidarité et de responsabilité. Nous avons une dette envers eux. Aujourd'hui, beaucoup d'entre eux sont en colère et anxieux pour leur avenir. Je ne voudrais pas que l'on considère que l'abaissement du droit de vote à seize ans constitue une réponse à ce phénomène. Non, certainement pas. C'est un élément positif, mais nous devons avant tout répondre concrètement à leurs difficultés. Vous l'avez dit, monsieur Van der Donckt, mais l'un n'empêche évidemment pas l'autre. Et nous le faisons!
De même, la démocratie ne consiste pas seulement à participer une fois tous les cinq ans à une élection. Ce doit être du quotidien, du permanent. Nous devons la faire vivre et la diversifier. C'est pourquoi, parallèlement au droit de vote, nous devons développer des outils participatifs qui permettent à chacun de se familiariser avec le débat, le positionnement et la prise de décision. Ces outils doivent être accessibles très tôt, à l'image des commissions mixtes au Parlement bruxellois qui sont ouvertes aux citoyens dès l'âge de 16 ans, par exemple. En effet, nous devons toujours faire plus en faveur du renouveau politique.
Chers collègues, vous aurez compris que nous soutiendrons ce texte avec force, conviction et enthousiasme. Et nous vous invitons à faire de même aujourd'hui. Par ailleurs, je vous encourage aussi à faire de ce vote un engagement à expliquer, à sensibiliser et à encourager les jeunes à prendre la place qui est la leur dans notre société. Je vous remercie de votre attention.
15.04 Chanelle Bonaventure (PS): Madame la présidente, chers collègues, via ce texte dont je suis coauteure, notre Parlement est sur le point d'accorder aux jeunes âgés de plus de 16 ans le droit de voter aux élections du Parlement européen. Nous serons le troisième État membre à concrétiser cette recommandation du Parlement européen en s'inscrivant dans un débat plus large sur le projet européen.
Professeure de formation convaincue par les impacts positifs de cette proposition et particulièrement attachée à l'éducation et à la citoyenneté, comme M. Defossé, j'ai choisi d'entamer une tournée des écoles de mon arrondissement afin de présenter, d'échanger et de débattre de notre proposition de loi avec les premiers concernés, des jeunes âgés de 16 à 18 ans.
J'ai choisi de commencer mes rencontres dans mon ancienne école secondaire, l'Athénée royal Thil Lorrain, ce 9 mai 2022, date symbolique puisque c'était la Journée de l'Europe. Il faut savoir que cette école est une école EPAS, c'est-à-dire une école ambassadrice du Parlement européen. Je savais que j'allais avoir face à moi des jeunes qui étaient déjà informés et curieux des questions liées à l'Europe et à la démocratie. Et pourtant, j'ai pu écouter Emlie qui est pour notre proposition mais qui partage ses craintes car elle trouve que les jeunes ne s'intéressent que très peu à la politique et elle a conscience que le vote est un grand pouvoir. Elle voudrait qu'on en parle plus dans les écoles, dans toutes les écoles et pas que dans la sienne. Pour Ricardo, il faudrait intégrer la préparation à ce nouveau droit dans le programme scolaire et l'inclure dans le cours d'histoire-géographie. Audrey, quant à elle, a l'âge de voter mais m'a expliqué avoir le sentiment de ne pas s'en sortir sur les questions politiques qui amènent aux grandes décisions. Sans avoir accès à toute l'information dont elle aura besoin pour voter en son âme et conscience, elle a peur de se voir influencée par des idées qui ne sont pas vraiment les siennes. Younes, lui, a conscience que certains partis dépensent des sommes exorbitantes en communication sur les réseaux sociaux pour manipuler l'opinion et, même s'il estime être en pleine construction de son esprit critique, sa crainte est de voir les réseaux sociaux devenir une arme de manipulation des jeunes. Il ne demande qu'à apprendre à maîtriser ces outils qui lui permettront de ne pas tomber dans les pièges de cette manipulation et dans celui des idées extrêmes.
Cette première rencontre s'est achevée pour moi par un "oui mais" de la part des principaux concernés qui mérite d'être davantage creusé avec eux. Chers collègues, chers parlementaires, je vous invite vivement à aller, vous aussi, rencontrer nos jeunes parce qu'ils ont beaucoup de choses à dire sur cette proposition et ils sont toujours ravis d'en débattre.
J'en viens au texte qui porte en lui de nombreuses forces et quelques faiblesses. Sa force, c'est que cette ouverture est l'occasion de permettre aux jeunes de se prononcer sur les enjeux européens qui couvrent un large spectre de matières qui les intéressent particulièrement et dont ils ne sont pas toujours forcément conscients de la dimension politique. C'est donc un signal clair de confiance qui leur est aujourd'hui envoyé afin qu'ils puissent faire entendre leur voix dans le débat européen. Nous avons entendu les experts ainsi que les porte-parole des jeunes. Des auditions ont enrichi le débat et ont démontré à quel point, afin de rendre pleinement effectif ce droit, il faut l'accompagner de dispositifs d'éducation à la citoyenneté et à la politique. J'en suis encore plus convaincue aujourd'hui après ma rencontre de la semaine dernière.
Des mesures doivent être mises en place, en parallèle notamment avec les entités fédérées, pour éduquer un maximum à l'importance de la démocratie afin que ce nouveau droit pour les jeunes puisse être pleinement effectif pour chacun d'entre eux. Nous devons œuvrer à investir dans des campagnes d'information et de citoyenneté pour que tous les jeunes puissent bénéficier des informations nécessaires pour faire entendre leur voix, pour que chaque jeune dispose des clés pour voter en connaissance de cause, pour que chaque jeune aille s'inscrire à la commune et ait envie d'aller voter, pour que tous sachent que ce droit est puissant et qu'ils doivent pleinement s'en saisir.
J'en viens à présent à la principale faiblesse de ce texte, selon moi, à savoir que l'implication des jeunes dans la vie politique ne devrait pas remettre en cause l'obligation de vote car le vote constitue pour nous un ciment de notre démocratie. Je ne vous cache pas que pour l'ensemble de mon groupe et à mon sens, il représente un aspect essentiel du système électoral belge. Cette obligation est d'autant plus importante lorsqu'on regarde les démocraties voisines où cette obligation n'existe pas. Le triste constat d'un score record de l'extrême droite couplé à un taux élevé d'abstention ne fait que me conforter dans cette conviction. Il est donc essentiel que nous continuions d'œuvrer à des mécanismes d'éducation à la démocratie afin de tendre à l'égalité dans la participation politique.
Pour conclure, l'Union européenne est un espace de liberté et de respect des droits fondamentaux. L'implication des jeunes y a tout son sens. Si l'extension du droit de vote à 16 ans constitue un premier pas, nous savons que le défi reste immense. Nous devons continuer à œuvrer pour l'inclusion politique de toute la jeunesse afin qu'elle puisse participer à la construction de la société, de l'Europe et du monde de demain.
15.05 Barbara Pas (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, ondanks de vaststelling dat mijn partij erg goed scoort bij de jeugd, zijn wij geen voorstanders van stemrecht vanaf 16 jaar, omdat stemrecht deel uitmaakt van een pakket van rechten en plichten. Wij staan trouwens niet alleen met die mening, want ik heb de heer Van der Donckt daarnet iets in dezelfde zin horen verklaren.
Die rechten en plichten horen bij de meerderjarigheid. Dat is inderdaad altijd arbitrair en het is nu vastgelegd op 18 jaar. Dat mag dan wel arbitrair zijn, het is echter zeker niet lichtzinnig vastgelegd op 18 jaar. Daarover is goed nagedacht.
Indertijd is de leeftijdsgrens van 21 jaar naar 18 jaar gebracht. Men vond en vindt tot vandaag immers dat een persoon vanaf die leeftijd, dus vanaf 18 jaar, de gevolgen dient te dragen van rechtshandelingen die hij of zij stelt. Vanaf dan is hij of zij juridisch aansprakelijk. Vanaf dan gelden rechten en plichten, die voor ons onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Het lijkt ons dan ook zeker niet verstandig ze uit elkaar te halen, zeker niet als wij de jeugd het belang van verantwoordelijkheidszin willen bijbrengen.
Ik begrijp sommige partijen niet die minderjarigen soms wel als volwassenen beschouwen en soms niet. Ik zie partijen als Groen en de PVDA, die voorstander zijn van het vandaag voorliggende voorstel en minderjarigen rechten willen toekennen zoals volwassenen, in dit geval stemrecht, maar die minderjarige criminelen die zware misdrijven plegen niet willen berechten als volwassenen. Ik zie ook CD&V, die eind maart 2022 nog voorstelde om het ouderschapsverlof uit te breiden tot 18 jaar. Enerzijds zijn tieners van 16 jaar voor hen dus oud genoeg om te stemmen, anderzijds moeten mammie en pappie wel hun handje vasthouden tot hun 18 jaar.
Collega's, een bijkomende reden waarom wij voorliggend voorstel niet genegen zijn, is dat het ongelijkheden creëert.
Er is ongelijkheid tussen de 16-jarigen en de 17-jarigen die stemrecht krijgen en de 18-plusser die stemplicht heeft. Er is ook ongelijkheid tussen de verschillende verkiezingen, namelijk de Europese verkiezingen waarvoor zij wel zullen kunnen stemmen en alle andere bestuursniveau, van lokaal tot deelstatelijk en federaal, waarvoor de 16-jarigen en 17-jarigen hun stem niet kunnen uitbrengen. Dat zijn nochtans niveaus die dichter bij hen staan.
Die 16- en 17-jarigen staan bovendien zelf helemaal niet te springen voor dat stemrecht. U moet maar eens wat onderzoeken, enquêtes en peilingen bekijken, zelfs peilingen uitgevoerd door de Vlaamse Jeugdraad die hier in de hoorzittingen wel voor stemrecht vanaf 16 jaar kwamen lobbyen. Ik vond die hoorzittingen interessant. Door de vertegenwoordigers van de Vlaamse Jeugdraad werd ook verwezen naar een onderzoek van de KU Leuven over het stemgedrag van de jongeren, waaruit blijkt dat de jongeren een correcte stem uitbrengen, correct in de betekenis dat hun stem overeenkomt met een echte partijkeuze en een echte ideologische voorkeur. Dat betwist ik ook helemaal niet. Ik ben ervan overtuigd dat veel 16- en 17-jarigen een weloverwogen politieke keuze kunnen maken. Het is niet voor niets dat mijn partij bij die leeftijdscategorie goed scoort, maar dat is niet het punt. Het punt is dat het helemaal geen effect heeft op een politiek engagement. Dat blijkt uit onderzoek van de KU Leuven.
Ik hoor het volgende als argument aanhalen door de voorstanders van het voorstel: de jongeren betrekken, de jongeren warm maken, de politieke interesse bij de jongeren aanwakkeren. Uit een onderzoek van de UGent uit 2014 en 2015 bij de groep die het meest nood heeft aan een stijging van de politieke interesse, de groep die vooraf niet of amper politiek geïnteresseerd was, blijkt eveneens dat het verlagen van de leeftijdsgrens voor dat stemrecht geen positief maar wel een negatief effect heeft. De conclusie van de studie was: "Kortom, de hypothese dat jongerenstemrecht een toename van politieke interesse teweegbrengt is niet eenduidig te bevestigen". Ze hebben in dat onderzoek verschillende andere onderzoeken vergeleken.
In 2016 heeft de UGent een gelijkaardig onderzoek uitgevoerd, met gelijkaardige conclusies. Ik citeer uit de samenvatting op bladzijde 2: "Het verlagen van de stemgerechtigde leeftijd wordt vaak voorgesteld als mogelijke oplossing voor het vastgestelde gebrek aan politieke interesse van jongeren. Nochtans heerst er op dit punt wetenschappelijke onduidelijkheid. Onderzoeken die doen vermoeden dat er een positief verband bestaat tussen de verlaging van de stemgerechtigde leeftijd en de politieke interesse van jongeren staan lijnrecht tegenover deze die de afwezigheid van de impact van een verlaging van de kiesleeftijd net aantonen. (…) Uit onze onderzoeksresultaten bij een vierhonderdtal 16- en 17-jarige Vlaamse middelbare studenten uit de richtingen aso, tso en bso blijkt dat een verlaging van de kiesleeftijd niet tot nauwelijks leidt tot een toename van de politieke interesse in elk van de onderzochte richtingen."
De wellicht belangrijkste conclusie uit het onderzoek is dat de verlaging van de stemgerechtigde leeftijd vooral een positieve invloed heeft op zij die reeds bovengemiddeld politiek geïnteresseerd zijn. Voor de niet- of benedengemiddeld geïnteresseerde jongeren is het effect kleiner en leidt het toekennen van stemrecht niet zelden tot een toename van de politieke desinteresse.
Collega's, dit voorstel is niet het juiste instrument om jongeren meer bij de politiek te betrekken, dit voorstel van de vivaldipartijtjes is vooral hypocriet.
Ik begrijp dat die opeenvolgende peilingen voor enige ongerustheid zorgen en dat er partijtjes zijn die zich ernstig zorgen maken en in hun overlevingsstrijd op allerhande manieren pogen een nieuw electoraat te ronselen. Vooruit meent bij jongeren te scoren omdat de voorzitter in een konijnenkostuum debiel komt doen op televisie. Wij hebben een veel hogere dunk van de jongeren. Het zijn uitgerekend die vivaldipartijtjes die de volgende generaties opzadelen met enorme doorgeschoven facturen. Het zijn uitgerekend die vivaldipartijtjes die er geen enkele moeite mee hebben om totaal geen rekening te houden met verkiezingsuitslagen. Als men het vertrouwen in de politiek wil herstellen, doet men dat niet door 16- en 17-jarigen de mogelijkheid te geven om hun stem uit te brengen voor één of ander bestuursniveau. Men doet dat in de eerste plaats door rekening te houden met uitgebrachte stemmen van kiezers, men doet dat door na de verkiezingen tenminste te doen wat men voor de verkiezingen beloofd heeft te doen. Stemrecht voor 16- en 17-jarigen is even inefficiënt als de lopende burgerbevraging om naar de mening van jongeren te luisteren. Wij willen echt naar de jongeren luisteren. Ik had liever gezien dat er meer werk gemaakt werd van directe democratie, van referenda.
Collega's, als u echt iets voor de jeugd wil doen, zorg er dan bijvoorbeeld voor dat ze door de massamigratie niet zullen vervreemden in hun eigen wijk, zorg er dan voor dat ze veilig kunnen uitgaan, zorg er dan voor dat de jonge meisjes nog kortgerokt op straat kunnen wandelen zonder intimidatie, zorg er dan voor dat ze ooit nog een deftig pensioen zullen krijgen, zorg er dan voor dat ze nog een betaalbare woning zullen kunnen aanschaffen.
Dat lijkt mij prioritair, in plaats van de symbolische voorstellen waarmee u vandaag probeert de schijn te wekken iets voor de jeugd te doen.
15.06 Nathalie Gilson (MR): Madame la présidente, chers collègues, avec nos partenaires de la Vivaldi, nous avons souhaité franchir une nouvelle étape afin de renforcer la démocratie, afin d'accorder aux citoyens la faculté de voter à partir de 16 ans pour les élections du Parlement européen.
C'est une étape importante, un moment historique où nous réaffirmons des valeurs fondamentales pour nous, libéraux: l'affirmation de notre modèle politique et social, à savoir une démocratie libérale qui se veut forte et créatrice, et l'affirmation, en ces temps troubles, du projet européen. Après l'Autriche, Malte et la Grèce, la Belgique va ainsi devenir le quatrième pays de l'Union européenne à franchir le pas d'octroyer la majorité électorale, moyennant inscription, pour les élections au Parlement européen pour les jeunes à partir de 16 ans. C'est un moment important.
En tant que groupe libéral, notre souhait est d'impliquer directement nos citoyens, notre jeunesse dans la gestion de leur pays et dans la connaissance des enjeux européens. À cet égard, une démarche proactive de ces jeunes est essentielle et c'est un préliminaire important. Il est heureux de constater que notre proposition de loi s'inscrit parfaitement dans ce cadre puisque les jeunes devront faire cette démarche de s'inscrire auprès de leur commune pour pouvoir devenir électeur.
C'est une manière éclairée de remettre directement au centre du débat démocratique les souhaits, les espoirs, les préoccupations et les priorités de notre jeunesse. C'est aussi une belle opportunité pour nos jeunes de nourrir le débat et de rappeler qu'ils font partie intégrante et qu'ils façonnent notre démocratie libérale ainsi que ce projet européen.
Leur offrir le choix d'exprimer leur voix, s'ils le souhaitent, était une nécessité.
À cet égard, il faut dire que l'Union européenne est le niveau de pouvoir qui produit le plus de normes législatives, avec des directives qui doivent être transposées dans l'ordre juridique de notre pays. Ces directives se négocient en amont au niveau européen. Elles font l'objet de discussions au sein du Parlement européen. Il est donc fondamental que les jeunes s'intéressent, d'abord, à ce niveau de pouvoir.
La proposition de loi à l'examen est donc une initiative concrète pour que, petit à petit, nos jeunes entrent dans ce monde des électeurs et dans ce monde de la citoyenneté.
Rendons à César ce qui appartient à César: cette proposition de loi a été impulsée par notre vice-première ministre, Mme Sophie Wilmès, et par la ministre de l'Intérieur, Mme Annelies Verlinden.
Aujourd'hui, nous nous réjouissons de pouvoir soutenir ce texte. Il conviendra, bien évidemment, d'évaluer l'exercice de ce nouveau droit et de rester attentif aux initiatives qui peuvent être prises pour sensibiliser cette jeunesse à cette possibilité qui leur est offerte. Dans cette perspective, des partenariats avec les organisations de jeunesse et le niveau communal, qui est le plus proche des citoyens, seront très importants.
Cette ambition de sensibiliser les jeunes à la politique doit assurément être celle de tous les partis démocratiques de notre pays afin que cette faculté de s'inscrire comme électeur dès 16 ans aux élections européennes soit utilisée de la manière la plus efficiente possible pour le renforcement de notre démocratie.
15.07 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik wilde wachten tot de grootste Franstalige regeringspartijen aan het woord zijn geweest.
Ik heb een vraag uit interesse. Ik ben geen fan van een verlaagde leeftijd voor de verkiezingen, maar wel van pilootbeleid om een aantal zaken te testen, idealiter op een lager niveau, om te kijken wat men daaruit kan leren en of het interessant is, een goed idee of een minder goed idee.
Ik stel vast dat alle Franstalige partijen, vandaag en in de commissie, gigantische voorstanders zijn van de verlaging van de kiesleeftijd. Ik vind dat opmerkelijk. Mocht dit debat plaatsvinden in het Vlaams Parlement, dan zou er hiervoor geen meerderheid bestaan. Die meerderheid is er vandaag wel, vooral omdat de Franstalige partijen het voorstel steunen en de groene fractie is hier natuurlijk de grote motor.
U zei, mevrouw Gilson, dat het een schitterend voorstel is dat absoluut moet worden doorgevoerd, maar dat er een bémol is. U vindt het namelijk jammer dat het voorstel betrekking heeft op de Europese verkiezingen en vindt dat het beter zou worden doorgevoerd voor de lokale verkiezingen. Het toeval wil dat u drie ook in een andere regering zit, de Waalse regering, die trouwens constitutieve autonomie heeft en die de kiesleeftijd perfect zou kunnen verlagen tot 16 jaar voor de lokale verkiezingen in Wallonië. Dat zou interessant zijn mocht u dat doen, want dan kunnen wij kijken of dat werkt, wat de voordelen en nadelen zijn. U doet dat echter niet. De vraag is trouwens recent expliciet gesteld aan de bevoegde Waalse minister, die antwoordde dat dat niet in het regeerakkoord staat. Il a également dit: "En Wallonie, la priorité n'est pas donnée à cette réforme." Dus in Wallonië wilt u dat niet doen.
Vandaar mijn vraag. U bent er hier allen zo fan van, u zit in de regering waarmee dat perfect kan, en u zegt dat het eigenlijk ideaal voor het lokaal niveau gebeurt. Waarom voert u dat niet door voor het lokaal niveau? Waarom dringt u een hervorming op die in Vlaanderen niet gesteund wordt?
15.08 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, ik wil reageren op het eerste deel van de uiteenzetting van de heer Loones.
Collega Loones, het tweede deel van uw uiteenzetting was nog explicieter dan wat collega Gilson zei, maar ik wil het eerste deel van uw betoog niet laten passeren. Volgens u ligt het bij voorbaat vast dat dit debat in het Vlaams Parlement geen meerderheid oplevert, maar daarvan ben ik niet overtuigd. Het klopt dat in het regeerakkoord van de vivaldipartijen is opgenomen dat we de leeftijd verlagen voor stemrecht voor het Europees Parlement. In het Vlaams regeerakkoord is er daaromtrent niets opgenomen. Zulke dingen worden meestal uitgeklaard via een regeerakkoord. In tweede instantie kan een regeerakkoord misschien geüpdatet worden, maar in principe worden zulke dingen afgesproken in het regeerakkoord. Er staat niets over in het Vlaams regeerakkoord. Daaruit concludeert u dat er voor die maatregel in het Vlaams Parlement bij een echt debat met een stemming geen meerderheid is. Daarvan ben ik niet overtuigd. Mogelijk denkt u dat u en mevrouw Pas, de N-VA en het Vlaams Belang, sinds kort een meerderheid hebben in het Vlaams Parlement. De recentste keer dat ik dat geverifieerd heb, bleek dat niet het geval te zijn.
U bezondigt zich daar regelmatig aan, mijnheer Loones. U leest voor uit uw eigen partijprogramma of uit het programma van mevrouw Pas en u concludeert daaruit dat er daarvoor geen meerderheid is in Vlaanderen. Sorry, u bent niet de woordvoerder van Vlaanderen. Uw partijen samen vertegenwoordigen geen meerderheid in het Vlaams Parlement.
Ik ga zelfs nog een stap verder door de posities te bekijken die de Vlaamse partijen innemen over stemrecht vanaf 16 jaar voor bijvoorbeeld het lokaal niveau. Bij een vrije stemming daarover in het Vlaams Parlement ligt u er, die stemming verliest u. Ik heb ondertussen namelijk al collega's van CD&V daarvoor horen pleiten, Orry Van de Wauwer is daarvan voortrekker in het Vlaams Parlement. Zonder die vervelende fractiediscipline in het Vlaams Parlement ging hij daar voluit voor. Collega Willem-Frederik Schiltz, vroeger nog Kamerlid, is eveneens voortrekker van het stemrecht vanaf 16 jaar op lokaal niveau. De posities van Vooruit, PVDA en Groen zijn eveneens gekend. Bij een stemming daarover in het Vlaams Parlement ligt u er dus, want u hebt geen meerderheid. U hebt slechts een veto van de N-VA in de regeringsonderhandelingen. De handhaving van de fractiediscipline zorgt ervoor dat de maatregel niet wordt doorgevoerd.
U zegt dat, maar ik moet dat corrigeren. Dat is voor mij fundamenteel, niet alleen omdat ik een grote voorstander ben van stemrecht op 16 jaar op lokaal niveau, maar vooral ook omdat ik allergisch ben aan de uitspraak dat wanneer de N-VA en het Vlaams Belang iets niet willen, Vlaanderen dat niet wil. Vooralsnog hebt u geen meerderheid en we zullen er alles aan doen om dat zo te houden.
15.09 Nathalie Gilson (MR): Madame la présidente, je me permets de répondre puisque le collègue Loones m'a citée directement. J'ai parlé du niveau communal, des organisations de jeunesse dans la sensibilisation qu'il faudra mener à l'égard des jeunes pour qu'ils aient cette démarche de s'intéresser à la politique et de s'inscrire pour devenir électeurs.
Le MR n'est pas favorable au vote obligatoire pour les jeunes de 16 ans. Il y a donc cette démarche de devoir s'inscrire, pour nous c'est important. Nous considérons que c'est le niveau européen qui est le plus susceptible d'éveiller l'intérêt des jeunes pour la politique puisqu'il concerne de grands enjeux auxquels les jeunes s'intéressent énormément, en tout cas ceux avec qui j'ai des contacts.
Pour nous, il faut à la fois cette sensibilisation et cette possibilité de devenir électeur. Finalement, c'est aussi un moyen pour les organisations de jeunesse et pour le niveau communal - qui est le plus proche du citoyen et qui peut plus facilement organiser des actions de sensibilisation - de toucher ces jeunes afin qu'ils s'intéressent à la politique et qu'ils s'inscrivent pour devenir électeurs.
15.10 Nawal Farih (CD&V): Mevrouw de voorzitster, collega's, ik heb deze middag nog een grote groep van 55 scholieren van het vijfde studiejaar mogen ontvangen in het Parlement. Zij stelden mij meteen de vraag vanaf welke leeftijd zij stemgerechtigd zullen zijn. Gelet op hun jonge leeftijd, toont dit aan hoe geïnteresseerd zij zijn om mee het beleid te kunnen bepalen. Het verbaast mij dat u hier zo heftig op reageert, maar ik geloof dus wel dat 16- en 17-jarigen in staat zijn om rationeel na te denken over in welke richting het beleid gestuurd moet worden. Ik zie dat u lacht, maar ik denk dat u ook kleinkinderen heeft, waar u iets meer vertrouwen in zou moeten stellen. Ik vertrouw de jongeren wel op dat vlak.
Het is trouwens ook onze opdracht als politici om jongeren te blijven betrekken bij ons beleid. We moeten hen overtuigen en dat kan niet alleen door deel te nemen aan een voetbalmatch of door een blitzbezoek aan een fuif, maar dat moet door hen effectief te betrekken en dat gebeurt in het stemlokaal.
Ik ben wel tevreden met wat we vandaag doen en voor de CD&V-fractie gaat het zelfs nog niet ver genoeg. Uiteraard zouden wij 16- en 17-jarigen willen betrekken bij de lokale, gewestelijke, gemeenschaps- en nationale verkiezingen. Zij hebben recht om deel te nemen aan het politieke bedrijf.
De jongeren hebben vastgesteld dat ze hun stem alsmaar luider laten klinken op het vlak van maatschappelijke thema's. Nog niet zo lang geleden waren er de klimaatmarsen. In de coronatijden hebben ze regelmatig mee gedebatteerd over de digitalisering van het onderwijs. Ze zijn erg begaan met hun mentale gezondheid en ze willen hun stem in de discussie hierover laten horen. We moeten de poorten openen om ervoor te zorgen dat zij gehoord worden en dat zij ook kunnen deelnemen waar nodig.
Ik wil benadrukken dat de CD&V-fractie zeer blij is met dit voorstel en ze zal het volop steunen. Ik ben als jong parlementslid blij met de vooruitgang, maar wat onze fractie betreft, is het werk zeker nog niet af. We kijken ernaar uit om dit als inspiratie te gebruiken voor vervolgstukken.
15.11 Jean-Marie Dedecker (ONAFH): Mevrouw de voorzitster, beste collega's, bepaalde mensen zijn rijp genoeg wanneer ze 16, 15 of misschien zelfs 12 jaar zijn. Er wordt hier nogal licht over leeftijd overgegaan. Overigens, kinderen uit het vijfde leerjaar zijn volgens mij 10 jaar oud.
Hoe dan ook, als er gemorreld wordt aan het kiessysteem, bijvoorbeeld als de stemplicht wordt ingevoerd dan wel afgeschaft, zoals in Vlaanderen voor de gemeenteraadsverkiezingen, dan heeft dat altijd een bedoeling. Met afschaffing van de kiesstemplicht zou men een pad in de korf van de extremen zetten.
U had het over de klimaatmarsen. Het slechte karakter in mij zegt mij dat we de beugelbekjes die meestappen in de klimaatmarsen, best kunnen gebruiken om ons stemmenaantal op te krikken. Welnu, uit de klimaatenquête van OVDS, de lerarenorganisatie voor de Oproep voor een democratische school, Groen welbekend, bij 3.259 leerlingen van 17 en 18 jaar die volgens u mogen stemmen, kende amper 13 % iets van het mechanisme van de klimaatopwarming, 9 op de 10 was klimaatanalfabeet, 10 % geloofde dat steenkool een hernieuwbare energiebron is en 6 op de 10 meende dat kerncentrales grote hoeveelheden CO2 uitstoten. Er is dus werk aan de winkel. U moet niet geloven dat de 16- of 17-jarigen die op straat protesteren, omdat ze dan vrijaf krijgen, ideologisch bepaald zijn om te gaan stemmen.
Vorige week werd hier een wetsvoorstel besproken dat inhield dat de jeugd niet slim genoeg is om gokreclame te interpreteren. Daarvoor zijn ze te dom. Ze mogen niet huwen onder de 18 jaar. Dan moeten mama en papa toestemming geven, de kinderen zijn te dom. Het is verboden sterke drank aan te bieden, te verkopen of te schenken aan een min-18-jarige. Daarvoor zijn ze te dom. Ze kunnen het onderscheid niet maken. Ze mogen niet drinken. Ze mogen de winkel niet binnenstappen en een flesje kopen. Ingevolge de wet van 2019 mogen min-18-jarigen geen sigaretten of tabak kopen. Zij mogen wel stemmen voor het Europees Parlement, maar zijn te dom om te kiezen voor de sigaret of niet. Is men jonger dan 18 jaar, dan mag men niet autorijden.
Waarvoor is men dan oud genoeg? Men mag vanaf 16 jaar stemmen voor het Europees Parlement, men mag kiezen wie de wetten maakt, maar men is te dom en te klein, want men is nog geen 18, en mag anders niets beslissen. Stop die hypocrisie waarbij men ze wel rijp en slim genoeg acht, maar hen tegelijk van alles wordt verboden. Voed min-18-jarigen op; acht hen volwassen en stop met van alles te verbieden.
Er is ontzettend veel werk. Ik meen dat de wettekst ontworpen werd in het licht van het nieuwe jeunisme. Er is ergens een nieuwe leider, of een nieuw wit konijn. U hoopt dat de klimaatmarsen van jongeren van 17 en 18 jaar opbrengen voor u. Maar kijk even verder dan uw neus lang is. Kijk eens naar de statistieken. Als u iemand als volwassene wil behandelen vanaf zijn zestiende, doe het dan volledig of doe het liever niet.
15.12 Barbara Pas (VB): Ik heb mevrouw Farih haar betoog laten afmaken voor ik reageerde. Zij houdt vol dat CD&V in tegenstelling tot de tegenstanders van het voorliggende wetsvoorstel ervan overtuigd is dat 16- en 17-jarigen een weloverwogen stem kunnen uitbrengen.
U hebt niet geluisterd, mevrouw Farih. Ik heb daarnet gezegd dat ik er ook van overtuigd ben dat zij dat kunnen. Ik heb al tweets zien verschijnen van Groen dat wij tegen de participatie van jongeren zouden zijn, en andere quatsch. Het punt is dat stemmen niet de juiste manier is om jongeren actief bij het beleid te betrekken.
U mag de vergelijking maken met een groep 10-jarigen die het Parlement komt bezoeken. Overigens hoop ik dat het niet dezelfde groep is als die welke ik door de gangen heb horen bulderen, want dan moet ik het luider worden van de jeugd wel letterlijk nemen. Daar bleek niet zoveel politieke interesse uit, dus ik hoop voor u dat het een andere groep was dan die van vanmiddag.
Alle gekheid op een stokje, u vond het voorstel niet ver genoeg gaan, maar het zijn niet de kinderen van 10 jaar aan wie u politieke inzichten moet vragen.
Mijn vraag is hoe u de jongeren er actief bij zult betrekken? Op de voorgestelde manier zal het niet lukken. Dat hebben de onderzoeken die ik daarnet aangehaald heb – hopelijk hebt u daar wel naar geluisterd – ten overvloede aangetoond.
15.13 Nawal Farih (CD&V): Ik wil toch enkele correcties meegeven.
Als ik zeg dat het voorstel nog niet ver genoeg gaat, heb ik het over andere verkiezingen. Voor ons moet men de reikwijdte van het voorstel niet beperken tot de Europese verkiezingen, maar ook kijken naar de Vlaamse, lokale en federale verkiezingen. Ik heb de indruk dat u mijn woorden graag misvormt.
Wat de jongeren die misschien wat luider door de gangen wandelen betreft, wil ik zeggen dat ze nu eenmaal jongeren zijn. Als we ze nog vaker in de vergeethoek steken, zullen ze steeds luider worden. Ik zou dus een beetje respect willen vragen voor de jongeren die willen nadenken over onze maatschappij in plaats van ze verder uit te sluiten.
15.14 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, je suis aussi partisan du vote à 16 ans, notamment pour donner l'occasion à des jeunes de réfléchir et de donner une signification politique à leurs actes.
Nous soutiendrons cette proposition. Néanmoins, nous avons deux critiques à formuler sur ce texte. D'une part, il ne va pas assez loin car il se limite aux élections européennes et, d'autre part, il y a le fait qu'il faille s'inscrire, ce qui constitue un frein.
Ces critiques que j'émets rejoignent une situation plus générale. Il a été dit ici que les jeunes ne s'intéresseraient pas à la politique. Le problème n'est pas que les jeunes ne s'intéressent pas à la politique; ils ne s'intéressent pas aux politiciens. Ils s'intéressent à la politique et font des actes politiques. Ils militent sur le terrain. On a cité le mouvement pour le climat qui a duré des semaines avec des messages réfléchis, approfondis et des analyses. Les adultes ont appris des choses de ce mouvement pour le climat. À la suite de celui-ci, des adultes se sont réveillés et ont réalisé qu'il y avait un problème climatique. Les jeunes ont joué, dans la société, un rôle d'éveilleur des consciences sur la question climatique. Ils l'ont aussi fait dans le combat contre le racisme. Ils se mobilisent dans ces combats-là de manière réfléchie, approfondie et argumentée. Ils savent de quoi ils parlent.
Le problème n'est donc pas que les jeunes ne s'intéressent pas à la politique. Ils s'intéressent à la politique. Ils veulent agir. Ils veulent jouer leur rôle d'acteur social mais ils ne s'intéressent pas au monde politique qui, lui, est complètement déconnecté des intérêts des gens. On le sait. La preuve en est la réponse tout à l'heure du premier ministre qui dit qu'il faut que les gens arrêtent de se plaindre du prix des carburants car c'est plus cher ailleurs. Il vit dans un autre monde! C'est la même chose pour les jeunes. Le monde politique est complètement déconnecté des jeunes. Nous avons discuté avec eux et nous avons demandé aux différentes organisations de la jeunesse leur avis sur cette proposition. Certains disent que c'est bien d'avoir le droit de vote mais se demandent si cela sert à quelque chose car, à chaque fois qu'on vote, il y a d'abord les promesses électorales. Ensuite arrivent les papotes entre partis et l'établissement d'une majorité sur un accord de gouvernement et, finalement, on fait complètement autre chose que ce qui a été dit lors des campagnes électorales.
C'est ainsi qu'ils le vivent! Je ne vais pas prendre l'exemple de la pension à 67 ans, qui ne figurait dans aucun programme électoral, mais qui fut votée dans ce Parlement. C'est un exemple parmi d'autres et c'est ce qui éloigne les jeunes du monde des politiciens - pas de la politique; ce n'est pas la même chose! La politique, c'est s'intéresser aux questions de société et essayer d'y apporter des réponses, c'est militer pour améliorer le monde dans lequel on vit. Et les jeunes le font quotidiennement. Ils n'ont donc pas de leçon à recevoir de ce Parlement à cet égard, parce qu'ils se battent sur le terrain.
En revanche, ils ont raison de ne pas considérer le monde politique, puisque celui-ci ne les considère pas. Voilà le problème! Si le monde politique ne change pas sa manière de faire de la politique et de conclure de grands accords entre partis pour des intérêts partisans au détriment de ceux de la population, si cela ne change pas, vous aurez beau abaisser le vote à l'âge de 14 ans, la situation n'évoluera pas. Même déjà aujourd'hui, des adultes qui disposent du droit de vote n'y croient plus, parce que leur vote n'est pas suivi d'effet. Le train-train se poursuit, les mêmes coalitions restent en place. Quand un parti change, on reste dans la même lignée, la même idéologie et la même politique qui est appliquée depuis 30 ou 40 ans. Voilà le problème!
Oui, offrir l'occasion à des jeunes de 16 ans d'exprimer leur opinion politique à travers un vote va dans le bon sens, mais le problème principal est que l'on réduit la démocratie au seul suffrage. Autrement dit, ils voteraient tous les cinq ans, pendant lesquels leur avis ne serait pas sollicité. Même l'organisation d'une plateforme citoyenne de consultation n'a rien de contraignant. Autrement dit, ce serait comme une boîte à idées dans laquelle nous viendrions piocher, en fonction de ce qui nous arrange. Non, ce n'est pas faire de la politique. Les jeunes veulent des actes et des engagements. Ils veulent que les élus respectent leur programme et leurs principes. Or, c'est inexistant dans le monde politique. Tant que rien ne change, il ne faut pas reprocher aux jeunes et aux citoyens en général de ne pas s'intéresser à la politique.
Il faut d'abord se remettre en question ici. Est-ce que vous, est-ce que nous, ici, faisons le travail nécessaire pour rapprocher les citoyens de la politique? Nous en sommes très loin. En tout cas, ce Parlement, cette Chambre est complètement déconnectée de la réalité des gens.
Madame la présidente, chers collègues, pour terminer, nous allons soutenir cette proposition. Mais je rappelle que si nous pensons que les jeunes sont capables de prendre des décisions politiques pour des élections européennes, il n'y a aucune raison que ce soit limité à ces élections. Il faut que ce soit élargi aux élections nationales et locales.
En outre, pourquoi ajouter un frein à tous les freins qui existent dans la société - celui de l'inscription? Pour quelle raison? Comment cela se justifie-t-il? Nous ne savons même pas comment il faudra s'inscrire. Les modalités de cette inscription ne sont pas définies. Sera-ce en ligne? Faudra-t-il aller à la commune? Auquel cas, vu que la commune est ouverte pendant les heures de cours, à quel moment? Ouvrira-t-on les services communaux le soir et le week-end pour qu'ils puissent s'inscrire? Tous ces éléments-là, il faut les prendre en considération.
Je rappelle qu'on ajoute un frein, alors qu'il
serait plus efficace d'enlever ce frein de l'inscription, et aussi d'élargir le
vote aux élections nationales. Je vous remercie.
15.15 Marianne Verhaert (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, collega's, wij zijn al heel lang voorstander van het stemrecht op 16 jaar. Mijnheer Calvo, u was 15 jaar toen wij dat reeds als standpunt innamen. Dat was in 2002. Voor ons mag het zelfs verder gaan dan enkel de verkiezingen van het Europees Parlement. Dat tonen ook de voorstellen aan die wij in vorige legislaturen al hebben ingediend. Het klopt dat wij in het Parlement niet de nodige tweederdemeerderheid hebben om dat ook voor andere verkiezingen te realiseren, maar Open Vld heeft er wel alle vertrouwen in dat deze maatregel de weg zal wijzen voor de overige verkiezingen en zijn meerwaarde zal aantonen voor zowel jongeren als de samenleving.
Wij zetten vandaag zonder twijfel een belangrijke stap. Het stemrecht op 16 jaar geeft ons de mogelijkheid om jongeren actiever te betrekken bij de werking van onze democratie. Aan de jongeren die dat wensen, geven wij dus ook een stuk verantwoordelijkheid en het is die verantwoordelijkheid – het o zo belangrijke stemrecht – die een fundamentele factor is die hen in staat stelt om ten volle het burgerschap op te nemen en te beleven. Dat burgerschap moeten wij van jongs af stimuleren, omdat wij daar uiteindelijk allemaal de vruchten van plukken. Wij zorgen er dus voor dat jongeren niet enkel mee kunnen nadenken over de belangrijke vraagstukken waarmee wij worden geconfronteerd, maar ook dat zij mee kunnen beslissen. Veel van de antwoorden die wij op die vraagstukken formuleren, bepalen immers ook de toekomst van onze jeugd en dan is het logisch dat wij hen ook hun stem laten uitbrengen.
Wij zijn dus zeer tevreden dat onze vraag om het stemrecht op 16 jaar in te voeren vandaag voor de eerste keer wordt gerealiseerd in België.
15.16 Melissa Depraetere (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, ik reageer kort even op wat de heer Dedecker heeft gezegd.
Hij heeft een aantal zeer interessante cijfers genoemd. Ik zou die niet durven te ontkennen, integendeel. Ik denk dat u gelijk heeft door die cijfers te noemen. Veel jongeren zijn vandaag niet erg hard geïnteresseerd in politiek zoals ze die kennen en zien op tv. Als ze Villa Politica zouden bekijken en zien wat er hier vanmiddag allemaal verteld is, kan ik mij inbeelden dat ze niet supergeïnteresseerd zijn of superhard overlopen van enthousiasme. Dat is ook logisch. Dat neemt niet weg dat er heel veel engagement is bij jongeren om dingen te doen. Ze zien dat misschien niet altijd als politiek, maar vaak gaat het wel over maatschappelijke uitdagingen en maatschappelijke thema's. Dat is eigenlijk politiek, zonder dat men het beseft.
Terug naar de cijfers. U sprak over 10 % dat hard bezig was met belangrijke thema's. Als ik terugdenk aan mijn tijd in het vijfde of zesde middelbaar, wat iets minder lang geleden is voor mij dan voor u, dan was ik zeer hard geïnteresseerd in actualiteit en politiek. Ik geef toe dat we misschien maar met een stuk of drie waren op een klas van twintig, dat is inderdaad niet veel. Aan de andere kant ben ik er wel van overtuigd dat net de middelbareschoolomgeving de perfecte setting is om ervoor te zorgen dat jongeren goed worden geïnformeerd. Eenmaal ze van de schoolbanken zijn, moeten ze zelf hun informatie opzoeken via sociale media en de pers. We weten dat het vandaag niet zo evident is om daar nog een analyse van te maken. In de middelbare school kunnen ze echter heel geïnformeerd cursussen of vakken krijgen over de verkiezingen, over campagnes, over partijstandpunten. Ik was gisteren nog op een debat in Gistel waar men dat ook had gedaan. Leerlingen mochten vragen stellen aan alle politieke partijen. Was ik daar vorige week geweest, dan hadden zeker een stuk of vijf jongeren vragen gesteld uit interesse. Deze week, na een week lang op de schoolbanken geïnformeerd te worden over de verschillende standpunten en over de grote maatschappelijke uitdagingen, stelden bijna alle leerlingen uit die klassen een vraag. Ze waren daar wel mee bezig. Ze waren geïnformeerd en waren heel goed op de hoogte van de standpunten van de verschillende partijen, zelfs in die mate dat ze konden stellen wat iemand zei, niet strookte met het partijstandpunt. De setting van de middelbare school is dus erg nuttig, om leerlingen te informeren over verkiezingen.
Het is ook om die reden dat wij voor het stemrecht vanaf 16 jaar zijn, maar evengoed voor datzelfde stemrecht voor andere verkiezingen. Het is immers al aangegeven dat het voor veel partijen een eerste stap is. Dat is het voor ons ook.
Belangrijk om te benadrukken is echter het volgende – een aantal partijen die niet erg enthousiast zijn hebben dit reeds gezegd en ik ben het op dit punt met hen eens: door jongeren vanaf 16 jaar te laten stemmen zijn we er niet vanaf en moeten we niet denken dat we de kloof tussen politiek en jongeren kleiner zullen maken. Er zal nog heel veel werk zijn voor ieder van ons, om ervoor te zorgen dat wij beschikbaar zijn voor jongeren, om uitleg te geven, om bereikbaar te zijn, om laagdrempelig te werken, om met hen in gesprek te gaan en om te sensibiliseren. Dat sensibiliseren moet niet alleen door ons gebeuren, maar ook door jongerenorganisaties. Met die kritiek ben ik het absoluut eens. Dat hoeft echter niet te beletten om hier vandaag een stap vooruit te zetten, een eerste stap wat ons betreft.
Die boodschap is tijdens de hoorzitting ook heel duidelijk meegegeven, zowel
door ons, het Parlement, als door alle jongerenorganisaties. Wij kwamen tot
dezelfde conclusie. Ook die organisaties zullen een heel grote rol hebben in
het sensibiliseren van de jeugd, net zoals wij en alle verschillende politieke
partijen die rol zullen hebben.
15.17 Catherine Fonck (Les Engagés): Madame la présidente, chers collègues, il est vrai que ce texte concerne énormément de jeunes. Potentiellement 270 000 jeunes de 16 et 17 ans, qui ont la nationalité belge ou la nationalité d'un pays membre de l'Union européenne et qui résident en Belgique, sont concernés.
Nous sommes favorables à cette extension du droit de vote aux jeunes de 16 et 17 ans pour les élections européennes. C'est une bonne chose et cela doit être salué.
Un élément non négligeable est qu'en réalité, nos jeunes témoignent de manière beaucoup plus précoce que par le passé d'un intérêt pour les grandes questions de société, et c'est tant mieux. Ma collègue du CD&V rappelait leur engagement dans les marches pour le climat, par lesquelles ils voulaient faire bouger les lignes plus vite et plus fort. C'est un exemple parmi tant d'autres.
Ceci étant, ce droit qu'on leur octroie ne doit pas être juste un droit que l'on donne pour le plaisir de donner un droit de vote. Il y a un devoir de responsabilité des politiques que nous sommes, mais aussi un devoir de pédagogie.
Commençons par le devoir de responsabilité des politiques concernant les générations futures. Cette extension du droit de vote se justifie d'autant plus qu'il y a un manque de prise en compte des intérêts des jeunes et des générations futures lors des prises de décisions. Osons un discours vérité. Les gouvernements successifs ont, au cours de ces dernières années, privilégié les dépenses courantes par rapport aux investissements nécessaires. On a emprunté aux générations futures notre train de vie au niveau économique, social et environnemental. L'accroissement des déficits publics, de la dette, la réalité des métiers en pénurie, la dette cachée des pensions, le sous-investissement dans la recherche, dans l'enseignement, dans les infrastructures, dans les énergies décarbonées, dans les économies d'énergie, dans la préservation de la biodiversité sont autant d'exemples – malheureusement.
Il faut que cela change. Par ce droit de vote, les jeunes sont aussi en mesure de nous rappeler et de nous obliger à prendre des décisions non seulement sur le court terme mais aussi, pour eux et pour toutes les générations futures, sur le long terme.
Le devoir de responsabilité des politiques s'accompagne du devoir de pédagogie. Là encore, il ne s'agit pas d'un vote pour le plaisir de leur donner un droit de vote. Il s'agit d'expliquer les politiques. Il est vrai qu'il est quelque peu paradoxal dans cette perspective de commencer par octroyer le droit de vote pour les élections du Parlement européen qui est sans doute un des lieux, avec la Commission européenne, où les droits des générations futures sont les mieux pris en considération puisqu'il s'agit d'une des institutions politiques qui a le plus tendance à privilégier le long terme sur le court terme, à privilégier le long terme sur les dépenses courantes ou la lutte contre le réchauffement climatique ou pour la préservation de notre environnement.
Il s'agira donc d'un véritable devoir de pédagogie qui devra différer de l'attitude des politiques qui, comme on le constate trop souvent quand une décision pas très sexy est prise sur le plan politique, disent: "Ce n'est pas nous, c'est la faute de l'Europe." À l'inverse, quand il s'agit d'une décision sexy prise par l'Europe, les politiques de chaque pays, donc chez nous aussi, ont tendance à dire: "C'est grâce à nous si cette décision a été prise." Si on octroie un droit de vote à nos jeunes de 16 et 17 ans au niveau européen, il faudra être consistant et avoir ce devoir de pédagogie sur la plus-value européenne et sur les décisions, y compris sexy, prises au niveau européen et déclinées ensuite dans chaque pays.
Par ailleurs, j'ai une interrogation par rapport au choix effectué par les différents auteurs de cette proposition de loi sur le caractère non obligatoire du vote de ces jeunes de 16 et 17 ans.
En la matière, il y a lieu de s'interroger sur la question de savoir si le choix des différents partis auteurs de ce texte n'était pas de mettre un pied dans la porte pour commencer à démanteler le caractère obligatoire du vote. C'est une question que je vous adresse, chers collègues, au sujet de laquelle nous n'avons eu guère, voire aucune explication cet après-midi.
Au-delà de cette inquiétude que je souhaitais exprimer, vous l'aurez compris, nous soutiendrons avec enthousiasme cette extension du droit de vote aux jeunes, avec l'espoir que cela influe sur notre gouvernance et nos choix politiques et avec l'espoir que nous nous engagions non seulement sur le court terme, mais aussi sur le long terme et pour les générations futures.
15.18 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la présidente, chers collègues, je tiens, avant toute chose, à remercier les auteurs du texte à l'examen.
Personnellement, j'ai toujours été profondément pro-européenne en raison de mon histoire personnelle, mais aussi en raison de l'histoire et des combats historiques qui ont été portés par mon parti.
Plus que jamais, je suis convaincue que l'Union européenne est la réponse aux défis de notre temps, qu'il s'agisse de la montée du populisme, du réchauffement climatique, des guerres ou des violations de nos droits fondamentaux. Quoi de plus normal, dès lors, que de permettre aux jeunes de s'exprimer sur ces enjeux en se prononçant sur les mesures proposées par les différents partis pour répondre tant bien que mal à ces différents défis.
Ce débat ne date pas d'hier. Tout a commencé en 1997 lorsque l'Assemblée parlementaire du Conseil de l'Europe a adopté une résolution en faveur de l'abaissement à 16 ans de l'âge requis pour voter lors de certaines élections. Le Forum européen de la jeunesse, qui regroupe les organisations de jeunesse européennes, a ensuite plaidé pour cet abaissement de l'âge du droit de vote partout en Europe. Il s'ensuivit des résolutions adoptées par le Parlement européen ou encore par le Congrès des pouvoirs locaux du Conseil de l'Europe, en 2015. À l'époque, l'idée était de se calquer sur ce qui existait déjà aux Pays-Bas pour les élections législatives. Aujourd'hui, c'est le cas en Autriche, dans une majorité des Länder allemands, mais aussi à Malte pour toutes les élections.
En Belgique, on le sait, nous en sommes très loin puisque l'âge du droit de vote est fixé à 18 ans, à l'exception notable des consultations populaires communales qui sont ouvertes aux citoyens dès lors qu'ils sont âgés de 16 ans accomplis. On voit aussi qu'au Parlement wallon ou encore au Parlement bruxellois, il est aussi possible pour les jeunes âgés d'au moins 16 ans de participer aux commissions consultatives entre parlementaires et citoyens tirés au sort.
On voit donc bien que ces dernières années, les lignes bougent pour abaisser l'âge du droit de vote, et ce, en vue de renforcer la participation citoyenne à la démocratie, ce que mon parti soutient et soutiendra toujours. Ce que mon parti a également toujours soutenu, c'est la prise en considération de l'avis des jeunes pour toutes les décisions qui les concernent, conformément à ce que prévoit la Convention internationale des droits de l'enfant, en ce compris, donc, un éventuel abaissement de l'âge du droit de vote.
Or, force est de constater qu'en 2015, le Conseil de la jeunesse a fait cet exercice. Il a sondé à ce sujet près de 1 046 jeunes âgés de 16 à 21 ans, et il en est ressorti que huit jeunes sur dix étaient contre. Les arguments avancés à l'époque contre cet abaissement de l'âge du droit de vote à 16 ans étaient les suivants: le manque de maturité, le caractère influençable des jeunes à 16 ans, le manque de connaissances ou encore le manque d'intérêt pour la chose publique.
Je tenais à citer Jérôme Lechien, qui, à l'époque, était président du Conseil de la jeunesse francophone, et qui disait ceci: "Les jeunes ne se sentent pas prêts car pas assez informés. Cela relance le débat sur les cours de citoyenneté, qui devraient pouvoir corriger le tir. Ces cours ne doivent pas seulement améliorer le vivre-ensemble mais aussi expliquer comment fonctionne la démocratie. Si on travaille la citoyenneté dans ce sens, alors on pourrait un jour basculer vers le oui."
Assez étonnamment, la position de son pendant néerlandophone était tout autre – à l'époque, du moins –, à savoir que "les recherches montrent qu'en moyenne, les jeunes de 16 ans sont parfaitement capables d'opérer des choix complexes, entre les avantages et les inconvénients, dans des situations qui n'impliquent pas de recours impérieux au contrôle de l'impulsivité, comme se faire une opinion sur des questions politiques, et donc voter".
Si les réponses apportées par les jeunes francophones et les jeunes néerlandophones semblent différentes, même s'il est malvenu de généraliser – compte tenu de l'avis qui aurait été émis par les jeunes N-VA –, la question reste la même: les jeunes sont-ils aujourd'hui suffisamment matures et informés à 16 ans pour voter en pleine connaissance de cause? C'est cette question que je souhaite aujourd'hui adresser aux auteurs de cette proposition de loi.
Êtes-vous convaincus qu'aujourd'hui, tous les jeunes de 16 ans sont suffisamment armés pour comprendre notre démocratie et faire leurs propres choix de manière libre et éclairée?
Autant la crise sanitaire, la crise des réfugiés ou le réchauffement climatique nous ont montré que les jeunes peuvent être engagés, qu'ils ont leur mot à dire et qu'ils ont envie de le dire, autant cette crise sanitaire a eu un effet loupe sur les inégalités dans l'enseignement, sur la difficulté qu'ont beaucoup de jeunes pour s'informer correctement via des canaux d'information objectifs.
Les collègues Defossé ou Bonaventure l'ont dit. Autant certains jeunes sont intéressés par la politique, autant d'autres pas du tout. Ils ont même peur, pour certains, de se faire influencer par leurs pairs, par leurs idoles, voire par des partis populistes ou extrémistes. Ces deux enseignements doivent guider notre vote aujourd'hui parce qu'ils me semblent complémentaires.
D'où ma deuxième question aux auteurs du texte: pouvez-vous donner la garantie que vos partis accompagneront dans tous les niveaux de pouvoir compétents cet abaissement de l'âge électoral de tous les dispositifs nécessaires pour éduquer et sensibiliser les jeunes à la politique, pour généraliser les cours de citoyenneté à tous les jeunes dans toutes les écoles?
En octobre 2020, Céline Braconnier, professeur et directrice de Sciences Po à Saint-Germain-en-Laye, insistait sur le besoin des jeunes "de mieux décrypter les enjeux politiques". Ils sont en demande d'accompagnement par l'école dans la compréhension de la vie politique. Le cadre français est bien entendu différent puisque le vote n'y est pas obligatoire, tout en sachant que le vote aujourd'hui visé ici ne serait pas obligatoire.
Il n'en demeure pas moins que le développement d'un esprit critique à l'école est tout aussi indispensable pour appréhender la réalité politique, mais aussi pour les réconcilier avec leurs élus, au lieu de pointer le doigt sur ces derniers, comme l'a fait le représentant du PTB. Il s'agit de les réconcilier avec les institutions, y compris les instances européennes qui leur paraissent en effet si éloignées, si abstraites et si déconnectées, malgré le rôle essentiel que joue l'Union européenne dans l'avenir de notre jeunesse, comme je l'ai dit en guise d'introduction.
C'est pourquoi mon groupe soutiendra cette proposition de loi - mais à une double condition. Il importe premièrement que cet abaissement de l'âge du droit de vote s'accompagne d'une sensibilisation de tous les jeunes dans toutes les écoles. Du reste, j'entends une unanimité se dégager à ce sujet - et j'ose vraiment y croire. Cependant, pourquoi n'y sommes-nous pas encore parvenus? Deuxièmement, viser uniquement les élections européennes ne se justifie pas par une difficulté de modifier la Constitution afin de cibler les autres scrutins ou encore par une volonté de percevoir encore une fois, malheureusement, le Parlement européen comme une voie de garage ou un crash-test préalable à un éventuel rétropédalage si les effets escomptés ne se produisent pas. Il aurait, au demeurant, peut-être fallu commencer par le niveau de pouvoir le plus proche, là où les décisions entraînent un impact immédiat sur notre vie quotidienne, en particulier sur celle des jeunes.
Enfin, je me dois - comme je n'ai pas eu l'occasion de le faire auparavant - de répondre aux propos qui ont été tenus par M. Dedecker ou encore par la représentante du Vlaams Belang, qui accusent les auteurs de ce texte d'hypocrisie, voire de jeunisme, au motif que les jeux de hasard ou la consommation de tabac seraient interdits aux jeunes, mais pas le droit de vote. Pardonnez-moi, mais cela n'a absolument rien à voir! C'est pourquoi j'estime que votre procès d'intention est injuste. D'un côté, vous avez des mesures qui visent à protéger la santé des jeunes; de l'autre, vous avez une disposition qui est destinée à leur accorder un droit. Quel est ce droit? C'est celui d'élire des individus qui adoptent des mesures qui les concernent directement. Cela vous semble-t-il tellement choquant?
Tout cela pour dire, chers collègues, que cet abaissement de l'âge du droit de vote pour les élections européennes doit être décidé pour de bonnes raisons, et certainement pas dans l'espoir de gagner des voix, mais bien en vue d'apporter un nouveau souffle à l'Europe, ainsi qu'à notre démocratie, en accordant aux jeunes leur juste place au sein de celle-ci. Je vous remercie de votre attention.
15.19 Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Madame la présidente, notre collègue Rohonyi a posé plusieurs questions, ainsi que notre collègue Fonck, et je voudrais en retenir trois.
Premièrement, la question des jeunes ayant peur d'être influencés. En fait, je trouve cela extrêmement mature. Si les jeunes de 16 ans se disent: "Moi, j'ai peur qu'on m'influence; j'ai peur que mon père me pousse à voter pour certains partis", je trouve que c'est la preuve qu'ils sont suffisamment matures pour faire un choix. Savoir qu'ils ont déjà cette réflexion dans la tête: "Qu'est-ce que je veux vraiment?" renforce plutôt ma conviction que les jeunes sont suffisamment matures.
Deuxièmement, vous avez parlé de l'accompagnement. Tout le monde s'engage-t-il à accompagner? Je pense que tous les députés doivent prendre cet engagement. Moi, je le prends et j'espère que nous le ferons tous. J'insiste également comme vous sur le rôle de l'enseignement. J'ai parlé de l'importance des entités fédérées qui devaient aussi prendre à bras-le-corps cette question. Je pense que l'enseignement a évidemment un rôle à jouer, à travers notamment les cours d'approche philosophique de la citoyenneté, que j'envisage en tout cas de cette manière. Ils devraient être vus comme ça. Je pense que la question philosophique est importante, tout autant que la citoyenneté. C'est apprendre à questionner la citoyenneté. Je rejoins votre demande et, oui, je m'y engage.
Troisièmement, Mme Fonck posait la
question du caractère obligatoire. Des partis voulaient remettre en cause le
caractère obligatoire. Je pense que certains collègues ont déjà répondu. Du
côté d'Ecolo-Groen, il n'est absolument pas question de remettre en cause ce
caractère obligatoire. Nous y sommes très attachés. Nous pensons que c'est très
important dans le fonctionnement de notre démocratie aujourd'hui. Voilà nos réponses.
15.20 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik zal niet tussenkomen, maar ik stel vast dat de heer Defossé hier antwoordt op alle vragen. Misschien kan hij dan ook even antwoorden op mijn vraag. Waarom voeren jullie dat niet in voor de lokale verkiezingen in Wallonië? Alle partijen zijn voor, maar uw bevoegde minister wil dat niet, het staat niet in het regeerakkoord. Dit is een oprechte vraag. Ik ben oprecht geïnteresseerd in de reden waarom u dat niet invoert voor de lokale verkiezingen in Wallonië, terwijl u het hier toch bepleit.
15.21 Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Madame la présidente, nous allons éviter le ping-pong. Si cela ne tenait qu'à Écolo-Groen, nous le ferions dès demain. Il n'y a pas de problème pour nous. Nous espérons que tous les partis…
(…): (…)
15.22 Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Si les partis sont pour, cela peut être demain. Mais cela ne figure pas dans l'accord de gouvernement. Il ne vous aura pas échappé que nous sommes ici au niveau fédéral, et que nous n'avons pas prise sur les entités fédérées. Si les collègues veulent également avancer au niveau des entités fédérées, je les encourage vraiment à le faire. Mais ce qui se passe au niveau des entités fédérées n'est pas de notre ressort, que je sache.
15.23 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Collega's, ik denk dat ik dit bijzondere debat mag afsluiten.
Ik ben heel erg blij dat we vandaag wellicht samen deze stap kunnen zetten.
Collega Verhaert verwees al naar de geschiedenis van dit voorstel en parafraseerde een tweet die ik deze ochtend heb geplaatst. Het is ooit begonnen met een persmededeling van mij als jongerenvoorzitter bijna 15 jaar geleden en ondertussen ligt er een wetsvoorstel voor. U hebt mij ook bijgepraat over de nog langere voorgeschiedenis. U hebt mij zelfs gezegd dat Open Vld al voor dit idee was toen Jean-Marie Dedecker nog senator was voor Open Vld. Dat heb ik vandaag bijgeleerd en ik ben blij met deze bijkomende info.
Elk succes in de politiek is altijd teamwork. Dit is dan ook geen verhaal van Ecolo-Groen alleen of van mezelf. Het is het verhaal van een groep mensen die dit voorstel heeft ingediend en van een heel fijne samenwerking met de twee bevoegde ministers, mevrouw Wilmès, bevoegd voor Europese Zaken, als voortrekker en mevrouw Verlinden vanuit haar bevoegdheden voor Democratische Vernieuwing en Binnenlandse Zaken. Wat hier voorligt, is dus teamwork, maar ik steek niet onder stoelen of banken dat ik bijna 15 jaar nadat ik het persbericht uitstuurde toen ik nog jong en onstuimig was, wel tevreden ben om uiteindelijk deze stap echt te kunnen zetten in dit Parlement.
We moeten misschien ook even terugblikken op het debat dat zonet gevoerd werd. Er zijn namelijk interessante dingen gezegd, maar ik ben toch ook wat geschrokken van een aantal tussenkomsten. De tussenkomst van collega Pas heeft me verbaasd, vooral haar reactie op de anekdote van collega Farih, die vertelde over het schoolbezoek van deze ochtend.
Collega Farih is sowieso wel één van onze meest enthousiaste collega's, ze is altijd goedgezind en positief. Ze deelde dus daarnet met ons de anekdote dat er scholieren op bezoek waren en dat het een fijne ontmoeting was. Ik moet toegeven, mevrouw Pas, dat uw bitse, negatieve reactie mij verbaasd heeft. We weten toch allemaal hoe leuk het is om jonge mensen in dit halfrond te mogen ontvangen? We hebben toch allemaal al mogen vaststellen wat het effect is van zo'n ontmoeting en zo'n passage in dit Parlement? Voor men binnenkomt vraagt men zich af wat er daar in dat Parlement allemaal gebeurt. Een ontmoeting van een kwartiertje volstaat vaak al om jongeren met veel meer interesse in politiek huiswaarts te zien keren. Ik ben blij dat mevrouw Farih die anekdote met ons heeft gedeeld.
Mevrouw Pas, wij kunnen over dit wetsvoorstel van mening verschillen. U bent hier niet voor en wij zijn enthousiast voorstander. Dat is ook democratie. Wij verschillen dagelijks over 101 zaken van mening, zeker Groen en het Vlaams Belang. Ook de N-VA en de indieners van dit voorstel hebben veel meningsverschillen. Wat ons als volksvertegenwoordigers echter verenigt, is toch het geloof dat politieke actie ertoe doet, dat een parlementaire verkiezing ertoe doet, dat het betekenis heeft om daarin te investeren en dat het betekenis heeft dat mensen zich daarvoor interesseren? Dat heb ik in alle eerlijkheid gemist in uw uiteenzetting en die van de collega's van de N-VA. Wij kunnen over dit wetsvoorstel van mening verschillen, maar wij hebben toch allemaal de missie om het enthousiasme voor en het belang van politiek door te geven aan jonge mensen, wanneer die hier op bezoek komen en wanneer we hen tegenkomen bij de campagne voor de Europese verkiezingen.
Voor mijn tweede opmerking sluit ik mij ten dele aan bij de redenering van de heer Boukili. Als jongeren zich vandaag niet interesseren voor politiek, is dat vooral een gebrek aan interesse in partijpolitiek, de politieke instellingen en de personen die hen vandaag zouden moeten representeren. Jongeren zijn echter wel geïnteresseerd in de toekomst van het migratiebeleid en in de toekomst van het klimaatbeleid. Zij maken zich ook zorgen over hun pensioen. Als er vandaag niet genoeg interesse is, dan is dat ons probleem als politici eerder dan het probleem van de jonge mensen.
De heer Boukili zegt dat politici al hun beloftes verloochenen. Dan komt het standaardlijstje van de PTB. Als men jonge mensen in de ogen kijkt en over politiek spreekt, moet men er ook bij vertellen dat een democratie ook compromissen sluiten is, dat men in een democratie nooit volledig gelijk krijgt, dat politici soms dingen moeten doen die niet geheel stroken met hun overtuiging. Ik ben het wel met hem eens als hij zegt dat als jongeren niet geïnteresseerd zijn, het niet over de essentie van politiek gaat maar over de partijpolitiek en de instellingen. Dat merkt men ook als men hier scholen ontvangt. Zij worden hier overladen met informatie over de fracties, de Gemeenschappen en Gewesten, de Kamer en de Senaat, de eerste lezing en de tweede lezing. Dat is al genoeg om mensen weg te jagen van de politiek. Op het moment waarop wij mensen hun mening vragen, bijvoorbeeld over de kwestie of belastingen moeten worden betaald op rijkdom of op arbeid, start er echter al een ander gesprek. Moeten de kerncentrales open worden gehouden of gesloten worden? Ook over die vraag zijn er verschillende meningen. Jonge mensen zijn vandaag echt wel overtuigd van en geïnteresseerd in politiek, maar misschien niet in onze partijpolitiek. Zij staan misschien niet te springen om een lidkaart te kopen van deze of gene fractie, maar ze liggen wel wakker van de zaken waarover politiek echt gaat.
De stap die wij hier zetten, zorgt volgens mij voor drie zaken, namelijk: meer Europa, meer jongeren en meer democratie.
Ten eerste, over meer Europa snap ik eerlijk gezegd de kritiek. Het lokale niveau komt zeker ook in aanmerking voor stemrecht, wellicht meer zelfs, maar dat is iets wat wij hier nu niet kunnen doen. Mevrouw Pas, mijnheer Loones, ik vermoed immers dat uw uiteenzetting geen pleidooi was voor het herfederaliseren van de wetgeving inzake de lokale verkiezingen en voor een beslissing daarover in het federale Parlement. Dat is een materie voor het Vlaams en het Waals Parlement.
Ik sluit mij nu aan bij mevrouw Rohonyi. Tegelijkertijd is het mooi en betekenisvol dat net het Europese niveau het eerste niveau voor dat stemrecht zal zijn. Dat is immers het beleidsniveau van de toekomst. Wij hebben hier in België vaak het debat over het Vlaamse en het federale niveau. Het niveau van de toekomst, collega's, is echter het Europese niveau. De heer Van der Donckt was daarover ook enigszins sceptisch. Hij vroeg zich af of de mensen wel wakker liggen van Europa. De thema's waarvan zij wakker liggen, heb ik net beschreven. Die komen ook aan bod op het Europese niveau, bij uitstek zelfs.
Er is nog een reden. Ga eens te rade bij de heer Loones en mevrouw Van Bossuyt, twee mensen met ervaring in het Europees Parlement. Door jongeren stemrecht te geven voor het Europees Parlement geven wij hun stemrecht voor het enige echte parlement waarvoor kan worden gestemd. Daar wordt immers veel meer dan in het federale Parlement – dit weten de heer Loones en mevrouw Van Bossuyt, omdat zij Europees parlementslid zijn geweest – dat vaak wordt verstikt door regeerakkoorden, particratie en coalitiedwang, wel samengewerkt over meerderheid en oppositie heen. Daar zijn er wel wisselende meerderheden. Daar nemen parlementsleden vaak het voortouw in het maken van wetgeving.
Mijnheer Van der Donckt, ik ben het er dus niet mee eens dat het eigenlijk een slecht idee of een slechte keuze is om net het Europees Parlement uit te kiezen als plek om de jongeren meer inspraak te geven. Bovendien is dat ook een vraag van datzelfde Europees Parlement. Bijzonder is ook dat wij het derde land zijn om daarvoor stemrecht te geven vanaf de leeftijd van 16 jaar. Mevrouw Rohonyi en andere leden hebben al meegegeven dat België nu het derde land is, na Oostenrijk en Malta. Het is dus een keuze voor meer Europa.
Ten tweede, het is ook een keuze voor meer jongerenbetrokkenheid. Het is jammer dat collega Dedecker even weg is. Hij liet zich nogal denigrerend uit over de klimaatjongeren, die hij beugelbekkies noemde. Ik heb nog steeds liever beugelbekkies dan bullebakken. Alle partijen die de afgelopen jaren riepen dat de jongeren naar school zouden moeten gaan op vrijdag, zouden de eerste moeten zijn om hen de kans te geven zich op een andere manier politiek te uiten. Wij geven dus meer jongeren de kans deel te nemen aan de politieke besluitvorming. Voor mij is het prima dat ze af en toe een klimaatstaking organiseren, maar ik heb nog liever dat ze zich laten horen over het beleid van de toekomst.
Trouwens, dat we jongeren vanaf 16 jaar de kans geven om zich politiek uit te spreken, is bijlange zo gek nog niet. Beste collega's van de N-VA, het decreet-Van Grembergen of het decreet-Homans over de lokale volksraadpleging – collega Van Hecke, die zowel de federale wetten als de Vlaamse decreten uit zijn hoofd kent, fluisterde mij dit zopas in het oor –, bepaalt dat jongeren vanaf 16 jaar en dus niet 18 jaar, aan lokale volksraadplegingen mogen deelnemen. In Vlaanderen werd er dus niet bepaald dat politieke participatie start op 18-jarige leeftijd. Eigenlijk hebt u zichzelf al geschaard bij de groep partijen die jongeren vanaf 16 jaar bepaalde politieke rechten toekent. Kortom, meer politieke rechten voor jongeren is een keuze pro jongeren en pro toekomst.
Ten derde zorgt het wetsvoorstel voor meer democratie. Het zorgt potentieel voor 270.000 extra kiezers, het bevolkingsaantal van een grote stad, die zich in de Europese verkiezingen van 2024 uitspreken over het Europees Parlement. Ik vind dat mooi, maar ik ben wel realistisch. Niet alle 270.000 jongeren zullen komen opdagen. Ik zeg nu al dat het maar een klein deel daarvan zal zijn. We moeten er wel alles aan doen hen te overtuigen. Elke opdagende kiezer van 16 of 17 jaar is democratische winst. Zelfs al dagen er maar tien op, bij manier van spreken, elke extra kiezer is democratische winst. Daarom is het ook een voorstel voor meer democratie.
Laten wij het daarbij overigens niet houden. Collega Van der Donckt heeft een punt wanneer hij onderstreept dat politieke vernieuwing meer inhoudt dan stemrecht vanaf 16 jaar. Met onderhavig wetsvoorstel wordt een belangrijke passage uit het hoofdstuk Politieke Vernieuwing gerealiseerd, maar laat het alstublieft niet de enige passage zijn die wij deze legislatuur concretiseren. Het hoofdstuk Politieke Vernieuwing bevat ook een passage over het statuut van parlementsleden, een passage over gemengde commissies en een passage over het betrekken van burgers bij de parlementaire werkzaamheden. Ik vernoem ook de passages over de partijfinanciering en het lobbyregister. Mijn enthousiasme over onderhavig wetsvoorstel betekent niet dat mijn honger gestild is. Integendeel, het moet ons aanmoedigen om meer te doen, zelfs maatregelen in dezelfde sfeer, al maken ze geen deel uit van het regeerakkoord.
Wij kiezen vandaag voor een sterkere representatieve democratie om meer mensen de kans te geven deel te nemen en zich uit te spreken bij verkiezingen. Het wetsvoorstel wordt straks wellicht goedgekeurd, maar er liggen nog verschillende andere voorstellen ter bespreking. Ik denk aan het voorstel van de CD&V-fractie om mensen de kans te geven om gemakkelijker per brief of per volmacht te stemmen, een terechte bezorgdheid van de collega's van CD&V. Ik ben voorstander van meer kiezers, niet alleen voor mijn partij, maar voor de hele democratie. Na de stap vandaag is de volgende logische stap het voorstel van CD&V: met het oog op meer kiezers moeten wij het mensen gemakkelijker maken om aan verkiezingen deel te nemen, om zich uit te spreken. Ik vernoem ook het voorstel dat reeds goedgekeurd werd in de Senaat om Belgen in het buitenland de kans te geven te stemmen bij de regionale verkiezingen. Daar dringen in het bijzonder de collega's van MR al heel lang op aan, wij eveneens. Collega De Maegd en zijn fractiegenoten zijn er al lang vragende partij voor om de Belgen in het buitenland bij de regionale verkiezingen te laten meestemmen. Volgens mij is ook dat een stap, na vandaag, die we moeten zetten. We moeten mensen per brief kunnen laten stemmen en Belgen in het buitenland laten meestemmen bij regionale verkiezingen. Hoe meer kiezers, hoe beter.
Wij kunnen nog meer doen. Ik verwijs naar het voorstel van resolutie van collega Defossé en mijzelf dat pleit voor onlineregistratie, meer bepaald voor de groep 16- tot 18-jarigen bij de Europese verkiezingen en ook voor niet-Belgen bij gemeenteraadsverkiezingen. Die onlineregistratie stel ik voor om de drempels te verlagen. Een democratie heeft baat bij laagdrempeligheid en zoveel mogelijk kiezers.
Ik spreek alvast collega Dedecker tegen alsof bij de opmaak van het voorstel de electorale rekenmachine werd gebruikt, opdat Ecolo-Groen de twee zo gewilde Europese zetels in 2024 binnen zou halen, omdat dat niet lukte in 2019. Beter campagne voeren is een oplossing, maar meer kiezers is ook een oplossing. Collega Dedecker sprak daarnet van de electorale rekenmachine, maar ik ben het daar niet mee eens. Wat het voorstel van CD&V betreft, op basis van electoraal en politicologisch onderzoek meen ik dat er wellicht minder kiezers van Groen dan kiezers van CD&V per brief of per volmacht zullen stemmen, ook al kan dat nog veranderen met nieuwe voorzitters van beide partijen. Mij interesseert dat niet. Wat mij interesseert, is zoveel mogelijk kiezers, zoveel mogelijk democratie. Hoe meer democratie, hoe beter.
De voorgestelde stap is niet perfect, maar het is wel een belangrijke stap vooruit. Ik zou de collega's van de N-VA en het Vlaams Belang willen uitnodigen om nog eens goed na te denken tussen nu en de stemming, want wij zijn in de eerste plaats, naast mensen met een partijovertuiging, volksvertegenwoordigers en democraten en eigenlijk kunnen volksvertegenwoordigers en democraten alleen maar voor het wetsvoorstel stemmen.
15.24 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, geachte collega's, het thema dat wordt aangesneden, betreft jongeren van 16 en 17 jaar. Ik heb dertig jaar lang mijn kost met hen verdiend en ik heb dat met veel hart en veel enthousiasme gedaan. Onverminderd de toespraken van mijn partijgenoten zelfs tegen de achtergrond van collega Calvo’s enthousiasme ter zake, mag men over onderhavig wetsvoorstel inderdaad niet denken in termen van winnaars en verliezers.
Overigens begrijp ik uw opgewektheid, mijnheer Calvo, want u bent hier zoveel jaar geleden mee begonnen en straks wordt uw tekst wet en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en kunt u die realisatie op uw conto schrijven, waarmee ik u feliciteer, ook al gaat het slechts om symboliek. Ik denk dat het voorstel eigenlijk heel erg weinig betekent. Als ik de peiling van De Standaard mag geloven, dan scoren wij zelfs het beste bij dat publiek; ik kan het amper geloven, maar de feiten zijn wat zij zijn. Hoe dan ook mogen we inderdaad niet bij elke beweging uitrekenen wie daarvan de winnaar is, want dat kan twee jaar later wel eens dik tegenvallen. Dat is niet de manier waarop men de zaken moet bekijken.
Hoeveel van de mensen die hier zijn tussengekomen, heeft daadwerkelijk met 16- en 17-jarigen gewerkt? Hoeveel daarvan hebben geregistreerd dat daar een grote vraag bestaat om te mogen meestemmen? Ik zeg niet dat er geen vraag bestaat om zich te mogen bemoeien, in de goede betekenis van het woord, met het maatschappelijk debat. Die vraag bestaat absoluut. Degenen die hier zeggen dat er in het onderwijs aandacht aan zou moeten worden besteed, weten niet dat wij daar dertig jaar geleden mee begonnen zijn.
Ik heb ongeveer elk jaar verkiezingen georganiseerd met 16- en 17-jarigen. Daarbij werd iedereen uitgeloot om een partij te vertegenwoordigen, los van de eigen overtuiging. Zij moesten die programma's lezen. Zij moesten hun standpunten verdedigen, soms helemaal tegen hun overtuiging in. Zij moesten proberen daar mensen voor warm te maken. Dan werden er stemmen uitgebracht. Dat waren ongelooflijk boeiende en interessante momenten. Dat is cruciaal in het begeleiden van jonge mensen in dat fantastische instrument en de fantastische omgeving die wij democratie noemen. Daar gebeurt het, en niet door eens op een zondag of donderdag ergens een bolletje rood of groen te maken.
In die dertig jaar heb ik vastgesteld dat het over een groeiproces gaat. 16-jarigen zitten volop in dat groeiproces. Zij moeten op dat ogenblik in het groeiproces in het onderwijs, maar ook daarbuiten, in jeugdbewegingen enzovoort absoluut gestimuleerd worden. De kwestie die hier aan de orde is, speelt daarbij een zeer marginale rol. De N-VA zal straks tegenstemmen. U zal voorstemmen en dit wordt wet. Geshockeerd ben ik niet. Erg vind ik dat niet. Je lost er echter geen enkel probleem mee op.
Wij weten dat het engagement, de interesse en de belangstelling bij een breed deel van de publieke opinie, niet alleen van 16- en 17-jarigen, maar ook van 36- en 37-jarigen, ook van 56- en 57-jarigen, tanend is. Dat is iets dat voor ons vanuit democratisch oogpunt een zinvollere thematiek is. Want heel veel van wat verkocht wordt onder de term "politieke vernieuwing" is eigenlijk kurieren am Symptom. Dat is eigenlijk zeggen: er is een probleem, laten wij doen alsof wij aan dat probleem enige oplossing bieden. Ik meen dat men er dan naast zit.
Eén van de elementen in uw betoog trouwens, collega Calvo, en ook in dat van anderen, was dat Europa eigenlijk het instrument is waar het te doen is. Dan zegt u eigenlijk dat dit Parlement een orgaan is met een steeds afnemende betekenis. Dat betekent dat dit hart van de democratie wordt uitgehold door dat Europa. Die kwestie wordt niet aangekaart. U geeft onze jonge mensen wel stemrecht op een niveau dat een grote impact op hen heeft, maar laten wij eerlijk zijn, hun stem heeft bijna geen impact op dat niveau. U wekt de indruk dat zij participeren aan het democratisch proces, wat puur technisch ook wel het geval is, maar u nodigt hen uit hun stem te geven, in tegenstelling tot bijvoorbeeld in schoolraden of andere plekken waar zij het beleid mee vorm kunnen geven op het allerlaagste niveau, op een niveau dat met een serieus democratisch probleem geconfronteerd wordt, en waar de kiezer mijlenver afstaat van het concrete beleid dat daar wordt gevoerd.
Wanneer wij hier voortdurend het woord ‘democratie’ samen met het woord ‘Europa’ horen noemen, vind ik dat u de olifant in de kamer, in de Europese kamer, niet bij naam noemt. Dat is een instrument met een zeer lage democratische legitimiteit. Dat is een ernstiger probleem, meen ik, dan hetgeen hier vandaag voorligt.
Goede collega's, jonge mensen moet je meenemen, moet je begeleiden en moet je alsmaar meer ruimte geven om te doen waar zij fundamenteel recht op hebben. Dat is mee vorm geven aan hun directe omgeving en aan een steeds verder uitdijende omgeving.
Als ik het even bij wijze van afsluiting mag zeggen: ook wij hebben verantwoordelijkheid te nemen. Het klinkt als een politieke uithaal, maar ik meen het. Wanneer wij allemaal zoveel belangstelling hebben voor de toekomst van de jonge mensen – ik ben blij dat de staatssecretaris hier is – dan denk ik aan ons begrotingstekort. Dat is waar zij morgen mee geconfronteerd zullen worden. Dat is wat in de toekomst hun ruimte om zelf beslissingen te nemen zal beperken. Die verantwoordelijkheid moeten we opnemen. Daar zullen we hen een veel groter plezier mee doen dan met dit voorstel, waar wij tegen zullen stemmen. Ik zal er echter mijn slaap niet voor laten. Ik denk dat dit geen enkel probleem oplost, maar evenmin dat er iets verschrikkelijks door gebeurt.
15.25 Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Twee elementen, heel kort. Ik vind het namelijk belangrijk dat het debat op een positieve noot eindigt, waarvoor de tussenkomst van de heer De Roover niet helemaal in aanmerking komt.
Eerst en vooral, ik wil geen tweedracht zaaien in uw fractie, maar ik nodig collega Loones, voormalig europarlementslid, uit om te reflecteren op uw uiteenzetting. Het is een debat op zich, er zijn nog allerlei stappen te zetten om Europa verder te democratiseren. Ik sta wel honderd procent achter het punt dat ik net op de tribune heb gemaakt. Het Europees Parlement is zeer democratisch, veel minder voorspelbaar, veel minder vooringenomen en functioneert veel meer parlementair dan het onze. Er wordt over heel veel belangrijke dingen in de concrete leefomgeving van de mensen beslist.
De eurosceptische insteek van uw betoog heeft mij enigszins verbaasd. Ik herinner mij de N-VA van een tiental jaren geleden, in 2009, de N-VA van Frieda Brepoels. Toen waren er consequent twee vlaggen bij elke persconferentie, de Vlaamse en de Europese. Die tweede lijkt de laatste tijd steeds meer te sneuvelen. Als u denkt alles met die ene vlag op te lossen, zult u nog serieus uit de pijp mogen komen, zeker als ik kijk naar het functioneren van de huidige Vlaamse regering. Maar dat is een ander debat.
Die eurosceptische toon van uw tussenkomst verbaast mij. Ik denk dat de groenen, de Vlaams-nationalisten en heel veel fracties aan één zeel zouden kunnen trekken en de jonge mensen zouden kunnen vertellen dat de Europese democratie ertoe doet. Die heeft imperfecties, maar het heeft betekenis om zich daarover uit te spreken. Dan kan men aan dezelfde jongen mensen ook zeggen, mijnheer De Roover, dat een stem uitbrengen niet hetzelfde is als een dictaat uitspreken. Dat was ook mijn feedback op de tussenkomst van de heer Boukili. Dat is namelijk essentieel in een democratie. Het is een druppel in de oceaan die een beetje verwatert. Dat verwatert in een federaal Parlement, dat verwatert in een Vlaams Parlement en dat verwatert uiteraard ook in een Europees Parlement.
Dat brengt mij bij mijn tweede punt, mijnheer De Roover. Dit voorstel geeft ons de kans om over alle imperfecties van onze democratie echt met jonge mensen in gesprek te gaan, om hen niet te beloven dat plots alles veranderd is, want zo werkt politiek niet, zo werkt een democratie niet. Dit voorstel is een kans om in die klasse waarover u het hebt te spreken over de complexiteit van politieke structuren, van onze meningsverschillen, van een Europese constructie.
Er gebeurt al zoveel in de scholen, dat zegt u zelf. Wat zal er met dit voorstel dan gebeuren, denkt u? Nog veel meer. Daarvan ben ik overtuigd. In 2024 zal dit voorstel een megafoon zijn, een turbo voor alle initiatieven die nu al in het onderwijs gebeuren. Dan gaat het niet meer over het behalen van de eindtermen, maar over naar het kieshokje gaan.
Ik zal u vertellen wat wij in Mechelen gaan doen. Wij zullen alle scholen uitnodigen in het Europees Parlement. Ik hoop dat ze daar met alle kleuren kunnen kennismaken en hun eigen mening kunnen vormen. We gaan mensen de kans geven om zich te registreren, niet in het Huis van de Mechelaar na de schooluren, maar in hun school zelf. Dat zullen wij doen. De initiatieven die u destijds nam in de scholen kunnen zo nog aan kracht en betekenis winnen.
Dat brengt mij bij een derde punt. U vraagt welk probleem dit oplost. Wel, het kan niet veel kwaad doen. Dat is al veel. Ik wil dat criterium eens toepassen op wetgeving die wij hier goedkeuren. Het doet geen kwaad en dat is al veel. Ik begrijp uw negativiteit niet. Een echt probleem benoemen kunt u niet, u zegt alleen dat het niet oplossing is. Ik vind trouwens ook dat men veel meer andere dingen moet doen. Er wordt hiermee echter geen enkel probleem gecreëerd, integendeel. Mijnheer De Roover, als u erin slaagt om tien mensen te overtuigen om hier gebruik van te maken en de heer Verherstraeten doet dat ook en iedereen hier doet dat, dan is dat toch democratische winst? Dat is iets prachtigs. Als wij erin slagen om mensen niet alleen te overtuigen om voor onze partij te stemmen maar ook om zich te registreren, dan hebben wij toch iets gedaan wat betekenisvol is? Dan hebben wij geen probleem gecreëerd, maar toch een begin van de oplossing.
Collega De Roover en de N-VA, traditioneel bent u toch meer pro-Europees dan blijkt uit uw tussenkomst en wil u aan de kant van de democraten en de politieke vernieuwing staan. Ik hoop dus echt dat u er nog eens goed over nadenkt. Het zou namelijk heel fijn zijn als we deze stap unaniem kunnen zetten. Het is geen perfecte oplossing, maar wel een stap vooruit en dat is in de politiek al heel wat.
15.26 Sander Loones (N-VA): Kristof, ik wil u nog een tweede kans geven om nog wat positiever te eindigen. Ik wil namelijk een aantal opmerkingen maken over uw laatste repliek op wat Peter daarnet beargumenteerde.
Het valt mij op dat er niet alleen een afstand is tussen jongeren en de Europese politiek en de werking van het Europees Parlement, maar dat die afstand zo mogelijk nog groter is tussen deze Kamer en het Europees Parlement. De kennis die hier in dit Parlement wordt gespuid over wat er op Europees niveau beslist wordt en hoe die besluitvorming werkt, staat mijlenver van de realiteit. Ik maak mij daar grote zorgen over en ik denk vele collega's met mij. Daar worden inderdaad grote, belangrijke debatten gevoerd die meteen een impact hebben op honderden miljoenen mensen. Het is dus belangrijk dat dit goed gebeurt.
Daarnaast is dit land binnen afzienbare tijd voorzitter van de Europese Unie. Als ik dan kijk naar de kennis die hier aanwezig is over hoe er daar aan politiek wordt gedaan, maak ik mij effectief grote zorgen.
Hoe wordt daar aan besluitvorming gedaan en hoe komen die wetten tot stand? Kristof, het is niet het Europees Parlement dat die wetten in zijn eentje goedkeurt. Het Europees Parlement heeft zelfs geen initiatiefrecht om wetsvoorstellen te formuleren. De Europese Commissie doet dat en zou dat eigenlijk op een neutrale manier moeten doen, als administratie. Ze doet echter meer en meer aan politiek, waardoor zij niet meer de olie in het raderwerk is maar een deel van het probleem wordt in de Europese consensusvorming, waar ze eigenlijk de neutrale positie zou moeten innemen. De Europese Raad slaagt er niet meer in om echt visibel beslissingen te nemen. Misschien is dat zo omdat ze nu een voorzitter hebben die minder deskundig is wat de compromisvorming betreft dan de vorige. Ik zie collega Verherstraeten hier naast mij zitten.
Mijn punt is dat er iets grondig fout zit in de Europese besluitvorming. Dat heeft Peter ook beargumenteerd. Er zit echt ook iets grondig fout in de manier waarop wij naar de Europese besluitvorming kijken.
Mevrouw de voorzitster, ik heb het tijdens de Conferentie van voorzitters gezegd, maar ik wil het hier ook publiek herhalen: we hebben nog veel werk als we dat Europees voorzitterschap echt goed willen opnemen. Zoals het er nu naar uitziet, zal het echter beschamend zijn en zal dit Huis slechts een ontvangstruimte zijn voor een aantal evenementen.
De N-VA-fractie zal zelf voorstellen indienen om dit serieuzer te kunnen aanpakken, zodat het Parlement hier niet alleen een symbolisch stemrecht kan geven maar we ook zelf duidelijk kunnen maken dat wij respectvol met dat Europees debat kunnen omspringen, dat wij verantwoordelijkheid willen nemen en met kennis van zaken posities willen innemen. Hopelijk zal er ook dan unanimiteit zijn in deze Kamer.
Aangezien de heer Verherstraeten hier naast mij zit, moest ik even denken aan de bevoegde minister, mevrouw Verlinden. Het volgende punt is momenteel slechts zijdelings aan bod gekomen in dit debat. Ik begrijp namelijk echt niet waarom dit per se nu moet gebeuren. In al uw betogen meldt u dat we respect moeten hebben voor de jongeren en het regeerakkoord. Dit zou een eerste stap zijn die we zetten, maar het is een ruimer kader van maatregelen om te enthousiasmeren voor politieke vernieuwing, om daar meer energie in te steken en dat serieuzer te nemen.
Wel, op dit eigenste moment loopt uw grote burgerbevraging. De lancering ervan kostte 2,1 miljoen euro. In die burgerbevraging staan vragen over hoe we de verkiezingen organiseren en over hoe we ervoor kunnen zorgen dat er meer mensen gaan stemmen. Er wordt gevraagd of stemmen verplicht moet blijven of niet en welke andere initiatieven er genomen kunnen worden. Ik ben even gaan kijken naar de reacties en moest vaststellen dat uw burgerbevraging niet bepaald een groot succes is. Verschillende mensen geven in de ideeënbox wel aan dat er naar de kiesleeftijd moet worden gekeken. Sommige mensen willen die verlagen, anderen willen die op 18 jaar houden.
U komt hier met een verhaal over respect voor jongeren en voor het gegeven woord. U hebt echter zelfs geen minimum aan respect voor de bevoegde ministers aan wie werd gevraagd om deze burgerbevraging op poten te zetten en te begeleiden. U durft immers zelfs niet te wachten op wat de burgers daarover zeggen. U hebt in de commissie zelfs zeer expliciet gezegd dat de mensen daar niet over mogen spreken, dat u niet geïnteresseerd bent in de meningen en de burgerbevraging over de verlaging van de kiesleeftijd, omdat het al beslist is in het regeerakkoord. U wil niet dat de burgerbevraging een petitie wordt over het regeerakkoord. U vraagt de mening van de mensen, maar niet over alles. Als ze hun mening geven, zal u die toch enkel respecteren op de punten waarvan u vindt dat ze gerespecteerd moeten worden.
Hoe kunt u hier komen aanzetten met een groot verhaal over respect, politieke betrokkenheid en democratie als u zelf niet de beleefdheid hebt om dit na 5 juni ter stemming voor te leggen? Dan zal de burgerbevraging immers beëindigd zijn en zult u kunnen hebben kennisgenomen van wat de mensen zelf zeggen en of zij willen dat die leeftijd wordt verlaagd of niet. Zelfs dat respect is hier vandaag blijkbaar niet te vinden bij de meerderheid.
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion générale est close.
De algemene bespreking is gesloten.
Discussion des
articles
Nous passons à la discussion des articles. Le
texte adopté par la commission sert de base à la discussion. (Rgt 85, 4) (2373/5)
Wij vatten de bespreking van de artikelen
aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2373/5)
L’intitulé en
néerlandais a été modifié par la commission en "wetsvoorstel tot wijziging
van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het
Europees Parlement, teneinde de burgers vanaf de leeftijd van 16 jaar de
mogelijkheid te geven om te stemmen".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, teneinde de burgers vanaf de leeftijd van 16 jaar de mogelijkheid te geven om te stemmen".
La proposition de loi compte 16 articles.
Het wetsvoorstel telt 16 artikelen.
Aucun amendement
n'a été déposé.
Er werden geen amendementen ingediend.
Les articles 1 à 16 sont adoptés article par article.
De artikelen 1 tot 16 worden artikel per artikel aangenomen.
La discussion des articles est close. Le vote sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over het geheel zal later plaatsvinden.
Proposition
déposée par:
Voorstel ingediend door:
Marianne
Verhaert, Goedele Liekens, Christophe Lacroix, Kattrin Jadin, Séverine
de Laveleye, Els Van Hoof, Vicky Reynaert, Wouter De Vriendt,
Michel De Maegd.
Discussion
Le texte adopté par la commission sert de base
à la discussion. (Rgt 85, 4) (2672/4)
De door de commissie aangenomen tekst geldt
als basis voor de bespreking. (Rgt 85, 4) (2672/4)
L'intitulé a été modifié par la commission en "proposition de résolution relative à la poursuite d’une enquête pénale internationale sur les actes de violence sexuelle commis dans le cadre du conflit armé en Ukraine et à l’application de la résolution 1325 du Conseil de sécurité de l’ONU, intitulée "Femmes, Paix et Sécurité".
Het opschrift werd door de commissie gewijzigd in "voorstel van resolutie betreffende de voortzetting van een internationaal strafrechtelijk onderzoek naar het seksueel geweld in het gewapend conflict in Oekraïne en de toepassing van VN-Veiligheidsraad resolutie 1325 getiteld "Vrouwen, Vrede en Veiligheid".
La discussion est ouverte.
De bespreking is
geopend.
Président: Séverine de Laveleye, vice-présidente.
Voorzitter: Séverine de Laveleye, ondervoorzitster.
16.01 Annick Ponthier, rapporteur: Mevrouw de voorzitster, collega's, het voorstel van resolutie over de instelling van een internationaal strafrechtelijk onderzoek naar het seksueel geweld in de oorlog in Oekraïne verkreeg twee weken geleden in de plenaire vergadering urgentie en alzo vond vorige week de bespreking plaats in de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen.
Mevrouw Verhaert van de Open Vld-fractie, lichtte als hoofdindiener het voorstel toe. Alsmaar luider en vaker klinken er afschuwelijke getuigenissen van seksueel geweld in Oekraïne. Die verhalen grijpen ons uiteraard allen aan. Mevrouw Verhaert verwees onder meer naar de horrorbeelden van Boetsja en de gebeurtenissen in Irpin.
Mevrouw Verhaert zegt dat het van belang is om van meet af aan bewijsmateriaal te bezorgen en getuigenissen te documenteren en stelt dat slachtoffers in geen geval in de kou mogen blijven staan. Zij drong erop aan dat België het voorbeeld zou volgen van het Verenigd Koninkrijk, dat het Internationaal Strafhof daarin zal ondersteunen. Immers, hoe langer het onderzoek naar de misdaden van seksueel geweld uitblijft, zo zegt mevrouw Verhaert, des te moeilijker wordt het om bewijsstukken te verzamelen. Iedereen die zich schuldig maakt, moet geïdentificeerd, vervolgd en bestraft worden. De cultuur van straffeloosheid moet aangepakt worden. Volgens de hoofdindiener moet België daaraan bijdragen. Verkrachting is het oudste en het goedkoopste oorlogswapen, aldus nog mevrouw Verhaert. In een gewapend conflict worden verkrachting en andere vormen van seksueel geweld als een wapen van vernedering en vernietiging ingezet. Er zijn wel verdragen over de inzet van biologische en chemische wapens in oorlog, maar niet over seksueel geweld in conflictsituaties.
Er wordt in de politiek daarover weinig gesproken, laat staan initiatieven genomen om het fenomeen een halt toe te roepen, aldus de hoofdindienster van het voorstel van resolutie. Hoewel het niet ontbreekt aan rapporten, is dat veel minder het geval voor veroordelingen. Het mag daarbij niet alleen gaan over het straffen van daders, maar ook over slachtofferondersteuning. De psychologische impact van verkrachting en van seksuele foltering wordt, volgens mevrouw Verhaert, nog altijd onderschat. Zodra een oorlog eindigt – we hopen allemaal dat dat zo snel mogelijk zal zijn –, denkt men al snel aan de heropbouw en worden de onzichtbare wonden van de slachtoffers vergeten.
Tot slot verwijst mevrouw Verhaert naar enkele passages uit het boek Ons lichaam, jullie slagveld, dat haar ertoe heeft aangezet om het voorstel in te dienen. Zij concludeert dat de politici wakker moeten worden geschud en getuigenissen in het boek centraal moeten komen te staan in het traject naar herstel.
In de algemene bespreking geeft mevrouw Safai van de N-VA aan dat haar fractie zonder enige twijfel het voorstel zal steunen.
Mevrouw de Laveleye van de Ecolo-Groenfractie merkt op dat gevallen van seksueel geweld in de geschiedenis vaak onder de radar bleven en slechts beperkt met bewijsstukken werden gestaafd. Ze herinnert eraan dat misdrijven van seksuele aard al in internationale teksten zijn opgenomen en onderstreept dat de Belgische regering dus niet op het voorstel heeft gewacht om in dat verband noodzakelijke stappen te ondernemen. Mevrouw de Laveleye concludeert dat de tekst, aangezien de federale regering in het hele verhaal een doorslaggevende rol kan spelen, de regering daarin zal sterken.
Mevrouw Bonaventure van de PS-fractie spreekt ook haar steun uit voor het voorstel.
Volgens mevrouw Ponthier van de Vlaams Belangfractie heeft iedereen met de ogen de onaanvaardbare misdaden ten gevolge van de oorlog in Oekraïne kunnen vaststellen en argumenteert dat we ervoor moeten zorgen dat de misdaden grondig worden onderzocht, te meer omdat vrouwen in een oorlogssituatie bijzonder kwetsbaar zijn, misschien nog meer dan andere burgers. De Vlaams Belangfractie zal het voorstel dan ook steunen.
Mevrouw Jadin van de MR-fractie zegt dat de oorlog in Oekraïne ons niet alleen confronteert met herhaalde mensenrechtenschendingen, maar ook met geweld specifiek gericht tegen vrouwen en kinderen als oorlogswapen. Zij acht het dan ook essentieel dat dat zo krachtig mogelijk wordt veroordeeld en dat men zichzelf de instrumenten geeft om die misdaden tegen te gaan, zoals onderhavig voorstel van resolutie.
De heer De Maegd van de MR-fractie zegt dat seksueel geweld op veel plaatsen ter wereld een echt oorlogswapen is, onder andere in Oost-Congo, en dat dergelijke oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid met vaak onherstelbare psychologische en fysieke gevolgen voor de slachtoffers nu ook in Oekraïne plaatsvinden. Het is volgens hem van groot belang om de slachtoffers te steunen en om de verantwoordelijken strafrechtelijk te vervolgen. De heer De Maegd is dan ook van oordeel dat het voorstel een krachtig signaal zou moeten geven aan de agressors in Oekraïne.
De heer De Vuyst van de PVDA-PTB-fractie verwees naar de processen van Neurenberg na de Tweede Wereldoorlog waarin oorlog werd erkend als de grootste misdaad tegen de menselijkheid. Dat die misdaden worden begaan, is niets nieuws volgens collega De Vuyst en in die zin is het erg positief dat het voorstel tot stand komt en een solide rechtskader krijgt zodat de verantwoordelijken kunnen worden gestraft en de slachtoffers kunnen worden gesteund.
Voorzitter: Eliane Tillieux, voorzitster.
Président:
Eliane Tillieux, présidente.
Het lid wijst er niettemin op dat gezien de context de focus vooral ligt op de Oekraïense ontheemden, maar dat er tegelijkertijd ook misdaden in veel andere regio's gebeuren over de hele wereld. Hij dient ter zake dan ook een amendement in, dat die formulering sterkt.
Mevrouw Reynaert van de Vooruitfractie bevestigt dat verkrachtingen inderdaad ook vaak als oorlogswapen worden gebruikt. Zij acht het dan ook van het hoogste belang dat die misdaden worden veroordeeld, onderzocht en vervolgd. Zij haalt daarbij nog aan dat de toegang tot voorbehoedsmiddelen beperkt is, dat het risico van seksueel overdraagbare aandoeningen is toegenomen tijdens de oorlogsperiode, dat er een tekort is aan levensbelangrijke geneesmiddelen voor hiv-patiënten, dat het aantal risicozwangerschappen en -bevallingen stijgt, dat de rechten van de lgbtqia+-gemeenschap onder druk komen te staan en dat het aantal risicovolle abortussen in stijgende lijn gaat.
Mevrouw Van Hoof, ten slotte, stelt dat de beschikbare cijfers slechts een deel van de feiten betreffen en dat het van belang is de oorlogsmisdaden te bekampen. Zij wijst er bovendien op dat de betrokken vrouwen en meisjes doorgaans weinig en te weinig worden betrokken bij het zoeken van oplossingen en bij de conflicten, terwijl deelname van die groep aan de onderhandelingen natuurlijk net een deel van de oplossing zou kunnen bieden. Uit die ervaring blijkt immers dat gevoerde onderhandelingen en vredesakkoorden meer kans maken, om tot een duurzaam succes uit te groeien.
Vervolgens werden een aantal amendementen ingediend, vooral door mevrouw Verhaert, die het voorstel van resolutie moeten versterken. Ze bevatten een aantal verwijzingen naar internationale resoluties en overeenkomsten. Zij verwijst ook naar de Murad Code, een wereldwijde gedragscode die seksueel geweld in conflicten wenst aan te pakken. Zij hecht veel belang aan de vraag dat die code, net als de andere amendementen, wordt toegevoegd.
In de commissie werd, ten slotte, de stemming gehouden. Het voorstel van resolutie werd unaniem goedgekeurd. Er waren geen tegenstemmen en geen onthoudingen.
16.02 Darya Safai (N-VA): Mevrouw de voorzitster, de berichten van systematisch en geïnstitutionaliseerd geweld tegen de burgerbevolking die wij uit Oekraïne krijgen, zijn alarmerend en druisen direct in tegen de internationale verdragen waar alle strijdende partijen in het conflict aan moeten gehoorzamen. Het gebruik van verkrachting als wapen tegen vooral de vrouwelijke bevolking, maar ook tegen kinderen en mannen, is bijzonder verontrustend. Niet enkel zal de burgerbevolking hiervan het slachtoffer worden, vrouwen vervullen ook een niet onaanzienlijke rol in de verdediging van het land in zowel gevechts- als ondersteunende rollen.
Zo'n 15 % van de Oekraïense strijdkrachten zou op dit moment uit vrouwen bestaan, wat er ook toe leidde dat vrouwen krijgsgevangen werden genomen. Ook hier zijn er berichten dat zij gemarteld en vernederd werden en dat zij onderworpen werden aan seksueel geweld. Dat het Russische leger verkrachting gebruikt als een van zijn oorlogswapens tegen de bevolking van Oekraïne is meer dan duidelijk. Enkel de schaal en de mogelijkheden van de internationale gemeenschap om dit te bestrijden zijn onduidelijk.
Wij steunen dus volwaardig dit voorstel van resolutie, maar wij hebben wel enkele bedenkingen bij het verder invoeren van nieuwe internationale instrumenten om verkrachting in postconflictsituaties te bestrijden. Een belangrijk luik in deze resolutie zal dan ook moeten zijn wat de Belgische bijdrage kan of moet zijn aan de daadwerkelijke bestrijding van wat wij nu zien gebeuren in Oekraïne.
16.03 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Madame la présidente, je voudrais tout d'abord remercier Mme Verhaert d'avoir mis le sujet des violences sexuelles en Ukraine sur la table du Parlement. En effet, les violences sexuelles en général, et spécifiquement en temps de guerre, sont des crimes qui sont très anciens, souvent systématiques, trop souvent tus et beaucoup trop souvent frappés d'impunité mais pourtant abjects et qui détruisent les victimes au moins autant que les bombes.
Voir notre Parlement dénoncer ces faits et appeler tous les niveaux de pouvoir ainsi que la Cour pénale internationale à avoir une attention spécifique sur ces crimes est non seulement pertinent mais aussi nécessaire. Bien sûr, le gouvernement fédéral n'a pas attendu nos travaux parlementaires pour avancer et j'ai envie de dire heureusement! La Belgique fait partie des pays qui ont déposé une requête demandant au procureur de la Cour pénale internationale d'enquêter sur la situation en Ukraine. Notre gouvernement n'a pas juste demandé de le faire. Il a aussi donné les moyens pour mener cette enquête en allouant une contribution volontaire de 500 000 euros au Fonds d'affectation spéciale de la Cour pénale internationale.
Ceci étant, cette résolution nous permet, en tant que Parlement, de rappeler la nécessité d'avoir une attention particulière sur ce type de violence qui touche principalement les femmes mais aussi, de plus en plus, les enfants et les hommes.
À ce titre, notre groupe est heureux d'avoir pu cosigner ce texte mais surtout de pouvoir le voter ce soir et, par-là, soutenir les efforts des différentes parties prenantes pour mettre fin à ces crimes et pour poursuivre ceux qui les ont commis. Madame Verhaert, je vous remercie encore d'avoir permis ce débat.
16.04 Christophe Lacroix (PS): Madame la présidente, tout comme ma collègue, je veux remercier la collègue Verhaert qui est à l'initiative de cette importante résolution. En effet, chers collègues, il est devenu clair que le nombre de violences sexuelles et de viols perpétrés par les Russes à l'égard de femmes ukrainiennes est de plus en plus documenté. Les informations sur les difficultés rencontrées par les réfugiés et les déplacés internes ukrainiens en matière d'accès à des soins de santé sexuelle et reproductive en Ukraine et dans les pays limitrophes et de transit dans lesquels ils se trouvent sont très inquiétantes.
En effet, le Haut Commissariat des Nations Unies pour les réfugiés estime que, depuis le 24 février, ce sont plusieurs millions d'Ukrainiens qui ont fui leur pays. Plus de 7 millions d'Ukrainiens sont déplacés à l'intérieur de leur pays et beaucoup d'entre eux se trouvent toujours dans des zones frappées par les combats. La guerre exerce une forte pression sur les soins de santé ukrainiens. Ces personnes risquent donc de subir des violences sexuelles, des grossesses non planifiées, ainsi que des grossesses et des accouchements à risque. Les défis sont également énormes pour les personnes LGBTQIA+ en fuite, notamment dans les pays où elles se retrouvent ensuite tels que la Hongrie et la Pologne qui stigmatisent et criminalisent les minorités sexuelles.
Vous comprendrez donc pourquoi j'ai cosigné ce
texte que je trouve essentiel. Il a également un mérite très fort, celui de
remettre en avant la notion de viol comme arme de guerre, sujet éminemment
préoccupant que mon groupe défend par ailleurs depuis longtemps et qui fait
l'objet d'une proposition de résolution que je porte sur ce sujet pour les
femmes en RDC et plus particulièrement dans les Nord et Sud-Kivu, régions en
proie à des conflits armés depuis près de 30 ans. La guerre en Ukraine ne
doit évidemment pas nous faire oublier les atrocités qui se passent ailleurs
dans le monde et dont nous devons, toutes et tous, continuer à nous préoccuper.
Je vous remercie.
16.05 Annick Ponthier (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, wij hebben in de gruwelijke oorlog in Oekraïne reeds veel verschrikkelijke zaken gezien, namelijk hele dorpen die worden platgegooid, massa-executies van burgers en bombardementen. Wij mogen echter gerust ook stilstaan bij de gruwel die vrouwen in Oekraïne en andere conflictgebieden vandaag moeten doorstaan. Tijdens oorlogssituaties zijn vrouwen en kinderen steeds de eerste slachtoffers. Zij zijn nu eenmaal fysiek kwetsbaarder en hiervan wordt gretig gebruikgemaakt door agressors. Een oorlog maakt nu eenmaal het slechtste in de mensen los.
Voorbeelden van het kwaad dat vrouwen te beurt valt, zijn natuurlijk de massale verkrachtingen in steden als Boetsja en Charkov. Russische militairen en huurlingen lopen gefrustreerd rond door de militaire verliezen die ze lijden. Zij werken hun frustraties op beestachtige wijze af op Oekraïense vrouwen. Er is voor dat seksuele geweld geen enkele rechtvaardiging.
Het vindt niet alleen at random plaats, omdat soldaten gefrustreerd zijn, het is ook een welbewust strategisch oorlogswapen dat door bezetters wordt gebruikt, ook in Oekraïne. Hiervoor moet internationaal veel meer aandacht komen. Wij scharen ons daar ook volledig achter. Verkrachting als oorlogswapen is geen ondergeschikte misdaad, dat is psychologische en fysieke terreur, met een bredere impact dan alleen op het individu dat slachtoffer is.
Het is nu tijd voor actie, voor al die vrouwen die slachtoffer worden van een wapen dat even verboden hoort te zijn als chemische of biologische wapens, namelijk het verkrachtingswapen. Dat wij dit verankeren in het internationaal strafrecht als autonome misdaad, spreekt bijna voor zich. Er moet een multilateraal juridisch bindend kader komen om seksueel geweld in oorlogsgebieden te voorkomen en te bestrijden.
In dat verband zijn er de door mevrouw Verhaert ingediende amendementen. Onder andere de voorgestelde Murad Code van Nobelprijswinnares Nadia Murad kan interessant zijn als richtlijn. In de commissie kende ik de exacte inhoud van die Murad Code nog niet. Ik heb daarover extra uitleg gevraagd aan mevrouw Verhaert. Zij moest mij op dat moment het concrete antwoord schuldig blijven.
Mevrouw Verhaert, u gaf toen aan dat u alle commissieleden daarover nog zou inlichten. Wij wachten nog steeds op de nota die u ons zou bezorgen. Ik hoop dat die heel snel bezorgd kan worden.
Voorts moeten we slachtoffers van seksueel geweld, die bij ons worden opgevangen en in de conflictgebieden zelf, ook van de nodige medische en psychologische bijstand voorzien. Hulp op maat dus, aangepast aan hun specifieke situatie.
Het is ook dringend tijd voor een onafhankelijk VN-onderzoek naar seksuele misdaden in Oekraïne. Ook het Internationaal Strafhof moet een rol spelen om daders op te volgen, te vervolgen en te bestraffen.
Collega's, wij zullen dit voorstel dan ook volmondig steunen.
16.06 Kattrin Jadin (MR): Madame la présidente, chers collègues, je tiens également à remercier Marianne Verhaert qui a pris l'initiative de déposer cette proposition de résolution.
Comme on a pu l'entendre à l'occasion des différentes interventions, cette problématique doit malheureusement encore être mise en exergue. Le viol comme arme de guerre est particulièrement violent et indigne. Nous nous devons, tel que cela a été rappelé en commission et encore cet après-midi en séance plénière, de nous doter d'un cadre juridique qui permette une poursuite au niveau international, qui permette également de faire preuve d'une très grande fermeté à l'égard de ces viols perpétrés dans ces régions en guerre.
On a parlé de Nadia Murad que j'ai eu l'occasion d'inviter à participer à un colloque dans le cadre duquel elle a pu nous faire part des expériences vécues par les minorités yézidies notamment victimes de l'État islamique. Rien qu'à y penser, madame la présidente, cela nous donne la chair de poule. Nous ne pouvons qu'être solidaires de toutes ces femmes, de tous ces enfants qui subissent ces atrocités dans des régions en guerre, en particulier en Ukraine.
J'espère qu'au travers de cette résolution que mon groupe soutiendra, bien évidemment, vigoureusement, nous pourrons aussi apporter notre petite pierre à l'édifice pour que ces atrocités soient non seulement reconnues comme crimes sur le plan international, mais aussi et surtout pour qu'elles fassent l'objet de poursuites et qu'elles soient sévèrement punies.
16.07 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, à mon tour, je veux associer ma voix à ce texte qui appelle à une enquête contre ces crimes sexuels, ce crime de guerre qu'est le viol. Comme indiqué dans le texte, il s'agit d'un des crimes de guerre les plus anciens, et qui est toujours utilisé aujourd'hui, au XXIe siècle, de manière aussi atroce. Un crime qui nous rappelle, une fois de plus, que ceux qui paient le prix le plus cher de la guerre restent les populations et, en l'occurrence, les femmes et les enfants. Mon groupe va bien entendu soutenir ce texte, car il s'agit d'une question à prendre très au sérieux, afin que les coupables de ces crimes soient sévèrement punis.
Je profite de cette discussion pour redéposer un amendement que j'avais déposé en commission. Je pense que, dans un moment d'inattention de mes collègues en commission, cet amendement n'a pas obtenu la majorité pour être adopté, de sorte que je le redépose aujourd'hui. En effet, avec mon groupe, nous ne voyons aucune raison de limiter, dans la demande n°4, aux seuls rapatriés ukrainiens ce soutien psychologique et cette assistance médicale nécessaires au cas où il s'avérerait que des personnes ont été victimes de violences sexuelles et au cas où il serait nécessaire de prendre pour ces personnes des mesures afin que ces témoignages soient soigneusement documentés et qu'ils puissent être transmis aux instances internationales compétentes.
Il n'y a aucune raison de ne pas offrir
également cette aide et ce soutien aux réfugiés de conflits en Afghanistan, en
Syrie, en Irak, en Somalie, en Éthiopie, au Yémen, au Congo ou au Rwanda, des
réfugiés qui sont également présents sur notre territoire, ici en Belgique. En
effet, si on considère que cette arme de guerre est si atroce qu'il faut agir
et punir les coupables et apporter un soutien aux victimes, je pense que toutes
les victimes de viol en cas de guerre mériteraient ce soutien-là.
C'est une rectification dans ce texte pour ne pas faire de distinction entre les victimes et les réfugiés de guerre. Tous les réfugiés qui se trouvent en Belgique et qui ont subi ces atrocités doivent être traités de la même manière et doivent également pouvoir bénéficier de ce soutien psychologique si important.
16.08 Marianne Verhaert (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, ons bereiken inderdaad afschuwelijke getuigenissen van seksueel geweld in Oekraïne. Het werd reeds aangehaald, de verhalen gaan door merg en been. In Irpin getuigde een 17-jarig meisje hoe haar moeder en haar 15-jarig zusje door Russische soldaten werden verkracht en daarna vermoord. Ze hadden haar in leven gelaten – ze was te lelijk – opdat ze kon vertellen welke gruweldaden zich daar hadden afgespeeld. Dit is één van de vele berichten over seksueel geweld door Russische troepen en huurlingen. De Mukwege Foundation rapporteerde al meer dan 400 gevallen van seksueel geweld en dat is nog maar het topje van de ijsberg.
De Oekraïense autoriteiten zouden momenteel een tiental actieve verkrachtingsonderzoeken voeren. Onderzoek toont aan dat niet enkel meisjes en vrouwen slachtoffer zijn van seksueel geweld, maar ook jongens en mannen. De Oekraïense minister van Binnenlandse Zaken heeft aangegeven dat het onderzoek bijzonder moeilijk verloopt. Veel slachtoffers zijn te getraumatiseerd en durven niet spreken. Het is duidelijk dat de Oekraïense onderzoekers hulp nodig hebben en dat er psychologische ondersteuning moet komen. Veel te veel slachtoffers zwijgen over het seksueel misbruik. Veel te veel slachtoffers dragen dit trauma alleen, het trauma van een leven lang blijven sterven vanbinnen. Veel te veel slachtoffers beslissen dan ook om over te gaan tot stil lijden.
Met deze resolutie roepen wij de federale regering dan ook op om bij het Internationaal Strafhof (ICC) te pleiten voor een diepgaand en onafhankelijk onderzoek naar de misdaden van seksueel geweld. Speciale eenheden met experten moeten hiervoor worden samengesteld en naar Oekraïne worden gestuurd. Ons land moet ondersteunen waar het kan.
Het is belangrijk om vanaf het begin bewijsmateriaal te verzamelen en getuigenissen te documenteren. We mogen de slachtoffers absoluut niet in de kou laten staan. Het Verenigd Koninkrijk gaat het Internationaal Strafhof hierin ondersteunen en ook ons land moet dit doen. Hoe langer het duurt om het onderzoek naar die misdaden van seksueel geweld op te starten, hoe moeilijker het wordt om bewijzen te verzamelen. De soldaten en huurlingen die zich hieraan schuldig maken, moeten geïdentificeerd, vervolgd en bestraft worden. Die cultuur van straffeloosheid rond seksueel geweld moet definitief worden doorbroken, want verkrachting is het oudste en goedkoopste oorlogswapen.
In een gewapend conflict worden verkrachting en andere vormen van seksueel geweld ingezet als een wapen van vernedering en vernietiging. Landmijnen, biologische en chemische wapens worden door internationale verdragen verboden, maar er bestaat daarentegen geen verdrag voor seksueel geweld in conflict en post-conflictsituaties. In talrijke hedendaagse conflicten zijn burgers, zowel vrouwen als mannen, het slachtoffer van seksueel geweld, overal ter wereld. Van de Republiek Congo tot Tigray, van Colombia tot Myanmar zijn burgers in conflicten het slachtoffer van verkrachting, seksuele slavernij, gedwongen prostitutie, seksuele foltering, seksuele verminking, seksuele vernedering en tal van andere vormen van seksueel geweld. Toch wordt er op politiek niveau bijzonder weinig over gesproken.
Ik weet dat het ICC reeds mensen heeft veroordeeld voor verkrachtingen in oorlogsgebied en ik weet ook dat verkrachtingen expliciet in het Statuut van Rome staan. Ik weet dat het een oorlogsmisdaad kan zijn, dat het een misdaad tegen de menselijkheid kan zijn en dat het zelfs een element kan zijn in een genocidaal proces. Wat mooi is op papier, is dat niet altijd in de praktijk. Ik besef heel goed dat het in gewapende conflicten bijzonder moeilijk is om daders te identificeren en op te sporen. Het gaat echter niet alleen over het straffen van daders, het gaat ook over de ondersteuning van slachtoffers. Daarom vragen wij aan de federale regering om werk te maken van een verdrag omtrent seksueel geweld als wapen in gewapende conflicten.
Het is belangrijk de daders te straffen, maar het is even belangrijk de slachtoffers medisch en psychologisch te ondersteunen. Slachtoffers van verkrachting hebben vaak te lijden onder stigmatisering en sociaal isolement. Zij worden zelfs verstoten door de gemeenschap of in de steek gelaten door hun familie. Zij hebben bescherming nodig. Immers, zelfs nadat de oorlog voorbij is, blijven er vaak nog verkrachtingen plaatsvinden. Veel slachtoffers worden gewoonweg vergeten en aan hun lot overgelaten, omdat onvoldoende wordt ingezet op re-integratie. Dat zien wij vandaag nog steeds in Rwanda, in Bosnië en in Syrië.
De psychologische impact van verkrachtingen en seksuele folteringen wordt nog steeds onderschat. De onzichtbare wonden van vele slachtoffers worden vergeten. Verkrachting is een vorm van psychologische terreur en moord. Seksueel geweld in conflict- en postconflictsituaties is geen collateral damage. Het is een doelgerichte strategie, om de tegenstander zowel moreel als fysisch te vernederen en te vernielen. Het gaat zelfs verder. Het is een strategie die mensen, zowel meisjes en vrouwen als jongens en mannen, zodanig beschadigt dat zij niet meer in staat zijn om mentaal en fysiek nog een volgende generatie op de wereld te zetten.
Er moet internationaal een mindshift komen. Slachtoffers van misdaden van seksueel geweld moeten centraal komen te staan, ook in het internationaal humanitair recht en ook in het internationaal strafrecht. Daarom vraagt de voorliggende resolutie de regering ook om de nieuwe Murad Code te onderschrijven.
Mevrouw Ponthier is hier niet meer aanwezig, maar zij overviel mij in de commissie. De Murad Code is, zoals ik ook in de commissie heb geantwoord, een gedragscode waarin staten zich engageren om meer actie te ondernemen tegen seksueel geweld in gewapende conflicten. Ze bevat onder andere een aantal hoofdcomponenten, namelijk een wereldwijde gedragscode voor zij die informatie verzamelen van overlevenden van systematisch en conflictgerelateerd geweld. Bovendien is er ook een praktische leidraad, waarin tien beginselen zijn opgenomen voor die gedragscode. Bijkomend is er ook een overlevendenhandvest, zijnde een document met perspectieven voor overlevenden.
Tot slot, is er ook een gids nodig voor nabestaanden, zodat zij beter weten welke hun rechten zijn. In de commissievergadering werd, via het commissiesecretariaat, aan alle commissieleden de link bezorgd, zodat iedereen de uitgebreide informatie kan terugvinden.
Collega's, de rode draad bij de code heb ik ook uitgebreid toegelicht tijdens de algemene bespreking van de tekst. Het doel van de gedragscode is om de rechten van de slachtoffers, de overlevenden van seksueel geweld, centraal te stellen. Zo stelt de gedragscode voor dat staten beter samenwerken op vlak van onderzoek, documentatie en vergaring van bewijzen. Bewijsmateriaal moet op een ethischere, efficiëntere en doeltreffendere wijze worden verzameld om straffeloosheid tegen te gaan. De gedragscode plaatst het slachtoffer en getuigen van misdaden van seksueel geweld in gewapende conflicten centraal. Dat is dan ook de boodschap van het voorstel van resolutie.
Achter de term slachtoffer schuilt een persoon, een gezicht, een naam en een verhaal. Dat wil ik net met de tekst aantonen. Wanneer we telkens opnieuw moeten vaststellen hoe slachtoffers van misdaden van seksueel geweld aan hun lot worden overgelaten, dan kunnen we niet anders dan concluderen dat de politieke wereld dringend wakker wordt geschud. Ik hoop dan ook oprecht dat mijn voorstel vandaag de steun krijgt van alle politieke fracties en dus unaniem wordt goedgekeurd.
16.09 Vicky Reynaert (Vooruit): Mevrouw de voorzitster, collega's, verkrachting als oorlogswapen is vreselijk en steekt bijna elke oorlog de kop op. Dat is vandaag helaas ook het geval in Oekraïne. De getuigenissen stromen binnen, maar dat is allicht nog maar het topje van de ijsberg. Het is namelijk zeer moeilijk om een juist beeld te krijgen van wat er zich afspeelt in de regio's onder Russische bezetting. Wel is het duidelijk dat Rusland niet alleen een oorlog voert tegen Oekraïne, maar ook een oorlog tegen vrouwen, kinderen en zelfs baby's. Wanneer dat op grote schaal gebeurt, wordt een volledige samenleving ontwricht. Het is dus van het uiterst belang dat zulke misdaden onderzocht, vervolgd en veroordeeld worden door het Internationaal Strafhof. Wij steunen dan ook het voorstel van resolutie. We danken de indienster, mevrouw Verhaert, voor haar initiatief.
Wij hadden daarnaast graag de aandacht gevestigd op het feit dat zeer veel mensen vandaag uit Oekraïne op de vlucht zijn. Ofwel zijn ze hun land ontvlucht, ofwel zijn ze intern op de vlucht. Er is echter slechts een heel beperkte toegang tot voorbehoedsmiddelen. Er is dus een verhoogd risico op seksueel overdraagbare aandoeningen. Er is ook een gebrek aan levensreddende medicatie voor mensen met hiv, een verhoogd risico op onveilige zwangerschappen en bevallingen, een nog grotere toename van gendergerelateerd geweld, druk op rechten van lgbtqi+-personen en ten slotte een verhoogd risico van onveilige abortussen.
Op dat vlak heeft ons land ook een rol te spelen. Het is zeker van belang om te pleiten voor de verlening van medische, psychologische en juridische steun van slachtoffers van seksueel misbruik in Oekraïne. Het is goed dat dat hier in het voorstel van resolutie nogmaals beklemtoond wordt.
16.10 Vanessa Matz (Les Engagés): Madame la présidente, je remercie Mme Verhaert ainsi que l'ensemble des cosignataires pour le dépôt de cette proposition de résolution. Des exactions atroces, traumatisantes, meurtrières ont lieu en Ukraine depuis le début du conflit. Les violences sexuelles sont une arme terrifiante, traumatisante qui blesse les personnes qui en sont victimes dans leur dignité la plus intime. C'est insupportable pour la Communauté internationale. Tout doit être mis en œuvre pour prévenir, lutter et punir ces crimes odieux et lâches.
Les demandes qui sont formulées dans cette résolution sont évidemment extrêmement importantes. La demande de saisine de la Cour pénale internationale, les enquêtes indépendantes, la collecte de données au travers de témoignages, le fait de considérer toutes ces violences comme des crimes autonomes sont des objectifs que nous soutenons activement.
Pour ces raisons, chers collègues, nous apporterons bien sûr notre soutien à cette proposition de résolution qui mentionne aussi notre capacité d'action lors de l'accueil de ces réfugiés, notamment un suivi psychologique et la protection de ces victimes de crimes atroces qui sont souvent très insidieux. Je vous remercie encore pour cette proposition de résolution que nous soutiendrons de manière très forte.
16.11 Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la présidente, chers collègues, à chaque fois qu'une guerre éclate, elle s'accompagne des pires atrocités que l'être humain est capable de commettre, précisément parce que la guerre lui fait perdre toute humanité, qu'il s'agisse de terroriser, blesser, déporter, violer, torturer ou encore de tuer. Ce sont des crimes qui violent le droit humanitaire, à savoir l'ensemble des règles qui tendent à viser à assurer la protection des civils contre les effets néfastes des conflits armés.
Malheureusement, force est de constater que, dans de nombreux conflits et la guerre en Ukraine ne fait pas exception, ces règles sont bafouées.
Comme je l'ai dit, lorsque des conflits armés éclatent, les femmes sont systématiquement violées et violentées, parfois même devant leurs enfants, leur mari ou leur famille. La guerre dépossède les femmes de leur corps et de leur sexualité, allant jusqu'à mutiler leurs organes génitaux. Ces terribles atteintes à l'intégrité physique et psychologique de ces femmes et de ces filles les poussent à fuir leur pays, sous peine d'être les victimes de ce qui pourrait devenir un génocide. On l'a vu en République démocratique du Congo, dans le Tigré, en Colombie, en ex-Yougoslavie ou encore en Birmanie. Ce sont toujours les populations civiles qui sont victimes des viols et qui sont plongées dans la prostitution ou encore dans l'esclavage sexuel.
Aujourd'hui, nous ne pouvons pas accepter qu'après plus de 75 années de paix, l'Europe connaisse à nouveau la guerre et ses atrocités. Plus les jours passent, plus les médias et les ONG révèlent les crimes commis par l'armée russe, et plus les témoignages de victimes de violences sexuelles se succèdent. Ce sont des centaines et des centaines de jeunes femmes qui ont été violées par des soldats russes depuis le début de la guerre en Ukraine. Aucun État ne peut - quel que soit le moment - fermer les yeux sur cette réalité. C'est pourquoi, à l'instar de mes collègues, je tenais à saluer les auteurs de cette proposition de résolution, parce que depuis le début, nous sommes convaincus que ces crimes atroces doivent être poursuivis devant la Cour pénale internationale.
Nous devons répondre à l'appel des Nations Unies qui vise à ouvrir une enquête indépendante sur les viols et les violences sexuelles aujourd'hui commises en Ukraine, mais aussi investir dans la recherche des preuves qui permettront à la justice de faire son travail. Nous devons fournir une assistance médicale, y compris psychologique, à toutes les victimes qui parviennent à rejoindre notre pays. Qu'elles soient victimes de la guerre en Ukraine ou de tout autre conflit armé, raison pour laquelle nous soutiendrons l'amendement du PTB qui vise à élargir le champ d'application de cette proposition de résolution.
Nous devons enfin, et bien évidemment, aider les victimes restées sur place, là où ces atrocités sont perpétrées. C'est également la raison pour laquelle je salue la demande qu'une attention particulière soit accordée à la dimension du genre dans le cadre de l'aide humanitaire offerte à l'Ukraine, en veillant, par exemple, à ce que notre aide humanitaire prête attention à l'accès des femmes et des jeunes filles ukrainiennes aux soins de santé sexuelle et reproductive.
Dans ce cadre, il est impératif de ne pas fermer les yeux sur la situation des femmes ukrainiennes, empêchées de pratiquer une IVG en Pologne au vu des conditions ultra-restrictives pour accéder à l'avortement de manière sûre et légale dans ce pays, parce que si l'avortement pour cause de viol y est autorisé, les lacunes et la politisation du système judiciaire polonais sont telles qu'elles rendent presque impossible toute preuve d'une telle agression et donc tout avortement sur la base de ce motif.
L'ONG Human Rights Watch a ainsi eu raison de nous alerter sur la situation des réfugiés ukrainiens arrivés en Pologne, et ce, en ces mots: "La Pologne doit renforcer de façon urgente ses mesures de prévention et de surveillance pour protéger les réfugiés ukrainiens sur son sol, en particulier les femmes victimes de trafics, de violences, de viols."
Vous l'aurez compris, chers collègues, c'est avec conviction que nous soutiendrons cette proposition de résolution. Je vous remercie.
16.12 Michel De Maegd (MR): Madame la présidente, chers collègues, la guerre en Ukraine a, dès ses premiers jours, mis en évidence le sort des femmes et des enfants ukrainiens fuyant les bombardements russes, d'abord vers la Pologne puis vers d'autres pays de l'Union européenne. On sait que 90 % des réfugiés fuyant cette guerre sont des femmes et des enfants.
Malgré le désespoir de leur situation, certains sombres et cyniques vautours furent présents dès leur arrivée en Pologne pour tendre les filets de la traite d'êtres humains, de l'exploitation sexuelle. Devant les nombreuses sonnettes d'alarme tirées par les autorités compétentes, l'Union européenne et les pays européens devaient protéger les femmes fuyant l'Ukraine contre ces violences. De plus, les victimes devaient évidemment avoir accès aux services de santé fondamentaux.
Ce n'est que dans une deuxième phase de la guerre, lors du retrait des forces russes des villages entourant Kiev, que les dépouilles furent découvertes et que les témoignages des victimes de viol furent recueillis. Face à cette réalité qu'on retrouve dans d'autres conflits, nous désirons condamner fermement l'utilisation des violences sexuelles comme arme de guerre. Elles entraînent des blessures indélébiles physiques et psychologiques. Que dire des grossesses non planifiées? Je parlerais même de grossesses non désirées, qui sont une blessure d'autant plus grande pour ces victimes.
Le docteur Denis Mukwege et son équipe ont contribué à faire connaître ces faits atroces mais, hélas, le prix Nobel 2018 devra déployer encore de nombreux efforts pour sensibiliser tous les organismes dans ce combat et mettre en avant la lutte contre l'impunité, ce qui nécessite le recueil de preuves.
Les instruments de l'Union européenne doivent démontrer leur pertinence. Il existe une enquête conjointe d'Eurojust avec l'Ukraine et on peut étoffer les compétences de l'Agence de l'Union européenne pour la coopération judiciaire en matière pénale afin qu'elle puisse collecter, conserver et partager des preuves de crimes de guerre.
16.13 Els Van Hoof (CD&V): Mevrouw de voorzitster, het is belangrijk dat ons land en het Parlement zich blijven verzetten tegen elke vorm van seksueel geweld in conflicten. Daarom is het van belang dat wij deze resolutie vandaag aannemen. Ze veroordeelt expliciet het gebruik van seksueel geweld op Oekraïense vrouwen en meisjes.
Wij weten reeds langer dat oorlogen niet alleen plaatsvinden tussen legers van dappere mannen, maar dat vrouwen en kinderen helaas ook vaak prominent aanwezig zijn onder de slachtoffers. Het gebruik van seksueel geweld lijkt bijna een routineoperatie tijdens hedendaagse oorlogen, het is vaste prik.
Mevrouw Verhaert zei het reeds, wij kunnen deze vrouwen en meisjes niet in de kou laten staan of hen behandelen als collateral damage. Niet voor niets neemt seksueel geweld een prominente plaats in op de lijst van oorlogsmisdaden of misdaden tegen de mensheid, zoals gedefinieerd in het internationaal recht. Wij mogen deze daden dan ook niet straffeloos laten voorbijgaan. Er is hierover reeds heel wat plenair debat geweest. Wij moeten het Internationaal Strafhof effectief ondersteunen, zowel met mensen als middelen, om het onderzoek afdoende te ondersteunen, samen met andere landen en de VN.
De risico's die vrouwen en meisjes lopen tijdens conflicten zijn reeds langer bekend, ook op het internationale niveau. Er is de heel interessante resolutie nr. 1325 van de VN-Veiligheidsraad, die reeds in 2000 werd aangenomen en die heel goed gekend is bij de vrouwenbeweging. Deze resolutie gaat over vrouwen, vrede en veiligheid. Die wil net meisjes effectief beschermen tegen geweld in tijden van conflict. Wij nemen elke vier jaar een actieplan aan met betrekking tot die resolutie nr. 1325. Wij hebben dat in België recent gedaan, in februari van dit jaar. Wat heeft het echter voor zin om plannen te maken als ze niet worden toegepast en stof liggen te vergaren?
Daarom vond CD&V het heel belangrijk om in deze resolutie te verwijzen naar dat actieplan en de concrete doelstellingen en acties die daarmee gepaard gaan. Ik geef enkele voorbeelden. Wij moeten het internationaal normatief kader voor vrouwen in conflictsituaties versterken, zodat zij het oorlogsgeweld niet zomaar lijdzaam moeten ondergaan. Ook vragen we heel expliciet om humanitaire hulp te richten op slachtoffers van seksueel geweld en om hen toegang te geven tot seksuele en reproductieve rechten. Dit staat ook in ons actieplan. Ten slotte vragen wij dat de regering actief strijdt tegen alle mogelijke vormen van mensenhandel waarvan vrouwen en meisjes uit Oekraïne het slachtoffer kunnen worden. Dat doen we op dit moment ook.
Naar het laatste element is al verwezen in het verslag. Vrouwen moeten deel worden van de vredesonderhandelingen. Hopelijk komen die er ooit. Uit veel onderzoeken is namelijk gebleken dat wanneer vrouwen mee aan de onderhandelingstafel zitten, de vredesakkoorden ook veel duurzamer zijn. Het is ten slotte ook hun toekomst die op het spel staat.
Met deze resolutie willen we vrouwen empoweren. In onze solidariteit met Oekraïne mogen we de vele verkrachte Oekraïense vrouwen en meisjes niet vergeten. Daarom zullen wij met volle overtuiging deze resolutie ondersteunen. Ik dank de indieners nogmaals.
La présidente:
Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non)
Vraagt nog iemand het woord? (Nee)
La discussion est close.
De bespreking is gesloten.
* * *
* *
Amendement
déposé:
Ingediend
amendement:
Punt IV.4
• 19 – Nabil Boukili (2672/5)
* * *
* *
L’amendement est réservé.
Het amendement wordt aangehouden.
Le vote sur l'amendement réservé et sur la proposition aura lieu ultérieurement.
De stemming over het aangehouden amendement en over het voorstel zal later plaatsvinden.
Proposition
déposée par:
Voorstel ingediend door:
Theo Francken,
Darya Safai, Anneleen Van Bossuyt, Kathleen Depoorter, Sigrid Goethals,
Tomas Roggeman, Koen Metsu, Michael Freilich, Björn Anseeuw.
La commission de l'Intérieur, de la Sécurité,
de la Migration et des Matières administratives propose de rejeter cette
proposition de loi. (2588/2)
De commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid,
Migratie en Bestuurszaken stelt voor het wetsvoorstel te verwerpen. (2588/2)
Conformément à l'article 88 du Règlement, l'assemblée plénière se prononcera sur cette proposition de rejet après avoir entendu le rapporteur et, éventuellement, les auteurs.
Overeenkomstig artikel 88 van het Reglement spreekt de plenaire vergadering zich uit over het voorstel tot verwerping, na de rapporteur en eventueel de indieners te hebben gehoord.
La discussion est ouverte.
De
bespreking is geopend.
Discussion
17.01 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de voorzitster, wij zijn het er allemaal over eens dat we Oekraïense gezinnen in ons land moeten ontvangen. Dat is absoluut niet het punt. De grote discussie gaat over wat we moeten geven als zij in België toekomen.
Ons oordeel is dat er geen noodzaak is om een leefloon te geven. Wij hebben een apart wetsvoorstel ingediend, dat ertoe strekt dat zij geen A-kaart maar een T-kaart krijgen. Dat is een apart statuut, zoals men krijgt in Denemarken, Duitsland en andere landen in Europa. Men geeft dan niet automatisch een leefloon, maar past een bed-bad-broodregeling toe met begeleiding en beperkt weekgeld.
Ik wil dat voorstel opnieuw op tafel leggen, want ik ben ervan overtuigd dat de meerderheid in Vlaanderen en in België daarvoor is. Daarom vraag ik opnieuw de stemming over het wetsvoorstel.
La présidente:
Plus personne ne peut prendre la parole.
Geen andere spreker mag het woord nemen.
Le vote sur la proposition de rejet de cette proposition de loi aura lieu ultérieurement.
De stemming over het voorstel tot verwerping van dit wetsvoorstel zal later plaatsvinden.
Par lettre du 9 mai 2022, MM. Frédéric Givron et Serge Lipszyc, respectivement greffier et président du Comité R, demandent que la Chambre, en application de l'article 20, deuxième alinéa, du Règlement d'ordre intérieur du Comité R, octroie à M. Wouter De Ridder, ancien greffier du Comité R, le titre honorifique de sa fonction.
Bij brief van 9 mei 2022 vragen de heren Frédéric Givron en Serge Lipszyc, respectievelijk griffier en voorzitter van het Comité I, dat de Kamer, met toepassing van artikel 20, tweede lid, van het Huishoudelijk Reglement van het Comité I, aan de heer Wouter De Ridder, voormalige griffier van het Comité I, de eretitel van zijn ambt toekent.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 18 mai 2022, je propose à la Chambre de faire droit à cette requête et d'octroyer à M. Wouter De Ridder le titre honorifique de sa fonction.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 18 mei 2022 stel ik de Kamer voor op het verzoek in te gaan en de heer Wouter De Ridder de eretitel van zijn ambt toe te kennen.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Par lettre du 12 mai 2022, Mme Kathleen Stinckens, présidente du Comité P, communique que M. Guy Cumps, vice-président du Comité P, sera admis à la pension le 1er juin 2022.
Bij brief van 12 mei 2022 deelt mevrouw Kathleen Stinckens, voorzitster van het Comité P, mee dat de heer Guy Cumps, ondervoorzitter van het Comité P, op 1 juni 2022 met pensioen gaat.
Elle demande de lui octroyer le titre honorifique de sa fonction.
Zij vraagt om hem de eretitel van zijn functie toe te kennen.
Ce titre honorifique est en principe octroyé après expiration de deux mandats complets.
De eretitel wordt in principe toegekend na het verstrijken van twee volledige mandaten.
M. Guy Cumps a exercé quatre mandats comme membre du Comité P.
De heer Guy Cumps heeft vier mandaten uitgeoefend als lid van het Comité P.
Conformément à l'avis de la Conférence des présidents du 18 mai 2022, je propose à la Chambre de faire droit à cette requête et d'octroyer à M. Guy Cumps le titre de vice-président honoraire du Comité P à dater du 1er juin 2022.
Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 18 mei 2022 stel ik de Kamer voor op het verzoek in te gaan en de heer Guy Cumps de titel van ereondervoorzitter van het Comité P toe te kennen vanaf 1 juni 2022.
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus wordt besloten.
Vous avez pris connaissance dans l'ordre du jour qui vous a été distribué de la liste des propositions dont la prise en considération est demandée.
In de laatst rondgedeelde agenda komt een lijst van voorstellen voor waarvan de inoverwegingneming is gevraagd.
S'il n'y a pas d'observations à ce sujet, je
considère la prise en considération de ces propositions comme acquise. Je
renvoie les propositions aux commissions compétentes conformément au Règlement.
(art. 75, n° 5,
Rgt)
Indien er geen bezwaar is, beschouw ik de
inoverwegingneming van de voorstellen als aangenomen. Overeenkomstig het
Reglement worden die voorstellen naar de bevoegde commissies verzonden. (art. 75, nr. 5, Rgt)
Pas d'observation? (Non)
Il en sera ainsi.
Geen bezwaar? (Nee)
Aldus zal geschieden.
Demande d'urgence
20.01 Sofie Merckx (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, wij vragen de urgentie voor wetsvoorstel nr. 2698 tot invoering van een wettelijke feestdag op 8 mei. Sta me toe ons urgentieverzoek te motiveren.
Op 8 mei jongstleden waren wij met honderden mensen samen aan het Fort van Breendonk. Het is belangrijk om even te herhalen dat Breendonk tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi's als opvangkamp voor dissidenten, verzetslieden, gijzelaars en joden werd gebruikt. Vakbondsmensen, homoseksuelen en kunstenaars werden er opgesloten, uitgehongerd, gefolterd en vermoord. Van de 3.590 gevangenen stierven er 303 ter plekke, 54 elders en 1.741 lieten het leven in de concentratiekampen.
Wij kwamen daar samen op uitnodiging van de 8 mei-coalitie, een geheel van organisaties van overlevenden, van kinderen van slachtoffers van het nazisme, van kinderen van verzetsstrijders, organisaties van het middenveld, de vakbonden en ook mensen uit de culturele wereld. Zij roepen op om van 8 mei, de dag van de overwinning op het fascisme, een nationale feestdag te maken.
Vandaag komt het fascisme weer op, in Europa en ook in ons land, en het uitroepen van 8 mei tot een nationale feestdag zou dan ook een krachtig signaal zijn om te herdenken, te waarschuwen, te verdedigen, als een moment van sociale cohesie, als een samen uitgesproken wil voor vrede en solidariteit, als een oproep om te handelen, zodat jong en oud inzien waar haat toe kan leiden en wat voor een lelijk beest het fascisme is. Enkel wanneer wij het verleden kennen en wij waakzaam blijven voor onze grondwettelijke vrijheden, kunnen wij, nu en in de toekomst, de juiste keuzes maken, zodat de vreselijke geschiedenis zich nooit, maar dan ook nooit meer herhaalt.
Ik ben die dag in Breendonk verschillende collega's van andere partijen tegengekomen en ik weet dat zij ons voorstel genegen zijn. De PVDA wil met de indiening van het wetsvoorstel snel ingaan op de oproep van de 8 mei-coalitie. Wij hopen dat het Parlement zo snel mogelijk werk maakt van de bespreking ervan.
La présidente: Je vous propose de nous prononcer sur cette demande.
Ik stel u voor om ons over deze vraag uit te spreken.
L'urgence est rejetée par assis et levé.
De urgentie wordt verworpen bij zitten en opstaan.
20.02 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, collega Van Peel zal bij haar stemgedrag rekening houden met de gerechtvaardigde afwezigheid van collega Liekens. Zij hebben een stemafspraak.
De voorzitster: Zijn er nog
stemafspraken? (Nee)
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Santé et de l'Égalité des chances du 11 mai 2022.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen van 11 mei 2022.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 276/1):
- une motion de recommandation a été déposée par Mme Dominiek Sneppe;
- une motion pure et simple a été déposée par Mme Karin Jiroflée.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 276/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Dominiek Sneppe;
- een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Karin Jiroflée.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
21.01 Dominiek Sneppe (VB): Collega's, het humaan papillomavirus, in de volksmond HPV, is een groep van sterk verwante virussen die abnormale celgroei in huid- en slijmvliezen veroorzaken. Hierdoor kunnen verschillende soorten kanker ontstaan. De meest bekende is baarmoederhalskanker. Daardoor werd lang gedacht dat dit virus enkel vrouwen trof. Toch blijkt uit een advies van de Hoge Gezondheidsraad dat een kwart van de HPV-gerelateerde kankers ook bij mannen optreedt. Sinds schooljaar 2019-2020 kunnen meisjes en jongens zich daarom via het gratis schoolvaccinatieprogramma laten beschermen. Wie hiervoor niet in aanmerking komt, kan het vaccin zelf kopen bij de apotheker, maar zonder terugbetaling. Vandaag voorziet het RIZIV enkel in terugbetaling van het HPV-vaccin, onder bepaalde voorwaarden dan nog, voor meisjes en niet voor jongens. Een jongen die bijvoorbeeld het vaccin Gardasil 9 aanschaft in de apotheek, betaalt daarvoor bijna 135 euro. Deze kosten kunnen oplopen tot meer dan 400 euro, omdat meerdere doses nodig zijn voor een volledige bescherming. Een meisje in dezelfde situatie betaalt daarvoor 8 of 12 euro.
Naar aanleiding van deze ongelijke terugbetaling ontving het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen een klacht van een jongen. Samen gingen ze in beroep tegen de weigering van het RIZIV om tussen te komen in de kosten. Volgens hen is de ongelijke behandeling een schending van de genderwet en de antidiscriminatiewet. De arbeidsrechtbank van Brussel gaf hun gelijk. Op 30 maart laatstleden oordeelde de arbeidsrechtbank van Brussel dat jongens gediscrimineerd worden bij de terugbetaling van het vaccin tegen HPV.
Mijn woorden in de commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen naar aanleiding van mijn vraag in verband met deze vaccinatie waren dan ook profetisch: "Waarom zou u dit dan ook niet doen voor de jongens? In het kader van discriminatie kan dit immers wel tellen."
Datgene waarvoor ik toen waarschuwde, wordt nu bevestigd door de rechtbank, namelijk discriminatie op basis van geslacht, of om het in linkse wokebewoordingen te zeggen, op basis van gender.
In zijn antwoord op mijn vraag over dit thema sprak de minister over drie stappen. De eerste stap is zorgen voor maximale vaccinatie van jonge meisjes. De tweede stap is de vaccinatie van de cohorte jonge jongens, namelijk in het eerste secundair in Vlaanderen en in het tweede secundair in Wallonië en Brussel. Dit gebeurt sinds 2019. De derde stap is eventueel de inhaalvaccinatie van jongens die net te oud waren in 2019 en die nu nog geen 19 jaar oud zijn.
De voorzitster: Mevrouw Sneppe, mag ik u vragen uw betoog af te ronden, alstublieft?
21.02 Dominiek Sneppe (VB): In dit dossier stuiten wij op twee problemen. Ten eerste, zou de vaccinatie tegen HPV uitgebreid moeten worden tot de leeftijd van 26 jaar. Ten tweede zou de terugbetaling van de vaccinatie moeten gelden voor jongens en voor meisjes tot 26 jaar, want de vaccinatie van de meisjes is ook een zaak van de jongens en omgekeerd. Beiden beschermen elkaar.
Collega's, het Vlaams Belang vraagt dan ook deze motie in het belang van onze jongeren te steunen. (…)
De voorzitster: Mevrouw Sneppe, voor een stemverklaring beschikt u over twee minuten.
Début du
vote / Begin van de stemming.
Tout le
monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
gecontroleerd?
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 1) |
||
Ja |
83 |
Oui |
Nee |
45 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
128 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Mobilité, des Entreprises publiques et des Institutions fédérales du 11 mai 2022.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen van 11 mei 2022.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 278/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Frank Troosters;
- une motion pure et simple a été déposée par M. Nicolas Parent.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 278/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Frank Troosters;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Nicolas Parent.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
22.01 Frank Troosters (VB): Mevrouw de voorzitster, de federale regering heeft de uitgesproken ambitie om de CO2-uitstoot in dit land met 55 % terug te dringen tegen 2030. Derhalve wil men de burgers bewegen tot of misschien dwingen tot het gebruik van emissievrije wagens. Voor bedrijfswagens wordt dit al in 2026 concreet. Om haar doelen te bereiken, probeert deze regering burgers te verleiden tot het nemen van het openbaar vervoer, waarbij volgens bevoegd minister de heer Gilkinet de trein de ruggengraat van de toekomstige mobiliteit moet worden.
Het is daarom niet alleen bijzonder vreemd maar zelfs wraakroepend om te moeten vaststellen dat uitgerekend het overheidsbedrijf dat bij uitstek het alternatief moet vormen voor een duurzame mobiliteit, de NMBS, zelf schromelijk haar voeten veegt aan de doelstelling van de regering om de CO2-uitstoot te reduceren. De NMBS beschikt over een wagenpark van 607 voertuigen, waarvan 0 wagens volledig emissievrij zijn. Van de 607 NMBS-voertuigen rijden er maar liefst 470 op diesel, 123 op benzine en 14 wagens zijn hybride.
Het is stuitend te moeten vaststellen dat deze overheid schaamteloos allerhande verplichtingen aan bedrijven en burgers oplegt om de CO2-uitstoot te verminderen, waarbij ondernemingen en burgers in de richting van dure emissiearme wagens gedreven worden, maar dat zij intussen zelf haar verantwoordelijkheid en voorbeeldrol aan haar laars lapt. Deze vivaldiregering, die ook nog eens de vervuilende CO2-uitstotende gascentrales wil bouwen, lacht de burgers gewoon uit.
Daarom vraagt het Vlaams Belang met deze motie de federale regering om onmiddellijk de nodige maatregelen te nemen opdat de NMBS haar voorbeeldrol inzake ecologisch vervoer ter harte zal nemen via een aanpassing van het wagenpark. Alleen zo zal minister Gilkinet nog enige geloofwaardigheid kunnen behouden.
La présidente: Début du vote / Begin van de stemming.
Tout le
monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
nagekeken?
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 2) |
||
Ja |
84 |
Oui |
Nee |
44 |
Non |
Onthoudingen |
1 |
Abstentions |
Totaal |
129 |
Total |
Raison d'abstention? (Non)
Reden van onthouding? (Nee)
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
Cette interpellation a été développée en réunion publique de la commission de la Mobilité, des Entreprises publiques et des Institutions fédérales du 11 mai 2022.
Deze interpellatie werd gehouden in de openbare vergadering van de commissie voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen van 11 mei 2022.
Deux motions ont été déposées (MOT n° 281/1):
- une motion de recommandation a été déposée par M. Frank Troosters;
- une motion pure et simple a été déposée par M. Nicolas Parent.
Twee moties werden ingediend (MOT nr. 281/1):
- een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Frank Troosters;
- een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Nicolas Parent.
La motion pure et simple ayant la priorité de droit, je mets cette motion aux voix.
Daar de eenvoudige motie van rechtswege voorrang heeft, breng ik deze motie in stemming.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote?
Vraagt iemand het woord voor een
stemverklaring?
23.01 Frank Troosters (VB): Mevrouw de voorzitster, collega's, het Federaal Planbureau is een onafhankelijke nationale instelling van openbaar nut. Ze maakt studies en vooruitzichten op de economische, sociale en milieubeleidskwesties. Het Federaal Planbureau publiceerde recent de resultaten van een studie over de transportvooruitzichten tot 2040. Deze studie hebben zij in samenwerking met de FOD Mobiliteit uitgevoerd.
Uit de resultaten van die studie bleek dat in de komende jaren minder mensen de trein zullen nemen. Minder mensen zullen de trein verkiezen om zich te verplaatsen. Concreet zou het aantal treinreizigers met 3 % dalen. Opvallend daarbij is dat het aantal treinreizigers voor het woon-werkverkeer met maar liefst 20 % daalt. De oorzaken hiervoor zijn de demografische evolutie en een toename van het telewerk, zo blijkt uit de studie.
Tegenover het dalend aantal treinreizigers is het opvallend dat het aandeel van de auto in onze verplaatsingen tegen 2040 ongeveer even groot zal blijven met 82 %. De auto zal volgens het Federaal Planbureau dus duidelijk de dominante mobiliteitskeuze blijven.
Dat alles betekent weinig goed nieuws voor de mobiliteitsplannen van deze regering en van de verantwoordelijke minister, de heer Georges Gilkinet. De minister blijft dromen van en strijden voor een terugdringing van het autogebruik, waarbij een modal shift naar het openbaar vervoer aan de burgers opgedrongen moet worden. De trein, waarvan het rapport dus duidelijk maakt dat die niet gesmaakt wordt, moet daarbij de ruggengraat vormen van de toekomstige mobiliteit. Meer treinen in elk station, minstens twee per uur, volgens een naar Zwitsers voorbeeld gecadanceerd aangestuurd model, betere en stiptere treinen, meer personeel, service en toegankelijkheid en meer efficiëntie zijn de ambities van minister Gilkinet, zonder daar een budgettair plan aan te koppelen.
Omdat tegen 2040 ook het aantal vrachtwagens op de weg met ongeveer 20 % zal toenemen, voorspelt het Federaal Planbureau een toename van het aantal files en een daling van de snelheid op onze wegen. Daarom vraagt het Vlaams Belang aan de federale regering met de voorliggende motie van aanbeveling onmiddellijk de nodige maatregelen te nemen opdat het federaal mobiliteitsbeleid zal worden afgestemd op de voorspellingen zoals vastgesteld door het Federaal Planbureau, waarbij wordt uitgegaan van minder treinreizigers en de vaststellingen van de studie.
La présidente: Début du vote / Begin van de stemming.
Tout le
monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
nagekeken?
Fin du vote
/ Einde van de stemming.
Résultat du
vote / Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 3) |
||
Ja |
85 |
Oui |
Nee |
46 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
La motion pure et simple est adoptée. Par conséquent, la motion de recommandation est caduque.
De eenvoudige motie is aangenomen. Bijgevolg vervalt de motie van aanbeveling.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 4) |
||
Ja |
131 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsontwerp
aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2625/4)
En conséquence, la Chambre adopte le projet de
loi. Il sera soumis à la sanction royale. (2625/4)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de stemming
/ Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 5) |
||
Ja |
95 |
Oui |
Nee |
36 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
Bijgevolg neemt de Kamer het wetsvoorstel
aan. Het zal als wetsontwerp aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.
(2373/6)
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de loi. Elle sera soumise en tant que projet de loi à la sanction royale. (2373/6)
Vote sur l'amendement n° 19 de Nabil
Boukili au point IV.4. (2672/5)
Stemming over amendement nr. 19 van
Nabil Boukili op punt IV.4. (2672/5)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft iedereen
gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 6) |
||
Ja |
12 |
Oui |
Nee |
116 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
128 |
Total |
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Bijgevolg is het amendement verworpen.
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 7) |
||
Ja |
126 |
Oui |
Nee |
0 |
Non |
Onthoudingen |
0 |
Abstentions |
Totaal |
126 |
Total |
En conséquence, la Chambre adopte la
proposition de résolution. Il en sera donné connaissance au gouvernement. (2672/6)
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel van
resolutie aan. Het zal ter kennis van de regering worden gebracht. (2672/6)
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Début du vote /
Begin van de stemming.
Tout le
monde a-t-il voté et vérifié son vote? / Heeft iedereen gestemd en zijn stem
nagekeken?
Fin du vote /
Einde van de stemming.
Résultat du vote
/ Uitslag van de stemming.
(Stemming/vote 8) |
||
Oui |
96 |
Ja |
Non |
36 |
Nee |
Abstentions |
0 |
Onthoudingen |
Total |
132 |
Totaal |
En conséquence, la Chambre adopte la proposition de rejet. La proposition de loi n° 2588/1 est donc rejetée.
Bijgevolg neemt de Kamer het voorstel tot verwerping aan. Het wetsvoorstel nr. 2588/1 is dus verworpen.
28.01 Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitster, deze week ben ik toen ik met de trein naar huis reed een station te laat afgestapt. Ik was verstrooid. Hetzelfde is mij nu overkomen bij de stemming over het voorstel van resolutie nr. 2672/4 (stemming/vote 7). De stemming was afgesloten toen ik nog driftig op het knopje aan het drukken was. Ik heb echter gestemd zoals mijn fractie, maar ik had dit graag in het verslag laten opnemen.
De voorzitster: Geen probleem.
Stemming over amendement nr. 1 van
Nabil Boukili tot invoeging van een artikel 3/1(n). (2297/8)
Vote sur
l'amendement n° 1 de Nabil Boukili tendant à insérer un
article 3/1(n). (2297/8)
Begin van
de stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 9) |
||
Ja |
10 |
Oui |
Nee |
108 |
Non |
Onthoudingen |
13 |
Abstentions |
Totaal |
131 |
Total |
Bijgevolg is het amendement verworpen.
En conséquence, l'amendement est rejeté.
Ik herinner eraan dat de bepalingen en het geheel van een ontwerp van bijzondere wet moeten aangenomen worden met de meerderheid van de stemmen in elke taalgroep, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en voor zover het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen twee derden van de uitgebrachte stemmen bereikt (artikel 4, laatste lid, van de Grondwet).
Je vous rappelle que les dispositions et l'ensemble d'un projet de loi spéciale doivent être adoptés à la majorité des suffrages dans chaque groupe linguistique, à condition que la majorité des membres de chaque groupe se trouve réunie et pour autant que le total des votes positifs émis dans les deux groupes linguistiques atteigne les deux tiers des suffrages exprimés (article 4, dernier alinéa, de la Constitution).
Quelqu'un demande-t-il la parole pour une
déclaration avant le vote? (Non)
Vraagt iemand het woord voor een stemverklaring? (Nee)
Begin van de
stemming / Début du vote.
Heeft
iedereen gestemd en zijn stem nagekeken? / Tout le monde a-t-il voté et vérifié
son vote?
Einde van de
stemming / Fin du vote.
Uitslag van de
stemming / Résultat du vote.
(Stemming/vote 10) |
||||
|
F |
Tot. |
N |
|
Oui |
51 |
128 |
77 |
Ja |
Non |
0 |
0 |
0 |
Nee |
Abstentions |
0 |
0 |
0 |
Onthoudingen |
Total |
51 |
128 |
77 |
Totaal |
De meerderheid van de aanwezigen is bereikt.
De tweederdemeerderheid is bereikt. Bijgevolg neemt de Kamer het ontwerp van
bijzondere wet aan. Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd. (2297/9)
Le quorum des présences est atteint. La majorité des deux tiers est atteinte. En conséquence, la Chambre adopte le projet de loi spéciale. Il sera soumis à la sanction royale. (2297/9)
Nous devons procéder à l’approbation de l'ordre du jour de la séance de la semaine prochaine.
Wij moeten overgaan tot de goedkeuring van de agenda voor de vergadering van volgende week.
Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non)
Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee)
En conséquence, l'ordre du jour est adopté.
Bijgevolg is de agenda aangenomen.
La séance est levée. Prochaine séance le mercredi 25 mai 2022 à 14 h 15.
De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering woensdag 25 mei 2022 om 14.15 uur.
La séance est levée à 19 h 40.
De vergadering wordt gesloten om 19.40 uur.
L'annexe
est reprise dans une brochure séparée, portant le numéro CRIV 55 PLEN 181
annexe. |
De
bijlage is opgenomen in een aparte brochure met nummer CRIV 55 PLEN 181
bijlage. |
DETAIL DES VOTES NOMINATIFS
|
DETAIL
VAN DE NAAMSTEMMINGEN
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vote
nominatif - Naamstemming: 001
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton
Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet
Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De Block Maggie, Defossé
Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd
Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt
Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut
André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin,
Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima,
Leoni Leslie, Leysen Christian, Matz Vanessa, Moyaers Bert, Muylle Nathalie,
Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau
Eva, Prévot Maxime, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi
Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Thémont Sophie,
Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter,
Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan,
Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert
Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Willaert
Evita, Zanchetta Laurence
Anseeuw
Björn, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, Daems
Greet, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere
Ortwin, De Roover Peter, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph,
Dillen Marijke, Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda,
Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels
Yngvild, Loones Sander, Merckx Sofie, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier
Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen,
Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van
der Donckt Wim, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Peel Valerie,
Vermeersch Wouter, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Vote
nominatif - Naamstemming: 002
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton
Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet
Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De Block Maggie, Defossé
Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd
Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt
Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut
André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin,
Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe,
Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Matz Vanessa, Moyaers Bert,
Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin
Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot
Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel,
Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien
Dieter, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke
Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris,
Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert,
Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Anseeuw
Björn, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, Daems
Greet, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere
Ortwin, De Roover Peter, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph,
Dillen Marijke, Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda,
Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels
Yngvild, Loones Sander, Merckx Sofie, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier
Annick, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen,
Sneppe Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van
der Donckt Wim, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Vermeersch Wouter,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Van Peel
Valerie Vote
nominatif - Naamstemming: 003
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Briers Jan, Burton
Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet
Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne Georges, De Block Maggie, Defossé
Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd
Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt
Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut
André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jadin Kattrin,
Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe,
Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Matz Vanessa,
Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen
Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Reuter Florence,
Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben,
Senesael Daniel, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda
Olivier, Vanbesien Dieter, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles,
Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys
Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten
Servais, Vicaire Albert, Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Anseeuw
Björn, Boukili Nabil, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Colebunders Gaby, Daems
Greet, D'Amico Roberto, Dedecker Jean-Marie, Depoorter Kathleen, Depoortere
Ortwin, De Roover Peter, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph,
Dillen Marijke, Donné Joy, Francken Theo, Freilich Michael, Gijbels Frieda,
Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Hedebouw Raoul, Houtmeyers Katrien, Ingels Yngvild,
Loones Sander, Merckx Sofie, Moscufo Nadia, Pas Barbara, Ponthier Annick,
Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe
Dominiek, Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der
Donckt Wim, Van Hees Marco, Van Langenhove Dries, Van Peel Valerie, Van
Vaerenbergh Kristien, Vermeersch Wouter, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Vote
nominatif - Naamstemming: 004
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben
Achour Malik, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle,
Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter,
Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby,
Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico
Roberto, De Block Maggie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge
Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon
Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover
Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie,
Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy,
Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo,
Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik,
Gilson Nathalie, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw
Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild,
Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert,
Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens
Goedele, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Moscufo Nadia, Moyaers
Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen
Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Raskin
Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman
Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers
Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Thémont Sophie, Thiébaut Eric,
Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van
Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles,
Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van
Hoof Els, Van Langenhove Dries, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie,
Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne,
Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Vicaire Albert,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Vote
nominatif - Naamstemming: 005
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil,
Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie,
Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems
Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, Defossé
Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd
Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt
Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut
André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon Claire, Jadin
Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe,
Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens Goedele, Matz Vanessa,
Merckx Sofie, Moscufo Nadia, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas,
Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime,
Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau
Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux
Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre
Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els,
Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne,
Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria,
Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Anseeuw
Björn, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Dedecker Jean-Marie, Depoorter
Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie,
D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Donné Joy, Francken Theo, Freilich
Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien,
Ingels Yngvild, Loones Sander, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter,
Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek,
Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim,
Van Langenhove Dries, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch
Wouter
Vote
nominatif - Naamstemming: 006
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, De Smet François,
Hedebouw Raoul, Merckx Sofie, Moscufo Nadia, Rohonyi Sophie, Van Hees Marco,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben
Achour Malik, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle,
Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof,
Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne
Georges, De Block Maggie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge
Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon
Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Roover
Peter, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, D'Haese Christoph,
Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme Denis, Flahaut André, Fonck
Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen,
Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Goethals Sigrid, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire,
Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed,
Lachaert Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen
Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Matz Vanessa, Moyaers Bert, Muylle
Nathalie, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin
Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Raskin Wouter, Ravyts
Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Safai
Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe
Dominiek, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank,
Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen,
Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim,
Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries, Vanpeborgh Gitta, Van
Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris,
Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch
Wouter, Vicaire Albert, Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Vote
nominatif - Naamstemming: 007
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben
Achour Malik, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle,
Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter,
Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Colebunders Gaby, Cornet Cécile,
Creemers Barbara, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block
Maggie, Dedecker Jean-Marie, Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye
Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd Michel, Demon Franky, Depoorter
Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere Melissa, De Smet François, De Vriendt
Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph,
Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut
André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls Katja,
Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Gilson Nathalie, Goethals Sigrid, Goffin
Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien,
Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir,
Laaouej Ahmed, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Liekens
Goedele, Loones Sander, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Moscufo Nadia, Moyaers
Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen
Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva, Ponthier Annick, Prévot Maxime, Raskin
Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman
Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers
Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek, Thémont Sophie, Thiébaut Eric,
Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda Olivier, Vanbesien Dieter, Van
Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles,
Vandenput Tim, Van der Donckt Wim, Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van
Hoof Els, Van Langenhove Dries, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie,
Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne,
Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Vicaire Albert,
Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta Laurence
Vote
nominatif - Naamstemming: 008
Aouasti
Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben Achour Malik,
Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle, Boukili Nabil,
Briers Jan, Burton Emmanuel, Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie,
Cogolati Samuel, Colebunders Gaby, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems
Greet, Dallemagne Georges, D'Amico Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby,
Defossé Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc,
De Maegd Michel, Demon Franky, Depraetere Melissa, De Smet François, De
Vriendt Wouter, Dewael Patrick, Dierick Leen, Ducarme Denis, Farih Nawal,
Flahaut André, Fonck Catherine, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gilson Nathalie,
Goffin Philippe, Hanus Mélissa, Hedebouw Raoul, Hennuy Laurence, Hugon
Claire, Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert
Egbert, Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian,
Liekens Goedele, Matz Vanessa, Merckx Sofie, Moscufo Nadia, Moyaers Bert,
Muylle Nathalie, Parent Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin
Philippe, Platteau Eva, Prévot Maxime, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot
Hervé, Rohonyi Sophie, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel,
Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda Olivier, Vanbesien
Dieter, Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van Hecke
Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Vanrobaeys Anja,
Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais,
Vicaire Albert, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry, Willaert Evita, Zanchetta
Laurence
Anseeuw
Björn, Bury Katleen, Buysrogge Peter, Dedecker Jean-Marie, Depoorter
Kathleen, Depoortere Ortwin, De Roover Peter, De Wit Sophie, Dewulf Nathalie,
D'Haese Christoph, Dillen Marijke, Donné Joy, Francken Theo, Freilich
Michael, Gijbels Frieda, Gilissen Erik, Goethals Sigrid, Houtmeyers Katrien,
Ingels Yngvild, Loones Sander, Pas Barbara, Ponthier Annick, Raskin Wouter,
Ravyts Kurt, Roggeman Tomas, Safai Darya, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek,
Troosters Frank, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen, Van der Donckt Wim,
Van Langenhove Dries, Van Peel Valerie, Van Vaerenbergh Kristien, Vermeersch
Wouter
Vote
nominatif - Naamstemming: 009
Boukili
Nabil, Colebunders Gaby, Daems Greet, D'Amico Roberto, Hedebouw Raoul, Merckx
Sofie, Moscufo Nadia, Van Hees Marco, Vindevoghel Maria, Warmoes Thierry
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben
Achour Malik, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle,
Briers Jan, Burton Emmanuel, Buysrogge Peter, Buyst Kim, Calvo Kristof,
Chanson Julie, Cogolati Samuel, Cornet Cécile, Creemers Barbara, Dallemagne
Georges, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé
Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd
Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depraetere Melissa, De Roover
Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, Dewael Patrick, De Wit Sophie,
D'Haese Christoph, Dierick Leen, Donné Joy, Ducarme Denis, Farih Nawal,
Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo, Freilich Michael, Gabriëls
Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilson Nathalie, Goethals Sigrid, Goffin
Philippe, Hennuy Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild,
Jadin Kattrin, Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert,
Lacroix Christophe, Lanjri Nahima, Leoni Leslie, Leysen Christian, Liekens
Goedele, Loones Sander, Matz Vanessa, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent
Nicolas, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva,
Prévot Maxime, Raskin Wouter, Reuter Florence, Reynaert Vicky, Rigot Hervé,
Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya, Scourneau Vincent, Segers Ben,
Senesael Daniel, Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Vajda
Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen,
Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim,
Van Hecke Stefaan, Van Hoof Els, Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie,
Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne,
Verhelst Kathleen, Verherstraeten Servais, Vicaire Albert, Willaert Evita,
Zanchetta Laurence
Bury
Katleen, Depoortere Ortwin, Dewulf Nathalie, Dillen Marijke, Gilissen Erik,
Pas Barbara, Ponthier Annick, Ravyts Kurt, Samyn Ellen, Sneppe Dominiek,
Troosters Frank, Van Langenhove Dries, Vermeersch Wouter Vote
nominatif - Naamstemming: 010
Anseeuw
Björn, Aouasti Khalil, Arens Josy, Bacquelaine Daniel, Bayet Hugues, Ben
Achour Malik, Bogaert Hendrik, Bombled Christophe, Bonaventure Chanelle,
Boukili Nabil, Briers Jan, Burton Emmanuel, Bury Katleen, Buysrogge Peter,
Buyst Kim, Calvo Kristof, Chanson Julie, Cogolati Samuel, Colebunders Gaby,
Cornet Cécile, Creemers Barbara, Daems Greet, Dallemagne Georges, D'Amico
Roberto, De Block Maggie, De Caluwé Robby, Dedecker Jean-Marie, Defossé
Guillaume, De Jonge Tania, de Laveleye Séverine, Delizée Jean-Marc, De Maegd
Michel, Demon Franky, Depoorter Kathleen, Depoortere Ortwin, Depraetere
Melissa, De Roover Peter, De Smet François, De Vriendt Wouter, De Wit Sophie,
Dewulf Nathalie, D'Haese Christoph, Dierick Leen, Dillen Marijke, Donné Joy,
Ducarme Denis, Farih Nawal, Flahaut André, Fonck Catherine, Francken Theo,
Freilich Michael, Gabriëls Katja, Geens Koen, Gijbels Frieda, Gilissen Erik,
Gilson Nathalie, Goethals Sigrid, Goffin Philippe, Hedebouw Raoul, Hennuy
Laurence, Houtmeyers Katrien, Hugon Claire, Ingels Yngvild, Jadin Kattrin,
Jiroflée Karin, Kir Emir, Laaouej Ahmed, Lachaert Egbert, Lacroix Christophe,
Lanjri Nahima, Leysen Christian, Liekens Goedele, Loones Sander, Matz
Vanessa, Merckx Sofie, Moscufo Nadia, Moyaers Bert, Muylle Nathalie, Parent Nicolas,
Pas Barbara, Piedboeuf Benoît, Pillen Jasper, Pivin Philippe, Platteau Eva,
Ponthier Annick, Prévot Maxime, Raskin Wouter, Ravyts Kurt, Reuter Florence,
Reynaert Vicky, Rigot Hervé, Roggeman Tomas, Rohonyi Sophie, Safai Darya,
Samyn Ellen, Scourneau Vincent, Segers Ben, Senesael Daniel, Sneppe Dominiek,
Thémont Sophie, Thiébaut Eric, Tillieux Eliane, Troosters Frank, Vajda
Olivier, Vanbesien Dieter, Van Bossuyt Anneleen, Van Camp Yoleen,
Vandenbroucke Joris, Vanden Burre Gilles, Vandenput Tim, Van der Donckt Wim,
Van Hecke Stefaan, Van Hees Marco, Van Hoof Els, Van Langenhove Dries,
Vanpeborgh Gitta, Van Peel Valerie, Vanrobaeys Anja, Van Vaerenbergh
Kristien, Verduyckt Kris, Verhaert Marianne, Verhelst Kathleen,
Verherstraeten Servais, Vermeersch Wouter, Vicaire Albert, Vindevoghel Maria,
Warmoes Thierry, Willaert Evita
|